INGEZONDEN \Y on* VV -sch°i HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 25 JULI 1930 Van ingezonden stukken, geplaatst of niet feeplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie fcich niet verantwoordelijk. DE KOMENDE ZWEMINRICH TING IN ONZE GEMEENTE. V V Tu.se: i ontvangen nog de volgende be schouwing van den heer K. H. Tuscnlus, wethouder der gemeen te Velsen: Evenals op 15 Oct. 1929 is ook thans nog de vraag: overdekt, of niet overdekt? En evenals toen beweer ik nu nog dat een over dekte zweminrichting, gebouwd met Ge meentegeld, in handen van een sportvereeni- ging een luxe-geschiedenis zou zijn en geen voorziening in een sociale behoefte. En tegen den bouw van een overdekte zwem inrichting, welke alleen maar zou staan ten dienste van een zeer klein gedeelte van onze bevolking, moeten in onze gemeente zeer groote financieele bezwaren bestaan, en ik geloof niet dat er één Raadslid gevonden kan worden welke aan een dergelijke inrich ting zijn steun zou willen geven. E" zijn inderdaad in Nederland verschil lende van dergelijke inrichtingen waarvan men onmiddePijk na het betreden de con clusie kan trekken dat zij als sociale instel ling een overbodige luxe zijn. En er is mij onder deze Inrichtingen dan ook geen be kend v/aar voor maatschappelijk minder ge situeerden gelegenheid is tot zwemmen, zelfs niet tegen gematigde prijzen. Zoo was de toestand in Nederland, en zoo Is de toestand op het oogenblik nog met uitzondering van het Sportfondsenbad, een inrichting waarvan men in October van het vorige jaar nog maar alleen kon zeggen dat ze geopend was en beloofde een succes te worden. Thans, nu deze inrichting ongeveer een jaar gewerkt, heeft, en men dus reeds een oordeel kan vellen over de technische, economische en sociale resultaten, is ook de tijd gekomen voor zwemvoorstanders in an dere gemeenten van ons land om zich aan het Amsterdamsche voorbeeld te spiegelen en de vraag te overwegen of navolging van dit voorbeeld ook elders mogelijk is. En als men dan een gemeente heeft als de onze, met een relatief geweldig groeiend bevolkingscijfer, met een gemeentebestuur dat zich op 10 Sept. 1929 als volgt ver klaarde: „Wanneer de financieele toestand der ge meente zulks toelaat, ligt het o.i. op den weg der gemeente, de noodige stappen te doen om te voorzien in de reeds lang bestaande be hoefte. Op den voorgrond mogen wij stellen dat de inkomsten de exploitatie-uitgaven niet zullen dekken. Vooral in den aanvang der exploitatie zal een belangrijk tekort zijn te verwachten. Hoeveel dit zal zijn, valit thans moeilijk te ramen, omdat wij niet weten de bouwkosten en dus geen exploitatierekening kunnen maken. O.i. kan de gemeente een fi nancieel offer van niet al te grooten om vang op zich nemen". Öan meenen wij te mogen aannemen, dat Velsen een van die gemeenten is waar de keuze, tusschan een overdekte of een open zweminrichting, niet moeilijk is. Er zijn echter aog meerdere redenen waar om ons de keuze te Velsen zooveel vergemak kelijkt wordt. Reeds jaar en dag toch zijn hier uit alle kringen van de bevolking stem men gehoord, welke de noodzakelijkheid van stichting van een badinrichting propageer den. en in het voorstel van de Sociaal-Demo cratische Raadsfractie d.d. 24 Sept. 1929 le zen wij o.a.: „van oordeel, dat de stichting van een of meer badhuizen minstens zoo urgent is als de totstandkoming van een zweminrichting en dus geenszins bij die van een zweminrich ting dient te worden ten achter gesteld". Ieder, die eenigszlns ter zake kundig is, zal het met mij eens zijn dat een badinrich ting, d. i. d, mot kuip- en douchebaden, bij een open zweminrichting technisch absoluut niet past, terwijl het bij een overdekte zwem inrichting een vanzelf sprekend onderdeel is. Een kuip- en douche-inrichting brengt bij een overdekte zweminrichting in de techni sche inrichting nagenoeg geen meerdere kos ten met zich. terwijl het in de exploitatie een groote verlichting brengt. Een overdekte in richting heeft, ten behoeve van de reiniging vóór het zwemmen, toch reeds de noodige in richtingen voor koud- en warmwater douches. Een overdekte zweminrichting is in zich zelf natuurlijk een zaak van groot sociaal belang maar kan dit slechts worden indien Inderdaad alle kringen van de burgerij daar van gebruik kunnen maken zonder dat de financieele lasten voor de gemeente daardoor al te zwaar worden. En het geheim van het succes van het Sportfondsenbad ligt hierin, dat men een groot deel van de exploitatiekosten heeft we ten op te vangen door het Bad ruim open te stellen voor onderwijs-doeleinden. n.m. het classicaal geven van zwemonderricht aan scholen. De tijden van 9 tot, 12 en van 2 tot 4 zijn uren waarop practlsch gesproken, in een werkgcmeent.o als de onze. het bad vrijwel ongebruikt ligt. terwijl toch de exploitatie kosten doorgaan. Wanneer nu gedurende deze uren zwemonderricht kan gegeven worden aan schoolkinderen, onder leiding van de gemeentelijke gymnastiek- en zwem- lecraren, dan vervult een overdekte zwem inrichting, naast zijn sociale en hygiënische taak, een bijzondere taak in de opvoeding van de jeugd. Wie van de ouders van onze schoolkinderen zal het niet bijzonder toe juichen dat- hun meisjes en jongens classicaal zwemonderricht krijgen, niet alleen om het groote hygiënische voordeel, maar ook om dat de gevaren, welke hen in onze waterrij ke gemeente bedreigen, daardoor weggeno men worden? Hoeveel kinderen en jonge mannen zelfs-zijn er in het laatste tiental jaren hier niet reeds verdronken alleen door l:?l feit dat zij niet konden zwemmen? Als nu een gedeelte van het gymnastiek onderwijs plaats heeft in de komende zwem- hal dan behoeft dit het budget van de ge meente niet bijzonder te belasten en wordt de mogelijkheid van een totstandkoming van een overdekte zweminrichting grooter. Als wij. naast dit voordeel, nog zien dc bereid willigheid en de mogelijkheid, welke een Sportfondsenbad biedt, tot het doen zwem men van de minder gesitueerden 's mor gens vroeg en op de uren b.v. tusschen 5 en 7.30 uur, tegen zeer, zeer matige tarieven, dan moet een open zweminrichting al iets zeer bijzonders bieden, wil deze inrichting kunnen opbieden tegen een overdekte. Laten wij nu eens even zien wat een open inrichting in deze gemeente voor mogelijk heden biedt. Konden wij, evenals zoovele andere plaat sen van Nederland, een gedeelte van een meer, een rivier of een andere waterplas af- schieten, met aan de kanten wat eenvoudige kleedhokjes, dan zou ik persoonlijk, al ware het alleen maar om het financieele voordeel, daarmede wel willen beginnen. Dan kon men eens toetsen of de zwemliefhebberij hier in derdaad van voldoende afmetingen was om een verdere sprong te wagen. Maar dit kan nu eenmaal niet-, Men moet hier-,-nu eenmaal maken een duur bassin van bëton en men moet. dit bassin vullen met water, opgepompt uit den grond, met een temperatuur van 11 graden C., en moet het aan de lieve zon over laten dit water te verwarmen of een dure inrichting maken om dit eenigszins te ver warmen. De verwarming van een bassin groot 50 x 20 M., een diepte van 2 M. tot een temperatuur van 20 graden C. kost 1.800,000 calorieën. Hiervoor zal telkenmale noodig zijn een bedrag van ongeveer 100. Doet men dit laatste niet, dan is practisch het bad gedurende koude dagen, zooals wij de laatste veertien dagen hebben, onbruik baar. Is het echter langdurig mooi en warm weer dan verminderen weliswaar deze on kosten, maar dan krijgt men tegelijkertijd in deze plaats de concurrentie van de zee. Bovendien brengt een voortdurende reini ging van een betonnen open zweminrichting nog eigenaardige technische bezwaren met zich en, vooral niet te vergeten, de financiee le bezwaren waardoor de bouw ongetwijfeld zal komen boven het bedrag dat men oor spronkelijk daarvoor geraamd heeft. Het komt mij voor dat de exploitatiekosten van een open en een overdekte zwerfünrich- ting elkander niet zoo veel veel zullen ontloo- pen, maar een overdekte biedt dan het voordeel dat men deze inrichting gedurende het geheele jaar zal kunnen gebruiken. Het vorige jaar October, bij een bespreking in den gemeenteraad, kon er in deze kwestie nog slechts sprake zijn van gemeente-exploi tatie. Er was niets dat er op wees dat er in deze gemeente een particuliere vereeniging zou komen welke men met een gerust hart een dergelijke dure inrichting in handen zou kunnen geven. Het was toen, en het is nu nog mijn per soonlijke overtuiging dat een gemeente het minst geschikte lichaam is om een dergelijke Inrichting te exploiteeren. Dit zou geld ver slinden en een last leggen op ons gemeente budget onevenredig aan het bereikte resul taat. In dit opzicht sta ik niet alleen, want de commissie ad hoe, bestaande uit de heeren Schilling, Baarda en Maas, deelden op 21 Augustus aan den gemeenteraad o.a. het vol gende mede: „Hoewel dit thans niet direct ter sprake behoeft te komen, althans daaromtrent geen beslissing behoeft te worden genomen, meent de commissie ten aanzien van de exploitatie der inrichting te moeten opmerken, dat zij van oordeel is, dat uit een oogpunt van kos tenbesparing aan particuliere exploitatie bo ven gemeente-exploitatie de voorkeur moet worden gegeven. Zij zou het aanbevelings waardig vinden indien de exploitatie werd overgedragen aan een speciaal voor dat doel opgerichte vereeniging''. De groote, allesbeheerschende vraag is na tuurlijk: „Kan de Gemeente zich dit finan cieele offer getroosten?", en ik ben geneigd deze vraag bevestigend te beantwoorden, vooral gezien het feit dat de groote kui'k, waarop de exploitatie zal moeten drijven, moet bestaan uit het geschikt maken van de inrichting voor onderwijsdoeleinden. Terloops zij opgemerkt in dit betoog dat in andere ge meenten bij het totstandkomen van zwem inrichtingen men meer dan nadruk legt op onderwijsdoeleinden dan op sociale doel einden. En hiermede is dan ook beantwoord de vraag waarom ik mij thans zoo bijzonder interesseer voor een zweminrichting. Vanaf het moment dat ik een verwezenlijking mo= gelijk zag van een overdekte zweminrichting door middel van Sportfondsen „en er dus onderwijs bij te pas kwam", heb ik deze zaak anders bekekenen heb ik ernstig bij mij zelf overlegd op welke wijze hier twee tak ken van Gemeentebemoeiïngen n.l. onderwijs en sociale zaken, in elkander konden grij pen om de verwezenlijking van een zoo mooi doel te bereiken. In mijn uiteenzetting hierboven kan men vinden hoever ik in deze ben gekomen; in derdaad een Verandering dus van mijn eerst ingenomen standpunt. Ik ben overtuigd dat deze veranderde zienswijze zijn motieven vindt in inderdaad veranderde omstandighe* den en vooral veranderde mogelijkheden. Er is nog een andere kant aan het vraag stuk en wel een politieke kant. Het zou ook wel zonderling zijn wanneer deze er niet aan was of kwam, en dit is het vraagstuk; „of de Gemeente, en dit zijn in deze de Ge meenteraadsleden, er toe mogen, kunnen of zullen medewerken dat hier aan particu* lieren de gelegenheid wordt gegeven om met Gemeentegelden, althans met Gemeentega rantie, een inrichting te exploiteeren welke werkt op sociaal- en onderwijsgebied?" Maar dit is een zijde van het vraagstuk welke in de raadszaal zal worden uitgevochten, en welke aan de zaak niets toe of afdoet. Er zijn meerdere goede dingen op de politiek ge strand. Het ware mij liever geweest indien ik deze uiteenzetting had kunnen bewaren totdat de kwestie behandeld werd in de raadszaal van de Gemeente Velsen, maar nu een lid van de Commissie ad hoe, n.l. de heer Baarda, het noodig heeft geoordeeld om in een groot artikel in het Haarlem's Dagblad de kansen van onze zweminrichting te bespreken, en daarbij gebruik te maken van mijn op 15 October geuite meening en zich uit mijn terechtwijzing daarop dreigde te ontspinnen een polemiek, heb ik er prijs op gesteld eenigs* zins uitvoerig te motiveeren waarom zijn mee ning veranderd is. Aan allen, welke belang stellen m deze zaak, moge ik echter de waarschuwing geven dat alle liefdesbetuigingen slechts platonisch kunnen zijn zoolang er geen cijfers bgkend zijn waaruit, zoowel ten opzichte van een open als een overdekte zweminrichting, duidelijk blijkt of de Gemeente zich offers zal getroosten en hoe groot deze offers moe ten zijn. Men kan toch eigeailijk pas beoor- deelen welke rol de Gemeente hierin spelen zal, wanneer in den vorm van aanbestedings. cijfers of in den vorm van offertes de be dragen vastliggen welke benoodlgd zijn voor verwezenlijking van wat wij alien ongetwij* feld gaarne wenschen. Men verlleze niet uit het oog dat Velsen nu eenmaal een andere bevolking heeft dan Amsterdam en dat er, volgens mijn mecnlng. in ieder geva'., wat men ook neemt, geld bij moet, en onder welken naam men deze bij drage nu op de Gemeentebegrooting doet ver schijnen is eigenlijk bijzaak. De groote vraag is en blijft: „Hebben wij het geld, en hebben wij het er voor over?" Want groot zijn onze behoeften nog op allerlei gebied en onzeker is nog onze financieele toekomst, vooral ook door de gewijzigde financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeente. En het zou mij niet verwonderen of ook dit artikel behoort tot de spiegelgevechten ter verovering van een luchtkasteel. TUSENIUS. ZWEMINRICHTINGEN IN VELSEN EN BEVERWIJK. Onder bovenstaand hoofd verscheen in uw blad d.d. 8 Juli een uitgebreid artikel van de hand van den heer S. B. Het zij onze Commissie vergund genoemde heer S. B. op enkele onjuistheden te mogen wijzen, waardoor zoowel de belanghebben de als de belangstellende lezers een verkeer den indruk verkrijgen. Het zijn n.l. die kleine onwillekeurige ver gissingen, die maar al te vaak den outsider op een dwaalspoor brengen. In dit geval, betreffende de stand van zaken voor de stichting van een overdekte zweminrichting te Velsen*IJmuiden. Reeds ongeveer 8 jaar geleden eijn er vergaderingen gehouden in Hotel Nummer Eén, om te geraken tot de stichting van een zwembad op het droge. Het met behullp van den Ned. Zwembond verstrekte plan, om een inrichting op het droge te bouwen, werd totaal genegeerd, omdat een groot deel van de toenmalige voorstanders, meenden dat een zwembad voor IJmuiden op tonnen gebouwd moest worden en 's winters opgeslagen in den Haringhaven. Naderhand hebben meerdere commissies zich met dergelijke plannen bezig gehouden ik wijs slechts op de plannen van de turnvereeniging T.V.IJ. De heterogene samenstelling van de bevolking van IJmuiden moet als voornaamste oorzaak worden be schouwd, dat al die plannen op de. baan zijn geschoven, Een groote drijfveer voor de Velser Zwemvereeniging ontstond, toen in Amster d,am het bekende Sportfondsenbad geopend werd. Vele besprekingen hebben plaats ge* had tusschen Amsterdam en Umuiden. Daad werkelijk nam 1 de Velser Zwemvereeniging het initiatief, toen de plannen van den wet houder D. F. G. Schilling meerdere bekend heid verkregen. Vergaderingen werden uit geschreven, commissies benoemd en vanzelf sprekend kwam toen de twistvraag naar voren van Open of Overdekt. Laten we die twee punten even in 't kort bekijken. Een open inrichting geeft aan de hand van de statistieken van den Ned. Zwem bond een gelegenheid tot zwemmen geduren de 12 weken per jaar. Zoo iets kost de Ge meente Haarlem wij denken daarbij aan de kostelooze inrichting aan de Houtvaart een kleine f 11.000 per jaar, zonder kosten van afschrijving enz. Waar thans de perso neelsformatie voor de deur staat in Haarlem kunnen de kosten gerust geraamd worden op ongeveer f 14000, omdat het salaris van het badpersoneel niet onaanzienlijk verhoogd zal worden. Waar de commissie ad hoe haar inlichtingen heeft ingewonnen te Haarlem en analoog aan Haarlem vfil .bouwen, daar zul len vanzelf sprekend ciè kosten niet minder kunnen zijn. Ja hooger, want een sociaal democratische wethouder kan in Velsen het personeel niet tot 56 uur per week laten wer» ken, zooals in Haarlem. Of nu dergelijke kosten mogen opwegen tegen "net feit, dat de bewoners van Velsen* IJmuiden 12 weken kunnen zwemmen, is niet terstond te beantwoorden. Deniken we echter aan het in de onmiddellijke nabijheid van Velsen en IJmuiden liggende strand de reclame voor IJmuiden als Badplaats wint meer en meer veld dan is zeker aan te nemen, dat het strand als bad- en zwern- gelegenheid een groot deel van de inwoners naar het strand zal doen trekken. Niet ver geten dient nog te worden, dat het zwem men in Velsen vrijwel iets onbekends is. Dat de politie de zwemmende jeugd vrij laat in het vergiftige kanaalwater bij de papierfa briek het zij terloops opgemerkt is gevaarlijk, evenals het zwemmen en mee nemen van jongehs, die niet kunnen zwem men. in het hoogovenkanaal. In Haarlem daarentegen wordt 't zwemmen al sinds jaren onderwezen op de scholen. Vandaar, dat het zwemmen in Haarlem, zoo* als in geen andere plaats in ons land, zóó populair is. Het tekort aan zweminrichtingen is daar groot en toch, winst wordt er niet ge maakt. Geen plaats in ons land is er aan te wijzen, waar Gemeentelijke Zweminrichtingen ook al wordt er op bepaalde tijden tegen een matig bedrag gezwommen winst af. werpen. Eensdeels is dit te verklaren door de salarissen van het personeel (personeel voor dergelijke inrichtingen is niet per seizoen aan te nemen en in geen geval door een gemeente) anderdeels door de zeer korten tijd waarin een dergelijke inrichting te exploiteeren is. Hierdoor is het te verklaren, dat in enkele groote plaatsen van ons land. vooral die, waar maar eenigen kans op -sue* ces was, overdekte zweminrichtingen gebouwd werden Het bouwen van dergelijke inrichtin gen heeft zeer zeker een hygiënisch doel, maar qua Naaml. Vennootschap was er tevens een bijbedoeling. Een bijbedoeling n.l. dat het geld in de inrichting gestoken te gelegener tijd ook wat winst zou afwerpen. Dat bracht mede, dat de prijzen van het baden en zwemmen op een peil kwamen, niet ge schikt voor iedereens beurs. Daarbij blijkt in vele inrichtingen de exploitatie meer gericht op de gedachte aan winst dan op de gedach te van zwemmen en het. bevorderen van het zwemmen. Dat dergelijke inrichtingen dan ook wel eens betiteld werden met luxe, laat zich allicht verklaren. Geheel anders is de zaak in Amsterdam, waar het Sportfondsen bad, gebouwd en geëxploiteerd met geld van zwemmers, reeds in de eerste maand van exploitatie een winst afwierp van f 1100. De conclusie ligt voor de hand. Zwemmers exploiteeren anders, beter en billijker en den ken aan andere zwemmers. Bovendien braent het spaarfondsen-systeem een ommekeer in de exploitatie-mogelijkheden van een over dekte. Wordt daar nu bijgevoegd, dat het. tekort aan zweminrichtingen in ons land werkelijk onrustbarend is, tengevolge van de propaganda van den Ned. Zwembond, de Bond tot het redden van drenkelingen en in enkele gemeenten het onderwijs, waardoor 't zwemmen toeneemt, met als gevolg een te kort aan. zwemgelcgenheid. dan is daarmede het bewijs geleverd, dat overdekte zweminrich» tingen, mits goed geëxploiteerd, kunnen ren- decren. Ook Veisen heeft behoefte aan eer> zweminrichting, wat de heer S. B. ons duide» lijk maakt, door mede te deelen, dat reeds jaren een promemoriepost voor het, zwemmen en baden op de begrooting voorkomt. Ieder zal het toch duidelijk zijn, dat een inrichting, die 12 maanden geëxploiteerd wordt eerder kans van bestaan heeft dan een inrichting, die slechts 12 weken in exploi* tatie gebracht kan worden. Zelfs dan nog niet, wanneer men een bad in de hondsdagen b.v. met dubbel geld zou willen betalen. Wordt nu uitsluitend gelet op het zwemmen, het school zwemmen niet te vergeten, dan is ook in Velsen de bestaansmogelijkheid voor een overdekte zweminrichting aanwezig. En wat zijn dan de groote voordeelen, die onmiddel lijk naar voren komen? Vooreerst de school jeugd. Die kan het geheele jaar zwemmen en zwemles ontvangen. Wordt een schoolklas eens per week het onderwijs laat gewoon lijk niet meer toe naar de zweminrichting gestuurd, dan ontvangen zij bij een open inrichting hoogstens 10 baden. En zou dat voldoende zijn? Neen immers. Iedere zwem mer weet, dat zwemmen leeren een kwestie van jaren is, wanneer niet anders dan een open-bad ter beschikking staat. Reeds in Am sterdam wordt ingezien, dat zwemlessen ge durende den zomer een niet voldoend resul taat afwerpen, vandaar dat een groot deel van de jeugd thans geregeld zwemles ontvangt in de overdekte inrichtingen. En, met meer succes. Vervolgens dient gewezen te worden op de mogelijkheid, dat iedereen, dus ook zij die op meer gevorderen leeftijd zijn, nog zwemmen kunnen leeren. Genoemde twee factoren zijn van zoo groote sociale beteeke- nis, zoowel uit hygiënisch als paedagogisch standpunt, dat zij den doorslag moeten geven voor een overdekte, ook al zijn die kosten iets duurder. Het nemen van een proef met eerst een open inrichting te bouwen en dan bijvoorbeeld de kat eens uit den boom te kiiken, is in de ware beteekenis geld vermor sen. Vooral, waar de moderne techniek het mogelijk maakt een overdekte inrichting te bouwen met waarlijk niet veel meer kosten dan een open inrichting. Worden -nu bij het begrip duurder de plannen en cijfers van een open inrichting vergeleken met die van een overdekte inrichting, dan ziet menigeen maar over het hoofd, vooral, wanneer er over niets anders dan cijfers gesproken wordt, dat de exploitatie van een open inrichting slechts is voor 12 weken, die van een overdekte in richting voor 12 maanden. Zeer juist is dan ook de heer S. B., waar hij erkent, dat de inrichting die Velsen noodig heeft is een overdekte. Maar nimmer kan deze gebouwd worden, daar waar Beverwijk en Velsen samen gebruik kunnen maken van eenzelfde inrichting. Is het den heer S. B. dan onbekend, dat het kanaal een onbarm hartige scheiding maakt in de gemeente Vel* sen. Groot, neen stormachtig zal de veront waardiging en het verzet in IJmuiden zijn met zijn 25000 inwoners, wanneer de over dekte inrichting komt op meer dan 6 K.M. van IJmuiden verwijderd. Hoe lang moet een klas kinderen dan onderweg blijven om zwem les te ontvangen? Heeft de heer S. B. daar wel eens aan gedacht? En -gelooft de heer S. B. werkelijk, dat de bewoners van Beverwijk* Noord genoegen zullen nemen met zijn voor* stel? Velsen en Beverwijk zijn niet van nature op elkaar aangewezen. De zaak is hier geheel anders dan in de Zaanstreek. Het kanaal met zijn havens en veerponten is geen abstracte maar een daadwerkelijke hindernis, die niet te overbruggen is. Wat nu het spaarder-systeem of beter ge zegd het werk van den N.V. de Sportfondsen betreft, daarvan schijnt de heer S. B. zeer onvoldoende op de hoogte te zijn. Zeker onze commissie heeft thans reeds -meer dan hon derd candidaat-spaarders. Deze candidaat- spaarders worden zoodxa de Gemeente in principe met onze plannen medegaat spaarders van de daad. Dat spaarder van de daad zijn is voor onze commissie tevens het zwemmer van de daad worden. Het door ons vastgestelde aantal van 240 spaarders is voor onze commissie tevens een garantie van een bepaald aantal zwemmers. Is in doorsnee iedere spaarder met zijn fa milie, man vrouw en 2 kinderen, niet alleen spaarder en belanghebbende in het financieeel verloop van de inrichting, hij is ook vanzelf sprekend propagandist voor het zwemmen geworden. Zij spreken van ons bad en van onze inrichting. Rekenen we, dat iedere spaar der met zijn familie door gebruik te maken van de reductie op spaarcoupons, slechts twee maal in de week een bad neemt, dan nemen die 240 spaarders per jaar 50 anaal 480 baden, of wel 24000 baden. (Onze exploitatierekening noteert slechts 16000 baden). Wij hopen dat de heer S. B. thans eenigs zins gaat inzien, wat het zeggen wil een over dekte inrichting op te zetten door middel van een coöperatief spaarsysteem. Onbegrijpelijk is het dan ook dat de heer S. B. spreekt van een utopie. Waarlijk, wij constateeren meer en meer, dat de animo om spaarder te worden toeneemt en grooter wordt, naarmate de plannen van een gemeen telijke open =inrich ting exploitatie meerdere bekendheid verkrijgen. Kon nu de heer S. B. lezen en rekenen, dan is het aan* tal door ons geschatte aantal baden niet 115000, maar 100.000. Stortbaden zijn geheel wat anders. Ook" de heer S. B. vergeet en ziet geheel over het hoofd, dat in onze plannen is opgenomen een douche-inrichting. Iets waarnaar geheel IJmuiden en Velsen, ja vele raadsfracties, zitten te smachten. Maar die douche-inrichting, voor onze commissie slechts een matig nevenbedrijf, wordt als quantite négii-eable geacht. De heer S. B. telt die .15,000 douche-baden echter wel op in ons totaal te nemen zwembaden. Hoe ook de zaak bekeken wordt, een exploi tatie als door de N.V. de Sportfondsen, is nooit te evenaren door een gemeentelijke exploitatie. Maar de heer S. B., die ver moedelijk sterk pro een gemeentelijke open- inriChting is, vergeet te vermelden, dat naast die 100 candidaat-spaarders de verplichte f 2,0.000 reeds aanwezig zijn. Dank zij het coöperatieve spaar-systeem. en Nooit kan het tekort vele tien-duizenden guldens bedragen. Hoe komt de heer S. B. aan dat getal? Ons tekort wordt geraamd op f 15000, verdeeld in f 6000 aan schóól-baden en f 9000 aan subsidie. Gezien de animo om spaarder te worden, wat vooral zal toenemen, wanneer de Gemeente haar goedkeuring hecht aan onze plannen en meer nog. wanneer de exploitatie een aanvang heeft genomen (Amsterdam geeft daartoe het voorbeeld) dan zal al vrij spoedig het tekort minder worden dan f 15000 en terug loopen tot slechts één maal tienduizend gulden of minder. En daar voor heeft een groote plattelandsgemeente zooals Vc-Lsen*IJmuiden een overdekte inrich ting, waar de jeugd het geheele jaar door zwemles ontvangt. Zou een van onze grootero gemeenten op een dergelijk feit, van zoo'n groot sociaabhygiënisdhe beteekenis. kunnen wijzen??? En dat alles danken wij dan aan het opbouwende werk, dat de N.V. de Sport fondsen verricht. Ongeveer 10 maanden geleden, zegt de heer S. B., kreeg de commissie ad hoe opdracht om zoo spoedig mogelijk plannen enz. te ver strekken aan den raad. De plannen zijn er waarom ontvangt de raad die dan niet? Waarom dan nog steeds getreuzeld?Waarop is het wachten? De jeugd wil zwemmen, de bevolking van Velsen-IJmuiden heeft be hoefte aan een douche-inrichting, velen zien. met ongeduld toe, opdat de Gemeenteraad een besluit zal nemen. En dat besluit? Wij tv/ijfelen niet of het zal een overdekte wor den op Sportfondsen-basis. Geachte redactie, ontvang onze oprechten dank voor de verleende plaatsruimte en met gevoelens van hoogachting, Uw dienstwilligen, F. c. G. DUVERGé, Vice-.voorz. R. RUTGERS, secr. Van de Commissie ter voorberei ding van de stichting eener Over dekte Bad- en Zweminrichting in de Gemeente Velsen. DE GASKAMER. Spaarndam, 21 Juli 1930. Mijnheer de Redacteur, gaarne wilde ik voor het onderstaande een plaatsje in uw^ geëerd blad. Bij voorbaat mijn dank. In uw blad van 21 Juli 1.1. komt een be richtje voor, betrekking hebbende op den gemeenteraad van Utrecht, die het plan heeft, bezwaren in te dienen, tegen het in richten van een gaskamer. Toen ik dit be richt onder het oog kreeg, viel het mij voor de zooveelste maal op, dat de burgerij zich voor deze kwestie zoo weinig interesseert. Ik vraag mezelf af, is het geen tijd, dat het volk toont, dat het van dergelijke vernieti gingsmethodes niet gediend is? Is het geen schande genoeg, dat de cultureele volkeren elkander in oorlogstijd op geraffineerde wijze afmaken? Moet ook in vredestijd het leven van ettelijke jongemannen op het spel gezet worden met het beproeven van verweer middelen? Wat zal er gedaan worden indien er slacht* offers vallen? Of zijn dit ook offers die het Vaderland vraagt? Gnzin! En nog eens onzin! Laat het Nederlandsche volik toonen, dat ze dergelijke strijdmiddelen niet wil! Men schermt met onze groote voorvaderen, die gestreden hebben voor de grootheid en vrij heid van ons Vaderland en dat wij hun voet sporen moeten volgen; maar doen we das, als wij mede beginnen met het vervaardigen van gifgassen? Zou de Nederlandsche re geering niet als een ster aan den Europee- schen hemel schitteren, als ze manhaftig stelling nam tegen het vervaardigeoi en ge* bruikmaken van dergelijke middelen? Men zal zeggen, ja maar alle andere landen doen het ook! Dan vraag ik u, burgers, als onze buren moordenaars zijn, moeten wij het dan ook worden? Neen immers! En dan nog, wat kan het Nederlandsche leger beginnen tegen een mogendheid als Engeland of Frankrijk, of Duitschland, niete immers. Dit nog buiten beschouwing gelaten, als een voerman een paard voor een wagen heeft dat onwillig is, en hij pakt het een weinig te hard aan, dan krijgt hij een bekeuring voor mishandeling. Maar nu vraag ikals een mensch in oorlogs- tijd bewerkt wordt met mosterd- of ander gas, zoodat hij soms weken, of maanden ligt te martelen, is dat geen mishandeling? Als dat onze plicht is, die het Vaderland van ons eischt, zou het dan maar niet beter zijn, dat wij nooit geboren waren? Komt menschen, laten wij toch de blind doek van onze oogen wegnemen, opdat wij den toestand klaar en duidelijk onder de oogen kunnen zien. Zegt het niet genoeg, dat de dienstplicht ingevoerd is door den groot- sten wereldveroveraar die er bestaan heeft, en wel Napoleon! Men roept zoo over het vrije Nederland, maar is men vrij? Als men een uniform aan heeft in oorlogstijd, heeft men tevens het monopolie tot 'moorden. En als de gaskamer, of de vestibule voor het kerkhof er is, zal de minister van Defensie dan ook opdracht geven tot het bouwen van gasvrije schuilplaatsen? Of moet ieder bewo ner daar voor zichzelf voor zorgen? Waartoe al dat nuttelooze weggooien van ettelijke millioenen? Zijn er niet genoeg weggesme ten in de achter ons liggende jaren? Alleen in de omgeving van Spaarndam 20 mil- lioen, en wat hebben we er aan? Niets, let terlijk niets! Zullen wij dan Gods water maar over Gods akker laten loopen? Neen en dui zendmaal neen! De heeren doktoren zoeken reeds jaren naar een afdoend middel, om de niets ontziende ziekte t.b.c., te bestrijden, wij roepen er allen ach en wee over, maar de grootste pestilentie dezer eeuw oorlogswaan zin, moeten wij die voort laten woekeren? Bedenkt burgers, dat deze niemand spaart! Klein of groot, arm of rijk, jong of oud, vrouw of man, allen zijn het oorlogsmonfrer welkom. En de vrouwen zijn de wezens, die lang niet het minste te lijden hebben. Men leze slechts de werken van Remarque, of Emil Ludwig of Ludwig Renn of Erichson. U zult vragen, wat kunnen wij er tegen doen? Ik geef u allen dezen raad: organiseert u en wel zoo spoedig mogelijk, mede in verband met de aanstaande Vlootwet. Zij die het fel ste stelling neemt tegen bovenstaande fei ten is de vereeniging: Algemeene Nederland sche Vrouwen Vrede Bond .Voor Heemstede en omstreken is het adres; Mevr. Meeter, Kce- diefslaan 64. Voor Spaarndam en omstreken T. J. de Rooy, Havenplein 33, Spaarndam. Als laatste woord roep ik u toe: Burgers van Nederland, ontwaakt«yoor het te laat is! T. J. DE ROOY, Havenplein 33, Spaarndam. VELSEN AANKOOP VAN GROND. B. en W. stellen den Raad voor, aan te koopen van de Ned. Dultsch Hervormde Ge* nieente bet kadastrale perceel Velsen, sectie H. no. 2266 ter grootte van 1.54 cA. gelegen aan het Kerkplein. De gemeente had bij de akte tot eigendomsoverdracht van „Velser- beek" het recht va nerfpaoht op dit perceel verkregen. Genoemd kerkbestuur is bereid, bedoeld perceel te verkoopen tegen een be* drag van f 40. SCHOOLGELDHEFFING BEWAARSCHOOL» ONDERWIJS. B. en W. stellen den raad voor vast te stellen een progressieve schoolgeld'heffing voor het gemeentelijk bewaarsciiool-onderwijs Voorgesteld wordt per maand en per kind te heffen een bedrag varieerende van f 0.03 tot l 5,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10