sanatocen Ife/lAadeé Coöperatief inkoopen* isiBmi J. Lottgering GERRY RICKEBERG HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 4 JULI 1930 .De inkoopcoöperatie voor den middenstander. De positie van den grossier. Samen werking tusschen grossier en zelfstandigen kleinhandelaar- Het coöperatief inkoopen door midden standers is een der middelen, hetwelk o.m, wordt aanbevolen aan den zelfstandigen detalllistenstand in zijn strijd tegen het ■warenhuis of het filialcnbedrijf. Over de vóór- en nadeelen aan dit gezamenlijk in koopen verbonden, wil ik het ditmaal niet hebben, maar slechts de aandacht vestigen op een polemiek, welke dezer dagen is ge voerd tusschen de voorstanders der winke- liersinkoopvereenigingen eenerzijds en de grossiersorganlsaties anderszljrfs. De vraag waarbij het daarbij in hoofdzaak gaat is deze kunnen de winkeliersinkoopvereenigingen hun bedrijf gunstiger cxploiteeren dan de gros siers? Zonder meer is deze vraag niet te be antwoorden en zelfs wanneer men aanneemt, dat de leden der wlnkellersinkoopvereeniging direct betalen en dus geen c red iet mogen verlangen terwijl zij hun bestellingen recht streeks doen en dus geen relzigersbezoek verlangen dan nog zijn er factoren, welke een vergelijking moeilijk maken. Want be halve deze twee punten t-w. a directe betaling door de winkeliers cn b. geen reizigersbezoek, zijn er, volgens de grossiers, nog een tweetal punten, welke bij een juiste beoordeeling niet uit het oog verloren mogen worden. Het be treft hier: c het afhalen van kleinere be^ stellingen en d. het in achtnemen van een zekere regelmaat bij het aan huis bezorgen der zwaardere artikelen. Inderdaad, de onder a, b, c, en d genoemde diensten vormen te zamen als het ware de „good-will" van den grossier. Deze toch bewijst de zoo juist genoemde diensten. Ja. men mag zeggen, hij zou daarvan vrij zijn indien de winkelier hem (den gros sier) dezelfde faciliteiten toestond, welke de ■winkelier gewoonlijk aan zijn winkeliersin- koopvereeniging verleent. Wanneer men al deze factoren in aanmerking neemt, is het de vraag of de winkelier via zijn inkoopver* eeniging voordeeliger koopt, dan via den gros= sier. Persoonlijk meen ik, dat het uiterst twij felachtig is of de voordeelen van het coöpe ratief Inkoopen wel de aanleiding mogen zijn om den grossier uit te schakelen. Neemt men alle factoren in aanmerking, dan zie ik den grooten voorsprong verbonden aan de eerste wijze van inkoopen niet en ik denk dan ook dat een groot gedeelte der grossiers gaarne wil leveren aan den winkelier voor dezelfde prijzen als de inkoopcoöperatie dat idoet, mits de onder a, h, c, en d genoemde voor waarden door de winkeliers in acht worden genomen. Daar komt trouwens nog iets bij. De practijk heeft m.i. wel bewezen, dat men met 't organiseeren eener middenstanders-in. koopcooperatie uiterst voorzichtig moet zijn. De Nederlander is niet erg „coöperatief" aangelegd en de middenstander zeker niet. De inkoop-coöperatie, voor zoover ik die in het middenstandsleven heb medegemaakt, slaagt wel eens, maar dikwijls zijn daar bij zondere redenen voor aanwezig. Een andere vraag is deze: is er geen ander middel van afweer voor den zelfstandigen winkelstand tegen het groot-winkelbedrijf dan de eigen-inkoopcoöperatie? Het is vol= komen begrijpelijk dat het zoeken van der gelijke middelen gekomen is van grossiers zijde. Immers, hoe overtuigd men misschien ook kan aantoonen, dat in den strijd van den zelfstandigen winkelstand tegen het groot, winkelbedrijf de uitschakeling van den gros. sier, door heil te zoeken bij de winkeliers- inkoopcoöperatie, niet het afdoende middel is, toch valt niet te ontkennen, dat deze vorm van coöperatie zich uitbreidt. En dat be- teekent: een meerdere of mindere achteruit zetting van den grossier. Zoo is het dan ook duidelijk, dat de twee bedreigde partijen elkander zoeken: de een (zelfstandige win kelier) die zwaar belaagd wordt door het groot-winkelbedrijf, de andere (de grossier) die den zelfstandigen winkelier zich ziet wen den tot de inkoop-coöperatie. Hoe komt die samenwerking tot stand? Op tweeërlei wijze; beide zijn evenwel ge baseerd op een elkander willen steunen van grossier en detaillist. De eerste vorm komt hierop neer: de zelf- standige winkelier krijgt van den grossier zijn goederen op eenzelfde basis als de winkels van het massa-filiaalbedrijf; deze ontvangen van de groothandels-afdeeling van dit be drijf. Doch en daarop komt het natuurlijk in hoofdzaak aan de zelfstandige win. keiiers, die op deze wijze met den grossier willen samenwerken verplichten zich om hun goederen, welke zij afnemen direct te be talen en zelf te doen afhalen aan het maga zijn van den grossier. In de Vereenigde Sta ten Yan Noord-Amerika heeft men een derge lijke samenwerking in het koloniale-waren- bedrijf. De tweede vorm draagt den naam van „vrijwIllig-filiaaLsysteem". Het komt hierop neer, dat zoo nauwkeurig mogelijk wordt na gebootst het gewone massa.filiaalbedrijf. De winkels daarbij aangesloten zijn gewoonlijk gelijk geverfd, voeren een gelijksoortig em bleem en treden voor het koopende pubilek op als een eenheid. In de te maken reclame kosten betalen de winkeliers mede naar een zekere schaal, er worden reclameweken ge arrangeerd evenals bij de gewone filiaal bedrijven enz. Deze wijze van samenwerken werkt na. tuurlijk voordeeliger, naarmate het contact tusschen grossier en winkeliers beter geregeld is. De stoot tot een dergelijke samenwerking gaat gewoonlijk uit van den grossier. Op zich zelf is dit volkomen verklaarbaar, omdat juist de grossier de eerst-belanghebbende is. Het is zeker van belang de gevolgen van een dergelijke samenwerking nauwkeurig te bestudeeren. Misschien worden daardoor nog zeer belangrijke perspectieven geopend. MOLLERUS. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. NAP DE LA MAR. T Nap de la Mar is gisteren, oud 52 jaar, gestorven. Met Nap de la Mar is een acteur van wer kelijk genialen aanleg heengegaan. Zij, die de la Mar enkel kenden als „komiek" zullen zich misschien lichtelijk over deze uitspraak ver wonderen, maar een ieder, die hem eenige ja ren geleden gezien heeft Ln de rol van Stieg- litz, het oude joodje, dat zoo prat gaat op het dokterschap van zijn knappen zoon en door dien overdreven trots zijn oogappel juist hopeloos compromitteert en belachelijk maakt-, zal iets van de grootheid van Nap de la Mar hebben begrepen. Als de oude Stieglitz deed de la Mar denken aan twee der allergrootsten; in het komische aan den be roemden Duitschen acteur Max Pallenberg, in het tragische aan Louis Bouwmeester. Hij gaf spel dat absoluut op eenzelfde hoogte stond. Wie een rol zoo grandioos vermocht te spelen, moest wel een acteur van genialen aanleg zijn. Trouwens, laat ik het hier mogen zeggen, dat in de tooneelwereld, bij de confraters en confrateressen Nap de la Mar ook algemeen zóó werd beschouwd. De collega's erkenden allen in hem het oer-talent; zij rekenden Nap tot een der eersten van Nederland! En allen, die eenmaal onder zijn regie hadden, gewerkt, waren vol lof over zijn zeer bijzon dere gaven als regisseur. Dat deze groote ta lenten niet zoo tot hun reelat zijn gekomen, als men voor ons nationaal tooneel en voor Nap de la Mar zelf zou hebben gewenscht, vindt zijn oorzaak in de bohémien-natuur van dezen artist! Nap de la Mar was geen acteur om zich te voegen in het gareel van een vast gezelschap; hij was er te ongedu rig, zijn heele leven was er te ongeregeld voor. De la Mar moest steeds zijn eigen weg kunnen gaan, nu eens bij het eene gezelschap dan bij het andere, hij wilde zooveel moge lijk zijn vrijheid en het meest vond hij die nog bij het cabaret en de operette. En daarbij komt nog iets. wat Nap de la Mar zoo lang van het eigenlijke tooneel heeft afgehouden Geen enkele tooneeldirectie zou de hooge gages hebben kunnen betalen, die Nap de la Mar als komiek bij de operette verdiende. Het publiek, dat Nap als komiek wilde zien, heeft hem die richting ingedre ven en bohémien als hij was heeft hij zich best daarbij bevonden. En zoo nu en dan kon hij ook bij heb klein tooneel bewij zen men denke aan zijn kostelijken dorps- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». p«r regel. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Moeheid door warmte Hebt gU Uzelf nooit afgevraagd waar om sommigen de warmte zooveel beter kunnen verdragen dan gij? ZIJ zijn nooit afgemat en moe omdat hun zenuwen sterker Zijn. Als gij U, zells op den warmsten dag frlsch en krachtig wilt voelen, moet gij beginnen Uw zenuwen te versterken. Sanatogon zal Uw lichaam en Uw zenuwen sterk en gezond maken en zal U zelfs op den warmsten dag al Uw geestkracht en levenslust teruggeven. Sterk Uw zenuwen met; Het zenuwsterkend voedsel In «He Apoth. en Drog. venei f 1.» per bu». burgemeester in ZijnEdelachtbare wat hij als tooneelspeler beteekende. Toch was er wel degelijk nu en dan een drang in Nap de la Mar om de serieuse kunst te dienen, vooral in de laatste jaren. Ik weet uit zeer goede bron, dat de la Mar kinderlijk gelukkig was,toen M. A. de Jong hem had gekozen om den Kruik in Het Verraad te spelen en dat hij zich met heel zijn ziel aan die rol heeft gegeven. Hij heeft het als een verlossing gevoeld, dat hij den komiek kon afschudden en eindelijk aan het groote pu bliek kon laten zien, wat hij als acteur waard was. Zoowat heel Nederland heeft hem als de Kruik kunnen bewonderen en voor velen zal dat sterk geconcentreerde, sobere spel van Nap de la Mar in Het Verraad een openba ring zijn geweest. Want al bracht hij voor dezen ruwen strooper niet alles mode zijn lichaamsgebrek een verlamming van den linkerarm, die hij had overgehouden uit de val van een dak stond hem voor deze rol al in den weg toch speelde hij den Kruik met een meesterschap dat aan zijn groot waarachtig talent geen twijfel liet. Vooral in het aangrijpend gespeelde slot het too neel voor den rechter toonde hij, welk een ras-acteur hij eigenlijk was. Met een zelfde, bijna aandoenlijke vreug de heeft hij zich na den Kruik aan den Flie refluiter gewijd en hij heeft de rol van den filosofeerenden vagebond en levensgenieter vooral bij de eerste voorstellingen met ontroerende fijnheid gespeeld. Opmerkelijk was het zeker, dat Nap. de la Mar. die als komiek het type was van den artist van de oude commedia dell'arte en die in de luchtige kluchten dikwijls geen maat wist te houden en herhaaldelijk over de schreef ging, in stukken als Dokter Stieglitz en Het Verraad zich een zoo ernstig artist toonde en van een zoo groote innigheid kon zijn. Het is niet te vee! gezegd, wanneer ik hier verklaar, dat Nap. de la Mar zich zelf als artist pas in het laatst van zijn leven vol komen heeft gevonden. De eer hiervan komt toe aan Cor van der Lugt Melsert, die dezen ras-acteur evenals zijn dochter Fientje het eerst in Pygmalion tot het „groote tooneel" wist te brengen. De liefde van Nap. de la Mar ging in den laatsten tijd geheel naar het serieuse werk, zóó zeer zelfs, dat hij het financieel heel voordeelige 'voorstel van de directie van Scala te Den Haag in het begin van dit jaar om Flierefluiter in de tweede helft van de maand Januari te ver vangen door Nap., den komiek, kortweg, heeft afgeslagen. Nap de la Mar wilde zich niet meer op het oude pad laten terug dringen en hij verkoos het ernstige werk boven het lichtere genre. In Januari, toen do doktoren geen hoop meer gaven, heeft de dood Nap de la Mar gespaard. Thans is hij nog onverwachts heengegaan en zijn dood beteekent voor ons nationaal tooneel een groot verlies. Want wat dat oer-talent nog voor ons tooneel had kunnen zijn, nu hij dezen weg was ingesla gen, wie zal het kunnen zeggen! Maar la ten vooral voor Nap de la Mar zelf dankbaar wezen, dat juist de laatste jaren van zijn leven hem als kunstenaar de hoog ste voldoening hebben geschonken. J. B. SCHUIL). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. MEUBELEN Levering direct aan particulieren, echt leeren clubfauteuils Huis-^Salon-, Slaapkamermeubelen. Bedden, Dekens, enz. f40.- Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING. NED. MEUBELINDUSTRIE „NEMl". Modelkamers voor Haarlem: KONINGINNEWEG 18 C. L. F. SARLET. 45 JAAR JOURNALISTIEK. Vijf-en-veertig jaar in de journalistiek te hebben gearbeid is zeker een gedenk waardig feit. Dit zeldzame voorrecht valt den heer C. L. Sarlet, verbonden aan de Stads-Editie van de Oprechte Haarlemsche Cou rant, a.s. Zaterdag ten deel. Er heeft zich een Eere-comité en een Huldigings comité gevormd om aan deze feestvie ring luister bij te zetten. In het Eere-comité hebben zitting geno men de heeren: C. Maarschalk, Eere-voorzitter, Burgemees ter van Haarlem; Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, oud-Burgemeester van Haarlem, oud-lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Edo J. Bergsma, voorzit ter A.N.WB., Burgemeester van Enschedé, Mr. J. Enschedé, lid der firma Joh. Enschedé en Zonen; Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, wethouder van Haarlem, lid der Eerste Kamer van de Sta- ten-Generaal; Jhr. Mr. D. E. van Lennep, oud-Burgemeester van Heemstede; R. G. Rij kens, Burgemeester van Velsen; Mr. A. J. van Waveren, oud-Hoofdredacteur van de „Oprechte Haarlemsche Courant". De heer E. H. Krelage, die voor een zaken reis buiten ons land vertoefde, zond uit Chi cago zelfs telegrafisch de mededeeling, dat hij bereid was tot het Eere-comité toe te treden. In het Huldigingscomité hebben zitting de heeren: C. ten Boom, voorzitter Middenstandscen trale: J. L. Bouwer, voorzitter afdeeling Haarlem Kon. Maatschappij t. b. van Tuin bouw en Plantkunde; mevr. C. van Braam I-ïouckgeest-v. Dobben, secretaresse afdeeling Haarlem Volksbond tegen Drankmisbruik; H. W. J. Dicke, secretaris Z.-H. IJsbond; H. M. E. van Dobben, particulier; D. Hans, voorzit ter Ned. Journalistenkring; J. H. Kersten, voorz. afd. Haarlem Alg. Ver. Bloembollen cultuur; Abr. Meijer, particulier; J. H. van Oosten, voorzitter Haarlemsche Journalisten Kring: Rob. Peereboom, hoofdredacteur Haarlem's Dagblad; F. H. Smit, vice-voorzit ter Middenstandscentrale; P. J. van Tetering, secretaris Middenstandscentrale; S. Th. Min- nema, voorzitter IJsbond Holland's Noorder kwartier; Dr. J. Timmer, voorzitter Sociëteit „Vereeniging" H. E. Wagenaar Reisiger, Uit gever; E. H. Tenckinck, Commissaris van Po litie, Kleverparkweg 46, Haarlem, penning meester. Aanvankelijk was de heer Sarlet werk zaam ter gemeente-secretarie van De Rijp, waar de liefde voor de journalistiek bij hem rijpte en hij de eerste gelegenheid aapgreep om zich. daar met geheel zijn hart aan te wijden. Hij kwam in 1390 in dienst van de firma Enschedé en Zn. Zijn eerste verslag in de Op rechte Haarlemsche Courant is in den loop der jaren door vele andere gevolgd in dat zelfde blad en in het Bijblad voor Haarlem en Omstreken (later Stads-Editie). Alle muntten uit door nauwkeurigheid en juist heid, want collega Sarlet is een nauwgezet man. die zorg aan zijn werk besteedt. Zijn geheele journalistieke arbeid ligt in Haarlem, want slechts enkele jaren was hij buiten onze stad gevestigd toen hij optrad als hoofdredacteur van de Weesper-Courant, de Diemer-Courant en de Meerkring. In welk groot aanzien de heer Sarlet in Haarlem stond, welke goede persoonlijke hoedanighe den hem immer sierden en hoeveel vrienden hij zich daardoor verworven had bleek wel toen hij in Haarlem terugkeerde en daar weer met vreugde door zijn oude vrienden werd ontvangen. De heer Sarlet is te Haarlem ook bekend door zijn werkzaamheid op vereenigingsge- bied. Vooral de sport en het algemeen so ciale vereenigingswerk trokken hem aan. Hij was o.m. lid der commissie voor de kinder feesten van „Koninginnedag" en werd later secretaris van het hoofdbestuur van „Ko ninginnedag", welke functie hij tot 1922 be kleedde. De afdeeling Haarlem van den Volksbond tegen Drankmisbruik koos hem in haar bestuur, en nadat hij uit Weesp in Haarlem terugkeerde, werd hij opnieuw daar van bestuurslid. In tal van andere besturen te veel om op te noemen had de heer Sarlet zitting. Vele jaren was hij consul van den A.N.WB. Wij vermelden nog zijn secre tariaat van den IJsbond Holland's Noorder kwartier. Wel opmerkelijk is. dat de heer Sarlet, naast zijn journalistieke werkzaam heid, nog den tijd kon vinden zich aan zoo veel vereenigingen te geven. En hij deed dat op voortreffelijke wijze. Van 3 tot 4 uur Zaterdagmiddag wordt re ceptie gehouden in Hotel Lion d'Or, Kruis weg 36. HET POLITIE MUZIEK- CONCOURS. PROGRAMMA VOOR ZATERDAG EN ZONDAG. Het programma voor het concert, te geven door de muziekvereenigmg Kunstkring, di- resteur de heer P. Wit Jr., van Spaarndara op a.s. Zaterdagavond 8 uur in den tuin van het Brongebouw, luidt als volgt. 1. Stars and Stripes for ever, Sousa. 2. Heimkehr aus dr Fremde, Mendelsohn. 3. Alcee, F. Rogister. 4. Wein, Weib und Gesang, Strauss. Pauze. 5. Cortège Etineclante, Popy. 6. Antigone, Rosseau. 7. Ouverture Symphonique, Vlessing. 8. Moll Dur Marsch, Peter Wit Jr. Na afloop van het concert is er van 10 tot 12 groot bal champêtre. Zondag 6 Juli 1930. 11 uur is er weer een officieele ontvangst der deelnemende corpsen in het Bronge bouw. 12 uur. Marschwedstrijd op de Dreef. Deelnemende Corpsen zijn: 1. Knapencorps Jong Excelsior, Amsterdam. 2. Helderts fanf. corps, Helder. 3. De Harmonie, Amsterdam-Noord. 4 Kunst na Arbeid Hoorn. 5. Muziekgez. van Twijnstra's Oliefabriek, Maarssen. 6. St. Caecilia, Voorburg. 7. Knapencorps Nieuwendammerham, Am sterdam. 8. Harmoniecorps Tuindorp, Amsterdam. 9. Kunstkring Haarlem-Noord. 10. St. Caecilia, Alkmaar. 11. Kunstgenot, Amsterdam. 12. Lourens Coster, Haarlem. Totaal 12 vereenigingen. 1 uur aanvang Concertwedstrijd. Hieraan nemen 16 vereenigingen deel. Derde afdeeling harmonie, derde af deeling fanfare 4. Ie afdeeling harmonie 4, Uit muntendheid fanfare 3, eereafdeeling fanfare 1, eere-afdeeling harmonie 3. 's Avonds is er nog een eerewedstrijd voor le prijswinnaars. (Ree'ds ih een 'deel van 3e" vorige oplage opgenomen.) NOODWEER IN DUITSCHLAND. JUGENHEIM. 3 Juli (WolffbureauV. Woensdagmiddag heeft hier een hevig on weer gewoed. De stad werd geteisterd door hagelstormen, gevolgd door hevige regen buien, zoodat de gewassen verwoest en de straten in woedende stroomen herschapen werden. Op sommige plaatsen stond het wa ter twee meter hoog. De bewoners vluchtten naar de daken hunner huizen; sommigen konden zich ternauwernood redden. De scha de is nog niet te overzien. Het betreft hier hoofdzakelijk boeren, die niet verzekerd zijn. Te Kochem a. d. Moezel woedde ook een hevig onweder. Een boer had daar met twee zoons en de bruid van«één hunner een schuil plaats onder een boom gezocht. Zij werden allen door den bliksem getroffen. Drie hun ner werden gedood. Alleen de jongste zoon werd licht gewond. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Verven Stoomen Stoppage Hoeden vormen Groote Houtstraat 5a V'H ll.li.üi^Uil):iIliiliUl!UultUlüi!li.l.!l!lUu!>li!I.'ilMliilltiLtiiii)L'h!l)ill:.iil!lll|li|iitltliM!ltl!!!!lii!l!l!lIi<iiAil!>liJillll FEUILLETON HET «RAADSEL VAN DE DACIA door G. FANSTINGI» 41) Toen stelde Gerry twee van de meisjes op het voorschip op. „Jullie moeten erop letten, of wij schepen tegenkomen. Wanneer Jullie lichten zien, die ons naderen, moet Ludmiila blijven staan en Anna bij mij of Piroska komen om het ons mede te deelen". Gerry verdween in het voorschip. Voor zlchtig sloop ze naar de groote kajuit van de bemanning. Daar sliepen tien man. De berekening klopte. Het schip had een be manning van zestien koppen en vier offi eieren, den kapitein, den eersten en twee den. stuurman en den machinist. Deze hadden hun eigen kajuiten op het achterschip. Vier man waren in de machine kamer en twee man plus de tweede stuur man lagen gebonden in het achterschip. Gerry schroefde haastig alle patrijspoor ten dicht, haalde daarna een korten cylinder met een koord eraan voor den dag. trok 't koord er af en liep naar buiten. Ze sloot de deur af. Binnen werd de ruimte spoedig met 'n wltbrulnen rook gevuld. Ze hoorde stemgemompel, wankelende schreaen, iemand tuimelde tegen de deur. probeerde haar open te duwen, maar viel neer. Toen trad stilte in. Gerry knikte bevredigend en ging naar Piroska. Alles is tot nu toe naar wensch gegaan. De' bemanning slaap<t. In de machinekamer werken nog vier man en boven zijn alleen nog Mendez en de machinist, tenzij deze mis- schiien toevallig in de machinekamer is. Kom. we zullen nu het stuur midscheeps vastbinden. Het schip zal wel een beetje afdrijven, maar dat doet er niets toe. Wij moeten ons nu met de overige mannen op het schip bezig houden. „Als je blieft, laat Mendez aan (mij over. Ik heb met hem nog een rekening te ver effenen. Hij heeft me geslagen. De jongen en het meisje butoyeei'den el kaar als twee kameraden. „Neen, lieve Piroska. Mendez heb ik dringend in Londen noodig. En zoo onbe schadigd mogelijk". „En daarna?" „Daarna wordt hij aan het gerecht over geleverd". Piroska klemde haar lippen op elkaar, maar schikte zich. Voorzichtig keken ze in de machinekamer. Daar waren vier man, dus de machinist sliep boven. Rustig werkte de machine en de vier mannen wierpen kolen in het vuur. Op het oogenblik, dat de beide meisjes naar beneden keken, ging achter hen een deur open. De machinist was wakker ge worden en wilde beneden eens een kijkje gaan nemen. Daar zag hij de twee scha duwachtige gestalten. „Hei, wat moet dat Het waren zijn laatste woorden. In de zelfde seconde draaiden Gerry en Piroska zich bliksemsnel om. Piroska's schot knalde en de man tuimelde voorover. Gerry's hand was juist te laat. om de revolver weg te slaan en Piroska was werkelijk een goed schutter. Een seconde overlegde Gerry. „Mendez zal dadelijk le voorschijn komen Laat niemand uit de machinekamer. Nu wordt het pas ernst. Maar slechts in de knieën schieten!" Daar vloog de deur van Mendez' hut open. Half gekleed sprong hij te voorschijn. In zijn rechterhand hield hij een revolver. „Wie heeft hier geschoten?" De slag. dien Gerry hem met haar gum mislang toebracht trof zijn rechterarm. De revolver vloog uit zijn hand. De man brulde en sprong op Gerry toe. Deze dook opzij. Achter hen knalde een schot van Piroska. Een slag op Mendez' linkerarm volgde. En wederom schoot Piroska. En slag op slag viel de gummislang op Mendez neer. Wilde ze hem niet op het hoofd treffen, of gelukte het haar niet? Blmd van woede greep hij toe. Maar hij greep steeds weer in ijle lucht. Gerry was op haar hoede. In de handen van dezen reus zou ze machteloos geweest zijn. En onbarmhartig vielen de slagen van de gummislang neer. Mendez brulde. Toenonverwachts raakte Gerry's voet in een touw verward, dat op den grond lag en ze viel achterover. Nog in haar val draaide ze zich op haar zijde. Maar.Mendoz had haar gegrepen. De man was ontzettend sterk. Gerry wierp zich om en kronkelde zich als een slang, maar ae groote handen lieten haar niet los. Een oogenblik lang greep de angst Gerry ln het hart. Toen voelde ze dat zijn greep iets verzwakte en in een seconde had ze zich losgerukt. De gummislang had ze verloren. Dus hief ze de revolver omhoog en liet haar met alle kracht op Mendez' hoofd neersuizen. Mendez viel neer als een gevelde boom. Zij echter zette zich op een hoop touw neer. Ze moest 'n oogenblik uitrusten. Maar snel gaarde ze haar krachten weer bijeen. Voor Mendez had ze een paar handboeien ge reserveerd. Die deed ze hem om en riep Josephine, die nog steeds op het achterschip wachtte. Tezamen bonden zc Mendez' bee- nen. Toen snelde zc naar Piroska. „Mijn eerste schot was een waarschuwing. Mijn tweede schot raakte een knie. Eén van zijn makkers is juist bezig hem te verbinden. De twee anderen stoken verder". Gerry riep in het Spaansch naar beneden: „Stook zoo hard je kunt. De machine moet met volle kracht doordraaien!" Toen zei ze tot Piroska: „Blijf hier en bewaak de machinekamer". Ze boog zich over den machinist en onder zocht hem. Piroska's kogel was hem juist tusschen de oogen in het hoofd gedrongen. Josephine hielp haar den doode naar het achterschip te brengen. Toen begaven ze zich naar den uitkijk post. „Het schip is in onze macht. Het is nu halftwee. Over anderhalf uur komt ons een motorjacht tegemoet met een nieuwe be manning. Tot dien tijd is echter nog een massa te doen. Anna blijft nu alleen op den uitkijk. Ludmiila en Josephine zoeken alle touwen bijeen, die ze vinden kunnen en brengen ze bij het valluik dat naar de kajuit van de manschappen voert. Ik ga naar be neden om te luchten". Ze bond een natten zakdoek voor mond en neus en opende alk toegeschroefde pa trijspoorten en de deur van de kajuit. Spoe dig was het gas vervlogen en de drie meisjes knevelden den éénen man na den ander. In een half uur waren ze daarmee gereed. H^. was werkelijk hoog tijd geweest, want eenige van de mannen begonnen juist bij te komen. Gerry liet een van do meisjes achter om te verhinderen, dat ze elkaar met hun tan den van de touwen bevrijdden. Zij zeif ging naar haar hut en waschte zich. Toen ging ze naar Mendez toe. Wilde woede brandde in zijn oogen. Op eens zag hij haar. Hij staarde haar aan. ..Die kleine slet, die door Rodriguez gis teren aan boord gebracht werd! Nu, dien hond zai ik het betaald zetten". Pehendig ontweek Gerry den schop van zijn tezamen gebonden voeten, bukte zich en onderzocht zijn boeien. Ze zaten stevig vast. Toen kreeg ze een ingeving. Ze tastie met haar vingers over zijn hoofd. Haar pistool had hem aan den linkerkant getroffen. Daar had hij een geweldige buil. Maar er was nog een tweede aan den rechterkant. Ze ver wonderde zich er over, maar Mendez stoor de haar gedachten door zijn scheldwoorden. Hij gebruikte zulk een grove taal, dat het Gerry op haar zenuwen werkte. „Indien je niet zwijgt, Mendez, krijg je een prop in je mond". Mendez was zoo onverstandig niet te zwe gen. Gerry greep een lap, die in de nabijheid lag, rolde hem ineen en toen Mendez zijn mond weer tot spreken opende, duwde ze hem in de opening en bond een tweede lap erover heen om hem daar vast te maken. Mendert oogen puilden bijna uit hun kas sen. Toen rook Gerry het ook en ze bracht haar handen naar haar neus. „Ajakkes! De doek om de petroleumlam pen te poetsen". Ze liep naar haar hut en waschte nog eens haar handen. Toen nam ze haar electrlsche zaklantaarn en begaf zich naar het achterschip. Ze wilde zien, of de gevangenen zich niet losgewerkt hadden. Midden onder het loopen bleef ze opeens als vastgenageld staan. Wat was daar ginds gebeurd? Daar, waar het lijk van den machinist gelegen had, lag nu.... niets. Ze kwam voorzichtig naderbij. Jaleeg! Ze ging op den rand van het valluik zit ten en dacht na. Dat de man dood geweest was, daaraan was geen twijfel, en toch was hij nu verdwenen. Ze wist zeker, dat ge«n van de meisjes in dien tusschentljd hier ach ter geweest, was. Toen viel de oplossing haar in. Maar ze behield haar voor zich. .(Wordt vervolgd.);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6