H.D. VERTELLINGEN FljiaiieieeSe Kromek. IN „DE WITTE ZWAAN" N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING HOUTPLEIN 8, TELEFOON 13829UEN) VREEMD GELD ïfAAt.mVi'S DAGBLAD MAANDAG 4 AUGUSTUS 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden)* Samenwerking door MAURI OE LEVEL Meneer: „Waar kijk je toch zoo aandach tig naar?" Mevrouw: ..Ik amuseer me kostelijk met een pakje oude brieven en foto's van groot moeder. Hoe is het mogelijk, dat een vrouw zich met zulke flauwiteiten bezig kan hou den!" Meneer: „Laat eens kijken". Mevrouw, terwijl ze op een foto wijst: „Wat een japon en zie eens wat een kapsel!" Meneer: „Toch was het niet leelijk". Mevrouw: ..Hoe kun je dat zeggen! Als ik me zoo kleedde, zou je wel anders praten!" Meneer: „Ongetwijfeld. In de eerste plaats zo ik het een beetje gek vinden". Mevrouw: „Je zou het dus toestaan, dat ik zulke kleeren aantrok0" Meneer: „Ik zou wel eens willen weten, hoe ik dat zou kunnen verhinderen. Je bent immers mijn gelijke. Mevrouw: „Wat zeg Je dat vriendelijk! Je bent zeker weer boos". Meneer: ,,Ik? Ik zou niet weten waarom. Ik heb zelfs gestemd op een candidaat, die vóór het vrouwenkiesrecht ls". Mevrouw: „Ja. dat hebben jullie allemaal gedaan, nu het vrouwenkiesrecht eenmaal een feit is". Meneer: „En hebben Jullie vrouwen daar van geprofiteerd, ja of neen?" Mevrouw: „Welnee: we zijn er heelemaal niet op gesteld nog meer plichten te heb ben". Meneer: „Dan was het ook niet de moeite waard, er zoo'n drukte over te maken. Ik hoor je nog uitroepen, dat Je bet recht had met Staatszaken op de hoogte te zijn, mee te werken aan socialen arbeid, te debattee- ren over de oorlogsbegrooting enz". Mevrouw: „Des te grooter is onze ver dienste, nu wij een taak aanvaard hebben, waarvan wij hot gewicht niet kenden". Meneer: „Alles wel beschouwd zijn jullie heldinnen Mevrouw: „Dat scheelt tenminste niet veel". Meneer: „En wij, die dezelfde verantwoor delijkheid reeds zoo vele Jaren dragen, zijn helden!" Mevrouw: „Jullie bent onderdrukkers, wat lang niet hetzelfde is". Meneer: „Zit jij bij mij onder de plak?" Mevrouw: „Als ik j£ Je gang liet gaan, zou het zeker niet lang duren". Meneer: „Noem me ver ronduit een tiran I" Mevrouw: „Zeg nu eens eerlijk: vind je het eigenlijk niet schandelijk, dat een vrouw als madame Curie geen kiesrecht zou heb ben noch verkiesbaar zou zijn?" Meneer: „Wat kan mij dat schelen: zij was tachtig jaar, toen ik geboren werd. Toen was ik toch werkelijk wat te jong om voor haar rechten op te komen". Mevrouw: „Al was jij tachtig geweest en zij maar een maand, dan zou het op hetzelf de neerkomen!" Meneer: „Toegegeven! Maar hoe had ik dan kunnen vermoeden, dat die baby eens een beroemd geleerde zou worden?" Mevrouw: ..Als men net zoo geredeneerd had ten opzichte van Pasteur, zou de honds dolheid nog niet bestreden kunnen worden". Meneer: „En als Je grootmoeder een ande re opvoeding had gehad, was ze misschien wel presidente van de Fransche Republiek geworden". Mevrouw: „Zij zou er minstens even goed op haar plaats zijn geweest als mijnheer Fallières". Meneer: „Fallicres? Is er inderdaad een president van dien naam geweest?" Mevrouw (kijkt hem medelijdend aan): „Je bent bewonderenswaardig!" Meneer: „Ik zie er werkelijk nog zoo kwaad niet uit". Mevrouw: „Geloof je heoisch. dat wij vrou wen niet alles kunnen doen wat jullie tot nu toe gepresteerd hebt?" Meneer: „Neen". Mevrouw: ..Heb ik mijn examen in de rechten gedaan?" Meneer: „Ja". Mevrouw: „Heb ik gepleit?" Meneer: „Waar wil .ie eigenlijk naar toe?" Mevrouw: „Hierheen: dat ik mij, met mijn titel, jouw gelijke acht". Meneer: „Als Je werkelijk mijn gelijke wil de zijn, zou ik er niets op tegen hebben. Maar Je wilt boven mij staan en daar moet ik mij ten stelligste tegen verzetten". Mevrouw: „Daar zul je je toch bij neer moeten leggen, lieve jongen". Meneer: „Waarom blijf je niet mijn lieve, kleine vrouwtje, dat de gezelligheid in huis brengt en mijn zorgen verlicht door haar teederheid? Dat is je taak. Een andere heb Je niet". FEUILLETON Uit het Duitsch van RUDOLF IIERZOG. Ja. zoo ontmoet je elkaar weer! Ik ben wel tweemaal op de redactie geweest, om naar je te vragen. Hoe kom je in hemelsnaam hier in de „Witte Zwaan" verzeild. Puur toeval, lachte Bürenfeld. Ik las een advertentie, waaiTn een zaak te koop werd aangeboden op voorwaarde, dat dc koo- per oerst twee jaar bedrijfsleider zou blijven. Pat Is eigenlijk een zeeroovers-methodc. Maar toen ik den naam „Witte Zwaan jas. accepteerde ik. Ik dacht namelijk plotse ling weer aan mijn vrooiijken vriend Scho ner, die in dien avontuurlijken nacht in Yokohama van zijn stamslot in de oude Rijn-stad vertelde, het stamslot dat sinds lang in profane handen was overgegaan. Je vertelde erbij, dat jullie oude wapen, ,,De Witte Zwaan" boven een apotheek en dro gerijenzaak prijkte Tempora mutantur, riep Schoner uit, terwijl hij zich een glas cognac inschonk En daarom heb je je intrek in dit oude ka valje genomen? Toen ik las. dat de firmanaam ..Do Witte Zwaan" v.*as, en begreep dat het huis het oude stamslot van de Schöaers was. toen schoten mij de woorden te binnen, die je dien nacht in het verre, vreemde land tegen mij gezegd hebt: „Ik wou, dat ik je direct of indirect kon helpen". En dadelijk stond het Mevrouw: „Een hoekje bU den haard, war me pantoffeltjes, kousen stoppen, dat is alles wat je me durft aanbieden? Je bent wel gul: maar ik weiger! Ik heb of liever: wij heb ben andere aspiraties". Meneer: „Ik zie ook heelemaal niet in waarom jij geen veldmaarschalk zou kunnen zijn, of directrice van de Technische Hoo- geschool in je vrijen tijd we! te verstaan als je maar zorgt, dat er knoopen aan mijn overhemden zitten". Mevrouw: „Wat een vooruitzicht: de lin nenkast!" Meneer: „Als je liever revolutie wilt ma kenga je gang!" Mevrouw: „Dat doen wij niet. Wij willen jullie vervangen in de fabrieken, op de kan toren, ln de ministeries". Meneer: „In dien tijd zullen wij op visite gaan, de naaister bezoeken, boodschappen doen: we zullen de rollen dan maar eenvou dig omkeeren, vind Je niet, en doen wat jullie doet". Mevrouw: „O! Is dat onze schuld?" Mevrouw: „Twijfel je daar nog aan? Ge loof je soms, dat we dit bestaan leiden voor ons plezier? Wat zijn mannen toch onrede lijk! Gedurende meer dan tweeduizend jaar houden jullie alle deuren voor ons gesloten, zoodat we ons wel bezig moeten houden met onbeteekenende dingen. En durf je ons dat bovendien nog verwijten? Maar gelukkig zullen de bordjes nu eens verhangen wor den. Onze voorouders hebben genoeg gele den onder die vernederingen, terwijl jullie, zonder hen, het niet ver zoudt gebracht heb ben! Jullie hebt geen logica, geen doorzet tingsvermogen, geen Meneer: „En jullie bezitten al die hoeda nigheden". Mevrouw: „Gelukkig wel". Meneer: „Dat hoor ik voor het eerst". Mevrouw: ,,'t Is anders heelemaal niets nieuws". Meneer: „De mannen hebben, dunkt me, nog al wat tot stand gebracht sinds de we reld bestaat". Mevrouw: „Zij zouden het dubbele bereikt hebben, als wij meegewerkt hadden". Meneer: „Dat is misschien wel waar: laten we van dit oogenblik af samenwerken. Ik verdien 50.000 francs per jaar, en zouden we er dan samen geen 100.000 kunnen verdie nen? Laten we meteen maar beginnen: ga dr -\r zitten aan je schrijfmachine en schrijf den brief, dien ik je zal diteeren." Mevrouw: „Waarom moet ik typen en jij dicleeren? Meneer: „Omdat ik opde hoogte ben van de zaken, waar het om gaat, en jij niet." Mevrouw: „Breng me dan van een en ander op de hoogte." Meneer: „Het is een ingewikkelde geschiede nis: het zou wel veertien dagen duren, eer je alles goed begreep." Mevrouw: „Goed; als ik dan alles weet, zal ik jou dicteeren en kun jij het dictaat op nemen." Meneer: „Dat is niet onaardig van je be dacht. Laten we dus meteen aan het werk gaan." Mevrouw (terwijl ze op haar horloge kijkt): „Ik heb precies een uur tijd voor je". Meneer; „Wat kan ik nu in één"uur doen?" Mevrouw: ..Hoe lang wil je dan werken?" Meneer: „Minstens twee uur." Mevrouw: „Afgesproken. Jij een uur en ik een uur. dat zijn er twee; zóó begrijp ik de samenwerking." Meneer: „Als ïk je goed begrijp, heeft een etmaal voor ons voortaan 48 uur." Mevrouw: „Precies: laten we nu beginnen". Menneer spreidt eenlge brieven op de tafel en gaat tegenover mevrouw zitten. Meneer; „Dit is een brief van de firma Gauchard &Pelvoux. ontwerpers van hout constructies. Dat zijn. Mevrouw: „Dat behoef je me niet uit te leggen. Ik weet wat hout is, ik weet wat constructies zijn, dus begrijp ik heel goed wat hout-constructies zijn." Meneer: „Zeg het me dan eens?" Mevrouw: „Wees niet zoo flauw. Ik behoef toch geen examen af te leggen. Laten we nu doorgaan." Meneer: „Goed. Het betreft dus het slaan van een brug over de rlvfer de Bloquette. Ri vier is eigenlijk een groot woord: het is niet veel meer dan een stroompje, ergens in Au- vergne, van nauwelijks 6 Meter breedte?" Je kunt me toch wol volgen? Je kijkt, alsof ,1e aan iets heel anders denkt, 't Is heel be langrijk." Mevrouw; „Belangrijk? Een beekje van 6 bij mij vast: „De Witte Zwaan" moet ik hebben. Noem het mijnentwege bijgeloof, maar er was iets in me dat me zei, dat ik moest aannemen. Ik heb toen met een bende Japanners gevochten, vertelde de graaf aan Pfalzdorf. Ik wilde een paar kieken van Japansche dames nemen, maar de diverse echtgenooten, die plotseling als paddestoelen uit den grond te voorschijn schoten, en het blijkbaar on gepermitteerd vonden wat ik deed, sloegen mij het toestel en de platen op m'n kop stuk, en ze zouden me waarschijnlijk de hersens erbij hebben ingeslagen, als er niet plotse ling ontzet was komen opdagen. Opeens zwaaide kmand met zijn armen tegen dat zoodje gele kerels, alsof het cava Ier iesabels waren. Mijn redder bleek een landgenoot onze vriend Barenfeld en onze vriendschap dagteekent sinds dien tijd. Na eenigen tijd maakte de graaf aanstalten om heen te gaan. Kon rad, tot ziens, ouwe Jongen. Ik ben blij, dat ik Je weer eens gesproken heb. Dezen zomer denk ik hier te blijven, ten minste als er in een of andere hoofdstad niet wal gebeurt, waar ik met m'n r.eus bij moet zijn. Kom je gauw eens aanloopen? Maar stuur bericht, dan zorg ik, dat ik thuis ben. Blijf nog een poosje, het ls nog vroeg, noodde Barenfeld. Maar de graaf bleef onverbiddelijk. Dank je wel! Tusschen haakjes, wat heb je je hier brillant ingericht, 't Is overigens of het heele huis doortrokken is met den geur van kamillenthee en met een atmos feer van gesjacher, neem me niet kwalijk! Nu, dus jc komt gauw eens aanloopen: Run oever, No. 10, eerste etage. Neem dan je jongen vriend mee, schijnt een gesohikt kereltje te zijn speciale protégé van je zeker? Meneer Pfalzdorffcot genoegen, Meter breedte?" Meneer: ,.Is het mijn schuld, dat ze me geen brug laten slaan over de Niagara?" Mevrouw: „Er fs nog een groot verschil tus schen de Niagara en zoo'n sloot! En de vorige week heb ik je nog hooren spreken over de Adour en de Garonne". Meneer: .Inderdaad ben ik daarover in on derhandeling." Mevrouw: .Begin daar dan eerst mee. Nu begin je me al weer te vernederen door zoo'n onbelangrijke zaak met me te behan delen". Meneer: „In elk geval moet ik dfe menschen toch antwoorden Mevrouw: „Weet je. wat je hun antwoor den moet? Dat een brug van nog geen 6 Meter breedte beneden je waardigheid is: Ik zou me schamen, als iemand me vroeg: wat doet je man tegenwoordig? En ik moest dan zeggen: Hij bouwt een brug over de Bloquette Wie heel't daar ooit van gehoord?" Meneer: „Bij den oorsprong is de Garonne ook niet veel breederEn op de plaats, waar de viaduct komt, is die rivier zelfs maar 5 Meter breed". Mevrouw: .Wat doet dat er toe? Het is en blijft toch de Garonne. Maar, per slot van rekening behoef je ook niet over de daken uit te roepen, waar precies je werk is." Meneer; „Ik zal toch niet kunnen beweren, dat ik de brug in Bordeaux gebouwd heb". Mevrouw: „Je behoeft heelemaal niets te zeggen. Als ik een nieuwe japon draag, bazuin ik toch ook niet overal rond, dat een naai stertje die heeft nagemaakt naar een model dat ik in de Rue de la Paix heb gezien?" Meneer: „Laten we liever over wat anders praten en geen tijd verspillen". Mevrouw: „We hebben maar 10 mfnuten tijd verbeuzeld." Meneer: „Voor ons beiden maakt dat 20 minuten. Maar, wat ga je doen?" Mevrouw: „Ik sta op, zooals je ziet". Meneer; „Waarom?" Mevrouw: „Omdat ik liever wegga: ik heb getracht je van dienst te zijn, maar jij doet alles om mijn taak onmogelijk te maken. Je vernedert me. je maakt onaangename woord spelingen Meneer: „Hoe heb ik het nu met, je?" Mevrouw: „Je zult mij niet belachelijk maken!" Meneer: „Kom, wees niet kinderachtig. Laten we de brug over de Garonne maar eens bekijken. Misschien heb je wel gelijk, vrouw tje". Mevrouw: .Neen, dat interesseert mij' nu niet meer. Op het oogenblik ben je lief en aardig, maar over 5 minuten neem je weer je beschermende air aan. Ik zou wel mal zijn, als ik me zooveel moeite gaf voor iemand, die zoo ondankbaar is, als jij. Ik heb getracht je te raden, je last te verlichten, je van dwaasheden te weerhouden, mag ik wel zeggen. En dat alles beschouw jij als niets. Neen, dan ga ik liever voor mijn nieuwe garderobe zorgen." Meneer, spottend: „Er zijn juist vanmorgen vijf doozen van de naaister voor je gekomen; Je blijft toch altijd dezelfde!" Mevrouw: „Daarin vergis je Je leelijk. Ik was net van plan geweest die nieuwe klee ren af te bestellen, maar nu Meneer, op quasi wanhopigen toon: „Ga, vrouw, er is geen tijd te verliezen!" ONZE BLOEMBOLLEN. PROPAGANDA IN ENGELAND. Onder voorbehoud van goedkeuring door het Centraal Bloembollen Comité, heeft de commissie voor de Onpersoonlijke Reclame het voornemen, een bedrag in geld en een hoeveelheid (waarschijnlijk 50.000 (hyacin- thenbollen, evenals het vorig jaar geschiedde met een quantum van 25.000 stuks, ter be schikking te stellen van" de National Gardens Guild te Londen. Deze vereen iging, welke krachtig werkt vcor het kweeken van bloemen in de dicht bevolkte en industrieele centra van Enge land, zal weder dit najaar en in den komen den winter op vele plaatsen lezingen en voordrachten doen houden voor de leden der Women's Institutes (clubs van in de in dustrie werkzame vrouwen en meisjes», waarvan er vele in Londen en de andere grootc steden gevestigd zijn. Tijdens deze lezingen zullen aan elk die dit wenscht kosteloos eenige hyaclnthenbollen worden uitgereikt, met de bedoeling dat ze in potten gekweekt worden en op een in Maart 1931 te houden tentoonstelling worden in gezonden. Getuigschriften door de N. G. G. daarvoor beschikbaar gesteld, zullen bij die gelegenheid worden uitgereikt aan hen, die goede resultaten wisten te bereiken. De commissie voor de onpersoonlijke re clame acht deze gelegenheid uitermate ge schikt om het gebruik van hyacinthen te po- pulariseeren in deze kringen van de Engel- sche bevolking, welke in de laatste jaren, wegens de hooge prijzen, zich slechts in be perkte mate het genoegen van hyacinthen in de huiskamer heeft kunnen veroorloven. Wat met een dergelijk plan op beperkter schaal wat het aantal bollen betreft is be reikt. is voor de N. G. G. en de Commissie aanleiding om op dezen weg voort te gaan. De commissie vertrouwt hierbij op den steun en de medewerking der hyacinthenkweekers. Heinrich groette met een diepe buiging. D'r zijn anders aardige dames hier in „De Witte Zwaan". Dat schijnt in het huis te zitten De Schoner waren ook altijd knappe lui. „Schiin" in de vergrootende trap, niet waar? Zoo juist zag ik nog een aardig kind door de apotheek loopen. Drommels dacht ik. Maar die kamillentheedie kamillen- thee 1 De graaf pauzeerde even en vervolgde toen: Goeden nacht, Konrad. Wil je zoo goed zijn, mij even over dat levensgevaarlijke pla veisel van de binnenplaats te brengen? Anders had je mij even goed door de Japan ners kunnen laten vermoorden. A revederci, meneer Pfalzdorf. Schöner vertrok. Konrad Barenfeld bege leidde zijn gast naar den hoofdingang. Daar bleven ze nog eenige oogenblikken met el kaar praten, en Heinrich hoorde hun vroo- lijke stemmen als accoorden uit een voor hem onbekende wereld tot hem doordringen. Heinrich Pfalzdorf stond op en strekte zijn armen uit. Het was alsof er een trillende, warme stroom door hem heenging. Vóór zich zag hij een wijde, wonderbare wereld, waar van de poorten nu voor hem waren geopend en die op hem scheen te wachten, 't Was alsof hij betooverd was door de beide man nen en hun gesprekken. Wel Pfalzdorf, zoo in gedachten ver zonken? Wat zeg je wel van den graaf, klonk Barenfeld's stem. Heinrich keek verschrikt op. Oh, de graaf, dat is een verbazend aardige kerel. Hij ls zoo vroolijk, alsof hem nooit iets on plezierigs zou kunnen overkomen. Ja. hij is een geweldige optimist, ant woordde Barenfeld. Daarom zal hij het ook nooit zoo buitengewoon ver brengen, niettegenstaande zijn groote capaciteiten. Zoo'n onbegrensd optimisme is gevaarlijk. Nog een sigaret? Economisch herstel in de V. S. tegen den herfst verwacht. De New Yorksche beurs aan den vas ten kant. Teekenen van bedrijfs- achteruitgang in Duitscbland. Loonsverlaging noodzakelijk. De strijd tusschen sterk en zwak. Koersstijging van obligaties. De koersloop gedurende de laatste maanden. Wanneer men let op den politieken en economischen toestand in ons werelddeel en op de stemming, die er aan de BerlUnsche beurs heerseht, kan men over het verloop der Amsterdamsche beurs niet anders dan tevreden zijn. Volgens den beurs-index is de gemiddelde noteering sinds begin Juli slechts twee punten gedaald, terwijl Berlijn G pun ten terugging. Voor een deel is het weer standsvermogen te Amsterdam het gevolg van de vrij vaste stemming aan de New- Yorksche beurs, waar de gemiddelde notee ring deze maand enkele punten kon stijgen. Men houdt te New-York den moed er in. On danks een verdere daling van den tarweprijs tot 83 ct. per bushel, ondanks stijgende kopervoorraden en een slechten kwartaal- staat der Steeltrust (welker net-to's van 35 millioen in het eerste tot 311 miilioen in het tweede kwartaal teruggingen en S 25 millioen lager zijn dan in hetzelfde tijdvak van 1929) ondanks allerlei ongunstige facto ren, blijft men in de Unie vasthouden aan de meening. dat Juli en Augustus de beide ergste crisismaanden zijn, waarop in den herfst een geleidelijk herstel zal volgen. De eerste aanwijzingen hiervan meent men te zien in een grootere vraag naar koper, naar ijzer en staal, in een toeneming der bouw werkzaamheden. etc. En al ontkomt de markt niet aan plotselinge koersdalingen, de tendentie te New York ls niet onvast. Op de Berlijnsche beurs oefenen de slechte berich ten uit handel en bedrijf een drukkenden in vloed. Groote industrieeele ondernemingen als de Vereinigte Stahl werke, de I. G. Farben e.d., publiceeren gegevens, welke op een vrij scherpen achteruitgang wijzen. Eerstgenoem de onderneming ontslaat een deel van haar personeel, wijl een loonsverlaging niet werd aanvaard. Dit probleem waarop we eenige maanden geleden reeds wezen, wordt hoe langer hoe meer geaccentueerd door de nog altijd dalende prijzen in den goederenhandel en de daaruit voortvloeiende noodzakelijk heid om over heel de linie van het bedrijfs leven de loonen te verlagen. Li Duitschland zoowel als hier en elders zal dit met groote moeilijkheden gepaaid gaan. omdat de ar beidersorganisaties ten opzichte van deze quaestie doorgaans niet verder willen zien dan hun neus lang is. In meerdere gevallen wordt gekozen voor een gedeeltelijk ontslag, inplaats van een algemeene loonsverlaging te accepteeren. De valsche idee dat hooge loo nen welvaart kweeken, is nog bij lange niet uitgesleten, al wordt ze niet meer zoo druk gepropageerd als eenige jaren geleden. De werkelijkheid spot met die gedachte en aan die werkelijkheid zullen langzamerhand de loonen zich moeten aanpassen. Het moge waar zijn, dat de kleinhandelsprijzen en dus ook de kosten van levensonderhoud niet in die mate gedaald zijn als de groothandels- prijzen, dit ie juist het gevolg van het op peil blijven der loonen. Zoodra deze worden ver laagd, zullen ook de kleinhandelsprijzen in een sneller tempo kunnen dalen, waardoor dan de koopkracht van velen wordt verhoogd en tenslotte een grootere bedrijvigheid ont staat. 't Is wel te betreuren, dat dit niet meer algemeen wordt ingezien, want door de loo nen kunstmatig op het te hooge niveau te handhaven, wordt het herstellingsproces in de wereld der bedrijven aanmerkelijk ver traagd en bemoeilijkt. Men behoeft geen pro feet te zijn om te dezen aanzien in de naaste toekomst tal van conflicten te voorzien. Men is, ook met het oog op de hier be doelde onzekerheid aan de Amsterdamsche beurs nog weinig hoopvol gestemd, al dalen de koersen den laatsten tijd niet veel meer. Hier en daar brokkelen ze toch gevoelig af. gelijk bijvoorbeeld de aandeelen der Nederl. Scheepvaart Unie, welke tot beneden 150 pet. gedaald zijn, hoewel ze op 200 pet. een goed beleggingspapier werden genoemd. In de scheepvaart Ls de toestand slecht. De wereldtonnage as ruim 22 millioen ton grooter dan in 1914, terwijl de omvang van den handel kleiner is. Kapitaalkrachtige reeders trachten op hun exploitatie-rekening een evenwicht te vinden door oudere schepen tegen nieuwe te verwisselen, welke meer eco nomisch kunnen worden geëxploiteerd. Maar kleine maatschappijen zonder reserves moe ten het loodje leggen, zooals gebleken is uit Heinrich stak een nieuwe sigaret aan en ging op een uitnoodigend gebaar van Baren feld weer zitten. En is dit gebouw werkelijk het stamslot van de grafelijke familie geweest? Dan kan ik me voorstellen, dat meneer Schoner zich hier niet zoo erg op zijn gemak voelt. Daarom vond hij. dat het hier teveel naar kamillenthee rook, verklaarde Baren feld. Het is niet bepaald prettig om op deze wijze aan dc zonden van je voorouders te worden herinnerd. De Schöners moeten vroeger als gekken met het geld hebben ge smeten, tenminste deze laatste telg uit het oude geslacht heeft ongeveer geen rooie duit meer over. Zijn eenig erfdeel is zijn grafe lijke naam en daaruit weet hij op eer buiten gewoon handige manier geld te slaan. Hoe dan? Heel eenvoudig, Barenfeld blies bedacht zaam de rook van zijn cigaret naar boven Schöner is een amusante, vlotte vent, die zich gemakkelijk in de hoogste kringen be weegt: daarbij heeft hij een uitmuntenden stijl. Dit laatste is ook wel bij anderen het geval, zonder dat ze een behoorlijke positie in de journalistiek krijgen. Maar in dit op zicht nu heeft de graaf het groote voordeel van zijn ouden naam. Die werkt in het bui tenland als „Sesam, open u" en daar door worden hem gemakkelijk audiënties verleend, wordt hij bij ministers toegelaten, kortom weet hij meer gewaar te worden dan waarin een gewoon sterveling ooit slagen zou. Daar om is hij voor een groot dagblad een mede werker om van te watertanden. Hij is een eerste klas diplomatiek correspondent, en bij het „Tageblatt" hier wisten ze wel wat ze deden, toen ze dezen journalistieken detecti ve hebben geëngageerd. En hebt u hem in Japan ontmoet? Zoo- de mededcelingen omtrent Solleveld. Van der Meer en Van Hattum's Stoomvaart Maau schappij. De aandeelen dezer maatschappij zijn waardeloos geworden. Van de Holland* sche Stoomboot noteeren de aandeelen ca. 10 pet., de 7 pet. obligaties worden yooi ca. 60 pet. verhandeld. Ook toy deze reederij begint het te kraken, wanneer kapiiaalkracï* tige vrienden, die ze gelukkig nog toezL. n:e; bijspringen. Meer en meer wordt duidelijk, dat de wereldcrisis niet met protectie in den een of anderen vorm is te helpen. Waar de poli- lick echter meespreekt, laat men de pro* tectie niet los. Het eene land na he;, an* dere verhoogt zijn tolmuren en maakt daar. door de economische verwarring grocter. Maar overigens wordt thans algemeen in, gezien, dat kunstmatige beperking der pro* ductie, althans op het gebied der grondstof» fen, uit den booze is en van de beperkings maatregelen, welke dusver zijn uitgedacht, komt derhalve nauwelijks iets terecht. De strijd wordt gestreden tusschen de zwakken en de snerken, gelijk dezer dagen op de ver gadering van een rubbermaatschappij, door den voorzitter werd opgemerkt. De grooce rubbermaatschappijen willen den strijd vol» houden, de kleine pogen de Indische regeering tot een hulpactie te bewegen. De beurs be reidt zich op den nederlaag van het zwakke voor, zoowel in de rubbercultuur, als in de suikercultuur en in meerdere takken van be drijf. Vandaar de weinig veranderde koersea en de afwachtende houding van het pu bliek. Men verwacht thans geen verdere prijs daling meer van beteeken is. Ma,ar 't algemeen prijsherstel zal vermoedelijk niet eerder in treden, alvorens op elk gebied der voor* brenging slachtoffers gevallen zijn. Bij de uiterst geringe belangstelling voor de aanöeelenmarkt en de groote geldruinv.e als gevolg der malaise, is het geen wonder d,at de koersen der obligaties beginnen aan te trekken. We zien de 4 pet. Nederland, d:e begin 1930 nog 951/2 pet. noteerden, thans op 99 1/2, de 4 1/2 pet. van 1916 is in het eerste half jaar van 1930 van 100 tot 102 1/2 pet. op. geloopen. Een enkele hypotheekbank vraagt voor haar 41/2 pet. pandbrieven reeds e^n parikoers. En de 4 pet. geldleeningen komen uit alle hoeken te voorschijn, meerendeel3 ter conversie van hooger-rentende leeningen. De belegger ziet dus ook zijn inkomen dalen en moet daarvoor compensatie vinden in ver minderde kosten van levensonderhoud. Waar zoo de relatieve waarde van het geld stijgt, zal men aan een verlaging van loonen en salarissen zoowel in de overheids-, als in de particuliere bedrijven niet kunnen ontko men. Wij laten hieronder de koersen volgen van eenige der voornaamste Amsterdamsche waan» den op het einde van de laatste vier maan den dezes jaars: 1930 eind eind eind eind H.K. April Mei Juni Juli Calvé Delft 152 133 136 104 120 Küchenm. Acc. 150 138 147 124 111 Marg. Unie 378 334 287 280 265 A. K. U. 135 112 105 89 94 Ned. Ford 288 260 282 267 262 Philips G. B. 527 472 403 355 337 v. Berkel 193 134 111 103 85 Aniem N. B. 355 320 314 285 292 N. 1. Gas 245 221 220 216 222 Alg. Expl. 204 195 203 177 178 Boe ton 200 155 140 68 75 Win tershall 204 198 208 185 155 Zweedsche Luc. 323 311 292 269 278 H. V. A. 584 520 481 445 418 Cult. Mij. der Vorstenland. 154 145 138 123 121 Javasche Cult. 415 379 344 345 324 Rubb. Cult. Mij. Amsterdam 192 143 140 119 114 Deli Bat. Rubb. 130 96 92 76 68 Hessa 224 143 150 132 110 Zuid Preanger 32 27 22 18 18 Deli Maatschappij 385 332 360 330 315 Deli Batavia 434 350 350 330 320 Senembah 429 370 330 346 338 Oostkust 114 82 72 72 65 Ned. Scheepv. Unie 192 176 178 160 145 Kon. Pak.v. 232 213 209 188 182 LETTENGA. M. U. L. O.-EXAMEN. Voor het M. U. L. O.-examen, diploma A, slaagden te Amsterdam: A. v. Moppes en N. Padt, te Zandvoort, D. A. Uitenhage de Mist, Overveen J. Westerwijk, Bosdijk; B. H. Kei ler, allen te Haarlem. als ik daar net hoorde, heeft hij het aan u te danken, dat hij nog leeft? Hm. lachte Barenfeid, zoo'n vaart liep liet nog niet. Maar ik geloof wel. dat hij een flink pak slaag had kunnen krijgen, van die Japansche heeren die hun vrouwen niet vereeuwigd willen hebben. Hij is vroeger offi cier bij de cavalerie geweest, maar na don oorlog moest hij natuurlijk wat anders zoe ken. Hij ging als correspondent naar China en Japan. Het toeval wilde, dat ik na het avontuur in Japan van Bombay af met de zelfde boot naar Europa reisde als hij. Hij was buiten zichzelf van plezier, toen hij mij terugzag, en de lange zeereis, die in 't alee- mcen een sfeer van intimiteit schept, bracht ons nog dichter tot elkaar. Hij is een aardige kerel, ondanks zijn gebreken En nu vind ik hem hier weer Ja, zoo gaat het in de we reld. Barenfeld stond op en wierp zijn eindje sigaret in het vuur. De haard is onder het praten al bijna uitgegaan zei hij. Je zult zeker, ook wel moe zijn. Heinrich verzekerde dat hij wel den heelen nacht zou kunnen luisteren. Maar hij stond vlug op en dankte Barenfeld voor deu gezel- ligen avond. Toen hij in bed lag, gaf hij zich over aan zijn gepeinzen. Eén dag was hij nog maar hier en reeds verlangde hij naar den tijd, dat hij de wijde wereld kon intrekken en worden alsals Barenfeld. Met het ver leden had hij afgedaan 't was voor hem als een paar afgedragen kinderschoenen en het heden was de rijstebrijberg, waardoor hij zich heen moest eten de toekomst, de toekomst lokte. wordt vervolgd). (Adv. Ingez. Med.) INGEZONDEN MEDEDEELINGSN 60 Ct.. per r.,d. MEUBELEN Levering direct aan particulieren. Dressoir, tafel, 2 fauteuils, 4 stoelen moquette. toeemeubel, spiegel, 2 schilderijen, samen f 118.-. Q. A. Buffet met bolle deuren f 62 50 Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen. Bedden Dekens enz NFn MFimïriiïSTQ-Pmïf JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING. NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMl Modelkamer» voor Haarlem KONINGINNEWEG 18

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6