WAAR Oh ja HET TOONEEL. Wat ik in mijn kritieken doorgaans verzwijg. Fouten van het Dilettanten-Tooneel. uit de pers EEN LOT van BREDERODEDUiN onze groentjes l=OIN5DAG8^ MdomderdagI 1 INGEZONDEN LANGS DE STRAAT. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930 (Slot). In mijn vorig artikel noemde ik als de voor* naamste fout van de dilettanten op het tooneel de slordige uitspraak, zoowel van het Bollandsch als van vreemde woorden. Ook in de kleeding en in de gewone omgangs vormen, zie ik op het tooneel incorrectheden, die wanneer men tijdig om voorlichting vroeg zeker niet gemaakt zouden worden. Witte sokken en slobkousen bijvoorbeeld ja zelfs een dubbele boord' bederven abso luut den indruk van de best gedragen smoking of rok. De lange „gekleede jas" die ik op bet tooneel nog wel eens zie is al sinds jaren uit de mode. Een smoking, gedragen over dag bijvoorbeeld op een middagpartij in een tuin is een even groote vergissing als een grijs colbert op een deftige avond partij. Een heer, die een salon binnenkomt met een overjas en een stok een fout, die wij ook herhaaldelijk van beroepsacteurs zien begaat daarmee een fout tegen de ge wone étiquette even groot als iemand die aan tafel zijn servet onder zijn kin vastknoopt. De dames maken in haar costuums over het algemeen minder fouten dan de heeren. Maar toch zag ik onlangs op een wedstrijd een dame nog wel de dilettante, die den eersten personeelen prijs behaalde om twee uur 's middags van de straat komen tn een kostbaar avondtoilet. Zomerjaponnen zie ik herhaaldelijk op het tooneel dragen, wanneer het vuur in de haard brandt en een mooien, rijken bontmantel, wanneer de tuin deuren open staan. En een fout, die ik vooral In den laatstcn tijd veel op het tooneel zie maken, is, dat de dames het voorbeeld van d e heeren meen-en te moeten volgen mc't haar handschoenen uit te trekken, wanneer zij iemand een hand willen geven. Kleinigheden zal men misschien zeggen, maar van die kleinigheden hangt toch dik wijls de totaal-indruk af. De indruk van het imeest losse natuurlijke spel kan plotseling worden bedorven door een incorrect uitge sproken woord of door de overjas en den wandelstok, om van de slobkousen bij de smoking nog maar niet eens te spreken. Van de aankleeding van het tooneel maken 'de meeste dilettanten-gezelschappen tegen woordig veel meer werk dan vroeger. Alleen de smaak laat nog al eens te wenschen over. Te veel wordt vergeten, dat de kleuren eenigszins met elkaar overeen moeten stem men! Een paars tafelkleed bij een blauw gordijn, een groen schoorsteenkleed en roode stoelen zooals ik onlangs toch zag is een combinatie, die een eenigszins kleur- gevoelig mensch pijn aan de oogen doet. Een fout is ook, dat mn soms te veel werk van de tooneelaankleeding maakt. Bij som mige vereenigingen meestal juist de beste is het tooneel soms zoo overdadig vol, dat het. den indruk maakt van een meubel-show. De dames want altijd zijn het dames, die zioh daaraan schuldig maken vergeten te veel, dat zoo'n opeenhooping van overtollige meubelen en requisieten de aandacht af leidt van het spel. Wanneer ik zoo'n over vol tooneel zie, denk ik dikwijls aan hot ge zegde van wijlen den ouden heer Stiphout, de man, die meer dan 40 jaren lang requi- siteur in den schouwburg aan den Jansweg is geweest: „Tegenwoordig maken ze van het tooneel een mèubelmagazijn! Toen Mevrouw Achard hier optrad had ze genoeg aan één stoel en één tafel en ze speelde toch vrij wat STAATSBEZIT VAN OMROEPZENDERS. Wij lezen in Het Volk: Het adres van de V.A.R.A. aan de regee ring stelt het vraagstuk van staatsbezit der omroep-zenders practisch aan de orde. Wat den laatsten tijd doorlekt van de besprekin gen, die achter de schermen worden gehou den, wekt niet den indruk, dat industrieele groepen, die een raadgevende stem in het kapittel hebben, wanneer het gaat om hoe veel en welke nieuwe zenders er in Nederland zullen komen, geleid worden door een andere overweging dan dezeeen order om twee zen ders te gouwen, hebben wij liever dan een op dracht om één zender voor gemeenschappe lijk gebruik te zetten. Een beslissing, die door deze kortzichtige overweging werd beïnvloed, zou wel de wrangste grap zijn, die ooit in den Nedei-landschen omroep werd vertoond. Wij zijn benieuwd naar de drogredenen, waar mede een dergelijke verspilling moet worclen goedgepraat. Wanneer de arbeidersbeweging zich tegen een dergelijk drijven verzet, ontleent zij haar motleven niet in de eerste plaats aan het belang van haar eigen omroepvereeniging, die Immers een zender kan bestellen bij wien zij wil. Nieuw is het aandringen der moderne ar beidersbeweging op staatsbezit der omroep- zenders niet; in het van 19241925 datee- rende rapport der Staatscommissie-Ruys, kan men menige behartenswaardige opmerking dienaangaande van wijlen onzen partijgenoot C. Werkhoven vinden. Wanneer de vraag van het staatsbezit der zenders thans acuut is, dan is het omdat een kortzichtige beslissing, sterker nog dan het P.H-O.H.I.-conflict zou doen uitkomen hoe verkeerd het is, dat par ticulieren in het bezit zijn van omroepzen- ders. Het verzet der liberale groepen, dat in de sluiting van den P.H.O.H.I.-zender tot uiting kwam. werd geleid door de liberale overwe ging, dat de overheid niet mocht ingrijpen in de particuliere onderneming, die Indië „cul tuur, godsdienst en wetenschap" door de lucht leverde. 1-Iet is de ironie der geschiede nis, dat zich onder de heftigste tegenstanders tegen deze overheidsbemoeiing, de vroegere Amsterdamsche radicale onteigenaar prof. Treub bevindt. De radio-omroep is het tijdvak van de par ticuliere liefhebberij reeds lang voorbij. Hij werkt, zoo goed als de bedrijven van telefoon, gas, water, elcctriciteit e.d., ten algemeene nutte. Wanneer er zoo vele duizenden in Indië zijn, die op radio-uitzendingen uit Nederland prijs stellen, is dat een klemmend argument te meer om de verzorging van zulk een omroep niet over te laten aan een toe vallig gezelschap, dat nu de zaak heeft ge sloten omdat het „baas in eigen huis" wilde blijven, maar dat evengoed had kunnen doen, omdat het gedurende de zomermaanden wat jninder geld aan den P.H.O.Hi.-zcndex wilde mooier dan al die dames en heeren te zamen!" In deze kritiek lag een kern van waar heid. Men vergeet wel eens te veel, dat het spel ten slotte hoofdzaak, de aankleeding van het tooneel bijzaak is. Waar men bij voorstellingen van dilettan ten dikwijls ook veel te weinig op let, is op de groepeering. Herhaaldelijk heb ik groote tooneelen ja, soms zelfs de „scènes a faire" zien afspelen achter bij een deur in een hoek van het tooneel- Een goed regisseur zal steeds zoo veel mogelijk zorgen bij belang rijke scènes den hoofdpersoon voor en in het midden van het tooneel te plaatsen, en wan neer vele personen tegelijk „op" moeten zijn, de groepen over het tooneel te verdeelen, met de hoofdgroep in het midden en hij zal er streng voor waken, dat de spelers elkander daarbij zoo weinig mogelijk dekken. Een te groote bewegelijkheid, een te veel veranderen van groepeeringen is al even verkeerd als een „verstarren" van het tooneel door het aldoor in dezelfde houding spelen op één plaats. Ik herinner mij een vroegere en zeer bekende leidster van een onzer beste Haarlemsche tooneelclubs, die geen vrede had, vóórdat zij de personen in één scène minstens vijf maal van plaats en houding had laten verwisselen. Het was maar voortdurend opstaan, overgaan, zitten, op staan, overgaan, zitten, zoodat de toeschou wers van het kijken alleen reeds moe wer den. Haar bedoeling was natuurlijk levendig heid op het tooneel te brengen, maar het resultaat was, onrust, die alle stemming doodde. Het is een fout, die nogal eens door regisseurs bij dilettanten-vereenigingen wordt gemaakt. „Rust nemen" op het tooneel is iets, waar aan maar weinige dilettanten zich durven wogen. En toch, een ieder, die eenig begrip heeft van tooneel, weet, hoe men een effect kan voorbereiden of versterken door een lange pauze, waarin wel gespeeld, maar niet gesproken wordt. Het is het wisselen van tempo, dat aan een voorstelling levendigheid en kleur geeft en het is hierdoor vooral, dat de door beroepsregisseurs goed geleide voor stellingen zioh in de eerste plaats onder scheiden van de opvoeringen waarbij van een bewuste, artistieke leiding eigenlijk geen sprake is. Herhaaldelijk zie ik dilettanten-voorstel lingen, waarbij het tempo tegen het slot van een bedrijf vertraagt inplaats van dat het wat toch doorgaans noodig is tegen het eind wordt aangezet. Een inzinking tegen het slot zooals wij zoo dikwijls bij dilettanten meemaken zal nooit mogelijk zijn, wan neer de regisseur de spelers het juiste begrip heeft ingeprent van wat het beteekent door een langzaam maar zeker aanzetten van het tempo en het overnemen van eikaars toonhoogte in het spreken „naar het slot toe te speleh". Het is een verblijdend verschijnsel, dat vele dilettanten de wenschelij'kheid voelen van deskundige leiding. Wie het- liefhebberij - tooneel te Haarlem van tegenwoordig verge lijkt met een tiental jaren terug, zal moeten erkennen, dat het veel vooruit is gegaan. Het is wel zeker, dat dit vooral te danken is aan de lessen, die regisseurs als Joh. Haus, Louis van Gasteren, Johan Kaart, Willem Hunsche, Kommer Kleyn, mevrouw SandersHerzberg en anderen den dilettanten hebben gegeven. J. B. SCHUIL. besteden. Het zelfde geldt voor de zenders in het land zelf. De overheid verzekere zich van een belang rijken invloed op het zenderbezit, ten einde de overgroote meerderheid der luisteraars te beschermen tegen willekeur en sabotage. Het adres van de V.A.R.A. zal, hopen wij, voor de regeering, haar adviseurs en de volks vertegenwoordiging aanleiding zijn om zich uit te spreken over de vraag of een belangrijk instituut als de radio door de overheid niet moet worden beveiligd tegen brutaal egoïsme van enkele kleine financieel-geïnteresseerde groepen." DE GEZAGSPOSITIE VAN DEN SOCIAAL DEMOCRAAT MIDDENDORP. Ket Volk wijdt na het Hbld. en na de vra gen van den heer De Savornin Lohman aan den minister een beschouwing aan de voor genomen herbenoeming van den vroegeren bestuursambtenaar op Celebes den heer Middendorp, daarna sociaal-democratisch lid van den Volksraad, tot een gezagspositie iii Ned. Indië. Het blad schrijft o.a» „Wij ontkennen niet, dat zich hier eenige moeilijkheid voordoet. Toen Middendorp ambtenaar in functie was, heeft hij uitex-aara met de ingetogenheid des ambtenaars zijn op vattingen over x-egeeringshaaxdelingen,'waar op hij crltlek had, veelal verzwegen of ze al thans slechts in de meest gematigde termen geuit. De ï'egeering zelve echter heeft hem, wetende dat hij sociaal-democraat is en dus met zekerheid ook wetende, dat hij zich met- menige regeeringsdaad niet zou kunnen ver eenigen, tot lid van den Volksraad be noemd en hem daamiede als 't ware uitge- noodigd, zijn oordeel over regeeringshande lingen vrijelijk te verkondigen. Deed Midden dorp eerst ten volle wat een ambtenaar past, thans deed hij niet minder volledig wat een volksvertegenwoordiger past: hij maakte van zijn hart geen moordkuil, gaf aan zijn sociaal-democx-at.ische opvattingen onbewim peld uiting en hield een scherp oordeel over regeex-ingsmaatregelen ,die hij afkeurde, niet onder zich. Zou dit thans aan hem gewroken moeten worden, door hem in de voortzetting van zijn eervolle ambtenaarsloopbaan te belemmeren? Dit ware een ongehoorde valsehheid. Zou dit de eisch zijn, dan moest de consequentie daarvan zijn, dat ambtenaren voortaan niet meer voor het lidmaatschap van den Volks raad in aanmerking worden gebracht. Dit zou echter in de koloniale verhoudingen een on mogelijkheid zijn. De Europeesche bevolking in de koloniën bestaat, weinige beoefenaars van vrije beroepen en een niet zeer ruimen kring van particuliere beambten uitgezon derd, zoo goed als uitsluitend uit kapitalis tische onderncixiei-s en uit gouvernements ambtenaren. Vandaar dat ook Volksraadslid werden de gouvernementsingenieur Cramer en het schoolhoofd De Dreu. Uitsluiting van de ambtenaren van het lidmaatschap van den Volksraad zou beteekenen, dat dit j lichaam niet alleen in zijn Europeesche, maar I ook in zijn inhecmsche vertegenwoordiging I INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct8. per regel. moest ik ook weer om denken a nog van veel 6terker kapitalistische samen stelling werd dan thans het geval is. Laat men echter de ambtenaren als Volksraadslid toe, dan. is het ook een onaantastbare moree- le eisch, dat hun niet in de voortzetting van hun ambtenaarsloopbaan het vrije pax'lemen- tair woord vergolden wordt, dat zij als Volksraadslid gesproken hebben. Ti-ouwens, zóó moeilijk als het „Handels blad" en de heer De Savornin Lohman het voorstellen, is het geval nu ook weer niet. De heer Lohman meent dat het „weinig gouver- nementeele" optreden van Middendorp als Volksraadslid hem voor een „gezagspositie" ongeschikt heeft gemaakt en het „Handels blad" zegt het nog wat duidelijker, dat Middendox-p „door woord en daad bewees aan den kant van het socialisme als anti-Neder- landsche en antigezagsgroep te staan" en daax-om geen gezagsambtenaar weer mag worden. Hier komt nu eigenlijk de aap uit de mouw. Middendorp is volstrekt niet anti-Neder- landsch en anti-gezag. Hij heeft alleen ande re opvattingen van het Nederlandsch belang en het gezagsbelang dan het „Handelsblad" en px-of. Lobman. Die zien een Nederlandsch belang in een vereeuwiging van het Neder landsch koloniaal gezag over Indonesië en kunnen slechts gezagsambtenaren aanvaar den die er evenzoo over denken. Waar echter de ontwaking van het Oosten de onafhan kelijkheid van Indonesië in het verschiet brengt, of Nederland het wil of niet, ziet de sociaal-democraat ook voor Nederland de beste toekomst in een vriendschappelijke verstandhouding tot een onafhankelijk Indo nesië gewaarborgd door een Nederlandsch gezag, dat thans reeds die toekomst in het oog vat- en zich daardoor in zijn gezags uitoefening leiden laat. Zoo gezien, dunkt ons Middendorp's her benoeming bij uitstek heilzaam, niet alleen uit Indonesisch, maar ook uit welbegrepen Nederlandsch oogpunt. En in ieder geval valt het in het Nederlandsch-Indisch gouverne ment. te prijzen, dat het zich niet tot wraak- I oefeningen wegéns openhartige, d.i. de eenig geoorloofde uitoefening van het Volksraads lidmaatschap laat vex'leiden." VACANTIEBEZIGHEDEN VOOR SCHOOLKINDEREN. ELFHONDERD KINDEREN VAN DE STRAAT! Het vorige jaar is de Vereeniging voor va- cantiebezigheden voor Schoolkinderexi, waar voor de voormalige Schotensche wethouder H. J. Klein zulk een ijverige propaganda maakt, met haar nuttigen arbeid begonnen. Ongeveer tweehonderd kinderen hebben toen op het terrein van Huis te Zaanexi onder toe zicht van een aantal leidei-s hun vacantie op een prettige wijze doorgebracht. Aangezien de proef .schitterend geslaagd was, begreep het bestuur dézer vereeniging, dat het aantal kinderen ditmaal wel heel wat grooter zou zijn. Dat is dan ook uitgekomen. Circa 1100 kinderen worden nu in de lange zomervacantie van de gevaarlijke straat ge houden. Het terrein van Huis te Zaanen bleek dan ook te klein te zijn om aan al die kinderen voldoende ruimte tot spelen te ge ven. Het gemeentebestuur bood toen ook het park van het Brongebouw aan, zoodat het bestuur der vereeniging nu gratis de beschik king over twee flinke teiTeinen heeft. Op het terrein van het Huis te Zaanen worden thans onder de hoofdleiding van den heer G. Beunder ruim 600 kinderen uit Haar lem-Noord, het Amstex'damsche kwartier en zelfs een aantal uit Spaamdam bezig gehou den en de rest in het park van het Bronge bouw; dat zijn de kinderen, die in het cen trum der stad en in het Leidsche kwartier wonen. Hier is de heer H. H. Kraan de hoofd leider. Het spreekt vanzelf, dat hiervoor een groot aantal leidsters en leiders noodig is. Het be stuur heeft de beschikking over vijftig da mes en heeren, die aldus deelde de heer Kraan ons mede hun arbeid met groote toewijding verrichten. Den ganschen dag heerscht onder de kin deren een prettige stemming. Dank zij het droge weer van deze week konden de kinde ren voortdurend in de gezonde buitenlucht hun spelen beoefenen. Zij beproeven hun krachten an vaoetbal. korfbal, touwtrekken, ringspelen enz. En als de kinderen moe ge worden zijn, dan gaan ze in een gemakke lijke houding onder een boom zitten of lig gen luisteren naar een boeiend verhaal, dat hun door één der leiders op een onderhou dende wijze wordt voorgelezen. En ze zijn daar we hebben dat geconstateerd heel dankbaar voor. Ex- is ook gerekend op regen, al hopen de leiders dat die maar het liefst in de nachte lijke uren valt. Als het regent mogen de kinderen in de ruime verandah figuurzagen, teekenen, plakken, enz. Op het terrein van het Huis te Zaanen zijn een paar keeten gebouwd om eventueel voor schuilplaats te diexxen. De kinderen worden zooveel mogelijk naar leeftijd ingedeeld. Zij blijven allemaal bij de groep, die hun is aangewezen, 's Morgens negen uur komen zij tx-oepsgewijze op het terrein en nemen een paar flinke boterham men mee voor het middaguur. Van de ver eeniging krijgen zij er een fleschje melk met een rietje bij. Als liet etensuur is aangebro ken, dan laat de hoofdleider een fluitsignaal hooren; er is dan even stilte voor de kin deren, die eerst bidden willen. Het zijn kin deren van alle gezindten. Voor de corveediensten melden zich altijd voldoende liefhebbers aan. Daar behoeft nooit iemand voor aangewezen te worden. Zij helpen graag. Het terrein ziet er dan ook keurig uit. - 's Middags vier uur is de pret afgeloopen. Dan vertrekken de meisjes en jongens wel voldaan en in een goede orde naar huis. Zoo gaat het vijf van de zeven dagen der week. Op Zaterdag en Zondag hebben de leiders gelegeixheid om uit te blazen. Deze vacantievreugde duurt drie weken. Het spreekt van zelf, dat de vereeniging veel geld noodig heeft. Tot heden worden de kosten bestreden uit de contributies der le den, het subsidie van de gemeente en de kleine vergoeding, die door de belanghebben de ouders betaald wordt. Een groot aantal kinderen wordt echter kosteloos bezig gehou den. Behalve geld kan de vereeniging natuur lijk ook giften in natura gebruiken. Er zijn veel materialen noodig, alsmede speelgoed, gezelschapsspelen enz. Ook scharen voor het plakken en knippen zijn welkom. Onze lezers weten dus, aan wie zij deze voorwerpen kun nen afstaan. Behalve aangenaam zijn de bezigheden ook nuttig, want er worden onder deskundige leiding al vrij behoorlijke teekeningen ge maakt. Vol trots lieten sommige jongens ons hixn teekening zien. En ze bleken hoogst vat baar voor een aanmoedigend woord. Het bestuur dezer vereeniging kan er ver zekerd van zijn, dat zij aan de ouders -der kinderen een grooten dienst bewijzen, want niet allen zijn in de gelegenheid om hun kinderen een uitstapje te laten maken. ANTI-OORLOGSDAG. OPENLUCHTBIJEENKOMST. Vrijdagavond werd op het grasveld vóór het Paviljoen „Welgelegen" door de Communis tische Partij en de Comm. Jeugd Haarlem, in samenwerking met de Roode Hulp, de In» ternationale Arbeidershulp en het Revol- lutionnair Vakvereenigings Comité een open bare openluchtbijeenkomst gehouden, waar als sprekers optraden de heeren Ko Beuzen- maker en George Oversteegen alhier. Eerste spreker was de heer Oversteegen, die o.m. zeide dat er verschillende soorten pacifisten zijn. Maar de eenige werkelijke pacifisten zijn de communisten, omdat zij met daden den oorlog bestrijdexi, niet alleen met woorden. De plaats van de arbeiders is dan ook bij de communisten. Thans is er nog, ging spr. voort uitbuitingc. van de kleinen door de grooten; alleexi als alles gebracht wordt in handen van den Staat is deze uitbuiting niet meer mogelijk. Daarom is noodig de revolutie voor het gansche proletariaat; ex- moet gevormd worden één hecht, rood front, tegen de bourgeosie. Nadat een jeugdarbeider een korte toe spraak gehouden had, opwekkend tot aan» sluiting bij den Rood Front Bond, was het woord aan den heer Beuzenmaker. Deze zette de beteekenis van den 1 Augus tusdag uiteen; het is een demonstratiedag, een anti-oorlogsdag. Door de economische crisis is het oorlogs gevaar in alle landen vergroot, vooral in Engeland en Amerika. Er komt een stuwend opdringend verzet van de uitgebuite massa in China, in Indië en nu ook in Egypte. De practische gevolgen van de crisis zijn o.a.: een 5 a 6 millioen werkloozen in Amerika. Ook in Engeland en in de koloniale landen. De kapitalisten ontslaan zooveel mogelijk vol wassen ax-beiders en nemen er goedkoope jongere en vrouwelijke arbeidsters voor in de plaats. Spr. prees den opbouw in Rxxsland, onder de dictatuur van de arbeidersklasse en criti- seerde de socialistische regeermg in Engeland die geen van haar beloften heeft vervuld, om dat er geen geld voor was. Maar nu heeft zij wel geld voor de uitbreiding van de vloot. De bloei van de Sovjet bewijst, dat er een reëele, positieve weg is, om uit de ellende te komen, ai is er veel schei-pe en rechtmatige eritiek op de Sovjet geoefend en al is het in Rusland geen pax-adijs. Tenslotte sprak de inleider over de Vloot» wet en wekte hij op tot bijwoning van de op 7 September a.s. te Amsterdam te houden groote demonstratie tegen de vlootuitbreiding die in 10 jaar 125 nvllioen zal kosten. De belangstelling voor deze meeting was vrij groot. 1 1 ZATERDAG lasl? Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug gegeven. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. MUNITIEVERVAARDIGING IN DE ARTILLERIE-INRICHTING AAN DE HEMBRUG? Spaarndam, 30 Juli 1930. Geachte Redactie, Ik las een berichtje in uw blad, waarin gemeld wex-d, dat munitie, die aan de Artil lerie-inrichting aan de Hembrug vervaardigd is, door een Handelsmaatschappij wordt uit gevoerd naar Chjna. Ixi dit bericht wordt de mogelijkheid geuit, dat Nederlandsche mili tairen, bij een conflict in het Oosten met projectielen, vex-vaardigd in een Nederlandsch Staatsbedrijf, gedood wox-den. Zijn er nu xiog menschen, die in dezen tijd piëteit verwachten van een regeex-ing? Is munitie niet even goed een handelsax-tikel als kaas of boter? De hoofdzaak is: als er maar aan verdiend wordt. Winst maken is het doel. Maar blijft het niet hetzelfde, of mexx gedood wordt met een kogel of gifgas, dat in Duitschland of in Nederland vervaardigd is? Het zal in de toekomst wel niet bij projectie len blijven. Als straks Nederlandsche fabri- kantexx gifgas gaan ontwikkelen, dan kxijgen ze ook daar een grooten voorraad van. En wat we te veel hebben dat verkoopen we. Ik zou voox*stellen, een reclamebiljet in de internationale breinen aan te brengen, bij voorbeeld van den volgenden inhoud: „In Nederland goedkoop te koop zuiver springen de projectielen en sneldoodend gifgas", Afkeurinkjes. Ze waren oud, en erg klein, breekbaar en ingetogen, met hooge knooplaarzen onder hun lange wijde zwarte rokken met stootband en veel kant en gitten op hun ouderwetsche blouses met groote wijd uitstaande poefen boven aan de mouwen. Hun hoofdjes waren klein en geel als gerimpelde aardappeltjes, en hun halsjes waren zoo dim en wankel, dat het leek, of ze zonder het precieuze hekwerk je van tulle en baleinen, dat ze omhoog hield, bij het minste windje voorover zouden knakken en hulpeloos te bungelen hangen op het rijtje zwarte knoopjes, dat him blouse van top tot teen sloot. Met hun tweeën liepen ze kittig te wan delen op een Zaterdagavondsche promenade ergens langs den Rijn, en ergex-den zich erg en veel aan de stootende hebbelijkheden van een twintigste eeuwsch Zaterdagavond pu bliek. Hun rokken hadden ze allang met een gebaar van verontwaardigde afschuw dicht om zich heen gepakt, en hun pientere oogjes schoten schichtige blikken in alle richtingen, als de oogen op steeltjes van die heele kleine speelgoedpoppetjes, die al him ledematen en het meex-endeel van hun diverse organen in cluis in en uit hun bolronde lichaampjes kunnen laten vallen alsof het de tentakels van een kwal zijn. Hun bleeke spitse mondjes gingen open en dicht in een niet eindigenden stroom van preutsche afkeurinkjes, hun hee le houding, en al hun kleine gebaartjes spra ken met niets te wenschen overlatende dui delijkheid van de vurigheid, waarmee ze' den hemel zouden danken, als ze uit deze poel van vulgariteit en laag bij de grond sch- heid verlost waren. Was er dan geen plek meer over, waarop een behoorlijk mensch, die nog niet al zijn fatsoen prijs gegeven had en die nog wist, wat ingetogenheid en goede manieren waren, eens x-ustig kon genieten van al het schoons, dat „der wunderschöne Rhein" bood, en waar niemand oogen voor scheen te hebben? „Ach, die jeugd van te genwoordig. Dansen en plezier maken, o ja maar van de heerlijke natuur genieten, ho maar!" Maar eindelijk stonden ze dan in einde lij ke eenzaamheid over een hekje heelemaal aan het alleruiterste einde van de pi-ome- nade geleund, en wezen elkaar de booten, die onder hen langs voeren, en vroegen zich af, waar ze wel vandaan zouden komen en waar ze wel naar toe zouden gaan, en be wonderden een huis aan den overkant, dat zoo beeldig tusschen het groen verborgen lag, en de toren van een kerk, waaruit wat zilver klokgeklepel omhoog steeg, en vonden de wereld opeens weer opperbest. Er wax-en toch nog plaatsen, waar de moderne verdor venheid niet was dooi-gedx-ongen, en waar een oud mensch niet hoefde te voelen alsof hij niet meer op deze aarde thuis hoorde! Zoo stonden ze te dwepen, dat geen van hen tweeën de tent zag, die aan den ande ren kant van het hekje stond, en waaruit het gemurmel van zwax-e stemmen de aan wezigheid van twee, zoo niet meer mannen verraadde. „Kijk toch eens dat kleine huisje daar, tusschen die twee groote boomen!" En ter wijl de eene uitduidde, en de andere onzeker turend stond te zoeken, kwam, door hen beiden onopgemerkt, een man uit de lage klep van het tentje gestapt, en naar hun hekje toegewend. Een man met een sigaret in zijn mond en niets aan zijn bloote voeten, en gehuld in pyjama wit en lila gestreept. Met een lakoniek gebaar vischte hij iets wittigs van het hekje, monsterde het twee tal eens, en riep schallend naar de tent:, „Hé, Georg, is dat jouw hemd?" En flaneerde weer weg met het eh r— witte ding, in zijn handen. Bij het hekje, daar heelemaal aan het uiterste einde van den boulevard, waar de wereld nog onbedorven en ongerept was, stonden twee spierwitte oude dametjes el kaar ti-illend vast te houden. Hun oogen staarden star en ontzet. Hun monden waren in onzekerheid even geopend. De wereld was rondom haar ingestort W. T. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten.60 ct Zenuw-Tabletten.75 cl Staal-Tabletten 90 ct Maag-Tabletten. 75 rt Bij Apoth. en Drogisten Zouden de oogen der volkeren dan nooit open gaan? Men ziet van alle zijden een wed loop om de grootste bewapening; millioenen guldens worden jaarlijks in den bodemloozen muil van den oorlogsgod geworpen en de vol keren blijven slechts hunkeren naar jazz- band-muziek en andere vermakelijkheden.' Zegt het niet genoeg, dat de landen, die be trokken zijn geweest bij den wereldoorlog van 1914, haast gedurende twee generaties gebukt moeten gaan onder het betalen van hun oorlogsschuld? Wat hebben ze er mede gewonnen? Niets. Wel onnoemelijk veel ver speeld. Zie slechts naar de invaliden, van wie- er velen honger lijden. Zijn er, ook in Nederland, niet eenige honderden mobilisa tie-slachtoffers, die een chronische ziekte op deden en nog kort geleden moesten leven van eenige guldens pensioen! Is dat de plicht, dien het Vaderland van zijn zonen eischt? Neen en nog eens neen! Het vadeiland eischt van zijn zonen, dat ze vooruitstrevende, in- tellectueele burgers zijn, die door hun cultuur het land groot maken. Kunnen wij den vooruitgang der techniek dan nergens anders voor gebruiken, dan om elkander te vernietigen? Is dat de roeping, die aan de menschheid is opgelegd, dat zij zich als kuddedieren bij duizenden tegelijk voor een dogma moeten laten afmaken? Of is ons de plicht opgelegd om elkanders nooden te lenigen en. lasten te dragen? Zou den de millioenen guldens niet voor een on eindig edeler doel gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld voor de oude werkers, voor wie geen Pensioenwet bestaat en die, dikwijls tot hun dood toe, soms voor een heel klein loon moeten werken, of op liefdadigheid zijn aangewezen? De conclusie, die ik uit het bovengenoemde bericht trek, is, dat Neder land opgepropt vol zit met munitie. Het aan maken van oorlogstuig gaat blijkbaar zoo lang door, tot het noodwendig weer tot een uitbarsting komt. Menschenmateriaal is er ook nog voldoen de. Dus waarom nog langer te wachten? Het laatste woord is echter aan de volkeren. Laten zij zich uitspreken. Moet deze wedloop naar vernietiging nog langer duren? T. J. DE ROOIJ, Havenplein 33, Spaarndam,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 20