Transpireerende GEMENGD NIEUWS Nog een week tijd „DIE SCHöPFUNG" j ASPIRiN Tijdschriften. HAAR1. EM'S DAGBLAD ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1930 BEELDTELEGRAFIE ENGELAND—ZWEDEN. De dienst voor beeldoverbrenging tusschen Groot-Brittannië en Zweden is geopend. De dienst zal het mogelijk maken foto's, teeke- ningen en gedrukte stukken in facsimile van Londen naar Stockholm en in omgekeerde richting te telegrafeeren. De condities zullen over het algemeen dezelfde zijn als die nu gelden tusschen Groot-Brittannië en Duitsch land, Oostenrijk en Denemarken. HET VERMISTE OOSTEN- RIJKSCHE VLIEGTUIG. Over het in de Alpen verongelukte vlieg tuig wordt thans uit Insbruck het volgende gemeld. De vliegers, die op zoek waren naar het vermiste vliegtuig, hebben thans de over blijfselen ervan ontdekt. Alleen de beide draagvlakken konden worden herkend, van de romp was niets anders over dan een ver koolde massa. Dicht bij de plaats van het ongeluk stonden twee flinke boomen, die ge heel omvergerukt waren, zoodat men aan neemt, dat het vliegtuig daarmede in volle vaart in aanraking is gekomen en toen te gen den grond is geslagen en verbrand. Van den piloot zelf kon geen spoor worden ont dekt. DE PAPEGAAIENZIEKTE. EEN PROCES OM SCHADEVERGOEDING. Men zal zich herinneren, dat In het voor jaar te Hamburg een zending papegaaien is aangekomen, waarvan er vele besmet waren met de gevreesde papegaaienziekte. Al spoe dig zijn toen eenige personen besmet en ge storven. De autoriteiten hebben daarop de noodige maatregelen genomen om uitbreiding der be smetting te voorkomen. Daartoe behoorde o.a. het dooden van vele papegaaien in het bezit van vogelhandelaars. Zoo werden in April 1930 te Hamburg 182 vogels op last van de politie gedood. Thans hebben verschillende handelaars een eischt tot schadevergoeding tegen de Ham- burgsche autoriteiten ingediend/ waarbij er op wordt gewezen, dat bij die slachting vele volkomen gezonde vogels zijn gedood, die in het geheel geen symptomen vertoonden van eenige ziekte. Ook toenmaals was daarop ge wezen, doch de politie wilde naar geen enkel betoog luisteren. ARBEIDER DOOR EEN NAT. SOC. VERMOORD. Het Hibld. meldt: Te Keulen is een arbeider 'door een natio- haalsoc., Kurt Conrad, vermoord. Conrad, afkomstig uit Oost-Pruisen, werd voor ongeveer twee jaar lid van de commu nistische partij, die hem dadelijk indeelde bij de afdeeling der roode frontstrijders. Belast met een vertrouwelijke zending, maakte hij zich echter schuldig aan verduistering van partij géiden, zoodat hij uit de partij werd ge zet. Waarna Conrad een onderdak vond bij de antipoden der communisten, de nationaal- soc. De man maakte hier spoedig „carrière'* en werd al heel snel bevorderd tot chef van een knokploeg in Keulen, waarin hij slechts eohte „doodslaanders" opnam. Conrad woonde in een huis, waar ook de jeugdige arbeider Klas sen met zijn moeder kamers had. Herhaalde lijk heeds heeft Klassen, die bekend stond aLs een rustig mensch, ruzie gehad met Conrad, die hem al eens met den dood bedreigde. Donderdagnacht heeft de Hitlerlaansdhe practoriaan zijn bedreiging ten uitvoer ge bracht en Klassen met een revolver gedood. Volgens de „Voss. Z." heeft hij al spoedig na zijn arrestatie bekend. Over deze geschiedenis, zoo kort na een soort opstand tegen het partijgezag door de Berlijnsche nat. socialistische practorianen, die loonsverhooging eischten, zoodat Hitier persoonlijk uit München moest overkomen om den twist in eigen gelederen bij te leggen door aan de eischen toe te geven, zal de partij wel niet al te best te spreken zijn: de tegen- standers zullen van het gebeurde in den ver kiezingsstrijd wel het noodige gebruik maken. HET JACHT VAN MORGAN. Het jacht van J. Pierpont Morgan, de „Cor sair", een vaartuig waarvan de waarde op zes millioen gulden worden geschat, dat bij Maine aan den grond liep en reeds als ver loren werd beschouwd, is weer vlot gemaakt. Het is naar men gelooft niet ernstig bescha digd. EEN STILTE-LIGA. in den Moniteur verschenen, naar de cor respondent van de NH.Ct. te Brussel meldt, de statuten van een vereeniging zonder winst bejag welke den niet alledaagschen naam heeft van „La Ligue du Silence". Dit betee- ként niet dat al de leden van deze verêeniging besloten hebben hun welsprekendheid te rem men. Integendeel. Zij hebben besloten zooveel gerucht te maken over de geruchtmakers, dat deze tot zwijgen worden gebracht. Het ver bond stelt zich n.l. voor alle overdreven ge ruchten, speciaal in de steden, te keer te gaan, door alle ter beschikking staande mid delen, als conferenties, uitgaven van een bul letin, pers-communiqué's, beroep op de open bare besturen en eventueel op de rechtban ken. Meer bepaald zal getracht worflen te verkrijgen, dat tusschen tien uur 's avonds en zeven uur 's morgen in al de steden van België, speciaal in de groote agglomeraties, waar van hart en geest veel wordt gevergd, elk onnoodig gerucht zou worden vermeden. Hiervoor zal een strenge reglementeering worden voorgesteld, met sancties. De ver eeniging wordt bestuurd door vier beheer ders, onder wie zeer bevoegde personen: twee advocaten en een dokter. AMY JOHNSON MOET RUST NEMEN. De N.R.Ct. verneemt uit Londen: De ge zondheid van de vliegster Amy Johnson heeft zoo geleden, dat zij al haar verbintenissen om in het openbaar te verschijnen, heeft moeten verbreken. Na haar terugkeer uit Australië had zij zich gebonden op een rondvlucht van twee maanden dertig plaatsen te bezoeken, gjj moet nu langen tijd rust nemen. DE STUDIO-GEVANGENIS. Een der groote aramount studio's te Hol lywood heeft een eigenaardige en eenlgszins lugubere reputatie. Het is studio nummer drie, waar de filmgevangenissen gebouwd worden. In dit studio loerde George Bancroft van achter tralies in irDe Sloppen van Chicago", Emil Jannings bracht ex zijn straftijd door in „Zonden der Vaderen". Voor .Misdadigers der Wereldstad" nam George Bancroft een aantal boeven gevan gen, en stepte ze in studio drie in de gevan genis. Later zat hij er zelf weer achter de tralies, om in de film „Thunderbolt" ten slotte op den electrischen stoel plaats te nemen. Een zelfde lot onderging later een onbe kend acteur voor de eerste scènes van .,De Poort van het Paradijs". William Powell is de laatste die er „zitten" moet. Hij zit in de filmgevangenis voor eenige scènes van „Facing the Law". Geheel nieuwe gevangenissen werden voor elk dezer films opgebouwd. Toch begon het langzamerhand van zelf te spreken dat een gevangenis in studio drie werd opgericht. Zelfs toen het studio voor de soundfilm ver bouwd was, Is men de traditie getrouw ge bleven. TALKIES DIE HET DAGLICHT KUNNEN VELEN. (Van onzen Londenscben correspondent) In de naaste toekomst zal het Londensch publiek talkies bij daglicht kunnen bewon deren. Aanvankelijk geschiedt dit bij wijze van experiment. Wanneer dat experiment slaagt zal wellicht binnen niet te langen tijd de wereld der talkies van nacht in dag verkeeren. De menschen, die de vreugden van de film in allerlei vormen voor ons be disselen schijnen dus niet te hechten aan het dogma van die ironische beoordeelaars, die verklaren dat de romantiek van den donkeren schuur verantwoordelijk is voor het succes der bioscopen. Hun idee is dat 99 percent der menschheid nog romantisch is aangelegd en dat romantiek het best plooit in bijna-duister of terdege getemperd kunst licht. De daglicht-talkies zullen moeten be wijzen dat deze redeneering larie is. Al vele maanden lang heeft men in Londen proeven genomen met deze bijzondere „tal kies', die het daglicht mogen zien. En het peil van voortreffelijkheid, dat thans zou zijn bereikt, heet zoo hoog te zijn, dat men er mee voor het publiek kan komen. RUSSISCHE VLUCHTELINGEN. Vier Russen, onder wie een onderofficier van het leger van Koltsjak, die gevlucht wa ren uit de kampen voor veroordeelden op de Solowyetsky-eilanden, zijn na een tocht door de Noord-Russische wildernis op Finsch ge bied aangekomen, zoo meldt de correspondent van de „Times" te Helsingfors. Tien dagen hebben ze alleeen geleefd van boschbessen en paddestoelen, omdat hun voorraad levens middelen uitgeput was, daar de weg langer bleek dan zij gedacht hadden. Bolsjewisti sche soldaten patrouilleeren door de bosschen en om deze reden trokken de vluchtelingen alleen 's nachts verder en raakten zij ver dwaald. De ontdekking van een Finsch sigaretten doosje deed hun zien, dat zij over de grens waren gekomen; zij liepen door tot de dag aanbrak, toen zij een Finsch soldaat ont moetten. Een gevangene had hun geholpen te ont snappen en hun kaarten en een kompas ge geven. De vluchtelingen waren langen tijd gedwon gen geweest hout te hakken en daarna had den zij barakken gebouwd voor de boeren, die gemobiliseerd waren voor gedwongen arbeid. Elke barak was bestemd voor 400 man. Zij verklaarden, dat tal van oud-officieren in Solowyetsk gevangen zitten. EEN SCHIP VOOR HET LONDENSCH ZENDELINGEN GENOOTSCHAP. Wij lezen in de N. R. Ct.: In de binnenhaven van St. Katherine te Londen ligt een nieuw gebouwd zeil schip, de John Williams V. Wanneer het over een week uit Londen vertrekt zal het nooit meer in Engeland terugkeeren. Het is bijna geheel gebouwd uit de vrijwillige bij dragen van kinderen. Het is een schip van het Londensche Zendelingsgenootschap dat bestemd is zijn leven tusschen de eilan den van de Stille Zee door te brengen. Het zal zendelingen, blanke en bruine, van het eene eiland naar het andere brengen, kin deren naar de scholen van het genootschap en ladingen levensmiddelen aan de inboor lingen. De voorgangster van de John Williams V, de John Williams IV, is 36 jaar lang in de vaart geweest en heeft een millioen zee mijlen afgelegd. Zij zal spoedig als „sloop" verkocht worden. Het nieuwe schip is voorzien van een draadloos zendtoestel, electrisch licht en Dieselmotoren, zoodat het van windstilte geen hinder kan ondervinden. DE OUDE STRIJD. (Van onzen Londenschen correspondent). De machten van den vrijhandel en die van bescherming blijven elkaar vurig bestrijden in Engeland. Op het vermaarde .Manifest der Bankiers", dat- onlangs is uitgegeven en dat pleitte voor de ontwikkeling van vrijen handel tusschen de verschillende deelen van het Britsche Rijk en voor bevordering daar van den invoer van allen producten uit alle andere landen wilde belemmeren door hooge invoerrechten, op dat manifest is nu een „Vrijhandelsantwoord" gevolgd Het manifest was onderteekend door mannen van naam in de wereld van financieën en industrie. Er waren namen bij, die men tot dan toe altijd had vereenzelvigd met het yrijhandelsidee. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. oksels en voeten behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. om U een plaats te verzekeren voor bij woning der 3de Uitvoering van het beroemde werk van HAYDN door het nieuw Haarl. R.-K. Oratorium, M met medewerking van Solisten en der g Haarl. Orkestvereeniging op ZONDAG 14 jj SEPT. a.t. des avonds te kwart over acht B in het Gem. Concertgebouw. Kaarten a 1.00 pi. sted. bel. bij: Gem. M Concertgebouw, L. Begijncstr.P. J. M. v. g TETERING, Gr. Markt 4; W. ALPHE- H NAAR, Kruisweg 49; L. A. BEUKEN, 1 Floresstr. 9/11. By de 2de uitvoering moesten honderden worden teleurgesteld. il! I !!!il!!r!l!!!ni!lll!lilllll[|fl!!linillli!i!l!!li!!!:ill!llli:lllllllll!l!l!!l!l WIK! Daarom deed de publicatie van het manifest heel wat stof opwaaien. En de perscampagne van Beaverbrook en Rothermere kreeg nieu we kracht door dezen onvoorzienen steun. Het nu bekend gemaakte Antwoord" is onderteekend door personen, die zeker even hooge plaatsen innemen in handel en in dustrie als de onderteekenaars van het ma nifest. Het antwoord keert zich vinnig tegen de protectionistische „drogredenen" van het manifest en waarschuwt dat de tarieven oor log, die thans over de gansche wereld wordt gevoerd, in hooge mate zou worden verer gerd indien zulk een politiek, als het mani fest voorspelt, zou worden aangenomen. Het gevaar voor een universeele ineenstorting van handel en crediet zou er nog grooter door worden dan het reeds is. Het antwoord stelt vast dat er niet de minste reden is te ver onderstellen dat de huidige bedrijfsslapte in Groot-Brittannië door beschermende invoer rechten en dus door belemmering en vermin dering van den handel met het buitenland zal worden genezen. De onderteekenaars ontwikkelen dan verder de oude beproefde vrijhandelstheoreën en zeggen dat niemand zal kunnen ontkennen dat invoerrechten de prijzen van de aan het invoerrecht onder hevige artikelen verhoogen Maar aangezien het gebiedend is voor de Britsche fabrikan ten, die op buitenlandsche markten moeten concurreeren, de productiekosten zoo laag mogelijk te houden, zou het gelijkstaan met zelfvernietiging indien men invoerrechten ging heffen op voedingsmiddelen en grond stoffen. Er wordt ook nog eens op gewezen dat geen enkel verantwoordelijk staatsman of economist in de Dominions zich bereid heeft verklaard aan deze zoo luidruchtig ge propageerde politiek van zoogenaamden Rijksvrijhandel mee te doen. Maar zelfs in dien zij dat tot op zekere hoogte zouden wil len doen, heet het in het Antwoord, dan nog zou de kleine bevolking dier gebieden aan Groot-Brittannië geen omzetgebied verschaf fen dat in uitgebreidheid en waarde zelfs in de verte zou kunnen worden vergeleken met de markten, die het buitenland aan Engeland verschaft. Bij gebrek aan de populaire publicatie middelen (die in handen zijn van de protec tionistische pers-lords) heeft dit Antwoord veel minder aandacht kunnen trekken dan het manifest. En inmiddels (hebben de rijks-„vrijhande laars" meer koren op hun molen gekregen door de houding van het Vakbondcongres tegenover de kwestie Bescherming of Vrij handel. Die houding is overigens niet heel duidelijk. Het Congres heeft met- een kleine meerderheid van stemmen, 1.878.000 tegen 1.401.000, het rapport van zijn Economische Commissie goedgekeurd. Dat rapport, dat dus de opvatting van de vakbonden weer geeft, is reeds vroeger bekend gemaakt. Het acht het wenschelijk dat de handelsbetrek kingen tusschen de verschillende deelen van het Britsche Rijk tot hoogere ontwikkeling komen dan thans het geval is. Zulk een po litiek, zeggen de rapporteurs zou uitbreiding van het omzetgebied voor de Britsche nij verheid bevorderen en Engeland zou er ook gemakkelijker en goedkooper door aan de grondstoffen voor zijn industrie komen. De bladen 1) hebben de goedkeuring van deze voorstellen door het Congres onmid dellijk met sensationeele letters gekenschetst als een nieuwe schitterende overwinning van hun politiek. Maar deze voorstelling is niet geheel zuiver. Want in den loop der bespre kingen in de Congres-vergadering is nadruk kelijk verklaard dat men voor bevordering van inter-imperialen handel allerminst de tarievenpolitiek van de Conservatieven of die van de krantenlords zou volgen. De re solutie van het Congres moet waarschijnlijk zoodanig worden uitgelegd dat men al het mogelijke wil doen het ruilverkeer tusschen de rijksdeelen te doen toenemen, zonder ech ter „de oude schoenen", die men heeft in den handel met het buitenland, „weg te gooien". 1) Der krantenlords. ONTVANGEN BOEKEN 'n Bont Zestal, door Joh. W. Broe- delet. A dam. Nederl. Uitg. Maat schappij Rob Erkman's Laatste Liefde door E. van Lidth de Jeude. A'dam, A. J. G. Strengholt. Nog een paar oorspronkelijke Hoüandsche geestesproducten, waaraan we graag den voorrang geven. Maar het is niet louter wis pelturigheid als we langzaam aan weer naar een goede vertaling van iets werkelijk oor spronkelijks gaan verlangen. Geduld daar zal nog wel wat goeds in het stapeltje verborgen zitten, dat naar de rubriek „Kunst en Kunstenaars" verhuizen kan. Vcorloopig blijven we nog even in vacantiestemming en binnen de grenslijnen van strand- en ver- poozingslectuur. De vorige week sloot ik mijn kroniek af met de toezegging op Herman Kesnig's Gou den Kalf terug te komen. Al kan ik den „ernstigen kant van zulken arbeid nu een maal niet vinden, ik wil gaarne erkennen dat, als lichte treinlectuur een dergelijk, ge makkelijk geschreven, relaas van een tikje mesjogge menschen en verhoudingen, tijd- verdrijvend en bezighoudend kan zijn. Meer waarde er aan toe te kennen zou een over dreven eisch zijn, die hopelijk en vermoe delijk ook niet gesteld werd. Wat vinding en uitwerking betreft, ben ik geneigd aan Penning's Avontuur van den „Graaf" meer waarde toe te kennen <v. Hol- kema Warendorf). Het gegeven is niet zoo banaal; er zit gang in het verhaal en waar de schrijver -geestig is, is hij het meer langs zijn neus weg, is zyn geestigheid minder ge fabriekt, dan bij Kesnig het geval is. Een al wat op jaren gekomen klerk op een belas tingkantoor, die een grafelijken naam en titel voert, geen cent bezit en een goedig, naar het imbeciele neigend geestesleven on derhoudt, met als eenige, doch regelmatige afleiding zijn pijp en zijn postzegeiverza- meling.... deze onschadelijke imbeciel-in- wording, wordt ingepalmd door de dochter van zijn hospita en als bij verrassing tot haar echtgenoot gepromoveerd. Opgemekle dochter heeft indertijd met een Engeisch officier ons vaderland verlaten en door dezen is zij met een ruim vermogen begiftigd, toen zijn tijd gekomen was om dit aardsch tooneel te verlaten. Zij is vermogend genoeg om zich alles te permitteeren en maakt van den „graaf" gebruik om, thans op wettige en onaanvechtbare wijze „gravin*' te worden. Als het huwelijk gesloten is, laat zij den graaf, wel gesitueerd op een mooi bo venhuis aan den Amsteldijk rustig bij zijn postzegels zitten en trekt naar Parijs.1 Daar valt mevrouw de gravin in handen van een gladden landgenoot, een jeugdig levensge nieter en zaakwaarnemer, die haar zaken op een dusdanige en voor hèm voordoelige wijze waarneemt, dat op een mooi moment de dui ten van wijlen den Engelschen officier in zijn zak zitten, en hij zelf al lang „buitenaf" terwijl mevrouw de gravin berooid in haar hotelkamer zit te peinzen, hoe ze, zonder de hotelrekening te voldoen, uit dit moderne Babel verdwijnen kan. In tusschen is er met den echten graaf-belastingklerk iets won derlijks gebeurd. Hij is naar Parijs ontboden om een reusachtige erfenis van een hem onbekenden bloedverwant in ontvangst te nemen. Is het niet casueel, dat hij in het zelfde hotel belandt waar mevrouw de gravin als het ware op hem zit te wachten! Maar de graaf is niet meer zulk een sukkel als in den aanvang van het verhaal: hij heeft zijn chef en vriend, den ontvanger, meege bracht en een jeugdig advocaat als secreta-J ris. Mevrouw de gravin wordt voor een ruim jaargeld afgekocht en retourneert naar Am sterdam, waar ze altijd nog een grande da me kan zijn onder haar vroeger versmade vakgenooten, en de graaf met zijn chef zul len zich verder het leven wel aangenaam maken, ook zonder haar medewerking. Het onwaarschijnlijke in Pennies verhaal is beperkt, en stoort niet te zeer om van talrij ke amusante trekjes te kunnen blijven ge nieten. In het genre lichte lectuur behoort De Graaf tot de goede productie gerekend te worden, met een eervolle vermelding .daaren boven voor de van beschaving getuigende be perking, waarmee eenige choquante perioden in het leven der gravin behandeld worden. Dochin ons quintet van oorspronkelijke verhalers is E. van Lidth. de Jeude vermoe delijk de meest begaafde. Wij hebben zijn knapheid hier indertijd reeds gewaardeerd toen zijn „Vreemde Erfenis" verschenen was, en toen de verwachting uitgesproken van de zen auteur nog eens iets bijzonders te zullen lezen. Dat bijzondere heeft hij ook in Rob. Erkman's laatste liefde niet gegeven en wij zouden bijna, onzen neus in andermans za ken stekend, willen wenschen dat dit boek nu ook eens des schrijvers laatste liefde voor die al te vlotte, knappe, maar ook wel wat laag-bij-den-grondsche manier van schrijven mocht zijn, waaraan hij zijn leven dig en natuurlijk talent opoffert. Het lijdt geen twijfel of ook deze nieuwe roman zal een gemakkelijk succes blijken: de tijd is gunstig voor wat vlug, tecfhnisch goed, dat met zekere brutale nonchalance geprodu ceerd wordtmaar na dezen komt weer een andere tijd en of er dan nog over E. van Lidth de Jeude gerept zal worden? Het is hier geen kwestie meer van onvermogen, doch van vrije verkiezing. De sohr ij ver'pre fereert klaarblijkelijk het. knaleffect-succes boven een duurzame» litterairen roem. Het geen zijn zaak, niet de onze is. Ons interes seert slechts het product, zooals het daar ligt en het dilemma: is het kunst of is het buurpraatje. Het gaat daarbij nimmer tegen den Inhoud, doch wel naar den vorm. Als Breitner den modder schilderde dien hij op een dooidag op een Jordaan gracht had zien liggen, gaf hij dien smeerboel op zoo realis tisch mogelijke wijze weer, maar zijn genie ontnam er het weerzinwekkende en afstoo- tende aan en transponeerde, wat in werke lijkheid vies was, tot een zuiveren noot iij een kleuraccoord. Zoo kan een litterair kun stenaar een bordeel beschrijven en zich van bittertafeluitdrukkingen bedienen, maar dan kan nimmer loutere reproductie volstaan en moet ook daar de modder des dagelijkschen levens getransponeerd worden en van zijn platte alledaagschheid ontdaan. Dit laatste nu verzuimt v. L. de J. herhaaldelijk en op zettelijk en dat lijkt ons jammer. Het is die soort opzettelijke nonchalance, waaraan in een verleden tijdvak schrijvers als Paap en Drabbe zich te binten gingen en wie kent thans zelfs nog de namen van die toch zeker verdienstelijke auteurs? Overigens voor dit boek niet dan waardee ring. Het deed mij aan Paap's Doodsklok van het Damrak terug denken. Het verhaal speelt in beurskringen, tijdens een reusach- tigen krach. Actueel derhalve. De beschrij ving van een beursdag in Wallstreet is boeiend en daar juist toont de schrijver dat hij kan, wat wij vragen: artist zijn. De intri ge wordt knap uitgesponnen naar eeti einde dat niet geheel verwacht wordt en dus ver rast. Rob Erkman, beursman, gehuwd en va der van een volwassen dochter, is een flirt van aanleg en natuur, zooals een ander rood haar heeft of een kromme neushij kan het niet helpen. Een gevaarlijke flirt is die met Marianne, de jonge vrouw van een za ken mend. Zijn flirt en zijn firma vallen op éénzelfden dag in elkander, en zijn dochter wordt door den trein overreden, als zij mot den voornoemden zakenvriend in een auto naar Hilversum terugkeert. Een ongeluk komt nooit alleen, maar ook van het kwade kan men teveel krijgen. De schrijver laat ruimte voor vraagteekens. Hoe komt die dochter met den zakenvriend zoo laat in een auto onderweg? Toeval of wraak van den bedrogen echtgenoot? Enfin 't is een spannende geschiedenis, spannend verteld, en dat lusten we wel. Door den schok van een en ander wordt Rob ziek, daarna weer beter en hervindt zijn genegenheid voor zijn eigen wettige echtgenoote, die een schat blijkt gebleven en aan het einde zitten de echtelieden in een Belgisch stadje en leven er misschien nog, van de restjes die uit de débaclc zijn overgehouden. Het ga z§ verder wel. De schrijver heeft ons met Rob en zijn doeningen een aantal aangename uren be zorgd. Het Is geen boek dat men ondankbaar ter zijde legt, zelfs al blijft men van den schrijver een kunstwerk verwachten. Van Joh. W. Broedelet verwacht men niet dan wat hij geeft: korte „moppige" verha len, zoo tusschen Leiden en Den Haag ge zien en genoten. Hij is niet bepaald altijd wat men geestig noemt, grappig is beter qualificatie. Hoe de schrijver de nonsens bij elkaar haalt, als in het verhaaltje van het INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel Pit buisje behoort n in Uw rak evenals alle andere misbare dingen I vulpenhouder I potlood portefeuille, enr. welke een man piet kan missen» t'eenig op de wereld Lal op oranje band on Prijl 75 Cl*.* gouden slot, dat een modern sprookje moet zijn, verbaast ons allicht. Het clowneske heeft voor den schrijver Broedelet schijn baar veel aantrekkelijk. Er zijn mensch.cn ,die zich over dit sprookje krom zullen lachen. Ge kunt er cok over 'grinniken of grijnzen al naar uw gemoedsaard is. We vonden bij dezen auteur een taalkundige cu riositeit die zoowel zijn stijl typeert, a'.s waard is onder de loupe van de firma Hajo en Charivarlus bekeken te worden. Deze: is het werkwoord „laten'' in den zin van: laten we gaan zwemmen, roeien etc., dus iets toe komstigs aanduidend, geëigend om in den verleden tijd vervoegd te worden? We vin den op pag. 68 „Maar kom, liet-ie niet zoo bourgeois zijn" en „Liet-ie dus zijn versleten zolen richten naar Mina's verlokkend rijk", 't Klinkt ons wat vreemd in de ooron. De Heeren mogen het uitmaken. Ik las uit de zen bundel nog „De Vacature" en „Het meisje en de ring". Toen had ik er drie van de zes en wilde mij hot genoegen der andere sparen tot een volgende gelegenheid. 1 Sept. 1930. J. H. DE BOTS „Onze Vloot". Naar aanleiding van den 50sten verjaar dag van Koningin Wilhelmina, wordt in de Septemberaflevering van ..Onze Vloot" een kort woord gewijd aan het regeeringsbcleid onzer vorstin. Er is een zeer goed geslaagd portret bij, dat een geheele pagina beslaat. Voorts wordt besproken het nieuwe krui- sextype, dat destijds bij de suppletoirs be grooting is aangevraagd. De schrijver van dit artikel heeft veel bedenkingen tegen de gedane keuze en beschouwt het wetsontwerp als een ernstige verzwakking van onze ma- rinepoïitiek. De West-Indische reisbrieven, een serie reisindrukken aan boord van de „Witte de With" worden besloten met een beschrij ving van het vertrek uit Curasao en de te rugtocht naar het vaderland. Tenslotte noemen we het. artikel van J. Karros die eveneens critlek levert op de nieuw in te voeren kruisers en wel in liet bijzonder op de bewapening met 15 c.M. geschut. „Koeltechniek". „Koeltechniek", maandblad voor opwek king en toepassing van kunstmatige koude, heeft als eerste artikel in het Augustusnum mer een praatje van don heer K. H. Tuse- nius, directeur der N V. Ijsfabrieken te IJmuiden, over vergrooting van ijsafzet door middel van reclame. De schrijver vertelt hierin, hoe in Amerika door suggestieve ad vertenties en collectieve propaganda door de producenten het ijsverbrulk wordt opge voerd. Ing. J. Looiscn deelt het een onander mede over de toepassing van ozon in koelruimten, terwijl ir. R. Mulder een nieuw systeem alarminriohting bespreekt dat gebruikt wordt aan het Laboratorium voor Tuinbouw- plantenteelt te Wageningen. De aflevering bevat voorts nieuwtjes, die door de buitenlandsche vakpers worden ge publiceerd en algemeene mededeellngen. „Binnenhuis". In „Binnenhuis" van 28 Augustus komt een bespreking voor van de tentoonstelling van „L'union des artistes modemes" in het Lou vre te Parijs. E. Berkovitch schrijft over snelpolitoeren. Tenslotte vermelden we het artikel over de voordeelen van heete luchtverwarming in de houtbewerkings-industrieën en een uiteen zetting over een nieuwe triplex-construct ie. „Nederlandsch Fabricaat". In de Augustus-afleverlng van het maand blad .Nederlandsch Fabrikaat", het tijd schrift der gelijknamige vereeniging. treffen wij allereerst aan het vervolg van het ver slag van de algemeene ledenvergadering der vereeniging op 9 Juni Jl. gehouden, waarbij de opgenomen afbeeldingen een Indruk ge ven van de groote deelneming. „Wat de vereeniging in de laatste maand deed" geeft als naar gewoonte een beknopt, doch duidelijk overzicht van de vele en voort durende werkzaamheden der vereeniging. „De collectieve Nederlandsche Electrischc deelneming aan de Internationale Tentoon stelling te Luik" geeft, een belangwekkend overzicht van de collectieve deelneming, ter wijl de verscheidene bij dit artikel opgeno men afbeeldingen de aantrekkelijkheid van het geschrevene verhoogen. In „Tariefmuren en Afweermaafregelen" wordt het vraagstuk behandeld, op welke wijze kan. worden opgetreden tegen de be lemmeringen. die door verschillende landen In den weg worden gelegd ten aanzien van den uitvoer van Nederlandsch fabrikaat. Vervolgens is een mededeel ing opgenomen omtrent de industrieele filmaldeeling van de vereeniging. „Nieuwtjes uit de Nederlandsche Industrie" bevat tal van belangwekkende korte mede- deelingen op de Nederlandsche nijverheid betrekking hebbende. Verscheidene afbeel dingen zijn hierbij opgenomen. In „De bewezen noodzakelijkheid van het hebben van een krachtige nationale indus trie" wordt naar aanleiding van de boycot van Duitsche goederen op het verheugende verschijnsel gewezen, dat de Nederlandsche industrie zich in den loop der jaren zoo sterk heeft ontwikkeld, zoodat Nederland zieh, zoo noodig, commercieel kan verdedi gen. Belangrijk is ook do beschrijving omtrent de deelneming van de Nederlandsche Coöp. Zuivelbereiding aan de internationale ten toonstelling te Luik. terwijl tenslotte nog de aandacht wordt getrokken door het slot van een onderhoudende beschrijving over de ,Amsterdamsche Zeepfabricage".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15