IN „DE WITTE ZWAAN"
fflgHEEREN-BAAl
APEX KSop-veeg-Stofzuigers f 175
STADSNIEUWS
clublied hebt, maar ook hoe dankbaar Je bent
voor wat er voor jelui in de vacantie gedaan
is. En daarna moet je, als meneer Slingenberg
spreekt, muisstil wezen, anders mag je het
volgend jaar niet terugkomen. Drie weken
lang mocht je doen wat je wilde en was je je
eigen baas, maar nu moet je een half uurtje
ook laten zien, dat je je beheerschen kunt".
Uit vole borst zongen de kinderen daarop
onder leiding van den hoofdleider, den heer
G. Beunder, het volgende lfed:
Waneer ze nou vragen: „Waar ga Je heen?"
Dan juicht 't uit aller monden:
„Wij zijn voor plezier, drie weken lang,
Aan Vacantie-bezigheden verbonden;
Wij hebben" daar een groot terrein,
Waar wij spelen, zingen en stoeien,
Dat ieder die onze Vereeniging steunt,
Moge zien dat zij groeie en bloeie".
De heer Klein gaf hierop het woord aan
De heer Klein gaf hierop het woord aan
Mr. Slingenber.g. Deze dankte de kin
deren voor het mooie lied en merkte op, dat
hij er met buitengewoon veel plezier naar ge
luisterd had. Hij hoopte, dat de kinderen een
prettige vacantie gehad zouden hebben en
dat de dames en heeren, die de leiding heb
ben gehad, over het welslagen ervan tevre
den zullen zijn. Spreker wekte de kinderen
op, nu weer trouw naar school te gaan, op
dat zij het volgend jaar weer aan de spelen
mogen mee doen. „Toen het bestuur van
deze vereeniging mijn steun voor een ge
meentelijk subsidie kwam inroepen", aldus
spreker, „stond ik er eerst wat sceptisch
tegenover. Ik dacht toen: „dat is weer een
nieuwe!" en er kunnen er beter een paar af.
Maar nu ik uw werk eens van nabij heb mo
gen aanschouwen, heb ik geen oogenblik be
rouw gehad mijn medewerking verleend te
hebben. Het gemeentebestuur waardeert uw
werk ten zeerste; het. hoopt dit ook in de toe
komst te zullen blijven steunen. Ik ben blij,
dat ik twee maal in het jaar eens wethouder
van Onderwijs mag zijn, omdat ik nu kan
zien, wat door vereende krachten en geheel
uit vrijen wil tot stand gebracht is. Wij vin
den dat heel prettig en ik kan u de verzeke
ring geven, dat het gemeentebestuur dit
werk met veel sympathie gadeslaat. De
ouders zullen dan ook wel dankbaar zijn, dat
hun kinderen van de gevaarlijke straat zijn
gehouden niet alleen, maar dat ze boven
dien op zulk een hoogst aangename wijze zijn
bezig gehouden. Ook het gemeentebestuur is
daar dankbaar voor. Wel is het jammer, dat
het bijna eiken dag geregend heeft, zoodat u
niet alles hebt kunnen doen wat ge u had
voorgesteld. Maar gij hebt dezen tegenslag
flink overwonnen. Wie aan den weg timmert
heeft veel bekijks en ondervindt ook veel
critiek. Gij hebt moeten ondervinden, dat er
over uw werk zelfs ingezonden stukjes in de
krant hebben gestaan. Doch troost u zich
maar. Allen, die goed werk doen, ondervin
den critiek, die lang niet altijd rechtvaardig
is. Wie in het gemeentebestuur zit. kan daar
van meepraten! (Gelach). Gij hebt allen uw
werk voortreffelijk verricht. Het stemt hoop
vol voor wat ge nog van plan zijt te doen. Ik
hoop, dat ge ook het volgend jaar weer even
nuttig werkzaam zult willen zijn". (Applaus).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
MAARDEN
Fa. GEBRs. BRAKEL
SOPHIAPLEIN 6-12 TEL. 10533
Hiermede waren de vacantiebezigheden ge
sloten.
De kinderen bleven nog in het schoolge
bouw achter, waar ze op versnaperingen ont
haald werden.
De bestuursleden begaven zich daarop naar
het Brongebouw, waar de heer Klein onge
veer hetzelfde als in bovengenoemde school
sprak.
Een woord van hulde aan de Vereeniging
voor vacantiebezigheden voor schoolkinderen
en haar wakkeren voorzitter Klein, voor het
nuttige werk, in dezen zomer weer verricht.
NIEUWE BLOEMENWINKEL.
De Gierstraat is nog niet rijk aan nieuwe
winkelpuien, maar er komen er langzamer
hand meer. Een zeer goede indruk maakt de
nieuwe gevel van den bloemenwinkel van den
heer G. Beun, die verplaatst is van no. 63
naar no. 75. Vrijdagmiddag vijf uur is deze
vriendelijke zaak geopend. In een bijzonder
geschikte omgeving zijn nu de potbloemen'
de kransen en de palmen neergezet en ge
hangen. De winkel biedt een royalen aanblik
en het publiek zal hem ongetwijfeld weten
te vinden. De belangstelling bij de opening
was althans reeds groot.
DAMESHOEDEN, BONT EN ODEUR.
De dameshoedenzaak van de firma Simons
is verplaatst van de Kleine Houtstraat naar
Gedempte Oude Gracht 101. Daarmee is een
oud heerenhufs tot een fraaien winkel ge
worden, een onder architectuur gebouwde
lichte verkoopruimte met vele spiegels en vi
trines langs de wanden. Een zaak met twee
groote etalages, waarin menig hoedje een
plaats kan krijgen. En er zijn er heel wat ïn
dezen winkel, want de verscheidenheid van
dameshoeden is groot, en dit is zeer zeker
het geval met de keuze in deze reeds lang
gevestigde zaak. Behalve hoeden verkoopt de
firma Simons bont en ook parfumerieën.
Hedenmiddag drie uur wordt de zaak ge
opend, en wij vertrouwen, dat het er vol zal
zijn van bewonderende dames en heeren.
Het is de moeite waard.
EXAMEN-HOOFDACTE.
Geëxamineerd 8 vrl. candïdaten. Geslaagd
3, namelijk: G. C. M. de Haan, Driehuis;,
C. Faber, Hoorn; M. Meyer, Schermerhorn.
HAARLEM'S DAGBLAD
DE WINSTEN UIT
GEMEENTE-BEDRIJVEN.
PRAE-ADVIES VAN JHR. MOLLERUS VOOR
HET MIDDENSTANDSCONGRES.
„Mededeelingen voor Industrie en Handel"
het officieel orgaan van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Haarlem en Om
streken bevat een bespreking van het prae-
advies van jhr. J. C. Mollerus over gemeente
lijke bedrijfswinsten, voor het 27e Nationaal
Midenstandscongres op 2, 3 en 4 September
te Groningen.
De schrijver gaat na, hoe de gemeente
bedrijven ontstonden na afschaffing van de
accijnzen en bespreekt het monopolistisch ka
rakter van de gemeentebedrijven.
De prae-advlseur is geneigd te zeggen, dat
het monopolistisch karakter der tegenwoor
dige gemeentebedrijven zwakker is, dat dat
van de vroegere concessiebedrijven. Onge
twijfeld zijn er tal van argumenten om in den
tegenwoordigen tijd onze gemeentebedrijven
„in beperkten zin" te noemen.
De gemeentelijke gas- en electriciteitsbe-
drijven zijn in vele opzichten eikaars con
currenten. En ook Is er de concurrentie van
andere brandstoffen en van den oliemotor
naast den gas-of electro-motor. Ook het wa
terleidingbedrijf is niet monopolistisch
meer, meent jhr. Mollerus, en hij herinnert
aan het Haarlemsche bedrijf, dat bijvoorbeeld
groot-verbruikers zelf In overweging geeft
eigen Nortonpompen te slaan.
Dezelfde mogelijkheid, welke hier ge
ïllustreerd is. bestaat in hooge mate voor de
groot-verbruikers van electrischen stroom.
Ook zij kunnen door eigen stroom-opwekking
als het ware een zekeren druk uitoefenen op
de bestaande gemeentelijke electriclteitsta-
rieven.
Ook het monopolistisch karakter van gemeen
telijke middelen van vervoer Is uiterst twij
felachtig. Iedere onjuiste tarifeering zal het
gebruik van eigen vervoermiddelen doen toe
nemen, terwijl ook het aantal voetgangers
zal vermeerderen. Een scherpe concurrentie
strijd ontstaat, die in veel gevallen nog eens
extra wordt aangewakkerd door den slak
kengang, welke nu eenmaal tal van gemeen
telijke trams kenmerkt. De strijd dezer ver
voermiddelen dient zich naar verschillende
fronten te richten.
De prae-advies stelt dan de vraag: Winst
of geen winst? Ilij gaat na, hoe de houding
van de sociaal-democraten tegenover de win
sten uit de bedrijven sinds het begin dezer
eeuw gewijzigd Is, en beziet daarna het ver
schil tuschen bedrijfswinst uit gemeentebe
drijven en belasting, en komt tot de conclu
sie. dat al moge dr. Wibaut de bedrijfswinst
zien als „ondernemerswinst", het publiek haar
ziet als belasting.
Uit een staatje blijkt, dat In vijf der groot
ste gemeenten in ons land in 1927 de bedrijfs
winst werd geraamd In Groningen op 28 pet.
van de geraamde opbrengst der inkomsten
belasting in 's-Gravenhage ruim 30 pet., in
Amsterdam 33 pet. en in Rotterdam 70 pet.
Deze procentueele cijfers zeggen wel iets. al
zijn velen geneigd er meer uit te halen dan
er misschien ln zit, een verschijnsel, hetwelk
niet alleen met betrekking tot di vraagstuk
optreedt, doch hetwelk ook op ander gebied
bij herhaling is waar te nemen. Maar al
zeiden zij niet: al waren zij uisluitend door
cijfermateriaal, dan nog weet een ieder, die
ook maar eenig belang stelt tn een onderwerp
als dit, dat gemeenten van eenige beteekenis
onder de huidige omstandigheden de uitge
keerde bedrijfwinsten niet meer kunnen
missen.
De prae-adviseur vermoedt, dat velen hem
zullen voorhouden, dat geleidelijke terug
brenging dezer winsten toch mogelijk is en
dat daardoor meer gezonde toestanden zou
den terugkeeren. Het is mogelijk, maar de
heer Mollerus is zoo vrij een dergelijke ge-
dachtengang vooralsnog maar ten deele te
aanvaarden en hij zou zelfs willen zeggen:
algeheele terugkeer in den vorm van leve
ring van het product tegen kostprijs is
onder de huidige omstandigheden onmo
gelijk en onjuist. Vooral wanneer men daar
bij in aanmerking neemt, dat gemeenten, die
krap zullen komen te zitten onder de nieuwe
„financieele verhouding" sterk in de verlei-
FEUILLETON
Uit het Duitsch
van RUDOLF IIERZOG.
20)
Ik ben bang, zei ze, dat ik op uw
kostbaren tijd beslag leg.
Dat vat ik op als een toestemming,
meende Schoner. En hij greep naar zijn
hoed.
Glimlachend schudde ze het hoofd. Er
zal niet veel anders opzitten, antwoordde ze.
Inderdaad. Afgezien van mijn eigen be
langstelling voor u, hoe zou ik mijn vriend
Barenfeld onder de oogen durven komen, die
mij op het hart beeft gedrukt voor uw heil
te zorgen, alsof hij uw bloed-eigen broer
was?
Gaat u maar mee, verklaarde ze la
chend. Uw argumenten zullen mij anders
nog verpletteren!
Hij zag haar vol bewondering aan. Hij was
verbaasd over haar elasticiteit om zich over
iets onaangenaams heen te kunnen zetten
en hij werd meegesleept door haar frissche
aantrekkelij kheid.
Bulten was de milde, zoete zomerlucht om
hen heen.
Laten we een eindje gaan roeien op den
Rijn, stelde Schöner voor.
Maar waar denkt u aan. meneer Scho
ner? protesteerde het meisje.
Dan stel ik voor een wandeling te ma
ken langs den Rijn. Maar waarom zouden
twee bevriende menschen niet rustig een
eindje mogen spelevaren als men hun het
wandelen niet verbiedt?
i\ve kunnen omslaan en in 't water val-
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1930
ding zullen komen, hoe langer hoe meer uit
de bedrijven te halen. De tijd is voorbij, dat
de post: Inkomstenbelasting, als de eenige
sluitpost op de gemeentebegrooting voor
komt. Maar dat brengt dan tevens mede, dat
de bedrijfs-directeur zich daardoor een ze
kere rem ziet aangelegd bij de ontwikkeling
van zijn eigen denkbeelden met betrekking
tot de bedrijfsvoering. I-Iet is een gevolg van
de nuchtere werkelijkheid. Men kan niet an
ders meer. Het Lnancieele gemeentelijke
kaartenhuis valt bijna zeker Ineen, zoodra
men de pijler (uitkeering bedrijfswinsten)
wegneemt. Het daardoor ontstane verlies
zou toch hersteld moeten worden. Ergens
moet het vandaan komen en de praeadviseur
ziet dan ook voor hen, die dit wenschen,
geen afdoend middel tot verbetering in een
sterk omlaag brengen dezer uitkeeringen
over de geheele Unie, hoe verleidelijk dit ook
in tal van gevallen zou zijn.
Wat betreft de begrippen „matige" en
„groote winst", daarover bestaat verschil van
meening, constateert de heer Mollerus.
De prikkel tot het maken van winst 00
zich zelf zal zijns inziens medewerken om
het overheidsbedrijf beter te doen functio-
neeren. waarmede geenszins gezegd is, dat-
dus deze winst ongelimiteerd opgevoerd mag
worden. En toch is bij velen het oordeel over
de hooge winsten niet afkeurend, toch ziet
men bij herhaling de politieke leiders van
verschillende nuances ten slotte instemmen
met groote uitkeeringen uit de overheidsbe
drijven. Maar men bedenke dan, dat deze
overeenstemming niet het gevolg is van
overeenkomstige theoretische beschouwingen,
doch voortspruit uit de harde noodzakelijk
heid.
Toch is de prae-advLseur van gevoelen, dat
de uitgekeerde bedrijfswinsten wel degelijk
hier en daar te hoog opgevoerd zijn. in
bedrijfswinsten ziet hij een aanvulling. Waar
deze een domineerden invloed hebben, wake
men er voor, dat de bedrijfsbelangen niet
in het gedrang komen.
De inleider komt dan tot de volgende
conclusies:
1. Het afschaffen der gemeentelijke be
drijfswinsten is onder de bestaande omstan
digheden niet mogelijk en niet wenschelijk.
2. De gemeentelijke bedrijfswinsten behoo-
ren als jaarlijksche bron van inkomsten al
leen secundaire beteekenis te hebben.
Eenige opmerkingen van den heer
W. J. B. van Liemt.
In „De R.K. Middenstand", officieel orgaan
van den Nederlandschen R.K. Middenstands
bond, levert de heer W. van Liemt, voorzit
ter van de afdeeling Klein Bedrijf van de
Kamer- van Koophandel en vice-voorzitter
van de afdeeling Klein Bedrijf van de Ka
mer van Koophandel en vice-voorzitter van
de R.K. Middenstandsvereeniglng te Haar
lem eenige commentaar op het prae-advies
van jhr. Mollerus.
De heer Van Liemt verwondert er zich over
dat het prae-advies er met geen woord over
rept, of hier de belangen van den Midden
stand worden geschaad of niet.
De heer Van Liemt merkt op:
Men zou veronderstellen, dat een Midden
standsbond zich daarmede, zoo niet uitslui
tend, dan toch op de eerste plaats zou bezig
houden. Ik vermoed echter, dat den heer M.
in deze geen opdracht is gegeven, weshalve
hij dus met zijn beschouwingen niet in deze
richting is gegaan. Dit vind ik te .betreuren,
daar het mij en zeker meerderen ten zeerste
zou geïnteresseerd hebben, eens te vernemen
tot welke conclusies de heer M. zou zijn ge
komen. Dit zou n.m. voor een Middenstands
congres het eenig juiste effect van zijn in
teressante beschouwingen zijn geweest.
De heer Van Liemt, zelf 15 jaar lid van den
Raad van Haarlem en bijkans gedurende den
zelfden tijd lid van de Commissie van Bij
stand voor de Bedrijven, gaat na, hoe de
winsten uit de bedrijven een noodzakelijke
aanvulling werden van de belastingen en dan
stelt hij de vraag:
Wat is meer in het belang van den mid
denstand: Het steeds opdrijven van het
percentage der directe belastingen of voor
water, gas. electrischen stroom eenige cen
ten meer betalen per M3 of K.W.U, dan wel
licht strikt noodzakelijk is? Men overwege bij
de beantwoording, dat het koopkrachtige pu
bliek, alvorens het zich ergens vestigen gaat,
niet vraagt naar de prijzen van water, gas,
en electriciteit, doch wèl naar het percen
tage der belastingen, heeft men Icind-eren,
len, merkte ze laconiek op.
Dat zou heerlijk zijn antwoordde hij
onverschrokken. Ik zou naar u duiken, u
naar boven brengen en u zoo aan den rivier
god ontrukken. Aan den oever zou ik u neer
leggen, uw naam roepen totdat u weer bij
kwam en uw oogen zoudt u opslaan met een
blik, waarmee gewoonlijk redders van men-
schenlevens aangezien worden, die uit dank
baarheid bovendien soms nog wel eens méér
dan een blik krijgen
Lieve hemel, zuchtte het meisje, had
ik u toch maar op uw redactie gelaten!
Ik zwijg, antwoordde Schöner, maar
alleen, omdat het mij een dubbel genoegen
is uw vriendelijke stem te hooren.
Maar ik zal niet vriendelijk meer tegen
u spreken.
O, daar dwing ik u wel toe.
Dat zal u niet lukken
Hoe gaat het met uw moeder? Ah,
ziet u wel!
Gertrud von Wald aarzelde even. Toen ech
ter keek ze haar metgezel met een warmen
blik aan en zei: Het is aardig van u. om
aan mijn moeder te denken. Ze is zoo lief.
Vertelt u mij nog eens wat meer van
haar.
Hij was nu ernstig. En Gertrud vertelde:
Mijn vader was „Regierungsrat" en be
gon juist vóór zijn dood carrière te maken.
Daar mijn moeder alleen op haar pensioen
was aangewezen, trok ze zich heelemaal te
rug en leefde eigenlijk alleen voor mij. Ik
heb heel veel aan haar te danken. Ze leefde
ontzettend zuinig om mij een opvoeding te
geven, die, als vader geleefd had, niet beter
had kunnen zijn en haar eenige geluk was
het mij aan niets te laten ontbreken. Zoo
was het in mijn prilste jeugd en zoo is het
nu nog. Mijn kleine proeven van litterair
werk volgde ze met. groote belangstelling en
ze was altijd erg blij als er iets van mij ge
drukt werd.
Die vreugde heb ik dus dezen keer be
dorven, zei Schöner berouw;voL
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
ECHTE FRIESCHE
10-50 et per ons
ook naar het onderwijs en ten slotte naar de
hoedanigheid van een gemeente als woon
stad.
Vooral het vraagstuk der belastingen is
vaak domineerend. Heeft de middenstander
zich wel eens afgevraagd, hoeveel het kan
bedragen, wat hij in een geheel jaar te veel
betaalt aan de Gem. Bedrijven en of dit be
drag soms niet aan één goede klant kan
worden terugverdiend?
Wordt men er zooveel beter van dlie enkele
centen per K.W.U. minder te betalen, de be
lastingen daardoor op te drijven en zoodoen
de het koopkrachtige publiek buiten zijn ge
meente te houden?
Nog een paar opmerkftigen. De groote win
sten worden niet door de particuliere afne
mers opgebracht. Wanneer b.v. bij de electrl-
citeitóbedrijven niet de groote afnemers de
winst in het gemeentelijk laatje brachten,
zou het er voor deze particuliere afnemers
w.o. den middenstand, zelfs bij levering tegen
kostprijs, slecht uitzien, wat de te betalen
prijzen betreft.
Een voorbeeld slechts. Te Haarlem wordt
aan particulieren geleverd pl.m. 6 millloen
K.W.U., aan groot-afnemers (fabrieken,
bram, spoorwegen, P.E.G.E.M., gem. bedrij
ven en verlichting enz.) pl.m. 28 millioen
K.W.U. Wanneer men nu bij hooge taxatie
aanneemt dat bij deze 6 milloen K.W.U. aan
particulieren, minder dan 3 millioen dooi
den middenstand wordt afgenomen, en
buitendien ook de middenstand eventueele
winstderving bij de gem. bedrijven mede
heeft aan te vullen door het betalen van
hoogere belastingen, komt mij de vraag vol
komen gewettigd voor: Wat is in deze het
waarachtig belang voor den middenstand?
Een antwoord op deze vraag zou in het zeer
lezenswaardig en belangrijk prae-advies van
jhr. Mollerus zeker op zijn plaats zijn ge
weest.
VACANTIEBEZIGHEDEN VOOR
SCHOOLKINDEREN.
VRIJDAGMIDDAG GESLOTEN.
In ons nummer van Zaterdag 2 Augustus
hebben we uitvoerig verteld van de vacantie
bezigheden voor schoolkinderen in den tuin
van het brongebouw en op de terreinen van
het Huis ter Zaanen. waardoor gedurende
ongeveer drie weken niet minder dan elfhon
derd kinderen van de straat en haar ontel
bare gevaren verwijdrd zijn gehouden. In een
onderhoud, dat wij met den heer H. H. Kraan,
één der hoofdleiders, mochten hebben, deelde
hij o.a. mede, dat er voor deze vacantiebezig
heden uifc den aard der zaak ook op regen
gerekend was, maar hij drukte toen den
wensch uit, dat de regen dan maar het liefst
In de nachtelijke uren zou vallen. Die wensch
is vervuld: het heeft gedurende deze drie
weken eiken nacht gereknd, maarhelaas
ook op lken dag!
Toch hebben de dames en heeren, die de
leiding op zich genomen hebben, niet ver
saagd. Onvermoeid trokken zij er eiken dag
weer op uit, om de tijdelijk aan hun hoede
toevertrouwde kinderen op een aangename
wiize bezig te houden.
Vrijdagmidag zijn de vacantiebezigheden
officieel gesloten. Op een ons toegezonden uit-
noodigingskaart lazen we, dat deze plechtig
heid bij gunstig weer op de terreinen van
het Huis te Zaanen en bij ongunstig weer in
het schoolgebouw aan de Overtonstraat zou
plaats hebben.
Moet het nog gezegd worden, dat het weer
natuurlijk ongunstig was?!
De bijeenkomst had dus plaats fti genoemd
schoolgebouw, met het gevolg dat niet alle
kinderen toegelaten konden worden.
Onder de genoodigd enwas Mr. L. G. van
Dam, in zijn kwaliteit als voorzitter van de
Vereeniging voor Volksonderwijs. De heer W.
Roodenburg, die als wethouder van Onder
wijs een sluitingswoord zou spreken, was uit-
stedig. Het gemeentebestuur werd nu ver
tegenwoordigd door wethouder Mr. M. Slin-
genberg.
De voorzitter van de Vereeniging voor va
cantiebezigheden voor schoolkinderen, de heer
H. J. Klein, sprak een kort openingswoord,
waarbij hij zich allereerst tot de kinderen
wendde. „Als jelui nu eerst eens een liedje
wilt zingen", zeide hij, „dan kunen de ge-
noodlgde niet alleen hooren dat je een eigen
Het meisje schudde het hoofd. Toch niet,
meneer Schöner. Ze is niet kleinzielig en
heeft een groote mate van menschenkennis.
Zoo praatten ze een tijdlang voort. Bij het
afscheidnemen vroeg hij of hij haar spoedig
weer eens op een wandeling mocht verge
zellen.
Ik zal er eens over denken, antwoordde
ze, terwijl ze sneller ademde. Voor van
daag nemen we in elk geval afscheid.
Hij drukte haar de hand. Tot weerziens
dan.
Toen Gertrud von Wald den volgenden
morgen met haar moeder aan de koffietafel
zat. vertelde zij. dat haar roman door de
redactie was geweigerd. De oude dame nam
de hand van haar dochter en streelde die.
Geef den moed, maar niet op, kind, in
geen geval. Het oordeel van dien redacteur
is toch geen maatstaf voor andere kranten.
In dit geval wel, moeder. Ik heb name
lijk ingezien dat hij gelijk heeft.
En dat zeg je op zoo'n luchtigen toon?
Och ja, moeder, van ons zomerreisje zal
nu wel niet komen. Maar misschien heb ik
succes met mijn nieuw werk en in den herfst
is een reisje eigenlijk veel prettiger. Ziet u,
moedertje, het hindert me dezen keer in 't
geheel niet, dat ik geen succes met mijn ro
man heb. Anders was ik toch per slot van
rekening in allerlei onverkwikkelijke onder
werpen vervallen.
Vroeger sprak je toch heel anders, kind.
Och moedertje, ieder jong meisje heeft
zoo haar tijd, dat ze dweept met vraagstuk
ken. die voor haar te hoog liggen. Dat zijn
kinderziekten. Een vrouw, die de toegewijde
kameraad van den man is, een liefhebbende
moeder, een aardige gastvrouw, is aantrek
kelijker dan een geëmancipeerde, die door
haar briÜeglazen de wereld verstard zit aan
te kijken. U kijkt me verwonderd aan? voeg
de ze er blozend aan toe.
Hoor eens, zei mevr. Von Wald met vroo-
lijken ernst cn ze trok het blonde hoofdje van
De heer Klein zei. dat het bestuur dezer
vereeniging getroffen is door de royale wijze,
waarop het gemeentebestuur heeft medege
werkt. „Toen ik Mr. Slingenberg met zijn
breeden rug voor de brandkast van Haarlem
zag staan", zei spreker, „vreesde ik het ergste,
maar het is erg meegevallen. Mr. Slingen
berg is veel beter geweest, dan we gedacht
hebben! (Gelach). Ik breng echter niet al
leen mijn dank aan het gemeentebestuur,
maar ook aan allen, die zich zoowel moreel
als financieel voor de vacantiebezigheden ge
ïnteresseerd hebben. Kinderen van openbare
en bijzondere scholen hebben in grooten ge
tale aan de spelen meegedaan."
Spreker dankte Mr. Slingenberg voor de
toezegging van verderen steun en deelde
mede, dat het bestuur hiervan geen misbruik
zou maken. Hij vestigde er de aandacht op,
dat deze vacantiebezigheden allereerst be
doeld zijn voor de bleekneusjes, die altijd
thuis op broertje of zusje moeten passen en
die nooit verder komen dan de straat, waarin
ze wonen. Met het mooie weer waren alle
kinderen eiken dag op het appel en op de
regendagen kwamen er toch ook nog 600.
De heer Klein las een paar briefjes van
ouders voor, om aan te toonen hoe dankbaar
ze zijn. Hij dankte de bestuursleden, voor
wat ze gedaan hebben, en noemde daarbij
speciaal Mevrouw Brandon en Mevrouw
Boerma. Deze dames vooral hebben eiken dag
weer opnieuw al hun krachten gegeven. Ook
dankte hij den onbekenden milddadige, die
een gift van 1000 geschonken had. Ten
slotte dankte' hij de gemeenteambtenaren
voor hun medewerking en de twee hoofd
leiders, de heeren Beunder en Kraan. De
heer Klein deed een warm beroep op hun
steun voor het volgend jaar.
De kinderen uitten toen hun dankbaarheid
in de volgende bewoordingen:
Wij danken allen, die ons deze
vacantie hebben bereid,
Wij hopen dat Gij 't volgend jaar
Heel Haarlem's jeugd verblijdt.
het meisje naar zich toe. Je praat alsof.,
Ben jemisschienverliefd?
Moeder! riep Gertrud en ze rukte zich
snel los. Een gloeiende blos was op 'haar ge
zicht gekomen. Ze wilde wat zeggen, maar op
hetzelfde oogenblik werd gebeld.
Het was de postbode en Gertrud ging naar
voren.
Correspondentie, kind? vroeg haar moe
der, toen ze weer binnen kwam.
Een brief voor mij, moeder.
Gertrud opende langzaam de enveloppe.
Haar oogen zochten naar de onderteekening.
Joseph Schöner, las ze.
Van wien? vroeg haar moeder uitvor-
schend.
Het komt van de krant, moeder, ant
woordde Gertrud. Het is een schriftelijke
bevestiging van het onderhoud dat ik giste
ren op de redactie heb gehad.
Die maken wèl haast om je humeur te
bederven, merkte mevrouw von Wald op.
Erger je maar niet, kind.
Hierop ging ze naar de keuken om voor het
middageten te zorgen.
Gertrud verstond de kunst van het liegen
slecht. In dit geval was het gelukkig dat me
vrouw von Wald's oogen niet heel scherp
meer zagen; de plotselinge verandering van
kleur op de wangen van haar dochter had
haar anders niet kunnen ontgaan. Daarbij
was het Gertrud onmogelijk zich er reken
schap van te geven waarom ze haar moeder
niet de waarheid had verteld; den eersten
keer dat ze zoo iets deed! Want dat de brief,
al droeg hij ook de onderteekening van
Schöner, weinig „redactioneel" was, had ze
dadelijk begrepen. Ze danste van opwinding.
Wat stond er op het papier,
Och hemelverzen? Ze ging bij 't
venster staan en las het gedicht, dat Schö
ner dadelijk, nadat hij van zijn nieuwe vrien
din afscheid genomen had, uit de pen was
gevloeid, als herinnering aan hun wandeling
en hun opgewekt gesprek.
WANDELING DOOR HET GOOI
De Natuurvriendengroep van het Instituut
voor Arbeiders Ontwikkeling organiseert een
wandeling door het Gooi, welke is ontworpen
door den A.N.W.B. en de V.V.V. aldaar op
Zaterdagmiddag 30 en Zondag 31 Augustus.
De geheele route is 54 K.M. Zij vangt aan
en eindigt te Laren.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Terug te bekomen bijSweers, Papentoren-
vest 3D, autoslinger. Fransen, Ged. Oude
gracht 46, notitieboekje. Prent, Amsterdam-
straat 3c, horloge. Kruijswijk, Bakkerstraat
22, handschroef. Franken, Pieter Kiesstraat
29, regenjas. Bur. v. politie, Smedestraat, jas.
Zegwaard, Dijkstraat 14, katje. Kok, Wouwer-
manstraat 83, 2 zwarte katten. Kennel Fauna,
2 grijze en 1 wit-zwarte kat; grijze kat, ge
bracht door: Beukeman, Oranjekade 29; idem,
gebracht door: De Nijs, Nieuwe Gracht 12;
zwarte kat, gebracht door: v. Zwol, Leidsche-
straat 23, gebracht door: Gerards, Lombok
straat 22; idem, gebracht door: Bremer,
Friesche Varkensmarkt. Wagemaker, Oranje
boomstraat 7, hondenpenning, v. Dam,
Raamsteeg 12, autoslinger. Teljeur, Linscho-
tenstraat 66, portretspiegeltje. Donkerlo,
Zandvoortschelaan 22, Heemstede, tasch.
Moerkerk, v. Eedenstraat 13, taschje met in
houd. Steenkist, Kenaustraat 8e, ring. Ctang-
rijp, Duvenvoordestraat 42, rijwielbelasung-
merk.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. oer regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTEL JORIS STRAAT 16 TEL. 10756
Een meisje in een wankele boot.
Alleen de hoop was haar piloot
Voer xüt op zee.
Hoop is een slechte kapitein,
Een golf nam op het maagdelijn,
De boot zonk mee.
Het kind drijft snel weg van het land,
Ze klemt zich niet aan zeil of want,
Aan roer of stang.
Ze zinkt en drukt met vaste hand
Aan 't hart een dikken foliant.
Die maakt haar bang!
Een inktvisch mopp'rend op den grond,
Ziet 't lieve meisje, jong en blond
Dat was een prooi!
Slechts oude kerels met 'n bril,
Is wat de zee hem geven wil....
Maar dit is mooi!
't Poliep-beest slaat zijn armen stijf
Om 't ranke, slanke meisjes-lijf
En spreekt: Ei, ei!
Ze roept: Mijn zelfbedacht verhaal
Bied ik u als een offermaal
Maar laat mij vrij
Het monsterdier lacht loensch en leep:
Die aan d' inktpot éénmaal zich vergreep
Die laat het niet.
Zij maakt haar hand met inktvuil vol
Als wratten op een tooverkol
Haar schoonheid vliedt!
Schenk d' inktvisch dus je liefde maar
Hij schrijft voor zich en u voorwaar
Jij houdt je blanke huid!
Wat heeft het meisje toen gedaan?
Laat zij den guit'gen inktvisch staan?
En lacht hem uit???
Eerst had Gertrud een gevoel van spanning,
maar toen ze het gedicht verder las, was ze
geamuseerd. Toen ze aan het slot kwam,
werd ze vuurrood en met- bevende lippen en
groote oogen staarde ze op het papier.
(Wordt vervolgd).
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
MEUBELEN
Levering direct aan particulieren, Dressoir, tafel, 2 fauteuils, 4 stoelen moquette, theemeubel, spiegel
2 schilderijen, samen f 118.—. Q. A. Buffet met bolle deuren f 62.50
Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen. Bedden, Dekens, enz.
Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING.
NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMl". Modelkamer, mor Haarlem: KONINGINNEWEG 18