HOE IK WERK.
larLer
"Duofold
IN „CE WITTE ZWAAN"
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930
Waarom ik liever boeken schrijf dan
tooneelstukken.
Een interview met W. SOMERSET MAUGIIAM, den beroemden Engel-
schen schrijver en tooneelsclirijver.
Ik zat op het hotelterras, onder het genot
van een cocktail, toen mijn gastheer tot mij
zeide:
„Daar is Somerset Maugham. Zou je hem
graag willen spreken? Hij is niet erg mede
deelzaam, maar
„Somerset Maugham!" zeide ik. „Ik zou
hem heel graag ontmoeten. Het behoort
immers tot mijn beroep, met beroemde men
schen te spreken"
En dus werd ik aan hem voorgesteld. Voor
iemand, die als „niet erg mededeelzaam"
werd beschreven, viel hij bijzonder mee. Ik
vond hem een zeer aangenaam man. met de
scherpte van blik welke ieder, die zijn boeken
kent, van hem zal verwachten; met een
zweem van bitterheid in de wijze waarop hij
zich uitdrukte en die een deel van den prijs
is welken men betaalt voor het zien van de
touwtjes die ons, arme menschelijke mario
netten, in beweging brengen en ook met dat
eigenaardige in zijn houding dat doet denken
aan den waakzamen alchimist, steeds uit op
nieuwe emoties en reacties voor zijn smelt
kroes.
Om een praatje te kunnen maken, gingen
wij een eind wandelen tusschen de heerlijk-
gemengde krulden van de Maquis, met de
blauwe Middellandsche Zee vóór en het
mysterie der pijnboomen van Kaap Antibes
achter ons, terwijl nu en dan het banale
lachen van de vacantlegangers tot ons door
drong.
„U vraagt mij hoe ik tot schrijven geko
men ben", zoo begon hij. „Kan eigenlijk wel
iemand van ons dat onder woorden brengen?
De drang tot schrijven komt in ons op
en: dan moeten wij wel, of wij willen of
niet!
Natuurlijk zal ik niet zeggen, dat er geen
jaren van voorbereiding zijn. Ik geloof vast
in de activiteit van het onderbewuste en dit
is, zelfs in onze oogenschijnlijk onvruchtbare
jaren, voortdurend aan 't werken, vormen en
vervormen, plannen maken, het opdoen en
rangschikken van Indrukken totdat de be
wuste geest rijp is om ze te gebruiken en
„uit te zenden".
Het schrijven van boeken en tooneelstuk
ken eischt, behalve vele andere dingen, dat
men in staat is, onpartijdig toeschouwer van
het drama des levens te zijn en dit is vol
strekt niet zoo gemakkelijk als het schijnt
want wij hebben er allen onze eigen ideeën
over, hoe de verschillende rollen moeten wor
den gespeeld.
Maar als wij eenmaal geleerd hebben ons
zelf weg te cijferen en de bokkesprongen van
onze medemenschen gade te slaan is alles
wat wij te doen hebben ze vast te leggen",
zooals een film-operateur doet en als onze
geest ze weer op het witte doek van de ge
schreven bladzijde projecteert, ligt het aan
ons de handeling te verhaasten of te ver
langzamen, iets weg te laten of de gebeur
tenissen om te zetten, zooals ons dat het ge-
schikste voorkomt.
Natuurlijk heeft'de schrijver hier iets voor
boven den tooneelspeler, daar hij zijn plaats
van handeling kan kiezen en episoden en
ontknoopingen in één stuk kan samenbren
gen. die niet uit één leven maar uit verschil
lende levens zijn genomen.
Wij hebben allen onzen eigen manier van
werken. Was het Defoe niet, die een schitte
rende beschrijving van een storm schreef
die in Londen woedde, terwijl hij in een ge
vangenis zat en er niets van zag? Ik kan op
die manier niet werken. Ik behoor tot hen
die moeten zien, waarover zij schrijven en
daarom ga ik ook gewoonlijk naar de plaat
sen, die ik als achtergrond voor mijn ver
halen gekozen heb.
Bij voorbeeld: in mijn verhaal „Regen"
ontmoette ik die menschen op een uitreis op
een schip enwel: verder liep de ge
schiedenis van elf zooals altijd als ge een
zeker aantal karakters tezamen brengt en za
op elkaar laat reageeren.
Het spreekt vanzelf dat sommige figuren
gemakkelijker te behandelen zijn dan an
dere. Het is het moeilijkst, te schrijven over
een goede vrouw. Zoo lang er geschreven is,
heeft iedere schrijver het moeten probeeren
en niemand is er goed in geslaagd. Ik ver
onderstel dat hierbij hetzelfde geldt als ten
opzichte van de gelukkige landen, die geen
geschiedenis hebben. Denk aan al die goede
vrouwen uit de romans: zij zijn zoetelijk,
sentimenteel, kleurloos. Schaduw is noodig,
om het licht beter te doen spreken en
tegengestelde emoties zijn noodig, om de
verschillende reacties te accentueeren die een
karakter interessant maken. Het is absoluut
onmogelijk, de samengesteldste schepping
van het heelal te beschrijven door voort
durend één toon te doen hooren. En ten
slotte moet een schrijver ook min of meer
caricaturist zijn want juist het den nadruk
leggen op het ongewone maakt een verhaal
belangwekkend. Maar daar het ongewone
zoo weinig in het leven voorkomt, geloof ik
dat het alledaagsche ook zijn geschiedschrij
vers moet hebben. De eenige moeilijkheid is,
dat wanneer ge begint te schrijven over het
alledaagsche, het als 't ware opgeheven wordt
en tot het rijk der tragedie blijkt te behoo-
ren.
Ik schrijf veel liever boeken dan tooneel
stukken, want in boeken kunt ge zooveel
meer van uzelf leggen. Ge hebt het voorrecht,
uw eigen gedachten en opinies neer te kun
nen schrijven, want ge weet dat de lezer,
wien zij geen belang inboezemen, alleen een
paar pagina's behoeven over te slaan om
door te kunnen gaan met het eigenlijke ver
haal, terwijl drie minuten van verveling in
een tooneelstuk voldoende zijn om het ge
heel te bederven. En bovendien: in een
boek ls de schrijver werkelijk de man. die
zijn figuren laat optreden: hij maakt hun
gebaren voor hen en brengt zijn gedachten
in hun geest over; hij spreekt door hun
mond en laat hen naar welgevallen verschij
nen en verdwijnen terwijl in een tooneel
stuk ("ofschoon de schrijver tusschen haak
jes zijn wenschen mag kenbaar maken) er
niet alleen rekening moet worden gehou
den met den tooneeldirecteur maar ook met
iederen acteur of actrice met zijn of haar
eigen denkbeelden over toon, gebaar en hou
ding zoodat, terwijl de zinnen misschien zul
len blijven, zooals de auteur ze schreef, er
honderd andere kleine dingen zijn die. in
plaats van vonken van zijn geest te zijn, in
werkelijkheid voortkomen uit den geest van
hen die zijn gedachten of scheppingen ver
tolken.
Men beeft mij gevraagd of ik een groot ver
schil zie tusschen het Engelsche en het
Araerikaansche gevoel voor humor. Er is
e'-enlijk heel weinig verschil. Het publiek van
New-York schijnt om dezelfde dingen te
lachen als het Londensche. Het eenige ver
schil zit üi de toespelingen van plaatselijken
aard. Een toespeling op Brooklyn, bij voor
beeld. maakt de menschen In New-York al
tijd om de een of andere zonderlinge reden
aan 't lachen, maar laat de Londenaars
koud. terwijl het omgekeerde geldt voor een
Engelche grap die betrekking, heeft op
plaatselijke toestanden. De menschelijke
dwaasheid heeft tenslotte niets met aard
rijkskunde te maken en kan. of zij te Ne-
York of te Londen gedemonstreerd wordt,
in beide steden een lach wekken.
Mijn werkmethode is zeer eenvoudig. Ik
hang de theorie aan, dat wij allen in meer
dere of mindere mate ontvangstations zijn
en dat alle groote ideeën, uitvindingen, boe
ken, stukken, andere kunstwerken of compo
sities al bestaan in den Kosmos en in gol
ven worden uitgezonden. Sommigen van ons
zijn gevoeliger dan hun medemenschen en op
deze golven afgestemd. Wanneer ik zulk een
denkbeeld „ontvang" moet ik gaan schrijven
om het kwijt te raken, anders krijg ik geen
rust Wij zijn tenslotte allen slechts Instru
menten.
En hier in mijn ouden, ommuurden tuin in
dit mooie hoekje van Europa kan ik de
wereld buitensluiten en werken, want ik heb
stof genoeg voor de eerste tien jaren."
„En uw boeken en stukkenwelke
waagde ik te zeggen, maar hij viel mij snel in
de rede.
„Vraag mij niets over wat ik al geschreven
heb", zeide hij lachend, „wanneer ik het
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
MEUBELEN
Levering direct aan particulieren. Dressoir, tafel, 2 fauteuils. 4 stoelen moquette, theemeubel, spiege
2 schilderijen, samen f 118. Q. A. Buffet met bolle deuren f 62.50
Huis-, Salon-, Slaapkamernieubelen, Bedden, Delcens, enz.
Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING.
NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMi". Modelkamer» voor Haarlem: KONINGINNEWEG If
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
echte friesche
HEEREN-BAAI
20-50cl per ons
woord „Einde" geschreven heb onder een
werk,interesseer ik er rnij niet meer voor. Ik
kan mij er nauwelijks meer iets van her
inneren. Al mijn belangstelling gaat uit naar
het volgende. Dit is scheppingsvreugd".
En terwijl ik afscheid nam gevoelde ik, dat
dit het geheim was van Somerset Maugham's
groot succes, deze nooit stervende scheppings
vreugde, die verwonderlijke éénstemmigheid
met het heelal, die het genie eigen is.
(Nadruk verboden).
LUXOR-THEATER.
Een spannende en mysterieuze
film: „Wie doodde Donovan?"
„Verloren in New-York"; in
de hoofdrollen Dorothy Revier
en Ben Lyon.
Deze week weer twee hoofdnummers in
Luxor. Beide laten niet na grooten indruk
te maken. Het eene door het vele geheim
zinnige en griezelige dat er in voorkomt en
het andere door het pakkende spel vooral
van Dorothy Revier en Ben Lyon.
„Wie doodde Donovan?" is een zeer ge
heimzinnige geschiedenis. Jack Donovan, een
losbol, wordt door vele menschen gehaat,
vooral door de vrouwen. Op den verjaardag
van kapitein Rankin wordt Jack ook genoo-
digd en daar begint het geheimzinnige. Als
Jack in het donker zijn zeer bij zonderen
ring laat zien, wordt hij gedood. Niemand
heeft iets gezien. Als de politie er bij komt,
wordt er op geheimzinnige wijze een tweede
persoon gedood. Ieder van de gasten wordt
verdacht. De een hierom en de tweede om
een andere reden. Na heel veel verwikkelin
gen wordt eindelijk de dader gevonden. Wij
willen echter niet verklappen wie de moor
denaar is. Men moet dat zelf maar eens gaan
zien. Dit is een film die met spanning ge
volgd zal worden.
De hoofdrollen worden vervuld door Doro
thy Revier, Jack Holt en Agnes Ayres.
Op het tooneel Emma en August Clever,
een dwergenpaar, dat veel succes had met
zijn lfedjes.
„Verloren in New-York" is een sterke speel
film Het behandelt de geschiedenis van een
jong chirurg die op het beslssende oogenblik,
bij een operatie den moed laat zakken. Hij is
als dokter onmogelijk geworden. Al dieper en
dieper zinkt hij tot men hem eindelijk als
stalknecht aan het werk ziet. In deze functie
weet hij een renpaard te genezen. Neal Abbott
zoo heet de vroegere dokter, maakt tenslotte
kennis met Norma, een danseres. Dit meisje
weet door haar flink optreden weer de noo-
dige geestkracht bij den jongen man op te
wekken. Eindelijk, na heel veel strijd komen
de jonge menschen tot elkaar. Zij kunnen ver
van de plaats waar ze zooveel leed hebben
ondervonden, een nieuw leven beginnen.
Op de Duitsche reisjes brengen we een be
zoek aan Helgoland.
Het Luxor-Nieuw$ is kort maar heel inte
ressant.
REMBRANDT THEATER.
AI Jolson en Sonny Boy in
„The Singing Fool".
„The singing Pool" heeft nog niets van
zijn attractie verloren, het heengaande pu
bliek van de zeven-uur-voorstelling en het
wachtende van die van kwart-overmegenen,
bewezen dat afdoende, door de groote opkomst
Met alle bezwaren, die men, als men
critlsch wil oordeelen, tegen deze film kan
inbrengen, is het en zal het nog langen tijd
blijven, een lievelingsfilm van het publiek. De
kleine Sonny Boy doet ieder vrouwen- en
waarschijnlijk ook mannenhart, sneller klop
pen, schat van een kind als hij is, met zijn
lieve snuitje, zijn leuke maniertjes en zijn
fijne stemmetje.
„The singing Fool" behoeft feitelijk hier
geen nader bespreking, daar de film al uit
voerig besproken is in ons blad. Bovendien
hij kan teren op zijn eigen roem, zooals deze
week in Rembrandt weer duidelijk zal blij
ken.
Na het Polygoon's Hollands Nieuws en het
Pox Movietone Journaal, die natuurlijk beide
weer met hun mooie beelden komen, ver
schijnen op het tooneel de „4 Loubé's" vier
wielrijders (drie dames en een heer) die zeld»
zame staaltjes van behendigheid op hun
rijwielen vertoonen, mijnheer Loubé is
daarenboven een eerste klas grappenmaker,
die ons bovenmate vermaakt heeft.
PALACE.
Hollywood-Rcvue. Een hoogst amu
sante film, gespeeld door een ster
ensemble van Metro-Goldwyn
Maycr.
Hollywood Revue! De première te Haarlem
tegelijk met die in Amsterdam en op den
eersten dag driemaal een schier uitverkocht-
huis! Er gaat klaarblijkelijk een enorme aan
trekkingskracht uit van dit groote Ameri-
kaansche spectacle, waarin de beroemdsten
der sterren samen werken: Stan Laurel, Oli
ver Hardy, Buster Keaton, Dane en Arthur,
Conrad Nagel, Charles King, John Gilbert en
nog eenige tientallen anderen „van gToot ka
liber" als revue-artistenAnita Page, Da
niels, Norma Shearer, Joan Crawford, om
maar eens een paar van de vrouwelijke
sterren te noemen, vervullen hier op haar
beurt een bescheiden rol in dit groote kijk
spel. De bekendste schlagers van den laat-
sten tijd, bekend door gramophoon en radio,
worden hier uitgevoerd. „Singing in the
Ram" bijvoorbeeld. Dat is wel één der aar
digste intermezzi! Geestig en origineel van
opzet, modern, gedreven door Amerikaansche
jazz-rage, niet entrain gespeeld in een hoogst
aantrekkelijk décor. Het zou een ij dele poging
zijn, te trachten u een eenigszins volledigen
Indruk te geven van deze pompeuze show.
Verrukkelijk is de parodie die Buster Keaton
levert op de „danseres". Zijn „dans van de
zee" behoort tot het grappigste uit deze
revue. Voorts is het een merkwaardige sen
satie als die Hollywoodsche grooten eens bij
elkaar te zien en te zien werken in de tiental
len fragmenten waaruit een revue samenge
steld pleegt te zijn.
Dit is werkelijk een heel amusante film ge
worden. Een onderhoudende film ook, die nu
eens prettige en niet pretentieuze ontspan
ning geeft. Die niets, heelemaal niets met
hoogere filmkunst te maken heeft, maar die
zorgen doet vergeten. Een film als een pittige
cocktail; één die het doen zou, ook zonder
verdere aanbeveling onzerzijds, en één die
u met een verheugd gemoed doet huis
waarts keeren:
Van het bij programma vermelden wij het
voortreffelijke geluidsjournaal,, waarin een
zeer interessante opneming van Benito Mus
solini voorkomt. Mussolini het volk toespre
kende. Mussolini hartstochtelijk en pathe
tisch; welk een enorme waarde voor de his
torie heeft een dergelijk snapshot!
Op het tooneel Goleman met zijn menagerie.
Een nummer met gedresseerde honden,
katten, en.... een vosje. Met de honden en de
katten kon men nog vrede hebben. Het was
waarlijk uitnemend in zijn soort. De honden
schenen er zelfs plezier in te hebben. Maar de
vos? Het nummer zou er werkelijk niet on
der lijden als Reinaard achter de schermen
bleef. Het voetlicht lijkt ons te schel voor zijn
schuwe ziel.
TIEN JAREN FRANSCHE
CULTUUR IN HOLLAND.
EEN HERINNERINGSALBUM.
De „Alliance Frangaise" heeft onder den
titel „Dix années de Culture Francaise en
Hollande" een lijvig en rijk geïllustreerd
boekwerk uitgegeven ter herinnering aan het
feit dat het op den 6en Juni 1930 tien jaren
geleden was, dat op initiatief van den toen-
maligen Franschen gezant in ons land, den
heer Charles Benoist, 12 afdeelingen van de
Alliance Frangaise tot grootere eenheid en
nauwere samenwerking kwamen en er een
„bureau" werd gevormd dat sindsdien lezin
gen organiseert en een programma voor elk
seizoen samenstelt. Thans zijn er 18 afdeelin
gen met tezamen 5180 leden.
Deze periode "an 10 jaar is van bijzonder
belang geweest voor de Fransche cultuur in
ons land. Er is dus alle reden, om er in dit
mooi uitgevoerde boekwerk bij stil te staan.
Vóórin prijkt het portret van wijlen Prof. Dr.
A. G. van Hamel, in leven Hoogleeraar in de
Fransche Taal en Letterkunde aan de Uni
versiteit te Groningen en stichter der Allian
ce Francaise in Nederland. Verder vonden wij
de portretten van alle afdeelings-voorzitters
en van allen, die in ons land voor de leden
der verschillende afdeelingen voordrachten
en lezingen hebben gehouden of op andere
wijze zijn opgetreden. Al deze letterkundigen
en kunstenaars hebben in een korter of lan
ger artikel hun oordeel over ons land gege
ven, hetgeen een bijzondere aantrekkelijk
heid aan dit boekwerk verleent.
Tot slot interessante bijdragen van voor
zitters en secretarissen der afdeelingen van
de Alliance Frangaise.
De titelpagina en de verdere teekeningen
zijn van Huib Luns.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Terug te bekomen bij:
Philippo, Indischestraat 96, boekje; Spoor,
Ravelingsteeg 10, bal; van Aken, L. Wijn
gaardstraat 6, broche; van Roon, Doelstraat
24 rood, badgoed; Herfst, Leidschestraat 26,rd.
idem; Huiberts, Gen. de Wetstraat 6 rd.,
broche; Droog, Lange Annastraat 25, hon-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Deze pen laat U
Sneller werken!
ïl
f.i i iiiiii
In het moderne zakenleven
heeft men de Parker Duofold
misschien honderd of meer
maal per dag noodig. Altijd
is zij klaar voor direct gebruik.
Niet drukken, niet schudden,
niet wachten.
Extra groot itiktreservoir
smaakvolle kleuren.
Weet U dat de Parker de
meeste inkt kan bevatten van
alle vulpennen Met één vull
ing schrijft gij 6ooo woorden I
Haar licht glijdende pen (25
jaar gegarandeerd) is van
massief goud en heeft een
iridium nunt. Zij is als samen
gegroeid met Uw hand ea
verliest haar karakter nooit. De
drukknop-vuiler is absoluut
lekproef en veilig verborgen
tegen mogelijke ongevallen.
Houders in glanzend per-
maniet, smaakvol gekleurd
Jakrood, smaragdgroen. Lapis
Lazuli blauw, Chineesch geel,
zwart en goud, en de Duofold
de Luxe in zilverachtig parel
grijs met zwart.
Laat Uw dichtstbijzijnde
handelaar U demonstreerenhoe
Parker gang/in Uw werk brengt.
Uit de vier verschillende mo
dellen (met zes soorten pen-
breedtc) zult U zeker de pen
vinden, die precies voor U
geschikt is.
Parker Pennen Senior Fl.20.—
Special PI. 18,50. Junior PI. 15.
Bijhehoorende Potlooden FL 12.50.
FL 11.—en Fi. 10.
N. V. Gebr. BIKKERS
AMSTERDAM - DEN HAAG
ROTTERDAM.
Firn Internationa
denketting; van Tongeren, Stereboschstraat
10. hondenpenning; Westendorp, Berckheijde-
straat 4, horloge; Gouka, Barendsestraat 8,
hond (zwart)Bakker. Leidschevaart 107,
jongensjasje; Gephart, Julianalaan 294, kat;
Kennel Fauna, grijs-witte kat en zwart-witte
kat; Bureau van Politie, Smedestraat, man
chetknoop; De Haas, 2e Zuidpolderstraat 44,
oorbel; Bijster, Drossestraat 14a rd., studen
tenpet; Bur. v. Politie, Smedestraat, para-
pluie; v. Zalen Acaciastraat 1, schoen; Koe
len, Leidschevaart 38 i, tennisschoen; De Jong,
Grebbestraat 31, soldeerbout; Captein,
Schagchelstraat 17rd„ schaartje; Burghoorn,
Voorhelmstraat 28 rd., sigarenkoker; Strick-
ling, Lïhschotenstraat 8 rd., schort; Monder-
man, Amsterdamstraat 32, richtingsaanwijzer;
Bur. v. Politie, Smedestraat, rijwiel; v. d,
Helm, Vroom Dreesman, Gr. Houtstraat,
vulpenhouder; Gemeente-Reiniging, Harmen-
jansweg, weegschaal.
EXAMENS HOOFDAKTE.
Haarlem, 1 Sept.
Geëxamineerd 8 mnl. candidaten. Afgewe
zen 2. Geslaagd de heeren: P. Kwist, West-
zaan; C. J. Vergouwen, Amsterdam; J. Over-
gouw, Haarlem; Ch. J". C. Nagel, Haarlem;
S. Hörchner, Nw. Vennep; L. H. Wassenberg,
Amsterdam.
1 AUGUSTUS-DAG TE PARIJS-
PARIJS, 1 Augustus (B.T.A.) Niettegen
staande de oproeping van de communistische
partij zijn alle werklieden hedenmorgen kalm
naar hun werk gegaan. Trams, autobussen,
ondergrondsche spoor en talrijke taxi's cir-
culeeren. Er hebben geen incLdenten plaats
.gehad.
FEUILLETON
Uit het Duitsch
van RUDOLF HERZOG.
8)
De provisor ging weer aan zijn werk en
meneer Frledrich kwam af en toe uit een
klein kamertje, door een gordijn van de apo
theek gescheiden, te voorschijn, om bij het
bedienen van de klanten te asslsteeren. Toen
Heinrlch een blfk achter het geheimzinnige
gordijn wierp, zag hij niets anders dan een
rieten stoel: de „oude zorg" van den apo
theker.
Het avondeten werd wederom geznmenli.ik
gebruikt. De dames waren niet aan tafel. Ze
waren, zooals de apotheker meedeelde, naar
de opera. Het werk was nu geëindigd.
Drink je een kopje thee bij mij?, vroeg
de bedrijfslefder aan zijn leerling, toen ze
over de binnenplaats gingen. Je zuil je de
eerste dagen nog wel wat eenzaam voelen.
Heinrich zei. dat hij graag zou komen. De
begrijpende sympathie van Barenfeld deed
hem weldadig aan.
HOOFDSTUK V.
Toen Heinrich Barenfeld's kamer binnen
trad, bleel' hij eenige oogenblikkon verrast
staan. Bevond hij zich nog op het grondge
bied van „De Witte Zwaan"? Tot dusverre
had hij in het huis geen spoortje van artis-
tieken zin kunnen ontdekken, nergens iets
wat naar een beetje warmere Uwe zweem
de, geen meubelstuk boven het strikt onont
beerlijke. Met uitzondering van de piano,
scheen alles hem van de eene generatie op de
andere te zijn overgegaa.*.; het heele meu
bilair verried, dat de tand des tijds er gretig
aan had geknaagd. En dit was een kamer zoo
warm-gezellig en smaakvol-luxueus inge
licht, dat de jonge man, die nog niet veel in
zijn leven gezien had, in een wonderland ver
plaatst dacht te zijn. Een kleine haard
waarin een lekker vuurtje brandde, scheen
met het dikke, mollige warmkleurige tapijt
te wedijveren in behagelijkheid. Bij het raam
waarvoor pluche gordijnen hingen, stond
een groote schrijftafel met een gemak
kelijke bureaustoel. Behalve deze waren er
nog twee andere comfortabele fauteuils in
de kamer. Op een ronde tafel stond een
zilveren samowaar. Een paar prachtige stoe
len van palisanderhout en een drietal kas
ten completeerden het meubilair. Een deed
als z'n kleerenkast dienst, een tweede toon
de door de glas-in-lood ruitjes de met goud
bedrukte ruggen van een aardige boeken
collectie en de derde was Ingericht als wa-
penkast. Heinrich zag er een dubbelloops ge
weer en een fraai bewerkte degen.
Aan de wanden prijkten jacht trofeeën, die
niet alleen in Duitsche bosschen schenen te
zijn veroverd, en eeo paar mooie etsen. Ach
ter in de kamer onttrok een Oostersch kleed
het bed van den bewoner aan het gezicht.
Kom binnen, zei Barenfeld vriendelijk
tot zijn protégé. Misschien verwondert het je,
dat het hier een beetje anders uitziet dan bij
meneer Rose of meneer Frledrich. Ik ben
altijd van meening geweest dat het een ver
keerde opvatting is, om zijn plezier buitens
huis bij kennissen of in café's te zoeken, zoo
als ongetrouwde heeren gewoonlijk doen. Een
werkelijk tehuis vindt men buiten de deur
niet; al wordt men overal nog zoo aardig
ontvangen, men blijft een buitenstaander,
een vreemde een tehuis moet men zichzelf
scheppen. De paar jaren, die een mensch te
leven heeft, gaan helaas vlug genoeg voor
bij, zoodat men niet vroeg genoeg daarmee
kan beginnen. Alles wat je hier ziet, is mijn
eigendom. Tusschen al deze dingen voel ik
mij pas behagelijk en mijn eigen baas en heb
ik het gevoel, dat ik een eigen huis heb en
geen rondzwervende nomade ben. En dit ge
voel geeft je innerlijk rust en bevrediging,
moed en plezier voor je dagelijksch werk.
Doch laten we eerst voor den inwendigen
mensch zorgen.Het avondeten was niet veel
bijzonders.
Hij stak den samowaar aan, haalde ver
volgens een paar blikjes met lekkernijen voor
den dage die Heinrich slechts bij name kende
en zette een fijn geslepen karaf met cognac
en glazen op tafel. Heinrich keek een beetje
verlegen om zich heen.
Hebt u die vogels zelf geschoten?
Die? Ja, die komen uit Japan. Ik ben
een paar jaar in Yokohama geweest, voor
dat ik naar Bombay ging. Een handelsman
moet overal geweest zijn, vooral in de lan
den, vanwaar hij zijn artikelen betrekt!
In de oogen van Heinrich werd Baren
feld hoe langer hoe meer een wezen van
hoogere orde. Met schitterende oogen luister
de hij naar wat deze vertelde. Deze wonder
man was vóór ln de dertig en scheen den
heelen aardbol al te hebben rondgereisd.
Vertelt u alstublieft wat van uw reizen,
drong hij aan.
Vertellen?, vroeg Barenfeld, nadat hij
thee had ingeschonken en zijn gast had aan
gemoedigd om zich van de conserven te be
dienen, ik kan je wel een heeleboel vertel
len van mijn reizen, maar eigenlijk moet je
't zelf beleven, zie je. Om je de waarheid te
zeggen, je staat me aan, jongen. Je hebt
een behoorlijke ontwikkeling op school opge
daan, je hebt eerzucht en plichtsgevoel, dat
is een heeleboeleigenlijk alles in de we
reld. Als je deze eigenschappen in je leer
lingentijd goed gebruikt, zal ik zorgen,
dat je ook met je eigen oogen die vreemde
landen zult zien, waarvan je zoo graag
een en ander wilt hooren.
Ja, meneer Barenfeldhet duizelde
den armen jongen, ik zal werkelijk trachten
mijn best te doen.
Meer kon hij niet zeggen. Hij nam haastig
een slok thee, at een stukje toast en leunde
toen weer behaaglijk in zijn stoel achterover,
't Liefst had hij zijn oogen gesloten en ge
droomd van vreemde landen en verre zeeën,
van palmen en bonte, vreemde vogels. Het
werd hem zoo eigenaardig te moede, dat hij
wel lachen en schreien kon tegelijk. Het
eeuwige, altijd nieuwe verlangen der jeugd
om te zwerven en vreemde landen te zien, had
zich meester gemaakt van zijn ziel.
Ik ben nu in 'n soort rustperiode ge
komen, vervolgde Barenfeld. Maar ik ge
bruik toch nog 'n behoorlijke dosis energie
Mijn plan is om de zaak hier te koopen. Het
is wel geen groot bedrijf, maar het is ih elk
opzicht voor uitbreiding vatbaar.
Er werd geklopt, en Hannes stak zijn hoofd
om den hoek van de deur.
Meneer Barenfeld?
Wat is er aan de hand, Hannes?
D'r is een meneer in de 'apotheek, een
heele deftigheid, meneereen graaf, hij
vraagt naar u.
Ah, ze? Barenfeld, Schöner! Dat is
aardig. Zeg aan meneer, richtte hij zich tot
Hannes, dat het me een groot genoegen
zal zijn hem te ontvangen. Wijs hem den weg.
Hannes verdween spoorslags. Een graaf? Dat
beteekende een goede fooi. Heinrich wilde op
staan, maar Barenfeld weerhield hem.
Onzin, je was immers het eerst hier. Blijf
kalm zitten! De graaf is een mensch net als
jij en ik. Daar breekt hij al haast zijn nek
over de prachtbestrating op de binnenplaats.
Jabinnen.
Hallo, oude sjacheraar! Hoe .gaat 't
mee?
GoedOh. pardon!
Hij zag Heinrich, die onbeweeglijk naast
zijn stoel stond. Schöner, zei hij met een
hoflijke buiging.
Meneer Pfalzdorf, stelde Barenfeld voor.
Een jonge employé van de firma.
Joviaal drukte Schöner hem de hand.
Aangenaam, meneer Pfalzdorf. U hebt daar
een briljant voorbeeld. Een voortreffelijke
kerel, die Barenfeld.
Een kop thee of direct maar een cog-
nac-groc?, vroeg Barenfeld lachend. Ga
toch zittne, Joseph, en jij ook, Pfalzdorf. Nu
maak je ook nog het weerzien van een paar
wereldreizigers mee, die elkaar de hemel weet
hoe lang niet gezien hebben.
Barenfeld bereidde zijn bezoekers en zich
zelf een cognac-groc en presenteerde siga
retten en Schöner vertelde den jongeman,
naar aanleiding van de laatste opmerking van
hun gastheer:
Ja, ja; fn Hamburg heb ik van Baren
feld afscheid genomen. I-Iij is een reismakker
met wien Ik kennis maakte in Japan, toen
ik den Mikado wilde interviewen. Daarna trof
ik hem in Bombay, net toen hij op het punt
stond weer naar dat verdraaide Europa te
reizen. Met dezelfde boot ging ik ook weer
naar huis. Ik ging naar den Rijn, naar deze
schoone stad, waar ik reizend correspondent
werd van het „Tageblatt" hier. Toen ver
dween ik naar Bulgarije, waar ik een onder
houd had met den koning: kwam weer te
rug en hoor, dat Barenfeld gedroogde kruiden
verkoopt in de „Witte Zwaan",in de
„Witte Zwaan".
Barenfeld glimlachte.
(Wordt vervolgd*