BUITENLAND
WAT PILSOEDSKJ VAN PLAN IS.
LANGS DE STRAAT.
Stofzuigerhuis MAERTENS
Alle merken Stofzuigers
Maurice Chevalier.
fc
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 27 AUGUSTUS 1930
TWEEDE BLAD
Hij kondigt herziening der Grondwet aan.
Bescherming van de staatskas tegen Parlementsleden.
De oppositie „een zwijnenstal
Krasse maatregelen der revolutionnarrtu
in Peru.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Maarschalk Pilsoedski heeft zich tegenover'
een medewerker van de officieuze Gazeta
Polska uitgelaten over zijn plannen in 't al
gemeen.
Hij heeft zich in dit interview zooals
trouwens te verwachten was niet bepaald
vriendelijk uitgelaten over de oppositie.
De maarschalk richt scherpe aanvallen op
de grondwet en den Landdag. Hij noemt de
grondwet onzuiver, daar men haar naar be
lieven kan interpreteeren. In het bijzonder
oefent hij kritiek op de bepalingen betreffen
de de parlementaire meerderheid. De herzie
ning van de grondwet zal zijn belangrijkste
taak zijn.
Verder richt Pilsoedski zich tegen de op
positie. Hij betitelt haar als een zwijnenstal.
De afgevaardigden vragen volgens hem steeds
maar weer om geld. Zijn voornaamste zorg
zal daarom zijn de staatskas tegen de parle
mentsleden te beschermen. De coalitie van
centrum en linkerzijde noemt Pilsoedski een
misgeboorte. Hij wil den staat nieuw organi-
seeren en een nieuwe grondwet geven. De
inhoud van het interview heeft groot opzien
verwekt.
Inbeslagneming van Ver
mogens in Peru.
Volgens berichten uit Lima hebben de re-
tolutiomfairen een proclamatie gepubliceerd,
waarin o.a. gezegd wordt, dat de internatio
nale verdragen volkomen zullen blijven ge
handhaafd, dacht echter de monopolies zul
len worden afgeschaft en de vermogens van
alle aanhangers der vorige regeering in be
slag zullen worden genomen. Verder zullen
in de diplomatieke vertegenwoordiging per-
soneele veranderingen worden doorgevoerd,
terwijl algemeene verkiezingen zullen worden
uitgeschreven. Binnenkort zal politieke am
nestie worden gegeven. De vroegere president
Leguia welke zich thans op een oorlogsschip
bevindt, zou, naar verluidt ernstig ziek zijn.
Treviranus nog eens over de
Oostgrens.
Minister Treviranus heeft nogmaals de
■herziening der oostelijke grens ter sprake
gebracht, in een onderhoud met een aan
tal partijleiders te Koningsbergen.
Hij zeide, in zijn vroegere reden geen
ëischen te hebben gesteld, doch slechts te
hebben geconstateerd, dat de grensbepaling
de beide volken. Duitschland en Polen, ver
ontrust en den vrede in Europa in gevaar
brengt. Om herziening der verdragen te ver
krijgen, moet de competente regeering zich
tot den Volkenbond wenden. Natuurlijk mag
men niet van dit gebruik afwijken, zulks
reeds om anderen mogendheden niet de ge
legenheid te geven andere wegen te volgen.
De minister zeide ten slotte, dat hij in zijn
kiesprogram herziening van het Youngplan
en der oostelijke grenzen elscht.
Het helsche verklezingsrumoer.
De oprichter der Duitsche staatspartij dr.
Koch, heeft voor een groot gehoor het pro
gram der partij besproken, waar hij vooral
de verhouding tot de sociaal-democratie be
sprak. Volgens spreker zijn de sociaal-demo
craten aangewezen op samengaan met de
middenpartijen want een meerderheid met
nationaal-socialisten en communisten kan
hun niet aangenaam zijn. De middenpartijen
moeten evenwel zichzelf sterk maken; daar
om is de staatspartij opgericht. Tegen de
terroristische daden der radicalen is een
krachtig optreden noodzakelijk; de partijen,
die de staatsgedachte aanvaarden, moeten
daarbij samenwerken.
Tijdens de redevoeringen op deze verga
dering veroorzaakten de talrijke aanwezige
nationaal-socialisten groot tumult, zoodat
de politie te hulp moest worden geroepen.
Aan het eind der bijeenkomst brak opnieuw
een helsch rumoer los, zoodat de politie met
den gummistok moest optreden. Bloedige
botsingen hadden echter niet plaats.
„Ma's" nederlaag.
Gelijk men heeft gelezen heeft „ma" Fer
guson bij de gouverneursverkiezing in den
staat Texas op verpletterende wijze de ne
derlaag geleden tegen den oliemagnaat Ross
Sterling. Het hoofdpunt in den verkiezings-
strij d een4 der verbitterdste in de politieke
geschiedenis van Texas was het z.g. „Fer-
gusonism", dat, volgens de tegenstanders
van mrs. Ferguson, gelijk stond met onver
antwoordelijke regeering, aldus het Hbld.
Met zichtbaar gevolg werd beweerd dat
„ma" Ferguson nooit Texas heeft geregeerd,
toen zij in 1927—1928 werd gekozen, doch
slechts optrad als de figurante van haar
echtgenoot, James Ferguson, den vorigen
gouverneur, die in staat van beschuldiging
werd gesteld. Een tweede belangrijke punt in
den verkiezingsstrijd was „ma"s belofte om
2000 veroordeelden in vrijheid te zullen stel
len zoodra zij aan het bewind kwam. De vrij
gevigheid met gratieverleeningen was een
der voornaamste punten van aanval op de
Fergusons. Gedurende hun ambtstijd kre
gen meer dan 6000 veroordeelden gratie, zoo
dat men hen er van beschuldigde dat zij een
beroep deden op de misdadige elementen in
de steden. Ferguson, die advocaat is, werd
er van beschuldigd dat hij de zaken van ver
oordeelden, die om gratie verzochten, be
hartigde en groote honoraria voor zijn dien
sten aanvaardde.
Aartshertog Albrecht gaat
trouwen.
Uit Boedapest wordt bericht, dat aartsher
tog Albrecht gaat trouwen met de geschei
den echtgenoote van den vroegeren Hongaar
schen gezant, Ludwig von Ruduay, hetgeen
gepaard zal gaan met een naamsverandering
van den aartshertog, aldus de N. R. Ct.
Deze heeft zijn aanstaande vrouw leeren
kennen in Den Haag. De familie heeft zich
eerst krachtig verzet tegen de plannen van
den aartshertog, maar tevergeefs. Hij heeft
zooals men weet, indertijd een bezoek ge
bracht aan aartshertog Otto in België, om
diens toestemming als hoofd van het Huis
Habsburg te erlangen en tevens de belofte
van trouw aan den jeugdigen aartshertog af
te leggen, jaarna is hij naar Brazilië ver
trokken, waar hij groote landgoederen wil
koopen.
Nader verneemt het Persbureau Vaz Dias
uit Londen, dat de aartshertog Zaterdag jJ.
te Brigthon reeds in het geheiqi is getrouwd
met Mme. Irene Lelbach.
VON GRONAU TE NEW-YORK
AANGEKOMEN.
Uit New York wordt gemeld:
De Oceaanvlieger von Gronau is Dinsdag
om 20 uur 43 min. M.E.T. over het Battery-
eiland gevlogen. Vijf minuten later daalde hij
onder enorm enthousiasme der bevolking op
het watervlak naast het Vrijheidsstandbeeld.
De aankomst heeft, tegen alle verwachting
in, zoo vroeg plaatsgehad, dat de voorberei
dingen voor de ontvangst nog niet voltooid
waren. Het Zweedsche stoomschip „Macon",
met vertegenwoordigers van gemeente
bestuur, leger en marine aan boord, was kort
voor de aankomst voor anker gegaan. Het
enthousiasme van de menigte in het Battery
Park was buitengewoon groot. De vliegers
zagen er, ondanks de inspanning der laatste
dagen, opgewekt uit. Zes stoomschepen van
de politie brachten de vliegboot naar het
Battery Park, waar zij onder het geloei van
ettelijke sirenes officieel begroet werden. De
huizen en de schepen in de haven waren
feestelijk met vlaggen versierd.
Ongeveer 10.000 menschen waren in Batte
ry Park bijeengestroomd, teneinde von
Gronau en zijn. makkers te verwelkomen. De
officieele begroeting had plaats door een ver
tegenwoordiger van burgemeester Walker en
den Duitschen consul te New-York. Von
Gronau gaf in zijn antwoord een kort en een
voudig overzicht van den tocht. Over zijn
verdere plannen verklaarde de vlieger, dat
deze afhingen van berichten uit Duitschland.
Na de ontvangst begaven de vliegers zich
weder aan boord van hun vliegbootrteneinde
die voor den duur van hun oponthoud in
New-York naar North-Beach te brengen.
HEVIGE BOSCHBRAND IN
ITALIë.
Door een grooten boschbrand is het bosch
waardoor het bekende Capucijnerklooster.
Monte Cassino in de provincie Napels wordt
omgeven, grootendeels platgebrand. Eerst
na urenlang werken, slaagde men erin het
vuur, dat reeds het kloostergebouw bereikt
had, meester te worden. De materieele
schade wordt op meer dan een half millioen
lire geraamd.
WEER EEN AANSLAG IN
BRITSCH-INDIë.
Uit Calcutta wordt gemeld,, dat door he
den, Woensdag, opnieuw een bomaanslag is
gepleegd. Thans op het hoofdbureau van
politie. Drie personen werden licht gewond
door bomsplinters, terwijl het gebouw
slechts licht beschadigd werd.
AGENDA
Heden:
WOENSDAG 27 AUGUSTUS
Tent Kinderhuissingel tegenover de Nieu
we Gracht. Spreker K. Rozendal voor de
Tentzending „Genade en Waarheid", 8 uur.
Schouwburg' Jansweg: Revue; „Laat
waaien", 8.15 uur.
Palace: „De weg naar roem". Variété: The
Prince Sisters en Karin Kosska. 2.30, 7 en
9.15 uur.
Luxor Tlieater: „Onder Moeder's dwang"
en „Leve de Schoonheidskoningin". Tooneel:
Les Sanpedro's, acrobatiek en equilibrisme.
2.30 en 8 uur.
Rembrandt Theater: „Innocents of Paris"
(Hiet lied van Parijs) 2.30, 7 en 9.15 uur.
Tooneel: The Nagels, Ikarische spelen.
DONDERDAG 28 AUGUSTUS
Groote Kerk: Orgelbespeling 34 uur nam.
Gem, Concertzaal. H. O. V.; Concert, o.l.v.
Marinus Adam, 8.15 uur nam.
Tent Kinderhuissingel tegenover de Nieu
we Gracht. Spreker K. Rozendal voor de
Tentzending „Genade en Waarheid", 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags, toegang vrü.
Maneschijn.
Het bankje stond er
erg goed. Aan den
kant van den weg,
achter wat boomen
verborgen voor de we
reld. En het gaf niet
of het woei en storm
de, het deed er niets
toe, dat 't gras onder
hun voeten drijfnat
was, dat de weg ach
ter de zwiepende boo
men lag te glimmen
als een verraderlijke,
slijmerige rivier, het
was heelemaal niet
erg. dat de heele we
reld donker en klam
en unheimisch was.
Zoolang ze met zijn
tweeën op dat bankje
naar de maan konden
zitten kijken, en niet
al te veel zeggen, en
bij tijden nog 'n beet-
konden gaan zitten,
omdat het er dan nog meer op leek, of zij
de twee eenige levende wezens ter wereld
waren, vonden ze het opperbest.
Ieder ander mensch had al met een zucht
van tevredenheid zijn gordijnen dicht getrok
ken, en geconsateerd, dat zijn kamer twee
rn zal zoo gezellig was, als de wind buiten gier
de, en de wolken met een vliegende vaart
langs een zwarten hemel joegen. De paar
poesen, die nog buiten op avontuur uit waren
hadden gloeiende spijt van hun dwaze nei
gingen, en gingen haastig aan hun diverse
deuren staan miauwen om binnen gelaten te
worden; de hond had zich al lang in zijn
hok geretireerd en vond dit nu net lekker
weer om zijn snoet op zijn voorpooten te leg
gen, en diep en lang te slapen; de muggen',
die nog niet aan longontsteking waren ge
storven, hadden gezamenlijk overleg gepleegd
en geconstateerd, dat de maand November dit
jaar blijkbaar een beetje vroeger was dan
anders en zich met naarstigen ijver aan hun
winterslaap gewijd.
En toch zaten daar buiten op dat bankje
nog die twee dwazen, die het waarschijnlijk
in de onderwereld nog goed zouden hebben
gevonden als ze maar samen waren, en ge
noten. Een uil zat twee boomen verder met
een nijdig gekrijsch zijn gal uit te spuwen,
omdat hij het geen manier vond, dat een paar
menschenkinderen zoo de lugubere nachten
kwamen storen, die zijn particulier eigendom
waren, en de wind zweepte en ranselde de
boomen, tot zelfs hun zwaarste takken jam
merlijk kreunend bogen onder zijn geweld.
Zij legde haar hand even liefkoozend op de
zijne en legde haar hoofd op zijn schouder
om naar de maan te kunnen kijken, die als
een groote bleeke matglazen bol aan den
hemel stond.
Hij keek omhoog, en legde zijn arm nog wat
verder om haar heen.
Ze zeiden niets, maar ze wisten, dat voor
hen die maan altijd wat heiligs zou blijven
Wat er ook gebeurde, zij zouden altijd naar
hem kunnen opkijken, en zich dezen avond
herinneren. Het was onzin, dat de maan koud
en kil was; hij was stil en wit en trouw als
een veilige wachter. Hij zou altijd hun maan
blijven. Zij zouden altijd het gevoel hebben,
of de maan hen aan elkaar gegeven had.
Zij vergaten den tijd. De uil zat valsch naar
hen te kijken. En opeens was er een harde
rukwind en wat gerinkel van glas. Toen ze
opkeken was de maan weg. En er was alleen
nog maar een leege lantaarn paal, en een
paar stukken matglas op den grond aan zijn
voet.
Zwijgend, rillend zijn ze weggegaan. Ik weet
niet wat ze dachten. Maar de uil lachte hen
na, zoo gemeen, zoo luguber, dat zelfs de
wind van schrik even stil werd, en zich af
vroeg, of het misschien toch waar zou zijn.
dat de uil en de duivel elkaar niet vreemd
waren. Maar met een rilling schudde hij die
griezelige gedachten van zich af, en blies weer
door. Dat was ten slotte zijn vak. De rest ging
hem niet aan.
W. T.
DR. POSTHUMA OVER HET
BOYCOT-WAPEN.
VELEN MOETEN STEUNEN.
Bij de opening van de vergadering van den
Alg. Nederlandschen Zuivelbond (F.N.Z.) te
Utrecht heeft de voorzitter dr. F. E. Posthuma
een met betrekking tot de boycotactie be
langrijke openings-rede gehouden.
Bij de feestelijkheden, aldus dr. Posthuma,
die hebben plaats gehad bij de ontruiming
van het Rijnland zeide een hooggeplaatst per
soon: „Wanneer eenmaal het Saargebied
ontruimd is, staat niets meer den vrede van
Europa en de verzoening der buurvolken in
den weg".
Spr. veroorlooft zich het niet met deze
woorden eens te zijn. Men spant zich in, zegt.
spr., om op economisch gebied de' terrein
oneffenheden plat te strijken. Heel erg slaagt
men daarin niet. Hier en daar ziet men wei
vruchten, al zijn het ook kleine, van wat men
in het spraakgebruik heeft genoemd „den
geest van Genève". Een van deze vruchten
is de handelsovereenkomst die men dit jaar
op 24 Maart j.l. heeft gesloten.
Spr. gaat uitvoerig die bekende handels,
overeenkomst na en wat sindsdien tusschen
twee landen, die spr. niet noemt, gebeurd
is.
De vraag, welke spr. thans wenscht te be
antwoorden is: Wat kunnen wij zelf doen als
gevaren als een te hoog invoerrecht dreigen,
werkelijkheid worden? Als men onze produc
ten niet toelaat, dan is daarvan het gevolg
dat wij geen vorderingen in geld krijgen op
het betrokken land en als wij geen vorderin
gen krijgen op het betrokken land. is het ge
volg daarvan, dat wij er ook niet gemakke.
lijk kunnen koopen. De noodzakelijkheid zal
ons wel dwingen tot dit niet-koopen, doch
zouden wij het ook een beetje kunnen be
vorderen door het doelbewust te doen.
Men mag ons allen en mij persoonlijk, zegt
spr., gerust rekenen tot degenen die niet wil»
len vechten, in welken vorm dan ook. Ik ben
echter, zegt spr., ook totaal ongeschikt om
„aap wat heb je een mooie jongen" te spelen.
Dit laatste acht spr. door de oneerlijke waar
heidsliefde, waarvan het uitgaat, in zijn ge
volgen veel gevaarlijker dan een flinke vecht
partij. Meent eenig land, welk dan ook, door
zijn invoerrechten onze uitvoer onmogelijk te
moeten maken, dan zal spr. het recht daar
toe erkennen. Doch hij zal zoo hard hij kan
van zich afslaan en iedere benadeelde daar»
toe opwekken.
In zooh geval doen zich echter verschil
lende moeilijkheden voor. Wie verzochten in
het betrokken land de regeering om de in
komende rechten op onze boter en kaas te
verhoogen? Dat waren de boeren van dat
land. En aan wie zeggen wij door in dat land
doelbewust niet te koopen de cliëntèle op?
Dat zyn meestal de industrieelen in dat land.
Heel juist werkt onze weigering om in zoo'n
land te koopen in dat geval niet. Als wij
echter den steun krijgen van de industrieelen
in het andere land, doordat zij leeren be
grijpen, dat wij hun producten niet meer
wenschen, dan moeten wij het verder maar
aan deze industrieelen overlaten om onze
standgenooten aan het verstand te brengen
dat zij van hun regeering te veel hebben
gevraagd. Wij krijgen dan wel dit wonder
lijke verschijnsel, dat wij op die stand ge»
nooten, met wie wij internationaal zoo ge-
noegelijk samenwerken, hun eigen landge-
nooten loslaten en wij bevorderen dan ook
niet den vrede in dat land, maar vechtende
voor onzen eigen stand, zullen wij over deze
kleinigheden dienen heen te stappen.
En nu wil spr. nog eens met nadruk zeggen,
dat hij niet vechten wil, integendeel alles
doen, om den vrede te bevorderen. Echter, de
wijze waarop gevochten zal moeten worden,
zal natuurlijk nauwkeurig mceten worden
overwogen. De vraag dient onder de oogen
te worden gezien of wij als het geval zich
voor doet, sterk genoeg zijn om alleen het
doel te bereiken en het schijnt spr. toe, dat.
wij steun dienen te vragen overal waar wij
dien in ons eigen land maar kunnen krij
gen. Het belang d,at Nederland bij den zuivel»
bereidenden boerenstand heeft, is groot ge
noeg om ons te veroorloven een beroep op
onze landgenooten te doen om een economisch
front te vormen. Of die steun, als de zuivel
in nood verkeert zal worden verleend? vraagt
spr. Na hetgeen de afgeloopen weken hebben
geleerd, durft hij op deze v>aag niet vol
mondig bevestigend te antwoorden.
Hoewel wij zeer dankbaar mogen zijn
voor den zoo ruimschoots ontvangen steun,
bleek toch in de afgeloopen weken voldoen
de dat vele menschen alleen naar hun
eigen winkeltje kijken. Zeer sterk heeft het
spr. daarbij getroffen, dat velen niet be
seffen wat het voor Nederland beteekent
wanneer tweemaal honderdduizend boeren
met hun gezinnen in hun bestaansmoge
lijkheid zeer sterk worden bedreigd. Velen,
begrijpen niet dat als deze twee maal hon
derdduizend boeren armer worden ook dat
zoo zeer geliefde eigen winkeltje een groot
deel der klanten minder zal zien. Reeds uit
eigen zelfbehoud hadden velen ons moeten
bijstaan. En dan is er nog een heele groep
Nederlanders, die in deze met ons kunnen
meewerken. Spr. bedoelt die personen, die
op de een of andere manier het pacifisme
willen bevorderen. Spr. beseft, dat men wel
zal beginnen te zeggen: Maar dat gaat niet
zoo gemakkelijk.
Het zijn echter vragen die spr. gaarne ter
beantwoording voorlegt aan al die grooten
in Europa, die nu reeds eenige jaren te
zamen komen en in steeds mooiere rede
voeringen de bevolking kond doen hoe het
zal kunnen, doch die thuis gekomen de
macht missen om daden, die vierkant in
strijd zijn met hun woorden, te voorkomen.
Ook voor deze pacifisten geldt het: Te
Wapen! Van twee dingen één: of ophouden
met samenkomsten als die van den Vol
kenbond, of door daden toonen, dat men
aan het streven van dit instituut wil mede
werken. Ook in deze waarheid bovenal. (Ap
plaus.)
Hiermede was de vergadering geopend.
Besloten werd een telegram van hulde
te zenden aan H. M, de Koningin.
INGEZONDEN 1UEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Barteljorissir. 16 Tel. No. 10756
Het is onze gewoonte bij tijd en wijle den
lezers opmerkzaam te maken op de goede
momenten uit de geschiedenis van de
film. Een geschiedenis che iedere week, met
ieder nieuw programma wordt voortgezet
en die steeds weer verrassingen oplevert.
Maar al te zelden zijn de werkelijk artis
tieke resultaten van de filmproductie. Want
de bioscoop is nu eenmaal geen tempel der
kunstAf en toe echter springt uit den
onvruchtbaren bodem van de filmstudio's
een bloem op, die gekoesterd schijnt te zijn
niet alleen door de violette stralen van de
schijnwerpers maar ook door den zon van
het kunstenaarschap. Wij spreken nu niet
van de films, die de scheppingen zijn van
de voorhoede, van de zoekers, van een Ca-
valcanti, een Eisenstein, een Poedowkin of
een Ivens, maar van de films die in Holly
wood of Neubabelsberg tot stand komen.
Want ook in die millieus van schijn en
gouddorst komt wel eens iets moois tot
stand. Maar het merkwaardigste product
dat ons ooit onder de oogen kwam is toch
wel de film „Innocents of Paris" waarin
Maurice Chevalier, de Fransche liedjeszan
ger, de hoofdrol speelt.. Waarom merkwaar
dig? Wel omdat het verstandelijk gespro
ken, en vooral qua inhoud, een prul is, om
dat het uit een oogpunt van filmkunst, niet
eens in aanmerking komt voor een serieuze
bespreking, en omdat het toch alle bezwa
ren ten spijt, een voortreffelijke film is.
Voortreffelijk is deze film omdat hij voor
drie kwart van een alle critiek vernie
tigende tintelenden levensdurf is, omdat
dezen Chevalier de vreugde, de lust om te
zingen, de heerlijke overmoed uit de oogen
stralen omdat deze Pa rij zenaar hoewel
hij voor dezen keer op een allergrappigst
maniertje Engelsch spreekt, een kun
stenaar van het woord is, en omdat hij het
chanson vertolkt zooals alleen maar een
Fransehman dat kan doen: geestig, overtui
gend, warm en kleurig. Een film als „do
Zingende Dwaas" kan in mijn oogen geen
genade vinden omdat er op een hevige ma
nier in gesold wordt met verhoudingen die
in het werkelijke leven mooi en ontroerend
kunnen zijn .rnaar die hier worden uitge
buit, om het publiek zooveel mogelijk tra
nen uit de oogen te persen. Hoe komt het
nu dat men een film als „Innocents of Pa
ris" wel accepteert? Waarschijnlijk, omdat
men er eerlijk in blijft. Wij weten wat ons ta
wachten staat: een arme jongen, een Pa-
rijsche voddenkoopman, één die een ziel
heeft die mousseert, als champagne, één die
voorbestemd is om met zijn liedjes een
verfijnd en verveeld publiek tot geestdrift
te brengen (Parijs heeft er veel zoo ge
kend!) wordt verliefd op een lief burger
meisje, dat een heel strenge papa heeft. Die
papa is eigenlijk niet heelemaal wel bij zijn
hoofd. Wanneer hij ontdekt, dat zijn doch
ter verdriet heeft om den zingenden levens
kunstenaar, dan pakt hij meteen maar een
revolver en trekt er liefst dadelijk op uit
om het jongmensch neer te schieten.
Maar de hardvochtige en kortzichtige va
der heeft een kleink>on, een kleinzoon dien
hij niet als zoodanig erkent.maar 't is....
een Sonny Boy, en dit kereltje-slaagt er in
het hart van den zeer strengen ouden
heer te vermurwen. Een en ander gaat ge
paard met een reeks verschrikkelijke on
waarschijnlijkheden en 'n hoeveelheid weëe
sentimentaliteit... die we echter graag op
den koop toe nemen, omdat Crevalier met
een bijna kinderlijke eenvoud en overgave
en een alles overwinnende geestdrift de ne
gentiende eeuwsche romantiek tot de zijne
heeft gemaaktEr is een typische
overeen komst met „De kleine man"-Louis
Davids, die in hetzelfde programma in
een geluidsfilmpje zich doet hooren: Wat
kan het ons eigenlijk schelen wat hij zingt,
wij luisteren naar hem, hij palmt ons in met
zijn weeke zangerige geluid, met zijn vleien
de stem, die zoo meedoogenloos, sarcastische
dingen zeggen kan. Chevalier is ook on
weerstaanbaar. Hij bereikt ons hart langs
andere wegen. Hij is zoo vroolijk: zoo stra
lend. zoo veerkrachtig.
Hij heeft poëzie in zich, hij is lenig, hij
is als één van die Fransche liedjes die hij
zingt: licht, vluchtig, vroolijk, melodieus en
ad rem.
Niets heeft deze film met kunst temaken.
De recensent die immer speurt naar het
„cinéastische" en het „filmische" en het
„rhythmtsche" en hoe het nog meer mag
heeten in het koeterwaalsch van de film-
dialectiek, mag er met recht zijn gal over
kwijt raken. Toegegeven: deze film is sen
timenteel en van een romantiek die een be
spotting is van de evolutie in de filmkunst...,
en toch is het een film die duizenden men
schen een soort van kinderlijke verheuge
nis zal geven. En om heel wat zuiverder
mot ie ven dan die welke ,Den zingenden
dwaas" zijn honderdste vertooning in Haar
lem deden beleven.
De Duitsche Oceaanvlieger von Gronau. Boven Amundsen bij de Dornier-Wal, waarmede hij
eens over de Noordpool is gevlogen en waar mede von Gronau thans den Oceaan overstak.
Onder_: De Dornier-vliegboot D. 1422zooals pj er nu uitziet
Want Chevalier is een optimistische le-
veskunstenaar, die evenals Buster Keaton,
Charlie Chaplin en Harold Lloyd de
menschheid met de weldaad der vreugdej
heeft verblijd.
je dichter bij elkaar