J. Lottgering
H.D. VERTELLINGEN
IN „DE WITTE ZWAAN"
wiÊÊÊÊÊÊÊÊMÊKÊÊBanm
STADSSCHOUWBURG.
COMMISSIE VAN TOEZICHT.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a $0 Cts. per regel
HAARDËM
HAARLEM'S DAGBLAD
Niet alle jonge menschen schrijven
een roman, maar zij droomen hem
des te heftiger.
De heer Pedrazzini besteedde zijn
laatste Lire, om een stenotypiste
„De legende van een rijken jongeling" te
ciicteeren, want de prijsvraag van 20.000
Lire eischte machineschrift.
Met zijn armoede den rijkdom aanborend,
vergrootte hij zijn medelijden met zichzelf,
doordat hij den rijken jongeling zijn trek
ken, zijn evenbeeld leende. Meermalen al
zag de schrijver zich gestreeld door liefde
rijke blikken. In den kommer van zijn ar
moede ontdekte hij - slechts zijn schamele
confectiepak. Hoe pijnlijk, wanneer hij zijn
spiegelbeeld zoo maar een chequeboek in den
zak stak! Er zat een ontstellende zelfkwel
ling in, de absolute onbezorgdheid te incar-
neeren in den held van zijn roman. Eens
wilde hij den jongeling vernederen, doordat
hij hem alles in zijn fantasie zich in
een zwembad liet begeven. „Wie ben jij daar
met je lorren? Heelemaal niets ben je,
geen centesimo meer waard dan Ik, Antonio
Pedrazzini! Is het je soms aan te zien, dat
je met forellen en kip gevoed wordt,, terwijl
ik alleen polenta in mijn maag heb?En je blan
ke roofdiergebit? Veel meer dan een tanden
borstel heb je ook niet om het te polijsten!"
Hij bekeek hem van top tot teen, toen be
merkte hij, dat de jongeling in het bad toch
de rijkste was. Waren de nagels van zijn
teenen niet even goed verzorgd als de na
gels van zijn vingers? Toen hij dit waar
nam, viel het hem ook in, dat de rijke twin
tig meter van hem vandaan bij den bad
meester zijn portefeuille had gedeponeerd.
Hij kon zich lang den rijke „alleen in zijn
huid gekleed" voorstellen, hij voelde toch,
dat het geld twintig meter verder op zijn
baas wachtte. In zijn toorn overlegde hij:
„Zal ik je nu niet eens verknoeien? Zal ik
je niet carieuze tanden in je mond zetten,
de lijn van je neus banaliseeren, den glans
van je droomerige oogen vernietigen, de
lange wimpers ontdoen van hun teere me
lancholie, die je een geheim schenken, dat
je heelemaal niet bezit? En je boenen!
Wacht maar even, ik zal je pilaren krom
men!"
Maar de Jongeling uit de wereld van
schijn glimlachte den schrijver toe: „Ga je
gang, trek mij uit het lid, verniel den god-
delijken glans in mij. Wil je me niet een
kippenborst geven of een bult? Maar hoe
wil je dan de idee va nje roman verwezen
lijken? Het verschrikkelijke bewijs, hoe
ongelukkig iemand kan zijn, aan wien het
lat rijkdom, geest en schoonheid heeft ver
spild, dien het ziekte en leed onthield? Her
inner je! Toen je mij ter wereld hielp was
het je duidelijk, dat het met den rijken
man niets gedaan is. Je had mij met de een
of andere ziekte kunnen bezwaren. Maar
hoe banaal zou je geschiedenis dan zijn ge
worden. Een leelijke rijkaard, een zieke
rijkaard, heft dat 'feit den rijkdom niet op?
Wat zou het voor een sensatie zijn, wanneer
ik ongelukkig, dubbel ongelukkig zou zijn,
daar de rijkdom juist zijn machteloosheid
voor mijn ziekte zou toonen?
De schaduw zweeg en de schrijver staarde
weer op zijn blanke papier, de tranen kwa
men in zijn oogen, want nu kwam hij bij
een van de moeilijkste gedeelten van zijn
roman. Hij wist namelijk niet, welk leed hij
in de borst van zijn tegenstander zou laten
zinken. Welk leed is er eigenlijk voor de
rijken? Onbeantwoorde liefde? Maar welk
vrouwenhart zou zoo krankzinnig zijn, de
nobele afkomst, de honderd voortreffelijk
heden van den reflectant niet te laten we
gen? Onmogelijk.
De schrijver begon te woelen in zijn eigen
wonde. Hij bracht zijn ongelukkig zijn, dit
eenzaam en verloren zijn, dit ontberen over
op den ander, op wien het niet paste. Een
vaag, onbestemd ongeluk. Misschien, zoo
overwoog hij, zal ik mijn geschiedenis een
mystiek tintje geven, wanneer ik de lezers in
nieuwsgierige spanning laat en het onge
luk nooit bij den naam noem, ruimte laat
aan alle vermoedens
Met de eerste twintig bladzijden van den
roman had hij zich naai' juffrouw Aurealla
Quademl begeven. De prijs van een bladzij-
FEUILLETON
Uit het Duitsch
van RUDOLF HERZOG.
SI)
Toen hij weg V/as beweerde de graaf la
chend
Dat zijn twee vliegen in één klap! Dat
die tweede kapelmeester van plan is naar
Hamburg te gaan Ls wel een rcuzenbof! Zoo
gauw hij er is, zal ik uit dankbaarheid een
levensbeschrijving van hem geven.
Wat ik zeggen wilde, meneer Pfalzdorf,
aldus keerde hij zich tot den jongen man:
weet u al dat juffrouw Friedrich morgen ver
trekt?
Juffrouw Friedrich? Gaat die weg?
Ik hoorde het juist van mijn meisje. Ze
heeft haar een afscheidsbriefje geschreven.
Nu ziet u weer waar verloofden goed voor
zijn.
Heinrich kon het nog maar niet begrijpen.
Ik zal Vilma eens vragen zei hij. Ze
heeft vandaag juffrouw Friedrich nog les ge
geven en ze zal er dus wel meer van weten.
En terwijl Gertrud door Schöner in een ge
sprek met Meinard werd betrokken, had Hein
rich even tijd. Vilma te vertellen, wat hij
juist gehoord had.
O hemel, antwoordde ze. wees niet
boos. Heinrich. dat ik je dat niet gezegd heb.
Maar toen we hierheen reden dacht ik alleen
aan het concert en daarna vergat ik het in
de drukte.
En nu vertelde Vilma.
Lisa was dien namiddag bij haar geweest
om zich voor liet concert te verontèchuldi-
VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1930
de machineschrift interesseerde hem meer
dan de bekoorlijkheid van de stenotypiste.
Zij kon glimlachen, hij nam van haar lief
talligheid geen notitie. Een spoor van vol
doening kwam echter op zijn gelaat, toen
de ijverige copieerster hem na de eerste
bladzijde het compliment maakte, dat hij
een innemenden stijl schreef. „Hij is mij
wel wat te weinig temperamentrijk" voegde
zij er tot schrik van den auteur aan toe",
„pardon, ik wilde zeggen, te academisch."
De weerhaak zat. Hij werd purper
Tik, tak! Zij trommelde verder, ofschoon
hij zijn zinnen met moeite door zijn keel
kreeg.
Nadat hij zijn laatste bladzijde had gedic
teerd, betreurde de juffrouw het ironisch,
dat hij juist daar ophield, omdat nu toch
juist de liefde het leven van den jongeman
kwam „binnenschuimen".
„Wie zegt u dat?" vroeg hij ontdaan. „U
zult den jongeling toch zeker niet beter
kennen dan ik?"
„Dat is nog maar de vraag", zeide zij uit
dagend en zij overrompelde den schrij
ver geheel en al, want zij greep uit haar
kastje een portflesch en schonk met de
grootste vanzelfsprekendheid twee glazen
vol. „Toe, drinkt u wat, en hier zijn ciga-
retten!"
De heer Pedrazzini deed, wat zij hem be
val. Hij raakte zelfs in vuur, want hij dronk
de port in één teug, hetgeen hem heldhaf
tig voorkwam.
„Let u eens op", ging zij voort, „ik ken
den jongeman, omdat u zelf dezen Narciss
bent. U wilt den rijke onvoorwaardelijk arm
maken, maar verwacht van de contrapun-
tiek van het lot, dat u' zelf van een arme
een rijke wordt?"
„Mejuffrouw, nu bént u het, die mij een
fabel vertelt."
„O, die is de waarheid", ging zij opge
wekt verder, „geeft u mij de hand". En hij
deed het. „Dus, nietwaar, u hebt nog nooit
liefgehad! Set ongeluk van uw bestaan is
niet uw armoede, maar het nog-niet-kun-
nen-liefhebben."
Hij week uit, niet onhandig, beweerde, dat
zijn liefde nog niet gefixeerd was. Hij had
de'schepping lief. Zijn filosofie had hem
geleerd, dat een zonsondergang in Rapallo
even boeiend was als de mooiste vrouw.
Na gaf de stenotypiste den schrijver een
zachten tik op den wang: „Maar u zoudt
toch liever aan de mooiste vrouw dan aan de
zon van Rapallo wegkwijnen?"
„Ik ben geen Icarus, noch Don Quichotte"
verklaarde hij ontwijkend, maar hij lachte
voor het eerst zijn „tegenstandster" met
zijn Ivoren mond toe.
„Dus, u wilde den jongeman liefdeloos
maken, zooals u zelf is, want dat kennen
wij, mannen, die mooie vrouwen door den
zonsondergang in de schaduw stellen, die
een blank kuisch zeil op de zee even mooi
vinden als een Vestaalsche maagd, die door
een violoncel even ontroerd worden als
door een schreiende vrouw, die ons voorspie
gelen dat er lieflijkheid is in iedere golf,
dat de volmaakheid van de roos niet is te
overtreffen, ach, loop heen! Die wonen op
de maan of
„Juffrouw Auralia, ofben ik zoo
koudbloedig als een visch in de zee, wan
neer ik uw bekoorlijkheid besef en haar
niettemin niet begeer, O, wanneer u wist,
hoe gecompliceerd het leven is, en dan de
liefde!"
„Hoe weet u dat dan, wanneer u haar
nooit hebt geproefd, nooit door haar bent
omhoog geheven en verpletterd?"
„Maar Aurelia, er zijn zeldzamer dingen
in deze wereld. Groote dingen worden in
eenzaamheid voltrokken. Deze „liefdelooze"
menschen beminnen altijd een wereld. Hun
liefde zweeft meer dan dat zij zich vast
klemt. Kijk eens naar Lindbergh! Wanneer
hij verloofd zou zijn geweest, zou hij dan
over den Oceaan zijn gevlogen? Waarom
vloog hij op de huwelijksreis niet weer naar
Europa? Misschien zou het ongeluk van
mijn rijken jongeling wel dit geweest kun
nen zijn, dat hij de liefde voor de vrouw
heeft opgeofferd, om zich voor een zeer
groot doel op te offeren, voor een Hamlet-
gen. Ze had gezegd dat ze den volgenden
morgen al vroeg op reis moest, daar de opera-
directeur van het stadje H, in Baden haar
in den loop van de week als gast in de rol
van Marie in Lorzing's „Wapensmid" wilde
laten optreden. Ze zou dan aan de opera ver
der studeeren. en in het nieuwe seizoen een
engagement krijgen.
Heinrich was geheel van zijn stuk ge
bracht. Zou, nu alle schepen in behouden
haven schenen te zullen landen, dat van
Bai'cnfeld nog stranden? Maar hij beheersch-
te zich snel weer en over de tafel heen riep
hij hardop tegen Schöner: U hebt gelijk,
meneer Schöner, juffrouw Friedrich vertrekt
morgenochtend vroeg. Maar weet u, dat ze
weggaat om in den loop van de volgende
weck in den stadsschouwburg in H. als gast
als Marie in de „Wapensmid" op te treden?
Wat? was de verblufte wedervraag.
Maar dat mag niet gebeuren onder geen
omstandigheden!
Wat moeten we doen?
Wat moeten we doen? Ja, drommels,
wat zou het beste zijn? peinsde Schöner
overluid. Morgen komt Kon rad vol hoop
terug en vindt den vogel uit het nest gevlo
gen! Dan zal hij wel een eigenaardigen in
druk van de waakzaamheid van zijn vrien
den krijgen. Heeft iemand van u misschien
een plan? Dan direct voor den dag er mee,
alstubliefDe tijd om nog wat te doen is kort!
We hebben direct of indirect allemaal ver
plichtingen aan Konrad.
Meneer Schöner, zei Meinard, u hebt
allemaal zooveel voor mij gedaan, laat ik nu
ook wat voor u doen. De hoofdzaak is voor-
loopig, dat we juffrouw Friedrich niet uit het
oog verliezen vooropgesteld natuurlijk,
dat ze werkelijk van Barenfeld houdt.
Natuurlijk houdt ze van hem, zei de
graaf gedecideerd, ik weet toch....
lijke taak, die te zwaar was voor zijn
schouders".
De stenotypiste werd boos: „Daar komt
het juist op aan. Wiens schouders te zwak
zijn, die spanne zich niet te zeer in. Deze
Lindbergh is het beste bewijs! Hij zegt: men
moet de goden niet verzoeken. Dus geen
da capo."
„Maar mejuffrouw, wil het huwelijk vol
maakt zijn, dan moet mevrouw Lindbergh
haar man verheffen! Wanneer zij den
held wil behouden, moet zij met hem vlie
gen!"
De juffrouw: „Stelt u zich dat nu eens
voor! Op den overtocht wordt Lindbergh
bewusteloos. Zij grijpt het stuur. Het wordt
een aangrijpend magazine-tooneel. Bij de
landing zal de vlieger, zooals op het tooneel
altijd wijzen op zijn vrouw: „Haar de kran
sen."
Zoo praatten de schrijver en de stenoty
piste, twee kinderen, die zochten waarlijk
geen zonsondergang, maar elkaar.
Weer wei-den de glazen gevuld! En de
jonge auteur wendde zich tot zijn leermees
teres, hartelijk en vermetel haar tutoyee-
rend: „Maar, lieve Aurelia, hoe zou jij de ge
schiedenis dan draaien? Je weet, dat je
geen prijsvraag wint, wanneer je de dingen
niet op hun kop zet? Een rijke moet arm
worden en een arme
„Groot kind" zij hing zich aan zijn hals
„Onzin, heb toch den moed, een geschie
denis te schrijven, waarin ook je suiker
zoete prins gelukkig wordt en een steno
typiste trouwt."
„En omgekeerd, de arme de lieve en
even rijke zuster van den .prins", glimlachte
de schrijver, die gemakkelijk op den divan
was gaan zitten.
„Och, die roman zal niet bekroond wor
den. Hoewel het zoo zelden voorkomt, zal
men het geval gewoon vinden, terwijl een
stenotypiste en een schrijver zoo arm zou
den zijn, dat hun vermogens, bijeenge
voegd, misschien een geluk zouden opleve
ren."
Het was zoo. Juffrouw Aurelia was de ac
tiviteit zelve. Zij typte den roman met haar
denkbeelden af. Iedereen prees de origina
liteit van haar roman met het vermetele
bewijs, dat ook een rijke gelukkig kan wor
den. Geheel haar overredingskracht was
er voor noodig, haar man er toe te brengen,
zich aan te melden voor den schoonheids-
wedstrijd, waar hij den derden prijs kreeg,
maar omdat „litteratuur" slechter betaald
wordt dan lichamelijke voortreffelijkheden,
kreeg hij 20.000 Lire als derden en zij
20.000 Lire als eersten prijs. Zij legden geest
en schoonheid in één kas. De schoonheid
verminderde, de geest van Aurelia, zes ja
ren ouder, hield aan. Maar het huwelijk
klepperde nooit, wel de schrijfmachine, die
de heer Pedrazzini nu bediende, terwijl de
ademtocht van Aurelia's geest de violette
stembanden van de machine wekte tot le
ven. Mettertijd compenseerden geest en
schoonheid elkaar. De machine ratelde, het
eerste, het tweede kind keuvelde. Polenta,
Risotto en Tagliatelle a la Bolognese ver
breidden die behagelijke breedte over het
echtpaar, waarvan de harmonie niet meer
kon worden verstoord.
Zoo eindigt het onderwerp van de schoon
heid in de spaghetti. Zij bleven elkaar
trouw tot op hoogen leeftijd, waarop zij de
in de verte ondergaande zon van Rapallo
vergeleken met hun liefde.
STADSNIEUWS
VOORBEREIDENDE SCHOLEN
IN ALLE STADSGEDEELTEN.
EEN ADRES VAN VOLKSONDERWIJS.
De af deeling Haarlem van Volksonderwijs,
heeft 'n adres gericht tot den Raad, waarin
wordt medegedeeld, dat zij volledige in
stemming betuigt met het adres van de af-
deeling Haarlem van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers, waarin gevraagd
wordt over te gaan tot het stichten van een
gemeentelijke school voor Voorbereidend
Onderwijs.
a. in het stadsdeel ten Noorden van de
Jan Gijzen vaart (de z.g.n. Vogelbuurt en
Rivierenbuurt)b. in het stadsdeel in de
omgeving van de Pijlslaan.
Zij meent, dat, gezien de overgelegde lijs
ten met handteekeningen er in genoemde"
stadsgedeelten dringende behoefte bestaat
aan Gemeentelijke Scholen voor Voorbe
reidend Onderwijs;
Volksonderwijs heeft reeds in 1925 aan
den Raad verzocht in alle stadsgedeelten
scholen voor Voorbereidend Lager Onderwijs
te stichten. Zij hoopt en vertrouwt, dat de
Raad van Haarlem moge besluiten tot spoe
dige stichting van een voldoend aantal
scholen voor Voorbereidend Lager Onder
wijs in de velschillende stadsgedeelten.
Het adres is onderteekend door voorzitter
en secretaris der af deeling de heeren mr.
L. G. van Dam, en E. Geerts Wzn.
Hij hield plotseling op, keek snel naar zijn
meisje en kreeg een kleur en zweeg. Gertrud
streek hem schalks over zijn warm gezicht.
Zet uw plannen verder uiteen, meneer
Meinard.
Ze mag natuurlijk niet alleen reizen,
ging de kunstenaar voort en hoewel de
scheiding mil zwaar zal vallen, ik geloof, dat
't beste is dat Vilma met haar mee gaat.
Bravo! riep de graaf, ik voel waar u
heen wilt.
Vilma, vervolgde Meinard zal van
avond nog haar koffers pakken; ze gaat
morgen vroeg naar juffrouw Friedrich en
vertelt haar, dat ze wel mee wil naar H„ dat
Lisa de eenzaamheid niet zoo zwaar zal voe
len en een beetje deskundige leiding moet
hebben bij haar eerste optreden. Dit vroom
bedrog zal het arme kind wel zwaar vallen,
maar er zit nu eenmaal niet anders op. Zoo
gauw ze weet. wanneer precies de dag van
de opvoering is, moet ze ons waarschuwen en
u, graaf Schöner, moet dan trachten te ver
hinderen dat ze optreedt. Misschien heeft ze
er dan wel genoeg van door het inspannen
de werk. Ziet ze onder die omstandigheden
een van haar bekenden, dan zal dat zeker
invloed op haar hebben en dat alleen kan
misschien voldoende zijn om haar op het
laatste oogeblik van haar voornemen af te
brengen.
Ik ben bereid, verklaarde Schöner, ik
zal zelfs niet voor schandaal terug schrikken.
Men moet zijn medemenschen in sommige
omstandigheden eenvoudig dwingen, voor
hun bestwil. Laten we dus geen tijd verliezen
en naar huis gaan. Nogmaals: op het welzijn
van onze kunstenaars, die zich tevens als
zulke aardige en hartelijke menschen ont
popt hebben.
Gertrud von Wald was op Vilma toegegaan
en gaf haar een kus.
Wegens overlijden van den heer jhr. A.
W. G. van Riemsdijk is een vacature ont
staan in de Commissie van Beheer voor den
Stadsschouwburg. Bovendien moet worden
voorzien in de vacatures, welke zullen ont
staan op 1 September a.s., wegens periodie
ke aftreding van de heeren Vincent Loosjes
en Dr. J. F. M. Sterck.
In de plaats van den heer Jhr. A. W. G.
van Riemsdijk bieden B. en W, de volgende
aanbeveling aan: 1. Prof. dr. P. H. van
Moerkerken, 2. G. Tjebbo Franken, eerstge
noemde voorzitter van het hoofdbestuur,
laatstgenoemde secretaris van de "afdeeling
Haarlem van het Nederlandsch Tooneel-
verbond.
Voor de voorziening in de overige vaca
tures bevelen B. en W. de aftredenden we
derom aan.
VERVOLGCURSUSSEN.
B. en W. stellen voor te benoemen voor
den cursus 19301931:
a. den heer R. Haverschmidt, als hoofd en
onderwijzer aan den Vervolgcursus no. IV;
b. den heer B. Bulthuis als hoofd en on
derwijzer aan den Vervolgcursus no. VI.
Aan den Vervolgcursus no. 1: le mevr. de
wed. W. H. VersteegSchouw; 2e. Mej. J.
P. van Dorsten; 3e. Mej. D. E. Droogen-
dijk en 4e. den heer E. Geerts.
GEM. LYCEUM.
De volgende aanbeveling ter herbenoeming
voor den cursus 19301931 aan het Gemeen
telijk Lyceum van onderwijzend personeel
is aan den raad gezonden:
le. de heer B. A. Tmmer (voor de wiskun
de.)
2e. de heer J. L. Vleming (voor de handels
wetenschappen)
3e. Mevr. Mr. D. Hazewinkel-Suriniga (voor
de staatsinrichting).
4e. de heer G. Comello (voor de Engelsche
taal).
5e de heer W. A. Engel (voor het teekenen)
en 6e. de heer G. Borkent (voor de lichame
lijke oefening).
H. B. S. B
Veel geluk in de toekomst, zei ze ver
trouwelijk. Als men zelf het geluk gevonden
heeft, helpt men anderen graag in hun moei
lijkheden. Nietwaar, wij begrijpen elkaar?
De graaf had een auto besteld, die Meinard
snel naar huis braGht. Heinrich was ook mee
ingestapt. Toen ze aan het hek van het voor
tuintje stonden, pakte de musicus Heinrich
ontroerd bij den schouder.
Goeden nacht, beste jongen. Kom gauw
eens aan, als Vilma weg is. Ik heb zooveel
aan je te danken.
Toen ging hij zijn huis binnen en liet de
beide jonge menschen alleen. Hij wist dat
Vilma voor altijd in veilige handen was en
beschouwde dat als 'n geluk, dat hij niet voor
den triomf van dezen avond had willen rui
len.
Goeden nacht, liefste; je komt gauw te
rug, hè?
Goeden nacht, schat.
HOOFDSTUK XIV.
Dores, huisknecht en klarinettist, vloog
Heinrich's kamer binnen.
Wat is er, Dores? vroeg Heinrich, die
juist bezig was de laatste hand aan zijn toilet
te leggen. Zachtjes een beetje, meneer Rose
slaapt nog.
Bah, schimpte Dores. Nu meneer
Barenfeld terugkomt, kan die heelemaal naar
de pomp loopen. Weet u, wie bij het ontbijt
al bij juffrouw Lisa is geweest.?
Jawel, juffrouw Vilma Meinard, ant
woordde Heinrich droogjes.
Dores keek vreemd op.
Hoe weet u dat?
Ik geloof dat juffrouw Meinard juffrouw
Lisa naar het station wil brengen.
Gaat juffrouw Lisa dan weg?
ZekerDat laad Jette je ook wel kunnen
Fa. GEBRs. BRAKEL
SOPHIAPLE1N 6-12 TEL. 10533
Verven Stoomen
Stoppage Hoéden vormen
Groote Houtstraat 5a
ESlamn i
andering in terminologie tegelijkertijd wor
den opgenomen, en ook de kentering der
meeningen omtrent eenig punt, indien daar
van bij vóóraf in te winnen adviezen mocht
blijken.
Nu echtei-, vóór eenigen tijd, het Rijks-
schooltoezicht voor het gemis aan overeen
stemming, hiervoren genoemd de aandacht
van B. en W. heeft gevraagd, hebben B. en
W. tegen eene partiëele wijziging hier en
daar omdat zij slechts van redactioneelen
aard is geen bezwaar.
RADIO-ZIEKENUUR.
Naar wij vernemen zal het radio-zieken-
uur, dat a.s. Maandag te 4 uur over Huizen
door de Nederl. Christ. Radio Vereenigin'g
zal worden uitgezonden, worden verzorgd
door Ds. C. J. van Paassen, Ned. Herv. Pre
dikant, alhier. Ds. van Paassen hoopt te
spreken over 2 Corinthe 1:20 „Want zoovele
beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem
ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heer
lijkheid door ons!"
Muzikale medewerking wordt hierbij ver
leend door mej. C. de Jager, zang en den
heer Fr. Gorter, kerkorgel, beiden te Hil
versum.
vertellen.
Ze zal zeker meneer Barenfeld tegemoet
reizen, mompelde Dores geheimzinnig.
Onzin! Zoo'n dwaas idee kan ook alleen
in jouw kop opkomen, Dores! Ik denk dat ze
naai- een of andere tante gaat.
Dan had ze ook wel kunnen wachten,
tot mqneer Barenfeld terug was, bromde de
huisknecht misnoegd en hij trok af naar de
binnenplaats.
Heinrich bleef op zijn kamer en onge
duldig wachtte hij het oogenblik af, dat Vil
ma en Lisa zouden vertrekken. Hij durfde
niet bij de deur te gaan staan, want hij was
bang dat Vilma zich verraden zou, als ze
hem zag. Eindelijk, na een half uur hoorde
hij stemmen buiten en even later het weg-
tuffen van een auto.
Op de binnenplaats ontmoette hij Dores.
Ze is weg, vertelde deze. Juffrouw
Meinard# is ook ingestapt.
Heinrich ademde vrijer. Tot zoover was
het dus gelukt.
Tegen den middag ging Heinrich met Do
res en Hannes, die hun beste pakjes hadden
aangetrokken., naar het station, om Baren
feld af te halen. In de vestibule vond hij
Graaf Schöner.
Hoe is het afgeloopen? vroeg deze.
Zooals het afgesporken was, ant
woordde Heinrich.
Prachtig! Barenfeld vertellen we er niets
van, voor hij bij mevrouw Friedrich is. En
nu: een opgeruimd gezicht. Daar komt de
trein!
Hoera! schreeuwde Dores en hij zwaaide
met zijn hoed, want hij had Barenfeld, die
uit het coupévenster leunde al herkend.
Hoera! herhaalde hij en Hannes stemde
krachtig met hem in.
(Wordt vervolgd),.
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
De schrijver en de steno-typiste
door PIETRO GALLÏ.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
MEUBELEN
Levering direct aan particulieren, Dressoir, tafel. 2 fauteuils, 4 stoelen moquette, theemeubel, spiegel
2 schilderijen, samen f118.—. Q. A. Buffet met bolle deuren f62.50
Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen, Bedden. Dekens, enz.
Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING,
NED. MEU3EL-INDUSTR1E „NEMI". Modelkamers voor Haarlem: KONINGINNEWEG 18
B. en W. bevelen aan ter benoeming tot
tijdelijk leeraar in de Duitsche taal aan de
Hoogere Burgerschool B met 5-jarigen cur
sus voor het cursusjaar 19301931, den heer
M. van Driel te Nijmegen.
BEROEP AANGENOMEN.
De heer P. Oene, candidaat te Haarlem,
heeft aangenomen een beroep bij de Gere
formeerde kerk te Bruinisse.
MEISJESSCHOOL.
Tot herbenoeming voor den cursus 1930
1931 aan de Middelbare School voor meisjes
met 5-jarigen cursus bevelen B. en W. de
volgende leeraresssen aan: le Mevr. C. C.
Mascbbaupt-Vis (voor gezondheidsleer), 2e
Mej. A. C. Kersbergen (voor Latijn) en 3e.
Mevr. Dr. Rassa Elte-Riwlin (voor natuur-
en scheikunde).
OVERPLAATSING.
B. en W. stellen voor te besluiten tot over
plaatsing van de dames J. W. Meijers en A.
A. Moojen als onderwijzeres van de School
voor Voorbereidend lager onderwijs No. 1 (in
het v.m. Barbara-gasthuis) naar de School
voor Voorbereidend lager onderwijs no. 6
aan de Ternatestraat.
ONDER WIJS-VERORDENINGEN.
Na het in-werking-treden der Lager-onder-
wijswet 1920, en van de daaruit voortvloeiende
nieuwe voorschriften, is de terminologie in
enkele plaatselijke onderwijs-verordeningen,
instructies, enz. niet meer geheel in overeen
stemming met den feitelijken toestand.
De verwijzingen naar artikelen van de Lager
onderwijwet ofschoon zeer sporadisch voor
komend dienen veranderd te worden, wijl
zij ui' teraard niet meer juist zijn; en o.a. de
benamingen „Arrondissements-schoolopzie-
ner", en „Districts-schoolopziener", hier en
daar nog vermeld, bestaan niet meer. (De
functies bij het Rijksschooltoezicht worden
thans aangeduid b.v. als „Inspecteur",
„Hoofdinspecteur", enz.).
Aanvankelijk oordeelden B. en W„ met deze
veranderde terminologie rekening te houden,
zoodra een algeheele herziening van den ge-
heelen bundel onderwijs-voórschriften te
eeniger tijd aan de orde mocht komen. De
wenschelijkheid daartoe, hoewel in de prak
tijk nog niet naar voren gekomen zou
kunnen worden overwogen omdat enkele dier
reglementen, enz., reeds dateeren van vóór 30
jaren, en ook, omdat in den loop der tijden
reeds partiëele wijzigingen zijn aangebracht.
Bij een algeheele herziening, en vastsstelling
opnieuw, kon dan die (reeds ingevoerde) ver-
EEN NIEUWE AUTOKAART VAN
NEDERLAND
In de kringen der Nederlandsehe automo
bilisten en eveneens onder de buitenlanders,
die ons land per auto bezoeken, werd
behoefte gevoeld aan een nieuwe, duidelijke
kaart van Nederland voor deze weggebrui
kers, met aanduiding van de vele wijzigingen
op wegengebied, welke den laatsten tijd zich
hadden voorgedaan.
Het omvangrijke en kostbare werk, aan
een zoodanige uitgave verbonden, is thans
ondernomen door den A. N. W. B. Toeristen
bond voor Nederland, welke de tienduizen
den automobilisten, die lid zijn van dezen
bond, verblijd heeft met een kaart, schaal
1 200.000, in drie bladen. Daarvan wordt
ons thans blad I toegezonden, dat Midden -
Nederland omvat, in het noorden begrensd
door de lijn Schoorl-Enkhuizen-Meppel-Coe-
vorden, in het Zuiden door de lijn Brielle-
Tiel-Nijmegen, terwijl de kop van Noord-
Holland afzonderlijk in een der hoeken is
aangebracht.
Het is een kaart, welke volkomen voldoet
aan de verlangens van den automobilist, om
dat zij buitengewoon duidelijk en overzich
telijk is.
De kaart is uitgevoerd in vijf kleuren; de
van Bondswegwijzers voorziene wegen zijn
rood gekleurd, evenals de routes door steden
en dorpen. De overige wegen, welke voor den
automobilist van beteekenis zijn, zijn in gele
kleur aangeduid; de landwegen, die van
geen belang zijn voor het interlocale ver
keer, zijn met een dubbele lijn geteekend,
maar niet van een afzonderlijke kleur voor
zien.
Langs de hoofdverbindingen zijn de kilo
meterafstanden aangegeven.
Rijwielpaden komen er niet op voor, omdat
ditmaal speciaal met de belangen van den
auto-toerist rekening is gehouden. Voor
hem moet een kaart alleen datgene bevatten,
wat noodig is om zich vlug en zonder weife
ling te kunnen oriënteeren.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
de^ologne
VerdrijftHoofdpijn* en
Lusteloosheid