SHAW SPREEKT TOT TOEKOMSTIGE
SCHRIJVERS.
ZWITSERLAND IN AUGUSTUS.
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930
ZESDE BLAD
Hoe men schrijven leert.
Door NORMAN CLARK.
Toen ft eens bij Bernard Shaw in zijn
huis in de stad de lunch gebruikte,
kwam het gesprek op de beste be
roepen en die gelegenheid greep ik
aan om hem te vragen, wat voor
«en soort beroep letterkunde eigenlijk was.
„Voor de meeste menschen een ellendig
vak" antwoordde hij zonder te aarzelen. „In
de eerste negen jaren van mijn loopbaan
verdiende ik 5 9 sh. 4 d., waarvan de 5
voor een advertentie was, die ik schreef. Als
je in de gelegenheid bent examens te doen,
doe dat dan, tracht advocaat, dokter, in
genieur, architect of Iets dergelijks te wor
den. Maar heel veel menschen zijn niet in
staat examens af te leggen. Ik ben een van
hen (niet dat ik het ooit geprobeerd heb) en
het is best mogelijk, dat jij ook onder hen
behoort."
In dat geval zou ik ergere dingen kunnen
doen, dan literatuur tot mijn beroep te ma
ken; ofschoon hij als regel de jongelui aan
maande een ander middel van bestaan te
kiezen, op welke, wijze dan ook, voordat zij
zich „waagden aan dat verschrikkelijke va
gebondenleven, dat de kunst of de literatuur
met zich meebrengt".
„Toch" voegde Shaw er aan toe, terwijl hij
zijn schouders ophaalde, .toch zijn sommi
gen onder ons zoo duidelijk gedoemd het
moeilijkste werk te moeten aanpakken en in
het onzekere te moeten leven, in plaats van
een eerlijk bestaan te kunnen voeren dat
iedere goede raad huichelarij wordt."
De beste literaire oefening.
Ik vroeg Shaw, wat hij beschouwde als het
beste middel om iemand's literaire capaci
teiten te ontwikkelen.
.Schrijf tien jaar lang iederen dag dui
zend woorden", antwoordde hij prompt. „En
verder, probeer je zoo duidelijk mogelijk uit
te drukken, geef uiting aan je gevoel en
tracht de feiten mede te deelen. En ik ver
onderstel natuurlijk ook, dat het lezen van
de meesters in de woordkunst er op wijst,
wat in die richting gedaan kan worden.
„Als het mogelijk is", zoo raadde hij
mij aan, „tracht dan vliegen en boksen
voortdurend te combineeren met goede mu
ziek, schilderijen en aangenaam gezelschap.
Waarlijk, je moeilijkheden met de letter
kunde, waartoe je je blijkbaar van nature
aangetrokken gevoelt, komen voort uit het
feit, dat je in X geboren bent, dat wil zeg
gen; je bent een wilde. Voeg daar nog bij,
dat je op een school bent geweest, die ge
woonlijk alle artistieke neigingen in iemand
doodt. Je moet eens wat voetwerk aan de
pianola doen; bekijk eens een duizendtal
foto's van de beste schilderijen; bezoek ieder
jaar een stuk of wat Europeesche steden;
leer wat Fransch en Duitsch: en tracht uit
te visschen, waarom de meesters op stljlge-
bied verschil vertoonen met de schrijvers van
boksverhalen." Ik had éen groot voordeel,
zeide hij, en dat was, dat ik het bekrompen,
letterkundige kringetje, ontsnapt ben, waar
maar steeds kunstproducten worden voortge
bracht totdat het intellectueele en geeste
lijke voortbrengsel volkomen gedegenereerd
is. Maar ik mag niet nalaten hiervoor iets
anders in de plaats te stellen. Blijkbaar had
ik mij nu, heel natuurlijk, gewend tot de
kunstmusea, Shakespeare en zelfs Kant en
Schopenhauer voor de meesten van hen
had ik in mijn schooljaren vermoedelijk een
diepe afschuw. En als ik op deze wijze voort
ging zonder een schoolvos te worden, wel:
wat zou ik dan beter kunnen doen?
Shaw's eerste pogingen als schrijver.
Ofschoon men hem over het algemeen be
schouwt als schrijver van nature, zijn er
niettemin weinig schrijvers, die een langere
en moeilijker leerschool achter den rug heb
ben dan G.B.S., sinds hij in 1876 naar Lon
den kwam. In het begin „werkte" hij als mu
ziekcriticus, maar zijn opmerkingen „leidden
tot het verdwijnen van alle concertadverten
ties het blad werd geruïneerd en hield op
te bestaan gedeeltelijk door mijn schuld".
Daarna legde hij zich toe op het schrijven
van romans, schreef met pijnlijke regelma
tigheid vijf bladzijden per dag en vulde de
overige uren met het schrijven van artike
len. Maar, zooals hier voor reeds gezegd is,
•beid van 1S76 tot 1885 slechts 5 9 sh. 4 d.
bedroegen zijn verdiensten uit literairen ar-
(waarvan de 5 iriinus 10 pet. voor com
missie voor een advertentie was)"; want
de artikelen kwamen met eentonige regel
matigheid terug en de romans mogelijk
een stuk of vijf gingen van uitgever tot
uitgever met hetzelfde prettige resultaat.
In de geheele geschiedenis van de kunst
en de literatuur kunnen er maar weinige
van dergelijke frappante voorbeelden van
kalmen moed en geduldige volharding zijn.
Vele schrijvers hebben een paar romans ge
schreven. zonder succes, maar op deze wijze
gedurende 9 jaar door te gaan schijnt mij
bovenmenschelijk toe en van alle helden
daden van Shaw, beschouw ik die als de
grootste.
Toch ontkent Shaw, dat hij ooit moeilijk
heden heeft gehad. Vraag hem eens, wat
zijn eerste successtuk was en hij zal ant
woorden: „Ik heb nooit succes gehad". Wer
kelijk succes is iets, dat over je komt en Je
den adem beneemt. Wat over mij kwam was
voortdurende mislukking. Langzamerhand
heb ik door ondervinding geleerd mij noch
om mislukking, noch om succes te bekom
meren. Het leven is als een gevecht; je moet
duizend kogels afschieten om één man te
raken. Ik was zoo druk met schieten bezig,
dat ik het doel voorbij zag. Of ik soms ooit
gewanhoopt heb, zal je ergens in mijn werk
kunnen vinden in deze zinsnede: „Hij, die
nooit heeft gehoopt, kan ook nooit wan
hopen". Of. zooals Bunyan zegt: „Wie bene
den is, hoeft niet bang te zijn te vallen."
Maar dat Shaw hoop had en de toekomst
inderdaad met vertrouwen tegemoet zag. is
een feit. Vermoedelijk was zijn doorzetten
te danken aan de wetenschap, dat zijn
tegenspoed slechts het oude conflict was
tusschen literaire opvatting en den smaak
van het publiek en dat, vroeg of laat, zijn
pogingen beloond zouden worden. In Londen
had hij kostbare musea en prachtige biblio
theken kosteloos te zijner beschikking, en,
met zijn gave deze te waardeeren, was hij
tenslotte rijker dan de meeste menschen. Hij
ging voort met zich voor goede muziek en
schilderijen te interesseeren, terwijl hij
langzamerhand zijn zeldzamen persoonlijken
stijl ontwikkelde, en in deze combinatie had
hij wapenen, die later zijn groote kracht zou
den blijken, en die hem als kunstcriticus zijn
eerste werkelijk succes in Londen brachten.
Shaw's literaire stijl.
Het zal aan velen van zijn lezers moeilijk
vallen Shaw als een zwoeger te beschouwen;
toch zijn er weinig menschen die hun taak
zoo grondig aanpakken. Alles doet hij met zorg
en nauwgezetheid om te trachten een zoo goed
mogelijk resultaat te krijgen; en zefs zijn
grootste gave, zijn krachtige, individualisti
sche stijl, heeft hij enkel en alleen verkregen
door lange en gestage oefening en door zijn
wensch zich duidelijk en Juist uit te druk
ken. Niet dat Shaw er behagen in schept zelf
allerlei woorden te maken of met stijl alleen
genoegen te nemen. Integendeel, hij heeft de
overtuiging, dat uit iedere idee een eigen
stijl voortkomt, zooals water rivieren vormt.
Zijn ontwikkeling als auteur schrijft hij
toe aan den wensch: de dingen op krachtige,
doeltreffende wijze te zeggen. Geen mensch
heeft meer de noodzakelijkheid erkend, dat
men, om te schrijven, ook moet leven; en
voor hem is leven een werkzaam aandeel
nemen in die dingen, die leiden tot den voor
uitgang der menschheid. Gedurende veie
jaren was hij een der leidende figuren van
de verschillende stroomingen op het gebied
van kunst, sociologie en ethiek; en dit zette
hem niet alleen aan tot boeiend en enthou
siast schrijven, maar gaf hém bovendien een
nauwkeurige kennis van die onderwerpen, die
voor zijn toekomstigen arbeid van zulk een
groote waarde zouden worden.
Hij was in zijn tijd een stoere werker. Ge
durende eenige jaren woonde hij. als muziek
leeraar alle concerten bij; voor dien tijd had
hij door de Lonriensche kunstmusea gezwor
ven om de schilderijen in oogenschouw te
nemen en niet lang daarna wendde hij zich
als G. B. S. van de „Saturday Review" aan
de schouwburgen, waardoor hij een van de
bekwaamste tooneelcritici, die Londen ooit ge
kend heeft, is geworden. Maar, ofschoon kunst
zijn vak was. heeft hij toch nooit de voeling
met het werkelijke leven verloren. In de
dagen van zijn socialen strijd deed hij groote
ervaring als straatredenaar op, door het ge
heele land en als debater op de meetings van
de Fabian Society; en van het begin tot het
eind hebben sociologie en filosofie hoofdzake
lijk zijn belangstelling gehad.
Zijn eigenlijke persoonlijkheid.
Ik heb Shaw dikwijls ontmoet en dikwijls
heb ik hem veel last bezorgd. Maar altijd heb
ik hem een sympathiek mensch gevonden.
Verre van cynisch op te treden tegenover
wie zijn minderen zijn, zooals men gewoon
lijk veronderstelt, zijn er weinig menschen
met dergelijke gaven van geest en slagvaar
digheid die deze gave op zoo'n spaarzame en
op zoo'n beminnelijke wijze weten te ge
bruiken. Wanneer men Shaw in het parti
culiere leven ontmoet, wordt men getroffen
door zijn aangenaam optreden en de leven
digheid van zijn geest. Met zijn wit haar
en zijn grappig opgetrokken wenkbrauwen,
lijkt hij de zachtaardigste oude heer, die men
zich kan voorstellen, en hoewel hij graag het
gezelschap voor den gek houdt en door enor
me overdrijving in het harnas jaagt, wordt
hij toch nooit onaangenaam of hatelijk.
Zooals een zijner vrienden eens zei:
Shaw is precies een groote jongen, die van
het leven de wereld, en zichzelf ten volle ge
niet. Ofschoon hij hard werkt, gaat hij nooit
onder zijn werk gebukt. Geestigheid en on
schuld schijnen bij dezen satirischen ouden
wijsgeer den boventoon te voeren. Zelfs de
dienstbode van zijn landhuis vertelde mij eens
dat hij de aangenaamste man was, dien zij
kende (verbeeldt u eens, waarde lezer, dat
uw dienstbode dat van u zei); en ik herinner
mij. dat ik eens bij hem op bezoek was en
verscheidene uren op den trein terug moest
wachten. Shaw zat intusschen in een kamer
daarnaast te werken en nu en dan stak hij
zijn hoofd om de deur om mij met de een
of andere grappige opmerking wat op te
vroolijken; daarna bracht hij mij met zijn
auto naar het station, terwijl hij zelf achter
het stuur ging zitten: onder de hand wuifde
hij vroolijk tegen de kinderen, die naar bul
ten kwamen om hem wat toe te roepen. De
dorpelingen schenen bijzonder op hem ge
steld te zijn. in zooverre zij zich van zijn
tegenwoordigheid bewust waren, en dien mor
gen had hij juist met zijn buurman geluncht,
iets wat, volgens mijn meening, hun beiden
tot eer strekte.
Ik weet wel, dat sommige menschen het
moeilijk zullen vinden, in Shaw dien vrien
delijken ouden heer te zien, zooals ik hem
geschetst heb. Zij zien hem liever als een
boosaardige anarchist, vol venijn. Maar, of
schoon Shaw door het maatschappelijk on
recht ongetwijfeld diep getroffen wordt en
de samenleving soms in lang niet malsche
termen heeft gehekeld, bomt zijn opvatting
meer overeen met die van Ruskin en William
Morris dan die van Lenin of Robespierre. Het
denkbeeld een persoonlijken wrok tegen de
wereld te koesteren zou hem den dood kunnen
aandoen; en wat het venijn betreft, ik twijfel
er aan. of hij wel ooit in zijn leven een
werkelijke twist heeft gehad. Shaw houdt
niet van ruzies of hatelijkheden, in dien zin.
dat hij er niet een persoonlijke liefhebberij
van maakt; en ik herinner mij. dat, toen ik
hem eens schreef, geheel vervuld van een mij
aangedane beleeaiging, hij mij volkomen juist
naar Pickwick verwees; „Zet je werk voort",
luidde zijn brief; „en tob niet langer over
meneer X. en de onrechtvaardigheden van
anderen. Lees Dickens; en merk od dat de
pokdalige man in Pickwick nooit ergens aan
kwam omdat hij onderweg altijd stilhield om
met iemand te vechten, en dat de man uit
Shropshire een lastpost en een mislukking
was, omdat hij een rechtvaardige grief had.
Je moet nooit grieven hebben en nooit
twisten. Het zijn de listen van de tegenpartij.
Je hebt één gevecht verloren, door je zelf
zoo te laten neerslaan. Laat je niet dnnr dien
meneer X. op deze wijze buiten gevecht
stellen".
(Nadruk verboden).
DE GOLFSTROOM VERANDERT
VAN LOOP.
De Golfstroom de warme stroom door den
Atlantischen Oceaan schijnt, naar uit
wetenschappelijke onderzoekingen van den
laatsten tijd zou blijken, zich langzaam meer
naar het Westen te verplaatsen. Hij zou n.l.
meer de kust van de Vereenigtie Staten nade
ren, zoodat op den duur New York een bijna
tropisch klimaat zou krijgen.
Ook het klimaat van Engeland zou misschien
van deze verandering in den Golfstroom
eenigen invloed ondervinden. De westelijke
wind toch voert een deel van de warmte en
de vochtigheid van het Golfstroomwater in de
richting van de Britsche kust, zoodat het
klimaat in Engeland iets minder koud is dan
het geval zou wezen als die stroom niet be
stond. Maar men moet den invloed van den
Golfstroom op het klimaat van West=Europa
in het algemeen toch niet overschatten, zoo-
als vaak gedaan wordt.
Hoe is de langzame verandering ln den
loop van den stroom te verklaren? Dat is
niet gemakkelijk en met zekerheid is er wei
nig van te zeggen. Is er een verschuiving
gaande van den bodem der zee bij de Ameri-
kaansche kust? Is er iets gebeurd met den
kouden golfstroom, die langs de Oostkust van
Amerika loopt? Of ondergaat de Oostelijke
kustlijn van dit werelddeel een verandering?
Hier is nog stof te over voor onderzoekin
gen!
ONGEWONE BAROMETERS.
Behalve de weerberichten en de barometers
zijn er nog andere dingen die met vrij groote
zekerheid aanduiden, welk weer wij in de on
middellijke toekomst te wachten hebben.
Wanneer ge des morgens uw ochtendblad
openslaat en het papier ritselt daarbij, moogt
ge een mooien dag verwachten. Maar voelt
het papier slap aan, dan komt er regen.
Sommige katten rennen met opgeheven
staart, waarvan de haren wijd-uit staan door
het huis, wanneer zij een storm voelen aan
komen. Betonnen vloeren worden vochtig, als
er regen in aantocht is. Het haar van den
mensch is zeer gevoelig voor vochtigheid in
de lucht. Er zijn menschen met mooi, zacht,
krullend haar, die soms met schrik ontdek
ken, dat „de krul er uit gaat". Dan komt er
regen. Hetzelfde zal ook het geval zijn wan
neer ge in een kamer waar gestookt wordt,
een scherpe roetlucht waarneemt.
Eenige aanvullingen op ,tBaedeker en
„Grieben" voor hendie in Augustus
in Zwitserland zullen zijn.
(Van onzen correspondent.)
Genève, 26 Juli 1930.
Het hoofdje van dezen brief moge den le
zers reeds terstond duidelijk maken, wat
de bedoeling van mijn schrijven is. Ik wil
geenszins trachten een beschrijving te bren
gen van het eeuwig-schoone, dat Zwitser
land ln leder jaar zijn duizenden bezoekers
biedt en dat in iederen reisgids te vinden is,
Mijn doel is slechts de aandacht der reizi
gers naar Zwitserland te vestigen op enkele
zaken, die in het bijzonder in de maand
Augustus van het jaar 1930 hier te bewonde
ren zullen zijn. Natuurlijk zal het groote ge
not van een bezoek aan Zwitserland steeds
zijn het verblijf ln de prachtige natuur van
Zwitserland's bergen, gletschers en meren.
Doch menigeen zal misschien toch wel een
enkelen dag van natuurgenot willen opofferen
om eens iets te zien op het gebied van kunst
of sport, dat niet ieder jaar te aanschouwen
is en dat onder de herinneringen aan de
Zwitsersche reis dus een bijzondere plaats zal
innemen. Hun. wien eenige bijzondere afwis
seling op de reis aangenaam zal zijn, hoop
ook met dezen brief van eenig nut te zijn.
In een brief, die iets vertellen wil over wat
niet in ieder jaar onveranderlijk hetzelfde
is, behoort een praatje over het weder ze
ker wel thuis. Niets is onbestendiger dan het
weder, helaas ook hier in Zwitserland. Toch
zou het mij zeer verbazen, indien degenen
die Augustus als hun reismaand uitverko
ren hebben, niet alleszins reden zouden be
zitten over hun keuze tevreden te zijn. Want
wij hebben thans drie weken achtereen zulk
een voortdurend hoogst ongunstig weder ge
had, dat de waarschijnlijkheidsleer er voor
spreekt, dat thans een periode van schoon
weder aanbreken zal. Vandaag althans
schijnt voor het eerst de zon weder eens, de
gevaarlijke, zooveel regen met zich brengende
„Föhn" is verdwenen en door een drogeien
Noordenwind vervangen, bovendien is het
nieuwe maan: alles aanwijzingen, dat een
periode van ander weer thans zal aanbre
ken en dat een fraaie maand Augustus den
Zwitsers zelf eenige vergoeding zal geven
voor den regen en koude, dien zij in Juli heb
ben moeten verdragen. Dat ook de buiten-
landsche touristen van dit mooie weer dan
profiteeren zullen, daarover zal zeker geen
Zwitser zich beklagen!
Het is onontbeerlijk voor hen, die een be
zoek willen brengen aan het kleine stadie
E i n s i e d e 1 n, waar iederen Woensdag
en Zaterdagavond openluchtvoorsteUingen
gegeven worden van het bekende geestelijke
drama van den Spanjaard Pedro Calderon
de la Barca (een groot Katholiek dramaturg
uit de zeventiende eeuw), wiens beroemdste
werk „Het groote Wereldtheater" thans even
innige ontroering bij de toehoorders pleegt
te verwekken, als in de jaren 1924 en 1925.
toen voor het eerst Calderon-opvoeringen te
Einsiedeln plaats vonden. De voorstellingen
vinden van des avonds 9 tot 11 uur plaats
op het groote plein voor den prachtigen ba-
rok-bouw van het Benediktijner-klooster
uit den aanvang van de achtt/ende eeuw.
Schijnwerpers zorgen voor een Uitnemende
belichting van het tooneel en van de 350 ge-
costumeerde spelers en figuranten, die allen
in Einsiedeln thuis behooren en het indruk
wekkende stuk, dat ook Protestanten diep te
ontroeren weet, onder de leiding van den ar-
tistleken leider der Berlijnsche Calderon-
vereeniging Peter Erkelenz hebben ingestu
deerd. Het optreden van de symbolische fi
guren van den koning, den rijkdom, de
schoonhend, de wijsheid, den bedelaar, den
boer, die allen voor den op den troon zitten-
den God hun rol spelen, totdat de dood 3en
een na den ander wegrukt en God zijn
rechtersoordeel over de zielen der spelers
uitspreekt en ten slotte de huldiging van de
Madonna van Einsiedeln onder het luiden
van de kerkklokken en het gezang van het
Te Deum, dit alles houdt iedereen met een
eenigszins voor het diepzinnige ontvanke
lijk gemoed, hij moge Katholiek, Protestant
of Israéliet zijn, van het begin tot het einde
geboeid en als men het kloosterplein verlaat
bij het glanzen der nachtelijke sterren boven
het stille hoogdal, gaat men naar huis met
het gevoel een herinnering voor het leven
gekregen te hebben.. Einsiedeln ligt op een
hoogte van 900 Meter ongeveer 40 K.M. van
Zürich en is met den trein, zoowel van L"-
zern als van Zürich, gemakkelijk binnen twee
uren te bereiken.
Een andere kunstvoorstelling, die u dit
jaar in Zwitserland warht, is de opvoering
van Schiller's „Wilhelm Teil" teAltdorf.
Ook deze opvoering vindt niet ieder Jaar
plaats, al heeft men grooter kans dan ten
opzichte van „Het groote Wereldtheater" te
Einsiedeln ook bij terugkeer in Zwitser
land den Wilhelm Teil nog te kunnen zien.
Want Altdorf bezit sinds 1925 een specialen
schouwburg voor de „Tell"-voorstellingen, die
ongeveer iedere drie jaren plegen herhaald
te worden.
Wie eenigen tijd aan het Vierwoudsteden-
meer vertoefd heeft en daar de beroemde
plaatsjes uit Zwitserland's klassieke geschie
denis der vrijheid bezocht heeft, wie op den
Rütll geweest is. waar Wilhelm Teil en zijn
mannen in 1291 elkander trouw zworen, en
elkander beloofden een „volk van broede
ren" te zullen worden, dat liever „in den
dood wil sterven dan in slavernij leven", wie
te Altdorf zelf geweest is. waar Wilhelm Teil.
om de vrijheid en het leven van zich zelf
en zijn kind te redden, den appel van het
hoofd van zijn zoontje schoot, doch nog één
pijl overhield, om. mocht hij niet den appel,
doch zijn kind getroffen hebben, dan dien
pijl tegen den wreeden landvoogd te richten
en dan zeker zijn doel niet te missen, wie
al deze plaatsen bezocht en met eigen oogen
gezien heeft, is zeker in de ware stemming,
om Schiller's dichterlijke taal ter eere van
de Zwitsersche vrijheidshelden aan te hoo-
ren en uit het krachtige gesproken woord,
het levendige spel der tooneelspelende in
woners van het oude Altdorf te bemerken,
dat de oude Zwitsersche vrijheidsgeest ook
thans nog de inwoners van dit land bezielt.
Misschien echter is voor Ncderlandsche tou
risten nog beter de volgorde om te keeren en
eerst te Altdorf op een Zondagmiddag (van
2 tot 5 uur, waarbij vooruitbespreking der
plaatsen dringend aan te bevelen Is. want
meestal zijn alle rangen geheel uitverkocht!)
onder de bekoring en ontroering van Schil
ler's vrijheids-gedicht te komen en dan daar
na de gewijde plaatsen, de bakermat van de
Zwitsersche Eedgenootschap, te bezoeken.
Misschien zullen dan ook wij Nederlanders,
de vrijheid vereerende evenzeer als de Zwit
sers dat doen, den Rütll met een iets ander
oog en gemoed bekijken!
Ditzelfde oude Altdorf moge voor mij dé
brug zijn, om van het gebied der kunst dat
der sporten te betreden. Want op 10 Augus
tus zullen het grijze verleden en het mo
derne heden elkander hier in het Zwitser
sche oer-kar.ton Ur: ontmoeten! Terwijl in
het feestspel-huis aller gedachten teruggaan
naar zeshonderd en meer jaren geleden, zal
men even buiten Altdorf den triomf aan
schouwen van een der modernste verkeers
middelen, den automobiel. Op 9 en 10 Aug.
vinden namelijk op de beroemde Klauscn-
strasse van Lintlia! naar Altdorf de groote
bergrennen voor automobielen en motorrij
wielen plaats. Persoonlijk wil ik wel beken
nen, dat ik liever Schiller's dichtwerk aan
hoor dan naar het levensgevaarlijke naar
beneden rennen over den aan bochten zoo
rijken en scherp dalenden Klauscnweg te
kijken. Doch het is stellig niet oninteres
sant éénmaal zulk een snelheidsren van
automobielen door de bergen te aanschou
wen en hiertoe bestaat, op 9 en 10 Augustus
tusschen Altdorf en Linthal volop gelegen
heid. Want alle Europeesche beroemdheden
op dit gebied zullen dan aan den start ver
schijnen.
Wellicht zal de kalme Hollander echter
nog meer vreugde hebben bij het toezien
naar een der alleroudste sportwedstrijden,
ht „hornussen", dat in Zwitserland vooral
door de riorpsbevolking nog druk beoefend
wordt. Het hornussen is misschien nog het
meest met ons kaatsen te vergelijken. Twee
groepen van ieder ongeveer 20 man spelen
tegen elkander, waarbij beurtelings de ééne
en de andere partij den „opslag" en den
„vang" hebben. Een ronde schijf van 6 cen
timeter in doorsnede wordt door hem. die
den „opslag" heeft, zoo ver mogelijk in de
lucht geslagen, zonder dat echter hot speel
terrein mag overschreden worden. Men kan
den „homuss" ongeveer 300 Meter wegslaan
en hem daarbij een hoogte van wel 100 Me
ter doen bereiken. De tegenpartij moet trach
ten den hornuss op te vangen, voordat deze
op den grond neerkomt, en bezit daartoe
planken, die in de lucht worden geworpen,
om ae vaart van den hornuss te breken en
het vangen te vergemakkelijken.
Iedere drie jaar wordt het nationale hor-
nussenfeest om hot Zwitsersche kampioen
schap gehouden. Dit jaar zal het van 23 tot
25 Augustus in de Zwitsersche hoofdstad
Bern plaats vinden. Reeds hebben 258 ver-
eenigingen uit alle deelen van het Land hun
deelneming aangekondigd, zoodat ruim 5000
beoefenaren van de oude nationale sport
dan in Bern aanwezig zullen zijn.
Tenslotte nog twee punten, die eigenlijk
niet in dezen brief thuis behooren. omdat
zij weliswaar nog niet ln een Baedeker staan,
doch een „blijvend" karakter hebben. De
bezoekers van Zwitserland zullen dit Jaar van
twee „nieuwigheden" kunnen genieten: van
een nieuwen expresstrcin. den ..Glacier Ex
press". die den reizende direct van Zermatt
naar St. Moritz brengt, zonder eenig over
stappen. langs prachtige gletschers en van
de nieuwe gansch modern ingerichte zwem
inrichtingen, meestal met een wel wat
weidsch woord „Strandbad" genoemd, die
ook op menig bergstation een heerlijke zwem
gelegenheid in de open lucht bieden!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
„VLOEIBARE KOOL" VOOR AUTO'S.
Het is een eigenaardig geval: elk Jaar voert
Engeland mülioenen en mlllloenen liters
ruwe olie en petroleum in. maar het produ
ceert meer steenkool dan het zelf kan gebrui
ken en het aantal werkloozen onder de
mijnwerkers is zeer groot. Met andere woor
den: Engeland heeft meer brandstof dan het
gebruiken kan. maar veel er van is niet van
de thans noodige soort. Kool kan nu eenmaal
niet gebruikt worden als brandstof voor een
motor of een olielamp.
Daarom zou het van zeer veel beteekenis
zijn, als er een middel gevonden werd. om
kool in olie te veranderen. Verschillende ma
nieren zijn reeds beproefd, maar tot- nu toe
is nog geen systeem practisch uitvoerbaar
gebleken. De hoeveelheid olie, die verkregen
werd, was onvoldoende en de bewerking was
bovendien veel te duur. Maar verschillende
scheikundigen hebben hun proefnemingen
op dit gebied voortgezet en in Duitschland
is men nu tenminste zoo ver, dat men van
een zekere hoeveel ruwe olie eenzelfde hoe
veelheid geraffineerde olie kan maken Tot
heden was de hoeveelheid geraffineerde olie,
die verkregen werd. veel kleiner. En daar
ruwe petroleum kan verkregen worden uit
kool. bestaat er mogelijkheid dat olie. die ge
schikt Is als brandstof, op den duur zal kun
nen gebruikt worden voor auto's. Maar dan
moet eerst het maken van ruwe olie uit kool
nog langs veel goedkooperen weg kunnen ge
schieden.
„HERR" VERAART.
Het is bekend dat de aardrijkskundige
kennis der Engelschen nog al wat te wen-
schen overlaat, evenals hun kennis van
andere talen dan de Engelsche. Zij vinden
het over het algemeen gemakkelijker dat de
buitenlanders hün taal leeren dan omgekeerd.
Dit is goed en wel, maar alles heeft toch
zijn grenzen.
Het bekende Engelsche weekblad „Tlt-Bits"
schrijft deze week over regen maken en doet
daarbij mededeelingen betreffende de proe
ven, die op dit gebied in den laatsten tijd in
ons land zijn genomen. Er Is een Hollandsch
geleerde, zoo vertelt Tlt-Bits, die in een vlieg
machine 3000 pond poeder-ijs heeft meege
nomen en toen hij een hoogte van 7000 voet
bereikt had. dit ijs op beneden hem hangen
de wolken liet vallen. Een paar minuten later
ontlastte zich uit deze wolken „een hevige
regenbul". Dat die „hevige regenbui" mis
schien wat overdreven is, is nu zoo heel erg
niet. maar wèl erg Is het, dat het Engelsche
weekblad onzen Hollandschen regenmaker
als „Herr Veraart" aanduidt.
Dit doet ons weer denken aan dien En-
geischman die ons vertelde dat hij ln Holland
was geweest op een reis naar „the continent".
Holland was een heel aardig land: vooral had
hij al die houten huizen interessant gevon
den. Toen wij hem trachtten duidelijk te
maken, dat ln ons land toch waarlijk niet alle
huizen van hout waren en zeker niet in een
groote stad. zooals hij zeide bezecht te heb
ben. haalde hij er den atlas bij. Na eenig
zoeken wees hij den naam van de Hollarid-
sche stad aan, waar hij geweest was. Het
was Gothenburg.