Transpireerende
GEMENGD NIEUWS
Nog een week tijd
„DIE SCHöPFUNG" j
ASPIRiN
Tijdschriften.
HAAR1. EM'S DAGBLAD
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1930
BEELDTELEGRAFIE
ENGELAND—ZWEDEN.
De dienst voor beeldoverbrenging tusschen
Groot-Brittannië en Zweden is geopend. De
dienst zal het mogelijk maken foto's, teeke-
ningen en gedrukte stukken in facsimile van
Londen naar Stockholm en in omgekeerde
richting te telegrafeeren. De condities zullen
over het algemeen dezelfde zijn als die nu
gelden tusschen Groot-Brittannië en Duitsch
land, Oostenrijk en Denemarken.
HET VERMISTE OOSTEN-
RIJKSCHE VLIEGTUIG.
Over het in de Alpen verongelukte vlieg
tuig wordt thans uit Insbruck het volgende
gemeld. De vliegers, die op zoek waren naar
het vermiste vliegtuig, hebben thans de over
blijfselen ervan ontdekt. Alleen de beide
draagvlakken konden worden herkend, van
de romp was niets anders over dan een ver
koolde massa. Dicht bij de plaats van het
ongeluk stonden twee flinke boomen, die ge
heel omvergerukt waren, zoodat men aan
neemt, dat het vliegtuig daarmede in volle
vaart in aanraking is gekomen en toen te
gen den grond is geslagen en verbrand. Van
den piloot zelf kon geen spoor worden ont
dekt.
DE PAPEGAAIENZIEKTE.
EEN PROCES OM SCHADEVERGOEDING.
Men zal zich herinneren, dat In het voor
jaar te Hamburg een zending papegaaien is
aangekomen, waarvan er vele besmet waren
met de gevreesde papegaaienziekte. Al spoe
dig zijn toen eenige personen besmet en ge
storven.
De autoriteiten hebben daarop de noodige
maatregelen genomen om uitbreiding der be
smetting te voorkomen. Daartoe behoorde o.a.
het dooden van vele papegaaien in het bezit
van vogelhandelaars.
Zoo werden in April 1930 te Hamburg 182
vogels op last van de politie gedood.
Thans hebben verschillende handelaars een
eischt tot schadevergoeding tegen de Ham-
burgsche autoriteiten ingediend/ waarbij er
op wordt gewezen, dat bij die slachting vele
volkomen gezonde vogels zijn gedood, die in
het geheel geen symptomen vertoonden van
eenige ziekte. Ook toenmaals was daarop ge
wezen, doch de politie wilde naar geen enkel
betoog luisteren.
ARBEIDER DOOR EEN NAT. SOC.
VERMOORD.
Het Hibld. meldt:
Te Keulen is een arbeider 'door een natio-
haalsoc., Kurt Conrad, vermoord.
Conrad, afkomstig uit Oost-Pruisen, werd
voor ongeveer twee jaar lid van de commu
nistische partij, die hem dadelijk indeelde bij
de afdeeling der roode frontstrijders. Belast
met een vertrouwelijke zending, maakte hij
zich echter schuldig aan verduistering van
partij géiden, zoodat hij uit de partij werd ge
zet. Waarna Conrad een onderdak vond bij
de antipoden der communisten, de nationaal-
soc.
De man maakte hier spoedig „carrière'* en
werd al heel snel bevorderd tot chef van een
knokploeg in Keulen, waarin hij slechts eohte
„doodslaanders" opnam. Conrad woonde in
een huis, waar ook de jeugdige arbeider Klas
sen met zijn moeder kamers had. Herhaalde
lijk heeds heeft Klassen, die bekend stond aLs
een rustig mensch, ruzie gehad met Conrad,
die hem al eens met den dood bedreigde.
Donderdagnacht heeft de Hitlerlaansdhe
practoriaan zijn bedreiging ten uitvoer ge
bracht en Klassen met een revolver gedood.
Volgens de „Voss. Z." heeft hij al spoedig na
zijn arrestatie bekend.
Over deze geschiedenis, zoo kort na een
soort opstand tegen het partijgezag door de
Berlijnsche nat. socialistische practorianen,
die loonsverhooging eischten, zoodat Hitier
persoonlijk uit München moest overkomen
om den twist in eigen gelederen bij te leggen
door aan de eischen toe te geven, zal de partij
wel niet al te best te spreken zijn: de tegen-
standers zullen van het gebeurde in den ver
kiezingsstrijd wel het noodige gebruik maken.
HET JACHT VAN MORGAN.
Het jacht van J. Pierpont Morgan, de „Cor
sair", een vaartuig waarvan de waarde op
zes millioen gulden worden geschat, dat bij
Maine aan den grond liep en reeds als ver
loren werd beschouwd, is weer vlot gemaakt.
Het is naar men gelooft niet ernstig bescha
digd.
EEN STILTE-LIGA.
in den Moniteur verschenen, naar de cor
respondent van de NH.Ct. te Brussel meldt,
de statuten van een vereeniging zonder winst
bejag welke den niet alledaagschen naam
heeft van „La Ligue du Silence". Dit betee-
ként niet dat al de leden van deze verêeniging
besloten hebben hun welsprekendheid te rem
men. Integendeel. Zij hebben besloten zooveel
gerucht te maken over de geruchtmakers, dat
deze tot zwijgen worden gebracht. Het ver
bond stelt zich n.l. voor alle overdreven ge
ruchten, speciaal in de steden, te keer te
gaan, door alle ter beschikking staande mid
delen, als conferenties, uitgaven van een bul
letin, pers-communiqué's, beroep op de open
bare besturen en eventueel op de rechtban
ken. Meer bepaald zal getracht worflen te
verkrijgen, dat tusschen tien uur 's avonds en
zeven uur 's morgen in al de steden van
België, speciaal in de groote agglomeraties,
waar van hart en geest veel wordt gevergd,
elk onnoodig gerucht zou worden vermeden.
Hiervoor zal een strenge reglementeering
worden voorgesteld, met sancties. De ver
eeniging wordt bestuurd door vier beheer
ders, onder wie zeer bevoegde personen: twee
advocaten en een dokter.
AMY JOHNSON MOET RUST
NEMEN.
De N.R.Ct. verneemt uit Londen: De ge
zondheid van de vliegster Amy Johnson heeft
zoo geleden, dat zij al haar verbintenissen om
in het openbaar te verschijnen, heeft moeten
verbreken. Na haar terugkeer uit Australië
had zij zich gebonden op een rondvlucht van
twee maanden dertig plaatsen te bezoeken,
gjj moet nu langen tijd rust nemen.
DE STUDIO-GEVANGENIS.
Een der groote aramount studio's te Hol
lywood heeft een eigenaardige en eenlgszins
lugubere reputatie. Het is studio nummer
drie, waar de filmgevangenissen gebouwd
worden.
In dit studio loerde George Bancroft van
achter tralies in irDe Sloppen van Chicago",
Emil Jannings bracht ex zijn straftijd door
in „Zonden der Vaderen".
Voor .Misdadigers der Wereldstad" nam
George Bancroft een aantal boeven gevan
gen, en stepte ze in studio drie in de gevan
genis. Later zat hij er zelf weer achter de
tralies, om in de film „Thunderbolt" ten
slotte op den electrischen stoel plaats te
nemen.
Een zelfde lot onderging later een onbe
kend acteur voor de eerste scènes van .,De
Poort van het Paradijs".
William Powell is de laatste die er „zitten"
moet. Hij zit in de filmgevangenis voor eenige
scènes van „Facing the Law".
Geheel nieuwe gevangenissen werden voor
elk dezer films opgebouwd. Toch begon het
langzamerhand van zelf te spreken dat een
gevangenis in studio drie werd opgericht.
Zelfs toen het studio voor de soundfilm ver
bouwd was, Is men de traditie getrouw ge
bleven.
TALKIES DIE HET DAGLICHT
KUNNEN VELEN.
(Van onzen Londenscben correspondent)
In de naaste toekomst zal het Londensch
publiek talkies bij daglicht kunnen bewon
deren. Aanvankelijk geschiedt dit bij wijze
van experiment. Wanneer dat experiment
slaagt zal wellicht binnen niet te langen
tijd de wereld der talkies van nacht in dag
verkeeren. De menschen, die de vreugden
van de film in allerlei vormen voor ons be
disselen schijnen dus niet te hechten aan
het dogma van die ironische beoordeelaars,
die verklaren dat de romantiek van den
donkeren schuur verantwoordelijk is voor
het succes der bioscopen. Hun idee is dat 99
percent der menschheid nog romantisch is
aangelegd en dat romantiek het best plooit
in bijna-duister of terdege getemperd kunst
licht. De daglicht-talkies zullen moeten be
wijzen dat deze redeneering larie is. Al
vele maanden lang heeft men in Londen
proeven genomen met deze bijzondere „tal
kies', die het daglicht mogen zien. En het
peil van voortreffelijkheid, dat thans zou
zijn bereikt, heet zoo hoog te zijn, dat men
er mee voor het publiek kan komen.
RUSSISCHE VLUCHTELINGEN.
Vier Russen, onder wie een onderofficier
van het leger van Koltsjak, die gevlucht wa
ren uit de kampen voor veroordeelden op de
Solowyetsky-eilanden, zijn na een tocht door
de Noord-Russische wildernis op Finsch ge
bied aangekomen, zoo meldt de correspondent
van de „Times" te Helsingfors. Tien dagen
hebben ze alleeen geleefd van boschbessen en
paddestoelen, omdat hun voorraad levens
middelen uitgeput was, daar de weg langer
bleek dan zij gedacht hadden. Bolsjewisti
sche soldaten patrouilleeren door de bosschen
en om deze reden trokken de vluchtelingen
alleen 's nachts verder en raakten zij ver
dwaald.
De ontdekking van een Finsch sigaretten
doosje deed hun zien, dat zij over de grens
waren gekomen; zij liepen door tot de dag
aanbrak, toen zij een Finsch soldaat ont
moetten.
Een gevangene had hun geholpen te ont
snappen en hun kaarten en een kompas ge
geven.
De vluchtelingen waren langen tijd gedwon
gen geweest hout te hakken en daarna had
den zij barakken gebouwd voor de boeren, die
gemobiliseerd waren voor gedwongen arbeid.
Elke barak was bestemd voor 400 man. Zij
verklaarden, dat tal van oud-officieren in
Solowyetsk gevangen zitten.
EEN SCHIP VOOR HET
LONDENSCH ZENDELINGEN
GENOOTSCHAP.
Wij lezen in de N. R. Ct.:
In de binnenhaven van St. Katherine
te Londen ligt een nieuw gebouwd zeil
schip, de John Williams V. Wanneer het
over een week uit Londen vertrekt zal het
nooit meer in Engeland terugkeeren. Het is
bijna geheel gebouwd uit de vrijwillige bij
dragen van kinderen. Het is een schip van
het Londensche Zendelingsgenootschap dat
bestemd is zijn leven tusschen de eilan
den van de Stille Zee door te brengen. Het
zal zendelingen, blanke en bruine, van het
eene eiland naar het andere brengen, kin
deren naar de scholen van het genootschap
en ladingen levensmiddelen aan de inboor
lingen.
De voorgangster van de John Williams
V, de John Williams IV, is 36 jaar lang in de
vaart geweest en heeft een millioen zee
mijlen afgelegd. Zij zal spoedig als „sloop"
verkocht worden.
Het nieuwe schip is voorzien van een
draadloos zendtoestel, electrisch licht en
Dieselmotoren, zoodat het van windstilte
geen hinder kan ondervinden.
DE OUDE STRIJD.
(Van onzen Londenschen correspondent).
De machten van den vrijhandel en die van
bescherming blijven elkaar vurig bestrijden
in Engeland. Op het vermaarde .Manifest
der Bankiers", dat- onlangs is uitgegeven en
dat pleitte voor de ontwikkeling van vrijen
handel tusschen de verschillende deelen van
het Britsche Rijk en voor bevordering daar
van den invoer van allen producten uit alle
andere landen wilde belemmeren door hooge
invoerrechten, op dat manifest is nu een
„Vrijhandelsantwoord" gevolgd Het manifest
was onderteekend door mannen van naam in
de wereld van financieën en industrie. Er
waren namen bij, die men tot dan toe altijd
had vereenzelvigd met het yrijhandelsidee.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
oksels en voeten
behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest
afdoende middel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct.
per bus en is evenals Purol, verkrijgbaar bij
Apoth. en Drogisten.
om U een plaats te verzekeren voor bij
woning der 3de Uitvoering van het
beroemde werk van HAYDN
door het nieuw Haarl. R.-K. Oratorium, M
met medewerking van Solisten en der g
Haarl. Orkestvereeniging op ZONDAG 14 jj
SEPT. a.t. des avonds te kwart over acht B
in het Gem. Concertgebouw.
Kaarten a 1.00 pi. sted. bel. bij: Gem. M
Concertgebouw, L. Begijncstr.P. J. M. v. g
TETERING, Gr. Markt 4; W. ALPHE- H
NAAR, Kruisweg 49; L. A. BEUKEN, 1
Floresstr. 9/11.
By de 2de uitvoering moesten honderden
worden teleurgesteld.
il! I !!!il!!r!l!!!ni!lll!lilllll[|fl!!linillli!i!l!!li!!!:ill!llli:lllllllll!l!l!!l!l WIK!
Daarom deed de publicatie van het manifest
heel wat stof opwaaien. En de perscampagne
van Beaverbrook en Rothermere kreeg nieu
we kracht door dezen onvoorzienen steun.
Het nu bekend gemaakte Antwoord" is
onderteekend door personen, die zeker even
hooge plaatsen innemen in handel en in
dustrie als de onderteekenaars van het ma
nifest. Het antwoord keert zich vinnig tegen
de protectionistische „drogredenen" van het
manifest en waarschuwt dat de tarieven oor
log, die thans over de gansche wereld wordt
gevoerd, in hooge mate zou worden verer
gerd indien zulk een politiek, als het mani
fest voorspelt, zou worden aangenomen. Het
gevaar voor een universeele ineenstorting van
handel en crediet zou er nog grooter door
worden dan het reeds is. Het antwoord stelt
vast dat er niet de minste reden is te ver
onderstellen dat de huidige bedrijfsslapte in
Groot-Brittannië door beschermende invoer
rechten en dus door belemmering en vermin
dering van den handel met het buitenland
zal worden genezen. De onderteekenaars
ontwikkelen dan verder de oude beproefde
vrijhandelstheoreën en zeggen dat niemand
zal kunnen ontkennen dat invoerrechten de
prijzen van de aan het invoerrecht onder
hevige artikelen verhoogen Maar aangezien
het gebiedend is voor de Britsche fabrikan
ten, die op buitenlandsche markten moeten
concurreeren, de productiekosten zoo laag
mogelijk te houden, zou het gelijkstaan met
zelfvernietiging indien men invoerrechten
ging heffen op voedingsmiddelen en grond
stoffen. Er wordt ook nog eens op gewezen
dat geen enkel verantwoordelijk staatsman
of economist in de Dominions zich bereid
heeft verklaard aan deze zoo luidruchtig ge
propageerde politiek van zoogenaamden
Rijksvrijhandel mee te doen. Maar zelfs in
dien zij dat tot op zekere hoogte zouden wil
len doen, heet het in het Antwoord, dan nog
zou de kleine bevolking dier gebieden aan
Groot-Brittannië geen omzetgebied verschaf
fen dat in uitgebreidheid en waarde zelfs in
de verte zou kunnen worden vergeleken met
de markten, die het buitenland aan Engeland
verschaft.
Bij gebrek aan de populaire publicatie
middelen (die in handen zijn van de protec
tionistische pers-lords) heeft dit Antwoord
veel minder aandacht kunnen trekken dan
het manifest.
En inmiddels (hebben de rijks-„vrijhande
laars" meer koren op hun molen gekregen
door de houding van het Vakbondcongres
tegenover de kwestie Bescherming of Vrij
handel. Die houding is overigens niet heel
duidelijk. Het Congres heeft met- een kleine
meerderheid van stemmen, 1.878.000 tegen
1.401.000, het rapport van zijn Economische
Commissie goedgekeurd. Dat rapport, dat
dus de opvatting van de vakbonden weer
geeft, is reeds vroeger bekend gemaakt. Het
acht het wenschelijk dat de handelsbetrek
kingen tusschen de verschillende deelen van
het Britsche Rijk tot hoogere ontwikkeling
komen dan thans het geval is. Zulk een po
litiek, zeggen de rapporteurs zou uitbreiding
van het omzetgebied voor de Britsche nij
verheid bevorderen en Engeland zou er ook
gemakkelijker en goedkooper door aan de
grondstoffen voor zijn industrie komen.
De bladen 1) hebben de goedkeuring van
deze voorstellen door het Congres onmid
dellijk met sensationeele letters gekenschetst
als een nieuwe schitterende overwinning van
hun politiek. Maar deze voorstelling is niet
geheel zuiver. Want in den loop der bespre
kingen in de Congres-vergadering is nadruk
kelijk verklaard dat men voor bevordering
van inter-imperialen handel allerminst de
tarievenpolitiek van de Conservatieven of
die van de krantenlords zou volgen. De re
solutie van het Congres moet waarschijnlijk
zoodanig worden uitgelegd dat men al het
mogelijke wil doen het ruilverkeer tusschen
de rijksdeelen te doen toenemen, zonder ech
ter „de oude schoenen", die men heeft in den
handel met het buitenland, „weg te gooien".
1) Der krantenlords.
ONTVANGEN BOEKEN
'n Bont Zestal, door Joh. W. Broe-
delet. A dam. Nederl. Uitg. Maat
schappij
Rob Erkman's Laatste Liefde door
E. van Lidth de Jeude. A'dam, A. J.
G. Strengholt.
Nog een paar oorspronkelijke Hoüandsche
geestesproducten, waaraan we graag den
voorrang geven. Maar het is niet louter wis
pelturigheid als we langzaam aan weer naar
een goede vertaling van iets werkelijk oor
spronkelijks gaan verlangen. Geduld
daar zal nog wel wat goeds in het stapeltje
verborgen zitten, dat naar de rubriek „Kunst
en Kunstenaars" verhuizen kan. Vcorloopig
blijven we nog even in vacantiestemming en
binnen de grenslijnen van strand- en ver-
poozingslectuur.
De vorige week sloot ik mijn kroniek af
met de toezegging op Herman Kesnig's Gou
den Kalf terug te komen. Al kan ik den
„ernstigen kant van zulken arbeid nu een
maal niet vinden, ik wil gaarne erkennen
dat, als lichte treinlectuur een dergelijk, ge
makkelijk geschreven, relaas van een tikje
mesjogge menschen en verhoudingen, tijd-
verdrijvend en bezighoudend kan zijn. Meer
waarde er aan toe te kennen zou een over
dreven eisch zijn, die hopelijk en vermoe
delijk ook niet gesteld werd.
Wat vinding en uitwerking betreft, ben ik
geneigd aan Penning's Avontuur van den
„Graaf" meer waarde toe te kennen <v. Hol-
kema Warendorf). Het gegeven is niet zoo
banaal; er zit gang in het verhaal en waar
de schrijver -geestig is, is hij het meer langs
zijn neus weg, is zyn geestigheid minder ge
fabriekt, dan bij Kesnig het geval is. Een al
wat op jaren gekomen klerk op een belas
tingkantoor, die een grafelijken naam en
titel voert, geen cent bezit en een goedig,
naar het imbeciele neigend geestesleven on
derhoudt, met als eenige, doch regelmatige
afleiding zijn pijp en zijn postzegeiverza-
meling.... deze onschadelijke imbeciel-in-
wording, wordt ingepalmd door de dochter
van zijn hospita en als bij verrassing tot
haar echtgenoot gepromoveerd.
Opgemekle dochter heeft indertijd met
een Engeisch officier ons vaderland verlaten
en door dezen is zij met een ruim vermogen
begiftigd, toen zijn tijd gekomen was om dit
aardsch tooneel te verlaten. Zij is vermogend
genoeg om zich alles te permitteeren en
maakt van den „graaf" gebruik om, thans op
wettige en onaanvechtbare wijze „gravin*' te
worden. Als het huwelijk gesloten is, laat zij
den graaf, wel gesitueerd op een mooi bo
venhuis aan den Amsteldijk rustig bij zijn
postzegels zitten en trekt naar Parijs.1 Daar
valt mevrouw de gravin in handen van een
gladden landgenoot, een jeugdig levensge
nieter en zaakwaarnemer, die haar zaken op
een dusdanige en voor hèm voordoelige wijze
waarneemt, dat op een mooi moment de dui
ten van wijlen den Engelschen officier in
zijn zak zitten, en hij zelf al lang „buitenaf"
terwijl mevrouw de gravin berooid in haar
hotelkamer zit te peinzen, hoe ze, zonder
de hotelrekening te voldoen, uit dit moderne
Babel verdwijnen kan. In tusschen is er met
den echten graaf-belastingklerk iets won
derlijks gebeurd. Hij is naar Parijs ontboden
om een reusachtige erfenis van een hem
onbekenden bloedverwant in ontvangst te
nemen. Is het niet casueel, dat hij in het
zelfde hotel belandt waar mevrouw de gravin
als het ware op hem zit te wachten! Maar
de graaf is niet meer zulk een sukkel als in
den aanvang van het verhaal: hij heeft
zijn chef en vriend, den ontvanger, meege
bracht en een jeugdig advocaat als secreta-J
ris. Mevrouw de gravin wordt voor een ruim
jaargeld afgekocht en retourneert naar Am
sterdam, waar ze altijd nog een grande da
me kan zijn onder haar vroeger versmade
vakgenooten, en de graaf met zijn chef zul
len zich verder het leven wel aangenaam
maken, ook zonder haar medewerking. Het
onwaarschijnlijke in Pennies verhaal is
beperkt, en stoort niet te zeer om van talrij
ke amusante trekjes te kunnen blijven ge
nieten. In het genre lichte lectuur behoort
De Graaf tot de goede productie gerekend te
worden, met een eervolle vermelding .daaren
boven voor de van beschaving getuigende be
perking, waarmee eenige choquante perioden
in het leven der gravin behandeld worden.
Dochin ons quintet van oorspronkelijke
verhalers is E. van Lidth. de Jeude vermoe
delijk de meest begaafde. Wij hebben zijn
knapheid hier indertijd reeds gewaardeerd
toen zijn „Vreemde Erfenis" verschenen was,
en toen de verwachting uitgesproken van de
zen auteur nog eens iets bijzonders te zullen
lezen. Dat bijzondere heeft hij ook in Rob.
Erkman's laatste liefde niet gegeven en wij
zouden bijna, onzen neus in andermans za
ken stekend, willen wenschen dat dit boek
nu ook eens des schrijvers laatste liefde
voor die al te vlotte, knappe, maar ook wel
wat laag-bij-den-grondsche manier van
schrijven mocht zijn, waaraan hij zijn leven
dig en natuurlijk talent opoffert. Het lijdt
geen twijfel of ook deze nieuwe roman zal
een gemakkelijk succes blijken: de tijd is
gunstig voor wat vlug, tecfhnisch goed, dat
met zekere brutale nonchalance geprodu
ceerd wordtmaar na dezen komt weer
een andere tijd en of er dan nog over E.
van Lidth de Jeude gerept zal worden? Het
is hier geen kwestie meer van onvermogen,
doch van vrije verkiezing. De sohr ij ver'pre
fereert klaarblijkelijk het. knaleffect-succes
boven een duurzame» litterairen roem. Het
geen zijn zaak, niet de onze is. Ons interes
seert slechts het product, zooals het daar
ligt en het dilemma: is het kunst of is het
buurpraatje. Het gaat daarbij nimmer tegen
den Inhoud, doch wel naar den vorm. Als
Breitner den modder schilderde dien hij op
een dooidag op een Jordaan gracht had zien
liggen, gaf hij dien smeerboel op zoo realis
tisch mogelijke wijze weer, maar zijn genie
ontnam er het weerzinwekkende en afstoo-
tende aan en transponeerde, wat in werke
lijkheid vies was, tot een zuiveren noot iij
een kleuraccoord. Zoo kan een litterair kun
stenaar een bordeel beschrijven en zich van
bittertafeluitdrukkingen bedienen, maar dan
kan nimmer loutere reproductie volstaan en
moet ook daar de modder des dagelijkschen
levens getransponeerd worden en van zijn
platte alledaagschheid ontdaan. Dit laatste
nu verzuimt v. L. de J. herhaaldelijk en op
zettelijk en dat lijkt ons jammer. Het is
die soort opzettelijke nonchalance, waaraan
in een verleden tijdvak schrijvers als Paap
en Drabbe zich te binten gingen en wie
kent thans zelfs nog de namen van die toch
zeker verdienstelijke auteurs?
Overigens voor dit boek niet dan waardee
ring. Het deed mij aan Paap's Doodsklok van
het Damrak terug denken. Het verhaal
speelt in beurskringen, tijdens een reusach-
tigen krach. Actueel derhalve. De beschrij
ving van een beursdag in Wallstreet is
boeiend en daar juist toont de schrijver dat
hij kan, wat wij vragen: artist zijn. De intri
ge wordt knap uitgesponnen naar eeti einde
dat niet geheel verwacht wordt en dus ver
rast. Rob Erkman, beursman, gehuwd en va
der van een volwassen dochter, is een flirt
van aanleg en natuur, zooals een ander rood
haar heeft of een kromme neushij kan
het niet helpen. Een gevaarlijke flirt is die
met Marianne, de jonge vrouw van een za
ken mend. Zijn flirt en zijn firma vallen op
éénzelfden dag in elkander, en zijn dochter
wordt door den trein overreden, als zij mot
den voornoemden zakenvriend in een auto
naar Hilversum terugkeert. Een ongeluk
komt nooit alleen, maar ook van het kwade
kan men teveel krijgen. De schrijver laat
ruimte voor vraagteekens. Hoe komt die
dochter met den zakenvriend zoo laat in
een auto onderweg? Toeval of wraak van
den bedrogen echtgenoot? Enfin 't is een
spannende geschiedenis, spannend verteld,
en dat lusten we wel. Door den schok van
een en ander wordt Rob ziek, daarna weer
beter en hervindt zijn genegenheid voor
zijn eigen wettige echtgenoote, die een schat
blijkt gebleven en aan het einde zitten de
echtelieden in een Belgisch stadje en leven
er misschien nog, van de restjes die uit de
débaclc zijn overgehouden. Het ga z§ verder
wel. De schrijver heeft ons met Rob en zijn
doeningen een aantal aangename uren be
zorgd. Het Is geen boek dat men ondankbaar
ter zijde legt, zelfs al blijft men van den
schrijver een kunstwerk verwachten.
Van Joh. W. Broedelet verwacht men niet
dan wat hij geeft: korte „moppige" verha
len, zoo tusschen Leiden en Den Haag ge
zien en genoten. Hij is niet bepaald altijd
wat men geestig noemt, grappig is beter
qualificatie. Hoe de schrijver de nonsens bij
elkaar haalt, als in het verhaaltje van het
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
Pit buisje behoort
n in Uw rak
evenals alle andere
misbare dingen
I vulpenhouder
I potlood portefeuille,
enr. welke een
man piet kan missen»
t'eenig op de wereld
Lal op oranje band on Prijl 75 Cl*.*
gouden slot, dat een modern sprookje moet
zijn, verbaast ons allicht. Het clowneske
heeft voor den schrijver Broedelet schijn
baar veel aantrekkelijk. Er zijn mensch.cn
,die zich over dit sprookje krom zullen
lachen. Ge kunt er cok over 'grinniken of
grijnzen al naar uw gemoedsaard is. We
vonden bij dezen auteur een taalkundige cu
riositeit die zoowel zijn stijl typeert, a'.s
waard is onder de loupe van de firma Hajo
en Charivarlus bekeken te worden. Deze: is
het werkwoord „laten'' in den zin van: laten
we gaan zwemmen, roeien etc., dus iets toe
komstigs aanduidend, geëigend om in den
verleden tijd vervoegd te worden? We vin
den op pag. 68 „Maar kom, liet-ie niet zoo
bourgeois zijn" en „Liet-ie dus zijn versleten
zolen richten naar Mina's verlokkend rijk",
't Klinkt ons wat vreemd in de ooron. De
Heeren mogen het uitmaken. Ik las uit de
zen bundel nog „De Vacature" en „Het
meisje en de ring". Toen had ik er drie van
de zes en wilde mij hot genoegen der andere
sparen tot een volgende gelegenheid.
1 Sept. 1930.
J. H. DE BOTS
„Onze Vloot".
Naar aanleiding van den 50sten verjaar
dag van Koningin Wilhelmina, wordt in de
Septemberaflevering van ..Onze Vloot" een
kort woord gewijd aan het regeeringsbcleid
onzer vorstin. Er is een zeer goed geslaagd
portret bij, dat een geheele pagina beslaat.
Voorts wordt besproken het nieuwe krui-
sextype, dat destijds bij de suppletoirs be
grooting is aangevraagd. De schrijver van
dit artikel heeft veel bedenkingen tegen de
gedane keuze en beschouwt het wetsontwerp
als een ernstige verzwakking van onze ma-
rinepoïitiek.
De West-Indische reisbrieven, een serie
reisindrukken aan boord van de „Witte de
With" worden besloten met een beschrij
ving van het vertrek uit Curasao en de te
rugtocht naar het vaderland.
Tenslotte noemen we het. artikel van J.
Karros die eveneens critlek levert op de
nieuw in te voeren kruisers en wel in liet
bijzonder op de bewapening met 15 c.M.
geschut.
„Koeltechniek".
„Koeltechniek", maandblad voor opwek
king en toepassing van kunstmatige koude,
heeft als eerste artikel in het Augustusnum
mer een praatje van don heer K. H. Tuse-
nius, directeur der N V. Ijsfabrieken te
IJmuiden, over vergrooting van ijsafzet door
middel van reclame. De schrijver vertelt
hierin, hoe in Amerika door suggestieve ad
vertenties en collectieve propaganda door de
producenten het ijsverbrulk wordt opge
voerd.
Ing. J. Looiscn deelt het een onander mede
over de toepassing van ozon in koelruimten,
terwijl ir. R. Mulder een nieuw systeem
alarminriohting bespreekt dat gebruikt
wordt aan het Laboratorium voor Tuinbouw-
plantenteelt te Wageningen.
De aflevering bevat voorts nieuwtjes, die
door de buitenlandsche vakpers worden ge
publiceerd en algemeene mededeellngen.
„Binnenhuis".
In „Binnenhuis" van 28 Augustus komt een
bespreking voor van de tentoonstelling van
„L'union des artistes modemes" in het Lou
vre te Parijs.
E. Berkovitch schrijft over snelpolitoeren.
Tenslotte vermelden we het artikel over de
voordeelen van heete luchtverwarming in de
houtbewerkings-industrieën en een uiteen
zetting over een nieuwe triplex-construct ie.
„Nederlandsch Fabricaat".
In de Augustus-afleverlng van het maand
blad .Nederlandsch Fabrikaat", het tijd
schrift der gelijknamige vereeniging. treffen
wij allereerst aan het vervolg van het ver
slag van de algemeene ledenvergadering der
vereeniging op 9 Juni Jl. gehouden, waarbij
de opgenomen afbeeldingen een Indruk ge
ven van de groote deelneming.
„Wat de vereeniging in de laatste maand
deed" geeft als naar gewoonte een beknopt,
doch duidelijk overzicht van de vele en voort
durende werkzaamheden der vereeniging.
„De collectieve Nederlandsche Electrischc
deelneming aan de Internationale Tentoon
stelling te Luik" geeft, een belangwekkend
overzicht van de collectieve deelneming, ter
wijl de verscheidene bij dit artikel opgeno
men afbeeldingen de aantrekkelijkheid van
het geschrevene verhoogen.
In „Tariefmuren en Afweermaafregelen"
wordt het vraagstuk behandeld, op welke
wijze kan. worden opgetreden tegen de be
lemmeringen. die door verschillende landen
In den weg worden gelegd ten aanzien van
den uitvoer van Nederlandsch fabrikaat.
Vervolgens is een mededeel ing opgenomen
omtrent de industrieele filmaldeeling van de
vereeniging.
„Nieuwtjes uit de Nederlandsche Industrie"
bevat tal van belangwekkende korte mede-
deelingen op de Nederlandsche nijverheid
betrekking hebbende. Verscheidene afbeel
dingen zijn hierbij opgenomen.
In „De bewezen noodzakelijkheid van het
hebben van een krachtige nationale indus
trie" wordt naar aanleiding van de boycot
van Duitsche goederen op het verheugende
verschijnsel gewezen, dat de Nederlandsche
industrie zich in den loop der jaren zoo
sterk heeft ontwikkeld, zoodat Nederland
zieh, zoo noodig, commercieel kan verdedi
gen.
Belangrijk is ook do beschrijving omtrent
de deelneming van de Nederlandsche Coöp.
Zuivelbereiding aan de internationale ten
toonstelling te Luik. terwijl tenslotte nog de
aandacht wordt getrokken door het slot van
een onderhoudende beschrijving over de
,Amsterdamsche Zeepfabricage".