IN „DE WITTE ZWAAN" fflgHEEREN-BAAl APEX KSop-veeg-Stofzuigers f 175 STADSNIEUWS clublied hebt, maar ook hoe dankbaar Je bent voor wat er voor jelui in de vacantie gedaan is. En daarna moet je, als meneer Slingenberg spreekt, muisstil wezen, anders mag je het volgend jaar niet terugkomen. Drie weken lang mocht je doen wat je wilde en was je je eigen baas, maar nu moet je een half uurtje ook laten zien, dat je je beheerschen kunt". Uit vole borst zongen de kinderen daarop onder leiding van den hoofdleider, den heer G. Beunder, het volgende lfed: Waneer ze nou vragen: „Waar ga Je heen?" Dan juicht 't uit aller monden: „Wij zijn voor plezier, drie weken lang, Aan Vacantie-bezigheden verbonden; Wij hebben" daar een groot terrein, Waar wij spelen, zingen en stoeien, Dat ieder die onze Vereeniging steunt, Moge zien dat zij groeie en bloeie". De heer Klein gaf hierop het woord aan De heer Klein gaf hierop het woord aan Mr. Slingenber.g. Deze dankte de kin deren voor het mooie lied en merkte op, dat hij er met buitengewoon veel plezier naar ge luisterd had. Hij hoopte, dat de kinderen een prettige vacantie gehad zouden hebben en dat de dames en heeren, die de leiding heb ben gehad, over het welslagen ervan tevre den zullen zijn. Spreker wekte de kinderen op, nu weer trouw naar school te gaan, op dat zij het volgend jaar weer aan de spelen mogen mee doen. „Toen het bestuur van deze vereeniging mijn steun voor een ge meentelijk subsidie kwam inroepen", aldus spreker, „stond ik er eerst wat sceptisch tegenover. Ik dacht toen: „dat is weer een nieuwe!" en er kunnen er beter een paar af. Maar nu ik uw werk eens van nabij heb mo gen aanschouwen, heb ik geen oogenblik be rouw gehad mijn medewerking verleend te hebben. Het gemeentebestuur waardeert uw werk ten zeerste; het. hoopt dit ook in de toe komst te zullen blijven steunen. Ik ben blij, dat ik twee maal in het jaar eens wethouder van Onderwijs mag zijn, omdat ik nu kan zien, wat door vereende krachten en geheel uit vrijen wil tot stand gebracht is. Wij vin den dat heel prettig en ik kan u de verzeke ring geven, dat het gemeentebestuur dit werk met veel sympathie gadeslaat. De ouders zullen dan ook wel dankbaar zijn, dat hun kinderen van de gevaarlijke straat zijn gehouden niet alleen, maar dat ze boven dien op zulk een hoogst aangename wijze zijn bezig gehouden. Ook het gemeentebestuur is daar dankbaar voor. Wel is het jammer, dat het bijna eiken dag geregend heeft, zoodat u niet alles hebt kunnen doen wat ge u had voorgesteld. Maar gij hebt dezen tegenslag flink overwonnen. Wie aan den weg timmert heeft veel bekijks en ondervindt ook veel critiek. Gij hebt moeten ondervinden, dat er over uw werk zelfs ingezonden stukjes in de krant hebben gestaan. Doch troost u zich maar. Allen, die goed werk doen, ondervin den critiek, die lang niet altijd rechtvaardig is. Wie in het gemeentebestuur zit. kan daar van meepraten! (Gelach). Gij hebt allen uw werk voortreffelijk verricht. Het stemt hoop vol voor wat ge nog van plan zijt te doen. Ik hoop, dat ge ook het volgend jaar weer even nuttig werkzaam zult willen zijn". (Applaus). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. MAARDEN Fa. GEBRs. BRAKEL SOPHIAPLEIN 6-12 TEL. 10533 Hiermede waren de vacantiebezigheden ge sloten. De kinderen bleven nog in het schoolge bouw achter, waar ze op versnaperingen ont haald werden. De bestuursleden begaven zich daarop naar het Brongebouw, waar de heer Klein onge veer hetzelfde als in bovengenoemde school sprak. Een woord van hulde aan de Vereeniging voor vacantiebezigheden voor schoolkinderen en haar wakkeren voorzitter Klein, voor het nuttige werk, in dezen zomer weer verricht. NIEUWE BLOEMENWINKEL. De Gierstraat is nog niet rijk aan nieuwe winkelpuien, maar er komen er langzamer hand meer. Een zeer goede indruk maakt de nieuwe gevel van den bloemenwinkel van den heer G. Beun, die verplaatst is van no. 63 naar no. 75. Vrijdagmiddag vijf uur is deze vriendelijke zaak geopend. In een bijzonder geschikte omgeving zijn nu de potbloemen' de kransen en de palmen neergezet en ge hangen. De winkel biedt een royalen aanblik en het publiek zal hem ongetwijfeld weten te vinden. De belangstelling bij de opening was althans reeds groot. DAMESHOEDEN, BONT EN ODEUR. De dameshoedenzaak van de firma Simons is verplaatst van de Kleine Houtstraat naar Gedempte Oude Gracht 101. Daarmee is een oud heerenhufs tot een fraaien winkel ge worden, een onder architectuur gebouwde lichte verkoopruimte met vele spiegels en vi trines langs de wanden. Een zaak met twee groote etalages, waarin menig hoedje een plaats kan krijgen. En er zijn er heel wat ïn dezen winkel, want de verscheidenheid van dameshoeden is groot, en dit is zeer zeker het geval met de keuze in deze reeds lang gevestigde zaak. Behalve hoeden verkoopt de firma Simons bont en ook parfumerieën. Hedenmiddag drie uur wordt de zaak ge opend, en wij vertrouwen, dat het er vol zal zijn van bewonderende dames en heeren. Het is de moeite waard. EXAMEN-HOOFDACTE. Geëxamineerd 8 vrl. candïdaten. Geslaagd 3, namelijk: G. C. M. de Haan, Driehuis;, C. Faber, Hoorn; M. Meyer, Schermerhorn. HAARLEM'S DAGBLAD DE WINSTEN UIT GEMEENTE-BEDRIJVEN. PRAE-ADVIES VAN JHR. MOLLERUS VOOR HET MIDDENSTANDSCONGRES. „Mededeelingen voor Industrie en Handel" het officieel orgaan van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Haarlem en Om streken bevat een bespreking van het prae- advies van jhr. J. C. Mollerus over gemeente lijke bedrijfswinsten, voor het 27e Nationaal Midenstandscongres op 2, 3 en 4 September te Groningen. De schrijver gaat na, hoe de gemeente bedrijven ontstonden na afschaffing van de accijnzen en bespreekt het monopolistisch ka rakter van de gemeentebedrijven. De prae-advlseur is geneigd te zeggen, dat het monopolistisch karakter der tegenwoor dige gemeentebedrijven zwakker is, dat dat van de vroegere concessiebedrijven. Onge twijfeld zijn er tal van argumenten om in den tegenwoordigen tijd onze gemeentebedrijven „in beperkten zin" te noemen. De gemeentelijke gas- en electriciteitsbe- drijven zijn in vele opzichten eikaars con currenten. En ook Is er de concurrentie van andere brandstoffen en van den oliemotor naast den gas-of electro-motor. Ook het wa terleidingbedrijf is niet monopolistisch meer, meent jhr. Mollerus, en hij herinnert aan het Haarlemsche bedrijf, dat bijvoorbeeld groot-verbruikers zelf In overweging geeft eigen Nortonpompen te slaan. Dezelfde mogelijkheid, welke hier ge ïllustreerd is. bestaat in hooge mate voor de groot-verbruikers van electrischen stroom. Ook zij kunnen door eigen stroom-opwekking als het ware een zekeren druk uitoefenen op de bestaande gemeentelijke electriclteitsta- rieven. Ook het monopolistisch karakter van gemeen telijke middelen van vervoer Is uiterst twij felachtig. Iedere onjuiste tarifeering zal het gebruik van eigen vervoermiddelen doen toe nemen, terwijl ook het aantal voetgangers zal vermeerderen. Een scherpe concurrentie strijd ontstaat, die in veel gevallen nog eens extra wordt aangewakkerd door den slak kengang, welke nu eenmaal tal van gemeen telijke trams kenmerkt. De strijd dezer ver voermiddelen dient zich naar verschillende fronten te richten. De prae-advies stelt dan de vraag: Winst of geen winst? Ilij gaat na, hoe de houding van de sociaal-democraten tegenover de win sten uit de bedrijven sinds het begin dezer eeuw gewijzigd Is, en beziet daarna het ver schil tuschen bedrijfswinst uit gemeentebe drijven en belasting, en komt tot de conclu sie. dat al moge dr. Wibaut de bedrijfswinst zien als „ondernemerswinst", het publiek haar ziet als belasting. Uit een staatje blijkt, dat In vijf der groot ste gemeenten in ons land in 1927 de bedrijfs winst werd geraamd In Groningen op 28 pet. van de geraamde opbrengst der inkomsten belasting in 's-Gravenhage ruim 30 pet., in Amsterdam 33 pet. en in Rotterdam 70 pet. Deze procentueele cijfers zeggen wel iets. al zijn velen geneigd er meer uit te halen dan er misschien ln zit, een verschijnsel, hetwelk niet alleen met betrekking tot di vraagstuk optreedt, doch hetwelk ook op ander gebied bij herhaling is waar te nemen. Maar al zeiden zij niet: al waren zij uisluitend door cijfermateriaal, dan nog weet een ieder, die ook maar eenig belang stelt tn een onderwerp als dit, dat gemeenten van eenige beteekenis onder de huidige omstandigheden de uitge keerde bedrijfwinsten niet meer kunnen missen. De prae-adviseur vermoedt, dat velen hem zullen voorhouden, dat geleidelijke terug brenging dezer winsten toch mogelijk is en dat daardoor meer gezonde toestanden zou den terugkeeren. Het is mogelijk, maar de heer Mollerus is zoo vrij een dergelijke ge- dachtengang vooralsnog maar ten deele te aanvaarden en hij zou zelfs willen zeggen: algeheele terugkeer in den vorm van leve ring van het product tegen kostprijs is onder de huidige omstandigheden onmo gelijk en onjuist. Vooral wanneer men daar bij in aanmerking neemt, dat gemeenten, die krap zullen komen te zitten onder de nieuwe „financieele verhouding" sterk in de verlei- FEUILLETON Uit het Duitsch van RUDOLF IIERZOG. 20) Ik ben bang, zei ze, dat ik op uw kostbaren tijd beslag leg. Dat vat ik op als een toestemming, meende Schoner. En hij greep naar zijn hoed. Glimlachend schudde ze het hoofd. Er zal niet veel anders opzitten, antwoordde ze. Inderdaad. Afgezien van mijn eigen be langstelling voor u, hoe zou ik mijn vriend Barenfeld onder de oogen durven komen, die mij op het hart beeft gedrukt voor uw heil te zorgen, alsof hij uw bloed-eigen broer was? Gaat u maar mee, verklaarde ze la chend. Uw argumenten zullen mij anders nog verpletteren! Hij zag haar vol bewondering aan. Hij was verbaasd over haar elasticiteit om zich over iets onaangenaams heen te kunnen zetten en hij werd meegesleept door haar frissche aantrekkelij kheid. Bulten was de milde, zoete zomerlucht om hen heen. Laten we een eindje gaan roeien op den Rijn, stelde Schöner voor. Maar waar denkt u aan. meneer Scho ner? protesteerde het meisje. Dan stel ik voor een wandeling te ma ken langs den Rijn. Maar waarom zouden twee bevriende menschen niet rustig een eindje mogen spelevaren als men hun het wandelen niet verbiedt? i\ve kunnen omslaan en in 't water val- ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1930 ding zullen komen, hoe langer hoe meer uit de bedrijven te halen. De tijd is voorbij, dat de post: Inkomstenbelasting, als de eenige sluitpost op de gemeentebegrooting voor komt. Maar dat brengt dan tevens mede, dat de bedrijfs-directeur zich daardoor een ze kere rem ziet aangelegd bij de ontwikkeling van zijn eigen denkbeelden met betrekking tot de bedrijfsvoering. I-Iet is een gevolg van de nuchtere werkelijkheid. Men kan niet an ders meer. Het Lnancieele gemeentelijke kaartenhuis valt bijna zeker Ineen, zoodra men de pijler (uitkeering bedrijfswinsten) wegneemt. Het daardoor ontstane verlies zou toch hersteld moeten worden. Ergens moet het vandaan komen en de praeadviseur ziet dan ook voor hen, die dit wenschen, geen afdoend middel tot verbetering in een sterk omlaag brengen dezer uitkeeringen over de geheele Unie, hoe verleidelijk dit ook in tal van gevallen zou zijn. Wat betreft de begrippen „matige" en „groote winst", daarover bestaat verschil van meening, constateert de heer Mollerus. De prikkel tot het maken van winst 00 zich zelf zal zijns inziens medewerken om het overheidsbedrijf beter te doen functio- neeren. waarmede geenszins gezegd is, dat- dus deze winst ongelimiteerd opgevoerd mag worden. En toch is bij velen het oordeel over de hooge winsten niet afkeurend, toch ziet men bij herhaling de politieke leiders van verschillende nuances ten slotte instemmen met groote uitkeeringen uit de overheidsbe drijven. Maar men bedenke dan, dat deze overeenstemming niet het gevolg is van overeenkomstige theoretische beschouwingen, doch voortspruit uit de harde noodzakelijk heid. Toch is de prae-advLseur van gevoelen, dat de uitgekeerde bedrijfswinsten wel degelijk hier en daar te hoog opgevoerd zijn. in bedrijfswinsten ziet hij een aanvulling. Waar deze een domineerden invloed hebben, wake men er voor, dat de bedrijfsbelangen niet in het gedrang komen. De inleider komt dan tot de volgende conclusies: 1. Het afschaffen der gemeentelijke be drijfswinsten is onder de bestaande omstan digheden niet mogelijk en niet wenschelijk. 2. De gemeentelijke bedrijfswinsten behoo- ren als jaarlijksche bron van inkomsten al leen secundaire beteekenis te hebben. Eenige opmerkingen van den heer W. J. B. van Liemt. In „De R.K. Middenstand", officieel orgaan van den Nederlandschen R.K. Middenstands bond, levert de heer W. van Liemt, voorzit ter van de afdeeling Klein Bedrijf van de Kamer- van Koophandel en vice-voorzitter van de afdeeling Klein Bedrijf van de Ka mer van Koophandel en vice-voorzitter van de R.K. Middenstandsvereeniglng te Haar lem eenige commentaar op het prae-advies van jhr. Mollerus. De heer Van Liemt verwondert er zich over dat het prae-advies er met geen woord over rept, of hier de belangen van den Midden stand worden geschaad of niet. De heer Van Liemt merkt op: Men zou veronderstellen, dat een Midden standsbond zich daarmede, zoo niet uitslui tend, dan toch op de eerste plaats zou bezig houden. Ik vermoed echter, dat den heer M. in deze geen opdracht is gegeven, weshalve hij dus met zijn beschouwingen niet in deze richting is gegaan. Dit vind ik te .betreuren, daar het mij en zeker meerderen ten zeerste zou geïnteresseerd hebben, eens te vernemen tot welke conclusies de heer M. zou zijn ge komen. Dit zou n.m. voor een Middenstands congres het eenig juiste effect van zijn in teressante beschouwingen zijn geweest. De heer Van Liemt, zelf 15 jaar lid van den Raad van Haarlem en bijkans gedurende den zelfden tijd lid van de Commissie van Bij stand voor de Bedrijven, gaat na, hoe de winsten uit de bedrijven een noodzakelijke aanvulling werden van de belastingen en dan stelt hij de vraag: Wat is meer in het belang van den mid denstand: Het steeds opdrijven van het percentage der directe belastingen of voor water, gas. electrischen stroom eenige cen ten meer betalen per M3 of K.W.U, dan wel licht strikt noodzakelijk is? Men overwege bij de beantwoording, dat het koopkrachtige pu bliek, alvorens het zich ergens vestigen gaat, niet vraagt naar de prijzen van water, gas, en electriciteit, doch wèl naar het percen tage der belastingen, heeft men Icind-eren, len, merkte ze laconiek op. Dat zou heerlijk zijn antwoordde hij onverschrokken. Ik zou naar u duiken, u naar boven brengen en u zoo aan den rivier god ontrukken. Aan den oever zou ik u neer leggen, uw naam roepen totdat u weer bij kwam en uw oogen zoudt u opslaan met een blik, waarmee gewoonlijk redders van men- schenlevens aangezien worden, die uit dank baarheid bovendien soms nog wel eens méér dan een blik krijgen Lieve hemel, zuchtte het meisje, had ik u toch maar op uw redactie gelaten! Ik zwijg, antwoordde Schöner, maar alleen, omdat het mij een dubbel genoegen is uw vriendelijke stem te hooren. Maar ik zal niet vriendelijk meer tegen u spreken. O, daar dwing ik u wel toe. Dat zal u niet lukken Hoe gaat het met uw moeder? Ah, ziet u wel! Gertrud von Wald aarzelde even. Toen ech ter keek ze haar metgezel met een warmen blik aan en zei: Het is aardig van u. om aan mijn moeder te denken. Ze is zoo lief. Vertelt u mij nog eens wat meer van haar. Hij was nu ernstig. En Gertrud vertelde: Mijn vader was „Regierungsrat" en be gon juist vóór zijn dood carrière te maken. Daar mijn moeder alleen op haar pensioen was aangewezen, trok ze zich heelemaal te rug en leefde eigenlijk alleen voor mij. Ik heb heel veel aan haar te danken. Ze leefde ontzettend zuinig om mij een opvoeding te geven, die, als vader geleefd had, niet beter had kunnen zijn en haar eenige geluk was het mij aan niets te laten ontbreken. Zoo was het in mijn prilste jeugd en zoo is het nu nog. Mijn kleine proeven van litterair werk volgde ze met. groote belangstelling en ze was altijd erg blij als er iets van mij ge drukt werd. Die vreugde heb ik dus dezen keer be dorven, zei Schöner berouw;voL INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel ECHTE FRIESCHE 10-50 et per ons ook naar het onderwijs en ten slotte naar de hoedanigheid van een gemeente als woon stad. Vooral het vraagstuk der belastingen is vaak domineerend. Heeft de middenstander zich wel eens afgevraagd, hoeveel het kan bedragen, wat hij in een geheel jaar te veel betaalt aan de Gem. Bedrijven en of dit be drag soms niet aan één goede klant kan worden terugverdiend? Wordt men er zooveel beter van dlie enkele centen per K.W.U. minder te betalen, de be lastingen daardoor op te drijven en zoodoen de het koopkrachtige publiek buiten zijn ge meente te houden? Nog een paar opmerkftigen. De groote win sten worden niet door de particuliere afne mers opgebracht. Wanneer b.v. bij de electrl- citeitóbedrijven niet de groote afnemers de winst in het gemeentelijk laatje brachten, zou het er voor deze particuliere afnemers w.o. den middenstand, zelfs bij levering tegen kostprijs, slecht uitzien, wat de te betalen prijzen betreft. Een voorbeeld slechts. Te Haarlem wordt aan particulieren geleverd pl.m. 6 millloen K.W.U., aan groot-afnemers (fabrieken, bram, spoorwegen, P.E.G.E.M., gem. bedrij ven en verlichting enz.) pl.m. 28 millioen K.W.U. Wanneer men nu bij hooge taxatie aanneemt dat bij deze 6 milloen K.W.U. aan particulieren, minder dan 3 millioen dooi den middenstand wordt afgenomen, en buitendien ook de middenstand eventueele winstderving bij de gem. bedrijven mede heeft aan te vullen door het betalen van hoogere belastingen, komt mij de vraag vol komen gewettigd voor: Wat is in deze het waarachtig belang voor den middenstand? Een antwoord op deze vraag zou in het zeer lezenswaardig en belangrijk prae-advies van jhr. Mollerus zeker op zijn plaats zijn ge weest. VACANTIEBEZIGHEDEN VOOR SCHOOLKINDEREN. VRIJDAGMIDDAG GESLOTEN. In ons nummer van Zaterdag 2 Augustus hebben we uitvoerig verteld van de vacantie bezigheden voor schoolkinderen in den tuin van het brongebouw en op de terreinen van het Huis ter Zaanen. waardoor gedurende ongeveer drie weken niet minder dan elfhon derd kinderen van de straat en haar ontel bare gevaren verwijdrd zijn gehouden. In een onderhoud, dat wij met den heer H. H. Kraan, één der hoofdleiders, mochten hebben, deelde hij o.a. mede, dat er voor deze vacantiebezig heden uifc den aard der zaak ook op regen gerekend was, maar hij drukte toen den wensch uit, dat de regen dan maar het liefst In de nachtelijke uren zou vallen. Die wensch is vervuld: het heeft gedurende deze drie weken eiken nacht gereknd, maarhelaas ook op lken dag! Toch hebben de dames en heeren, die de leiding op zich genomen hebben, niet ver saagd. Onvermoeid trokken zij er eiken dag weer op uit, om de tijdelijk aan hun hoede toevertrouwde kinderen op een aangename wiize bezig te houden. Vrijdagmidag zijn de vacantiebezigheden officieel gesloten. Op een ons toegezonden uit- noodigingskaart lazen we, dat deze plechtig heid bij gunstig weer op de terreinen van het Huis te Zaanen en bij ongunstig weer in het schoolgebouw aan de Overtonstraat zou plaats hebben. Moet het nog gezegd worden, dat het weer natuurlijk ongunstig was?! De bijeenkomst had dus plaats fti genoemd schoolgebouw, met het gevolg dat niet alle kinderen toegelaten konden worden. Onder de genoodigd enwas Mr. L. G. van Dam, in zijn kwaliteit als voorzitter van de Vereeniging voor Volksonderwijs. De heer W. Roodenburg, die als wethouder van Onder wijs een sluitingswoord zou spreken, was uit- stedig. Het gemeentebestuur werd nu ver tegenwoordigd door wethouder Mr. M. Slin- genberg. De voorzitter van de Vereeniging voor va cantiebezigheden voor schoolkinderen, de heer H. J. Klein, sprak een kort openingswoord, waarbij hij zich allereerst tot de kinderen wendde. „Als jelui nu eerst eens een liedje wilt zingen", zeide hij, „dan kunen de ge- noodlgde niet alleen hooren dat je een eigen Het meisje schudde het hoofd. Toch niet, meneer Schöner. Ze is niet kleinzielig en heeft een groote mate van menschenkennis. Zoo praatten ze een tijdlang voort. Bij het afscheidnemen vroeg hij of hij haar spoedig weer eens op een wandeling mocht verge zellen. Ik zal er eens over denken, antwoordde ze, terwijl ze sneller ademde. Voor van daag nemen we in elk geval afscheid. Hij drukte haar de hand. Tot weerziens dan. Toen Gertrud von Wald den volgenden morgen met haar moeder aan de koffietafel zat. vertelde zij. dat haar roman door de redactie was geweigerd. De oude dame nam de hand van haar dochter en streelde die. Geef den moed, maar niet op, kind, in geen geval. Het oordeel van dien redacteur is toch geen maatstaf voor andere kranten. In dit geval wel, moeder. Ik heb name lijk ingezien dat hij gelijk heeft. En dat zeg je op zoo'n luchtigen toon? Och ja, moeder, van ons zomerreisje zal nu wel niet komen. Maar misschien heb ik succes met mijn nieuw werk en in den herfst is een reisje eigenlijk veel prettiger. Ziet u, moedertje, het hindert me dezen keer in 't geheel niet, dat ik geen succes met mijn ro man heb. Anders was ik toch per slot van rekening in allerlei onverkwikkelijke onder werpen vervallen. Vroeger sprak je toch heel anders, kind. Och moedertje, ieder jong meisje heeft zoo haar tijd, dat ze dweept met vraagstuk ken. die voor haar te hoog liggen. Dat zijn kinderziekten. Een vrouw, die de toegewijde kameraad van den man is, een liefhebbende moeder, een aardige gastvrouw, is aantrek kelijker dan een geëmancipeerde, die door haar briÜeglazen de wereld verstard zit aan te kijken. U kijkt me verwonderd aan? voeg de ze er blozend aan toe. Hoor eens, zei mevr. Von Wald met vroo- lijken ernst cn ze trok het blonde hoofdje van De heer Klein zei. dat het bestuur dezer vereeniging getroffen is door de royale wijze, waarop het gemeentebestuur heeft medege werkt. „Toen ik Mr. Slingenberg met zijn breeden rug voor de brandkast van Haarlem zag staan", zei spreker, „vreesde ik het ergste, maar het is erg meegevallen. Mr. Slingen berg is veel beter geweest, dan we gedacht hebben! (Gelach). Ik breng echter niet al leen mijn dank aan het gemeentebestuur, maar ook aan allen, die zich zoowel moreel als financieel voor de vacantiebezigheden ge ïnteresseerd hebben. Kinderen van openbare en bijzondere scholen hebben in grooten ge tale aan de spelen meegedaan." Spreker dankte Mr. Slingenberg voor de toezegging van verderen steun en deelde mede, dat het bestuur hiervan geen misbruik zou maken. Hij vestigde er de aandacht op, dat deze vacantiebezigheden allereerst be doeld zijn voor de bleekneusjes, die altijd thuis op broertje of zusje moeten passen en die nooit verder komen dan de straat, waarin ze wonen. Met het mooie weer waren alle kinderen eiken dag op het appel en op de regendagen kwamen er toch ook nog 600. De heer Klein las een paar briefjes van ouders voor, om aan te toonen hoe dankbaar ze zijn. Hij dankte de bestuursleden, voor wat ze gedaan hebben, en noemde daarbij speciaal Mevrouw Brandon en Mevrouw Boerma. Deze dames vooral hebben eiken dag weer opnieuw al hun krachten gegeven. Ook dankte hij den onbekenden milddadige, die een gift van 1000 geschonken had. Ten slotte dankte' hij de gemeenteambtenaren voor hun medewerking en de twee hoofd leiders, de heeren Beunder en Kraan. De heer Klein deed een warm beroep op hun steun voor het volgend jaar. De kinderen uitten toen hun dankbaarheid in de volgende bewoordingen: Wij danken allen, die ons deze vacantie hebben bereid, Wij hopen dat Gij 't volgend jaar Heel Haarlem's jeugd verblijdt. het meisje naar zich toe. Je praat alsof., Ben jemisschienverliefd? Moeder! riep Gertrud en ze rukte zich snel los. Een gloeiende blos was op 'haar ge zicht gekomen. Ze wilde wat zeggen, maar op hetzelfde oogenblik werd gebeld. Het was de postbode en Gertrud ging naar voren. Correspondentie, kind? vroeg haar moe der, toen ze weer binnen kwam. Een brief voor mij, moeder. Gertrud opende langzaam de enveloppe. Haar oogen zochten naar de onderteekening. Joseph Schöner, las ze. Van wien? vroeg haar moeder uitvor- schend. Het komt van de krant, moeder, ant woordde Gertrud. Het is een schriftelijke bevestiging van het onderhoud dat ik giste ren op de redactie heb gehad. Die maken wèl haast om je humeur te bederven, merkte mevrouw von Wald op. Erger je maar niet, kind. Hierop ging ze naar de keuken om voor het middageten te zorgen. Gertrud verstond de kunst van het liegen slecht. In dit geval was het gelukkig dat me vrouw von Wald's oogen niet heel scherp meer zagen; de plotselinge verandering van kleur op de wangen van haar dochter had haar anders niet kunnen ontgaan. Daarbij was het Gertrud onmogelijk zich er reken schap van te geven waarom ze haar moeder niet de waarheid had verteld; den eersten keer dat ze zoo iets deed! Want dat de brief, al droeg hij ook de onderteekening van Schöner, weinig „redactioneel" was, had ze dadelijk begrepen. Ze danste van opwinding. Wat stond er op het papier, Och hemelverzen? Ze ging bij 't venster staan en las het gedicht, dat Schö ner dadelijk, nadat hij van zijn nieuwe vrien din afscheid genomen had, uit de pen was gevloeid, als herinnering aan hun wandeling en hun opgewekt gesprek. WANDELING DOOR HET GOOI De Natuurvriendengroep van het Instituut voor Arbeiders Ontwikkeling organiseert een wandeling door het Gooi, welke is ontworpen door den A.N.W.B. en de V.V.V. aldaar op Zaterdagmiddag 30 en Zondag 31 Augustus. De geheele route is 54 K.M. Zij vangt aan en eindigt te Laren. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Terug te bekomen bijSweers, Papentoren- vest 3D, autoslinger. Fransen, Ged. Oude gracht 46, notitieboekje. Prent, Amsterdam- straat 3c, horloge. Kruijswijk, Bakkerstraat 22, handschroef. Franken, Pieter Kiesstraat 29, regenjas. Bur. v. politie, Smedestraat, jas. Zegwaard, Dijkstraat 14, katje. Kok, Wouwer- manstraat 83, 2 zwarte katten. Kennel Fauna, 2 grijze en 1 wit-zwarte kat; grijze kat, ge bracht door: Beukeman, Oranjekade 29; idem, gebracht door: De Nijs, Nieuwe Gracht 12; zwarte kat, gebracht door: v. Zwol, Leidsche- straat 23, gebracht door: Gerards, Lombok straat 22; idem, gebracht door: Bremer, Friesche Varkensmarkt. Wagemaker, Oranje boomstraat 7, hondenpenning, v. Dam, Raamsteeg 12, autoslinger. Teljeur, Linscho- tenstraat 66, portretspiegeltje. Donkerlo, Zandvoortschelaan 22, Heemstede, tasch. Moerkerk, v. Eedenstraat 13, taschje met in houd. Steenkist, Kenaustraat 8e, ring. Ctang- rijp, Duvenvoordestraat 42, rijwielbelasung- merk. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. oer regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTEL JORIS STRAAT 16 TEL. 10756 Een meisje in een wankele boot. Alleen de hoop was haar piloot Voer xüt op zee. Hoop is een slechte kapitein, Een golf nam op het maagdelijn, De boot zonk mee. Het kind drijft snel weg van het land, Ze klemt zich niet aan zeil of want, Aan roer of stang. Ze zinkt en drukt met vaste hand Aan 't hart een dikken foliant. Die maakt haar bang! Een inktvisch mopp'rend op den grond, Ziet 't lieve meisje, jong en blond Dat was een prooi! Slechts oude kerels met 'n bril, Is wat de zee hem geven wil.... Maar dit is mooi! 't Poliep-beest slaat zijn armen stijf Om 't ranke, slanke meisjes-lijf En spreekt: Ei, ei! Ze roept: Mijn zelfbedacht verhaal Bied ik u als een offermaal Maar laat mij vrij Het monsterdier lacht loensch en leep: Die aan d' inktpot éénmaal zich vergreep Die laat het niet. Zij maakt haar hand met inktvuil vol Als wratten op een tooverkol Haar schoonheid vliedt! Schenk d' inktvisch dus je liefde maar Hij schrijft voor zich en u voorwaar Jij houdt je blanke huid! Wat heeft het meisje toen gedaan? Laat zij den guit'gen inktvisch staan? En lacht hem uit??? Eerst had Gertrud een gevoel van spanning, maar toen ze het gedicht verder las, was ze geamuseerd. Toen ze aan het slot kwam, werd ze vuurrood en met- bevende lippen en groote oogen staarde ze op het papier. (Wordt vervolgd). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. MEUBELEN Levering direct aan particulieren, Dressoir, tafel, 2 fauteuils, 4 stoelen moquette, theemeubel, spiegel 2 schilderijen, samen f 118.—. Q. A. Buffet met bolle deuren f 62.50 Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen. Bedden, Dekens, enz. Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING. NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMl". Modelkamer, mor Haarlem: KONINGINNEWEG 18

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6