H.D. VERTELLINGEN
FljiaiieieeSe Kromek.
IN „DE WITTE ZWAAN"
N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING
HOUTPLEIN 8, TELEFOON 13829UEN) VREEMD GELD
ïfAAt.mVi'S DAGBLAD MAANDAG 4 AUGUSTUS 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden)*
Samenwerking
door MAURI OE LEVEL
Meneer: „Waar kijk je toch zoo aandach
tig naar?"
Mevrouw: ..Ik amuseer me kostelijk met
een pakje oude brieven en foto's van groot
moeder. Hoe is het mogelijk, dat een vrouw
zich met zulke flauwiteiten bezig kan hou
den!"
Meneer: „Laat eens kijken".
Mevrouw, terwijl ze op een foto wijst:
„Wat een japon en zie eens wat een kapsel!"
Meneer: „Toch was het niet leelijk".
Mevrouw: ..Hoe kun je dat zeggen! Als ik
me zoo kleedde, zou je wel anders praten!"
Meneer: „Ongetwijfeld. In de eerste plaats
zo ik het een beetje gek vinden".
Mevrouw: „Je zou het dus toestaan, dat ik
zulke kleeren aantrok0"
Meneer: „Ik zou wel eens willen weten,
hoe ik dat zou kunnen verhinderen. Je bent
immers mijn gelijke.
Mevrouw: „Wat zeg Je dat vriendelijk! Je
bent zeker weer boos".
Meneer: ,,Ik? Ik zou niet weten waarom.
Ik heb zelfs gestemd op een candidaat, die
vóór het vrouwenkiesrecht ls".
Mevrouw: „Ja. dat hebben jullie allemaal
gedaan, nu het vrouwenkiesrecht eenmaal
een feit is".
Meneer: „En hebben Jullie vrouwen daar
van geprofiteerd, ja of neen?"
Mevrouw: „Welnee: we zijn er heelemaal
niet op gesteld nog meer plichten te heb
ben".
Meneer: „Dan was het ook niet de moeite
waard, er zoo'n drukte over te maken. Ik
hoor je nog uitroepen, dat Je bet recht had
met Staatszaken op de hoogte te zijn, mee
te werken aan socialen arbeid, te debattee-
ren over de oorlogsbegrooting enz".
Mevrouw: „Des te grooter is onze ver
dienste, nu wij een taak aanvaard hebben,
waarvan wij hot gewicht niet kenden".
Meneer: „Alles wel beschouwd zijn jullie
heldinnen
Mevrouw: „Dat scheelt tenminste niet veel".
Meneer: „En wij, die dezelfde verantwoor
delijkheid reeds zoo vele Jaren dragen, zijn
helden!"
Mevrouw: „Jullie bent onderdrukkers, wat
lang niet hetzelfde is".
Meneer: „Zit jij bij mij onder de plak?"
Mevrouw: „Als ik j£ Je gang liet gaan, zou
het zeker niet lang duren".
Meneer: „Noem me ver ronduit een
tiran I"
Mevrouw: „Zeg nu eens eerlijk: vind je
het eigenlijk niet schandelijk, dat een vrouw
als madame Curie geen kiesrecht zou heb
ben noch verkiesbaar zou zijn?"
Meneer: „Wat kan mij dat schelen: zij was
tachtig jaar, toen ik geboren werd. Toen
was ik toch werkelijk wat te jong om voor
haar rechten op te komen".
Mevrouw: „Al was jij tachtig geweest en
zij maar een maand, dan zou het op hetzelf
de neerkomen!"
Meneer: „Toegegeven! Maar hoe had ik
dan kunnen vermoeden, dat die baby eens
een beroemd geleerde zou worden?"
Mevrouw: ..Als men net zoo geredeneerd
had ten opzichte van Pasteur, zou de honds
dolheid nog niet bestreden kunnen worden".
Meneer: „En als Je grootmoeder een ande
re opvoeding had gehad, was ze misschien
wel presidente van de Fransche Republiek
geworden".
Mevrouw: „Zij zou er minstens even goed
op haar plaats zijn geweest als mijnheer
Fallières".
Meneer: „Fallicres? Is er inderdaad een
president van dien naam geweest?"
Mevrouw (kijkt hem medelijdend aan): „Je
bent bewonderenswaardig!"
Meneer: „Ik zie er werkelijk nog zoo kwaad
niet uit".
Mevrouw: „Geloof je heoisch. dat wij vrou
wen niet alles kunnen doen wat jullie tot nu
toe gepresteerd hebt?"
Meneer: „Neen".
Mevrouw: ..Heb ik mijn examen in de
rechten gedaan?"
Meneer: „Ja".
Mevrouw: „Heb ik gepleit?"
Meneer: „Waar wil .ie eigenlijk naar toe?"
Mevrouw: „Hierheen: dat ik mij, met mijn
titel, jouw gelijke acht".
Meneer: „Als Je werkelijk mijn gelijke wil
de zijn, zou ik er niets op tegen hebben.
Maar Je wilt boven mij staan en daar moet
ik mij ten stelligste tegen verzetten".
Mevrouw: „Daar zul je je toch bij neer
moeten leggen, lieve jongen".
Meneer: „Waarom blijf je niet mijn lieve,
kleine vrouwtje, dat de gezelligheid in huis
brengt en mijn zorgen verlicht door haar
teederheid? Dat is je taak. Een andere heb
Je niet".
FEUILLETON
Uit het Duitsch
van RUDOLF IIERZOG.
Ja. zoo ontmoet je elkaar weer! Ik ben
wel tweemaal op de redactie geweest, om naar
je te vragen.
Hoe kom je in hemelsnaam hier in de
„Witte Zwaan" verzeild.
Puur toeval, lachte Bürenfeld. Ik las
een advertentie, waaiTn een zaak te koop
werd aangeboden op voorwaarde, dat dc koo-
per oerst twee jaar bedrijfsleider zou blijven.
Pat Is eigenlijk een zeeroovers-methodc.
Maar toen ik den naam „Witte Zwaan
jas. accepteerde ik. Ik dacht namelijk plotse
ling weer aan mijn vrooiijken vriend Scho
ner, die in dien avontuurlijken nacht in
Yokohama van zijn stamslot in de oude
Rijn-stad vertelde, het stamslot dat sinds
lang in profane handen was overgegaan. Je
vertelde erbij, dat jullie oude wapen, ,,De
Witte Zwaan" boven een apotheek en dro
gerijenzaak prijkte
Tempora mutantur, riep Schoner uit,
terwijl hij zich een glas cognac inschonk
En daarom heb je je intrek in dit oude ka
valje genomen?
Toen ik las. dat de firmanaam ..Do
Witte Zwaan" v.*as, en begreep dat het huis
het oude stamslot van de Schöaers was. toen
schoten mij de woorden te binnen, die je dien
nacht in het verre, vreemde land tegen mij
gezegd hebt: „Ik wou, dat ik je direct of
indirect kon helpen". En dadelijk stond het
Mevrouw: „Een hoekje bU den haard, war
me pantoffeltjes, kousen stoppen, dat is alles
wat je me durft aanbieden? Je bent wel gul:
maar ik weiger! Ik heb of liever: wij heb
ben andere aspiraties".
Meneer: „Ik zie ook heelemaal niet in
waarom jij geen veldmaarschalk zou kunnen
zijn, of directrice van de Technische Hoo-
geschool in je vrijen tijd we! te verstaan
als je maar zorgt, dat er knoopen aan
mijn overhemden zitten".
Mevrouw: „Wat een vooruitzicht: de lin
nenkast!"
Meneer: „Als je liever revolutie wilt ma
kenga je gang!"
Mevrouw: „Dat doen wij niet. Wij willen
jullie vervangen in de fabrieken, op de kan
toren, ln de ministeries".
Meneer: „In dien tijd zullen wij op visite
gaan, de naaister bezoeken, boodschappen
doen: we zullen de rollen dan maar eenvou
dig omkeeren, vind Je niet, en doen wat jullie
doet".
Mevrouw: „O! Is dat onze schuld?"
Mevrouw: „Twijfel je daar nog aan? Ge
loof je soms, dat we dit bestaan leiden voor
ons plezier? Wat zijn mannen toch onrede
lijk! Gedurende meer dan tweeduizend jaar
houden jullie alle deuren voor ons gesloten,
zoodat we ons wel bezig moeten houden met
onbeteekenende dingen. En durf je ons dat
bovendien nog verwijten? Maar gelukkig
zullen de bordjes nu eens verhangen wor
den. Onze voorouders hebben genoeg gele
den onder die vernederingen, terwijl jullie,
zonder hen, het niet ver zoudt gebracht heb
ben! Jullie hebt geen logica, geen doorzet
tingsvermogen, geen
Meneer: „En jullie bezitten al die hoeda
nigheden".
Mevrouw: „Gelukkig wel".
Meneer: „Dat hoor ik voor het eerst".
Mevrouw: ,,'t Is anders heelemaal niets
nieuws".
Meneer: „De mannen hebben, dunkt me,
nog al wat tot stand gebracht sinds de we
reld bestaat".
Mevrouw: „Zij zouden het dubbele bereikt
hebben, als wij meegewerkt hadden".
Meneer: „Dat is misschien wel waar: laten
we van dit oogenblik af samenwerken. Ik
verdien 50.000 francs per jaar, en zouden we
er dan samen geen 100.000 kunnen verdie
nen?
Laten we meteen maar beginnen: ga dr -\r
zitten aan je schrijfmachine en schrijf den
brief, dien ik je zal diteeren."
Mevrouw: „Waarom moet ik typen en jij
dicleeren?
Meneer: „Omdat ik opde hoogte ben van
de zaken, waar het om gaat, en jij niet."
Mevrouw: „Breng me dan van een en ander
op de hoogte."
Meneer: „Het is een ingewikkelde geschiede
nis: het zou wel veertien dagen duren, eer je
alles goed begreep."
Mevrouw: „Goed; als ik dan alles weet, zal
ik jou dicteeren en kun jij het dictaat op
nemen."
Meneer: „Dat is niet onaardig van je be
dacht. Laten we dus meteen aan het werk
gaan."
Mevrouw (terwijl ze op haar horloge kijkt):
„Ik heb precies een uur tijd voor je".
Meneer; „Wat kan ik nu in één"uur doen?"
Mevrouw: ..Hoe lang wil je dan werken?"
Meneer: „Minstens twee uur."
Mevrouw: „Afgesproken. Jij een uur en ik
een uur. dat zijn er twee; zóó begrijp ik de
samenwerking."
Meneer: „Als ïk je goed begrijp, heeft een
etmaal voor ons voortaan 48 uur."
Mevrouw: „Precies: laten we nu beginnen".
Menneer spreidt eenlge brieven op de tafel
en gaat tegenover mevrouw zitten.
Meneer; „Dit is een brief van de firma
Gauchard &Pelvoux. ontwerpers van hout
constructies. Dat zijn.
Mevrouw: „Dat behoef je me niet uit te
leggen. Ik weet wat hout is, ik weet wat
constructies zijn, dus begrijp ik heel goed wat
hout-constructies zijn."
Meneer: „Zeg het me dan eens?"
Mevrouw: „Wees niet zoo flauw. Ik behoef
toch geen examen af te leggen. Laten we nu
doorgaan."
Meneer: „Goed. Het betreft dus het slaan
van een brug over de rlvfer de Bloquette. Ri
vier is eigenlijk een groot woord: het is niet
veel meer dan een stroompje, ergens in Au-
vergne, van nauwelijks 6 Meter breedte?"
Je kunt me toch wol volgen? Je kijkt, alsof
,1e aan iets heel anders denkt, 't Is heel be
langrijk."
Mevrouw; „Belangrijk? Een beekje van 6
bij mij vast: „De Witte Zwaan" moet ik
hebben. Noem het mijnentwege bijgeloof,
maar er was iets in me dat me zei, dat ik
moest aannemen.
Ik heb toen met een bende Japanners
gevochten, vertelde de graaf aan Pfalzdorf.
Ik wilde een paar kieken van Japansche
dames nemen, maar de diverse echtgenooten,
die plotseling als paddestoelen uit den grond
te voorschijn schoten, en het blijkbaar on
gepermitteerd vonden wat ik deed, sloegen
mij het toestel en de platen op m'n kop stuk,
en ze zouden me waarschijnlijk de hersens
erbij hebben ingeslagen, als er niet plotse
ling ontzet was komen opdagen. Opeens
zwaaide kmand met zijn armen tegen dat
zoodje gele kerels, alsof het cava Ier iesabels
waren. Mijn redder bleek een landgenoot
onze vriend Barenfeld en onze vriendschap
dagteekent sinds dien tijd.
Na eenigen tijd maakte de graaf aanstalten
om heen te gaan.
Kon rad, tot ziens, ouwe Jongen. Ik ben
blij, dat ik Je weer eens gesproken heb.
Dezen zomer denk ik hier te blijven, ten
minste als er in een of andere hoofdstad
niet wal gebeurt, waar ik met m'n r.eus bij
moet zijn. Kom je gauw eens aanloopen?
Maar stuur bericht, dan zorg ik, dat ik thuis
ben.
Blijf nog een poosje, het ls nog vroeg,
noodde Barenfeld.
Maar de graaf bleef onverbiddelijk.
Dank je wel! Tusschen haakjes, wat heb
je je hier brillant ingericht, 't Is overigens
of het heele huis doortrokken is met den
geur van kamillenthee en met een atmos
feer van gesjacher, neem me niet kwalijk!
Nu, dus jc komt gauw eens aanloopen: Run
oever, No. 10, eerste etage. Neem dan je
jongen vriend mee, schijnt een gesohikt
kereltje te zijn speciale protégé van je
zeker? Meneer Pfalzdorffcot genoegen,
Meter breedte?"
Meneer: ,.Is het mijn schuld, dat ze me geen
brug laten slaan over de Niagara?"
Mevrouw: „Er fs nog een groot verschil tus
schen de Niagara en zoo'n sloot! En de vorige
week heb ik je nog hooren spreken over de
Adour en de Garonne".
Meneer: .Inderdaad ben ik daarover in on
derhandeling."
Mevrouw: .Begin daar dan eerst mee.
Nu begin je me al weer te vernederen door
zoo'n onbelangrijke zaak met me te behan
delen".
Meneer: „In elk geval moet ik dfe menschen
toch antwoorden
Mevrouw: „Weet je. wat je hun antwoor
den moet? Dat een brug van nog geen 6
Meter breedte beneden je waardigheid is: Ik
zou me schamen, als iemand me vroeg: wat
doet je man tegenwoordig? En ik moest dan
zeggen: Hij bouwt een brug over de Bloquette
Wie heel't daar ooit van gehoord?"
Meneer: „Bij den oorsprong is de Garonne
ook niet veel breederEn op de plaats,
waar de viaduct komt, is die rivier zelfs maar
5 Meter breed".
Mevrouw: .Wat doet dat er toe? Het is en
blijft toch de Garonne. Maar, per slot van
rekening behoef je ook niet over de daken
uit te roepen, waar precies je werk is."
Meneer; „Ik zal toch niet kunnen beweren,
dat ik de brug in Bordeaux gebouwd heb".
Mevrouw: „Je behoeft heelemaal niets te
zeggen. Als ik een nieuwe japon draag, bazuin
ik toch ook niet overal rond, dat een naai
stertje die heeft nagemaakt naar een model
dat ik in de Rue de la Paix heb gezien?"
Meneer: „Laten we liever over wat anders
praten en geen tijd verspillen".
Mevrouw: „We hebben maar 10 mfnuten
tijd verbeuzeld."
Meneer: „Voor ons beiden maakt dat 20
minuten. Maar, wat ga je doen?"
Mevrouw: „Ik sta op, zooals je ziet".
Meneer; „Waarom?"
Mevrouw: „Omdat ik liever wegga: ik heb
getracht je van dienst te zijn, maar jij doet
alles om mijn taak onmogelijk te maken. Je
vernedert me. je maakt onaangename woord
spelingen
Meneer: „Hoe heb ik het nu met, je?"
Mevrouw: „Je zult mij niet belachelijk
maken!"
Meneer: „Kom, wees niet kinderachtig.
Laten we de brug over de Garonne maar eens
bekijken. Misschien heb je wel gelijk, vrouw
tje".
Mevrouw: .Neen, dat interesseert mij' nu
niet meer. Op het oogenblik ben je lief en
aardig, maar over 5 minuten neem
je weer je beschermende air aan. Ik zou wel
mal zijn, als ik me zooveel moeite gaf voor
iemand, die zoo ondankbaar is, als jij. Ik
heb getracht je te raden, je last te verlichten,
je van dwaasheden te weerhouden, mag ik
wel zeggen. En dat alles beschouw jij als
niets. Neen, dan ga ik liever voor mijn
nieuwe garderobe zorgen."
Meneer, spottend: „Er zijn juist vanmorgen
vijf doozen van de naaister voor je gekomen;
Je blijft toch altijd dezelfde!"
Mevrouw: „Daarin vergis je Je leelijk. Ik
was net van plan geweest die nieuwe klee
ren af te bestellen, maar nu
Meneer, op quasi wanhopigen toon: „Ga,
vrouw, er is geen tijd te verliezen!"
ONZE BLOEMBOLLEN.
PROPAGANDA IN ENGELAND.
Onder voorbehoud van goedkeuring door
het Centraal Bloembollen Comité, heeft de
commissie voor de Onpersoonlijke Reclame
het voornemen, een bedrag in geld en een
hoeveelheid (waarschijnlijk 50.000 (hyacin-
thenbollen, evenals het vorig jaar geschiedde
met een quantum van 25.000 stuks, ter be
schikking te stellen van" de National Gardens
Guild te Londen.
Deze vereen iging, welke krachtig werkt
vcor het kweeken van bloemen in de dicht
bevolkte en industrieele centra van Enge
land, zal weder dit najaar en in den komen
den winter op vele plaatsen lezingen en
voordrachten doen houden voor de leden der
Women's Institutes (clubs van in de in
dustrie werkzame vrouwen en meisjes»,
waarvan er vele in Londen en de andere
grootc steden gevestigd zijn.
Tijdens deze lezingen zullen aan elk die dit
wenscht kosteloos eenige hyaclnthenbollen
worden uitgereikt, met de bedoeling dat ze in
potten gekweekt worden en op een in Maart
1931 te houden tentoonstelling worden in
gezonden. Getuigschriften door de N. G. G.
daarvoor beschikbaar gesteld, zullen bij die
gelegenheid worden uitgereikt aan hen, die
goede resultaten wisten te bereiken.
De commissie voor de onpersoonlijke re
clame acht deze gelegenheid uitermate ge
schikt om het gebruik van hyacinthen te po-
pulariseeren in deze kringen van de Engel-
sche bevolking, welke in de laatste jaren,
wegens de hooge prijzen, zich slechts in be
perkte mate het genoegen van hyacinthen
in de huiskamer heeft kunnen veroorloven.
Wat met een dergelijk plan op beperkter
schaal wat het aantal bollen betreft is be
reikt. is voor de N. G. G. en de Commissie
aanleiding om op dezen weg voort te gaan.
De commissie vertrouwt hierbij op den steun
en de medewerking der hyacinthenkweekers.
Heinrich groette met een diepe buiging.
D'r zijn anders aardige dames hier in
„De Witte Zwaan". Dat schijnt in het huis
te zitten De Schoner waren ook altijd knappe
lui. „Schiin" in de vergrootende trap, niet
waar? Zoo juist zag ik nog een aardig kind
door de apotheek loopen. Drommels dacht
ik. Maar die kamillentheedie kamillen-
thee 1
De graaf pauzeerde even en vervolgde toen:
Goeden nacht, Konrad. Wil je zoo goed
zijn, mij even over dat levensgevaarlijke pla
veisel van de binnenplaats te brengen?
Anders had je mij even goed door de Japan
ners kunnen laten vermoorden. A revederci,
meneer Pfalzdorf.
Schöner vertrok. Konrad Barenfeld bege
leidde zijn gast naar den hoofdingang. Daar
bleven ze nog eenige oogenblikken met el
kaar praten, en Heinrich hoorde hun vroo-
lijke stemmen als accoorden uit een voor
hem onbekende wereld tot hem doordringen.
Heinrich Pfalzdorf stond op en strekte
zijn armen uit. Het was alsof er een trillende,
warme stroom door hem heenging. Vóór zich
zag hij een wijde, wonderbare wereld, waar
van de poorten nu voor hem waren geopend
en die op hem scheen te wachten, 't Was
alsof hij betooverd was door de beide man
nen en hun gesprekken.
Wel Pfalzdorf, zoo in gedachten ver
zonken? Wat zeg je wel van den graaf,
klonk Barenfeld's stem.
Heinrich keek verschrikt op. Oh, de
graaf, dat is een verbazend aardige kerel.
Hij ls zoo vroolijk, alsof hem nooit iets on
plezierigs zou kunnen overkomen.
Ja. hij is een geweldige optimist, ant
woordde Barenfeld. Daarom zal hij het
ook nooit zoo buitengewoon ver brengen,
niettegenstaande zijn groote capaciteiten.
Zoo'n onbegrensd optimisme is gevaarlijk.
Nog een sigaret?
Economisch herstel in de V. S.
tegen den herfst verwacht. De
New Yorksche beurs aan den vas
ten kant. Teekenen van bedrijfs-
achteruitgang in Duitscbland.
Loonsverlaging noodzakelijk. De
strijd tusschen sterk en zwak.
Koersstijging van obligaties. De
koersloop gedurende de laatste
maanden.
Wanneer men let op den politieken en
economischen toestand in ons werelddeel en
op de stemming, die er aan de BerlUnsche
beurs heerseht, kan men over het verloop
der Amsterdamsche beurs niet anders dan
tevreden zijn. Volgens den beurs-index is de
gemiddelde noteering sinds begin Juli slechts
twee punten gedaald, terwijl Berlijn G pun
ten terugging. Voor een deel is het weer
standsvermogen te Amsterdam het gevolg
van de vrij vaste stemming aan de New-
Yorksche beurs, waar de gemiddelde notee
ring deze maand enkele punten kon stijgen.
Men houdt te New-York den moed er in. On
danks een verdere daling van den tarweprijs
tot 83 ct. per bushel, ondanks stijgende
kopervoorraden en een slechten kwartaal-
staat der Steeltrust (welker net-to's van 35
millioen in het eerste tot 311 miilioen in
het tweede kwartaal teruggingen en S 25
millioen lager zijn dan in hetzelfde tijdvak
van 1929) ondanks allerlei ongunstige facto
ren, blijft men in de Unie vasthouden aan
de meening. dat Juli en Augustus de beide
ergste crisismaanden zijn, waarop in den
herfst een geleidelijk herstel zal volgen. De
eerste aanwijzingen hiervan meent men te
zien in een grootere vraag naar koper, naar
ijzer en staal, in een toeneming der bouw
werkzaamheden. etc. En al ontkomt de
markt niet aan plotselinge koersdalingen, de
tendentie te New York ls niet onvast. Op de
Berlijnsche beurs oefenen de slechte berich
ten uit handel en bedrijf een drukkenden in
vloed. Groote industrieeele ondernemingen
als de Vereinigte Stahl werke, de I. G. Farben
e.d., publiceeren gegevens, welke op een vrij
scherpen achteruitgang wijzen. Eerstgenoem
de onderneming ontslaat een deel van haar
personeel, wijl een loonsverlaging niet werd
aanvaard. Dit probleem waarop we eenige
maanden geleden reeds wezen, wordt hoe
langer hoe meer geaccentueerd door de nog
altijd dalende prijzen in den goederenhandel
en de daaruit voortvloeiende noodzakelijk
heid om over heel de linie van het bedrijfs
leven de loonen te verlagen. Li Duitschland
zoowel als hier en elders zal dit met groote
moeilijkheden gepaaid gaan. omdat de ar
beidersorganisaties ten opzichte van deze
quaestie doorgaans niet verder willen zien
dan hun neus lang is. In meerdere gevallen
wordt gekozen voor een gedeeltelijk ontslag,
inplaats van een algemeene loonsverlaging te
accepteeren. De valsche idee dat hooge loo
nen welvaart kweeken, is nog bij lange niet
uitgesleten, al wordt ze niet meer zoo druk
gepropageerd als eenige jaren geleden. De
werkelijkheid spot met die gedachte en aan
die werkelijkheid zullen langzamerhand de
loonen zich moeten aanpassen. Het moge
waar zijn, dat de kleinhandelsprijzen en dus
ook de kosten van levensonderhoud niet in
die mate gedaald zijn als de groothandels-
prijzen, dit ie juist het gevolg van het op peil
blijven der loonen. Zoodra deze worden ver
laagd, zullen ook de kleinhandelsprijzen in
een sneller tempo kunnen dalen, waardoor
dan de koopkracht van velen wordt verhoogd
en tenslotte een grootere bedrijvigheid ont
staat. 't Is wel te betreuren, dat dit niet meer
algemeen wordt ingezien, want door de loo
nen kunstmatig op het te hooge niveau te
handhaven, wordt het herstellingsproces in
de wereld der bedrijven aanmerkelijk ver
traagd en bemoeilijkt. Men behoeft geen pro
feet te zijn om te dezen aanzien in de naaste
toekomst tal van conflicten te voorzien.
Men is, ook met het oog op de hier be
doelde onzekerheid aan de Amsterdamsche
beurs nog weinig hoopvol gestemd, al dalen
de koersen den laatsten tijd niet veel meer.
Hier en daar brokkelen ze toch gevoelig af.
gelijk bijvoorbeeld de aandeelen der Nederl.
Scheepvaart Unie, welke tot beneden 150
pet. gedaald zijn, hoewel ze op 200 pet. een
goed beleggingspapier werden genoemd. In
de scheepvaart Ls de toestand slecht. De
wereldtonnage as ruim 22 millioen ton
grooter dan in 1914, terwijl de omvang van
den handel kleiner is. Kapitaalkrachtige
reeders trachten op hun exploitatie-rekening
een evenwicht te vinden door oudere schepen
tegen nieuwe te verwisselen, welke meer eco
nomisch kunnen worden geëxploiteerd. Maar
kleine maatschappijen zonder reserves moe
ten het loodje leggen, zooals gebleken is uit
Heinrich stak een nieuwe sigaret aan en
ging op een uitnoodigend gebaar van Baren
feld weer zitten.
En is dit gebouw werkelijk het stamslot
van de grafelijke familie geweest? Dan kan
ik me voorstellen, dat meneer Schoner zich
hier niet zoo erg op zijn gemak voelt.
Daarom vond hij. dat het hier teveel
naar kamillenthee rook, verklaarde Baren
feld. Het is niet bepaald prettig om op
deze wijze aan dc zonden van je voorouders
te worden herinnerd. De Schöners moeten
vroeger als gekken met het geld hebben ge
smeten, tenminste deze laatste telg uit het
oude geslacht heeft ongeveer geen rooie duit
meer over. Zijn eenig erfdeel is zijn grafe
lijke naam en daaruit weet hij op eer buiten
gewoon handige manier geld te slaan.
Hoe dan?
Heel eenvoudig, Barenfeld blies bedacht
zaam de rook van zijn cigaret naar boven
Schöner is een amusante, vlotte vent, die
zich gemakkelijk in de hoogste kringen be
weegt: daarbij heeft hij een uitmuntenden
stijl. Dit laatste is ook wel bij anderen het
geval, zonder dat ze een behoorlijke positie
in de journalistiek krijgen. Maar in dit op
zicht nu heeft de graaf het groote voordeel
van zijn ouden naam. Die werkt in het bui
tenland als „Sesam, open u" en daar door
worden hem gemakkelijk audiënties verleend,
wordt hij bij ministers toegelaten, kortom
weet hij meer gewaar te worden dan waarin
een gewoon sterveling ooit slagen zou. Daar
om is hij voor een groot dagblad een mede
werker om van te watertanden. Hij is een
eerste klas diplomatiek correspondent, en bij
het „Tageblatt" hier wisten ze wel wat ze
deden, toen ze dezen journalistieken detecti
ve hebben geëngageerd.
En hebt u hem in Japan ontmoet? Zoo-
de mededcelingen omtrent Solleveld. Van der
Meer en Van Hattum's Stoomvaart Maau
schappij. De aandeelen dezer maatschappij
zijn waardeloos geworden. Van de Holland*
sche Stoomboot noteeren de aandeelen ca.
10 pet., de 7 pet. obligaties worden yooi
ca. 60 pet. verhandeld. Ook toy deze reederij
begint het te kraken, wanneer kapiiaalkracï*
tige vrienden, die ze gelukkig nog toezL. n:e;
bijspringen.
Meer en meer wordt duidelijk, dat de
wereldcrisis niet met protectie in den een of
anderen vorm is te helpen. Waar de poli-
lick echter meespreekt, laat men de pro*
tectie niet los. Het eene land na he;, an*
dere verhoogt zijn tolmuren en maakt daar.
door de economische verwarring grocter.
Maar overigens wordt thans algemeen in,
gezien, dat kunstmatige beperking der pro*
ductie, althans op het gebied der grondstof»
fen, uit den booze is en van de beperkings
maatregelen, welke dusver zijn uitgedacht,
komt derhalve nauwelijks iets terecht. De
strijd wordt gestreden tusschen de zwakken
en de snerken, gelijk dezer dagen op de ver
gadering van een rubbermaatschappij, door
den voorzitter werd opgemerkt. De grooce
rubbermaatschappijen willen den strijd vol»
houden, de kleine pogen de Indische regeering
tot een hulpactie te bewegen. De beurs be
reidt zich op den nederlaag van het zwakke
voor, zoowel in de rubbercultuur, als in de
suikercultuur en in meerdere takken van be
drijf. Vandaar de weinig veranderde koersea
en de afwachtende houding van het pu
bliek. Men verwacht thans geen verdere prijs
daling meer van beteeken is. Ma,ar 't algemeen
prijsherstel zal vermoedelijk niet eerder in
treden, alvorens op elk gebied der voor*
brenging slachtoffers gevallen zijn.
Bij de uiterst geringe belangstelling voor
de aanöeelenmarkt en de groote geldruinv.e
als gevolg der malaise, is het geen wonder
d,at de koersen der obligaties beginnen aan
te trekken. We zien de 4 pet. Nederland, d:e
begin 1930 nog 951/2 pet. noteerden, thans op
99 1/2, de 4 1/2 pet. van 1916 is in het eerste
half jaar van 1930 van 100 tot 102 1/2 pet. op.
geloopen. Een enkele hypotheekbank vraagt
voor haar 41/2 pet. pandbrieven reeds e^n
parikoers. En de 4 pet. geldleeningen komen
uit alle hoeken te voorschijn, meerendeel3
ter conversie van hooger-rentende leeningen.
De belegger ziet dus ook zijn inkomen dalen
en moet daarvoor compensatie vinden in ver
minderde kosten van levensonderhoud. Waar
zoo de relatieve waarde van het geld stijgt,
zal men aan een verlaging van loonen en
salarissen zoowel in de overheids-, als in de
particuliere bedrijven niet kunnen ontko
men.
Wij laten hieronder de koersen volgen van
eenige der voornaamste Amsterdamsche waan»
den op het einde van de laatste vier maan
den dezes jaars:
1930 eind eind eind eind
H.K. April Mei Juni Juli
Calvé Delft
152
133
136
104
120
Küchenm. Acc.
150
138
147
124
111
Marg. Unie
378
334
287
280
265
A. K. U.
135
112
105
89
94
Ned. Ford
288
260
282
267
262
Philips G. B.
527
472
403
355
337
v. Berkel
193
134
111
103
85
Aniem N. B.
355
320
314
285
292
N. 1. Gas
245
221
220
216
222
Alg. Expl.
204
195
203
177
178
Boe ton
200
155
140
68
75
Win tershall
204
198
208
185
155
Zweedsche Luc.
323
311
292
269
278
H. V. A.
584
520
481
445
418
Cult. Mij. der
Vorstenland.
154
145
138
123
121
Javasche Cult.
415
379
344
345
324
Rubb. Cult. Mij.
Amsterdam
192
143
140
119
114
Deli Bat. Rubb.
130
96
92
76
68
Hessa
224
143
150
132
110
Zuid Preanger
32
27
22
18
18
Deli Maatschappij
385
332
360
330
315
Deli Batavia
434
350
350
330
320
Senembah
429
370
330
346
338
Oostkust
114
82
72
72
65
Ned. Scheepv. Unie
192
176
178
160
145
Kon. Pak.v.
232
213
209
188
182
LETTENGA.
M. U. L. O.-EXAMEN.
Voor het M. U. L. O.-examen, diploma A,
slaagden te Amsterdam: A. v. Moppes en N.
Padt, te Zandvoort, D. A. Uitenhage de Mist,
Overveen J. Westerwijk, Bosdijk; B. H. Kei
ler, allen te Haarlem.
als ik daar net hoorde, heeft hij het aan u
te danken, dat hij nog leeft?
Hm. lachte Barenfeid, zoo'n vaart
liep liet nog niet. Maar ik geloof wel. dat hij
een flink pak slaag had kunnen krijgen, van
die Japansche heeren die hun vrouwen niet
vereeuwigd willen hebben. Hij is vroeger offi
cier bij de cavalerie geweest, maar na don
oorlog moest hij natuurlijk wat anders zoe
ken. Hij ging als correspondent naar China
en Japan. Het toeval wilde, dat ik na het
avontuur in Japan van Bombay af met de
zelfde boot naar Europa reisde als hij. Hij
was buiten zichzelf van plezier, toen hij mij
terugzag, en de lange zeereis, die in 't alee-
mcen een sfeer van intimiteit schept, bracht
ons nog dichter tot elkaar. Hij is een aardige
kerel, ondanks zijn gebreken En nu vind ik
hem hier weer Ja, zoo gaat het in de we
reld.
Barenfeld stond op en wierp zijn eindje
sigaret in het vuur. De haard is onder het
praten al bijna uitgegaan zei hij. Je zult
zeker, ook wel moe zijn.
Heinrich verzekerde dat hij wel den heelen
nacht zou kunnen luisteren. Maar hij stond
vlug op en dankte Barenfeld voor deu gezel-
ligen avond.
Toen hij in bed lag, gaf hij zich over aan
zijn gepeinzen. Eén dag was hij nog maar
hier en reeds verlangde hij naar den tijd,
dat hij de wijde wereld kon intrekken en
worden alsals Barenfeld. Met het ver
leden had hij afgedaan 't was voor hem
als een paar afgedragen kinderschoenen
en het heden was de rijstebrijberg, waardoor
hij zich heen moest eten de toekomst, de
toekomst lokte.
wordt vervolgd).
(Adv. Ingez. Med.)
INGEZONDEN MEDEDEELINGSN 60 Ct.. per r.,d.
MEUBELEN
Levering direct aan particulieren. Dressoir, tafel, 2 fauteuils, 4 stoelen moquette. toeemeubel, spiegel,
2 schilderijen, samen f 118.-. Q. A. Buffet met bolle deuren f 62 50
Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen. Bedden Dekens enz
NFn MFimïriiïSTQ-Pmïf JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING.
NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMl Modelkamer» voor Haarlem KONINGINNEWEG 18