LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
Wat ik in mijn kritieken doorgaans verzwijg.
Fouten van het Dilettanten-Tooneel.
Nïeows uit Indië.
UIT DE PERS
MELK-DISTRIBUTIE.
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 31 JULI 1930
Met een trouw lezer van mijn kritieken,
die ook dikwijls zelf in een dilettanten-club
komedie speelt., sprak ik onlangs over het
liefhebberij-tooneel en de kritiek. Hij was
van meening. dat het oordeel over dilettan
ten in het algemeen te zacht was. ..Waar
om", zoo vroeg hij mij, „verzwijgt de kritiek
zoo vaak fouten, die zij toch ook zeker ge
hoord of gezien heeft? Kritiek wordt toch
gegeven, opdat wij, spelers, er iets van zullen
lecren!"
Herhaaldelijk heb ik deze theorie door di
lettanten hooren verkondigen en daarom
kom ik er in een. afzonderlijk artikel eens op
terug. Het is een absoluut foutieve meening,
dat de kritieken zouden worden geschreven,
„opdat de spelers er iets van zouden lecren''.
Een criticus is geen onderwijzer en een kri
tiek mag nooit zooals een crltisch ver
slag van een jury in een wedstrijd een
droog verslag van de fouten en de deugden
van een voorstelling worden. De dilettanten
vergeten al te zeer. dat een criticus niet uit
sluitend schrijft voor de enkele dames en
hoeren, die gespeeld hebben, zelfs niet alleen
voor het publiek, dat de voorstelling heeft
bijgewoond, maar ook voor de lezers, die niet
in den schouwburg zijn geweest. De laatsten
zullen zelfs altijd ver in de meerderheid zijn.
Een criticus moet zooals trouwens elke
dagbladschrijver in de eerste plaats ervoor
waken, nooit vervelend te worden en dat ge
vaar zou hij al heel gauw loopen, wanneer hij
te veel in détails zou afdalen. Dat is wel de
voornaamste reden, waarom ik in mijn kri
tieken zoo dikwijls fouten verzwijg, die enkel
voor de uitvoerenden van belang zijn. Maar
het kan misschien zijn nut hebben voor de
dilettanten om te weten, welke die fouten
meestal zijn. Het is ditmaal dus speciaal voor
de spelers, dat ik dit artikel schrijf.
Daar is in de eerste plaats de uitspraak
van de Nederlandsche taal, die bij sommige
Haarlemsche dilettanten nogal wat te wen-
schen overlaat. Over het algemeen behoeven
wij over de duidelijkheid van het spreken bij
het liefhebberijtooneel niet te klagen.
Het is zelfs merkwaardig, dat de dilettan
ten in onze schouwburgen doorgaans beter
zijn te verstaan dan de beroepsspelers. Dit is
echter maar een heel betrekkelijk compli
ment. De meerdere duidelijkheid bij het
spreken van dilettanten komt voorname
lijk door het veel langzamer tempo
dat zij doorgaans nemen Liefhebbers
durven of kunnen zich niet zoo laten
gaan als de menschen van het vak, ze zijn
veel voorzichtiger en beheerschen daar
hun voorstellingen bijna ..premières"
zijn.-^ ook niet voldoende hun tekst om in
een zeer vlug vlot tempo te spreken. Zij
trekken en slepen dikwijls op een irriteeren-
de manier! Dat langzame tempo is wel een
van de meest voorkomende fouten op dilet
tanten-voorstellingen en de betere verstaan
baarheid, welke er een gevolg van is, mag
dus niet als een al te groote deugd worden
geroemd.
Er is nog een tweede reden, waarom de
dilettanten gemakkelijker te verstaan zijn
dan de acteurs en actrices. Zij spreken
meestal op eenzelfde toonhoogte en dan
doorgaans nog veel te hard en wagen
zich niet om stemming te wekken aan
zacht spreken, nog minder aan fluisteren
op het tooneel. Ik wil hier natuurlijk aller
minst het onverstaanbaar geprevel van
velen onzer tegenwoordige beroepsartisten tn
bescherming nemen, maar de dilettanten
zullen toch verstandig doen niet al te veel
waarde te hechten aan de deugd van hun
betere verstaanbaarheid, omdat die tenslotte
meestal uit gebreken van innerlijkheid van
dictie en van een te traag tempo voort
komen.
Maar een bepaald gebrek van de dilettanten
niet alleen van de Haarlemsche is de
over het algemeen zeer slordige uitspraak
van het Nederlandsch. Natuurlijk zijn er uit
zonderingen en wordt er in de eene club be
ter gesproken dan in de andere, maar bij
de meeste vereenigingen kan men toch on
middellijk hooren of zij uit Amsterdam, Rot
terdam, Den Haag of Haarlem komen!
„Haarlemsch" is heel iets anders dan zuiver
Ilollandsch en wij hooren dat te veel op ons
tooneel! Dat is een der vele fouten, welke ik
geregeld verzwijg. Ik zou de meeste kritieken
in den trant van Cat-o die meende dat
Carthago verwoest moest worden kunnen
eindigen met de woorden: „En verder ben ik
van meening, dat er op het tooneel zuiver
Hollandsch gesproken moet worden!"
En er is geen enkele vereeniglng zelfs
de beste niet waarin de spelers ook
al weer op een zeer enkele uitzondering na
phonetisch zuiver spreken. Ik zou zelfs
verschillende dilettanten en ook al weer
beroepsspelers kunnen opnoemen, die be
paalde spraakgebreken hebben. Het heeft
natuurlijk geen zin op deze gebreken in de
kritieken telkens terug te komen; het zou
en voor de betrokkenen èn voor mijn lezers
vrij vervelend worden, Maar wanneer het de
dilettanten ernst was het dilettantentooneel
op een werkelijk hoog peil te brengen, dan
zouden velen ik heb dit vroeger al meer
geschreven moeten beginnen met spraak
les te gaan nemen.
Laat de uitspraak van het Hollandsch dik
wijls reeds veel te wenschen, met de vreemde
woorden hebben sommige dilettanten nog
meer moeite.
Het is van iemand, die nooit vreemde talen ge
leerd heeft, moeilijk te verwachten, dat hij
Fransche of Engelsche woorden in de per
fectie uitspreekt, maar men mag toch ver
langen, dat hij wanneer hij ze op het
tooneel moet zeggen althans eenige
moeite doet om te weten te komen, hoe die
woorden ongeveer moeten worden uitgespro
ken.
Van een onzer beroemdste tooneelspelers
was bekend, dat hij bij lezing van een nieuw
stuk altijd toevallig een hoestbui kreeg op
het oogenblik, dat er in zijn rol een vreemd
woord voorkwam, waarvan hij de uitspraak
niet wist. Maar zoodra de eigenlijke repetities
begonnen had hij met dat woord geen moeite
meer; hij zorgde wel, dat hij dan wist, hoe
het uitgesproken moest worden.
Ditzelfde behalve dan do hoestbui
mogen wij van onze tooneeldilettanten toch
ook eischen. Het is herhaaldelijk gebeurd
ofschoon het gelukkig tegenwoordig veel
minder voorkomt dan vroeger dat ik naai
de beteekenis van een vreemd woord moest
raden, zoo onmogelijk als het werd uitge
sproken.
En het zijn volstrekt niet uitsluitend de
extravagante woorden, waarover sommige
dilettanten struikelen. Om maar eenige voor
beelden te noemen: het woord „tram" hoorde
ik op het tooneel zelfs niet alleen door
dilettanten herhaaldelijk verkeerd uit
spreken, tram met een a inplaats van
trem het woord „manie" krijgt zeker van
de tien keer, dat het wordt gebruikt vijf keer
den klemtoon op de eerste, instede van op de
tweede lettergreep, petroleum wordt maar al
te dikwijls op het tooneel uitgesproken als
„petrolëjum" en ik hoorde zelfs onlangs
iemand spreken van een afternoom teja"!
Al die fouten zijn op zich zelf heel ver
klaarbaar, maar zij zouden niet worden be>
gaan, als de spelers of de regisseur zich
eens de moeite hadden gegeven om de juiste
uitspraak te weten te komen. Het is een ge
lukkig verschijnsel, dat de spelleiders in den
laatsten tijd merkbaar meer moeite doen dan
vroeger voor een zoo goed mogelijke uftspraak
van de vreemde woorden door de spelers,
maar er kan toch op dit terrein nog heel
wat worden verbeterd. Wanneer men op het
tooneel altijd zuiver en correct sprak laat
men voorloopig maar met het gewone Hol
landsch beginnen dan zou en dat niet
alleen bij dilettanten-voorstellingen al zeer
veel gewonnen zijn.
(Slot volgt).
J. B. SCHUIL.
KINDER-KOMEDIE.
De Klok sloeg twaalf naar het Engelsch
van W. H. Graham—Robertson door M. C.
Schroder-Van Gogh. (Dilettanten-Tooneel,
onder redactie van G. Nolst Trenité. Uitg.
H. D. Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem).
In den tijd, toen Charivarius door zijn
betrekking meer ïn contact kwam met jon
gens en meisjes en hij herhaaldelijk de lei
ding op zich nam van voorstellingen op de
scholen, heeft hij steeds het gemis gevoeld
van tooneelstukken, geschikt voor de jeugd.
Het is daarom niet te verwonderen, dat hij
in het onder zijn redactie staande dilettan-
ten-tooneel een zoo groote plaats inruimt
voor het jeugd-tooneel. Zelf is hij voorge
gaan met zijn zoo uitstekend geslaagd „on
mogelijk spel van de school, Het Nieuwe
Systeem". Van Willy Warnaars publiceerde
Charivarius haar indertijd voor Avadia
geschreven Hoog Bezoek, een blijspelle
tje met uitsluitend meisjesrollen en van J.
G. L. Nolst Trenité „Buiten Werken", een
stukje, dat jaren geleden door Utrechtsche
studenten werd gespeeld. De voortreffelijke
kinderstukjes van II. G. Cannegieter zoo-
aLs Jan Altijd Tevreden, De Ring van den
Hertog. De Nachtegaal van Bergambacht en
Zeven katten op het Dak die alle de pre
mière op een Haarlemsche of Bloemendaal-
sche school hebben beleefd, verschenen ach
tereenvolgens in Trenité's serie en nu intro
duceert hij tooneelstukjes voor de jeugd van
den heer en mevrouw Schroder, van wie
eerst het in deze rubriek reeds besproken
„De Nieuwe Kleeren van den Keizer"
door P. H. Schroder bewerkt naar het
sprookje van Andersen werd uitgegeven
en thans „De Klok sloeg twaalf", een door
mevrouw M. C. Sehröder-Van Gogh naar
het Engelsch bewerkt tooheelspelletje.
Het is wel opmerkelijk, dat bijna al deze
tooneelstukjes door Haarlemmers zijn geschre*
ven of op Haarlemsche scholen voor het eerst
werden opgevoerd. Moeten wij hieniit
de conclusie trekken, dat door de Haarlem
sche jeugd meer komedie wordt gespeeld
dan in andere steden, of zou de persoonlijke
bekendheid van de schrijvers met Nolst
Trenité de oorzaak zijn, waarom bijna xiit-
sluitend stukken van Haarlemmers in deze
jeugdserie voorkomen? Maar hoe dan ook,
de heer Trenité komt met het publiceeren
van deze kindertooneelstukjes aan den wensch
van velen tegemoet .omdat geschikte tooneel*
spelletjes voor de jeugd nog altijd zeer
schaarsch zijn.
Het ons thans ter beoordeeling gezonden,
door mevrouw Schrodervan Gogh bewerkte
stukje is blijkbaar bestemd voor oudere
jongens en meisjes. De eischen. welke de op
voering van dit stukje stelt aan belichting
het tooneel moet nu eens donker en dan
weer gedeeltelijk of geheel verlicht zijn, ter
wijl tegen het slot zelfs met schijnwerpex-s
gewerkt moet worden maken het noodig,
dat men over een behoorlijk tooneel beschikt.
En ook van de opvoerenden vergt „De Klok
sloeg Twaalf" vrij veel, want het is aller*
minst gemakkelijk om te spelen. Wanneer het
niet precies en zuiver in de sfeer wordt ge
speeld is het al heel gauw mis.
Het stukje verraadt zoowel door den '".1-
loog als den inhoud dadelijk zijn Engelschen
oorsprong. De toon, zoowel als de humor in
dit tooneelspelletje zijn typisch Engelsch.
„De klok sloeg twaalf" geeft het sprookje
van de tooverfee, die komt in een kring van
kinderen, die het vroeger financieel zeer goed
hebben gehad, maar nu in een armoedig ge
meubileerd huisje moeten wonen. Alle wen
schen van Bilinda, het jongste meisje, wor
den vervuld, maar als al het verlangde wer
kelijkheid geworden is weten de kinderen
niet, wat zij moeten doen om het weer zoo
spoedig mogelijk ongedaan te maken.'Want
het oudste meisje Mira voelt zich in de
door Bilinda gevraagde japon vol edelsteenen
en diamanten dood-ongelukkig, Jaantje, de
oude dienstmaagd, ziet er uit als een oude
vogelverschrikker en de gouden koets op de
straat, die Mira als in het sprookje van As-
schepoes zal afhalen, verwekt zulk een volks
oploop, dat de politie er zelfs bij te pas moet
komen. Het is voor de kinderen een uitkomst
als de klok 12 heeft geslagen en daarmee de
betoovering is geëindigd. Zij dansen van lou
ter vreugde, wanneer Mira haar gewone een
ÏNGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
FOTOGRAFISCH ATELIER „RICHE"
Gr. Houtstr. 169 I Moderne Dames-
T.i. 13472 - Haarlem I en Heerenportretten
voudige jurk weer aan heeft en de gouden
koets met zijn aanhang is verdwenen.
Men ziet het, de inhoud is kinderlijk ge
noeg, maar de dialoog is daarmee nog al eens
in strijd. Die is evenals de uitwerking
heel amusant, soms zelfs geestig, maar niet
altijd in den toon van het kind! En zieker
niet van het Hollandsche kind! Wanneer zij
het bijvoorbeeld hebben over een tante, die
bij hen verwacht wordt en op wie zij een
aangenamen indruk willen maken, zegt- Mira,
het oudste meisje: „Van den aandoenlijken
kant bekeken, zou het natuurlijk beter zijn,
als we weezen warenwaarop een zusje haar
in de rede valt met: „Dat kunnen we niet
klaar spelen!" en Mira weer antwoordt met:
„Nee, dat gaat niet, als je heele hebben en
houwen bestaat uit een paar kerngezonde
oudex*s!"
Dat is een typisch voorbeeld van Engel
schen humor. Van zulke voorbeelden is dit
stukje vol! En het ver-Hollandschen zoo
als met die voor kinderen vrij onbegrijpelijjke
aardigheid van den dominee van Urk en den
Haarlemschen homoeopaath maakt die
grappigheid nog niet Hollandsch.
Overigens is het stukje heel levendig ge
schreven en zit het ook vol aai'dlge effecten!
Zoo is het gesprek tusschen de fee en de
moderne kinderen zeer grappig gevonden. Bij
een verzorgde en goed geleide vertooning zal
dit tooneelstukje het dan ook zeker wel doen.
J. B. SCHUIL.
AANWINST VOOR HET MUSEUM KAM.
Het museum Kam is naar de N.R.Ct. meldt,
dezer dagen door schenking in het bezit ge
komen van een Romeinsche grafkist, welke
kortgeleden werd gevonden in den tuin -van
den heer A. Rutgers van der Loeff te Nij
megen, op welk terrein ook vroeger verschei
dene Romeinsche grafvondsten gedaan zijn.
De kist was met verbrande beenderen ge
vuld, waartusschen een balsamarium lag
van blauwgroen glas.
De vondst zau dateeren van 4080 jaar na
Chr.
De kist is om haar bijzonderen vorm een
belangrijke aanwinst voor het museum. De
regeering heeft aan den heer Rutgers v.d.
Loeff, die haar aan het museum schonk, haar
dank betuigd.
INDISCHE ARGUMENTATIE.
VERGIF IN HET ETEN.
VAN DE DADERS NIETS TE VINDEN.
Aneta seint uit Medan:
Zaterdagavond traden bij den administra
teur van de rubberonderneming Kwala Kra-
poh van de Asahan Cultuur Mij. te Medan,
A. baron von Griesheim en diens echtge-
noote na afloop van het avondmaal vergif
tigingsverschijnselen op. De boy en de kokki
bekenden „obat" (medicijn, hier vergif) in
het eten te hebben gemengd op aandringen
van een mandoer en 5 koelies, om zoodoen
de den administi'ateur te "bewegen den man
doer tot hoofdmandoer te benoemen. Allen
zijn gearresteerd. De slachtoffers zijn bui
ten levensgevaar.
DE REGEERING EN DE VADER-
LANDSCHE CLUB.
EEN NADERE VERKLARING VAN
DEN HEER FRUIN.
In den Volksraad heeft de heer R. A. A.
Fruin (P.E.B.) zijn nadere verklaring afge
legd omtrent het antwoord van de regeering
op zijn vragen betreffende haar staxxdpunt
ten opzichte van het lidmaatschap van ambte*
naren van de Vaderlandsche Club. Spx-eker zei
daarop maar één antwoord te hebben, dat
is, dat hij zich vair elk antwoord onthoudt.
Hij verwees naar wat andere sprekers, in
het bijzonder de heer Suermondt ten gunste
van de V. C. gezegd had en constateerde
dat het antwoord van de regeering sterk af
wijkt van de wijze, waarop zij axideren plqegt
te behandelen.
De andere sprekers, de heeren Van Iïels-
dingen (C.S.P.) en De Hoog (I.E.V.) haddexx de
regeering hetzelfde verweten, terwijl de
kwestie er een van de partijen onderling was
genoemd. De heer J. E. Stokvis, (I.S.D.P.) had
het antwooi'd van de regeering toegejuicht.
Een vex'dienste achtte spr. het, dat de land
voogd bij de reactie nog altijd hevige ont
stemming wekt.
Wat gebeurt er met den heer Fruyticr?
Naar aanleiding van het bericht dat een
der voor een commissie van onderzoek ge-
daagde luitenants, de heer H., ingevolge den
overval op Cux-acao ongevi'aagd ontslag ge
kregen heeft, schrijft de pax-lementsredacteur
van Het Volk o.a. liet volgende:
„Wij nemen deze gelegenheid te baat om
nog eens de aandacht te vestigen op de
vraag wat minister Verschuur met den oud
gouverneur Fruytier zal doen. Deze is nog
niet weder bij de Arbeidsinspectie werkzaam
gesteld. Men weet, dat de Eerste Kamer den
bewindsman destijds gedwongen heeft, af te
zien van een voorgenomen plaatsing van
ir. Fruytier te 's-Gravenhage, welke plaat
sing een schromelijke bevoorrechting zou
zijn geweest. Tot op dit oogenblik is ir. Fruy
tier in het geheel nog niet weder bij de Ar-
beidsiixspectie werkzaam gesteld en men zou
licht den indruk kuxxnen krijgen dat de mi
nister van zijn geheele voornemexi in dit
opzicht heeft afgezien. Toch schijnt dit
geenszins het geval te zijn. Zelfs zijn wij er,
na hier en daar poolshoogte te hebben geno
men, niet zeker van, dat de minister met
een werkzaamstelling van ir. Fruytier bij de
Arbeidsinspectie zal wachten, tot het Hoog
Militair Gerechtshof de zaak van den com
mandant Borren zal hebben onderzocht. Bij
het ondei-zoek van deze zaak zal ook de rol
van ir. Fruytier wel in t geding komen. Uit-
De melk-verbruiker mede oorzaak van den bestaan-
den kleinhandelsprijs. Onder de bestaande toestanden
normede prijsvorming.
Het onderzoek naar de fouten, welke kle
ven aan ons huidig distributiestelsel vox'dert
slechts zeer laixgzaam. Daarvoor zijn tal vaxx
factoren aan te geven, welke hier evenwel
onbesproken kunnen blijven. Met vreugde
moet men dan ook rn.i. iedere ernstige po
ging volgen, die ons weder een stap verder
in de richting brengt van een nauwkeurige
analyse van al de ondei'deelen van het be
staande distributiesysteem. Kort geleden is
in 's-Gravenhage het resultaat bekend ge-
worden van een onderzoek naar de melk-
distributie der aldaar bestaande Contact-
Commissie, de bekende Commissie-van-sa-
menwerking tusschen de 's-Gravenhaagsche
Winkeliersvereeniging en de afdeeling
's-Gravenhage der Nedei'landsche Vereeni-
ging voor Huisvrouwen! Hoewel ik van mee
ning ben, dat een onderzoek ais dit, waar
over ik in het onderstaande den lezer het
een en ander zal mededeelen, niet behoort
uit te gaan van een Contactcommissie in
Haarlem bestaat er ook een zijn de re
sultaten m. i. van zooveel belang, dat zij in
ruimen kring verspreid moeten worden.
Het Haagsche onderzoek betreft dus de
melk-distributie. De Contactcommissie
wendde zich voor haar ondei-zoek tot de Ver-
eeniging van Handelaren en grossiers van
melk, het Bestuur der Haagsche melkveiling
en de Directeuren der groote melkinrichtin
gen, zoomede den Directeur van de Vereeni-
ging voor Zuivelindustrie en Melkhygiëne.
Teneinde zich zoo volledig mogelijk te kun
nen oriënteeren werden een drietal vragen
opgesteld, welke als leiddraad bij de bespre
kingen dienden. Deze luidden als volgt:
1. Is de melkdistributie te vereenvoudigen
door onderlinge afspraak of door standaard
verpakking?
2. Is er te 's-Gravenhage van normale con
currentie sprake?
3. Door wien wordt de prijs vastgesteld
voor inkoop en door wien voor straatver
koop?
Men zal zich misschien afvragen hoe men
tot vraag 1 gekomen is. Deze is het gevolg
van het feit, dat bij gelijken inkoopsprijs van
melk, de verkoopsprijs in 's-Graverihage ge
middeld één cent ligt boven dien te Rotter
dam. Aangezien nu zoowel de inkoop, als de
inkoopsprijs althans grootendeels door
de handelaren onderling geregeld worden,
rijst de vraag of door afspraak omtrent ver
koop en verkoopsprijs geen vereenvoudiging
en besparing te verkrijgen zouden zijn.
Waarom in een en dezelfde straat tal van
verschillende melkinrichtingen? Waarom
iederen dag weder een reeds van melkbezor
gers, die dezelfde wijk bedienen? Is daarin
geen verandering, geen verbetering te bren
gen, waardoor een vereenvoudiging van het
distributie-apparaat verkregen zou worden?
Alle betrokkenen hebben deze vraag I ont
kennend beantwoord. Het publiek heeft n.l.
een uitgesproken voorkeur voor een bepaal
den leverancier, ja, zeer dikwijls zelfs voor
een bepaalden looper. Zoolang die feiten niet
veranderen is er van een vereenvoudiging in
de bediening niet veel te verwachten al-
dxxs het Haagsche rappox't.
Een andere vereenvoudiging zou gelegen
kunnen zijn in het verplichtend voorschrij
ven van flesschen. Wel zou daardoor blij
kens het onderzoek een zekere tijdsbespa
ring verkregen kunnen worden, doch daarte
genover zou staan een vermeerdering van
kosten voor het spoelen der flesschen en de
mindbre hoeveelheid melk, welke op die wijze
door den bezorger medegenomen zou kunnen
worden. Daartegenover staan natuurlijk de
hygiënische voordeelen. De mogelijkheid van
het gebruik van papieren flesschen, waarme
de te Stuttgart en in Londen proeven wor
den genomen, is nog in 'onderzoek.
Wat de beantwoording van vraag 2 be
treft, bleek, dat niettegenstaande het ge
pleegde overleg bij den inkoop van een
prijsopdrijving door de groote melkinrich
tingen geen sprake kan zijn. Dat is een ge
volg van de concurrentie. Het uitventen van
melk ls een soort van bedrijf, waarvoor feite
lijk geen of al zeer weinig kapitaal vereischt
wox-dt. De melk toch kan klaargemaakt bij
de grossiers afgehaald worden, de slijter be
hoeft slechts een- wagen te huren. Kan hij
direct bij den boer inkoopen, dan stijgt zijn
bruto-winst, doch wordt de bereiding ge
brekkiger. In dergelijke gevallen waakt de'
Keuringsdienst voor ondeugdelijke melk.
Naast dezen Dienst staat het Haagsche
melk-controle-bureau, ingesteld door gros-
siers en slijters, hetwelk een gemeentelijk
subsidie ontvangt van 4500 per jaar. De
controle-kosten, welke aanvankelijk 5 cent
per 100 L. melk bedroegen, zijn door dit
subsidie teruggebracht op 3.5 cent per 100
Liter melk.
Naast bovengenoemde controlekosten van
3 1/2 cexxt per 100 Liter komt, volgens het
Haagsche onderzoek, een bedrag van 3
cent per Liter voor bezorgloon, daar als ge
middelde een looper per dag 150 Liter melk
kan bezorgen bij 90 gezinnen en een weekloon
heeft van 30. De prijs, welken de boer voor
de melk ontvangt hangt nauw samen met
den prijs der Deensche- en Australische
zuivelproducten. Deze grondprijs wordt ver
hoogd met een toeslag voor kwaliteit en een
voor regelmatige levex-ing. Zij kunnen per
100 L. melk bedragen: 0,25 kwaliteits
premie en 1,taxpremie. Laatstgenoemde
premie Wordt betaald, indien de veehouder,
gedurende den contracttermijn aan de vraag
van zijn afnemer geheel of tot 90% heeft
voldaan. Kan hij dat niet, dan moet de in-
kooper elders bijkoopen; blijft er over, dan
moet het overschot door de industrie wor
den opgenomen. In beide gevallen is dit een"
nadeel voor den inkooper, zoodat deze er
belang bij heeft zijn vraag zoo nauwkeurig
mogelijk te dekken. De transportkosten van
boerderij naar melkinrichting loopen uiteen
van 0,75 tot 1,10 per 100 L. en belasten
de melk met gemiddeld 1 cent per L. Het
voor de consumptie gereed maken wordt be
rekend op circa 1 per 100 Liter. I
De totale kosten van boerderij naar con-~
sument zijn samengesteld uit: controle, ver
voer, bereiding, bezorging en algemeene be-
drijfsonkosten en bedragen ruim 6 cent peii
Liter melk. Bedenkt men daarbij, dat de in
vloed van belanghebbenden op den grond
prijs miniem is, dan is de marge in de prijs
stelling zeker van geringe beteekenis. Het
bovenaangehaalde Rotterdamsche prijs
verschil bleek een gevolg van ruimere aan-'
voermogelijkheld en grootere dichtheid der!
bevolking.
MOLLERUS.
stel van beslissing inzake werkzaamstelling
van ir. Fruytier tot na behandeling van de
zaak-Borren is wel het allerminste, dat men
van minister Verschuur eischen kan. Hij
heeft in het geval-Fruytier eenmaal gruwe
lijk misgetast: hij passé op voor de tweede
maal. Een luitenant ontslagen, de militaire
commandant voor het Hoog Militair Ge
rechtshof, maar de hoogste en verantwoor
delij kste chef, de gouverneur, een mooi
baantje,... beleedig het rechtsgevoel van ons
volk niet, Excellentie!"
VERSPREIDING VAN EEN OPRUIEND
BLAADJE.
Dinsdagmiddag heeft in hooger beroep te
recht gestaan voor het Hoog Militair Ge
rechtshof te Den Bosch: de 20-jarige ge-
woon-dienstplichtige soldaat van het 22ste
regiment infanterie Ph. de R., thans gedeti
neerd, die in eerste instantie door den
Krijgsraad voor de landmacht te 's-Herto-
genbosch in verband met de verspreiding
van het blaadje Oe Zandhaas in de kazerne
te Ede is veroordeeld tot 1 jaar en 3 maan
den gevangenisstraf met ontslag uit den
militairen dienst. De inhoud, afbeeldingen
enz. in De Zandhaas zouden aanleiding
kunnen zijn tot ondermijning van de krijgs
tucht.
Verdachte merkte op, dat hij voortdurend
geprikkeld en geprovoceerd is door zijn meer
deren, die er van op de hoogte waren, dat
hij communist was en daarmee rekening
hielden in hun optreden tegen hem. Dit
sarren was voor hem, die tegen zijxi zin in
dienst was. even erg, als het verspreidexi van
blaadjes als De Zandhaas voor andersden
kenden.
De advocaat-fiscaal noemde het optreden
vaxx verdachte en zijn kameraden in hooge
mate anti-nationaal. Hun streveix is gericht
tegen ons natiorxaal bestaan en onze wel
vaart. Op juridische gronden kan het von
nis van den Krijgsraad echter naar spr.'s
meening niet gehandhaafd worden. Hij
achtte verdachte evenwel medeplichtig aan
het gebeurde: deze heeft toch aan de an
deren de gelegenheid, inlichtingen en mid
delen daai-voor verstrekt. Zijn schuld is daix
ook grooter dan die van de anderen; de
Krijgsraad heeft daar terecht rekening mee
gehouden. Spr. vroeg bevestiging van het
vonnis a quo ten aanzien van de opgelegde
straf.
Verdachte's raadsman, mr. S. de Jong, uit
Axxxsterdam, betoogde uitvoerig, dat hier ten
hoogste sprake kan zijn van een niet-straf-
bare uitlokking, en dat verdachte vrij ge
sproken zal moeteix worden. Men heeft eexx
greep naar den verdachte gedaan, maar
deze greep is fout geweest. Het Hof zal dit
moeten erkermexx. De advocaat-fiscaal heeft
dit reeds gedeeltelijk gedaan, doch heeft
zich nog aan een laatste kaïxs vastgegrepen
zoxxder daarin echter geslaagd te zijn.
9000 PERSONEN BRACHTEN VAN DIJK
HULDE.
De huldiging van den Oceaan-vlieger
Evert van Dijk op Schiphol is volgexxs het
Vaderland door 9000 personen bijgewoond.
INLICHTINGEN VERZOCHT.
De Commissaris van Politie toegevoegd
voor den Justitieelen Dienst aan het Hoofd
bureau van Politie te Amsterdam bericht
dat zich aldaar een Duitscher bevindt, zich
noemende Kurt Els, die geen legitimatiepa
pieren bezit exx geexx middelen van bestaan!
kan aantoonen. Gebleken is, dat hij in ver
schillende dagbladen adverteerde, waarbijl
hij gegadigden opriep voor de betrekking
van kantoorbedieixde of bedrijfsleider tegen
borgstorting van een aanzienlijk bedrag. Hij
deelde aan sollicitantexx mede, dat hij grond!
bezat te Bilthovexx, Zeist en Driebergen, wel
ke gx'onden hij met winst zou verkoopen of
reeds gedeeltelijk verkocht had en waarop'
hij, als vertegenwooi'diger voor een Duitschei
firma, landhuisjes zou bouwen. Hij schilder
de het bedrijf als zeer winstgevend.
Het vermoedexx bestaat dat hij getracht
heeft, op deze wijze contanten in handen té
krijgen en deze ten eigen bate aan te wen
den.
In verband met het bovenstaande, ver
zoekt de Commissaris van Politie, bovenge
noemde personeix, die inlichtingen omtrent
Kurt Els kunnen verstrekken of wellicht de
dupe van zijn handelingen zijn geworden,
zich te vervoegen aan het Hoofdbureau van
Politie, Centrale Recherche, Kamer 47, (ge
opend op werkdagen van 9 uur v.m. tot 5
uur n,m.)
JEUGD-PROPAGANDA VOOR DE A.V.R.O.
Het A.V.R.O.-jeugdcomité te Amsterdam
had Dinsdagavond een propaganda-fiets-
tocht voor kinderen georganiseerd. Een
stoet van versierde fietsen is door het Von
delpark exx „Zuid" getrokken, onder veel
belangstelling van het publiek. Na afloop
werden prijzen voor de mooiste fietsen uit
gereikt.
DOOR DE RADIO TOT BEKENTENIS
GEBRACHT.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
verscheen ten politiebureele te Arnhem een
jongenxaxx, die verklaarde zich aan te melden
omdat hij een groot bedrag aan geld ten na-
deele van zijn patroon had verduisterd. Per
radio was zijn signalement omgeroepen en
nu meende hij niet beter te kunnen doen,
dan zich bij de politie aan te geven. Hij bleek
ongeveer f 1500 te hebben verduisterd en is
hedenmorgen overgebracht naar Ulft, waar de
marechaussee zich met 't onderzoek heeft
belast. De joixgen zal ter beschikking
van de justitie worden gesteld.
DIENSTMEISJE UIT EEN RAAM GEVALLEN
Per auto van deix G. G. G. D. is naar
het Binnengasthuis te Amsterdam vervoerd
een 48-jarig keukenmeisje, dat uit de derde
verdieping van een perceel op de Heeren-
gracht was gevallen en daardoor ernstige
wonden had gekregen. Het slachtoffer is
overleden,