J. Lottgering H.D. VERTELLINGEN IN „DE WITTE ZWAAN" wiÊÊÊÊÊÊÊÊMÊKÊÊBanm STADSSCHOUWBURG. COMMISSIE VAN TOEZICHT. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a $0 Cts. per regel HAARDËM HAARLEM'S DAGBLAD Niet alle jonge menschen schrijven een roman, maar zij droomen hem des te heftiger. De heer Pedrazzini besteedde zijn laatste Lire, om een stenotypiste „De legende van een rijken jongeling" te ciicteeren, want de prijsvraag van 20.000 Lire eischte machineschrift. Met zijn armoede den rijkdom aanborend, vergrootte hij zijn medelijden met zichzelf, doordat hij den rijken jongeling zijn trek ken, zijn evenbeeld leende. Meermalen al zag de schrijver zich gestreeld door liefde rijke blikken. In den kommer van zijn ar moede ontdekte hij - slechts zijn schamele confectiepak. Hoe pijnlijk, wanneer hij zijn spiegelbeeld zoo maar een chequeboek in den zak stak! Er zat een ontstellende zelfkwel ling in, de absolute onbezorgdheid te incar- neeren in den held van zijn roman. Eens wilde hij den jongeling vernederen, doordat hij hem alles in zijn fantasie zich in een zwembad liet begeven. „Wie ben jij daar met je lorren? Heelemaal niets ben je, geen centesimo meer waard dan Ik, Antonio Pedrazzini! Is het je soms aan te zien, dat je met forellen en kip gevoed wordt,, terwijl ik alleen polenta in mijn maag heb?En je blan ke roofdiergebit? Veel meer dan een tanden borstel heb je ook niet om het te polijsten!" Hij bekeek hem van top tot teen, toen be merkte hij, dat de jongeling in het bad toch de rijkste was. Waren de nagels van zijn teenen niet even goed verzorgd als de na gels van zijn vingers? Toen hij dit waar nam, viel het hem ook in, dat de rijke twin tig meter van hem vandaan bij den bad meester zijn portefeuille had gedeponeerd. Hij kon zich lang den rijke „alleen in zijn huid gekleed" voorstellen, hij voelde toch, dat het geld twintig meter verder op zijn baas wachtte. In zijn toorn overlegde hij: „Zal ik je nu niet eens verknoeien? Zal ik je niet carieuze tanden in je mond zetten, de lijn van je neus banaliseeren, den glans van je droomerige oogen vernietigen, de lange wimpers ontdoen van hun teere me lancholie, die je een geheim schenken, dat je heelemaal niet bezit? En je boenen! Wacht maar even, ik zal je pilaren krom men!" Maar de Jongeling uit de wereld van schijn glimlachte den schrijver toe: „Ga je gang, trek mij uit het lid, verniel den god- delijken glans in mij. Wil je me niet een kippenborst geven of een bult? Maar hoe wil je dan de idee va nje roman verwezen lijken? Het verschrikkelijke bewijs, hoe ongelukkig iemand kan zijn, aan wien het lat rijkdom, geest en schoonheid heeft ver spild, dien het ziekte en leed onthield? Her inner je! Toen je mij ter wereld hielp was het je duidelijk, dat het met den rijken man niets gedaan is. Je had mij met de een of andere ziekte kunnen bezwaren. Maar hoe banaal zou je geschiedenis dan zijn ge worden. Een leelijke rijkaard, een zieke rijkaard, heft dat 'feit den rijkdom niet op? Wat zou het voor een sensatie zijn, wanneer ik ongelukkig, dubbel ongelukkig zou zijn, daar de rijkdom juist zijn machteloosheid voor mijn ziekte zou toonen? De schaduw zweeg en de schrijver staarde weer op zijn blanke papier, de tranen kwa men in zijn oogen, want nu kwam hij bij een van de moeilijkste gedeelten van zijn roman. Hij wist namelijk niet, welk leed hij in de borst van zijn tegenstander zou laten zinken. Welk leed is er eigenlijk voor de rijken? Onbeantwoorde liefde? Maar welk vrouwenhart zou zoo krankzinnig zijn, de nobele afkomst, de honderd voortreffelijk heden van den reflectant niet te laten we gen? Onmogelijk. De schrijver begon te woelen in zijn eigen wonde. Hij bracht zijn ongelukkig zijn, dit eenzaam en verloren zijn, dit ontberen over op den ander, op wien het niet paste. Een vaag, onbestemd ongeluk. Misschien, zoo overwoog hij, zal ik mijn geschiedenis een mystiek tintje geven, wanneer ik de lezers in nieuwsgierige spanning laat en het onge luk nooit bij den naam noem, ruimte laat aan alle vermoedens Met de eerste twintig bladzijden van den roman had hij zich naai' juffrouw Aurealla Quademl begeven. De prijs van een bladzij- FEUILLETON Uit het Duitsch van RUDOLF HERZOG. SI) Toen hij weg V/as beweerde de graaf la chend Dat zijn twee vliegen in één klap! Dat die tweede kapelmeester van plan is naar Hamburg te gaan Ls wel een rcuzenbof! Zoo gauw hij er is, zal ik uit dankbaarheid een levensbeschrijving van hem geven. Wat ik zeggen wilde, meneer Pfalzdorf, aldus keerde hij zich tot den jongen man: weet u al dat juffrouw Friedrich morgen ver trekt? Juffrouw Friedrich? Gaat die weg? Ik hoorde het juist van mijn meisje. Ze heeft haar een afscheidsbriefje geschreven. Nu ziet u weer waar verloofden goed voor zijn. Heinrich kon het nog maar niet begrijpen. Ik zal Vilma eens vragen zei hij. Ze heeft vandaag juffrouw Friedrich nog les ge geven en ze zal er dus wel meer van weten. En terwijl Gertrud door Schöner in een ge sprek met Meinard werd betrokken, had Hein rich even tijd. Vilma te vertellen, wat hij juist gehoord had. O hemel, antwoordde ze. wees niet boos. Heinrich. dat ik je dat niet gezegd heb. Maar toen we hierheen reden dacht ik alleen aan het concert en daarna vergat ik het in de drukte. En nu vertelde Vilma. Lisa was dien namiddag bij haar geweest om zich voor liet concert te verontèchuldi- VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1930 de machineschrift interesseerde hem meer dan de bekoorlijkheid van de stenotypiste. Zij kon glimlachen, hij nam van haar lief talligheid geen notitie. Een spoor van vol doening kwam echter op zijn gelaat, toen de ijverige copieerster hem na de eerste bladzijde het compliment maakte, dat hij een innemenden stijl schreef. „Hij is mij wel wat te weinig temperamentrijk" voegde zij er tot schrik van den auteur aan toe", „pardon, ik wilde zeggen, te academisch." De weerhaak zat. Hij werd purper Tik, tak! Zij trommelde verder, ofschoon hij zijn zinnen met moeite door zijn keel kreeg. Nadat hij zijn laatste bladzijde had gedic teerd, betreurde de juffrouw het ironisch, dat hij juist daar ophield, omdat nu toch juist de liefde het leven van den jongeman kwam „binnenschuimen". „Wie zegt u dat?" vroeg hij ontdaan. „U zult den jongeling toch zeker niet beter kennen dan ik?" „Dat is nog maar de vraag", zeide zij uit dagend en zij overrompelde den schrij ver geheel en al, want zij greep uit haar kastje een portflesch en schonk met de grootste vanzelfsprekendheid twee glazen vol. „Toe, drinkt u wat, en hier zijn ciga- retten!" De heer Pedrazzini deed, wat zij hem be val. Hij raakte zelfs in vuur, want hij dronk de port in één teug, hetgeen hem heldhaf tig voorkwam. „Let u eens op", ging zij voort, „ik ken den jongeman, omdat u zelf dezen Narciss bent. U wilt den rijke onvoorwaardelijk arm maken, maar verwacht van de contrapun- tiek van het lot, dat u' zelf van een arme een rijke wordt?" „Mejuffrouw, nu bént u het, die mij een fabel vertelt." „O, die is de waarheid", ging zij opge wekt verder, „geeft u mij de hand". En hij deed het. „Dus, nietwaar, u hebt nog nooit liefgehad! Set ongeluk van uw bestaan is niet uw armoede, maar het nog-niet-kun- nen-liefhebben." Hij week uit, niet onhandig, beweerde, dat zijn liefde nog niet gefixeerd was. Hij had de'schepping lief. Zijn filosofie had hem geleerd, dat een zonsondergang in Rapallo even boeiend was als de mooiste vrouw. Na gaf de stenotypiste den schrijver een zachten tik op den wang: „Maar u zoudt toch liever aan de mooiste vrouw dan aan de zon van Rapallo wegkwijnen?" „Ik ben geen Icarus, noch Don Quichotte" verklaarde hij ontwijkend, maar hij lachte voor het eerst zijn „tegenstandster" met zijn Ivoren mond toe. „Dus, u wilde den jongeman liefdeloos maken, zooals u zelf is, want dat kennen wij, mannen, die mooie vrouwen door den zonsondergang in de schaduw stellen, die een blank kuisch zeil op de zee even mooi vinden als een Vestaalsche maagd, die door een violoncel even ontroerd worden als door een schreiende vrouw, die ons voorspie gelen dat er lieflijkheid is in iedere golf, dat de volmaakheid van de roos niet is te overtreffen, ach, loop heen! Die wonen op de maan of „Juffrouw Auralia, ofben ik zoo koudbloedig als een visch in de zee, wan neer ik uw bekoorlijkheid besef en haar niettemin niet begeer, O, wanneer u wist, hoe gecompliceerd het leven is, en dan de liefde!" „Hoe weet u dat dan, wanneer u haar nooit hebt geproefd, nooit door haar bent omhoog geheven en verpletterd?" „Maar Aurelia, er zijn zeldzamer dingen in deze wereld. Groote dingen worden in eenzaamheid voltrokken. Deze „liefdelooze" menschen beminnen altijd een wereld. Hun liefde zweeft meer dan dat zij zich vast klemt. Kijk eens naar Lindbergh! Wanneer hij verloofd zou zijn geweest, zou hij dan over den Oceaan zijn gevlogen? Waarom vloog hij op de huwelijksreis niet weer naar Europa? Misschien zou het ongeluk van mijn rijken jongeling wel dit geweest kun nen zijn, dat hij de liefde voor de vrouw heeft opgeofferd, om zich voor een zeer groot doel op te offeren, voor een Hamlet- gen. Ze had gezegd dat ze den volgenden morgen al vroeg op reis moest, daar de opera- directeur van het stadje H, in Baden haar in den loop van de week als gast in de rol van Marie in Lorzing's „Wapensmid" wilde laten optreden. Ze zou dan aan de opera ver der studeeren. en in het nieuwe seizoen een engagement krijgen. Heinrich was geheel van zijn stuk ge bracht. Zou, nu alle schepen in behouden haven schenen te zullen landen, dat van Bai'cnfeld nog stranden? Maar hij beheersch- te zich snel weer en over de tafel heen riep hij hardop tegen Schöner: U hebt gelijk, meneer Schöner, juffrouw Friedrich vertrekt morgenochtend vroeg. Maar weet u, dat ze weggaat om in den loop van de volgende weck in den stadsschouwburg in H. als gast als Marie in de „Wapensmid" op te treden? Wat? was de verblufte wedervraag. Maar dat mag niet gebeuren onder geen omstandigheden! Wat moeten we doen? Wat moeten we doen? Ja, drommels, wat zou het beste zijn? peinsde Schöner overluid. Morgen komt Kon rad vol hoop terug en vindt den vogel uit het nest gevlo gen! Dan zal hij wel een eigenaardigen in druk van de waakzaamheid van zijn vrien den krijgen. Heeft iemand van u misschien een plan? Dan direct voor den dag er mee, alstubliefDe tijd om nog wat te doen is kort! We hebben direct of indirect allemaal ver plichtingen aan Konrad. Meneer Schöner, zei Meinard, u hebt allemaal zooveel voor mij gedaan, laat ik nu ook wat voor u doen. De hoofdzaak is voor- loopig, dat we juffrouw Friedrich niet uit het oog verliezen vooropgesteld natuurlijk, dat ze werkelijk van Barenfeld houdt. Natuurlijk houdt ze van hem, zei de graaf gedecideerd, ik weet toch.... lijke taak, die te zwaar was voor zijn schouders". De stenotypiste werd boos: „Daar komt het juist op aan. Wiens schouders te zwak zijn, die spanne zich niet te zeer in. Deze Lindbergh is het beste bewijs! Hij zegt: men moet de goden niet verzoeken. Dus geen da capo." „Maar mejuffrouw, wil het huwelijk vol maakt zijn, dan moet mevrouw Lindbergh haar man verheffen! Wanneer zij den held wil behouden, moet zij met hem vlie gen!" De juffrouw: „Stelt u zich dat nu eens voor! Op den overtocht wordt Lindbergh bewusteloos. Zij grijpt het stuur. Het wordt een aangrijpend magazine-tooneel. Bij de landing zal de vlieger, zooals op het tooneel altijd wijzen op zijn vrouw: „Haar de kran sen." Zoo praatten de schrijver en de stenoty piste, twee kinderen, die zochten waarlijk geen zonsondergang, maar elkaar. Weer wei-den de glazen gevuld! En de jonge auteur wendde zich tot zijn leermees teres, hartelijk en vermetel haar tutoyee- rend: „Maar, lieve Aurelia, hoe zou jij de ge schiedenis dan draaien? Je weet, dat je geen prijsvraag wint, wanneer je de dingen niet op hun kop zet? Een rijke moet arm worden en een arme „Groot kind" zij hing zich aan zijn hals „Onzin, heb toch den moed, een geschie denis te schrijven, waarin ook je suiker zoete prins gelukkig wordt en een steno typiste trouwt." „En omgekeerd, de arme de lieve en even rijke zuster van den .prins", glimlachte de schrijver, die gemakkelijk op den divan was gaan zitten. „Och, die roman zal niet bekroond wor den. Hoewel het zoo zelden voorkomt, zal men het geval gewoon vinden, terwijl een stenotypiste en een schrijver zoo arm zou den zijn, dat hun vermogens, bijeenge voegd, misschien een geluk zouden opleve ren." Het was zoo. Juffrouw Aurelia was de ac tiviteit zelve. Zij typte den roman met haar denkbeelden af. Iedereen prees de origina liteit van haar roman met het vermetele bewijs, dat ook een rijke gelukkig kan wor den. Geheel haar overredingskracht was er voor noodig, haar man er toe te brengen, zich aan te melden voor den schoonheids- wedstrijd, waar hij den derden prijs kreeg, maar omdat „litteratuur" slechter betaald wordt dan lichamelijke voortreffelijkheden, kreeg hij 20.000 Lire als derden en zij 20.000 Lire als eersten prijs. Zij legden geest en schoonheid in één kas. De schoonheid verminderde, de geest van Aurelia, zes ja ren ouder, hield aan. Maar het huwelijk klepperde nooit, wel de schrijfmachine, die de heer Pedrazzini nu bediende, terwijl de ademtocht van Aurelia's geest de violette stembanden van de machine wekte tot le ven. Mettertijd compenseerden geest en schoonheid elkaar. De machine ratelde, het eerste, het tweede kind keuvelde. Polenta, Risotto en Tagliatelle a la Bolognese ver breidden die behagelijke breedte over het echtpaar, waarvan de harmonie niet meer kon worden verstoord. Zoo eindigt het onderwerp van de schoon heid in de spaghetti. Zij bleven elkaar trouw tot op hoogen leeftijd, waarop zij de in de verte ondergaande zon van Rapallo vergeleken met hun liefde. STADSNIEUWS VOORBEREIDENDE SCHOLEN IN ALLE STADSGEDEELTEN. EEN ADRES VAN VOLKSONDERWIJS. De af deeling Haarlem van Volksonderwijs, heeft 'n adres gericht tot den Raad, waarin wordt medegedeeld, dat zij volledige in stemming betuigt met het adres van de af- deeling Haarlem van den Bond van Neder- landsche Onderwijzers, waarin gevraagd wordt over te gaan tot het stichten van een gemeentelijke school voor Voorbereidend Onderwijs. a. in het stadsdeel ten Noorden van de Jan Gijzen vaart (de z.g.n. Vogelbuurt en Rivierenbuurt)b. in het stadsdeel in de omgeving van de Pijlslaan. Zij meent, dat, gezien de overgelegde lijs ten met handteekeningen er in genoemde" stadsgedeelten dringende behoefte bestaat aan Gemeentelijke Scholen voor Voorbe reidend Onderwijs; Volksonderwijs heeft reeds in 1925 aan den Raad verzocht in alle stadsgedeelten scholen voor Voorbereidend Lager Onderwijs te stichten. Zij hoopt en vertrouwt, dat de Raad van Haarlem moge besluiten tot spoe dige stichting van een voldoend aantal scholen voor Voorbereidend Lager Onder wijs in de velschillende stadsgedeelten. Het adres is onderteekend door voorzitter en secretaris der af deeling de heeren mr. L. G. van Dam, en E. Geerts Wzn. Hij hield plotseling op, keek snel naar zijn meisje en kreeg een kleur en zweeg. Gertrud streek hem schalks over zijn warm gezicht. Zet uw plannen verder uiteen, meneer Meinard. Ze mag natuurlijk niet alleen reizen, ging de kunstenaar voort en hoewel de scheiding mil zwaar zal vallen, ik geloof, dat 't beste is dat Vilma met haar mee gaat. Bravo! riep de graaf, ik voel waar u heen wilt. Vilma, vervolgde Meinard zal van avond nog haar koffers pakken; ze gaat morgen vroeg naar juffrouw Friedrich en vertelt haar, dat ze wel mee wil naar H„ dat Lisa de eenzaamheid niet zoo zwaar zal voe len en een beetje deskundige leiding moet hebben bij haar eerste optreden. Dit vroom bedrog zal het arme kind wel zwaar vallen, maar er zit nu eenmaal niet anders op. Zoo gauw ze weet. wanneer precies de dag van de opvoering is, moet ze ons waarschuwen en u, graaf Schöner, moet dan trachten te ver hinderen dat ze optreedt. Misschien heeft ze er dan wel genoeg van door het inspannen de werk. Ziet ze onder die omstandigheden een van haar bekenden, dan zal dat zeker invloed op haar hebben en dat alleen kan misschien voldoende zijn om haar op het laatste oogeblik van haar voornemen af te brengen. Ik ben bereid, verklaarde Schöner, ik zal zelfs niet voor schandaal terug schrikken. Men moet zijn medemenschen in sommige omstandigheden eenvoudig dwingen, voor hun bestwil. Laten we dus geen tijd verliezen en naar huis gaan. Nogmaals: op het welzijn van onze kunstenaars, die zich tevens als zulke aardige en hartelijke menschen ont popt hebben. Gertrud von Wald was op Vilma toegegaan en gaf haar een kus. Wegens overlijden van den heer jhr. A. W. G. van Riemsdijk is een vacature ont staan in de Commissie van Beheer voor den Stadsschouwburg. Bovendien moet worden voorzien in de vacatures, welke zullen ont staan op 1 September a.s., wegens periodie ke aftreding van de heeren Vincent Loosjes en Dr. J. F. M. Sterck. In de plaats van den heer Jhr. A. W. G. van Riemsdijk bieden B. en W, de volgende aanbeveling aan: 1. Prof. dr. P. H. van Moerkerken, 2. G. Tjebbo Franken, eerstge noemde voorzitter van het hoofdbestuur, laatstgenoemde secretaris van de "afdeeling Haarlem van het Nederlandsch Tooneel- verbond. Voor de voorziening in de overige vaca tures bevelen B. en W. de aftredenden we derom aan. VERVOLGCURSUSSEN. B. en W. stellen voor te benoemen voor den cursus 19301931: a. den heer R. Haverschmidt, als hoofd en onderwijzer aan den Vervolgcursus no. IV; b. den heer B. Bulthuis als hoofd en on derwijzer aan den Vervolgcursus no. VI. Aan den Vervolgcursus no. 1: le mevr. de wed. W. H. VersteegSchouw; 2e. Mej. J. P. van Dorsten; 3e. Mej. D. E. Droogen- dijk en 4e. den heer E. Geerts. GEM. LYCEUM. De volgende aanbeveling ter herbenoeming voor den cursus 19301931 aan het Gemeen telijk Lyceum van onderwijzend personeel is aan den raad gezonden: le. de heer B. A. Tmmer (voor de wiskun de.) 2e. de heer J. L. Vleming (voor de handels wetenschappen) 3e. Mevr. Mr. D. Hazewinkel-Suriniga (voor de staatsinrichting). 4e. de heer G. Comello (voor de Engelsche taal). 5e de heer W. A. Engel (voor het teekenen) en 6e. de heer G. Borkent (voor de lichame lijke oefening). H. B. S. B Veel geluk in de toekomst, zei ze ver trouwelijk. Als men zelf het geluk gevonden heeft, helpt men anderen graag in hun moei lijkheden. Nietwaar, wij begrijpen elkaar? De graaf had een auto besteld, die Meinard snel naar huis braGht. Heinrich was ook mee ingestapt. Toen ze aan het hek van het voor tuintje stonden, pakte de musicus Heinrich ontroerd bij den schouder. Goeden nacht, beste jongen. Kom gauw eens aan, als Vilma weg is. Ik heb zooveel aan je te danken. Toen ging hij zijn huis binnen en liet de beide jonge menschen alleen. Hij wist dat Vilma voor altijd in veilige handen was en beschouwde dat als 'n geluk, dat hij niet voor den triomf van dezen avond had willen rui len. Goeden nacht, liefste; je komt gauw te rug, hè? Goeden nacht, schat. HOOFDSTUK XIV. Dores, huisknecht en klarinettist, vloog Heinrich's kamer binnen. Wat is er, Dores? vroeg Heinrich, die juist bezig was de laatste hand aan zijn toilet te leggen. Zachtjes een beetje, meneer Rose slaapt nog. Bah, schimpte Dores. Nu meneer Barenfeld terugkomt, kan die heelemaal naar de pomp loopen. Weet u, wie bij het ontbijt al bij juffrouw Lisa is geweest.? Jawel, juffrouw Vilma Meinard, ant woordde Heinrich droogjes. Dores keek vreemd op. Hoe weet u dat? Ik geloof dat juffrouw Meinard juffrouw Lisa naar het station wil brengen. Gaat juffrouw Lisa dan weg? ZekerDat laad Jette je ook wel kunnen Fa. GEBRs. BRAKEL SOPHIAPLE1N 6-12 TEL. 10533 Verven Stoomen Stoppage Hoéden vormen Groote Houtstraat 5a ESlamn i andering in terminologie tegelijkertijd wor den opgenomen, en ook de kentering der meeningen omtrent eenig punt, indien daar van bij vóóraf in te winnen adviezen mocht blijken. Nu echtei-, vóór eenigen tijd, het Rijks- schooltoezicht voor het gemis aan overeen stemming, hiervoren genoemd de aandacht van B. en W. heeft gevraagd, hebben B. en W. tegen eene partiëele wijziging hier en daar omdat zij slechts van redactioneelen aard is geen bezwaar. RADIO-ZIEKENUUR. Naar wij vernemen zal het radio-zieken- uur, dat a.s. Maandag te 4 uur over Huizen door de Nederl. Christ. Radio Vereenigin'g zal worden uitgezonden, worden verzorgd door Ds. C. J. van Paassen, Ned. Herv. Pre dikant, alhier. Ds. van Paassen hoopt te spreken over 2 Corinthe 1:20 „Want zoovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heer lijkheid door ons!" Muzikale medewerking wordt hierbij ver leend door mej. C. de Jager, zang en den heer Fr. Gorter, kerkorgel, beiden te Hil versum. vertellen. Ze zal zeker meneer Barenfeld tegemoet reizen, mompelde Dores geheimzinnig. Onzin! Zoo'n dwaas idee kan ook alleen in jouw kop opkomen, Dores! Ik denk dat ze naai- een of andere tante gaat. Dan had ze ook wel kunnen wachten, tot mqneer Barenfeld terug was, bromde de huisknecht misnoegd en hij trok af naar de binnenplaats. Heinrich bleef op zijn kamer en onge duldig wachtte hij het oogenblik af, dat Vil ma en Lisa zouden vertrekken. Hij durfde niet bij de deur te gaan staan, want hij was bang dat Vilma zich verraden zou, als ze hem zag. Eindelijk, na een half uur hoorde hij stemmen buiten en even later het weg- tuffen van een auto. Op de binnenplaats ontmoette hij Dores. Ze is weg, vertelde deze. Juffrouw Meinard# is ook ingestapt. Heinrich ademde vrijer. Tot zoover was het dus gelukt. Tegen den middag ging Heinrich met Do res en Hannes, die hun beste pakjes hadden aangetrokken., naar het station, om Baren feld af te halen. In de vestibule vond hij Graaf Schöner. Hoe is het afgeloopen? vroeg deze. Zooals het afgesporken was, ant woordde Heinrich. Prachtig! Barenfeld vertellen we er niets van, voor hij bij mevrouw Friedrich is. En nu: een opgeruimd gezicht. Daar komt de trein! Hoera! schreeuwde Dores en hij zwaaide met zijn hoed, want hij had Barenfeld, die uit het coupévenster leunde al herkend. Hoera! herhaalde hij en Hannes stemde krachtig met hem in. (Wordt vervolgd),. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). De schrijver en de steno-typiste door PIETRO GALLÏ. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. MEUBELEN Levering direct aan particulieren, Dressoir, tafel. 2 fauteuils, 4 stoelen moquette, theemeubel, spiegel 2 schilderijen, samen f118.—. Q. A. Buffet met bolle deuren f62.50 Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen, Bedden. Dekens, enz. Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING, NED. MEU3EL-INDUSTR1E „NEMI". Modelkamers voor Haarlem: KONINGINNEWEG 18 B. en W. bevelen aan ter benoeming tot tijdelijk leeraar in de Duitsche taal aan de Hoogere Burgerschool B met 5-jarigen cur sus voor het cursusjaar 19301931, den heer M. van Driel te Nijmegen. BEROEP AANGENOMEN. De heer P. Oene, candidaat te Haarlem, heeft aangenomen een beroep bij de Gere formeerde kerk te Bruinisse. MEISJESSCHOOL. Tot herbenoeming voor den cursus 1930 1931 aan de Middelbare School voor meisjes met 5-jarigen cursus bevelen B. en W. de volgende leeraresssen aan: le Mevr. C. C. Mascbbaupt-Vis (voor gezondheidsleer), 2e Mej. A. C. Kersbergen (voor Latijn) en 3e. Mevr. Dr. Rassa Elte-Riwlin (voor natuur- en scheikunde). OVERPLAATSING. B. en W. stellen voor te besluiten tot over plaatsing van de dames J. W. Meijers en A. A. Moojen als onderwijzeres van de School voor Voorbereidend lager onderwijs No. 1 (in het v.m. Barbara-gasthuis) naar de School voor Voorbereidend lager onderwijs no. 6 aan de Ternatestraat. ONDER WIJS-VERORDENINGEN. Na het in-werking-treden der Lager-onder- wijswet 1920, en van de daaruit voortvloeiende nieuwe voorschriften, is de terminologie in enkele plaatselijke onderwijs-verordeningen, instructies, enz. niet meer geheel in overeen stemming met den feitelijken toestand. De verwijzingen naar artikelen van de Lager onderwijwet ofschoon zeer sporadisch voor komend dienen veranderd te worden, wijl zij ui' teraard niet meer juist zijn; en o.a. de benamingen „Arrondissements-schoolopzie- ner", en „Districts-schoolopziener", hier en daar nog vermeld, bestaan niet meer. (De functies bij het Rijksschooltoezicht worden thans aangeduid b.v. als „Inspecteur", „Hoofdinspecteur", enz.). Aanvankelijk oordeelden B. en W„ met deze veranderde terminologie rekening te houden, zoodra een algeheele herziening van den ge- heelen bundel onderwijs-voórschriften te eeniger tijd aan de orde mocht komen. De wenschelijkheid daartoe, hoewel in de prak tijk nog niet naar voren gekomen zou kunnen worden overwogen omdat enkele dier reglementen, enz., reeds dateeren van vóór 30 jaren, en ook, omdat in den loop der tijden reeds partiëele wijzigingen zijn aangebracht. Bij een algeheele herziening, en vastsstelling opnieuw, kon dan die (reeds ingevoerde) ver- EEN NIEUWE AUTOKAART VAN NEDERLAND In de kringen der Nederlandsehe automo bilisten en eveneens onder de buitenlanders, die ons land per auto bezoeken, werd behoefte gevoeld aan een nieuwe, duidelijke kaart van Nederland voor deze weggebrui kers, met aanduiding van de vele wijzigingen op wegengebied, welke den laatsten tijd zich hadden voorgedaan. Het omvangrijke en kostbare werk, aan een zoodanige uitgave verbonden, is thans ondernomen door den A. N. W. B. Toeristen bond voor Nederland, welke de tienduizen den automobilisten, die lid zijn van dezen bond, verblijd heeft met een kaart, schaal 1 200.000, in drie bladen. Daarvan wordt ons thans blad I toegezonden, dat Midden - Nederland omvat, in het noorden begrensd door de lijn Schoorl-Enkhuizen-Meppel-Coe- vorden, in het Zuiden door de lijn Brielle- Tiel-Nijmegen, terwijl de kop van Noord- Holland afzonderlijk in een der hoeken is aangebracht. Het is een kaart, welke volkomen voldoet aan de verlangens van den automobilist, om dat zij buitengewoon duidelijk en overzich telijk is. De kaart is uitgevoerd in vijf kleuren; de van Bondswegwijzers voorziene wegen zijn rood gekleurd, evenals de routes door steden en dorpen. De overige wegen, welke voor den automobilist van beteekenis zijn, zijn in gele kleur aangeduid; de landwegen, die van geen belang zijn voor het interlocale ver keer, zijn met een dubbele lijn geteekend, maar niet van een afzonderlijke kleur voor zien. Langs de hoofdverbindingen zijn de kilo meterafstanden aangegeven. Rijwielpaden komen er niet op voor, omdat ditmaal speciaal met de belangen van den auto-toerist rekening is gehouden. Voor hem moet een kaart alleen datgene bevatten, wat noodig is om zich vlug en zonder weife ling te kunnen oriënteeren. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel de^ologne VerdrijftHoofdpijn* en Lusteloosheid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6