De proefvaart van een Zeekasteel. De aardas. INGEZONDEN Muziek in den Aether. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1930 VIERDE BLAD Met de Mamix van St. Aldegonde" naar zee. (Van een bijzonderen medewerker). Rechts een verlichte huizenzee met spre kend relief, links ontelbare lichten, wit, groen en rood, even zoovele waarschuwingen voor de scheepvaart, boven ons een donkere lucht waarin zich vaag wolkenstrepen af- teekenen, rondom ons dartelend en flonke rend water dat ieder lichtpunt, als een on noembaar aantal facetten, duizendmaal weerkaatsten daar tusschen door varen wij naar de nieuwe aanwinst van de Maat schappij Nederland, de „Marnix van St. Al degonde", die nóg als een groote lichtdemon in het nachtelijk duister, rotsvast en toren hoog, in slaap verzonken ligt. Maar slechts schijnbaar, want ondanks het late uur de klok heeft zoo juist elf geslagen is het op de Sumatrakade nog één leven en bewege lijkheid: voortdurend komen bootjes met genoodigden voor dezen technischen proef tocht, heen en weer worden bevelen gegeven, inlichtingen verstrekt. We schepen ons in, dat wil zeggen, betre den zware loopers in luxueus©, gangen, ach tervolgd door koffers-zeulende Javaantjes met hun vrouwelijk uiterlijk en sluipenden tred, en zoeken onze hutten op, combinatie's van practisch comfort en behagelijke weel de. Lang duurt het dan ook niet of Morpheus ontfermt zich onzer en een verkwikkende slaap sterkt ons voor de komende gebeurte nissen. Het is Woensdag èri omstreeks vijf uur als wij, ongewoon aan de gedragingen van een mailschip, door een vreemde trilling gewekt worden. Eén blik uit de patrijspoort en we wéten: wij varen. Langzaam glijden we door het Noordzeekanaal op IJmuiden af, voortge stuwd door de 14.000 paardekracht van twee geweldige motoren, terwijl een tweetal sleep- booten, een vóór en een achter, als nietige stuurlieden voor de goede richting zorg dra gen. Kapitein en stuurlieden, die elkaar in stilte gelukwenschen met het aan hunne zor gen toevertrouwde paleis, bevinden zich op de brug, waar, nog enkele uren maar, de loods zijn scepter zwaait. Iets als trots be kruipt ons als wij er aan denken tot de ge lukkigen te behooren die dezen eersten tocht medemakentrotsch op hetgeen hier door de Nederlandsche industrie werd bereikt, trotsch op het aandeel dat dit schip hebben zal in den roep dien onze Nederlandsche scheep vaart over de geheele wereld heeft. We begeven ons naar beneden, naar de salons de rookzaal, de eetzaal en de groote hall der eerste klasse, waarvan de artistieke hand van den heer Lion Cochet, den Mozart onzer sierkunstenaars, onuitputtelijk in ideeën en motieven, zoo een stemmig en hoogst artistiek geheel van heeft weten te maken. Gezeten in zuiver Coromandel-ebben- houten fauteuils met echte Marokkaansche kussens, laten wij onzen blik gaan over smet teloos Arebescato marmer, verlevendigd door Friezen van den beeldhouwer Zijl, prinsessen van Solo, danseressen van hoog-edel bloed, wier houding één gratie en bevalligheid is. Dan weer treft ons het prachtig beeldhouw werk in de schotten, die de zijkanten der za len in gezellige zitjes transformeeren, met aluminiuum ingelegd en des avonds sprook jesachtig verlicht door lampen van de glas fabriek Leerdam, in den vorm van een onzer meest gevreesde zeediertjesde kwal. Vrijwel in ieder der genoemde zalen is een groot stuk aanwezig dat in het bijzonder de aandacht trekt. In de eetzaal is dit een go belin van respectable afmetingen, een ge zicht op Antwerpen aan de Schelde-zijde, -uit den tijd van even vóór Marnix van St. Alde gonde, die, zooals bekend, burgemeester de zer stad is geweest. Op een van zijn speur tochten vond de heer Cochet deze voorstel ling als houtsnede in het stadhuis te Antwer pen, nam ze over, voorzag ze van kleuren, en een kunstwerk was geboren. In de rookzaal zingt een groot marmer-relief den lof van den burgemeester-dichter, terwijl in de mu ziekzaal een groote Coromandel-houten boe kenkast, bezet met de wapens der groote Hol- landsche. Fransche en Italiaansche uitgevers, de aandacht trekt. Begeven we ons thans weder aan dek. Vrij wel zonder stagnatie werden de beide brug gen gepasseerd, hebben zich de zware sluis deuren geopend en weder gesloten en .^too rnen" wij het zeegat uit. De beide sleepboo- ten, die thans hun plicht gedaan hebben, nemen afscheid van den scheepsromp, de loods verlaat het schip, de motoren, die tot nog toe „zeer langzaam" werkten wordt door het signaal „halve kracht" meer activiteit ingeblazen en langzaam maar zeker zinkt de kust achter ons weg in den nevel en rest ons als laatste herinnering nog slechts een lange baan van schuimend en bruisend kielzog G-edachtig aan het spreekwoord „Gezellig heid kent geen tijd" begeven wij ons naar binnen, naar de salons, waar het „leven", al is het dan ook maar voor een paar dagen, afgewisseld door een verkenningstocht door 't schip, een zwempartijtje in het zwembad, de maaltijden en, zoo ge het wilt, een glaasje en ©en sigaartje, genoeglijk heenvlledt. Want er is veel te zien en meermalen gebeurt het dat men op al die dekken, in al die gangen en verscheidenheid van zalen en vertrekken verdwaald raakt, en slechts het dekplan met plaatsaanwijzer redding brengen kan. Het zal drie uur in den middag zijn als we, steeds naar het Zuiden afzakkend, het lichtschip „Maas" praaien en de kapitein door de megaphoon den bevelhebber van de dr ij venden vuurtoren verzoekt gedurende eenigen tijd radiopeilingen te willen geven. De telegraaf op de brug wordt nu op volle kracht gezet, het schip antwoordt bijna on middellijk door een sterke trilling, het boeg water spat hooger op en de snelheidsproeven staan te beginnen, mogelijk gemaakt door de peilingen van de „Maas". Nieuwsgierig begluren we de log, een touw dat buiten boord hangt en de draaiende be weging van een zich aan het einde bevin dende propeller op een toerenteller over* brengt. Snel maken wij berekeningen, maar daar ons niet bekend is hoe groot het per centage van de fout is die het instrument aankleeft, kunnen wij slechts schatten. Als de kapitein echter even later op de brug verschijnt en ons boven het gieren van den wind toeroept dat wij achttien mijl maken, kijken wij van onze hooge standplaats af met des te meer bewondering naar de vele dekken met him helder wit hekwerk, waarboven de twee reusachtige schoorsteenen dreigend uit steken en krijgen wij een machtige impres sie van snelheid en kracht. Even later slaat een der „djongos" Javaansche bediende de gong, ten teeken dat het tijd wordt aan tafel te gaan.... Donderdag en „koud weer met heldere tusschenpoozen en waarschijnlijk regenvla gen", zooals het weerbericht van het mi nisterie voor luchtvaart te Londen luidt. Het niet-aan-de-windzijde gelegen dek, of in zee manstaal gesproken: leidek, is dan ook onbe» gaanbaar door het vele water dat overslaat. Verschillende passagiers 'krijgen het te kwaad door de voortdurende deining overdwars en moeten hun hutten of niet nader te noemen plaatsen opzoeken. Gaan we thans een 'kijkje in de machine kamer nemen, het hart van het schip, waar machtige machines dag en nacht, zonder op onthoud, zonder rust de zware schroeven door het water doen tollen. Imposant is de aan blik der twee hoofdmotoren, naar schatting een veertien tot vijftien meter hoog, die met hun twee maal tien cylinders de zware schroefassen in beweging brengen. Slechts door hard te schreeuwen kan men zich ver* staanbaar maken. Als de machinisten, stevige boys, ons de werking uitleggen en de zuigers en krukassen laten zien, vragen wij ons af wat het einde der techniek zal zijn en of dit alles toch niet een ramp voor de mensch- heid beteekent. Een antwoord vermogen we echter niet te vinden. Vol van indrukken en onwillekeurig nog tegen elkaar schreeuwend stijgen we weer naar boven, waar men er ons opmerkzaam op maakt dat we inmiddels het roer omgegooid hebben en ons nu waar schijnlijk ter hoogte van Helgoland moeten bevinden. Het is echter slechts zee wat we zien, woelige, witgekopte zee Als we Vrijdagmorgen door onzen glim lachenden hutjongen, Ismail, gewekt worden, hebben we alreeds de haven van IJmuiden achter ons gelaten en bevinden ons op de hoogte van Zandvoort, welks villa's en hotels wij goed kunnen onderscheiden. Het is druk op den voorsteven en niet zonder reden. De beide ankers, die het respectabele gewicht van vijf ton bezitten en aan onmogelijk zware gesmeed-ijzeren kettingen bevestigd zijn, zullen „getest" worden. Een reusachtige electrische lier van meer dan manshoogte, •die bij ruw weer tevens als golfbreker dienst doet, laat-beide kolossen zakken en trekt ze, trillend van bedwongen energie, weer naar boven. Als ook deze proef bevredigend resul taat heeft afgeworpen wenden we den steven en stoomen we linea recta op de haven van IJmuiden af, welks hoofden ons met om armend gebaar reeds een welkom schijnen toe te roepen. Slechts weinige oogenblikken later heeft de sluisdeur ons trotsche zeekasteel, vóór de reis nog eigendom der Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij, thans overgeno* men door de Maatschappij „Nederland", door gelaten en liggen kij naar den wal ge meerd. In de electrische naar Haariem gezeten en nog een laatsten blik op onze trouwen gast heer werpend, hopen wij in stilte dat deze reis. niet de laatste zal zijn geweest,/ (Onder leiding van den Japan- schen professor Kimura zullen gedurende 10 jaar in Neder- landsch-Indië waarnemingen wor den verricht in verband met de verandering van den aardas- stand.), Is de aardasstand veranderd? Nou ik neem het gaarne aan, Alles op deez' aard verandert. Zou de as dan blijven staan? Was haar stand dan vroeger hooger, Is ze lager nu in stand, Wat is er, wou ik wel weten, Met die aardas aan de hand? Ik weet nog wel uit mijn schooltijd, Dat de aardas scheef moet staan, Is men bang dat in de toekomst Dit volkomen scheef zal gaan? Wil professor nu probeeren, Dat hij die beweging stuit, Gaat hij aan het demonteeren, Haalt hij heel die as eruit? Als een mensch zich alle dagen Wijden moet aan poëzie, Raakt hij achter in de studie Van de aardas-tronomie. Ach vereerde hooggeleerde Prof. Kimura uit Japan, Wilt gij ons een dienst bewijzen, Als zoo iets tenminste kan; Draai de aardas dan een pietsie Recht of scheef naar onzen kant, Geef ons wat meer tropenwarmte In ons straks weer wintersch land. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. iimmiiimwiinnmminiiiimmininiiiiiiMiiiininnfflfflinHniiinïïiiinMiniinnniiïïinniïïini Morgen, ZONDAGAVOND, 8 nur 15 Openbare Uitvoering in het GEM. CONCERTGEBOUW, van „DIE SCHöPFUNG" door het R.-K Oratorium van Haarlem, onder Directie van den Heer HUBERT CUYPERS. Met medewerking der solisten: SOPHIE BOTH-HAAS, JAC. CARO. JACQ. VAN KEMPEN en der versterkte Haarl. Orkest vereniging. Van heden, Zaterdag 12 uur af zijn toe gangskaarten ad ƒ1.00 plus rechten, ver krijgbaar uitsluitend bij het Alg. Secreta riaat: VAN TETERING, Groote Markt 4 tot Zondagavond 7 uur. Daarna, voor zoover nog voorradig, aan de loketten van 't Gem. Concertgebouw, Lange Begijnestraat, 's av. van 7 uur af. Tekstboekjes a 0.25, Gr. Markt 4. li DE LEGEROEFENINGEN. WORDEN GEHOUDEN BIJ VENRAY EN VENLO. Tengevolge van bijzondere omstandigheden wordt de oefening onder leiding van de Com mandant Veldleger niet gehouden op de Veluwe, maar in de omgeving van Venraij en Venlo en wel van 23 September (concentratie) tot en met 26 September (terugmarsch en terugvervoer) 24 en 25 September zijn de eigenlijke oefendagen. HET WINKEL WERKTIJDENBESLUIT. In verband met het wederom in behande ling nemende der motie Bijvoet c.s. omtrent de eventueele al-dan niet verplichte winkel sluiting in de as. Raadsvergadering, belegt de afdeeling „Haarlem" der Nederlandsche Vereenïging van Christelijke Kantoor- en Handelsbedienden, een spoed-vergadering op Dinsdag, 16 September a.s. in het Gebouw van den HrL Chr. Besturenbond, a. d. Bake- nessergracht, waar als spreker zal optreden een der Hoofdbestuurders dier vereeniging, de heer H. J. Vermeulen, met als onderwerp: „Onze actie voor den vrijen middag!". Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk- Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug» gegeven. DE RAMP TE SANTO DOMINGO. Landgenooten! Een geweldige natuurramp heeft dezer dagen de oudste Spaansche stad van de Nieuwe Wereld, Santo Domingo, bijna totaal verwoest. Het aantal dooden bedraagt meer dan drie duizend, ruim vijf duizend personen, zijn gewond en vrijwel de totale bevolking is dakloos. Door gebrek aan water, levensmiddelen en medicamenten, en door het dientengevolge uitbreken van besmettelijke ziekten, heerscht er op het oogenblik in de geteisterde stad een geweldige chaos en paniek, waardoor de ont zettende ellende nog wordt vergroot. Ondergeteekenden, onder den indruk van de ramp die dit kleine land getroffen heeft, veroorlooven zich daarom een beroep te doen op Uw milddadigheid. Zoo ooit, geldt thans dat wie spoedig geeft, dubbel geeft. Steunt ons met Uw bijdrage, klein of grooj* Het postgironummer is 57259. Eere-oomité: ZJEx. de Graaf de Pradère, Buiten gewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van Spanje te 's-Graven- hage. Emilio Garcia Godoy, Zaakgelastigde van de Dominicaansche Republiek te Parijs. W. de Vlugt, Burgemeester van. Am sterdam. Uitvoerend comité: S. M. D. Valstar, Voorzitter, Directeur van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. J. C. H. Heldring, Vlce-voorzitter, Directeur van de Cura$aosche Han delmaatschappij. Prof. Dr. C. F. A. van Dam. Secretaris. M. Lam Jr., Penningmeester, Post gironummer 57259. Mevrouw B. Mendes da Costa Henrlquez de Castro Mr. C. P. M. Romme. E. A. van Ameringen, Consul van de Dominicaansche Republiek. Aan alle Luister-vogels-van-dlverse-plui- mage mijn radio-actie ven groet! Van onze hoofdredactie ontving ik het verzoek, om geregeld op enkele belangrijke muzikale nummers van het Radio-program- ma der aanstaande week in het bijzonder de aandacht der luisteraars te vestigen en er een beknopte toelichting bij te geven. Ik ont veins me volstrekt niet de moeilijkheid, ja de onmogelijkheid om aan dit verzoek te vol doen op een wijze die allen bevredigt. De hoeveelheid muziek, in één enkel weekpro- gramma vervat, is overstelpend, de keuze moeilijk. Wat den één belangrijk schijnt, zal den ander onverschillig laten. Ik zal dus trachten naar mijn beste weten en met in achtneming der meest strikte onpartijdig heid, dit laatste zoowel ten opzichte van aard en stijl der werken als ten opzichte van de uitzendende vereeniglngen een keuze te doen voor het wekelijksche overzicht. Mocht ik naar de meening van deze of gene onjuist kiezen of te kort schieten: ik roep bij voor baat de clementie in. Het spreekt van zelf dat aan de program ma's onzer Nederlandsche omroeporganisa ties in het bijzonder aandacht zal worden geschonken. De praestaties onzer landgenoo- ten verdienen in de eerste plaats onze be langstelling. Doch waar' de buitenlandsche stations voor vele luisteraars even gemak kelijk bereikbaar zijn zullen ook hun pro gramma's in aanmerking komen, indien ze belangrijke werken bevatten. Zoo moge dit overzicht als radio-ausculto- risch voer in gelijke mate geschikt blijken voor luistervinken, luistergeelgorzen, luister roodborstjes, luistermerels en verdere bewo ners van de wereld-omspannende radio-vo gelkooi! Zondag 14 September geeft de A.VR.O. te Hilversum van 8.019.10 n.m. aansluiting op het Concertgebouw te Amsterdam. De Ouverture „King Lear" van den Franschen romanticus en muzikalen revolutionair Hector Berlioz (18031869), opent het programma In Berlioz' muziek interesseeren gewoonlijk de geniale, voor zijn tijd volkomen nieuwe orkestbehandeling (B. schreef ook een werk over de kunst der instaumentatie) en de scherpte der muzikale illustratie meer dan de melodische kracht, die niet zeer groot is. B.'s melodiek klinkt veelal wrang en gewron gen. De Ouverture „King Lear" behoort niet tot een gelijknamige opera, maar is gedacht ais karakterbeeld van de hoofdfiguur uit Shakespeare's treurspel. In de Inleiding schildert het recitatiefachtige hoofdthema der strijkers het karakter van den ongelukkigen koning, het tegen thema der hobo dat van zijn dochter Cordelia in schril contrast. Het daarop volgende Allegro disperato ed agitato assai kan als een meesterstuk van klank- realistiek beschouwd worden: het beschrijft de ontwikeling van een toestand van waan zin, onderbroken door ontroerende klachten over eigen hulpeloosheid. Het voor solo=viool en orkest geschreven „Poème" van Ernest Chausson (18551899) een der begaafde leerlingen van César Franck en het geniale orkeststuk ,L' Apprenti Sor- cier" van Paul Dukas (geb. 1865) zijn op de concerten der H. O. V. herhaaldelijk uitge voerd. De liefhebbers van kamermuziek wil Ik wijzen op het concert van het Kolisch- kwartet (Kolisch, Kuhner, Lehner en Heifetz) eveneens op Zondag as. om 7.10 n.m. te Ber lijn. He pianokwartet in A oj. 26 van Joh. Brahms is in 1856 geschreven (eerst 7 jaar later in druk verschenen) en een der be langrijkste zonnigste werken van den toen 23-jarigen meester. Zijn vriend, de beroemde violist Joseph Joachim schreef daarover aan den componist o.a. „Mit dem A-dur-Quartett tabe ich mich immer mehr befreundet. Der Ton innigster Zartheit wechselt schön mit frischer LebenslustHerrlich 1st das Adagio!(Das Scherzo) gemahnit manch- mal an letzten Beethoven Het hoofdthema van het eerste Allegro non troppo is gekenmerkt door een triolenfiguur, die in een groot gedeelte van dit stuk zich, nu eens als hoofd-, dan weer als bij-zaak doet hooren. De z.g. „thematische bewerking" is, als in alle latere werken van Brahms, ook in dit kwartet belangrijk. Het Poco Adagio vangt aan met een mooie klaviermelodie, door arabesken der strijkinstrumenten om speeld en versterkt. Geheimzinnig rollende arpeggios, een hartstochtelijk tweede thema, een expressief terzet der strijkinstrumenten geven de noodige tegenstellingen. Het begin van het Scherzo (Poco AllegTo) mag even aan dat uit Beethoven's strijkkwartet op. 132 her inneren: spoedig toont de jongere meester zijn eigen physionomle; de harmoniseering van het tweede thema is echt-Brahms! Het Trio is een canon (nabootsing) tusschen het in dubbeloctaven spelende klavier en da strijkers. Ook de finale is rijk aan composi- torisch-techRische kunsten, doch over het geheel heerscht in dit deel een vroolijke, eenigszins Hongaarsch getinte geest-, die zich hier ongebondener uit dan we van den „ge sloten" Brahms gewend zijn. Het werk is voor de tegen woord ise opvattingen wat uitvoerig doch blijft tot het eind frlsch. Rijkdom van thematische bewerking Is ook in de final© van Beethoven's op. 18 no. 3 te bewonderen. Het eenvoudige motiefje d-cis-d gaat door bijna het geheele stuk, tot kunstvolle ketens gerijd, en met een enkele schakel eindi gend. K. DE JONG. NIEUWE LEENING VAN 'S-GRAVENÜAGE. B. en W. van 's-Gravenhage stellen den raad voor een 4 pet leening, groot f 10.000.000 aan te gaan, af te lossen in 40 jaar. (Onderstaande berichten zijn reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.) VERGADERING VAN TUIN BOUWERS VOORBEREID. ALLE STATEN- EN VELE KAMERLEDEN UITGENOODICD. Te Broek op Langend ijk is Donderdag een vergadering gehouden van de besturen van veertien tuin bouw vereen igingen tot het houden van besprekingen over den noodtoe stand in den tuinbouw en het treffen van maatregelen, die dezen toestand zouden kun nen verbeteren. Na uitvoerige discussies werd besloten, de actie niet te beperken tot Lan- gendijk en omstreken, doch ook de tuinbouw organisaties in andere streken uit te noodi- gen tot het houden van gezamenlijke be spreking en actie, opdat deze meer den ge- heelen tuinbouw vertegenwoordigt, aldus meldt de NR.C. De Langendijksche Groentencentrale heeft besloten, een vergadering van tuinbouwor ganisaties te beleggen, waarin de noodtoestand in den tuinbouw in het licht zal worden gesteld en waartoe alle Statenleden en Tweede Kamerleden van Noord-Holland zullen wor den uitgenoodlgd. Als noodzakelijke verbete» ringen voor de noodlijdende tuinders zullen worden bepleit: a. Verlaging van vracht tarieven, b. verkrijgen van rentelooze voor schotten, c. spoedige invoering van de Pacht wet, d. vrijstelling van de kosten, ontstaan door sociale wetten, als invaliditeitswet, onge vallenwet, ziektewet vor hen die een inkomen beneden f 1500 hebben en deze kosten door het rijk te laten dragen. DE VERBETERING VAN DEN OPRIT DER MANEGEBRUG. AFSLUITING DER ROLSTEEG? Wij hebben reeds medegedeeld, dat B. en W. aan den gemeenteraad hebben voorge steld om een ruiling van grond aan te gaan met den heer J. S. Groen, voor de verbetering van den oprit van de Ma- negebrug aan den kant van het Kcnaupavk. Eenigen tijd geleden heeft de gemeente grond geruild met enkele andere eigenaars van perceelen in het Kenaupark. Het ge volg daarvan was, dat de Noordelijke uit gang van de Rolsteeg, uitkomende in het Kenaupark kwam te vervallen. Als nu het voorstel van B. en W. zou worden aange nomen komt ook de uitgang aan den kant der Nieuwe Gracht te vervallen. De Rol steeg zou dan doodloopen en alleen een ingang hebben aan de Zijhuizen. De heer J. W. van Santé heeft reeds op 2 September zijn adres tegen dit voorstel bij den raad ingediend. Thans hebben de meeste andere eige naars van perceelen die aan de Rolsteeg grenzen ook een adres aan den gemeente raad gericht met bezwaren tegen de voorge stelde onttrekking van een gedeelte van de Rolsteeg aan den openbaren dienst. Zij ge ven in overweging om een gedeelte van do gemeente-eigendommen die aan de Rol steeg liggen op te offeren om weer een nieuwe uitgang van de Rolsteeg op de Nieu we Gracht te verkrijgen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl». per regel. Importeurs: N.V. HANDELMAATSCHAPPIJ RECKITTS, ROTTERDAM.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 11