BUITENLAND WAT PILSOEDSKJ VAN PLAN IS. LANGS DE STRAAT. Stofzuigerhuis MAERTENS Alle merken Stofzuigers Maurice Chevalier. fc HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 27 AUGUSTUS 1930 TWEEDE BLAD Hij kondigt herziening der Grondwet aan. Bescherming van de staatskas tegen Parlementsleden. De oppositie „een zwijnenstal Krasse maatregelen der revolutionnarrtu in Peru. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Maarschalk Pilsoedski heeft zich tegenover' een medewerker van de officieuze Gazeta Polska uitgelaten over zijn plannen in 't al gemeen. Hij heeft zich in dit interview zooals trouwens te verwachten was niet bepaald vriendelijk uitgelaten over de oppositie. De maarschalk richt scherpe aanvallen op de grondwet en den Landdag. Hij noemt de grondwet onzuiver, daar men haar naar be lieven kan interpreteeren. In het bijzonder oefent hij kritiek op de bepalingen betreffen de de parlementaire meerderheid. De herzie ning van de grondwet zal zijn belangrijkste taak zijn. Verder richt Pilsoedski zich tegen de op positie. Hij betitelt haar als een zwijnenstal. De afgevaardigden vragen volgens hem steeds maar weer om geld. Zijn voornaamste zorg zal daarom zijn de staatskas tegen de parle mentsleden te beschermen. De coalitie van centrum en linkerzijde noemt Pilsoedski een misgeboorte. Hij wil den staat nieuw organi- seeren en een nieuwe grondwet geven. De inhoud van het interview heeft groot opzien verwekt. Inbeslagneming van Ver mogens in Peru. Volgens berichten uit Lima hebben de re- tolutiomfairen een proclamatie gepubliceerd, waarin o.a. gezegd wordt, dat de internatio nale verdragen volkomen zullen blijven ge handhaafd, dacht echter de monopolies zul len worden afgeschaft en de vermogens van alle aanhangers der vorige regeering in be slag zullen worden genomen. Verder zullen in de diplomatieke vertegenwoordiging per- soneele veranderingen worden doorgevoerd, terwijl algemeene verkiezingen zullen worden uitgeschreven. Binnenkort zal politieke am nestie worden gegeven. De vroegere president Leguia welke zich thans op een oorlogsschip bevindt, zou, naar verluidt ernstig ziek zijn. Treviranus nog eens over de Oostgrens. Minister Treviranus heeft nogmaals de ■herziening der oostelijke grens ter sprake gebracht, in een onderhoud met een aan tal partijleiders te Koningsbergen. Hij zeide, in zijn vroegere reden geen ëischen te hebben gesteld, doch slechts te hebben geconstateerd, dat de grensbepaling de beide volken. Duitschland en Polen, ver ontrust en den vrede in Europa in gevaar brengt. Om herziening der verdragen te ver krijgen, moet de competente regeering zich tot den Volkenbond wenden. Natuurlijk mag men niet van dit gebruik afwijken, zulks reeds om anderen mogendheden niet de ge legenheid te geven andere wegen te volgen. De minister zeide ten slotte, dat hij in zijn kiesprogram herziening van het Youngplan en der oostelijke grenzen elscht. Het helsche verklezingsrumoer. De oprichter der Duitsche staatspartij dr. Koch, heeft voor een groot gehoor het pro gram der partij besproken, waar hij vooral de verhouding tot de sociaal-democratie be sprak. Volgens spreker zijn de sociaal-demo craten aangewezen op samengaan met de middenpartijen want een meerderheid met nationaal-socialisten en communisten kan hun niet aangenaam zijn. De middenpartijen moeten evenwel zichzelf sterk maken; daar om is de staatspartij opgericht. Tegen de terroristische daden der radicalen is een krachtig optreden noodzakelijk; de partijen, die de staatsgedachte aanvaarden, moeten daarbij samenwerken. Tijdens de redevoeringen op deze verga dering veroorzaakten de talrijke aanwezige nationaal-socialisten groot tumult, zoodat de politie te hulp moest worden geroepen. Aan het eind der bijeenkomst brak opnieuw een helsch rumoer los, zoodat de politie met den gummistok moest optreden. Bloedige botsingen hadden echter niet plaats. „Ma's" nederlaag. Gelijk men heeft gelezen heeft „ma" Fer guson bij de gouverneursverkiezing in den staat Texas op verpletterende wijze de ne derlaag geleden tegen den oliemagnaat Ross Sterling. Het hoofdpunt in den verkiezings- strij d een4 der verbitterdste in de politieke geschiedenis van Texas was het z.g. „Fer- gusonism", dat, volgens de tegenstanders van mrs. Ferguson, gelijk stond met onver antwoordelijke regeering, aldus het Hbld. Met zichtbaar gevolg werd beweerd dat „ma" Ferguson nooit Texas heeft geregeerd, toen zij in 1927—1928 werd gekozen, doch slechts optrad als de figurante van haar echtgenoot, James Ferguson, den vorigen gouverneur, die in staat van beschuldiging werd gesteld. Een tweede belangrijke punt in den verkiezingsstrijd was „ma"s belofte om 2000 veroordeelden in vrijheid te zullen stel len zoodra zij aan het bewind kwam. De vrij gevigheid met gratieverleeningen was een der voornaamste punten van aanval op de Fergusons. Gedurende hun ambtstijd kre gen meer dan 6000 veroordeelden gratie, zoo dat men hen er van beschuldigde dat zij een beroep deden op de misdadige elementen in de steden. Ferguson, die advocaat is, werd er van beschuldigd dat hij de zaken van ver oordeelden, die om gratie verzochten, be hartigde en groote honoraria voor zijn dien sten aanvaardde. Aartshertog Albrecht gaat trouwen. Uit Boedapest wordt bericht, dat aartsher tog Albrecht gaat trouwen met de geschei den echtgenoote van den vroegeren Hongaar schen gezant, Ludwig von Ruduay, hetgeen gepaard zal gaan met een naamsverandering van den aartshertog, aldus de N. R. Ct. Deze heeft zijn aanstaande vrouw leeren kennen in Den Haag. De familie heeft zich eerst krachtig verzet tegen de plannen van den aartshertog, maar tevergeefs. Hij heeft zooals men weet, indertijd een bezoek ge bracht aan aartshertog Otto in België, om diens toestemming als hoofd van het Huis Habsburg te erlangen en tevens de belofte van trouw aan den jeugdigen aartshertog af te leggen, jaarna is hij naar Brazilië ver trokken, waar hij groote landgoederen wil koopen. Nader verneemt het Persbureau Vaz Dias uit Londen, dat de aartshertog Zaterdag jJ. te Brigthon reeds in het geheiqi is getrouwd met Mme. Irene Lelbach. VON GRONAU TE NEW-YORK AANGEKOMEN. Uit New York wordt gemeld: De Oceaanvlieger von Gronau is Dinsdag om 20 uur 43 min. M.E.T. over het Battery- eiland gevlogen. Vijf minuten later daalde hij onder enorm enthousiasme der bevolking op het watervlak naast het Vrijheidsstandbeeld. De aankomst heeft, tegen alle verwachting in, zoo vroeg plaatsgehad, dat de voorberei dingen voor de ontvangst nog niet voltooid waren. Het Zweedsche stoomschip „Macon", met vertegenwoordigers van gemeente bestuur, leger en marine aan boord, was kort voor de aankomst voor anker gegaan. Het enthousiasme van de menigte in het Battery Park was buitengewoon groot. De vliegers zagen er, ondanks de inspanning der laatste dagen, opgewekt uit. Zes stoomschepen van de politie brachten de vliegboot naar het Battery Park, waar zij onder het geloei van ettelijke sirenes officieel begroet werden. De huizen en de schepen in de haven waren feestelijk met vlaggen versierd. Ongeveer 10.000 menschen waren in Batte ry Park bijeengestroomd, teneinde von Gronau en zijn. makkers te verwelkomen. De officieele begroeting had plaats door een ver tegenwoordiger van burgemeester Walker en den Duitschen consul te New-York. Von Gronau gaf in zijn antwoord een kort en een voudig overzicht van den tocht. Over zijn verdere plannen verklaarde de vlieger, dat deze afhingen van berichten uit Duitschland. Na de ontvangst begaven de vliegers zich weder aan boord van hun vliegbootrteneinde die voor den duur van hun oponthoud in New-York naar North-Beach te brengen. HEVIGE BOSCHBRAND IN ITALIë. Door een grooten boschbrand is het bosch waardoor het bekende Capucijnerklooster. Monte Cassino in de provincie Napels wordt omgeven, grootendeels platgebrand. Eerst na urenlang werken, slaagde men erin het vuur, dat reeds het kloostergebouw bereikt had, meester te worden. De materieele schade wordt op meer dan een half millioen lire geraamd. WEER EEN AANSLAG IN BRITSCH-INDIë. Uit Calcutta wordt gemeld,, dat door he den, Woensdag, opnieuw een bomaanslag is gepleegd. Thans op het hoofdbureau van politie. Drie personen werden licht gewond door bomsplinters, terwijl het gebouw slechts licht beschadigd werd. AGENDA Heden: WOENSDAG 27 AUGUSTUS Tent Kinderhuissingel tegenover de Nieu we Gracht. Spreker K. Rozendal voor de Tentzending „Genade en Waarheid", 8 uur. Schouwburg' Jansweg: Revue; „Laat waaien", 8.15 uur. Palace: „De weg naar roem". Variété: The Prince Sisters en Karin Kosska. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Tlieater: „Onder Moeder's dwang" en „Leve de Schoonheidskoningin". Tooneel: Les Sanpedro's, acrobatiek en equilibrisme. 2.30 en 8 uur. Rembrandt Theater: „Innocents of Paris" (Hiet lied van Parijs) 2.30, 7 en 9.15 uur. Tooneel: The Nagels, Ikarische spelen. DONDERDAG 28 AUGUSTUS Groote Kerk: Orgelbespeling 34 uur nam. Gem, Concertzaal. H. O. V.; Concert, o.l.v. Marinus Adam, 8.15 uur nam. Tent Kinderhuissingel tegenover de Nieu we Gracht. Spreker K. Rozendal voor de Tentzending „Genade en Waarheid", 8 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags, toegang vrü. Maneschijn. Het bankje stond er erg goed. Aan den kant van den weg, achter wat boomen verborgen voor de we reld. En het gaf niet of het woei en storm de, het deed er niets toe, dat 't gras onder hun voeten drijfnat was, dat de weg ach ter de zwiepende boo men lag te glimmen als een verraderlijke, slijmerige rivier, het was heelemaal niet erg. dat de heele we reld donker en klam en unheimisch was. Zoolang ze met zijn tweeën op dat bankje naar de maan konden zitten kijken, en niet al te veel zeggen, en bij tijden nog 'n beet- konden gaan zitten, omdat het er dan nog meer op leek, of zij de twee eenige levende wezens ter wereld waren, vonden ze het opperbest. Ieder ander mensch had al met een zucht van tevredenheid zijn gordijnen dicht getrok ken, en geconsateerd, dat zijn kamer twee rn zal zoo gezellig was, als de wind buiten gier de, en de wolken met een vliegende vaart langs een zwarten hemel joegen. De paar poesen, die nog buiten op avontuur uit waren hadden gloeiende spijt van hun dwaze nei gingen, en gingen haastig aan hun diverse deuren staan miauwen om binnen gelaten te worden; de hond had zich al lang in zijn hok geretireerd en vond dit nu net lekker weer om zijn snoet op zijn voorpooten te leg gen, en diep en lang te slapen; de muggen', die nog niet aan longontsteking waren ge storven, hadden gezamenlijk overleg gepleegd en geconstateerd, dat de maand November dit jaar blijkbaar een beetje vroeger was dan anders en zich met naarstigen ijver aan hun winterslaap gewijd. En toch zaten daar buiten op dat bankje nog die twee dwazen, die het waarschijnlijk in de onderwereld nog goed zouden hebben gevonden als ze maar samen waren, en ge noten. Een uil zat twee boomen verder met een nijdig gekrijsch zijn gal uit te spuwen, omdat hij het geen manier vond, dat een paar menschenkinderen zoo de lugubere nachten kwamen storen, die zijn particulier eigendom waren, en de wind zweepte en ranselde de boomen, tot zelfs hun zwaarste takken jam merlijk kreunend bogen onder zijn geweld. Zij legde haar hand even liefkoozend op de zijne en legde haar hoofd op zijn schouder om naar de maan te kunnen kijken, die als een groote bleeke matglazen bol aan den hemel stond. Hij keek omhoog, en legde zijn arm nog wat verder om haar heen. Ze zeiden niets, maar ze wisten, dat voor hen die maan altijd wat heiligs zou blijven Wat er ook gebeurde, zij zouden altijd naar hem kunnen opkijken, en zich dezen avond herinneren. Het was onzin, dat de maan koud en kil was; hij was stil en wit en trouw als een veilige wachter. Hij zou altijd hun maan blijven. Zij zouden altijd het gevoel hebben, of de maan hen aan elkaar gegeven had. Zij vergaten den tijd. De uil zat valsch naar hen te kijken. En opeens was er een harde rukwind en wat gerinkel van glas. Toen ze opkeken was de maan weg. En er was alleen nog maar een leege lantaarn paal, en een paar stukken matglas op den grond aan zijn voet. Zwijgend, rillend zijn ze weggegaan. Ik weet niet wat ze dachten. Maar de uil lachte hen na, zoo gemeen, zoo luguber, dat zelfs de wind van schrik even stil werd, en zich af vroeg, of het misschien toch waar zou zijn. dat de uil en de duivel elkaar niet vreemd waren. Maar met een rilling schudde hij die griezelige gedachten van zich af, en blies weer door. Dat was ten slotte zijn vak. De rest ging hem niet aan. W. T. DR. POSTHUMA OVER HET BOYCOT-WAPEN. VELEN MOETEN STEUNEN. Bij de opening van de vergadering van den Alg. Nederlandschen Zuivelbond (F.N.Z.) te Utrecht heeft de voorzitter dr. F. E. Posthuma een met betrekking tot de boycotactie be langrijke openings-rede gehouden. Bij de feestelijkheden, aldus dr. Posthuma, die hebben plaats gehad bij de ontruiming van het Rijnland zeide een hooggeplaatst per soon: „Wanneer eenmaal het Saargebied ontruimd is, staat niets meer den vrede van Europa en de verzoening der buurvolken in den weg". Spr. veroorlooft zich het niet met deze woorden eens te zijn. Men spant zich in, zegt. spr., om op economisch gebied de' terrein oneffenheden plat te strijken. Heel erg slaagt men daarin niet. Hier en daar ziet men wei vruchten, al zijn het ook kleine, van wat men in het spraakgebruik heeft genoemd „den geest van Genève". Een van deze vruchten is de handelsovereenkomst die men dit jaar op 24 Maart j.l. heeft gesloten. Spr. gaat uitvoerig die bekende handels, overeenkomst na en wat sindsdien tusschen twee landen, die spr. niet noemt, gebeurd is. De vraag, welke spr. thans wenscht te be antwoorden is: Wat kunnen wij zelf doen als gevaren als een te hoog invoerrecht dreigen, werkelijkheid worden? Als men onze produc ten niet toelaat, dan is daarvan het gevolg dat wij geen vorderingen in geld krijgen op het betrokken land en als wij geen vorderin gen krijgen op het betrokken land. is het ge volg daarvan, dat wij er ook niet gemakke. lijk kunnen koopen. De noodzakelijkheid zal ons wel dwingen tot dit niet-koopen, doch zouden wij het ook een beetje kunnen be vorderen door het doelbewust te doen. Men mag ons allen en mij persoonlijk, zegt spr., gerust rekenen tot degenen die niet wil» len vechten, in welken vorm dan ook. Ik ben echter, zegt spr., ook totaal ongeschikt om „aap wat heb je een mooie jongen" te spelen. Dit laatste acht spr. door de oneerlijke waar heidsliefde, waarvan het uitgaat, in zijn ge volgen veel gevaarlijker dan een flinke vecht partij. Meent eenig land, welk dan ook, door zijn invoerrechten onze uitvoer onmogelijk te moeten maken, dan zal spr. het recht daar toe erkennen. Doch hij zal zoo hard hij kan van zich afslaan en iedere benadeelde daar» toe opwekken. In zooh geval doen zich echter verschil lende moeilijkheden voor. Wie verzochten in het betrokken land de regeering om de in komende rechten op onze boter en kaas te verhoogen? Dat waren de boeren van dat land. En aan wie zeggen wij door in dat land doelbewust niet te koopen de cliëntèle op? Dat zyn meestal de industrieelen in dat land. Heel juist werkt onze weigering om in zoo'n land te koopen in dat geval niet. Als wij echter den steun krijgen van de industrieelen in het andere land, doordat zij leeren be grijpen, dat wij hun producten niet meer wenschen, dan moeten wij het verder maar aan deze industrieelen overlaten om onze standgenooten aan het verstand te brengen dat zij van hun regeering te veel hebben gevraagd. Wij krijgen dan wel dit wonder lijke verschijnsel, dat wij op die stand ge» nooten, met wie wij internationaal zoo ge- noegelijk samenwerken, hun eigen landge- nooten loslaten en wij bevorderen dan ook niet den vrede in dat land, maar vechtende voor onzen eigen stand, zullen wij over deze kleinigheden dienen heen te stappen. En nu wil spr. nog eens met nadruk zeggen, dat hij niet vechten wil, integendeel alles doen, om den vrede te bevorderen. Echter, de wijze waarop gevochten zal moeten worden, zal natuurlijk nauwkeurig mceten worden overwogen. De vraag dient onder de oogen te worden gezien of wij als het geval zich voor doet, sterk genoeg zijn om alleen het doel te bereiken en het schijnt spr. toe, dat. wij steun dienen te vragen overal waar wij dien in ons eigen land maar kunnen krij gen. Het belang d,at Nederland bij den zuivel» bereidenden boerenstand heeft, is groot ge noeg om ons te veroorloven een beroep op onze landgenooten te doen om een economisch front te vormen. Of die steun, als de zuivel in nood verkeert zal worden verleend? vraagt spr. Na hetgeen de afgeloopen weken hebben geleerd, durft hij op deze v>aag niet vol mondig bevestigend te antwoorden. Hoewel wij zeer dankbaar mogen zijn voor den zoo ruimschoots ontvangen steun, bleek toch in de afgeloopen weken voldoen de dat vele menschen alleen naar hun eigen winkeltje kijken. Zeer sterk heeft het spr. daarbij getroffen, dat velen niet be seffen wat het voor Nederland beteekent wanneer tweemaal honderdduizend boeren met hun gezinnen in hun bestaansmoge lijkheid zeer sterk worden bedreigd. Velen, begrijpen niet dat als deze twee maal hon derdduizend boeren armer worden ook dat zoo zeer geliefde eigen winkeltje een groot deel der klanten minder zal zien. Reeds uit eigen zelfbehoud hadden velen ons moeten bijstaan. En dan is er nog een heele groep Nederlanders, die in deze met ons kunnen meewerken. Spr. bedoelt die personen, die op de een of andere manier het pacifisme willen bevorderen. Spr. beseft, dat men wel zal beginnen te zeggen: Maar dat gaat niet zoo gemakkelijk. Het zijn echter vragen die spr. gaarne ter beantwoording voorlegt aan al die grooten in Europa, die nu reeds eenige jaren te zamen komen en in steeds mooiere rede voeringen de bevolking kond doen hoe het zal kunnen, doch die thuis gekomen de macht missen om daden, die vierkant in strijd zijn met hun woorden, te voorkomen. Ook voor deze pacifisten geldt het: Te Wapen! Van twee dingen één: of ophouden met samenkomsten als die van den Vol kenbond, of door daden toonen, dat men aan het streven van dit instituut wil mede werken. Ook in deze waarheid bovenal. (Ap plaus.) Hiermede was de vergadering geopend. Besloten werd een telegram van hulde te zenden aan H. M, de Koningin. INGEZONDEN 1UEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Barteljorissir. 16 Tel. No. 10756 Het is onze gewoonte bij tijd en wijle den lezers opmerkzaam te maken op de goede momenten uit de geschiedenis van de film. Een geschiedenis che iedere week, met ieder nieuw programma wordt voortgezet en die steeds weer verrassingen oplevert. Maar al te zelden zijn de werkelijk artis tieke resultaten van de filmproductie. Want de bioscoop is nu eenmaal geen tempel der kunstAf en toe echter springt uit den onvruchtbaren bodem van de filmstudio's een bloem op, die gekoesterd schijnt te zijn niet alleen door de violette stralen van de schijnwerpers maar ook door den zon van het kunstenaarschap. Wij spreken nu niet van de films, die de scheppingen zijn van de voorhoede, van de zoekers, van een Ca- valcanti, een Eisenstein, een Poedowkin of een Ivens, maar van de films die in Holly wood of Neubabelsberg tot stand komen. Want ook in die millieus van schijn en gouddorst komt wel eens iets moois tot stand. Maar het merkwaardigste product dat ons ooit onder de oogen kwam is toch wel de film „Innocents of Paris" waarin Maurice Chevalier, de Fransche liedjeszan ger, de hoofdrol speelt.. Waarom merkwaar dig? Wel omdat het verstandelijk gespro ken, en vooral qua inhoud, een prul is, om dat het uit een oogpunt van filmkunst, niet eens in aanmerking komt voor een serieuze bespreking, en omdat het toch alle bezwa ren ten spijt, een voortreffelijke film is. Voortreffelijk is deze film omdat hij voor drie kwart van een alle critiek vernie tigende tintelenden levensdurf is, omdat dezen Chevalier de vreugde, de lust om te zingen, de heerlijke overmoed uit de oogen stralen omdat deze Pa rij zenaar hoewel hij voor dezen keer op een allergrappigst maniertje Engelsch spreekt, een kun stenaar van het woord is, en omdat hij het chanson vertolkt zooals alleen maar een Fransehman dat kan doen: geestig, overtui gend, warm en kleurig. Een film als „do Zingende Dwaas" kan in mijn oogen geen genade vinden omdat er op een hevige ma nier in gesold wordt met verhoudingen die in het werkelijke leven mooi en ontroerend kunnen zijn .rnaar die hier worden uitge buit, om het publiek zooveel mogelijk tra nen uit de oogen te persen. Hoe komt het nu dat men een film als „Innocents of Pa ris" wel accepteert? Waarschijnlijk, omdat men er eerlijk in blijft. Wij weten wat ons ta wachten staat: een arme jongen, een Pa- rijsche voddenkoopman, één die een ziel heeft die mousseert, als champagne, één die voorbestemd is om met zijn liedjes een verfijnd en verveeld publiek tot geestdrift te brengen (Parijs heeft er veel zoo ge kend!) wordt verliefd op een lief burger meisje, dat een heel strenge papa heeft. Die papa is eigenlijk niet heelemaal wel bij zijn hoofd. Wanneer hij ontdekt, dat zijn doch ter verdriet heeft om den zingenden levens kunstenaar, dan pakt hij meteen maar een revolver en trekt er liefst dadelijk op uit om het jongmensch neer te schieten. Maar de hardvochtige en kortzichtige va der heeft een kleink>on, een kleinzoon dien hij niet als zoodanig erkent.maar 't is.... een Sonny Boy, en dit kereltje-slaagt er in het hart van den zeer strengen ouden heer te vermurwen. Een en ander gaat ge paard met een reeks verschrikkelijke on waarschijnlijkheden en 'n hoeveelheid weëe sentimentaliteit... die we echter graag op den koop toe nemen, omdat Crevalier met een bijna kinderlijke eenvoud en overgave en een alles overwinnende geestdrift de ne gentiende eeuwsche romantiek tot de zijne heeft gemaaktEr is een typische overeen komst met „De kleine man"-Louis Davids, die in hetzelfde programma in een geluidsfilmpje zich doet hooren: Wat kan het ons eigenlijk schelen wat hij zingt, wij luisteren naar hem, hij palmt ons in met zijn weeke zangerige geluid, met zijn vleien de stem, die zoo meedoogenloos, sarcastische dingen zeggen kan. Chevalier is ook on weerstaanbaar. Hij bereikt ons hart langs andere wegen. Hij is zoo vroolijk: zoo stra lend. zoo veerkrachtig. Hij heeft poëzie in zich, hij is lenig, hij is als één van die Fransche liedjes die hij zingt: licht, vluchtig, vroolijk, melodieus en ad rem. Niets heeft deze film met kunst temaken. De recensent die immer speurt naar het „cinéastische" en het „filmische" en het „rhythmtsche" en hoe het nog meer mag heeten in het koeterwaalsch van de film- dialectiek, mag er met recht zijn gal over kwijt raken. Toegegeven: deze film is sen timenteel en van een romantiek die een be spotting is van de evolutie in de filmkunst..., en toch is het een film die duizenden men schen een soort van kinderlijke verheuge nis zal geven. En om heel wat zuiverder mot ie ven dan die welke ,Den zingenden dwaas" zijn honderdste vertooning in Haar lem deden beleven. De Duitsche Oceaanvlieger von Gronau. Boven Amundsen bij de Dornier-Wal, waarmede hij eens over de Noordpool is gevlogen en waar mede von Gronau thans den Oceaan overstak. Onder_: De Dornier-vliegboot D. 1422zooals pj er nu uitziet Want Chevalier is een optimistische le- veskunstenaar, die evenals Buster Keaton, Charlie Chaplin en Harold Lloyd de menschheid met de weldaad der vreugdej heeft verblijd. je dichter bij elkaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5