LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. Wat ik in mijn kritieken doorgaans verzwijg. Fouten van het Dilettanten-Tooneel. Nïeows uit Indië. UIT DE PERS MELK-DISTRIBUTIE. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 31 JULI 1930 Met een trouw lezer van mijn kritieken, die ook dikwijls zelf in een dilettanten-club komedie speelt., sprak ik onlangs over het liefhebberij-tooneel en de kritiek. Hij was van meening. dat het oordeel over dilettan ten in het algemeen te zacht was. ..Waar om", zoo vroeg hij mij, „verzwijgt de kritiek zoo vaak fouten, die zij toch ook zeker ge hoord of gezien heeft? Kritiek wordt toch gegeven, opdat wij, spelers, er iets van zullen lecren!" Herhaaldelijk heb ik deze theorie door di lettanten hooren verkondigen en daarom kom ik er in een. afzonderlijk artikel eens op terug. Het is een absoluut foutieve meening, dat de kritieken zouden worden geschreven, „opdat de spelers er iets van zouden lecren''. Een criticus is geen onderwijzer en een kri tiek mag nooit zooals een crltisch ver slag van een jury in een wedstrijd een droog verslag van de fouten en de deugden van een voorstelling worden. De dilettanten vergeten al te zeer. dat een criticus niet uit sluitend schrijft voor de enkele dames en hoeren, die gespeeld hebben, zelfs niet alleen voor het publiek, dat de voorstelling heeft bijgewoond, maar ook voor de lezers, die niet in den schouwburg zijn geweest. De laatsten zullen zelfs altijd ver in de meerderheid zijn. Een criticus moet zooals trouwens elke dagbladschrijver in de eerste plaats ervoor waken, nooit vervelend te worden en dat ge vaar zou hij al heel gauw loopen, wanneer hij te veel in détails zou afdalen. Dat is wel de voornaamste reden, waarom ik in mijn kri tieken zoo dikwijls fouten verzwijg, die enkel voor de uitvoerenden van belang zijn. Maar het kan misschien zijn nut hebben voor de dilettanten om te weten, welke die fouten meestal zijn. Het is ditmaal dus speciaal voor de spelers, dat ik dit artikel schrijf. Daar is in de eerste plaats de uitspraak van de Nederlandsche taal, die bij sommige Haarlemsche dilettanten nogal wat te wen- schen overlaat. Over het algemeen behoeven wij over de duidelijkheid van het spreken bij het liefhebberijtooneel niet te klagen. Het is zelfs merkwaardig, dat de dilettan ten in onze schouwburgen doorgaans beter zijn te verstaan dan de beroepsspelers. Dit is echter maar een heel betrekkelijk compli ment. De meerdere duidelijkheid bij het spreken van dilettanten komt voorname lijk door het veel langzamer tempo dat zij doorgaans nemen Liefhebbers durven of kunnen zich niet zoo laten gaan als de menschen van het vak, ze zijn veel voorzichtiger en beheerschen daar hun voorstellingen bijna ..premières" zijn.-^ ook niet voldoende hun tekst om in een zeer vlug vlot tempo te spreken. Zij trekken en slepen dikwijls op een irriteeren- de manier! Dat langzame tempo is wel een van de meest voorkomende fouten op dilet tanten-voorstellingen en de betere verstaan baarheid, welke er een gevolg van is, mag dus niet als een al te groote deugd worden geroemd. Er is nog een tweede reden, waarom de dilettanten gemakkelijker te verstaan zijn dan de acteurs en actrices. Zij spreken meestal op eenzelfde toonhoogte en dan doorgaans nog veel te hard en wagen zich niet om stemming te wekken aan zacht spreken, nog minder aan fluisteren op het tooneel. Ik wil hier natuurlijk aller minst het onverstaanbaar geprevel van velen onzer tegenwoordige beroepsartisten tn bescherming nemen, maar de dilettanten zullen toch verstandig doen niet al te veel waarde te hechten aan de deugd van hun betere verstaanbaarheid, omdat die tenslotte meestal uit gebreken van innerlijkheid van dictie en van een te traag tempo voort komen. Maar een bepaald gebrek van de dilettanten niet alleen van de Haarlemsche is de over het algemeen zeer slordige uitspraak van het Nederlandsch. Natuurlijk zijn er uit zonderingen en wordt er in de eene club be ter gesproken dan in de andere, maar bij de meeste vereenigingen kan men toch on middellijk hooren of zij uit Amsterdam, Rot terdam, Den Haag of Haarlem komen! „Haarlemsch" is heel iets anders dan zuiver Ilollandsch en wij hooren dat te veel op ons tooneel! Dat is een der vele fouten, welke ik geregeld verzwijg. Ik zou de meeste kritieken in den trant van Cat-o die meende dat Carthago verwoest moest worden kunnen eindigen met de woorden: „En verder ben ik van meening, dat er op het tooneel zuiver Hollandsch gesproken moet worden!" En er is geen enkele vereeniglng zelfs de beste niet waarin de spelers ook al weer op een zeer enkele uitzondering na phonetisch zuiver spreken. Ik zou zelfs verschillende dilettanten en ook al weer beroepsspelers kunnen opnoemen, die be paalde spraakgebreken hebben. Het heeft natuurlijk geen zin op deze gebreken in de kritieken telkens terug te komen; het zou en voor de betrokkenen èn voor mijn lezers vrij vervelend worden, Maar wanneer het de dilettanten ernst was het dilettantentooneel op een werkelijk hoog peil te brengen, dan zouden velen ik heb dit vroeger al meer geschreven moeten beginnen met spraak les te gaan nemen. Laat de uitspraak van het Hollandsch dik wijls reeds veel te wenschen, met de vreemde woorden hebben sommige dilettanten nog meer moeite. Het is van iemand, die nooit vreemde talen ge leerd heeft, moeilijk te verwachten, dat hij Fransche of Engelsche woorden in de per fectie uitspreekt, maar men mag toch ver langen, dat hij wanneer hij ze op het tooneel moet zeggen althans eenige moeite doet om te weten te komen, hoe die woorden ongeveer moeten worden uitgespro ken. Van een onzer beroemdste tooneelspelers was bekend, dat hij bij lezing van een nieuw stuk altijd toevallig een hoestbui kreeg op het oogenblik, dat er in zijn rol een vreemd woord voorkwam, waarvan hij de uitspraak niet wist. Maar zoodra de eigenlijke repetities begonnen had hij met dat woord geen moeite meer; hij zorgde wel, dat hij dan wist, hoe het uitgesproken moest worden. Ditzelfde behalve dan do hoestbui mogen wij van onze tooneeldilettanten toch ook eischen. Het is herhaaldelijk gebeurd ofschoon het gelukkig tegenwoordig veel minder voorkomt dan vroeger dat ik naai de beteekenis van een vreemd woord moest raden, zoo onmogelijk als het werd uitge sproken. En het zijn volstrekt niet uitsluitend de extravagante woorden, waarover sommige dilettanten struikelen. Om maar eenige voor beelden te noemen: het woord „tram" hoorde ik op het tooneel zelfs niet alleen door dilettanten herhaaldelijk verkeerd uit spreken, tram met een a inplaats van trem het woord „manie" krijgt zeker van de tien keer, dat het wordt gebruikt vijf keer den klemtoon op de eerste, instede van op de tweede lettergreep, petroleum wordt maar al te dikwijls op het tooneel uitgesproken als „petrolëjum" en ik hoorde zelfs onlangs iemand spreken van een afternoom teja"! Al die fouten zijn op zich zelf heel ver klaarbaar, maar zij zouden niet worden be> gaan, als de spelers of de regisseur zich eens de moeite hadden gegeven om de juiste uitspraak te weten te komen. Het is een ge lukkig verschijnsel, dat de spelleiders in den laatsten tijd merkbaar meer moeite doen dan vroeger voor een zoo goed mogelijke uftspraak van de vreemde woorden door de spelers, maar er kan toch op dit terrein nog heel wat worden verbeterd. Wanneer men op het tooneel altijd zuiver en correct sprak laat men voorloopig maar met het gewone Hol landsch beginnen dan zou en dat niet alleen bij dilettanten-voorstellingen al zeer veel gewonnen zijn. (Slot volgt). J. B. SCHUIL. KINDER-KOMEDIE. De Klok sloeg twaalf naar het Engelsch van W. H. Graham—Robertson door M. C. Schroder-Van Gogh. (Dilettanten-Tooneel, onder redactie van G. Nolst Trenité. Uitg. H. D. Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem). In den tijd, toen Charivarius door zijn betrekking meer ïn contact kwam met jon gens en meisjes en hij herhaaldelijk de lei ding op zich nam van voorstellingen op de scholen, heeft hij steeds het gemis gevoeld van tooneelstukken, geschikt voor de jeugd. Het is daarom niet te verwonderen, dat hij in het onder zijn redactie staande dilettan- ten-tooneel een zoo groote plaats inruimt voor het jeugd-tooneel. Zelf is hij voorge gaan met zijn zoo uitstekend geslaagd „on mogelijk spel van de school, Het Nieuwe Systeem". Van Willy Warnaars publiceerde Charivarius haar indertijd voor Avadia geschreven Hoog Bezoek, een blijspelle tje met uitsluitend meisjesrollen en van J. G. L. Nolst Trenité „Buiten Werken", een stukje, dat jaren geleden door Utrechtsche studenten werd gespeeld. De voortreffelijke kinderstukjes van II. G. Cannegieter zoo- aLs Jan Altijd Tevreden, De Ring van den Hertog. De Nachtegaal van Bergambacht en Zeven katten op het Dak die alle de pre mière op een Haarlemsche of Bloemendaal- sche school hebben beleefd, verschenen ach tereenvolgens in Trenité's serie en nu intro duceert hij tooneelstukjes voor de jeugd van den heer en mevrouw Schroder, van wie eerst het in deze rubriek reeds besproken „De Nieuwe Kleeren van den Keizer" door P. H. Schroder bewerkt naar het sprookje van Andersen werd uitgegeven en thans „De Klok sloeg twaalf", een door mevrouw M. C. Sehröder-Van Gogh naar het Engelsch bewerkt tooheelspelletje. Het is wel opmerkelijk, dat bijna al deze tooneelstukjes door Haarlemmers zijn geschre* ven of op Haarlemsche scholen voor het eerst werden opgevoerd. Moeten wij hieniit de conclusie trekken, dat door de Haarlem sche jeugd meer komedie wordt gespeeld dan in andere steden, of zou de persoonlijke bekendheid van de schrijvers met Nolst Trenité de oorzaak zijn, waarom bijna xiit- sluitend stukken van Haarlemmers in deze jeugdserie voorkomen? Maar hoe dan ook, de heer Trenité komt met het publiceeren van deze kindertooneelstukjes aan den wensch van velen tegemoet .omdat geschikte tooneel* spelletjes voor de jeugd nog altijd zeer schaarsch zijn. Het ons thans ter beoordeeling gezonden, door mevrouw Schrodervan Gogh bewerkte stukje is blijkbaar bestemd voor oudere jongens en meisjes. De eischen. welke de op voering van dit stukje stelt aan belichting het tooneel moet nu eens donker en dan weer gedeeltelijk of geheel verlicht zijn, ter wijl tegen het slot zelfs met schijnwerpex-s gewerkt moet worden maken het noodig, dat men over een behoorlijk tooneel beschikt. En ook van de opvoerenden vergt „De Klok sloeg Twaalf" vrij veel, want het is aller* minst gemakkelijk om te spelen. Wanneer het niet precies en zuiver in de sfeer wordt ge speeld is het al heel gauw mis. Het stukje verraadt zoowel door den '".1- loog als den inhoud dadelijk zijn Engelschen oorsprong. De toon, zoowel als de humor in dit tooneelspelletje zijn typisch Engelsch. „De klok sloeg twaalf" geeft het sprookje van de tooverfee, die komt in een kring van kinderen, die het vroeger financieel zeer goed hebben gehad, maar nu in een armoedig ge meubileerd huisje moeten wonen. Alle wen schen van Bilinda, het jongste meisje, wor den vervuld, maar als al het verlangde wer kelijkheid geworden is weten de kinderen niet, wat zij moeten doen om het weer zoo spoedig mogelijk ongedaan te maken.'Want het oudste meisje Mira voelt zich in de door Bilinda gevraagde japon vol edelsteenen en diamanten dood-ongelukkig, Jaantje, de oude dienstmaagd, ziet er uit als een oude vogelverschrikker en de gouden koets op de straat, die Mira als in het sprookje van As- schepoes zal afhalen, verwekt zulk een volks oploop, dat de politie er zelfs bij te pas moet komen. Het is voor de kinderen een uitkomst als de klok 12 heeft geslagen en daarmee de betoovering is geëindigd. Zij dansen van lou ter vreugde, wanneer Mira haar gewone een ÏNGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel FOTOGRAFISCH ATELIER „RICHE" Gr. Houtstr. 169 I Moderne Dames- T.i. 13472 - Haarlem I en Heerenportretten voudige jurk weer aan heeft en de gouden koets met zijn aanhang is verdwenen. Men ziet het, de inhoud is kinderlijk ge noeg, maar de dialoog is daarmee nog al eens in strijd. Die is evenals de uitwerking heel amusant, soms zelfs geestig, maar niet altijd in den toon van het kind! En zieker niet van het Hollandsche kind! Wanneer zij het bijvoorbeeld hebben over een tante, die bij hen verwacht wordt en op wie zij een aangenamen indruk willen maken, zegt- Mira, het oudste meisje: „Van den aandoenlijken kant bekeken, zou het natuurlijk beter zijn, als we weezen warenwaarop een zusje haar in de rede valt met: „Dat kunnen we niet klaar spelen!" en Mira weer antwoordt met: „Nee, dat gaat niet, als je heele hebben en houwen bestaat uit een paar kerngezonde oudex*s!" Dat is een typisch voorbeeld van Engel schen humor. Van zulke voorbeelden is dit stukje vol! En het ver-Hollandschen zoo als met die voor kinderen vrij onbegrijpelijjke aardigheid van den dominee van Urk en den Haarlemschen homoeopaath maakt die grappigheid nog niet Hollandsch. Overigens is het stukje heel levendig ge schreven en zit het ook vol aai'dlge effecten! Zoo is het gesprek tusschen de fee en de moderne kinderen zeer grappig gevonden. Bij een verzorgde en goed geleide vertooning zal dit tooneelstukje het dan ook zeker wel doen. J. B. SCHUIL. AANWINST VOOR HET MUSEUM KAM. Het museum Kam is naar de N.R.Ct. meldt, dezer dagen door schenking in het bezit ge komen van een Romeinsche grafkist, welke kortgeleden werd gevonden in den tuin -van den heer A. Rutgers van der Loeff te Nij megen, op welk terrein ook vroeger verschei dene Romeinsche grafvondsten gedaan zijn. De kist was met verbrande beenderen ge vuld, waartusschen een balsamarium lag van blauwgroen glas. De vondst zau dateeren van 4080 jaar na Chr. De kist is om haar bijzonderen vorm een belangrijke aanwinst voor het museum. De regeering heeft aan den heer Rutgers v.d. Loeff, die haar aan het museum schonk, haar dank betuigd. INDISCHE ARGUMENTATIE. VERGIF IN HET ETEN. VAN DE DADERS NIETS TE VINDEN. Aneta seint uit Medan: Zaterdagavond traden bij den administra teur van de rubberonderneming Kwala Kra- poh van de Asahan Cultuur Mij. te Medan, A. baron von Griesheim en diens echtge- noote na afloop van het avondmaal vergif tigingsverschijnselen op. De boy en de kokki bekenden „obat" (medicijn, hier vergif) in het eten te hebben gemengd op aandringen van een mandoer en 5 koelies, om zoodoen de den administi'ateur te "bewegen den man doer tot hoofdmandoer te benoemen. Allen zijn gearresteerd. De slachtoffers zijn bui ten levensgevaar. DE REGEERING EN DE VADER- LANDSCHE CLUB. EEN NADERE VERKLARING VAN DEN HEER FRUIN. In den Volksraad heeft de heer R. A. A. Fruin (P.E.B.) zijn nadere verklaring afge legd omtrent het antwoord van de regeering op zijn vragen betreffende haar staxxdpunt ten opzichte van het lidmaatschap van ambte* naren van de Vaderlandsche Club. Spx-eker zei daarop maar één antwoord te hebben, dat is, dat hij zich vair elk antwoord onthoudt. Hij verwees naar wat andere sprekers, in het bijzonder de heer Suermondt ten gunste van de V. C. gezegd had en constateerde dat het antwoord van de regeering sterk af wijkt van de wijze, waarop zij axideren plqegt te behandelen. De andere sprekers, de heeren Van Iïels- dingen (C.S.P.) en De Hoog (I.E.V.) haddexx de regeering hetzelfde verweten, terwijl de kwestie er een van de partijen onderling was genoemd. De heer J. E. Stokvis, (I.S.D.P.) had het antwooi'd van de regeering toegejuicht. Een vex'dienste achtte spr. het, dat de land voogd bij de reactie nog altijd hevige ont stemming wekt. Wat gebeurt er met den heer Fruyticr? Naar aanleiding van het bericht dat een der voor een commissie van onderzoek ge- daagde luitenants, de heer H., ingevolge den overval op Cux-acao ongevi'aagd ontslag ge kregen heeft, schrijft de pax-lementsredacteur van Het Volk o.a. liet volgende: „Wij nemen deze gelegenheid te baat om nog eens de aandacht te vestigen op de vraag wat minister Verschuur met den oud gouverneur Fruytier zal doen. Deze is nog niet weder bij de Arbeidsinspectie werkzaam gesteld. Men weet, dat de Eerste Kamer den bewindsman destijds gedwongen heeft, af te zien van een voorgenomen plaatsing van ir. Fruytier te 's-Gravenhage, welke plaat sing een schromelijke bevoorrechting zou zijn geweest. Tot op dit oogenblik is ir. Fruy tier in het geheel nog niet weder bij de Ar- beidsiixspectie werkzaam gesteld en men zou licht den indruk kuxxnen krijgen dat de mi nister van zijn geheele voornemexi in dit opzicht heeft afgezien. Toch schijnt dit geenszins het geval te zijn. Zelfs zijn wij er, na hier en daar poolshoogte te hebben geno men, niet zeker van, dat de minister met een werkzaamstelling van ir. Fruytier bij de Arbeidsinspectie zal wachten, tot het Hoog Militair Gerechtshof de zaak van den com mandant Borren zal hebben onderzocht. Bij het ondei-zoek van deze zaak zal ook de rol van ir. Fruytier wel in t geding komen. Uit- De melk-verbruiker mede oorzaak van den bestaan- den kleinhandelsprijs. Onder de bestaande toestanden normede prijsvorming. Het onderzoek naar de fouten, welke kle ven aan ons huidig distributiestelsel vox'dert slechts zeer laixgzaam. Daarvoor zijn tal vaxx factoren aan te geven, welke hier evenwel onbesproken kunnen blijven. Met vreugde moet men dan ook rn.i. iedere ernstige po ging volgen, die ons weder een stap verder in de richting brengt van een nauwkeurige analyse van al de ondei'deelen van het be staande distributiesysteem. Kort geleden is in 's-Gravenhage het resultaat bekend ge- worden van een onderzoek naar de melk- distributie der aldaar bestaande Contact- Commissie, de bekende Commissie-van-sa- menwerking tusschen de 's-Gravenhaagsche Winkeliersvereeniging en de afdeeling 's-Gravenhage der Nedei'landsche Vereeni- ging voor Huisvrouwen! Hoewel ik van mee ning ben, dat een onderzoek ais dit, waar over ik in het onderstaande den lezer het een en ander zal mededeelen, niet behoort uit te gaan van een Contactcommissie in Haarlem bestaat er ook een zijn de re sultaten m. i. van zooveel belang, dat zij in ruimen kring verspreid moeten worden. Het Haagsche onderzoek betreft dus de melk-distributie. De Contactcommissie wendde zich voor haar ondei-zoek tot de Ver- eeniging van Handelaren en grossiers van melk, het Bestuur der Haagsche melkveiling en de Directeuren der groote melkinrichtin gen, zoomede den Directeur van de Vereeni- ging voor Zuivelindustrie en Melkhygiëne. Teneinde zich zoo volledig mogelijk te kun nen oriënteeren werden een drietal vragen opgesteld, welke als leiddraad bij de bespre kingen dienden. Deze luidden als volgt: 1. Is de melkdistributie te vereenvoudigen door onderlinge afspraak of door standaard verpakking? 2. Is er te 's-Gravenhage van normale con currentie sprake? 3. Door wien wordt de prijs vastgesteld voor inkoop en door wien voor straatver koop? Men zal zich misschien afvragen hoe men tot vraag 1 gekomen is. Deze is het gevolg van het feit, dat bij gelijken inkoopsprijs van melk, de verkoopsprijs in 's-Graverihage ge middeld één cent ligt boven dien te Rotter dam. Aangezien nu zoowel de inkoop, als de inkoopsprijs althans grootendeels door de handelaren onderling geregeld worden, rijst de vraag of door afspraak omtrent ver koop en verkoopsprijs geen vereenvoudiging en besparing te verkrijgen zouden zijn. Waarom in een en dezelfde straat tal van verschillende melkinrichtingen? Waarom iederen dag weder een reeds van melkbezor gers, die dezelfde wijk bedienen? Is daarin geen verandering, geen verbetering te bren gen, waardoor een vereenvoudiging van het distributie-apparaat verkregen zou worden? Alle betrokkenen hebben deze vraag I ont kennend beantwoord. Het publiek heeft n.l. een uitgesproken voorkeur voor een bepaal den leverancier, ja, zeer dikwijls zelfs voor een bepaalden looper. Zoolang die feiten niet veranderen is er van een vereenvoudiging in de bediening niet veel te verwachten al- dxxs het Haagsche rappox't. Een andere vereenvoudiging zou gelegen kunnen zijn in het verplichtend voorschrij ven van flesschen. Wel zou daardoor blij kens het onderzoek een zekere tijdsbespa ring verkregen kunnen worden, doch daarte genover zou staan een vermeerdering van kosten voor het spoelen der flesschen en de mindbre hoeveelheid melk, welke op die wijze door den bezorger medegenomen zou kunnen worden. Daartegenover staan natuurlijk de hygiënische voordeelen. De mogelijkheid van het gebruik van papieren flesschen, waarme de te Stuttgart en in Londen proeven wor den genomen, is nog in 'onderzoek. Wat de beantwoording van vraag 2 be treft, bleek, dat niettegenstaande het ge pleegde overleg bij den inkoop van een prijsopdrijving door de groote melkinrich tingen geen sprake kan zijn. Dat is een ge volg van de concurrentie. Het uitventen van melk ls een soort van bedrijf, waarvoor feite lijk geen of al zeer weinig kapitaal vereischt wox-dt. De melk toch kan klaargemaakt bij de grossiers afgehaald worden, de slijter be hoeft slechts een- wagen te huren. Kan hij direct bij den boer inkoopen, dan stijgt zijn bruto-winst, doch wordt de bereiding ge brekkiger. In dergelijke gevallen waakt de' Keuringsdienst voor ondeugdelijke melk. Naast dezen Dienst staat het Haagsche melk-controle-bureau, ingesteld door gros- siers en slijters, hetwelk een gemeentelijk subsidie ontvangt van 4500 per jaar. De controle-kosten, welke aanvankelijk 5 cent per 100 L. melk bedroegen, zijn door dit subsidie teruggebracht op 3.5 cent per 100 Liter melk. Naast bovengenoemde controlekosten van 3 1/2 cexxt per 100 Liter komt, volgens het Haagsche onderzoek, een bedrag van 3 cent per Liter voor bezorgloon, daar als ge middelde een looper per dag 150 Liter melk kan bezorgen bij 90 gezinnen en een weekloon heeft van 30. De prijs, welken de boer voor de melk ontvangt hangt nauw samen met den prijs der Deensche- en Australische zuivelproducten. Deze grondprijs wordt ver hoogd met een toeslag voor kwaliteit en een voor regelmatige levex-ing. Zij kunnen per 100 L. melk bedragen: 0,25 kwaliteits premie en 1,taxpremie. Laatstgenoemde premie Wordt betaald, indien de veehouder, gedurende den contracttermijn aan de vraag van zijn afnemer geheel of tot 90% heeft voldaan. Kan hij dat niet, dan moet de in- kooper elders bijkoopen; blijft er over, dan moet het overschot door de industrie wor den opgenomen. In beide gevallen is dit een" nadeel voor den inkooper, zoodat deze er belang bij heeft zijn vraag zoo nauwkeurig mogelijk te dekken. De transportkosten van boerderij naar melkinrichting loopen uiteen van 0,75 tot 1,10 per 100 L. en belasten de melk met gemiddeld 1 cent per L. Het voor de consumptie gereed maken wordt be rekend op circa 1 per 100 Liter. I De totale kosten van boerderij naar con-~ sument zijn samengesteld uit: controle, ver voer, bereiding, bezorging en algemeene be- drijfsonkosten en bedragen ruim 6 cent peii Liter melk. Bedenkt men daarbij, dat de in vloed van belanghebbenden op den grond prijs miniem is, dan is de marge in de prijs stelling zeker van geringe beteekenis. Het bovenaangehaalde Rotterdamsche prijs verschil bleek een gevolg van ruimere aan-' voermogelijkheld en grootere dichtheid der! bevolking. MOLLERUS. stel van beslissing inzake werkzaamstelling van ir. Fruytier tot na behandeling van de zaak-Borren is wel het allerminste, dat men van minister Verschuur eischen kan. Hij heeft in het geval-Fruytier eenmaal gruwe lijk misgetast: hij passé op voor de tweede maal. Een luitenant ontslagen, de militaire commandant voor het Hoog Militair Ge rechtshof, maar de hoogste en verantwoor delij kste chef, de gouverneur, een mooi baantje,... beleedig het rechtsgevoel van ons volk niet, Excellentie!" VERSPREIDING VAN EEN OPRUIEND BLAADJE. Dinsdagmiddag heeft in hooger beroep te recht gestaan voor het Hoog Militair Ge rechtshof te Den Bosch: de 20-jarige ge- woon-dienstplichtige soldaat van het 22ste regiment infanterie Ph. de R., thans gedeti neerd, die in eerste instantie door den Krijgsraad voor de landmacht te 's-Herto- genbosch in verband met de verspreiding van het blaadje Oe Zandhaas in de kazerne te Ede is veroordeeld tot 1 jaar en 3 maan den gevangenisstraf met ontslag uit den militairen dienst. De inhoud, afbeeldingen enz. in De Zandhaas zouden aanleiding kunnen zijn tot ondermijning van de krijgs tucht. Verdachte merkte op, dat hij voortdurend geprikkeld en geprovoceerd is door zijn meer deren, die er van op de hoogte waren, dat hij communist was en daarmee rekening hielden in hun optreden tegen hem. Dit sarren was voor hem, die tegen zijxi zin in dienst was. even erg, als het verspreidexi van blaadjes als De Zandhaas voor andersden kenden. De advocaat-fiscaal noemde het optreden vaxx verdachte en zijn kameraden in hooge mate anti-nationaal. Hun streveix is gericht tegen ons natiorxaal bestaan en onze wel vaart. Op juridische gronden kan het von nis van den Krijgsraad echter naar spr.'s meening niet gehandhaafd worden. Hij achtte verdachte evenwel medeplichtig aan het gebeurde: deze heeft toch aan de an deren de gelegenheid, inlichtingen en mid delen daai-voor verstrekt. Zijn schuld is daix ook grooter dan die van de anderen; de Krijgsraad heeft daar terecht rekening mee gehouden. Spr. vroeg bevestiging van het vonnis a quo ten aanzien van de opgelegde straf. Verdachte's raadsman, mr. S. de Jong, uit Axxxsterdam, betoogde uitvoerig, dat hier ten hoogste sprake kan zijn van een niet-straf- bare uitlokking, en dat verdachte vrij ge sproken zal moeteix worden. Men heeft eexx greep naar den verdachte gedaan, maar deze greep is fout geweest. Het Hof zal dit moeten erkermexx. De advocaat-fiscaal heeft dit reeds gedeeltelijk gedaan, doch heeft zich nog aan een laatste kaïxs vastgegrepen zoxxder daarin echter geslaagd te zijn. 9000 PERSONEN BRACHTEN VAN DIJK HULDE. De huldiging van den Oceaan-vlieger Evert van Dijk op Schiphol is volgexxs het Vaderland door 9000 personen bijgewoond. INLICHTINGEN VERZOCHT. De Commissaris van Politie toegevoegd voor den Justitieelen Dienst aan het Hoofd bureau van Politie te Amsterdam bericht dat zich aldaar een Duitscher bevindt, zich noemende Kurt Els, die geen legitimatiepa pieren bezit exx geexx middelen van bestaan! kan aantoonen. Gebleken is, dat hij in ver schillende dagbladen adverteerde, waarbijl hij gegadigden opriep voor de betrekking van kantoorbedieixde of bedrijfsleider tegen borgstorting van een aanzienlijk bedrag. Hij deelde aan sollicitantexx mede, dat hij grond! bezat te Bilthovexx, Zeist en Driebergen, wel ke gx'onden hij met winst zou verkoopen of reeds gedeeltelijk verkocht had en waarop' hij, als vertegenwooi'diger voor een Duitschei firma, landhuisjes zou bouwen. Hij schilder de het bedrijf als zeer winstgevend. Het vermoedexx bestaat dat hij getracht heeft, op deze wijze contanten in handen té krijgen en deze ten eigen bate aan te wen den. In verband met het bovenstaande, ver zoekt de Commissaris van Politie, bovenge noemde personeix, die inlichtingen omtrent Kurt Els kunnen verstrekken of wellicht de dupe van zijn handelingen zijn geworden, zich te vervoegen aan het Hoofdbureau van Politie, Centrale Recherche, Kamer 47, (ge opend op werkdagen van 9 uur v.m. tot 5 uur n,m.) JEUGD-PROPAGANDA VOOR DE A.V.R.O. Het A.V.R.O.-jeugdcomité te Amsterdam had Dinsdagavond een propaganda-fiets- tocht voor kinderen georganiseerd. Een stoet van versierde fietsen is door het Von delpark exx „Zuid" getrokken, onder veel belangstelling van het publiek. Na afloop werden prijzen voor de mooiste fietsen uit gereikt. DOOR DE RADIO TOT BEKENTENIS GEBRACHT. In den nacht van Dinsdag op Woensdag verscheen ten politiebureele te Arnhem een jongenxaxx, die verklaarde zich aan te melden omdat hij een groot bedrag aan geld ten na- deele van zijn patroon had verduisterd. Per radio was zijn signalement omgeroepen en nu meende hij niet beter te kunnen doen, dan zich bij de politie aan te geven. Hij bleek ongeveer f 1500 te hebben verduisterd en is hedenmorgen overgebracht naar Ulft, waar de marechaussee zich met 't onderzoek heeft belast. De joixgen zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. DIENSTMEISJE UIT EEN RAAM GEVALLEN Per auto van deix G. G. G. D. is naar het Binnengasthuis te Amsterdam vervoerd een 48-jarig keukenmeisje, dat uit de derde verdieping van een perceel op de Heeren- gracht was gevallen en daardoor ernstige wonden had gekregen. Het slachtoffer is overleden,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14