RUILRUBRIEK Postzegelrubriek NEDERLAND c Het verborgen Geluk. RAADSELS (Deze raadsels zijn Ingezonden Hoor Jongens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.) Iedere maand worden onder de ^jeste oplossers vier boeken verloot. AFDEELING L (10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Bloemenfee.) Zet achter een man, die een beroep uitoefent een water bij Amsterdam en ge krijgt iets, dat een sieraad aan den wand kan zijn. 2. (Ingez. door den kleinen Zee man). Mijn geheel is een spreekwoord van £1 letters. 9 3 6 23 6 zwemt in 't water. 8 21 3 is niet wijs. 13 30 5 12 is niet vierkant. 40 41 is een voertuig. 26 4 33 is een maand. 38 39 is geen neen. 37 30 34 is rond. 35 10 25 27 is niet koud. I 2 is een lengtemaat. 16 14 8 is een deel van de week. 32 19 2 8 is een boom. 28 29 36 27 4 11 is een beroep. 17 15 20 is een kleedingstuk. 6 7 8 is een deel van de week. 21 22 23 is een lidwoord. 24 25 26 27 28 29 30 31*32 is een deel van een hemd. 3. (Ingez. door Danseresje). Ik ben een Rubriekertjesnaam van 19 letters. II 12 4 1 heeft ieder noodig. 3 4 10 3 vindt men in de meeste huizen. 6 7 is niet uit. 4 5 2 18 is een meisjesnaam. 9 8 15 is niet dichtbij. 19 16 17 18 is een meisjesnaam. 13 16 17 18 is een verkorte meis jesnaam. 4 15 16 17 18 19 moeten we ver trouwen. 4. (Ingez. door Wipneusje.) Als ik van chocolade ben, lust je me graag. Als je me omkeert, lust je me ook graag. 5. (Ingez. door Wipneusje). Vanmorgen gaf moeder mij den kop van een kreeft, de middenmoot van een mug en de staart van een muis. Wat kreeg ik? 6. (Ingez. door A. B. C.) Ik best-a uit 10 letters en ben een keukenmeubel. 1 2 3 is onzichtbaar. 8 9 is groente. 4 9 7 woont in Finland. 6 2 1 noemt men wel spinneweb. 1 5 5 6 is niet helder. Sommige heeren dragen een 10 5 6. AFDEELING II. (Leeftijd 9 jaar en jonger) 1. (Ingez. door W. B. Z.) Ik ben een vreemd woord van 6 letters en ieder kind verstaat mij toch. 1 2 2 3 zegt men van eten. Als we een raadsel hebben, zegt inoeder 3 4. 3 4 wat is dat? 6 5 gebruikt de boer. En mijn geheel biedt een plaats yoor auto's. 2. (Ingez. door W. B. Z.) Ik ben wel in den morgen maar niet in den nacht, Ik ben graag goed geborgen, maar niet in de gracht. Ik houd van den vlinder, maar niet van de bij Ik zit wel daarginder, maar nimmer dichtbij. 3. (Ingez. door W. B. Z.) Verbor gen diernamen. a. Wij reden den zieke op een baar spoedig naar huis. b. In de drijfschaal lagen mooie Tozen. c. Gaat ge messen slijpen? d. Ik zal moeder roepen. e. Ik at gisteren snijboonen. f. Hij heeft meegelezen in zijn boek g. In Saloniki praten de menschen Grieksch. h. Een drup spiritus vervliegt da delijk (2) 4. (Ingez. door W. B. Z Kam- faadsel. abcdefgh Iedere tand bestaat uit 3 letters, a. is iemand die eten kookt, b komt van 't schaap, c. is een hoorn. d. Is een boom e. dient om vloeistoffen In te doen f. is een woord voor roem. g is een ander woord voor paard. h is een vorm van 't werkwoord ijzen. De rug van de kam noemt een plaats, waar boomen en planten ge kweekt worden. 5. (Ingez. door W. B. Z.) Met a gebruikt men mij om al lerlei te doen. Met e ben ik 't lichaamsdeel van een dier. Met eu ben ik een boom. Met ui ben ik een lichaamsdeel. Met o ben ik een dier. 6. (Ingez. door W. B. Z. Krulsraadsel. x x x x x een medeklinker, groeit op 't land. een vrucht. een stad, die we allen kennen, een werkwoord, een groot water - een medeklinker. Van boven naar beneden en van links naar rechts moet je dezelfde plaats lezen. De raadseloplossingen der vorige week zijn» AFDEELING I 1. Bergen. 2. Voetballer. 3. Katuil. 4. Goudelsje. 5. a. Omdat ze niet graag regen zien. b. Venlo. 6. Regenmaker. Raadseloplossingen Goede oplossingen ontvangen van: Kaboutertje Eigenwijs 4 Nanna 4 Karei I 6 Papavertje 6 Graaf Lode- «vijk 5 Katuil 5 Bloemenfee 6 Wenda 5 Vice Admiraal 6 Viooltje 5 De kleine Vogelvriend 6 De kleine Violist 6 Rozenknopje 6 De kleine Zeeman 5 Zwartkijkertje 6. GRAAF EGBERT, Rollandstraat 18, heeft 22 Roodbandpl. 2 pl Cara- velli, 1 Mecco bon, 2 Kamerpl. bon nen, l Adova bon, l ent. Spaarkas Franken, 5 Tieleman en Dros, 2 Ter- wee's bonnen. Hij had er graag voor terug Kwatta-sold., Turmacpunten, Paddenstoelenpl. Ruiltijd 45 's Za terdag 56. G. W. DE KORTE. Voorzorgstraat 12, Leidsche buurt, heeft Vechtpl. nrs. 12 35 40 48 53 59 73 81 84 85 94 109 129 137 139, IJselpl. 4 7 36 40 47 49 50 55 59 60 69 77 82 91 102 104 105 121 127 131 137 140 141 Langs de Zui derzee nrs. 7 10 17 25 30 31 33 53 59—61 71 74 75 91 100 101 107 114 115 120 123 124 133 136 Naardermeer 9 19 25 26 33—35, 43 49 50 52 53 56 58 60 62 75—77 91 93 95 98 100 106 107 112 115 119 120 122 131 133 142 Bonte wei nrs. 65 105 117. Verder Pleines- duivenpl. en 93 Roodbandzeeppl. Al deze wil hij ruilen tegen Bosch en Heide nrs. 1—10 12 14 15 17 18 21 24—26 28 29 36—38 41 43 44 48 50—53 55 58—61 63 67 72—80 82 85—91 102 107 109—111 114 117—120 144. Rood bandzeeppl. 3 tegen 1 Bosch en Hei de. verder heeft hij 100 Hakapunten en 32 Hillespaarb. 1 ent., 22 Hille- spaarb. 1.2 ent., Alles wordt ook ge ruild voor Dobbelmanpl. of Klaver- bladpl. (vogels). Ruiltijd Zaterdag 911 uur. ROTTE AARDAPPELEN Dat we stijfsel fabriceeren uit aardappels wisten jullie natuurlijk al lang, maar dat men ook uit rotte aardappelen dit nuttige product kon fabriceeren is zeker lang niet iedereen bekend. Een Duitsch pro fessor wist uit rotte aardappelen nog 60 pet. stijfsel te bereiden. Berichtje voor alle Ilabriekertjes. De volgende week zul je misschien vruchteloos zoeken naar je briefje en raadseloplossingen, ik neem dan een week vacantie. Alle raadseloplos singen vermeld ik dan in 't volgend nummer. Stuur ze me dus vooral, want in dat nummer maak ik ook de Raadselprijzen bekend. Daarin beantwoord ik ook alle briefjes. Mocht je me in dien tijd twee brief jes gestuurd hebben, dan krijg je ook twee briefjes terug. Wie zijn adres achter op de enveloppe, of onder het briefje zet, stuur ik een prentbrief kaart. Dan weten jullie meteen, dat uit 't oog niet altijd uit 't hart is. Ik wensch je allen verder nog prettige vacantiedagen toe met vooral een goede portie zonneschijn. Tot we- derziens! MEVR. BLOMBERG—ZEEMAN, Lochem, Frankenlaan 7. sa /0C /Sc /ac. /Se. /W/ Sc /a& /sc /ac /Sc. s//e /ró*-n~ /c c. I. Ofschoon de Nederlandsche zegels 5 jaar geleden reeds zijn behandeld, krijgen ze thans nogmaals een beurt. Het aantal rubrieken is .in dien tijd vertienvoudigd; het aantal verzame laars, dat zelf een album samenstelt, veel grooter geworden. Bovendien heb ik geregeld vraag naar vroegere be handeling. Daarom zullen we 't nog maals doen. in ditzelfde nummer van „Onze Jeugd'' kun je een beschrij ving vinden, hoe zelf een album van blanco papier samen te stellen. Kin deren, die niet zoo bedreven zijn in de teekenkunst, kunnen hun verza meling ook opzetten in een ruitjes schrift of klemband met geruite blaadjes. Dit teekent gemakkelijker, omdat horizontale en verticale lijnen zijn aangegeven. Voor hen, die een verzameling willen beginnen op te zetten, ls dit een gemakkelijke ma nier. De eerste uitgave van Nederland sche postzegels dateert van 1852. Het zijn ongetande zegels met de beelte nis van Koning Willem III naar rechts. De landsnaam is op deze ze gels niet aangegeven. Bovenaan staat 't woord ..Postzegel", onder de waar de. Deze zijn 5 cent (blauw), 10 cent rood) en 15 cent (oranje). Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.4 c M. In 1864 verschenen eenige getande zegels, wederom met de beeltenis van Koning Willem III naar rechts Df teekening is echter anders. De kop die grooter is dan bij de eerste serie staat in een omkranste ovaal, waar- ondei 't woord „Postzegel". De wapr- de staat nu bovenaan, terwijl de landsnaam weer niet is aangegeven. De waarden zijn weer 5 cent (blauw) 10 cent (rood) en 15 cent 'oranje). Grootte van de vakjes 2.3 bij 2.4 c.M. De volgende serie verscheen in 1867 in meerdere waarden. Hierbij staat de beeltenis van Koning Willem in naar links in een cirkel. In den bo venrand staat 't woord „Nederland" in den onderrand de waarde. Deze zijn: 5 cent (blauw). 10 cent (kar mijn), 15 cent (bruin). 20 cent (groen), 25 cent (violet) en 5z cent (goud). Grootte van de vakjes 2.8 bij 2.3 c.M. Gedurende 1869—70 verschenen penige lagere waarden in het zooge naamde wapentype. Hierop Is aan* gegeven het Nederlandsche wapen met lauwertak in een cirkel, waarbo ven den landsnaam en onder de waarde is vermeld. Het zijn 1/2 cent bruin), l cent (zwart), 1 cent (groen) 11/2 cent (rose), 2 cent (geel) en 2 1/2 cent (lila). Grootte van de vak jes 2.8 bij 2.3 c.M. Zie voor de indee ling 't schetsje. Bij 't aangeven der maten voor de vakjes is de eerste bedoeld voor de verticale, de tweede voor de hori zontale afmeting. Wie Iets te vragen heeft stuurt mij maar een berichtje. In deze rubriek zal dit dan beant woord worden. Rustenburgerlaan 23. HOE MAAK IK ZELF MIJN POSTZEGELALBUM? Voor vele kinderen is het verzame len van postzegels een aardige lief hebberij. Hebben ze wat zegels ver zameld, dan krijgen ze voor verjaar dag of St. Nicolaas een album om ze in te plakken. Een goed postzegelal bum is echter zeer duur, terwijl de meeste kinderalbums zóó onvolledig en vaak een paar jaar ten achter zijn, dat de kinderen er niets aan hebben. De zegels, die ze nu juist krijgen, worden vaak niet in het al bum aangegeven, zoodat ze hier of daar maar een plaatsje krijgen. Leg daarom zelf een album aan, daar heb je veel meer plezier van. Dit behoeft niet zoo uitvoerig te zijn en ook niet te kostbaar. Een blanco schrift kan al goede diensten bewij zen. Beschik je over ruimer midde len, dan koop je een dik schrift met harde kaft en nog mooier is, als je een klemband aanschaft, waarin je losse blanco blaadjes legt. Een mooi iets om op je verlanglijstje te zetten voor verjaardag of St. Nicolaas. Mis schien zijn er onder de abonné's die een gebruikt klembandje hebben lig gen, waar ze niets mee doen. Ik wil die gaarne aan den man brengen. Willen we 't netjes maken, dan teekenen we op elk blaadje een rechthoek met potlood of wie wat bedreven is in 't teekenen met trek pen en Oostindische inkt. Voor losse klemblaadjes in een klemband wordt de lijn in den rug iets verder van den kant af geteekend, omdat een gedeel te van het blaadje tusschen de band komt (Zie fig. 1) Hebben we alle blaadjes de namen van de landen, waarvan we postzegels hebben, op losse blaadjes is dit zeer gemakke lijk, omdat we die later kunnen schikken, zooals we willen. In een vast schrift moeten we dadelijk de plaats bepalen, wat iets lastiger is. We beginnen bijv. met ons eigen land en teekenen 1 c.M. van de bo- venlijn een strookje van pl.m. 1 c.M. breed (Zie fig. 2). We nemen het fa* midden tusschen de verticale lijnen en teekenen daar de middelste letter van 't woord, in dit geval de R. We teekenen nu naar achteren en voren de andere letters er bij en krijgen zoodoende den naam altijd in 't mid den. Met de andere landen doen we evenzoo. Het gemakkelijkste en mooi ste is de letters in blokvorm te tee kenen. Wijs mij den weg naar Uw hoofdman Edelhart! riep Falkon nu opgewonden, hem zal ik vragen welk geheim er in dit kasteel verborgen is. Van hem wil ik hooren waarom gij zoo scherp de wacht houdt voor een burcht die onbewoond is.... Zeg het, vraag ik U, waar is Edelhart te yinden? Edelhart zal U niets van dit kasteel vertellen wees daar verze kerd van, maar hij zal U gaarne ont vangen en spreken, want hij is zoo- Els zijn naam luidt: ni. edel van hart! Loop hier recht uit het land in en klop drie maal op den stam van den jeersten boom dien ge ziet! Denk er Eanklop met Uw rechterhand Met een vaartje verdween Falkon In de richting van het bosch. Dat zou hij hebbenEen gesprek met een kabouter-koning. Hij liep wat hij kon en een paar minuten later reeds stond hij voor een kolossalen eiken boom. Vroolijk hief hij de rechter hand op, balde zijn vuist en klopte driemaal vlug achtereen tegen den stam. Het kloppen hoorde hij niet eens, maar binnen in den boom scheen men het wel gehoord te heb ben, want opeens ging de stam open en hoorde Falkon een stem roepen, die hem aankondigde dat hij kon binnentreden. Nieuwsgierig stapte Falkon den donkeren boom ln. Dade lijk sloot de stam zich weer achter hem en op hetzelfde oogenblik werd het binnenste van den eik door hel der lampensohijnsel verlicht. Komt gij voor koning Edelhart? hoorde Falkon uit de diepte roepen. Jawel, antwoordde hij. Daal dan langs den trap af, luidde het bevel en oogenblikkelijk daalde Falkon een trapje af, dat hij voor zich zag. Langer dan hij dacht duurde zijn tocht naar het binnen ste der aarde maar eindelijk stond hij weer ergens op den grond en nu zag hij dat hij in de vestibule van een schitterend paleis stond. Een kleine kabouter, zeker nog jeugdig, beduidde hem dat hij volgen moest en razend nieuwsgierig liep hij het mannetje na Zoo bracht men hem voor Edel hart, die vreeselijk bleek was en stokoud. Vol eerbied voor den klei nen, doch zeer waardigen grijsaard boog Falkon diep. Hij waagde het niet te spreken Edelhart hief langzaam de rech terhand op en keek streng de zaal rond. Op hetzelfde oogenblik verlie ten al de ministers die eerst om zijn stoel gestaan hadden, alsmede de bode die Falkon gebracht had, het vertrek en was de koning met zijn bezoeker alleen.... Wat wenscht Nauwelijks had Edelhart deze woorden over de lippen of hij hield met spreken weer op. Zijn gericht werd zoo mogelijk nog bleeker dan het reeds was en rond rijn oogen kwamen blauwe kringen. Een on macht scheen hem te bevangen Hevig verschrikt sprong Falkon op den koning toe en zachtjes sloeg hij zijn armen om den ouden kabou terDe koning hief bevend het hoofd op en met een vertrokken mond fluisterde hij haastig. Het verborgengeluk.... ln het kasteelbewaken! Daarna zakte zijn hoofd op zijn borst en scheen hij zich aan den dood over te geven Help, schreeuwde Falkon hevig ontdaan en op hetzelfde oogenblik renden de ministers weer de zaal binnen Help, schreeuwde Falkon hen toe, Uw koning sterft! Maar geen hulp kon hier meer ba ten. Nog eenmaal hief de koning rijn hoofd op en daarbij wees hij met zijn scepter naar Falkon. Toen stierf hij De ministers bogen nu diep voor Falkon en zeiden: Gij zult voortaan onze koning zijn. Edelhart heeft dit gewild! En Falkon begreep dat Edelhart daarom met den scepter naar hem gewezen had, maar natuurlijk wist hij niet, dat de kabouterkoning dat slechts deed omdat hij het geheim verraden had. Slechts die het geheim kende mocht zijn opvolger zijn, niet waar! Toen, de hoofdman Edelhart be graven was en de treurtijd voorbij raakte begaf koning Falkon zich ein delijk eens in het kasteel. Hij wilde het verborgen geluk, dat hij bewaken moest zien. En hij werd de eerste mensch op aarde die het vond. Wat denkt ge dat het was? Een boekje, dat in 'de verlaten troonzaal op een tafel lag. Er stond in geschreven: Wie steeds tevreden is, zal steeds gelukkig zijn! En Fal kon begreep, dat als dit boekje zoo streng bewaakt werd het dan ook werkelijk een schat moest zijn. Hij besloot den raad op te volgen en hij werd tevreden met zijn positie bij de kabouters enhij leefde voortaan volmaakt gelukkig En toen ook hij eenmaal ging ster ven heeft hij het geheim verklapt, zoodat wij nu allemaal weten: Wie steeds tevreden is zal steeds gelukkig zijn! Knipperdolletje. door 12) W. B.—Z. „Gaat Keesje dan even slapen?" vroeg Maartje, terwijl ze Kees maar vast in haar armen nam en hem de steile trap opdroeg naar den zolder. Kees verzette zich niet en toen Maartje hem in 't groote ledikant neerlei, sloten zijn oogjes zich dade lijk. Vlug liep Maartje naar beneden om tante Greet te helpen. Geen kwartier later kwamen Jan, Gerrit en Bram binnenstuiven. „Bennen we op tijd?" vroeg Jan, die de oudste was. „Waar is Anneke?" vroeg Moeder, toen ze de drie zag zonder hun zusje. „Ze haalt vader van de fabriek," vertelde Gerrit. „Dan maar allemaal gauw naar de keuken en je eens flink wasschen," commandeerde moeder. Kleine Bram, die nog maar net naar de groote school ging, beurde zijn dik({Jblozend snuitje op om van moeder pén kus te krijgen. „Dag mijn kleine oliebol," zei moe der, terwijl ze Bram op beide wan gen kuste. „Heb moeder gehuild?" vroeg Bram met verdrietig stemmetje, terwijl hij met zijn groote blauwe kijkers in moeders oogen blikte. „Welnee, mijn kereltje," jokte tante Greet. Niemand en haar kinderen aller minst mochten weten, hoe blijde Jeugddagen yoor haar opdoemden, nig. „Muizende poesjes miauwen niet," zei vader. 't Mocht met de kinderen al zoo zijn, Oom Theo, hoe vroolijk hij zich ook voordeed, had dadelijk opge merkt, hoe zorgelijk zijn vrouw er uit zag. 't Maakte hem stil. En tan te Greet deed haar best om droeve gedachten te onderdrukken. Er werd nu immers weer verdiend. Ze waren toch allen gezond en ze bezaten elkaar. Onwillekeurig keek tante Greet naar de overzijde, waar Maar tje zat. Maartje, die eten kon voor twee, zat nu haar aardappels en 't beetje groente telkens en telkens weer fijn te maken. Tante Greet begreep, dat ze aan Maarten dacht. Maarten, die halfwijze jongen, die zich door kleinen Kees nog op zijn kop liet ritten. Maarten, die eigenlijk maar één ding goed kon en dat was eten, altijd maar eten. Tante Greet was blij, dat die slokop uit hun armelijke woning verdwenen wa-«- Hoe 't mogelijk was, dat Maartje zooveel van dat onwijze broertje kon houden, was onbegrijpelijk. Maar 't was zïoo. En tante Greet voelde me delijden met Maartje om haar groot verdriet. HOOFDSTUK 7. Een gezellige theevisite. Grootmoeder had eerst allerlei be denkingen gehad, toen Mies was thuis gekomen met de uitnoodiging van vrouw Veris om Zondagmiddag met den auto grootmoeder te komen halen. De rheumatische aandoenin gen bleven ook maar aanhouden. Toch hield grootmoeder zich goed tegenover Mies. „Tobben en klagen geeft nooit er gens voor. Maar wie ziek is moet huis blijven," zei Oma. Mies vroeg stilletjes aan dokter Bos, of Oma Zondag beter zou zijn? „Met zoo'n goede verpleegster is er wel kans op," antwoordde de dokter. En werkelijk Mies zorgde voor grootmoeder, zoo goed als ze kon. Haar liefste werkje was: boodschap pen doen. In de winkels kende men Mies al van vorige keeren. Nu werd de kennismaking hernieuwd, vooral ook omdat Mies altijd van groot moeder de boodschap meekreeg: Haast je maar niet, 'k rit nergens verlegen om. Daarom kwam Mies bij den kruidenier ook ln de huiska mer, waar ze een gezellig babbeltje maakte en bij den bakker in 't op kamertje, waar ze vaak een warme bolus opsmulde. Als ze 't aan grootje vertelde, zei grootmoeder lachend: 'k Ben er blij om, kind. 't Spijt me genoeg, dat ik je nu geen pleziertje aan kan doen. (Wordt vervolgd.) terwijl ze hefc eten bereidde en haar armoedig huisvertrek een beetje ge zellig trachtte te maken. ,.Zal ik Brammetje eens lekker schoon wasschen?" vroeg Maartje, terwijl ze den bonten handdoek al onder de kraan nat maakte. „Waar is Maarten nu?" vroeg de twaalfjarige Jan. Maartje vertelde, dat ze hem met die mevrouw had weggebracht. „Als 'k straks van school ben. wil ik ook wel bij een boer werken," zei Jan. „Als je voor niets naar de Am bachtsschool mocht, lijkt me dat toch verstandiger," mengde moeder zich in het gesprek. En ze vervolgde: „Jongen, leer zoo lang als je kan." „Daar heeft je moeder gelijk in," klonk vaders stem. Allen keken blij op. „Dag vader," klonk het door elkaar. „Dag oom Theo", zei" Maartje. „Zoo moeder en kinders. Ik heb trek en jullie?" „Wij ook," klonk 't in koor. „Dan maar gauw aan tafel," noo digde moeder. Een groote schaal met dampende aardappels stond reeds gereed. Maartje was reeds bezig de groente op te scheppen. „Kon er geen stukje spek vandaag overschieten?" vroeg vader tersluiks aan zijn vrouw. „Ik dorst 't er niet af te nemen. Jan moet zoo noodig een nieuwe blouse hebben en Anneke heeft geen heel paar schoentjes meer." „Dan maar geen spek vrouwtje, 't kan zoo ook wel," zei vader, gpoedig hoorde je maar heel wei Mijn Herbarium. We zullen nu enkele planten be handelen. die we nog al eens in onze slooten aantreffen. De gele lisclh kreeg reeds een beurt. Zwanenblocm (Butomusumbellatus). Zie fig. l fam. Waterweegbreeachti- gen (Alismaceeën) Een echte waterplant, die aan de kanten van allerlei slooten of in moerassen algemeen voorkomt. De bladen staan aan d&n voet van den stengel; de bloemen bij vele tegelijk aan den top van den ronden stengel. Schijnbaar staan ze in een scherm. Kelk en bloemkroon zijn 3-bladig, roodachtig donkerder geaderd. Bloei tijd Juni-Augustus. Pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) Zie fig. 2 fam Waterweegbreeachti- gen (Alismaceeën) Wat onze belang stelling wekt. Wie van jullie deze vacantie naar Duitsch land gaan en misschien ook in Mainz komt, moet daar eens een kijkje gaan nemen in 't Museum. Daar zie je de eerste drukletters en drukproeven, ook den eersten Bijbel in druk. De Duitschers beweren, dat niet Laurens Coster, maar Guten berg de uitvinder der Boekdrukkunst was. Dit museum bevat volledige drukkerijen uit den tijd van Guten berg. Maar eerlijkheidshalve liggen er ook de eerste drukproeven van Lourens Coster, 't Is wel opmerkelijk, dat Gutenberg en Lourens Coster tijdgenooten waren en ze ongeveer tegelijkertijd de boekdrukkunst heb ben uitgevonden. Houdt de poesjes in eere! In de Vereenigde Staten is in bijna ieder postkantoor een poes, die door de regeering wordt onderhouden. Dit is noodig om de muizenplaag tegen te gaan. Brieven noch pakketten zijn voor dit gedierte gevrijwaard. De overeenkomst tusschen het zonnige Venetië en het koude Stock holm is, dat ze beide op eilandjes zijn gebouwd. In Munchen is een tehuis opge richt voor piccolo's en lager hotelper soneel. Paul Wittgenstein, die door de radio in Duitschland verschillende piano-voordrachten heeft gegeven, mist zijn linkerarm. Deze is afge schoten in den wereldoorlog. Groote componisten als Strauss en Korngold hebben speciale concerten voor hem geschreven. Een algemeen voorkomende plant in onze slooten. De bladen staan aan den voet van den stengel, zijn lang- gesteeld, toegespitst, pijlvormig. De bladstelen evenals de stengel drie kantig. De bloemen vormen een tros, bestaande uit driebloemige kransen, De drie bloemkroonbladen zijn wit. Bloeitijd Juni-Augustus. Kalmus (Acorus calamus) Zie fife. 3, fam. Aronskelkachtigen (Araceeën) Een plant, die langs de Leidschevaart veel voorkomt. De bladeren gelijken veel op die van de lisch, doch zijn er van te onderscheiden, doordat de eene zijde van het blad een weinig gegolfd is. In den grond heeft ze een horizontalen wortelstok, die een ster ken aromatischen reuk verspreidt. De stengel is platgedrukt, op de eene zijde scherp kantig, op de an dere een groef, waaruit de bloeikolf te voorschijn komt, terwijl de sten gel zich schijnbaar voortzet. Duide lijk waarneembare bloemen heef ft deze plant niet. Bloeitijd Juni-Juli,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14