HOE IK WERK. larLer "Duofold IN „CE WITTE ZWAAN" HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930 Waarom ik liever boeken schrijf dan tooneelstukken. Een interview met W. SOMERSET MAUGIIAM, den beroemden Engel- schen schrijver en tooneelsclirijver. Ik zat op het hotelterras, onder het genot van een cocktail, toen mijn gastheer tot mij zeide: „Daar is Somerset Maugham. Zou je hem graag willen spreken? Hij is niet erg mede deelzaam, maar „Somerset Maugham!" zeide ik. „Ik zou hem heel graag ontmoeten. Het behoort immers tot mijn beroep, met beroemde men schen te spreken" En dus werd ik aan hem voorgesteld. Voor iemand, die als „niet erg mededeelzaam" werd beschreven, viel hij bijzonder mee. Ik vond hem een zeer aangenaam man. met de scherpte van blik welke ieder, die zijn boeken kent, van hem zal verwachten; met een zweem van bitterheid in de wijze waarop hij zich uitdrukte en die een deel van den prijs is welken men betaalt voor het zien van de touwtjes die ons, arme menschelijke mario netten, in beweging brengen en ook met dat eigenaardige in zijn houding dat doet denken aan den waakzamen alchimist, steeds uit op nieuwe emoties en reacties voor zijn smelt kroes. Om een praatje te kunnen maken, gingen wij een eind wandelen tusschen de heerlijk- gemengde krulden van de Maquis, met de blauwe Middellandsche Zee vóór en het mysterie der pijnboomen van Kaap Antibes achter ons, terwijl nu en dan het banale lachen van de vacantlegangers tot ons door drong. „U vraagt mij hoe ik tot schrijven geko men ben", zoo begon hij. „Kan eigenlijk wel iemand van ons dat onder woorden brengen? De drang tot schrijven komt in ons op en: dan moeten wij wel, of wij willen of niet! Natuurlijk zal ik niet zeggen, dat er geen jaren van voorbereiding zijn. Ik geloof vast in de activiteit van het onderbewuste en dit is, zelfs in onze oogenschijnlijk onvruchtbare jaren, voortdurend aan 't werken, vormen en vervormen, plannen maken, het opdoen en rangschikken van Indrukken totdat de be wuste geest rijp is om ze te gebruiken en „uit te zenden". Het schrijven van boeken en tooneelstuk ken eischt, behalve vele andere dingen, dat men in staat is, onpartijdig toeschouwer van het drama des levens te zijn en dit is vol strekt niet zoo gemakkelijk als het schijnt want wij hebben er allen onze eigen ideeën over, hoe de verschillende rollen moeten wor den gespeeld. Maar als wij eenmaal geleerd hebben ons zelf weg te cijferen en de bokkesprongen van onze medemenschen gade te slaan is alles wat wij te doen hebben ze vast te leggen", zooals een film-operateur doet en als onze geest ze weer op het witte doek van de ge schreven bladzijde projecteert, ligt het aan ons de handeling te verhaasten of te ver langzamen, iets weg te laten of de gebeur tenissen om te zetten, zooals ons dat het ge- schikste voorkomt. Natuurlijk heeft'de schrijver hier iets voor boven den tooneelspeler, daar hij zijn plaats van handeling kan kiezen en episoden en ontknoopingen in één stuk kan samenbren gen. die niet uit één leven maar uit verschil lende levens zijn genomen. Wij hebben allen onzen eigen manier van werken. Was het Defoe niet, die een schitte rende beschrijving van een storm schreef die in Londen woedde, terwijl hij in een ge vangenis zat en er niets van zag? Ik kan op die manier niet werken. Ik behoor tot hen die moeten zien, waarover zij schrijven en daarom ga ik ook gewoonlijk naar de plaat sen, die ik als achtergrond voor mijn ver halen gekozen heb. Bij voorbeeld: in mijn verhaal „Regen" ontmoette ik die menschen op een uitreis op een schip enwel: verder liep de ge schiedenis van elf zooals altijd als ge een zeker aantal karakters tezamen brengt en za op elkaar laat reageeren. Het spreekt vanzelf dat sommige figuren gemakkelijker te behandelen zijn dan an dere. Het is het moeilijkst, te schrijven over een goede vrouw. Zoo lang er geschreven is, heeft iedere schrijver het moeten probeeren en niemand is er goed in geslaagd. Ik ver onderstel dat hierbij hetzelfde geldt als ten opzichte van de gelukkige landen, die geen geschiedenis hebben. Denk aan al die goede vrouwen uit de romans: zij zijn zoetelijk, sentimenteel, kleurloos. Schaduw is noodig, om het licht beter te doen spreken en tegengestelde emoties zijn noodig, om de verschillende reacties te accentueeren die een karakter interessant maken. Het is absoluut onmogelijk, de samengesteldste schepping van het heelal te beschrijven door voort durend één toon te doen hooren. En ten slotte moet een schrijver ook min of meer caricaturist zijn want juist het den nadruk leggen op het ongewone maakt een verhaal belangwekkend. Maar daar het ongewone zoo weinig in het leven voorkomt, geloof ik dat het alledaagsche ook zijn geschiedschrij vers moet hebben. De eenige moeilijkheid is, dat wanneer ge begint te schrijven over het alledaagsche, het als 't ware opgeheven wordt en tot het rijk der tragedie blijkt te behoo- ren. Ik schrijf veel liever boeken dan tooneel stukken, want in boeken kunt ge zooveel meer van uzelf leggen. Ge hebt het voorrecht, uw eigen gedachten en opinies neer te kun nen schrijven, want ge weet dat de lezer, wien zij geen belang inboezemen, alleen een paar pagina's behoeven over te slaan om door te kunnen gaan met het eigenlijke ver haal, terwijl drie minuten van verveling in een tooneelstuk voldoende zijn om het ge heel te bederven. En bovendien: in een boek ls de schrijver werkelijk de man. die zijn figuren laat optreden: hij maakt hun gebaren voor hen en brengt zijn gedachten in hun geest over; hij spreekt door hun mond en laat hen naar welgevallen verschij nen en verdwijnen terwijl in een tooneel stuk ("ofschoon de schrijver tusschen haak jes zijn wenschen mag kenbaar maken) er niet alleen rekening moet worden gehou den met den tooneeldirecteur maar ook met iederen acteur of actrice met zijn of haar eigen denkbeelden over toon, gebaar en hou ding zoodat, terwijl de zinnen misschien zul len blijven, zooals de auteur ze schreef, er honderd andere kleine dingen zijn die. in plaats van vonken van zijn geest te zijn, in werkelijkheid voortkomen uit den geest van hen die zijn gedachten of scheppingen ver tolken. Men beeft mij gevraagd of ik een groot ver schil zie tusschen het Engelsche en het Araerikaansche gevoel voor humor. Er is e'-enlijk heel weinig verschil. Het publiek van New-York schijnt om dezelfde dingen te lachen als het Londensche. Het eenige ver schil zit üi de toespelingen van plaatselijken aard. Een toespeling op Brooklyn, bij voor beeld. maakt de menschen In New-York al tijd om de een of andere zonderlinge reden aan 't lachen, maar laat de Londenaars koud. terwijl het omgekeerde geldt voor een Engelche grap die betrekking, heeft op plaatselijke toestanden. De menschelijke dwaasheid heeft tenslotte niets met aard rijkskunde te maken en kan. of zij te Ne- York of te Londen gedemonstreerd wordt, in beide steden een lach wekken. Mijn werkmethode is zeer eenvoudig. Ik hang de theorie aan, dat wij allen in meer dere of mindere mate ontvangstations zijn en dat alle groote ideeën, uitvindingen, boe ken, stukken, andere kunstwerken of compo sities al bestaan in den Kosmos en in gol ven worden uitgezonden. Sommigen van ons zijn gevoeliger dan hun medemenschen en op deze golven afgestemd. Wanneer ik zulk een denkbeeld „ontvang" moet ik gaan schrijven om het kwijt te raken, anders krijg ik geen rust Wij zijn tenslotte allen slechts Instru menten. En hier in mijn ouden, ommuurden tuin in dit mooie hoekje van Europa kan ik de wereld buitensluiten en werken, want ik heb stof genoeg voor de eerste tien jaren." „En uw boeken en stukkenwelke waagde ik te zeggen, maar hij viel mij snel in de rede. „Vraag mij niets over wat ik al geschreven heb", zeide hij lachend, „wanneer ik het INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. MEUBELEN Levering direct aan particulieren. Dressoir, tafel, 2 fauteuils. 4 stoelen moquette, theemeubel, spiege 2 schilderijen, samen f 118. Q. A. Buffet met bolle deuren f 62.50 Huis-, Salon-, Slaapkamernieubelen, Bedden, Delcens, enz. Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING. NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMi". Modelkamer» voor Haarlem: KONINGINNEWEG If INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel echte friesche HEEREN-BAAI 20-50cl per ons woord „Einde" geschreven heb onder een werk,interesseer ik er rnij niet meer voor. Ik kan mij er nauwelijks meer iets van her inneren. Al mijn belangstelling gaat uit naar het volgende. Dit is scheppingsvreugd". En terwijl ik afscheid nam gevoelde ik, dat dit het geheim was van Somerset Maugham's groot succes, deze nooit stervende scheppings vreugde, die verwonderlijke éénstemmigheid met het heelal, die het genie eigen is. (Nadruk verboden). LUXOR-THEATER. Een spannende en mysterieuze film: „Wie doodde Donovan?" „Verloren in New-York"; in de hoofdrollen Dorothy Revier en Ben Lyon. Deze week weer twee hoofdnummers in Luxor. Beide laten niet na grooten indruk te maken. Het eene door het vele geheim zinnige en griezelige dat er in voorkomt en het andere door het pakkende spel vooral van Dorothy Revier en Ben Lyon. „Wie doodde Donovan?" is een zeer ge heimzinnige geschiedenis. Jack Donovan, een losbol, wordt door vele menschen gehaat, vooral door de vrouwen. Op den verjaardag van kapitein Rankin wordt Jack ook genoo- digd en daar begint het geheimzinnige. Als Jack in het donker zijn zeer bij zonderen ring laat zien, wordt hij gedood. Niemand heeft iets gezien. Als de politie er bij komt, wordt er op geheimzinnige wijze een tweede persoon gedood. Ieder van de gasten wordt verdacht. De een hierom en de tweede om een andere reden. Na heel veel verwikkelin gen wordt eindelijk de dader gevonden. Wij willen echter niet verklappen wie de moor denaar is. Men moet dat zelf maar eens gaan zien. Dit is een film die met spanning ge volgd zal worden. De hoofdrollen worden vervuld door Doro thy Revier, Jack Holt en Agnes Ayres. Op het tooneel Emma en August Clever, een dwergenpaar, dat veel succes had met zijn lfedjes. „Verloren in New-York" is een sterke speel film Het behandelt de geschiedenis van een jong chirurg die op het beslssende oogenblik, bij een operatie den moed laat zakken. Hij is als dokter onmogelijk geworden. Al dieper en dieper zinkt hij tot men hem eindelijk als stalknecht aan het werk ziet. In deze functie weet hij een renpaard te genezen. Neal Abbott zoo heet de vroegere dokter, maakt tenslotte kennis met Norma, een danseres. Dit meisje weet door haar flink optreden weer de noo- dige geestkracht bij den jongen man op te wekken. Eindelijk, na heel veel strijd komen de jonge menschen tot elkaar. Zij kunnen ver van de plaats waar ze zooveel leed hebben ondervonden, een nieuw leven beginnen. Op de Duitsche reisjes brengen we een be zoek aan Helgoland. Het Luxor-Nieuw$ is kort maar heel inte ressant. REMBRANDT THEATER. AI Jolson en Sonny Boy in „The Singing Fool". „The singing Pool" heeft nog niets van zijn attractie verloren, het heengaande pu bliek van de zeven-uur-voorstelling en het wachtende van die van kwart-overmegenen, bewezen dat afdoende, door de groote opkomst Met alle bezwaren, die men, als men critlsch wil oordeelen, tegen deze film kan inbrengen, is het en zal het nog langen tijd blijven, een lievelingsfilm van het publiek. De kleine Sonny Boy doet ieder vrouwen- en waarschijnlijk ook mannenhart, sneller klop pen, schat van een kind als hij is, met zijn lieve snuitje, zijn leuke maniertjes en zijn fijne stemmetje. „The singing Fool" behoeft feitelijk hier geen nader bespreking, daar de film al uit voerig besproken is in ons blad. Bovendien hij kan teren op zijn eigen roem, zooals deze week in Rembrandt weer duidelijk zal blij ken. Na het Polygoon's Hollands Nieuws en het Pox Movietone Journaal, die natuurlijk beide weer met hun mooie beelden komen, ver schijnen op het tooneel de „4 Loubé's" vier wielrijders (drie dames en een heer) die zeld» zame staaltjes van behendigheid op hun rijwielen vertoonen, mijnheer Loubé is daarenboven een eerste klas grappenmaker, die ons bovenmate vermaakt heeft. PALACE. Hollywood-Rcvue. Een hoogst amu sante film, gespeeld door een ster ensemble van Metro-Goldwyn Maycr. Hollywood Revue! De première te Haarlem tegelijk met die in Amsterdam en op den eersten dag driemaal een schier uitverkocht- huis! Er gaat klaarblijkelijk een enorme aan trekkingskracht uit van dit groote Ameri- kaansche spectacle, waarin de beroemdsten der sterren samen werken: Stan Laurel, Oli ver Hardy, Buster Keaton, Dane en Arthur, Conrad Nagel, Charles King, John Gilbert en nog eenige tientallen anderen „van gToot ka liber" als revue-artistenAnita Page, Da niels, Norma Shearer, Joan Crawford, om maar eens een paar van de vrouwelijke sterren te noemen, vervullen hier op haar beurt een bescheiden rol in dit groote kijk spel. De bekendste schlagers van den laat- sten tijd, bekend door gramophoon en radio, worden hier uitgevoerd. „Singing in the Ram" bijvoorbeeld. Dat is wel één der aar digste intermezzi! Geestig en origineel van opzet, modern, gedreven door Amerikaansche jazz-rage, niet entrain gespeeld in een hoogst aantrekkelijk décor. Het zou een ij dele poging zijn, te trachten u een eenigszins volledigen Indruk te geven van deze pompeuze show. Verrukkelijk is de parodie die Buster Keaton levert op de „danseres". Zijn „dans van de zee" behoort tot het grappigste uit deze revue. Voorts is het een merkwaardige sen satie als die Hollywoodsche grooten eens bij elkaar te zien en te zien werken in de tiental len fragmenten waaruit een revue samenge steld pleegt te zijn. Dit is werkelijk een heel amusante film ge worden. Een onderhoudende film ook, die nu eens prettige en niet pretentieuze ontspan ning geeft. Die niets, heelemaal niets met hoogere filmkunst te maken heeft, maar die zorgen doet vergeten. Een film als een pittige cocktail; één die het doen zou, ook zonder verdere aanbeveling onzerzijds, en één die u met een verheugd gemoed doet huis waarts keeren: Van het bij programma vermelden wij het voortreffelijke geluidsjournaal,, waarin een zeer interessante opneming van Benito Mus solini voorkomt. Mussolini het volk toespre kende. Mussolini hartstochtelijk en pathe tisch; welk een enorme waarde voor de his torie heeft een dergelijk snapshot! Op het tooneel Goleman met zijn menagerie. Een nummer met gedresseerde honden, katten, en.... een vosje. Met de honden en de katten kon men nog vrede hebben. Het was waarlijk uitnemend in zijn soort. De honden schenen er zelfs plezier in te hebben. Maar de vos? Het nummer zou er werkelijk niet on der lijden als Reinaard achter de schermen bleef. Het voetlicht lijkt ons te schel voor zijn schuwe ziel. TIEN JAREN FRANSCHE CULTUUR IN HOLLAND. EEN HERINNERINGSALBUM. De „Alliance Frangaise" heeft onder den titel „Dix années de Culture Francaise en Hollande" een lijvig en rijk geïllustreerd boekwerk uitgegeven ter herinnering aan het feit dat het op den 6en Juni 1930 tien jaren geleden was, dat op initiatief van den toen- maligen Franschen gezant in ons land, den heer Charles Benoist, 12 afdeelingen van de Alliance Frangaise tot grootere eenheid en nauwere samenwerking kwamen en er een „bureau" werd gevormd dat sindsdien lezin gen organiseert en een programma voor elk seizoen samenstelt. Thans zijn er 18 afdeelin gen met tezamen 5180 leden. Deze periode "an 10 jaar is van bijzonder belang geweest voor de Fransche cultuur in ons land. Er is dus alle reden, om er in dit mooi uitgevoerde boekwerk bij stil te staan. Vóórin prijkt het portret van wijlen Prof. Dr. A. G. van Hamel, in leven Hoogleeraar in de Fransche Taal en Letterkunde aan de Uni versiteit te Groningen en stichter der Allian ce Francaise in Nederland. Verder vonden wij de portretten van alle afdeelings-voorzitters en van allen, die in ons land voor de leden der verschillende afdeelingen voordrachten en lezingen hebben gehouden of op andere wijze zijn opgetreden. Al deze letterkundigen en kunstenaars hebben in een korter of lan ger artikel hun oordeel over ons land gege ven, hetgeen een bijzondere aantrekkelijk heid aan dit boekwerk verleent. Tot slot interessante bijdragen van voor zitters en secretarissen der afdeelingen van de Alliance Frangaise. De titelpagina en de verdere teekeningen zijn van Huib Luns. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Terug te bekomen bij: Philippo, Indischestraat 96, boekje; Spoor, Ravelingsteeg 10, bal; van Aken, L. Wijn gaardstraat 6, broche; van Roon, Doelstraat 24 rood, badgoed; Herfst, Leidschestraat 26,rd. idem; Huiberts, Gen. de Wetstraat 6 rd., broche; Droog, Lange Annastraat 25, hon- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Deze pen laat U Sneller werken! ïl f.i i iiiiii In het moderne zakenleven heeft men de Parker Duofold misschien honderd of meer maal per dag noodig. Altijd is zij klaar voor direct gebruik. Niet drukken, niet schudden, niet wachten. Extra groot itiktreservoir smaakvolle kleuren. Weet U dat de Parker de meeste inkt kan bevatten van alle vulpennen Met één vull ing schrijft gij 6ooo woorden I Haar licht glijdende pen (25 jaar gegarandeerd) is van massief goud en heeft een iridium nunt. Zij is als samen gegroeid met Uw hand ea verliest haar karakter nooit. De drukknop-vuiler is absoluut lekproef en veilig verborgen tegen mogelijke ongevallen. Houders in glanzend per- maniet, smaakvol gekleurd Jakrood, smaragdgroen. Lapis Lazuli blauw, Chineesch geel, zwart en goud, en de Duofold de Luxe in zilverachtig parel grijs met zwart. Laat Uw dichtstbijzijnde handelaar U demonstreerenhoe Parker gang/in Uw werk brengt. Uit de vier verschillende mo dellen (met zes soorten pen- breedtc) zult U zeker de pen vinden, die precies voor U geschikt is. Parker Pennen Senior Fl.20.— Special PI. 18,50. Junior PI. 15. Bijhehoorende Potlooden FL 12.50. FL 11.—en Fi. 10. N. V. Gebr. BIKKERS AMSTERDAM - DEN HAAG ROTTERDAM. Firn Internationa denketting; van Tongeren, Stereboschstraat 10. hondenpenning; Westendorp, Berckheijde- straat 4, horloge; Gouka, Barendsestraat 8, hond (zwart)Bakker. Leidschevaart 107, jongensjasje; Gephart, Julianalaan 294, kat; Kennel Fauna, grijs-witte kat en zwart-witte kat; Bureau van Politie, Smedestraat, man chetknoop; De Haas, 2e Zuidpolderstraat 44, oorbel; Bijster, Drossestraat 14a rd., studen tenpet; Bur. v. Politie, Smedestraat, para- pluie; v. Zalen Acaciastraat 1, schoen; Koe len, Leidschevaart 38 i, tennisschoen; De Jong, Grebbestraat 31, soldeerbout; Captein, Schagchelstraat 17rd„ schaartje; Burghoorn, Voorhelmstraat 28 rd., sigarenkoker; Strick- ling, Lïhschotenstraat 8 rd., schort; Monder- man, Amsterdamstraat 32, richtingsaanwijzer; Bur. v. Politie, Smedestraat, rijwiel; v. d, Helm, Vroom Dreesman, Gr. Houtstraat, vulpenhouder; Gemeente-Reiniging, Harmen- jansweg, weegschaal. EXAMENS HOOFDAKTE. Haarlem, 1 Sept. Geëxamineerd 8 mnl. candidaten. Afgewe zen 2. Geslaagd de heeren: P. Kwist, West- zaan; C. J. Vergouwen, Amsterdam; J. Over- gouw, Haarlem; Ch. J". C. Nagel, Haarlem; S. Hörchner, Nw. Vennep; L. H. Wassenberg, Amsterdam. 1 AUGUSTUS-DAG TE PARIJS- PARIJS, 1 Augustus (B.T.A.) Niettegen staande de oproeping van de communistische partij zijn alle werklieden hedenmorgen kalm naar hun werk gegaan. Trams, autobussen, ondergrondsche spoor en talrijke taxi's cir- culeeren. Er hebben geen incLdenten plaats .gehad. FEUILLETON Uit het Duitsch van RUDOLF HERZOG. 8) De provisor ging weer aan zijn werk en meneer Frledrich kwam af en toe uit een klein kamertje, door een gordijn van de apo theek gescheiden, te voorschijn, om bij het bedienen van de klanten te asslsteeren. Toen Heinrlch een blfk achter het geheimzinnige gordijn wierp, zag hij niets anders dan een rieten stoel: de „oude zorg" van den apo theker. Het avondeten werd wederom geznmenli.ik gebruikt. De dames waren niet aan tafel. Ze waren, zooals de apotheker meedeelde, naar de opera. Het werk was nu geëindigd. Drink je een kopje thee bij mij?, vroeg de bedrijfslefder aan zijn leerling, toen ze over de binnenplaats gingen. Je zuil je de eerste dagen nog wel wat eenzaam voelen. Heinrich zei. dat hij graag zou komen. De begrijpende sympathie van Barenfeld deed hem weldadig aan. HOOFDSTUK V. Toen Heinrich Barenfeld's kamer binnen trad, bleel' hij eenige oogenblikkon verrast staan. Bevond hij zich nog op het grondge bied van „De Witte Zwaan"? Tot dusverre had hij in het huis geen spoortje van artis- tieken zin kunnen ontdekken, nergens iets wat naar een beetje warmere Uwe zweem de, geen meubelstuk boven het strikt onont beerlijke. Met uitzondering van de piano, scheen alles hem van de eene generatie op de andere te zijn overgegaa.*.; het heele meu bilair verried, dat de tand des tijds er gretig aan had geknaagd. En dit was een kamer zoo warm-gezellig en smaakvol-luxueus inge licht, dat de jonge man, die nog niet veel in zijn leven gezien had, in een wonderland ver plaatst dacht te zijn. Een kleine haard waarin een lekker vuurtje brandde, scheen met het dikke, mollige warmkleurige tapijt te wedijveren in behagelijkheid. Bij het raam waarvoor pluche gordijnen hingen, stond een groote schrijftafel met een gemak kelijke bureaustoel. Behalve deze waren er nog twee andere comfortabele fauteuils in de kamer. Op een ronde tafel stond een zilveren samowaar. Een paar prachtige stoe len van palisanderhout en een drietal kas ten completeerden het meubilair. Een deed als z'n kleerenkast dienst, een tweede toon de door de glas-in-lood ruitjes de met goud bedrukte ruggen van een aardige boeken collectie en de derde was Ingericht als wa- penkast. Heinrich zag er een dubbelloops ge weer en een fraai bewerkte degen. Aan de wanden prijkten jacht trofeeën, die niet alleen in Duitsche bosschen schenen te zijn veroverd, en eeo paar mooie etsen. Ach ter in de kamer onttrok een Oostersch kleed het bed van den bewoner aan het gezicht. Kom binnen, zei Barenfeld vriendelijk tot zijn protégé. Misschien verwondert het je, dat het hier een beetje anders uitziet dan bij meneer Rose of meneer Frledrich. Ik ben altijd van meening geweest dat het een ver keerde opvatting is, om zijn plezier buitens huis bij kennissen of in café's te zoeken, zoo als ongetrouwde heeren gewoonlijk doen. Een werkelijk tehuis vindt men buiten de deur niet; al wordt men overal nog zoo aardig ontvangen, men blijft een buitenstaander, een vreemde een tehuis moet men zichzelf scheppen. De paar jaren, die een mensch te leven heeft, gaan helaas vlug genoeg voor bij, zoodat men niet vroeg genoeg daarmee kan beginnen. Alles wat je hier ziet, is mijn eigendom. Tusschen al deze dingen voel ik mij pas behagelijk en mijn eigen baas en heb ik het gevoel, dat ik een eigen huis heb en geen rondzwervende nomade ben. En dit ge voel geeft je innerlijk rust en bevrediging, moed en plezier voor je dagelijksch werk. Doch laten we eerst voor den inwendigen mensch zorgen.Het avondeten was niet veel bijzonders. Hij stak den samowaar aan, haalde ver volgens een paar blikjes met lekkernijen voor den dage die Heinrich slechts bij name kende en zette een fijn geslepen karaf met cognac en glazen op tafel. Heinrich keek een beetje verlegen om zich heen. Hebt u die vogels zelf geschoten? Die? Ja, die komen uit Japan. Ik ben een paar jaar in Yokohama geweest, voor dat ik naar Bombay ging. Een handelsman moet overal geweest zijn, vooral in de lan den, vanwaar hij zijn artikelen betrekt! In de oogen van Heinrich werd Baren feld hoe langer hoe meer een wezen van hoogere orde. Met schitterende oogen luister de hij naar wat deze vertelde. Deze wonder man was vóór ln de dertig en scheen den heelen aardbol al te hebben rondgereisd. Vertelt u alstublieft wat van uw reizen, drong hij aan. Vertellen?, vroeg Barenfeld, nadat hij thee had ingeschonken en zijn gast had aan gemoedigd om zich van de conserven te be dienen, ik kan je wel een heeleboel vertel len van mijn reizen, maar eigenlijk moet je 't zelf beleven, zie je. Om je de waarheid te zeggen, je staat me aan, jongen. Je hebt een behoorlijke ontwikkeling op school opge daan, je hebt eerzucht en plichtsgevoel, dat is een heeleboeleigenlijk alles in de we reld. Als je deze eigenschappen in je leer lingentijd goed gebruikt, zal ik zorgen, dat je ook met je eigen oogen die vreemde landen zult zien, waarvan je zoo graag een en ander wilt hooren. Ja, meneer Barenfeldhet duizelde den armen jongen, ik zal werkelijk trachten mijn best te doen. Meer kon hij niet zeggen. Hij nam haastig een slok thee, at een stukje toast en leunde toen weer behaaglijk in zijn stoel achterover, 't Liefst had hij zijn oogen gesloten en ge droomd van vreemde landen en verre zeeën, van palmen en bonte, vreemde vogels. Het werd hem zoo eigenaardig te moede, dat hij wel lachen en schreien kon tegelijk. Het eeuwige, altijd nieuwe verlangen der jeugd om te zwerven en vreemde landen te zien, had zich meester gemaakt van zijn ziel. Ik ben nu in 'n soort rustperiode ge komen, vervolgde Barenfeld. Maar ik ge bruik toch nog 'n behoorlijke dosis energie Mijn plan is om de zaak hier te koopen. Het is wel geen groot bedrijf, maar het is ih elk opzicht voor uitbreiding vatbaar. Er werd geklopt, en Hannes stak zijn hoofd om den hoek van de deur. Meneer Barenfeld? Wat is er aan de hand, Hannes? D'r is een meneer in de 'apotheek, een heele deftigheid, meneereen graaf, hij vraagt naar u. Ah, ze? Barenfeld, Schöner! Dat is aardig. Zeg aan meneer, richtte hij zich tot Hannes, dat het me een groot genoegen zal zijn hem te ontvangen. Wijs hem den weg. Hannes verdween spoorslags. Een graaf? Dat beteekende een goede fooi. Heinrich wilde op staan, maar Barenfeld weerhield hem. Onzin, je was immers het eerst hier. Blijf kalm zitten! De graaf is een mensch net als jij en ik. Daar breekt hij al haast zijn nek over de prachtbestrating op de binnenplaats. Jabinnen. Hallo, oude sjacheraar! Hoe .gaat 't mee? GoedOh. pardon! Hij zag Heinrich, die onbeweeglijk naast zijn stoel stond. Schöner, zei hij met een hoflijke buiging. Meneer Pfalzdorf, stelde Barenfeld voor. Een jonge employé van de firma. Joviaal drukte Schöner hem de hand. Aangenaam, meneer Pfalzdorf. U hebt daar een briljant voorbeeld. Een voortreffelijke kerel, die Barenfeld. Een kop thee of direct maar een cog- nac-groc?, vroeg Barenfeld lachend. Ga toch zittne, Joseph, en jij ook, Pfalzdorf. Nu maak je ook nog het weerzien van een paar wereldreizigers mee, die elkaar de hemel weet hoe lang niet gezien hebben. Barenfeld bereidde zijn bezoekers en zich zelf een cognac-groc en presenteerde siga retten en Schöner vertelde den jongeman, naar aanleiding van de laatste opmerking van hun gastheer: Ja, ja; fn Hamburg heb ik van Baren feld afscheid genomen. I-Iij is een reismakker met wien Ik kennis maakte in Japan, toen ik den Mikado wilde interviewen. Daarna trof ik hem in Bombay, net toen hij op het punt stond weer naar dat verdraaide Europa te reizen. Met dezelfde boot ging ik ook weer naar huis. Ik ging naar den Rijn, naar deze schoone stad, waar ik reizend correspondent werd van het „Tageblatt" hier. Toen ver dween ik naar Bulgarije, waar ik een onder houd had met den koning: kwam weer te rug en hoor, dat Barenfeld gedroogde kruiden verkoopt in de „Witte Zwaan",in de „Witte Zwaan". Barenfeld glimlachte. (Wordt vervolgd*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6