sanatocen
Ife/lAadeé
Coöperatief inkoopen*
isiBmi
J. Lottgering
GERRY RICKEBERG
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 4 JULI 1930
.De inkoopcoöperatie voor den
middenstander. De positie
van den grossier. Samen
werking tusschen grossier en
zelfstandigen kleinhandelaar-
Het coöperatief inkoopen door midden
standers is een der middelen, hetwelk o.m,
wordt aanbevolen aan den zelfstandigen
detalllistenstand in zijn strijd tegen het
■warenhuis of het filialcnbedrijf. Over de
vóór- en nadeelen aan dit gezamenlijk in
koopen verbonden, wil ik het ditmaal niet
hebben, maar slechts de aandacht vestigen
op een polemiek, welke dezer dagen is ge
voerd tusschen de voorstanders der winke-
liersinkoopvereenigingen eenerzijds en de
grossiersorganlsaties anderszljrfs. De vraag
waarbij het daarbij in hoofdzaak gaat is deze
kunnen de winkeliersinkoopvereenigingen hun
bedrijf gunstiger cxploiteeren dan de gros
siers? Zonder meer is deze vraag niet te be
antwoorden en zelfs wanneer men aanneemt,
dat de leden der wlnkellersinkoopvereeniging
direct betalen en dus geen c red iet mogen
verlangen terwijl zij hun bestellingen recht
streeks doen en dus geen relzigersbezoek
verlangen dan nog zijn er factoren, welke
een vergelijking moeilijk maken. Want be
halve deze twee punten t-w. a directe betaling
door de winkeliers cn b. geen reizigersbezoek,
zijn er, volgens de grossiers, nog een tweetal
punten, welke bij een juiste beoordeeling niet
uit het oog verloren mogen worden. Het be
treft hier: c het afhalen van kleinere be^
stellingen en d. het in achtnemen van een
zekere regelmaat bij het aan huis bezorgen
der zwaardere artikelen. Inderdaad, de onder
a, b, c, en d genoemde diensten vormen te
zamen als het ware de „good-will" van den
grossier.
Deze toch bewijst de zoo juist genoemde
diensten. Ja. men mag zeggen, hij zou daarvan
vrij zijn indien de winkelier hem (den gros
sier) dezelfde faciliteiten toestond, welke de
■winkelier gewoonlijk aan zijn winkeliersin-
koopvereeniging verleent. Wanneer men al
deze factoren in aanmerking neemt, is het
de vraag of de winkelier via zijn inkoopver*
eeniging voordeeliger koopt, dan via den gros=
sier. Persoonlijk meen ik, dat het uiterst twij
felachtig is of de voordeelen van het coöpe
ratief Inkoopen wel de aanleiding mogen zijn
om den grossier uit te schakelen. Neemt men
alle factoren in aanmerking, dan zie ik den
grooten voorsprong verbonden aan de eerste
wijze van inkoopen niet en ik denk dan ook
dat een groot gedeelte der grossiers gaarne
wil leveren aan den winkelier voor dezelfde
prijzen als de inkoopcoöperatie dat idoet,
mits de onder a, h, c, en d genoemde voor
waarden door de winkeliers in acht worden
genomen. Daar komt trouwens nog iets bij.
De practijk heeft m.i. wel bewezen, dat men
met 't organiseeren eener middenstanders-in.
koopcooperatie uiterst voorzichtig moet zijn.
De Nederlander is niet erg „coöperatief"
aangelegd en de middenstander zeker niet.
De inkoop-coöperatie, voor zoover ik die in
het middenstandsleven heb medegemaakt,
slaagt wel eens, maar dikwijls zijn daar bij
zondere redenen voor aanwezig.
Een andere vraag is deze: is er geen ander
middel van afweer voor den zelfstandigen
winkelstand tegen het groot-winkelbedrijf
dan de eigen-inkoopcoöperatie? Het is vol=
komen begrijpelijk dat het zoeken van der
gelijke middelen gekomen is van grossiers
zijde. Immers, hoe overtuigd men misschien
ook kan aantoonen, dat in den strijd van den
zelfstandigen winkelstand tegen het groot,
winkelbedrijf de uitschakeling van den gros.
sier, door heil te zoeken bij de winkeliers-
inkoopcoöperatie, niet het afdoende middel
is, toch valt niet te ontkennen, dat deze
vorm van coöperatie zich uitbreidt. En dat be-
teekent: een meerdere of mindere achteruit
zetting van den grossier. Zoo is het dan ook
duidelijk, dat de twee bedreigde partijen
elkander zoeken: de een (zelfstandige win
kelier) die zwaar belaagd wordt door het
groot-winkelbedrijf, de andere (de grossier)
die den zelfstandigen winkelier zich ziet wen
den tot de inkoop-coöperatie.
Hoe komt die samenwerking tot stand?
Op tweeërlei wijze; beide zijn evenwel ge
baseerd op een elkander willen steunen van
grossier en detaillist.
De eerste vorm komt hierop neer: de zelf-
standige winkelier krijgt van den grossier zijn
goederen op eenzelfde basis als de winkels
van het massa-filiaalbedrijf; deze ontvangen
van de groothandels-afdeeling van dit be
drijf. Doch en daarop komt het natuurlijk
in hoofdzaak aan de zelfstandige win.
keiiers, die op deze wijze met den grossier
willen samenwerken verplichten zich om hun
goederen, welke zij afnemen direct te be
talen en zelf te doen afhalen aan het maga
zijn van den grossier. In de Vereenigde Sta
ten Yan Noord-Amerika heeft men een derge
lijke samenwerking in het koloniale-waren-
bedrijf.
De tweede vorm draagt den naam van
„vrijwIllig-filiaaLsysteem". Het komt hierop
neer, dat zoo nauwkeurig mogelijk wordt na
gebootst het gewone massa.filiaalbedrijf. De
winkels daarbij aangesloten zijn gewoonlijk
gelijk geverfd, voeren een gelijksoortig em
bleem en treden voor het koopende pubilek op
als een eenheid. In de te maken reclame
kosten betalen de winkeliers mede naar een
zekere schaal, er worden reclameweken ge
arrangeerd evenals bij de gewone filiaal
bedrijven enz.
Deze wijze van samenwerken werkt na.
tuurlijk voordeeliger, naarmate het contact
tusschen grossier en winkeliers beter geregeld
is. De stoot tot een dergelijke samenwerking
gaat gewoonlijk uit van den grossier. Op zich
zelf is dit volkomen verklaarbaar, omdat juist
de grossier de eerst-belanghebbende is.
Het is zeker van belang de gevolgen van
een dergelijke samenwerking nauwkeurig te
bestudeeren. Misschien worden daardoor nog
zeer belangrijke perspectieven geopend.
MOLLERUS.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
NAP DE LA MAR. T
Nap de la Mar is gisteren, oud 52 jaar,
gestorven.
Met Nap de la Mar is een acteur van wer
kelijk genialen aanleg heengegaan. Zij, die de
la Mar enkel kenden als „komiek" zullen zich
misschien lichtelijk over deze uitspraak ver
wonderen, maar een ieder, die hem eenige ja
ren geleden gezien heeft Ln de rol van Stieg-
litz, het oude joodje, dat zoo prat gaat op
het dokterschap van zijn knappen zoon en
door dien overdreven trots zijn oogappel juist
hopeloos compromitteert en belachelijk
maakt-, zal iets van de grootheid van Nap
de la Mar hebben begrepen. Als de oude
Stieglitz deed de la Mar denken aan twee der
allergrootsten; in het komische aan den be
roemden Duitschen acteur Max Pallenberg, in
het tragische aan Louis Bouwmeester. Hij
gaf spel dat absoluut op eenzelfde hoogte
stond. Wie een rol zoo grandioos vermocht te
spelen, moest wel een acteur van genialen
aanleg zijn.
Trouwens, laat ik het hier mogen zeggen,
dat in de tooneelwereld, bij de confraters en
confrateressen Nap de la Mar ook algemeen
zóó werd beschouwd. De collega's erkenden
allen in hem het oer-talent; zij rekenden
Nap tot een der eersten van Nederland! En
allen, die eenmaal onder zijn regie hadden,
gewerkt, waren vol lof over zijn zeer bijzon
dere gaven als regisseur. Dat deze groote ta
lenten niet zoo tot hun reelat zijn gekomen,
als men voor ons nationaal tooneel en voor
Nap de la Mar zelf zou hebben gewenscht,
vindt zijn oorzaak in de bohémien-natuur
van dezen artist! Nap de la Mar was geen
acteur om zich te voegen in het gareel van
een vast gezelschap; hij was er te ongedu
rig, zijn heele leven was er te ongeregeld
voor. De la Mar moest steeds zijn eigen weg
kunnen gaan, nu eens bij het eene gezelschap
dan bij het andere, hij wilde zooveel moge
lijk zijn vrijheid en het meest vond hij die
nog bij het cabaret en de operette.
En daarbij komt nog iets. wat Nap de la
Mar zoo lang van het eigenlijke tooneel heeft
afgehouden Geen enkele tooneeldirectie zou
de hooge gages hebben kunnen betalen, die
Nap de la Mar als komiek bij de operette
verdiende. Het publiek, dat Nap als komiek
wilde zien, heeft hem die richting ingedre
ven en bohémien als hij was heeft hij
zich best daarbij bevonden. En zoo nu en
dan kon hij ook bij heb klein tooneel bewij
zen men denke aan zijn kostelijken dorps-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». p«r regel.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Moeheid
door warmte
Hebt gU Uzelf nooit afgevraagd waar
om sommigen de warmte zooveel
beter kunnen verdragen dan gij?
ZIJ zijn nooit afgemat en moe omdat
hun zenuwen sterker Zijn. Als gij U,
zells op den warmsten dag frlsch en
krachtig wilt voelen, moet gij beginnen
Uw zenuwen te versterken. Sanatogon
zal Uw lichaam en Uw zenuwen sterk
en gezond maken en zal U zelfs op
den warmsten dag al Uw geestkracht
en levenslust teruggeven.
Sterk Uw zenuwen met;
Het zenuwsterkend voedsel
In «He Apoth. en Drog. venei f 1.» per bu».
burgemeester in ZijnEdelachtbare wat hij
als tooneelspeler beteekende.
Toch was er wel degelijk nu en dan een
drang in Nap de la Mar om de serieuse
kunst te dienen, vooral in de laatste jaren.
Ik weet uit zeer goede bron, dat de la Mar
kinderlijk gelukkig was,toen M. A. de Jong hem
had gekozen om den Kruik in Het Verraad
te spelen en dat hij zich met heel zijn ziel aan
die rol heeft gegeven. Hij heeft het als een
verlossing gevoeld, dat hij den komiek kon
afschudden en eindelijk aan het groote pu
bliek kon laten zien, wat hij als acteur waard
was. Zoowat heel Nederland heeft hem als de
Kruik kunnen bewonderen en voor velen zal
dat sterk geconcentreerde, sobere spel van
Nap de la Mar in Het Verraad een openba
ring zijn geweest. Want al bracht hij voor
dezen ruwen strooper niet alles mode zijn
lichaamsgebrek een verlamming van den
linkerarm, die hij had overgehouden uit de
val van een dak stond hem voor deze rol
al in den weg toch speelde hij den Kruik
met een meesterschap dat aan zijn groot
waarachtig talent geen twijfel liet. Vooral
in het aangrijpend gespeelde slot het too
neel voor den rechter toonde hij, welk een
ras-acteur hij eigenlijk was.
Met een zelfde, bijna aandoenlijke vreug
de heeft hij zich na den Kruik aan den Flie
refluiter gewijd en hij heeft de rol van den
filosofeerenden vagebond en levensgenieter
vooral bij de eerste voorstellingen met
ontroerende fijnheid gespeeld.
Opmerkelijk was het zeker, dat Nap. de la
Mar. die als komiek het type was van den
artist van de oude commedia dell'arte en die
in de luchtige kluchten dikwijls geen maat
wist te houden en herhaaldelijk over de
schreef ging, in stukken als Dokter Stieglitz
en Het Verraad zich een zoo ernstig artist
toonde en van een zoo groote innigheid kon
zijn.
Het is niet te vee! gezegd, wanneer ik hier
verklaar, dat Nap. de la Mar zich zelf als
artist pas in het laatst van zijn leven vol
komen heeft gevonden. De eer hiervan komt
toe aan Cor van der Lugt Melsert, die dezen
ras-acteur evenals zijn dochter Fientje
het eerst in Pygmalion tot het „groote
tooneel" wist te brengen. De liefde van Nap.
de la Mar ging in den laatsten tijd geheel
naar het serieuse werk, zóó zeer zelfs, dat
hij het financieel heel voordeelige 'voorstel
van de directie van Scala te Den Haag in
het begin van dit jaar om Flierefluiter in de
tweede helft van de maand Januari te ver
vangen door Nap., den komiek, kortweg,
heeft afgeslagen. Nap de la Mar wilde zich
niet meer op het oude pad laten terug
dringen en hij verkoos het ernstige werk
boven het lichtere genre.
In Januari, toen do doktoren geen hoop
meer gaven, heeft de dood Nap de la Mar
gespaard. Thans is hij nog onverwachts
heengegaan en zijn dood beteekent voor ons
nationaal tooneel een groot verlies. Want
wat dat oer-talent nog voor ons tooneel had
kunnen zijn, nu hij dezen weg was ingesla
gen, wie zal het kunnen zeggen! Maar la
ten vooral voor Nap de la Mar zelf
dankbaar wezen, dat juist de laatste jaren
van zijn leven hem als kunstenaar de hoog
ste voldoening hebben geschonken.
J. B. SCHUIL).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
MEUBELEN
Levering direct aan particulieren, echt leeren clubfauteuils
Huis-^Salon-, Slaapkamermeubelen. Bedden, Dekens, enz.
f40.-
Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING.
NED. MEUBELINDUSTRIE „NEMl". Modelkamers voor Haarlem: KONINGINNEWEG 18
C. L. F. SARLET.
45 JAAR JOURNALISTIEK.
Vijf-en-veertig jaar
in de journalistiek
te hebben gearbeid
is zeker een gedenk
waardig feit. Dit
zeldzame voorrecht
valt den heer C. L.
Sarlet, verbonden
aan de Stads-Editie
van de Oprechte
Haarlemsche Cou
rant, a.s. Zaterdag
ten deel. Er heeft
zich een Eere-comité
en een Huldigings
comité gevormd om
aan deze feestvie
ring luister bij te zetten.
In het Eere-comité hebben zitting geno
men de heeren:
C. Maarschalk, Eere-voorzitter, Burgemees
ter van Haarlem; Jhr. Mr. J. W. G. Boreel
van Hogelanden, oud-Burgemeester van
Haarlem, oud-lid van Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland; Edo J. Bergsma, voorzit
ter A.N.WB., Burgemeester van Enschedé,
Mr. J. Enschedé, lid der firma
Joh. Enschedé en Zonen; Mr. J. N.
J. E. Heerkens Thijssen, wethouder van
Haarlem, lid der Eerste Kamer van de Sta-
ten-Generaal; Jhr. Mr. D. E. van Lennep,
oud-Burgemeester van Heemstede; R. G.
Rij kens, Burgemeester van Velsen; Mr. A. J.
van Waveren, oud-Hoofdredacteur van de
„Oprechte Haarlemsche Courant".
De heer E. H. Krelage, die voor een zaken
reis buiten ons land vertoefde, zond uit Chi
cago zelfs telegrafisch de mededeeling, dat
hij bereid was tot het Eere-comité toe te
treden.
In het Huldigingscomité hebben zitting de
heeren:
C. ten Boom, voorzitter Middenstandscen
trale: J. L. Bouwer, voorzitter afdeeling
Haarlem Kon. Maatschappij t. b. van Tuin
bouw en Plantkunde; mevr. C. van Braam
I-ïouckgeest-v. Dobben, secretaresse afdeeling
Haarlem Volksbond tegen Drankmisbruik; H.
W. J. Dicke, secretaris Z.-H. IJsbond; H. M.
E. van Dobben, particulier; D. Hans, voorzit
ter Ned. Journalistenkring; J. H. Kersten,
voorz. afd. Haarlem Alg. Ver. Bloembollen
cultuur; Abr. Meijer, particulier; J. H. van
Oosten, voorzitter Haarlemsche Journalisten
Kring: Rob. Peereboom, hoofdredacteur
Haarlem's Dagblad; F. H. Smit, vice-voorzit
ter Middenstandscentrale; P. J. van Tetering,
secretaris Middenstandscentrale; S. Th. Min-
nema, voorzitter IJsbond Holland's Noorder
kwartier; Dr. J. Timmer, voorzitter Sociëteit
„Vereeniging" H. E. Wagenaar Reisiger, Uit
gever; E. H. Tenckinck, Commissaris van Po
litie, Kleverparkweg 46, Haarlem, penning
meester.
Aanvankelijk was de heer Sarlet werk
zaam ter gemeente-secretarie van De Rijp,
waar de liefde voor de journalistiek bij hem
rijpte en hij de eerste gelegenheid aapgreep
om zich. daar met geheel zijn hart aan te
wijden.
Hij kwam in 1390 in dienst van de firma
Enschedé en Zn. Zijn eerste verslag in de Op
rechte Haarlemsche Courant is in den loop
der jaren door vele andere gevolgd in dat
zelfde blad en in het Bijblad voor Haarlem
en Omstreken (later Stads-Editie). Alle
muntten uit door nauwkeurigheid en juist
heid, want collega Sarlet is een nauwgezet
man. die zorg aan zijn werk besteedt.
Zijn geheele journalistieke arbeid ligt in
Haarlem, want slechts enkele jaren was hij
buiten onze stad gevestigd toen hij optrad
als hoofdredacteur van de Weesper-Courant,
de Diemer-Courant en de Meerkring. In welk
groot aanzien de heer Sarlet in Haarlem
stond, welke goede persoonlijke hoedanighe
den hem immer sierden en hoeveel vrienden
hij zich daardoor verworven had bleek wel
toen hij in Haarlem terugkeerde en daar weer
met vreugde door zijn oude vrienden werd
ontvangen.
De heer Sarlet is te Haarlem ook bekend
door zijn werkzaamheid op vereenigingsge-
bied. Vooral de sport en het algemeen so
ciale vereenigingswerk trokken hem aan. Hij
was o.m. lid der commissie voor de kinder
feesten van „Koninginnedag" en werd later
secretaris van het hoofdbestuur van „Ko
ninginnedag", welke functie hij tot 1922 be
kleedde. De afdeeling Haarlem van den
Volksbond tegen Drankmisbruik koos hem in
haar bestuur, en nadat hij uit Weesp in
Haarlem terugkeerde, werd hij opnieuw daar
van bestuurslid. In tal van andere besturen
te veel om op te noemen had de heer
Sarlet zitting. Vele jaren was hij consul van
den A.N.WB. Wij vermelden nog zijn secre
tariaat van den IJsbond Holland's Noorder
kwartier. Wel opmerkelijk is. dat de heer
Sarlet, naast zijn journalistieke werkzaam
heid, nog den tijd kon vinden zich aan zoo
veel vereenigingen te geven. En hij deed dat
op voortreffelijke wijze.
Van 3 tot 4 uur Zaterdagmiddag wordt re
ceptie gehouden in Hotel Lion d'Or, Kruis
weg 36.
HET POLITIE MUZIEK-
CONCOURS.
PROGRAMMA VOOR ZATERDAG EN
ZONDAG.
Het programma voor het concert, te geven
door de muziekvereenigmg Kunstkring, di-
resteur de heer P. Wit Jr., van Spaarndara
op a.s. Zaterdagavond 8 uur in den tuin van
het Brongebouw, luidt als volgt.
1. Stars and Stripes for ever, Sousa.
2. Heimkehr aus dr Fremde, Mendelsohn.
3. Alcee, F. Rogister.
4. Wein, Weib und Gesang, Strauss.
Pauze.
5. Cortège Etineclante, Popy.
6. Antigone, Rosseau.
7. Ouverture Symphonique, Vlessing.
8. Moll Dur Marsch, Peter Wit Jr.
Na afloop van het concert is er van 10 tot
12 groot bal champêtre.
Zondag 6 Juli 1930.
11 uur is er weer een officieele ontvangst
der deelnemende corpsen in het Bronge
bouw.
12 uur. Marschwedstrijd op de Dreef.
Deelnemende Corpsen zijn:
1. Knapencorps Jong Excelsior, Amsterdam.
2. Helderts fanf. corps, Helder.
3. De Harmonie, Amsterdam-Noord.
4 Kunst na Arbeid Hoorn.
5. Muziekgez. van Twijnstra's Oliefabriek,
Maarssen.
6. St. Caecilia, Voorburg.
7. Knapencorps Nieuwendammerham, Am
sterdam.
8. Harmoniecorps Tuindorp, Amsterdam.
9. Kunstkring Haarlem-Noord.
10. St. Caecilia, Alkmaar.
11. Kunstgenot, Amsterdam.
12. Lourens Coster, Haarlem.
Totaal 12 vereenigingen.
1 uur aanvang Concertwedstrijd. Hieraan
nemen 16 vereenigingen deel.
Derde afdeeling harmonie, derde af deeling
fanfare 4. Ie afdeeling harmonie 4, Uit
muntendheid fanfare 3, eereafdeeling fanfare
1, eere-afdeeling harmonie 3.
's Avonds is er nog een eerewedstrijd voor
le prijswinnaars.
(Ree'ds ih een 'deel van 3e" vorige oplage
opgenomen.)
NOODWEER IN DUITSCHLAND.
JUGENHEIM. 3 Juli (WolffbureauV.
Woensdagmiddag heeft hier een hevig on
weer gewoed. De stad werd geteisterd door
hagelstormen, gevolgd door hevige regen
buien, zoodat de gewassen verwoest en de
straten in woedende stroomen herschapen
werden. Op sommige plaatsen stond het wa
ter twee meter hoog. De bewoners vluchtten
naar de daken hunner huizen; sommigen
konden zich ternauwernood redden. De scha
de is nog niet te overzien. Het betreft hier
hoofdzakelijk boeren, die niet verzekerd zijn.
Te Kochem a. d. Moezel woedde ook een
hevig onweder. Een boer had daar met twee
zoons en de bruid van«één hunner een schuil
plaats onder een boom gezocht. Zij werden
allen door den bliksem getroffen. Drie hun
ner werden gedood. Alleen de jongste zoon
werd licht gewond.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Verven
Stoomen
Stoppage Hoeden vormen
Groote Houtstraat 5a
V'H
ll.li.üi^Uil):iIliiliUl!UultUlüi!li.l.!l!lUu!>li!I.'ilMliilltiLtiiii)L'h!l)ill:.iil!lll|li|iitltliM!ltl!!!!lii!l!l!lIi<iiAil!>liJillll
FEUILLETON
HET «RAADSEL VAN DE DACIA
door
G. FANSTINGI»
41)
Toen stelde Gerry twee van de meisjes op
het voorschip op.
„Jullie moeten erop letten, of wij schepen
tegenkomen. Wanneer Jullie lichten zien, die
ons naderen, moet Ludmiila blijven staan
en Anna bij mij of Piroska komen om het
ons mede te deelen".
Gerry verdween in het voorschip. Voor
zlchtig sloop ze naar de groote kajuit van
de bemanning. Daar sliepen tien man. De
berekening klopte. Het schip had een be
manning van zestien koppen en vier offi
eieren, den kapitein, den eersten en twee
den. stuurman en den machinist.
Deze hadden hun eigen kajuiten op het
achterschip. Vier man waren in de machine
kamer en twee man plus de tweede stuur
man lagen gebonden in het achterschip.
Gerry schroefde haastig alle patrijspoor
ten dicht, haalde daarna een korten cylinder
met een koord eraan voor den dag. trok
't koord er af en liep naar buiten. Ze sloot
de deur af. Binnen werd de ruimte spoedig
met 'n wltbrulnen rook gevuld. Ze hoorde
stemgemompel, wankelende schreaen, iemand
tuimelde tegen de deur. probeerde haar open
te duwen, maar viel neer. Toen trad stilte
in. Gerry knikte bevredigend en ging naar
Piroska.
Alles is tot nu toe naar wensch gegaan.
De' bemanning slaap<t. In de machinekamer
werken nog vier man en boven zijn alleen
nog Mendez en de machinist, tenzij deze mis-
schiien toevallig in de machinekamer is.
Kom. we zullen nu het stuur midscheeps
vastbinden. Het schip zal wel een beetje
afdrijven, maar dat doet er niets toe. Wij
moeten ons nu met de overige mannen op
het schip bezig houden.
„Als je blieft, laat Mendez aan (mij over.
Ik heb met hem nog een rekening te ver
effenen. Hij heeft me geslagen.
De jongen en het meisje butoyeei'den el
kaar als twee kameraden.
„Neen, lieve Piroska. Mendez heb ik
dringend in Londen noodig. En zoo onbe
schadigd mogelijk".
„En daarna?"
„Daarna wordt hij aan het gerecht over
geleverd".
Piroska klemde haar lippen op elkaar,
maar schikte zich.
Voorzichtig keken ze in de machinekamer.
Daar waren vier man, dus de machinist sliep
boven. Rustig werkte de machine en de vier
mannen wierpen kolen in het vuur.
Op het oogenblik, dat de beide meisjes
naar beneden keken, ging achter hen een
deur open. De machinist was wakker ge
worden en wilde beneden eens een kijkje
gaan nemen. Daar zag hij de twee scha
duwachtige gestalten.
„Hei, wat moet dat
Het waren zijn laatste woorden. In de
zelfde seconde draaiden Gerry en Piroska
zich bliksemsnel om. Piroska's schot knalde
en de man tuimelde voorover. Gerry's hand
was juist te laat. om de revolver weg te
slaan en Piroska was werkelijk een goed
schutter. Een seconde overlegde Gerry.
„Mendez zal dadelijk le voorschijn komen
Laat niemand uit de machinekamer. Nu
wordt het pas ernst. Maar slechts in de
knieën schieten!"
Daar vloog de deur van Mendez' hut open.
Half gekleed sprong hij te voorschijn. In zijn
rechterhand hield hij een revolver.
„Wie heeft hier geschoten?"
De slag. dien Gerry hem met haar gum
mislang toebracht trof zijn rechterarm. De
revolver vloog uit zijn hand. De man brulde
en sprong op Gerry toe. Deze dook opzij.
Achter hen knalde een schot van Piroska.
Een slag op Mendez' linkerarm volgde.
En wederom schoot Piroska.
En slag op slag viel de gummislang op
Mendez neer. Wilde ze hem niet op het hoofd
treffen, of gelukte het haar niet? Blmd
van woede greep hij toe. Maar hij greep
steeds weer in ijle lucht. Gerry was op haar
hoede. In de handen van dezen reus zou ze
machteloos geweest zijn.
En onbarmhartig vielen de slagen van de
gummislang neer. Mendez brulde.
Toenonverwachts raakte Gerry's
voet in een touw verward, dat op den grond
lag en ze viel achterover. Nog in haar val
draaide ze zich op haar zijde. Maar.Mendoz
had haar gegrepen. De man was ontzettend
sterk. Gerry wierp zich om en kronkelde
zich als een slang, maar ae groote handen
lieten haar niet los.
Een oogenblik lang greep de angst Gerry
ln het hart. Toen voelde ze dat zijn greep
iets verzwakte en in een seconde had ze zich
losgerukt. De gummislang had ze verloren.
Dus hief ze de revolver omhoog en liet haar
met alle kracht op Mendez' hoofd neersuizen.
Mendez viel neer als een gevelde boom. Zij
echter zette zich op een hoop touw neer. Ze
moest 'n oogenblik uitrusten. Maar snel
gaarde ze haar krachten weer bijeen. Voor
Mendez had ze een paar handboeien ge
reserveerd. Die deed ze hem om en riep
Josephine, die nog steeds op het achterschip
wachtte. Tezamen bonden zc Mendez' bee-
nen.
Toen snelde zc naar Piroska.
„Mijn eerste schot was een waarschuwing.
Mijn tweede schot raakte een knie. Eén van
zijn makkers is juist bezig hem te verbinden.
De twee anderen stoken verder".
Gerry riep in het Spaansch naar beneden:
„Stook zoo hard je kunt. De machine moet
met volle kracht doordraaien!"
Toen zei ze tot Piroska:
„Blijf hier en bewaak de machinekamer".
Ze boog zich over den machinist en onder
zocht hem. Piroska's kogel was hem juist
tusschen de oogen in het hoofd gedrongen.
Josephine hielp haar den doode naar het
achterschip te brengen.
Toen begaven ze zich naar den uitkijk
post.
„Het schip is in onze macht. Het is nu
halftwee. Over anderhalf uur komt ons een
motorjacht tegemoet met een nieuwe be
manning. Tot dien tijd is echter nog een
massa te doen. Anna blijft nu alleen op den
uitkijk. Ludmiila en Josephine zoeken alle
touwen bijeen, die ze vinden kunnen en
brengen ze bij het valluik dat naar de kajuit
van de manschappen voert. Ik ga naar be
neden om te luchten".
Ze bond een natten zakdoek voor mond
en neus en opende alk toegeschroefde pa
trijspoorten en de deur van de kajuit. Spoe
dig was het gas vervlogen en de drie meisjes
knevelden den éénen man na den ander. In
een half uur waren ze daarmee gereed. H^.
was werkelijk hoog tijd geweest, want eenige
van de mannen begonnen juist bij te komen.
Gerry liet een van do meisjes achter om
te verhinderen, dat ze elkaar met hun tan
den van de touwen bevrijdden.
Zij zeif ging naar haar hut en waschte
zich. Toen ging ze naar Mendez toe.
Wilde woede brandde in zijn oogen. Op
eens zag hij haar. Hij staarde haar aan.
..Die kleine slet, die door Rodriguez gis
teren aan boord gebracht werd! Nu, dien
hond zai ik het betaald zetten".
Pehendig ontweek Gerry den schop van
zijn tezamen gebonden voeten, bukte zich en
onderzocht zijn boeien. Ze zaten stevig vast.
Toen kreeg ze een ingeving. Ze tastie met
haar vingers over zijn hoofd. Haar pistool
had hem aan den linkerkant getroffen. Daar
had hij een geweldige buil. Maar er was nog
een tweede aan den rechterkant. Ze ver
wonderde zich er over, maar Mendez stoor
de haar gedachten door zijn scheldwoorden.
Hij gebruikte zulk een grove taal, dat het
Gerry op haar zenuwen werkte.
„Indien je niet zwijgt, Mendez, krijg je
een prop in je mond".
Mendez was zoo onverstandig niet te zwe
gen. Gerry greep een lap, die in de nabijheid
lag, rolde hem ineen en toen Mendez zijn
mond weer tot spreken opende, duwde ze
hem in de opening en bond een tweede lap
erover heen om hem daar vast te maken.
Mendert oogen puilden bijna uit hun kas
sen. Toen rook Gerry het ook en ze bracht
haar handen naar haar neus.
„Ajakkes! De doek om de petroleumlam
pen te poetsen".
Ze liep naar haar hut en waschte nog eens
haar handen.
Toen nam ze haar electrlsche zaklantaarn
en begaf zich naar het achterschip. Ze wilde
zien, of de gevangenen zich niet losgewerkt
hadden.
Midden onder het loopen bleef ze opeens
als vastgenageld staan.
Wat was daar ginds gebeurd? Daar, waar
het lijk van den machinist gelegen had, lag
nu.... niets. Ze kwam voorzichtig naderbij.
Jaleeg!
Ze ging op den rand van het valluik zit
ten en dacht na. Dat de man dood geweest
was, daaraan was geen twijfel, en toch was
hij nu verdwenen. Ze wist zeker, dat ge«n
van de meisjes in dien tusschentljd hier ach
ter geweest, was. Toen viel de oplossing haar
in. Maar ze behield haar voor zich.
.(Wordt vervolgd.);