ITER
EEN VONDST
De nieuwe Openluchtschool in Amsterdam-Zuid.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 5 JULI 1930
VIJFDE BLAD
Vijfduizend kdo Cocaine.
Twee heel eenvoudige ambtenaren, Thala
mas en Lamblln, de een inspecteur, de ander
secretaris bij de directe belastingen, zijn zoo
juist aan de Gare de Lyon gearriveerd, terug
uit Marseille. Ge zult me zeggen dat dat toch
waarlijk geen feit is, dat dient te worden ver
meld. Accoord. Maar wanneer men ziet met
wat een tra-la-la, bloemen, kransen, toespra
ken een Jongmensch, die een bokswedstrijd
heeft gewonnen of een tennismatch, wordt
ingehaald, en men hoort dan wat deze twee
bescheiden ambtenaren hebben gedaan, dan
zal men moeten toegeven dat het beter ware
geweest om Thalamas en Lamblin met toe#
juichingey te ontvangen.
Reeds eenlgen tijd geleden had de directeur
van de directe belastingen een bezoek ge
kregen van een Nederlander, die was afge
stapt in een van de grootste en meest
luxueuse hotels. De vreemdeling, die verder
ook geen inlichtingen kon of wilde geven,
kwam waarschuwen, dat binnenkort, op
frauduleuse wijze natuurlijk, een poging zou
worden gedaan om niet minder dan duizend
kilogram heroïne Frankrijk binnen te smok»
kelen. Eén gram chlorhydate d'héroïne,
(cocaïne vermengd met acide borique) kost
ongeveer honderd francs; ge kunt dus nagaan
welk een waarde een ton van dat vergif ver
tegenwoordigt.
Thalamas en Laniblin vroegen aan hun
chef een kaart om vrij te kunnen circuleeren
in Marseille en de schepen te mogen visitcercn
Daarmede gewapend togen ze op weg naar de
Zuidelijke havenstad. Maar nauwelijks waren
ze aam het station daar beland, of zc werden
al omringd door leden van de internationale
smokkelaars-bende, die ook overal hun agen
ten hebben en die reeds geadviseerd waren
van de komst van de twee inspecteurs. Die
heeren deinzen letterlijk nergens voor terug
en 't was dus zaak voor de inspecteurs om
zoo voorzichtig mogelijk te zijn. 't Minste
woord, de minste geste zou voor de boos
wichten een aanleiding kunnen zijn om ruzie
te zoeken en op de hulp van de haven- of
dokwerkers zouden ze niet moeten rekenen.
De hulp van de douane of Yan de politie in
roepen was ook niet aangeraden, omdat met
zoo min mogelijk opzien moest worden ge#
werkt.
Zoo Juist was het stoomschip ..Italia" uit
Coivstantinope 1 de haven van Marseille bin-
nengeloopen en de beide inspecteurs hadden
er eenigszins een vermoeden van dat de ge
vaarlijke smokkelwaar met dit schip mee#
kwam. Maar ze wisten ook hoe men moet op
passen, hoe moeilijk het is om de contre-
bande te vinden, hoe de clandestiene hande
laars allerlei middelen beproeven en over
allerlei middelen ook beschikken om de
douane en de politie te ontduiken. En ze
weten ook hoeveel tusschenpersonen er zijn,
alvorens het vergif In den verboden handel
komt. De smokkelaars beschikken daarbij over
héél snelle booten, sneller dan die van de
zeepolitie en 's nachts, alle lichten gedoofd,
gaan ze er op uit. De kisten, die er liet
meest onschuldig uitzien, bevatten dikwijls
juist de smokkelwaar. Hoe dikwijls reeds heeft
men aan boord van „onschuldige" vlsschers-
seheepjes hecle ladingen smokkelwaar ge
vonden. Hoe menigmaal komt het voor dat
de douanebeambte een „bon a sortir" gaf
aan een prachtige, luxueuse auto, die voor
duizenden meesmokkelde. En de inspecteurs
weten maar al te goed dat de rotsachtige
kusten hier allerlei natuurlijke schuilhoeken
vormen voor kleine vaartuigjes, die er des
nachts ook op uitgaan, niet om visch te
vangen, maar om de caoutchouc ballonnen
op te halen, die door een stoomschip zijn uit
gegooid en die de smokkelwaar zoo droog
houden. Als de smokkelwaar eenmaal het
land binnen is, dan wordt het bijna ondoen
lijk om de clandestiene handelaren terug te
vinden. Dan gaat de cocaïne en opium naar
de kleine cafétjes bij de haven, waar het
wordt verhandeld aan vaste opkoopers, die
zich verder belasten met het transport naar
Parijs, waar het gevaarlijke goedje tenslotte
wordt verkocht aan de slachtoffers ln Mont-
martre of Montparnksse. En 't is zeer zeld
zaam wanneer een of andere Juffrouw van
de lavabo in een dancing op heeterdaad
wordt betrapt, wanneer ze een klant juist het
vergift overhandigt, want men weet wel hoe
zware straffen er op staan, zoodat de koopers
zoowel als verkoopcis voorzichtig zijn en met
de grootste omzichtigheid te werk gaan.
Onze twee inspecteurs lieten zich dus aan
boord van dc ..Italia" brengen. In het ruim
vonden ze lallooze kisten. Met behulp van
een hamertje, niet beschikkend over behoor
lijk materiaal begonnen ze de kisten to
openen. Onschuldige inhoud, wat gedroogde
druiven.
Maar, hoewel aan de handen gewond, de
beide inspecteurs waren daardoor in het ge#
heel niet ontmoedigd en zc besloten om den
inhoud van de acht en dertig kisten te on
derzoeken. En daar kwamen tusschen allerlei
koopwaar, zooals kleeren, gedroogde vruchten,
suikerwaar in blikken, talrijke witte brooden.
te voorschijn. Dat wekt toch bevreemding cn
ze besloten om eens een van die brooden in
tweeën te snijden. En jawel, de gevaarlijke
smokkelwaar kwam te voorschijn. De ver
stikkende lucht van het vergif, toen de in#
specteurs de blikjes hadden opengemaakt, be
dwelmden hen en ze waren genoodzaakt
om het onderzoek stop te zetten en het la
boratorium te laten waarschuwen. Als men
bedenkt dat één kilo héroïne vijftien kilos
opium vertegenwoordigt, dan kan men na
gaan hoe men met deze hoeveelheid van
duizend kilo's heel Montmartre en heel Mont-
parnasse den dood zou hebben kunnen inja
gen.
Thans was 't moment daar voor de politie
om handelend op te treden. De eerste ar
restatie was natuurlijk die van den kapitein
van het schip, maar zonder aanrzelen heeft
men ook nog de vertegenwoordigers
van de scheepvaartonderneming, die vol
gens de wet van Juli 1916 mede verantwoor
delijk zijn, achter de tralies gezet.
't Werk was afgeloopen.De beide in
specteurs, na door een geneesheer te zijn be»
handeld. hebben kalm den trein genomen en
zijn onopgemerkt zoo juist gearriveerd. Hoe
veel gevaren ze hebben geloopenhoeveel
ongelukkigen ze hebben gered door hun cor»
daat optredendat telt alles niet Morgca
weer iets anders....
HENRY A. TH. LESTURGEON,
om hun een betere constitutit te geven dan zij
reeds hebben."
De betaling van het schoolgeld is als volgt
geregeld: Behalve het verplichte schoolgeld
naar rato van het inkomen wordt nog een
extra bedrag van f 100 geheven, voorts moe
ten de ouders zich financieel in de stichting
interesseeren door het koopen van een obli
gatie.
Verder vertelde de heer Voerman: „Het
eigenaardige van deze school is dus dat de
lokalen twee aan twee met de punten naar
elkaar toeliggen en dat door vier wanden de
buitenlucht kan binnentreden. De ruimte
tusschen de lokalen wordt gevuld door een
open balkon of loggia waar ook lessen gege
ven kunnen worden, het dak is ingericht
voor speel- en verblijfplaats. Ook voor de
centrale verwarming heeft men een nieuw
systeem gevolgd. De buizen zijn in het pla
fond gelegd, de verwarming geschiedt dus van
boven af en de vloeren zijn geïsoleerd. Men
koestert goede verwachtingen van dit
systeem hoewel de practijk de deugdelijkheid
van de methode voor de school nog moet be
wijzen.
Door de uitstraling van warmte door het
plafond veroorzaakt men een soort warmte-
douche.
De vensters zijn zoo bevestigd, dat bij het
De voorkant van de Openluchtschool voor het gezonde kind" in Amsterdam-Zuid,
gebouwd door Ir. Duiker.
ir en kent Amsterdam nïet, "als men
r\ /tt niet weet hoe Amsterdam ophoudt.
I \J U Er zijn steden die geleidelijk op-
1 V li groeien uit bosschages en weilan
den, uit dunne uitloopers van huizen
rijen, uit lange straten die zich verliezen in
het platteland en in een aanéénschakeling
van voorstadjes en dorpjes en er zijn maar
weinig steden als Amsterdam die zoo, als een
steenrots, oprijzen uit de groene vlakte, zon
der overgang.
Amsterdam is een oude kern met een spik
splinternieuwe 'bolster, een steenen omhul
sel dat zich zelf steeds vernieuwt. Amster
dam doet me zoo denken aan een reus die
zijn jas met de voering naar buiten draagt,
want altijd zie je als je van het vlakke land
tegen den steenrots opkijkt, blinde muren
versch met kalk bestreken, muren waar
straks weer andere huizen tegen aangezet
worden, muren met steigers er voor, en hei
machines en straten met wit zand en hier en
daar, als bij toeval neergevallen, een trottoir
band en een paar straatklinkers. De stad is
hier nog dood. Het leven komt er pas in met
den tijd, zooals in een nieuwe kamer pas le
ven en sfeer komt als er lang in gewoond
is, als er zorgen in waren en vreugde. De
baanbreekster, die de woestenijen om Am
sterdam helpt ontginnen, heet gemeente
tram. De gemeentetram rijdt tot daar, waar
de steenrots afdaalt in de groene weiden, en
nog verder. Zij hobbelt over weilandjes, waar
béte koeien herkauwen, en wijst de bouw-
heeren subiet den weg, want waar een tram
rijdt daar komen huizen.
Als ge overtuigd wilt zijn van de waarheid
van deze inleiding dan moet ge eens met
lijn vier-entwintig naar het Zuidelijkste ge
deelte van Amsterdam-Zuid rijden. U ziet
dan niet alleen op welk een merkwaardige
wijze de Stad uit de groene weiden oprijst,
maar ook, dat Amsterdam haar voorposten
heeft op architectonisch gebied. En ook dat
is heel interessant.
Van binnen naar buiten gerekend is Am
sterdam een staalkaart van smaken en stij
len. De binnenstad heeft een niet te evena
ren bekoring door evenwichtige zeventien de
en achttiende eeuwsche renaissance, door
weldoorleefde sfeer, door intiem aandoende
grachten en gezellige overvolle, drukke, bon
te straatjes. Daaromheen ligt de zóne der
smakeloosheid, der dorre eentonigheid en
lusteloosheid en als men door deze woestijn
van geestdoodende saaiheid heen is komt
men aan den zoom, die in zich herboren ziet 't
bewustzijn van een persoonlijken smaak, van
een eigen karakter, van den wil om iets tot
stand te brengen voor de gemeenschap, iets
dathet stempel draagt van een indi-
vidueelen scheppingsdrang.
En op dit punt is de buitenste zóne van
Amsterdam symbolisch. Symbolisch voor de
gestadige uitbreiding, en symbolisch voor de
cultureele ontwikkeling. Want het is altijd
in de eerste plaats de bouwkunst geweest die
de kentering van de getijden in de geschie
denis van de kunst, door daden tot een feit
maakte. -
Aan de Criostraat, met de punt van den
driehoekigen gevel naar de onbebouwde wei
landen gericht, staat de nieuwe Openlucht
School voor het gezonde kind.
Als een phalanx van nieuw Amsterdam èn
van het leger der moderne bouwkunstenaren
ligt deze school, omgeven door de ruimte, voor
u en zij pakt uw aandacht beet en laat die
niet los. Dit bouwwerk met zijn suggestieve
lijnen, ligt hier wel als een zeer overtuigend
bewijs voor de veronderstelling dat het be
grip schoonheid definitief een nieuwen vorm
gevonden heeft. Er is overigens een heel aan
nemelijke verklaring te vinden voor den op
bloei van de bouwkunst. Zij heeft steeds haar
grootste kansen gehad in tijden van geeste
lijke eenheid. De oude kathedralen zijn er
om te bewijzen wat geestelijke saamhoorig-
heid vermag. Die stimulans is nu zeker ver
dwenen, doch er is een andere voor in de
plaats gekomen, één die wellicht minder
diepere waardeering waard is, maar toch een
die een machtigen invloed uitoefent. Het is
de algemeene mechaniseering van het leven,
de rationalisatie en de efficiency, die ons
dwingen om het toppunt te presteeren en die
het ook weer noodzakelijk maken dat het
nieuwe geslacht onder de gunstigste voor
waarden wordt opgevoed en dat de produc
tie door de omgeving waarin zij plaats grijpt,
in den besten zin wordt beïnvloed.
En het is via deze wetenschap, dat de ta
lenten van onze bouwkunstenaars een uitweg
gevonden hebben. Men denke maar eens aan
de fabriek van Van Nelle, aan de nieuwe
sluizen in IJmuiden, aan modern Amster
dam en aan de vele nieuwe bouwwerken die
Nederland een internationale reputatie heb
ben bezorgd op het gebied van de bouwkunst.
Daar ligt zij dus voor u, de nieuwe open
luchtschool. Op den achtergrond en eenige
honderden meters links en rechts liggen de
laatste uitloopers van de Stad. Er vóór het
onbegrensde weiland. De nieuwe school is im
posant. Imposant door de forsche, krachtige,
in een merkwaardig perspectief wegschie
tende lijnen en óók indrukwekkend door haar
luchtige doorzichtigheid, vanwege het glas,
en de blanke en blonde kleuren. Dit groote
gebouw heeft iets van een geweldige vlinder
die zooeven is neergestreken, stil terneder
zit en op het punt staat om weer weg te vlie
gen. U moogt- hieruit niet de gevolgtrekking
maken dat de school den indruk maakt alsof
zij bij den eersten den besten storm inéén
zou storten. Integendeel. Zij is een hechte
constructie van ijzer, beton en glas. die
echter door de werking van de zonnestralen
en door al die lichte kleuren de vergelijking
met een reuachtig insect in de pen geeft.
Ook het interieur van het groote gebouw is
ongemeen fraai. De wanden zijn van glas,
groote ramen die opengedraaid kunnen wor
den gevat in ijzer en het merkwaardigste is
wel dat men zich in een omgeving waant die
met zorg is ingericht en met smaak versierd...
terwijl er in werkelijkheid in het heele ge
bouw, geen plaat, geen schilderij, geen gor
dijn, geen kleed, te vinden is. Het is de vlak-
verdeeling, de harmonie, de harmonie der
lijnen, het zijn die twee of drie sobere kleu
ren (zilver, groen en geel of blauw) het is dat
één zijn, met de ruimte om het gebouw heen,
met de buitenlucht, dat het idee geeft van
een „gezellig ingerichte woning".
Een pot met bloemen, harde gele anjers of
blauwe ridderspoor in een glazen bruinen
pul, een oranje-zwart zonnescherm zijn het,
die de noodzakelijke toetsen kleur hier en
daar aanbrengen en de mooiste stoffage
wel die komt in dit milieu van de kin
deren zelf.
De vergelijking met het oude type school
gebouw zou werkelijk te gewaagd zijn. Het
vierkante lokaal met vaste attributen en de
kartonnen schoolplaten op een rijtje, met de
gesticht-achtige grauwe muren en de niet te
definieeren geuren verhoudt zich tot deze
nieuwe openluchtschool zooals een huurka
zerne in een dichtbevolkte stad zich ver
houdt tot een modern pension op de Veluwe.
Het trappenhuis,
Het hoofd van de school, de heer G. Voer
man, vertelde ons omtrent het tot stand
komen van het gebouw het volgende:
..Een openlucht school voor het zwakke
kind bestond in Amsterdam al. Er is er een
in de Frederikstraat. Zij voldoet echter niet
bijzonder. De lessen worden gegeven in
boxen die niet goed afgesloten kunnen wor
den en 's winters heeft men vooral veel te
De achterzijde
lijden van vocht, meer nog dan van koude.
Verscheidene heeren oa. dr. Heybroek (voor
zitter van de vereeniging „openluchtschool
voor het gezonde kind") bedachten dat, als
de open-luchtschool gezond was voor het
zwakke kind en dergelijk instituut toch ze
ker niet slecht zou zijn voor het gezonde
kind.
Men ging dus aan het beraadslagen en
kwam tot de conclusie dat er een gemeen
telijke open-luchtschool voor het gezonde
kind moest komen. Men trad in onderhande
ling met den wethouder van onderwijs die
echter liet weten dat men aan een instituut
voor het gezonde kind nog niet toe was en
dat er eerst gezorgd diende te worden voor
een betere huisvesting voor het zwakke
kind.
Men liet het plan echter niet varen en
besloot zelf de benoodigde gelden bijqen te
brengen.Toen alles klaar was, de teekeningen
gereed waren en over den grond beschikt
kon worden, deed zich het zonderlinge geval
voor dat B. en W. aanboden de plannen
van de vereeniging toch over te nemen. Dit
keer was het echter de vereeniging die een
weigerachtig standpunt innam. En zoo werd
de openluchtschool geen gemeenteschool.
Men kreeg nochtans een subsidie van f 85.500
en het tekort aan geld werd door de finan-
cieele commissie van particulieren verkre
gen. In tusschen had men in de Ruysdael-
straat al een beetje in een oude gemeente
school „open-luchlschooltje gespeeld" opdat
de aanstaande leerlingen van de nieuwe
school min of meer geacclimatiseerd zouden
zijn, wanneer het instituut aan de Criostraat
voltooid was. Zaterdag jongstleden eindelijk
kon men overgaan tot de officieele opening
van het gebouw".
In zijn openingsrede zeide Dr. Heybroek
onder anderen: „In Ir. Duikers heeft de
vereeniging een uitnemenden architect ge
vonden voor de verwezenlijking der plan
nen. Het moeilijke vraagstuk van drie open
wanden voor elk lokaal heeft hij zonder
twijfel op een gelukkige manier opgelost zon
der in het gedrang te komen met de wet op
het Lager Onderwijs. Het is mijn overtuigi7»g
dat dit gebouw buitengewoon ten goede zal
komen aan de gezondheid der kinderen;
wel zullen niet alle infectieziekten verdron
gen worden, doch zeker zullen de telkens
terugkeerende gevallen van griep, met de
groote verzuimcijfers als gevolg daarvan,
verminderen. Het hoofd der school en zijn
helpers hebben een tweeledige taak:
de opvoeding der kinderen en de zorg
van de school.
openen het grootste deel naar buiten en het
kleinste deel naar binnen steekt.
We maken een wandeling door hét gebouw
We voelen dat hier sfeer is, dat men hier
niet anders dan optimistisch gestemd kan
zijn. De felle kleuren van de bloemen op de
randen der loggia's doen het hier zoo goed.
de zon speelt zoo onbevangen door al dit
glas en de wind trekt zoo verfrisschend door
dit groote moderne huis.
Je kunt het niet laten, het vergelijken. Je
gedachten móeten terug naar die andere
school van een jaar of twintig geleden: de
herinnering blijft haken aan kleinigheden;
de kale houten vloer, de hooge ramen die al
leen van boven met veel lawaai ge
opend konden worden, de gaslampen met
groote, groene blikken kappen, dc concierge
met de roode snor die 's winters om
een uur of half vier al, binnen kwam, gewa
pend met een langen stok met een brandende
lont aan het eind en een mechaniekje waar
mede hij de gaskraantjes kon opendraaien;
en dan de lange gang met de kapstokken en
de deuren links en rechts en achter elke
deur een min of meer barsche stem en het
specifieke luchtje van wat men „de onschul
dige asempjes" pleegde te noemen
Kinderen op de loggia der tweede verdieping
Haar architectonische»
en maatschappelijke
beteekenis.
Fraai werk van
Ir. Duiker.
door L. A.