SHAW SPREEKT TOT TOEKOMSTIGE SCHRIJVERS. ZWITSERLAND IN AUGUSTUS. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930 ZESDE BLAD Hoe men schrijven leert. Door NORMAN CLARK. Toen ft eens bij Bernard Shaw in zijn huis in de stad de lunch gebruikte, kwam het gesprek op de beste be roepen en die gelegenheid greep ik aan om hem te vragen, wat voor «en soort beroep letterkunde eigenlijk was. „Voor de meeste menschen een ellendig vak" antwoordde hij zonder te aarzelen. „In de eerste negen jaren van mijn loopbaan verdiende ik 5 9 sh. 4 d., waarvan de 5 voor een advertentie was, die ik schreef. Als je in de gelegenheid bent examens te doen, doe dat dan, tracht advocaat, dokter, in genieur, architect of Iets dergelijks te wor den. Maar heel veel menschen zijn niet in staat examens af te leggen. Ik ben een van hen (niet dat ik het ooit geprobeerd heb) en het is best mogelijk, dat jij ook onder hen behoort." In dat geval zou ik ergere dingen kunnen doen, dan literatuur tot mijn beroep te ma ken; ofschoon hij als regel de jongelui aan maande een ander middel van bestaan te kiezen, op welke, wijze dan ook, voordat zij zich „waagden aan dat verschrikkelijke va gebondenleven, dat de kunst of de literatuur met zich meebrengt". „Toch" voegde Shaw er aan toe, terwijl hij zijn schouders ophaalde, .toch zijn sommi gen onder ons zoo duidelijk gedoemd het moeilijkste werk te moeten aanpakken en in het onzekere te moeten leven, in plaats van een eerlijk bestaan te kunnen voeren dat iedere goede raad huichelarij wordt." De beste literaire oefening. Ik vroeg Shaw, wat hij beschouwde als het beste middel om iemand's literaire capaci teiten te ontwikkelen. .Schrijf tien jaar lang iederen dag dui zend woorden", antwoordde hij prompt. „En verder, probeer je zoo duidelijk mogelijk uit te drukken, geef uiting aan je gevoel en tracht de feiten mede te deelen. En ik ver onderstel natuurlijk ook, dat het lezen van de meesters in de woordkunst er op wijst, wat in die richting gedaan kan worden. „Als het mogelijk is", zoo raadde hij mij aan, „tracht dan vliegen en boksen voortdurend te combineeren met goede mu ziek, schilderijen en aangenaam gezelschap. Waarlijk, je moeilijkheden met de letter kunde, waartoe je je blijkbaar van nature aangetrokken gevoelt, komen voort uit het feit, dat je in X geboren bent, dat wil zeg gen; je bent een wilde. Voeg daar nog bij, dat je op een school bent geweest, die ge woonlijk alle artistieke neigingen in iemand doodt. Je moet eens wat voetwerk aan de pianola doen; bekijk eens een duizendtal foto's van de beste schilderijen; bezoek ieder jaar een stuk of wat Europeesche steden; leer wat Fransch en Duitsch: en tracht uit te visschen, waarom de meesters op stljlge- bied verschil vertoonen met de schrijvers van boksverhalen." Ik had éen groot voordeel, zeide hij, en dat was, dat ik het bekrompen, letterkundige kringetje, ontsnapt ben, waar maar steeds kunstproducten worden voortge bracht totdat het intellectueele en geeste lijke voortbrengsel volkomen gedegenereerd is. Maar ik mag niet nalaten hiervoor iets anders in de plaats te stellen. Blijkbaar had ik mij nu, heel natuurlijk, gewend tot de kunstmusea, Shakespeare en zelfs Kant en Schopenhauer voor de meesten van hen had ik in mijn schooljaren vermoedelijk een diepe afschuw. En als ik op deze wijze voort ging zonder een schoolvos te worden, wel: wat zou ik dan beter kunnen doen? Shaw's eerste pogingen als schrijver. Ofschoon men hem over het algemeen be schouwt als schrijver van nature, zijn er niettemin weinig schrijvers, die een langere en moeilijker leerschool achter den rug heb ben dan G.B.S., sinds hij in 1876 naar Lon den kwam. In het begin „werkte" hij als mu ziekcriticus, maar zijn opmerkingen „leidden tot het verdwijnen van alle concertadverten ties het blad werd geruïneerd en hield op te bestaan gedeeltelijk door mijn schuld". Daarna legde hij zich toe op het schrijven van romans, schreef met pijnlijke regelma tigheid vijf bladzijden per dag en vulde de overige uren met het schrijven van artike len. Maar, zooals hier voor reeds gezegd is, •beid van 1S76 tot 1885 slechts 5 9 sh. 4 d. bedroegen zijn verdiensten uit literairen ar- (waarvan de 5 iriinus 10 pet. voor com missie voor een advertentie was)"; want de artikelen kwamen met eentonige regel matigheid terug en de romans mogelijk een stuk of vijf gingen van uitgever tot uitgever met hetzelfde prettige resultaat. In de geheele geschiedenis van de kunst en de literatuur kunnen er maar weinige van dergelijke frappante voorbeelden van kalmen moed en geduldige volharding zijn. Vele schrijvers hebben een paar romans ge schreven. zonder succes, maar op deze wijze gedurende 9 jaar door te gaan schijnt mij bovenmenschelijk toe en van alle helden daden van Shaw, beschouw ik die als de grootste. Toch ontkent Shaw, dat hij ooit moeilijk heden heeft gehad. Vraag hem eens, wat zijn eerste successtuk was en hij zal ant woorden: „Ik heb nooit succes gehad". Wer kelijk succes is iets, dat over je komt en Je den adem beneemt. Wat over mij kwam was voortdurende mislukking. Langzamerhand heb ik door ondervinding geleerd mij noch om mislukking, noch om succes te bekom meren. Het leven is als een gevecht; je moet duizend kogels afschieten om één man te raken. Ik was zoo druk met schieten bezig, dat ik het doel voorbij zag. Of ik soms ooit gewanhoopt heb, zal je ergens in mijn werk kunnen vinden in deze zinsnede: „Hij, die nooit heeft gehoopt, kan ook nooit wan hopen". Of. zooals Bunyan zegt: „Wie bene den is, hoeft niet bang te zijn te vallen." Maar dat Shaw hoop had en de toekomst inderdaad met vertrouwen tegemoet zag. is een feit. Vermoedelijk was zijn doorzetten te danken aan de wetenschap, dat zijn tegenspoed slechts het oude conflict was tusschen literaire opvatting en den smaak van het publiek en dat, vroeg of laat, zijn pogingen beloond zouden worden. In Londen had hij kostbare musea en prachtige biblio theken kosteloos te zijner beschikking, en, met zijn gave deze te waardeeren, was hij tenslotte rijker dan de meeste menschen. Hij ging voort met zich voor goede muziek en schilderijen te interesseeren, terwijl hij langzamerhand zijn zeldzamen persoonlijken stijl ontwikkelde, en in deze combinatie had hij wapenen, die later zijn groote kracht zou den blijken, en die hem als kunstcriticus zijn eerste werkelijk succes in Londen brachten. Shaw's literaire stijl. Het zal aan velen van zijn lezers moeilijk vallen Shaw als een zwoeger te beschouwen; toch zijn er weinig menschen die hun taak zoo grondig aanpakken. Alles doet hij met zorg en nauwgezetheid om te trachten een zoo goed mogelijk resultaat te krijgen; en zefs zijn grootste gave, zijn krachtige, individualisti sche stijl, heeft hij enkel en alleen verkregen door lange en gestage oefening en door zijn wensch zich duidelijk en Juist uit te druk ken. Niet dat Shaw er behagen in schept zelf allerlei woorden te maken of met stijl alleen genoegen te nemen. Integendeel, hij heeft de overtuiging, dat uit iedere idee een eigen stijl voortkomt, zooals water rivieren vormt. Zijn ontwikkeling als auteur schrijft hij toe aan den wensch: de dingen op krachtige, doeltreffende wijze te zeggen. Geen mensch heeft meer de noodzakelijkheid erkend, dat men, om te schrijven, ook moet leven; en voor hem is leven een werkzaam aandeel nemen in die dingen, die leiden tot den voor uitgang der menschheid. Gedurende veie jaren was hij een der leidende figuren van de verschillende stroomingen op het gebied van kunst, sociologie en ethiek; en dit zette hem niet alleen aan tot boeiend en enthou siast schrijven, maar gaf hém bovendien een nauwkeurige kennis van die onderwerpen, die voor zijn toekomstigen arbeid van zulk een groote waarde zouden worden. Hij was in zijn tijd een stoere werker. Ge durende eenige jaren woonde hij. als muziek leeraar alle concerten bij; voor dien tijd had hij door de Lonriensche kunstmusea gezwor ven om de schilderijen in oogenschouw te nemen en niet lang daarna wendde hij zich als G. B. S. van de „Saturday Review" aan de schouwburgen, waardoor hij een van de bekwaamste tooneelcritici, die Londen ooit ge kend heeft, is geworden. Maar, ofschoon kunst zijn vak was. heeft hij toch nooit de voeling met het werkelijke leven verloren. In de dagen van zijn socialen strijd deed hij groote ervaring als straatredenaar op, door het ge heele land en als debater op de meetings van de Fabian Society; en van het begin tot het eind hebben sociologie en filosofie hoofdzake lijk zijn belangstelling gehad. Zijn eigenlijke persoonlijkheid. Ik heb Shaw dikwijls ontmoet en dikwijls heb ik hem veel last bezorgd. Maar altijd heb ik hem een sympathiek mensch gevonden. Verre van cynisch op te treden tegenover wie zijn minderen zijn, zooals men gewoon lijk veronderstelt, zijn er weinig menschen met dergelijke gaven van geest en slagvaar digheid die deze gave op zoo'n spaarzame en op zoo'n beminnelijke wijze weten te ge bruiken. Wanneer men Shaw in het parti culiere leven ontmoet, wordt men getroffen door zijn aangenaam optreden en de leven digheid van zijn geest. Met zijn wit haar en zijn grappig opgetrokken wenkbrauwen, lijkt hij de zachtaardigste oude heer, die men zich kan voorstellen, en hoewel hij graag het gezelschap voor den gek houdt en door enor me overdrijving in het harnas jaagt, wordt hij toch nooit onaangenaam of hatelijk. Zooals een zijner vrienden eens zei: Shaw is precies een groote jongen, die van het leven de wereld, en zichzelf ten volle ge niet. Ofschoon hij hard werkt, gaat hij nooit onder zijn werk gebukt. Geestigheid en on schuld schijnen bij dezen satirischen ouden wijsgeer den boventoon te voeren. Zelfs de dienstbode van zijn landhuis vertelde mij eens dat hij de aangenaamste man was, dien zij kende (verbeeldt u eens, waarde lezer, dat uw dienstbode dat van u zei); en ik herinner mij. dat ik eens bij hem op bezoek was en verscheidene uren op den trein terug moest wachten. Shaw zat intusschen in een kamer daarnaast te werken en nu en dan stak hij zijn hoofd om de deur om mij met de een of andere grappige opmerking wat op te vroolijken; daarna bracht hij mij met zijn auto naar het station, terwijl hij zelf achter het stuur ging zitten: onder de hand wuifde hij vroolijk tegen de kinderen, die naar bul ten kwamen om hem wat toe te roepen. De dorpelingen schenen bijzonder op hem ge steld te zijn. in zooverre zij zich van zijn tegenwoordigheid bewust waren, en dien mor gen had hij juist met zijn buurman geluncht, iets wat, volgens mijn meening, hun beiden tot eer strekte. Ik weet wel, dat sommige menschen het moeilijk zullen vinden, in Shaw dien vrien delijken ouden heer te zien, zooals ik hem geschetst heb. Zij zien hem liever als een boosaardige anarchist, vol venijn. Maar, of schoon Shaw door het maatschappelijk on recht ongetwijfeld diep getroffen wordt en de samenleving soms in lang niet malsche termen heeft gehekeld, bomt zijn opvatting meer overeen met die van Ruskin en William Morris dan die van Lenin of Robespierre. Het denkbeeld een persoonlijken wrok tegen de wereld te koesteren zou hem den dood kunnen aandoen; en wat het venijn betreft, ik twijfel er aan. of hij wel ooit in zijn leven een werkelijke twist heeft gehad. Shaw houdt niet van ruzies of hatelijkheden, in dien zin. dat hij er niet een persoonlijke liefhebberij van maakt; en ik herinner mij. dat, toen ik hem eens schreef, geheel vervuld van een mij aangedane beleeaiging, hij mij volkomen juist naar Pickwick verwees; „Zet je werk voort", luidde zijn brief; „en tob niet langer over meneer X. en de onrechtvaardigheden van anderen. Lees Dickens; en merk od dat de pokdalige man in Pickwick nooit ergens aan kwam omdat hij onderweg altijd stilhield om met iemand te vechten, en dat de man uit Shropshire een lastpost en een mislukking was, omdat hij een rechtvaardige grief had. Je moet nooit grieven hebben en nooit twisten. Het zijn de listen van de tegenpartij. Je hebt één gevecht verloren, door je zelf zoo te laten neerslaan. Laat je niet dnnr dien meneer X. op deze wijze buiten gevecht stellen". (Nadruk verboden). DE GOLFSTROOM VERANDERT VAN LOOP. De Golfstroom de warme stroom door den Atlantischen Oceaan schijnt, naar uit wetenschappelijke onderzoekingen van den laatsten tijd zou blijken, zich langzaam meer naar het Westen te verplaatsen. Hij zou n.l. meer de kust van de Vereenigtie Staten nade ren, zoodat op den duur New York een bijna tropisch klimaat zou krijgen. Ook het klimaat van Engeland zou misschien van deze verandering in den Golfstroom eenigen invloed ondervinden. De westelijke wind toch voert een deel van de warmte en de vochtigheid van het Golfstroomwater in de richting van de Britsche kust, zoodat het klimaat in Engeland iets minder koud is dan het geval zou wezen als die stroom niet be stond. Maar men moet den invloed van den Golfstroom op het klimaat van West=Europa in het algemeen toch niet overschatten, zoo- als vaak gedaan wordt. Hoe is de langzame verandering ln den loop van den stroom te verklaren? Dat is niet gemakkelijk en met zekerheid is er wei nig van te zeggen. Is er een verschuiving gaande van den bodem der zee bij de Ameri- kaansche kust? Is er iets gebeurd met den kouden golfstroom, die langs de Oostkust van Amerika loopt? Of ondergaat de Oostelijke kustlijn van dit werelddeel een verandering? Hier is nog stof te over voor onderzoekin gen! ONGEWONE BAROMETERS. Behalve de weerberichten en de barometers zijn er nog andere dingen die met vrij groote zekerheid aanduiden, welk weer wij in de on middellijke toekomst te wachten hebben. Wanneer ge des morgens uw ochtendblad openslaat en het papier ritselt daarbij, moogt ge een mooien dag verwachten. Maar voelt het papier slap aan, dan komt er regen. Sommige katten rennen met opgeheven staart, waarvan de haren wijd-uit staan door het huis, wanneer zij een storm voelen aan komen. Betonnen vloeren worden vochtig, als er regen in aantocht is. Het haar van den mensch is zeer gevoelig voor vochtigheid in de lucht. Er zijn menschen met mooi, zacht, krullend haar, die soms met schrik ontdek ken, dat „de krul er uit gaat". Dan komt er regen. Hetzelfde zal ook het geval zijn wan neer ge in een kamer waar gestookt wordt, een scherpe roetlucht waarneemt. Eenige aanvullingen op ,tBaedeker en „Grieben" voor hendie in Augustus in Zwitserland zullen zijn. (Van onzen correspondent.) Genève, 26 Juli 1930. Het hoofdje van dezen brief moge den le zers reeds terstond duidelijk maken, wat de bedoeling van mijn schrijven is. Ik wil geenszins trachten een beschrijving te bren gen van het eeuwig-schoone, dat Zwitser land ln leder jaar zijn duizenden bezoekers biedt en dat in iederen reisgids te vinden is, Mijn doel is slechts de aandacht der reizi gers naar Zwitserland te vestigen op enkele zaken, die in het bijzonder in de maand Augustus van het jaar 1930 hier te bewonde ren zullen zijn. Natuurlijk zal het groote ge not van een bezoek aan Zwitserland steeds zijn het verblijf ln de prachtige natuur van Zwitserland's bergen, gletschers en meren. Doch menigeen zal misschien toch wel een enkelen dag van natuurgenot willen opofferen om eens iets te zien op het gebied van kunst of sport, dat niet ieder jaar te aanschouwen is en dat onder de herinneringen aan de Zwitsersche reis dus een bijzondere plaats zal innemen. Hun. wien eenige bijzondere afwis seling op de reis aangenaam zal zijn, hoop ook met dezen brief van eenig nut te zijn. In een brief, die iets vertellen wil over wat niet in ieder jaar onveranderlijk hetzelfde is, behoort een praatje over het weder ze ker wel thuis. Niets is onbestendiger dan het weder, helaas ook hier in Zwitserland. Toch zou het mij zeer verbazen, indien degenen die Augustus als hun reismaand uitverko ren hebben, niet alleszins reden zouden be zitten over hun keuze tevreden te zijn. Want wij hebben thans drie weken achtereen zulk een voortdurend hoogst ongunstig weder ge had, dat de waarschijnlijkheidsleer er voor spreekt, dat thans een periode van schoon weder aanbreken zal. Vandaag althans schijnt voor het eerst de zon weder eens, de gevaarlijke, zooveel regen met zich brengende „Föhn" is verdwenen en door een drogeien Noordenwind vervangen, bovendien is het nieuwe maan: alles aanwijzingen, dat een periode van ander weer thans zal aanbre ken en dat een fraaie maand Augustus den Zwitsers zelf eenige vergoeding zal geven voor den regen en koude, dien zij in Juli heb ben moeten verdragen. Dat ook de buiten- landsche touristen van dit mooie weer dan profiteeren zullen, daarover zal zeker geen Zwitser zich beklagen! Het is onontbeerlijk voor hen, die een be zoek willen brengen aan het kleine stadie E i n s i e d e 1 n, waar iederen Woensdag en Zaterdagavond openluchtvoorsteUingen gegeven worden van het bekende geestelijke drama van den Spanjaard Pedro Calderon de la Barca (een groot Katholiek dramaturg uit de zeventiende eeuw), wiens beroemdste werk „Het groote Wereldtheater" thans even innige ontroering bij de toehoorders pleegt te verwekken, als in de jaren 1924 en 1925. toen voor het eerst Calderon-opvoeringen te Einsiedeln plaats vonden. De voorstellingen vinden van des avonds 9 tot 11 uur plaats op het groote plein voor den prachtigen ba- rok-bouw van het Benediktijner-klooster uit den aanvang van de achtt/ende eeuw. Schijnwerpers zorgen voor een Uitnemende belichting van het tooneel en van de 350 ge- costumeerde spelers en figuranten, die allen in Einsiedeln thuis behooren en het indruk wekkende stuk, dat ook Protestanten diep te ontroeren weet, onder de leiding van den ar- tistleken leider der Berlijnsche Calderon- vereeniging Peter Erkelenz hebben ingestu deerd. Het optreden van de symbolische fi guren van den koning, den rijkdom, de schoonhend, de wijsheid, den bedelaar, den boer, die allen voor den op den troon zitten- den God hun rol spelen, totdat de dood 3en een na den ander wegrukt en God zijn rechtersoordeel over de zielen der spelers uitspreekt en ten slotte de huldiging van de Madonna van Einsiedeln onder het luiden van de kerkklokken en het gezang van het Te Deum, dit alles houdt iedereen met een eenigszins voor het diepzinnige ontvanke lijk gemoed, hij moge Katholiek, Protestant of Israéliet zijn, van het begin tot het einde geboeid en als men het kloosterplein verlaat bij het glanzen der nachtelijke sterren boven het stille hoogdal, gaat men naar huis met het gevoel een herinnering voor het leven gekregen te hebben.. Einsiedeln ligt op een hoogte van 900 Meter ongeveer 40 K.M. van Zürich en is met den trein, zoowel van L"- zern als van Zürich, gemakkelijk binnen twee uren te bereiken. Een andere kunstvoorstelling, die u dit jaar in Zwitserland warht, is de opvoering van Schiller's „Wilhelm Teil" teAltdorf. Ook deze opvoering vindt niet ieder Jaar plaats, al heeft men grooter kans dan ten opzichte van „Het groote Wereldtheater" te Einsiedeln ook bij terugkeer in Zwitser land den Wilhelm Teil nog te kunnen zien. Want Altdorf bezit sinds 1925 een specialen schouwburg voor de „Tell"-voorstellingen, die ongeveer iedere drie jaren plegen herhaald te worden. Wie eenigen tijd aan het Vierwoudsteden- meer vertoefd heeft en daar de beroemde plaatsjes uit Zwitserland's klassieke geschie denis der vrijheid bezocht heeft, wie op den Rütll geweest is. waar Wilhelm Teil en zijn mannen in 1291 elkander trouw zworen, en elkander beloofden een „volk van broede ren" te zullen worden, dat liever „in den dood wil sterven dan in slavernij leven", wie te Altdorf zelf geweest is. waar Wilhelm Teil. om de vrijheid en het leven van zich zelf en zijn kind te redden, den appel van het hoofd van zijn zoontje schoot, doch nog één pijl overhield, om. mocht hij niet den appel, doch zijn kind getroffen hebben, dan dien pijl tegen den wreeden landvoogd te richten en dan zeker zijn doel niet te missen, wie al deze plaatsen bezocht en met eigen oogen gezien heeft, is zeker in de ware stemming, om Schiller's dichterlijke taal ter eere van de Zwitsersche vrijheidshelden aan te hoo- ren en uit het krachtige gesproken woord, het levendige spel der tooneelspelende in woners van het oude Altdorf te bemerken, dat de oude Zwitsersche vrijheidsgeest ook thans nog de inwoners van dit land bezielt. Misschien echter is voor Ncderlandsche tou risten nog beter de volgorde om te keeren en eerst te Altdorf op een Zondagmiddag (van 2 tot 5 uur, waarbij vooruitbespreking der plaatsen dringend aan te bevelen Is. want meestal zijn alle rangen geheel uitverkocht!) onder de bekoring en ontroering van Schil ler's vrijheids-gedicht te komen en dan daar na de gewijde plaatsen, de bakermat van de Zwitsersche Eedgenootschap, te bezoeken. Misschien zullen dan ook wij Nederlanders, de vrijheid vereerende evenzeer als de Zwit sers dat doen, den Rütll met een iets ander oog en gemoed bekijken! Ditzelfde oude Altdorf moge voor mij dé brug zijn, om van het gebied der kunst dat der sporten te betreden. Want op 10 Augus tus zullen het grijze verleden en het mo derne heden elkander hier in het Zwitser sche oer-kar.ton Ur: ontmoeten! Terwijl in het feestspel-huis aller gedachten teruggaan naar zeshonderd en meer jaren geleden, zal men even buiten Altdorf den triomf aan schouwen van een der modernste verkeers middelen, den automobiel. Op 9 en 10 Aug. vinden namelijk op de beroemde Klauscn- strasse van Lintlia! naar Altdorf de groote bergrennen voor automobielen en motorrij wielen plaats. Persoonlijk wil ik wel beken nen, dat ik liever Schiller's dichtwerk aan hoor dan naar het levensgevaarlijke naar beneden rennen over den aan bochten zoo rijken en scherp dalenden Klauscnweg te kijken. Doch het is stellig niet oninteres sant éénmaal zulk een snelheidsren van automobielen door de bergen te aanschou wen en hiertoe bestaat, op 9 en 10 Augustus tusschen Altdorf en Linthal volop gelegen heid. Want alle Europeesche beroemdheden op dit gebied zullen dan aan den start ver schijnen. Wellicht zal de kalme Hollander echter nog meer vreugde hebben bij het toezien naar een der alleroudste sportwedstrijden, ht „hornussen", dat in Zwitserland vooral door de riorpsbevolking nog druk beoefend wordt. Het hornussen is misschien nog het meest met ons kaatsen te vergelijken. Twee groepen van ieder ongeveer 20 man spelen tegen elkander, waarbij beurtelings de ééne en de andere partij den „opslag" en den „vang" hebben. Een ronde schijf van 6 cen timeter in doorsnede wordt door hem. die den „opslag" heeft, zoo ver mogelijk in de lucht geslagen, zonder dat echter hot speel terrein mag overschreden worden. Men kan den „homuss" ongeveer 300 Meter wegslaan en hem daarbij een hoogte van wel 100 Me ter doen bereiken. De tegenpartij moet trach ten den hornuss op te vangen, voordat deze op den grond neerkomt, en bezit daartoe planken, die in de lucht worden geworpen, om ae vaart van den hornuss te breken en het vangen te vergemakkelijken. Iedere drie jaar wordt het nationale hor- nussenfeest om hot Zwitsersche kampioen schap gehouden. Dit jaar zal het van 23 tot 25 Augustus in de Zwitsersche hoofdstad Bern plaats vinden. Reeds hebben 258 ver- eenigingen uit alle deelen van het Land hun deelneming aangekondigd, zoodat ruim 5000 beoefenaren van de oude nationale sport dan in Bern aanwezig zullen zijn. Tenslotte nog twee punten, die eigenlijk niet in dezen brief thuis behooren. omdat zij weliswaar nog niet ln een Baedeker staan, doch een „blijvend" karakter hebben. De bezoekers van Zwitserland zullen dit Jaar van twee „nieuwigheden" kunnen genieten: van een nieuwen expresstrcin. den ..Glacier Ex press". die den reizende direct van Zermatt naar St. Moritz brengt, zonder eenig over stappen. langs prachtige gletschers en van de nieuwe gansch modern ingerichte zwem inrichtingen, meestal met een wel wat weidsch woord „Strandbad" genoemd, die ook op menig bergstation een heerlijke zwem gelegenheid in de open lucht bieden! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. „VLOEIBARE KOOL" VOOR AUTO'S. Het is een eigenaardig geval: elk Jaar voert Engeland mülioenen en mlllloenen liters ruwe olie en petroleum in. maar het produ ceert meer steenkool dan het zelf kan gebrui ken en het aantal werkloozen onder de mijnwerkers is zeer groot. Met andere woor den: Engeland heeft meer brandstof dan het gebruiken kan. maar veel er van is niet van de thans noodige soort. Kool kan nu eenmaal niet gebruikt worden als brandstof voor een motor of een olielamp. Daarom zou het van zeer veel beteekenis zijn, als er een middel gevonden werd. om kool in olie te veranderen. Verschillende ma nieren zijn reeds beproefd, maar tot- nu toe is nog geen systeem practisch uitvoerbaar gebleken. De hoeveelheid olie, die verkregen werd, was onvoldoende en de bewerking was bovendien veel te duur. Maar verschillende scheikundigen hebben hun proefnemingen op dit gebied voortgezet en in Duitschland is men nu tenminste zoo ver, dat men van een zekere hoeveel ruwe olie eenzelfde hoe veelheid geraffineerde olie kan maken Tot heden was de hoeveelheid geraffineerde olie, die verkregen werd. veel kleiner. En daar ruwe petroleum kan verkregen worden uit kool. bestaat er mogelijkheid dat olie. die ge schikt Is als brandstof, op den duur zal kun nen gebruikt worden voor auto's. Maar dan moet eerst het maken van ruwe olie uit kool nog langs veel goedkooperen weg kunnen ge schieden. „HERR" VERAART. Het is bekend dat de aardrijkskundige kennis der Engelschen nog al wat te wen- schen overlaat, evenals hun kennis van andere talen dan de Engelsche. Zij vinden het over het algemeen gemakkelijker dat de buitenlanders hün taal leeren dan omgekeerd. Dit is goed en wel, maar alles heeft toch zijn grenzen. Het bekende Engelsche weekblad „Tlt-Bits" schrijft deze week over regen maken en doet daarbij mededeelingen betreffende de proe ven, die op dit gebied in den laatsten tijd in ons land zijn genomen. Er Is een Hollandsch geleerde, zoo vertelt Tlt-Bits, die in een vlieg machine 3000 pond poeder-ijs heeft meege nomen en toen hij een hoogte van 7000 voet bereikt had. dit ijs op beneden hem hangen de wolken liet vallen. Een paar minuten later ontlastte zich uit deze wolken „een hevige regenbul". Dat die „hevige regenbui" mis schien wat overdreven is, is nu zoo heel erg niet. maar wèl erg Is het, dat het Engelsche weekblad onzen Hollandschen regenmaker als „Herr Veraart" aanduidt. Dit doet ons weer denken aan dien En- geischman die ons vertelde dat hij ln Holland was geweest op een reis naar „the continent". Holland was een heel aardig land: vooral had hij al die houten huizen interessant gevon den. Toen wij hem trachtten duidelijk te maken, dat ln ons land toch waarlijk niet alle huizen van hout waren en zeker niet in een groote stad. zooals hij zeide bezecht te heb ben. haalde hij er den atlas bij. Na eenig zoeken wees hij den naam van de Hollarid- sche stad aan, waar hij geweest was. Het was Gothenburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19