DE TOESTAND IN ROEMENIE.
EEN RONDGANG DOOR TEYLER'S MUSEUM.
PENMARC'H EN DE SARDINEN.
De instrumentenverzameling in de natuurkundige afdeeling.
)e bezoeker die de natuurkundige af
deeling binnentreedt, wordt getrof
fen door een toestel dat het mid
dengedeelte van de zaal geheel in
neemt. Hij ziet een verzameling ko
peren bollen en staven, flesschen en glas
werk, die hem verbaasd doet stil staan. Dit
samenstel is de groote electriseermachine
van Van Marum. Van Marum heeft deze ma
chine in 1783 door Cuthbertson laten maken
uit de grootste glasschijven die toenmaals
vervaardigd konden worden. 21e hebben 1.65
meter middellijn. Iedere glasplaat is onder
en boven geklemd tusschen twee leeren kus
sentjes. De glasplaten worden rondgedraaid
met de krukas op tafel. Daarvoor waren
twee mannen noodig, die gewend waren zwa-
ren spierarbeid te doen. Door het draaien
van de platen tusschen de sterk drukkende
kussens, verkregen de glasplaten en de kus
sens een sterke tegengestelde electrische la
ding. De ééne soort electriciteit werd naar de
aarde afgeleid, de andere soort werd ge
bracht op de koperen staven en cylinders, die
naast de schijven staan. Vandaar kon de
electriciteit in den vorm van een lange vonk
,tot 65 c.M. toe) overspringen op den laatsten
bol, die geaard was. In de ruimte waar de
vonk oversprong plaatste Van Marum de toe
stellen en stoffen, waarop hij de electriciteit
wilde laten werken. De hooge spanning, die
door de machine werd opgewekt maakte het
zeer moeilijk, om de geleiders te isoleeren. Ze
zijn op glazen pooten geplaatst, maar verlo
ren niettemin langs het glas zooveel electri
citeit, dat de machine alleen bij droog, vrie
zend weer bruikbaar was. En om de sterkste
werking te verkrijgen, moesten rondom de
pooten zakken heet zand gezet worden, opdat
de opstijgende heete lucht het glasoppervlak
vooral voldoende droog en isoleerend zou
maken. Vanwege deze omslachtige wijze van
werken heeft Van Marum veelvuldig een
kleine machine gebruikt. Deze plaatste hij in
zijn huiskamer.
Met zijn groote machine onderzocht Van
Marum den invloed van de electriciteit op
levende wezens. Zoo vond hij bijvoorbeeld,
dat de polsslag er niet door veranderd werd.
Dit was in strijd met de ervaringen van an
dere onderzoekers. Van Marum merkte op,
dat de reden van de versnelling van den
polsslag die men gevonden had, de angst
was die de proefpersonen voor de electriseer
machine koesterden. Van Marum deed de
proeven op de lieden, die hem bij zijn onder
zoekingen hielpen, en op de leden van zijn
gezin. Deze waren dermate vertrouwd met
de groote electriseermachine, dat zij niet
bang meer waren voor het toestel.
Voor zijn onderzoekingen omtrent den dood
door de bliksem veroorzaakt, waren palingen
het lijdend voorwerp. De grootste palingen
(meer dan een meter lang) werden door een
vonk van zijn machine zoo afdoende gedood,
dat ze in het geheel geen prikkelbaarheid
meer vertoonden.
Verder deed hij uitvoerige onderzoekingen
over den scheikundigen invloed van de elec
trische vonk. Om sterke werkingen te verkrij -
gen gebruikte hij batterijen van Leidsche
flesschen. Eén daarvan (van 25 flesschen)
staat naast de machine opgesteld.
In den loop van de proefnemingen wijzigde
Van Marum de onderdeelen van zijn ma
chine. De tegenwoordige opstelling komt
overeen met zijn beschrijving van 1795.
Tusschen de kasten staat nog een wrijvings-
'electriseermachine opgesteld. Tegenwoordig
gebruikt men echter de machines die op in
ductie berusten. Een zeer goede uitvoering is
die van Whimshurst. Men vindt er één op
gesteld op de tafel van de machine van Van
Marum en een in de volgende zaal. Ze heb
ben het voordeel, dat ze door vochtig weer
niet zoo makkelijk beïnvloed worden als de
wrijvingsmachines.
Tusschen de kasten en aan den muur vindt
men een groote verscheidenheid van instru
menten. Direct bij het binnenkomen heeft
men aan de rechterhand een sterrekundig
slingeruurwerk, vervaardigd door Hohwü te
Amsterdam. De middelpunten van den uur
wijzer. den minuutwijzer en den secondewij
zer zijn boven elkaar geplaatst. Daardoor
zijn de extra raderen, die in een gewone klok
de beweging van uur- en minuutwijzer op
één middelpunt overbrengen, vervallen. De
klok wijst tot 24 uur. Dit uurwerk is ingericht
om sterretijd te wijzen, dat wil zeggen, de
kick verloopt 24 uur in den tijd die een ster
noodig heeft om haar schijnbaren loop om
de aarde te volbi'engen. Ten opzichte van een
klok, die naar de gemiddelde beweging van
de zon gericht is, loopt zoo'n sterreklok 3
min. 56 sec. per dag voor.
Verder rondgaande bemerken we nog twee
tafels met een telegraaftoestel; een tentje
dat als draagbare camera obscura ingericht
is; twee blaasbalgen met orgelpijpen voor ge-
luidsproeven en een kastje met monsters
van verschillende onderzeesche telegraafka
bels.
Extra aandacht verdienen de ring van
Gramme (no. 702) ter opwekking van gelijk
stroom en de verschillende andere modellen
van dynamo's en motoren.
Aan het einde van deze zaal, links van de
deur, staat een toestel volgens Helmholtz.
Het bestaat uit een aantal stemvorken met
klankdoozen. De stemvorken worden door
electromagneten in trilling gehouden. Met
behulp van een toetsenbordje kan iedere
klankdoos naar willekeur geopend worden.
De betrokken toon klinkt dan sterker. Helm
holtz beproefde aldus door geschikte combi
naties de klinkers na te bootsen.
Aan de andere zijde van de doorgang staat
een groote trechter. Deze is afgesloten door
een vlies. Vangt men in den trechter geluid
op, dan gaat het vlies trillen. Deze bewe
gingen worden overgebracht op een stift, die
groeven trekt in het lampzwart waarmede de
draaiende cylinder voor het gebruik bedekt
wordt.
Beginnen we nu onzen tweeden rondgang
door deze zaal en letten we daarbij op den
inhoud van de kasten.
In kast I vinden we allerlei toestellen die
dienen om de uitzetting van vaste stoffen en
vloeistoffen door warmte te laten zien en te
meten. Tot de belangrijkste instrumenten
op dat gebied behooren de thermometers.
Verder vinden we er allerlei glaswerk om
proeven over bevriezen, koken en verdampen
te doen.
Kast II bevat gereedschap voor het doen
van nauwkeurige metingen. We'vinden daar
eenige koperen platen, waarop allerlei voe
ten met hun onderverdeelingen voorkomen
en een ijzeren en een glazen standaardmeter.
De hooge zuil met horizontaal kijkertje (no.
6) is een kathetometer. Daarmee kunnen
hoogteverschillen tot op een honderdsten
millimeter nauwkeurig bepaald worden. Het
ingewikkelde toestel daarnaast is een zooge
naamde reversieslinger. Deze dient om zeer
nauwkeurig de lengte van den secondeslinger
op een gegeven plaats op aarde te bepalen.
In deze kast treffen we verder nog aan
een machine voor het maken van cirkelver-
deelingen, een toestel tot het bepalen van
de nauwkeurigheid van fijne waterpassen,
twee chronometers en een verguld koperen
standaardkilogram. Dit laatste bevindt zich
in een houten doosje (no. 8). Uit de controle
metingen die in 1927 te Delft gedaan zijn,
blijkt dat het 1,58 milligram zwaarder is dan
het platina standaardkilogram.
Boven in de kast- staan eenige balansen en
gyroscopen. Met deze laatste kan men de
wonderlijke eigenschappen van draaiende
lichamen demonstreeren. Op deze eigen
schappen berusten ook de tegenwoordig in
zwang komende gyroscopische kompassen.
In Kast III zijn vele hulpmiddelen voor
proeven over statische electriciteit opgebor
gen. Onder andere vindt men daar een
absolute electriciteitsmeter volgens Thomson
en vele electriseermachines.
Kast IV bevat een van de oudste toestel
len voor draadlooze telegrafie (pl.m. 1900).
Het bestaat uit een Righi-zender en een ont-
vang-apparaat volgens Marconi. De zender is
niets anders dan een vonkbrug, die door een
inductieklos gevoed wordt. In den Marconi-
ontivanger is het gevoelige gedeelte een co-
haerer.
Op dezelfde plank vindt men ook twee pa
rabolische spiegels met vonkenbrug en co-
haerer, voor het opwekken en opvangen der
golven van Hertz. Deze proeven gaan aan de
draadlooze telegrafie vooraf en ze zijn daar
toe de aansporing geweest.
Daarnaast vindt men een toestel tot het
opwekken van hoogfrequente electrische
stroomen van hooge spanning, de zooge
naamde Tesla-stroomen.
De verdere ruimte in de kast wordt inge
nomen door inductieklossen, gloeilampen en
electriciteitsmeters.
Kast V is gevuld met Geisslersche en
Crooksche buizen van allerlei soort en vorm.
Kast VI bevat electrische weerstanden en
meetinstrumenten. Het sterkst wordt de
aandacht getrokken door no. 472. Dit is een
magnetisch universaalinstrument van Meyer-
stein 1880). Daarmee kunnen de rich
ting en de kracht .van het aardmagnetisme
bepaald worden. Het op het instrument be
vestigde kijkertje dient voor de astronomi
sche waarnemingen waaruit de ware noord
richting gevonden wordt.
Kast VTI is gewijd aan allerlei lichtver
schijnselen. Op den bodem rechts vinden
fosforesceerende stoffen een plaats. Deze
stoffen nemen licht op en zenden het als licht
van roodere kleur weer uit. Ze worden wel
gebruikt voor lichtgevende wijzerplaten.
Daarnaast vindt men kistjes met een prach
tige verzameling prisma's, spiegels en opti
sche tralies.
Op de middelste plank staan spectros-
copen en spectrometers. In deze instrumen
ten wordt het licht door een prisma of door
een tralie ontleed in zijn bestanddeelen
(spectrum). Men kan dan de golflengte van
de verschillende stralen nauwkeurig bepa
len. Voor het herkennen van allerlei stoffen
op aarde of op de hemellichamen aan het
licht dat ze uitzenden (spectraalanalyse)
zijn deze toestellen van het grootste belang.
Bovendien is men tegenwoordig ook in staat
uit het spectrum den bouw van de atomen
en moleculen af te lelden.
Op de zelfde plank' bevinden zich eenige
modellen die betrekking hebben op dubbel-
brekende kristallen. Een lichtstraal die op
zoo'n kristal valt. wordt in twee stralen met
heel bijzondere eigenschappen gesplitst.
De interferentie-ringen van Newton kan
men duidelijk waarnemen in de twee toe
stelletjes 402 en 403.
De bovenste plank wordt gevuld door ap
paraten ter bestudeering van gepolariseerd
licht en het onderzoek van de bovengenoem
de eigenschappen van dubbel brekende kris
tallen.
Kast vm en IX bevatten hulpmiddelen
voor geluidsproeven. Men vindt er trillende
snaren, platen, stemvorken en orgelpijpen in
groote verscheidenheid. Aardig is de oude
gramofoon van Berliner. Deze werd met de
hand gedraaid. Volgens de gebruiksaanwij
zing zijn de woorden heuseh te verstaan als
men eerst eenige malen de gedrukte tekst
aandachtig gelezen heeft.
Van belang is de verzameling telefoons in
kast IX.
In Kast X staat bovenin een optische bank
van Mei Ion i. Deze werd gebruikt voor het
onderzoek van stralende warmte. Uit deze
proeven is gebleken dat warmtestralen de
zelfde eigenschappen als lichtstralen heb
ben en er zich slechts door haar golflengte
van onderscheiden.
Op de onderste plank vindt men vele auto
matisch geregelde booglampen en een stoom
machinetje volgens Mouchot, dat door zonne
warmte gedreven wordt. Het lijkt op de
tegenwoordige electrische straalkacheltjes.
Dr. N. W. DOORN.
Zooals gewoonlijk is Teyler's Museum
Zondag tot 4 uur open.
NIEUWE AANWINSTEN VOOR
HET LANDSCHAP.
(Van onzen Londenschen correspondent).
Er kan wel geen land zijn dat in den loop
der laatste eeuw zooveel van zijn natuur
lijke schoonheid heeft verloren door schen-
nende menschenhanden als Engeland. Het
is een van de zwarte kanten van onze veel
kantige beschaving dat gebrek aan schoon
heidsgevoel leelijkheid schept, overal waar
menschen de tooneelen kiezen voor hun be
drijvigheid. Betere inzichten winnen veld,
ook in Engeland, waar zooveel is en wordt
bedorven. Niet alleen zakelijke bedrijvig
heid schept leelijkheid, de bedrijvigheid der
vreugde doet het niet minder. De Britten
van alle klassen hebben een ware hartstocht
voor een pied a terre op het land. In vroe
gere dagen kon men op zijn tochten buiten
oude spoorwegrijtuigen ontmoeten, die af
stand hadden gedaan van de rails en oude
dagen sleten als „bungalows". Ze vormden
geen prettige stoffage voor het landschap.
Maar de moderne opvolger van het spoor
wegrijtuig is een nog ontstellender aanwinst
voor de lieflijkheden van het Engelsche
land. De nieuwe „bungalow", die men hier
en daar langs de wegen in het zuiden van
Engeland ziet staan, begon zijn carrière
niet als spoorwagen maar als een „piraten-
omnibus" van de Londensche straten. Pira
ten-bussen waren (en zijn) die omnibussen,
die niet deel uitmaken van de groote om-
jiibus-combinatie van de stad maar die wor
den geëxploiteerd door particuliere onder
nemers. Die ondernemers zijn met hun
bussen geleidelijk van de straten verdrongen.
En het schijnt dat de bussen nu dienst
gaan doen als „bungalows", door de
eigenaars waarschijnlijk gekenschetst als
hun „country seats". Een dier ambulante
bungalows, die ik op mijn weg ontmoette,
was zoodanig opgedirkt dat ze het echte
product dragelijk imiteerde. De buitenkant
was zoodanig geschilderd dat hij steenen
muren nabootste. De vraag mag worden ge
steld wanneer dit monsterachtig dine den
afschuwclijksten indruk maakt., wanneer
het rijdt of wanneer het stilstaat.
Penmarc'h is grijs en knorrig. Geen boom.
geen struik. Dag en nacht klopt de oceaan
tegen de steenen, gelijk een boer. die naar
huis is teruggekeerd: Laat mij binnen! Op
den stellen oever, te midden van naakte rot
sen de witte dobbelsteencn van de sar-
dinenkokerljen. Beneden, in de haven, de
Gothiek der masten honderden zellboo-
ten. Het plein is fel van kleuren. Visschers
gekleed in rood zeildoek, die er van verre uit
zien als reusachtige langousten, drinken ap
peljenever of kegelen. De vrouwen houden
zich afzijdig. Zij staan aan de hoeken van
de straten, zich beschermend tegen den
wind en breien staande. Met, haar hooge
mutsen zijn zij al van verre zichtbaar als
vuurtorens. Penmarc'h wacht droefgeestig
wanneer zal in het groene water de sardine
zich vertoonen?
U weet toch. wat een sardine is? Stellig
hebt u het kleine vischje herhaaldelijk gese
ten. Zij is een internationaal gerecht, een on
opvallend, maar noodzakelijk detail van de
diners en soupers aller landen. De sardine re
geert Penmarc'h. Tienduizend menschen zijn
afhankelijk van de geheimzinnige wegen, die
dit rustelooze vischje zich baant door de
diepten van den oceaan.
De sardine komt! Dan verlaten de vis
schers jeneverglas en kegels. De horizon be
dekt zich schilderachtig met roestbruine zei
len. Druk wordt het op het water. Men legt
aan, vaart af, men werpt op de steenen ber
gen glinsterende visch, men eet haastig,
doopt, zwaaiend in de booten, brood in wijn
en vaart weer uit: de sardine wacht niet.
Over de lange kaden gaan. een onafgebro
ken keten, menschen met manden. In de fa
brieken heerscht gedrang: er zal den ge-
heelen nacht worden gewerkt. Koortsachtig
flakkeren lichten in den wind en de ver
stikkende geur van gekookte visch omhult
Penmarc'h.
Patriarchaal, wreed en naief is hier de ar
beid. De machine heeft nog niet de vrou
wenhand afgelost. Waarvoor haast? Zij zijn
immers laag in prijs, die in zout gebeitste
handen van de visschersmeisjes? Wat zal de
visscher met zijn vangst doen? Het kantoor
van de opkoopers stelt den prijs en de hoe
veelheid van de visschen vast. Duur? Meer?
Geen behoefte.
De visschers van Penmarc'h vangen sardi-
nen; hun vrouwen en kinderen vullen in
bulderende donkere nachten, wanneer de zee
zich vult met zeilen, wanneer de wind dub
bel dreigend is en de mensch er armzalig in
schijnt, vol onrust starend in de duisternis,
de fabrieken. Men betaalt haar 27 sous per
uur. Dat is natuurlijk niet veel, maar wat
zal men doen? In Penmarc'h zijn groote
gezinnen, naakte rotsen, alleen de sardine
kan deze stad van masten en mutsen voeden.
Den sardinen wordt de kop afgesneden,
dan worden zij even gerookt, dan in olijfolie
gekookt. Zelfs de wilde wind kan deze geur
van visch en kokende olie niet verdrijven.
Zij drenkt hier huizen, kleeren, steenen. Dan
sorteert men de visschen, legt ze in blikken,
overgiet ze met koude olie, de blikken wor
den dlchtgesoldeerd. Op dagen, waarop de
dichte scholen sardinen komen, varen de
visschers drie dagen en drie nachten achter
een, werpen netten uit, dragen manden en
drie dagen en drie nachten koken de vis-
schersvrouwen, onderbrekend het werk al
leen, wanneer zij haar kinderen voeden, in
ketels vreemde vangst, vreemden rijkdom,
vreemde voeding. Geweldig zijn de golven
rondom deze rotsen. Vroeger spoelde de
oceaan eens geheel een stad weg; van de
vroegere macht bleef niets over dan een
overmatig groote kyk te midden van steenen
en hutten. Nu probeert de zee 't langs den weg
der langzame vernietiging; telkens opnieuw
rukt zij er een warm, levend stuk uit. Sta
tistici tooien met voorliefde deze of gene
stad met den naam „de eerste in Frankrijk"
Nizza de eerste wat betreft het aantai
uren zonneschijn. Grasse de eerste wat de
hoeveelheid bloemen betreft. Penmarc'h
Koning Carol en de persvrijheid.
De antisemictische excessen.
De buitenlandsche politiek.
Herstel der monarchie in
Hongarije? De gedragslijn
van de Kleine Entente.
(Van onzen correspondent.)
Boekarest.
Thans zijn, in vergelijking met eenige we
ken geleden in de dagbladpers rust en orde
weergekeerd. Een parlementsdebat. zelfs al
neemt prof. Jorga er aan deel en zelfs wan
neer het den hofstaat betreft (daar het „ver
boden vraagstuk", de „acte van 4 Januari",
de „constitutioneele regeling" en hoe de Car-
listische agitatie verder nog werd genoemd,
van den aardbodem is verdwenen), neemt
ook eens een einde. In het paleis in de Calea
Victoriei zit een man, die koning genoemd
wordt, maar die op geheel andere dingen
wil aanspraak maken dan op de attributen
van een koning in den zin van de vroegere
zienswijze.
De pers? Zij zal vrij zijn tot de ruimste
grenzen, die men zich van een verstandige
persvrijheid kan voorstellen. Bovenal, onder
geen omstandigheden, confiscatie of onder
drukking van de meeningsuiting".
Zoo ongeveer heeft koning Carol n zich
over het netelige onderwerp van de vrijheid
van drukpers uitgelaten.
Sedert zijn troonsbestijging is iedere soort
van oensuur en verhindering van de vrijheid
van schrijven en spreken opgeheven en de
pers verblijdt zich in een vrijheid, die waar
lijk uniek Is. Zelden heeft een gekroond hoofd
in zoo korten tijd zooveel journalisten ont
vangen als koning Carol sedert 8 Juni.
„Demonstraties? Waarom niet Tot het
voorplein van het paleis, tot in den tuin van
het paleis. Het volk wil door demonstraties
zijn wil uiten. Hat heeft daar het recht toe.
Het wil den koning direct zijn meening over
dit of dat vraagstuk zeggen. Het kan het
gerust doen. Onder één voorwaarde. Dat
in de straten geen botsingen en vechtpartijen
ontstaan. Ongeregelheden kunnen niet ge
duld worden; vrije uitingen van den volks
wil zijn mij steeds welkom". Zoo denkt Ca
rol over de straatdemonstraties, die in den
x-egel door de politie en militairen worden
uiteengedreven, zoodra zij zich voordoen op
de Calea Victoriei en in de nabijheid van
het paleis.
„Het leger, ja, zelfs de gendarmerie mag
ter verhindering van volksdemonstraties niet
op straat worden gebracht."
Zoo is iedere sensatie in Boekarest, thans
geëindigd; vandaar de vroegtijdig ingeval
len vacantiestemming in het parlement, in
cie pers en bij de politieke partijeij,
Alleen op één punt schijnt de toestand
niet te willen veranderen: nog altijd, evenals
vroeger, evenals jaren geleden, herhalen zich
hier en daar de anti-semietische excessen.
In hun besprekingen met buitenlandsche
journalisten lieten koning Carol en de pre
mier Manioe niet na, er op te wijzen, dat deze
epidemie gelukkig niet algemeen is.
Juist is het ook, dat de in Roemenië voor
komende anti-Joodsche ongeregeldheden
wat den omvang betreft, zeer beperkt zijn en
meestal bepaald blijven tot de molestatie van
enkele joodsche voorbijgangers. Maar het is
diepbedroevend. te zien, dat deze beweging
juist van de studenten, in het bijzonder in
de eerste universiteitsjaren, onder voor
wendsel van nationale gezindheid uitgaat.
Het is bijna een axioma, dat de studeeren-
de jeugd door politieke agitatoren van de
een of andere partij misbruikt en tot Joden
haat gebracht wordt, om de partij, die de
macht heeft onaangenaamheden te berei
den, haar in binnen- en buitenland in dis-
crediet te breogen en zoo haar val te forcee-
ren. Maar juist daarom diende er van de
zijde der regeeringen scherp op gelet te wor
den. dat althans de autoriteiten overal en
altijd ter voorkoming en bestraffing van der
gelijke aanvallen het noodige doen.
Dit schijnt, gelijk uit een door de „Dimi-
neatza" gepubliceerd bericht blijkt, ook te
genwoordig nog niet het geval te zijn. De
in den laatsten tijd in Balti (in Bessarabië)
voorgekomen anti-semitlsche ongeregeldhe
den, waaraan gymnasiasten onder lei
ding van hun leeraren hebben deelgenomen,
vonden bij de plaatselijke overheden on
voldoende bestrijding en de delegatie, die den
onderstaatssecretaris van binnenlandsche
zaken met deze gebeurtenissen in kennis
stelde, klaagde bitter over het gemis aan ac
tiviteit van de politie en justitie van haar
stad.
Deze en dergelijke gebeurtenissen, zei
een lid van de delegatie, de afgevaardigde
Matza, zullen er tenslotte toe leiden, dat de
Joden in de plaatsen, waar zij bedreigd wor
den, zich tot zelfverdediging gaan aaneen
sluiten. Al is de Joodsche bevolking in Roe
menië, in het bijzonder in de afgeloopen tien
jaren, wat haar juridische positie betreft, ten
zeerste vooruitgegaan het aantal Joodsche
afgevaardigden in het parlement, die voor
den oorlog in Roemenië nog tot het rijk der
fabelen behoorden, is tot 11 gestegen en
al hebben de Joden aan het openbare leven
een aandeel, zooals zij het vijftien jaar ge
leden in Klein-Roemenië nog niet hadden
kunnen droomen, toch bewijzen de kleine
anti-semietische aanvallen, die hier en daar
nu en dan voorkomen, toch. dat er nog veel
belangrijk moet worden veranderd.
In de buitenlandsche politiek zijn de
laatste dagen eenige belangrijke manifesta
ties geschied. In het Roemeensche parlement
werd tot den minister van buitenlandsche
zaken de vraag gericht, of hij van oordcel
was, dat Engeland de van den Volkenbond
aanvaarde, dus ook door Roemenië onder-
teekende opdracht om Palestina als man-
daatland te besturen, overeenkomstig de be
palingen van het mandaat uitvoert, en of
het niet noodig is, in verband met de poli
tiek, die Engeland tegenwoordig in Palestina
voert, bij den Volkenbond op te komen te
gen- de wijze van uitvoering van het man
daat.
De Interpellatie beoogde de Engelsche
maatregelen tegen de Joodsche Immigratie
aan critiek te onderwerpen.
De minister van buitenlandsche zaken
kende den Roemeenschen staat het recht
toe. zich in dit opzicht van tijd tot tijd bij den
Volkenbond uit te spreken, maar zegt tege
lijkertijd, dat hij er van overtuigd is. dat En
geland zijn mandaat zal uitvoeren in over
eenstemming met de bepalingen.
Een voor de betrekking van Roemenië tot
andere landen belangrijker vraagstuk, dat
dezer dagen opkwam, is het herstel van de
monarchie in Hongarije, waarover zoowel de
premier als de minister van buitenlandsche
zaken zich heeft, uitgesproken. Roemenië zou
men kunnen denken, heeft (op zichzelf) te
gen een wijziging van den staatsvorm in
een aangrenzend land niets in te brengen.
Hongarije werd evenwel door het vredesver
drag verplicht, de Habsburgsche monarchie
niet te herstellen. De gemotiveerde zorg be
staat, dat de uitroeping van een koning in
Hongarije niet een zuiver Interne staatsvorm
quaestie zou zijn en blijven. Om deze reden
hebben zoowel Manioe als Mlronescu zich
stellig tegen het herstel der monarchie in
Hongarije uitgesproken.
Dit vraagstuk vormt voor het overige, sa
men met andere problemen, die er min of
meer verband mede houden, een onderwerp
van bespreking ter conferentie van de
Kleine Entente. Haar programma zoowel als
de geheele politiek der Kleine Entente wordt
met koning Carol grondig besproken; hij
interesseert zich levendig voor de buiten
landsche politiek van Roemenië en in het
bijzonder voor de goede betrekkingen met de
verbonden mogendheden. Veranderingen van
ingrijpenden aard in de tot dusver gevolgde
politiek zullen niet voorkomen: wel zijn
eenige. op economische omstandigheden
berustende verdere toenaderingen tusschen
de drie landen en hun aangrenzende staten
te verwachten.
(Nadruk verboden.)
de eerste wat betreft het aantal verdronke
nen.
Een luidruchtige, winderige da?. Op het
plein een menigte. Steenroode en blauwe
blousen. De kleurigheid van de kleeding
stemt hier niet vroolljk neen, zy verwekt
veeleer onrust, schrik, gelijk de kleurigheid
van het herfstloof. Onrust ln alles: ln het
mateloos snelle jagen der wolken, in het
mompelen van het water, in het overmatige
wit van de fabrieken, in den chaos der rot
sen. Gesloten en gegrendeld zijn alle negen
fabrieken. Kaal. gelijk het bosch in den win
ter, de masten, die ln de haven zijn op elkaar
gedrongen. Leeg de zee. Dat is staking. BIJ
den strijd van den mensch met de gierige
zee is nog zijn strijd nvt gierige menschen
gekomen. De visschers zitten knorrig op de
steenen van de pier. Ach. wat zullen de cor
recte hoteliers aller werelddeelen hun gasten
als voorgerecht opdienen?
Maar er zijn zielen, die zijn onverbiddelij
ker dan het element. De visschers sWlen
voor: koopt, zij het tot lagen prijs, geheel
de vangst. Afwijzing. De fabrieken zijn daar
niet op ingericht. Droefgeestig varen de vis-
schersbooten den oceaan op. Dc zilveren
sardine wil zich niet meer in zilver veran
deren, maar in ieder huis zijn tien kinde
ren, en het. land is arm, kaal geen tuinen,
geen velden, geen geluk. Weer koken de sar
dinen in de ketels. Groote visschen verscheu
ren de duiinr blauwe netten, maar de netten
zijn zoo duur'De vrouwen herstellen ze,
snijden de visbenen de koppen af, voeden
haar kinderen, rijzig zijn zij en majesteitelijk
met antiekerige mijters, koperen sous tellend
en uitziend over de zee: wanneer de golven
maar niet Jacques of Pierre begraven?.
De wolken lagen. Voortdurend meer wol
ken. Nu zijn het al onweerswolken. Een on
weer. In zulke nachten laten de kreeften
zien goed vangen, wanneer men manden uit
werpt op de rotsen. Maax het zijn nu sardi
nemaanden. Men moet zich haasten wel
dra zal de sardine zich ver van de oevers
verwijderen. Maar of de opkoopers vandaag
de vangst zullen koopen?
Een zeiler keerde terug, vol glinstcrenden.
buit. De wind vocht mot- de rotsen zal
hij de boot omwerpen? De zee groeide, een
mythische held gelijk. Een van de .visschers
koesterde vol dankbaarheid een amulet:
„Heilige Guenolé, beschermer van de vis
schers, wij zijn er! Dit hier zal ongeveer
honderd kilogram sardinen zijn".
Maar de fabrieken nemen niet de vangst.
Er is voor vandaag genoeg. Wat is er dan aan
te doen? Zij hebben de ketels en do olie
en de blikken alles hebben zij. Er blijft
dus niet anders over, dan de visch ln zee te
werpen, den buit terug te geven, niet alleen
de uren zwaren arbeid te negeeren, waarin
men leder oogenbiik de zeilen opnieuw moest
zetten, water pompen, netten aan boord trek
ken, op zijn hoede zijn moest, maar ook de
minuten van gevaar, toen de wind sterker
werd, de golven groeiden en het hart beef
de? Ja, altijd hetzelfde liedje, de visch weg
werpen, vergeefs werken, ten gronde gaan,
altijd hetzelfdeDat hoort bij het werk.
Dat hoort bij de sardine. Dat hoort bij Pen-
mare'h. Maar de tien kinderen? Maar de
koude, onbarmhartige winter?
Een vogel gelijk, die geen onderdak heeft
gevonden, ontplooit de zeiler opnieuw de zei
len. De visschers beproeven hun geluk. Het
heet. dat de fabrikanten in Audierne graag
sardinen koopen. Daar zijn minder visschers.
Naar Audierne is het met gunstlgen wind
maar drie uur. Maar de vaart naar Audierne
kan de dood zijn. De oceaan ligt op den loer.
Een golf kroop weg en sprong omhoog: een
roofdier. Aan de kust stonden vrouwen en
zij zagen dat de golf een boot omver maai
de. Daar deelde het natuurelement zich me
de aan de natuur van de menschen. Onheil
spellend begonnen de hooge mijters op en
neer te deinen. De roode blousen verhieven
zich als bloed tegen de duisternis. Menschen-
golven hamerden tegen do poorten van de
fabriek met één kreet: „De dood!...."
Haar antwoordde de wind. Haar antwoord
de de oceaan. De menschen zwegen. Do fa
briekseigenaren waren ver weg. Misschien in
Parijs of Nantes of aan een of ander strand
waar de zee vrij is van sardinen en van zin
kende schoeners. Maar dc menschen in de
fabriek hoorden verschrikt, hoe het brullen
van de menigte met het brullen van den
oceaan samensmolt tot een wreed, overoud
rhythme.
De visschers brachten er het leven af
men haalde hen uit het water. Ook de fa
brieken kwamen er heelhuids af. Het ru
moer verstomde plotseling zooals de wind,
onverwacht., gaat liggenDes morgens
boetten de vrouwen opnieuw de netten en
de deemoedige zeilen negen tot dicht bij de
golven. Prachtig is de strijd van de menschen
met de natuur! Lindbergh* por!ret kar. men
zien ln de meest afgelegen dorpen van Bre-
tagne. Hij is een nieuwe heilige van een
ouden cultus. Het sombere Penmarc'h mot
zijn gelapte broeken van zeildoek, geheel
doortrokken van sardlncngeur hot is een
van de vermetele voorposten, waar een zwak
stuk vleesch. zonder vleugels, zonder drijvers,
zonder gebeente, met de natuur oorlog voert.
(Nadruk verboden).
II. B.
DE PASSAR VAN LONDEN.
(Van onzen Londenschen
correspondent)
Mincing Lane is een naam, over de gartschc
wereld bekend bij handelaars in koloniale cn
semi-kolonlale waren. Maar met Mincing Lane
deelen twee andere steegjes, Rood Lane cn'
Mark Lane, de onderscheiding van centrale
markt voor den wereldhandel in koloniale
producten. De makelaars, die in deze „lanes'*
hun werk doen, spreken eenvoudig van „The
Lane". De producten worden er verhandeld
voordat zij hun weg vinden naar groot- en
kleinhandelaars. Men vergelijkt de genoemde
straatjes met een bazar of in Nederlandsch
Indlë een passar. Het verschil met de
Oostersche markt is alleen dat de stalletjes
er niet aan de straat zijn maax in dc kan
toren. The Lane handelt ln zulk een machtige
verscheidenheid van waren dat een opsom
ming niet kan worden overwogen. De vellin»
gen omvatten er koffie uit Java en Brazilië,
specerijen, rijst ulfc Japan en Java. ivoor,
veeren. oliën, rubber, gom en lak. De thee-
en koffieveilingen hebben twee tot drie maal
's weeks plaats. Niemand koopt er ooit een
kat ln den zak. En de kantoren hebben proef-
en monster kamertjes, waar dc koopers thee-
en koffie kunnen drinken. Monsters van
suiker, tapioca en rijst liggen er voor inspectie
gereed en de makelaars en hun proevers cn
warendeskundigen stellen na onderzoek der
waren hun prijzen vast. Men koopt er de
waar bij enorme hoeveelheden. De verkoop is
in het algemeen openbaar maar cacao wordt
ook onderhands omgezet. Wat de hulsvrouw
inslaat tot een waarde van een stuiver, zulke
zaken als kruidnagelen, notcmuskaat en peper,
wordt in The Lane verhandeld met honderd
soms duizend balen of kisten tegelijk.