INGEZONDEN.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 22 SEPTEMBER 1930
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
Jtich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug»
gegeven.
DE VLOOTWET-ACTIE.
De vlootplannen der regeering zijn reeds
vele weken geleden aangekondigd en ter
kennis gebraoht van ons geheele volk. Nog
ateeds zoeken de voorstanders dezer plan
nen naar argumenten om deze misdadige
liefhebberij te kunnen verdedigen. Dat zij'
daarbij ver ten achter liggen bij de tegen
standers dier plannen, zal een elk verstan
dig mensch, die weet wat in de historie is
geschied en in de toekomst nog gebeuren
kan, onmiddellijk toegeven. Het wachten was
dus op een argument, hetwelk nu eens de
deur zou dicht doen. Een argument, dat zou
klinken als een klok en al die weekhartige
menschen den mond zou snoeren. Het is er
gekomen. In het blad van 17 dezer komt een
zekeren heer vaa Diemen met een verdedi
ging van het vlootplan als een schitterend
object voor werkloosheidsbestrijding. Geen
gemoedsinwerkingen waarde lezers, Immers 'n
vloot van verouderd type zal in geval van
oorlog over een jaar of 15 nooit op de vlakte
verschijnen, vanwege haar hoogen ouderdom
of verregaanden staat van ontbinding. Neen,
deze vloot blijft binnen. Ze verschijnt niet ten
strijdtooneel om te vechten om de eer van
het land te redden. Onze militaire machts
hebbers zullen, zachtmoedig als zij zijn, de
menschen niet aan onnoodig gevaar bloot
stellen wanneer zij van te voren weten, dat
zij in een ommezien van tijd naar de haaien
zijn! Deze vloot is alleen gebouwd uit een
oogpunt van werkloosheidsbestrijding en
daarom kan ieder mensch, die het met de
werkloozen goed meent aan die plannen zijn
steun niet onthouden. Wat een zeldzaam be*
krompen begrip houdt de heer van Diemen er
op na. Van productieve werkverschaffing heeft
hij misschien nimmer iets gehoord. Onvrucht
bare streken van ons land, die in vruchtbare
gebieden zijn veranderd blijken den inzender
onbekend te zijn. Nooit gehoord van aanleg
van wegen en kanalen, bouwen van brug
gen en tunnels, drooglegging van gebieden,
welke aan ons schaarschwordende landbouw -
bezit werden toegevoegd, al deze zaken van
zooveel nut voor onze bevolking die dank
zij een productieve werkverschaffing en werk
verruiming tot stand konden worden ge
bracht, zij zijn den heer van Diemen onbe
kend. Men moet zinneloos zijn om te beweren
dat het vervaardigen van een hoop oud roest
een schitterend object voor werkloosheidsbe
strijding zou zijn. Voor deze wijze van werk
loosheidsbestrijding hebben de arbeiders, die
daarvan z.g. voordeel ondervinden niet de
minste bewondering.
Dit moge toch wel de massale betoogin
gen in Amsterdam en Rotterdam hebben be
wezen. Doch het ergste is wel wat de in
zender aan het slot van zijn epistel verhaalt.
Om in het pogen van een hoofdbestuur eener
moderne organisatie om de belangen der leden
te behartigen, een inconsequentie te zien, is
toch wel een volslagen gebrek aan kennis
der juiste feiten. Al is men tegenstander van
een leger en vloot, zooals wij die hier in ons
land kennen, houdt zulljs dan in, dat men
de menschen direct en indirect bij dezen
dienst betrokken, bij opheffing daarvan de
laan uit kan sturen, wanneer men zulks be
lieft.
Ik weet niet welke betrekking de heer Van
Diemen bekleedt, doch ik zou graag eens
willen weten of de inzender, ingeval zijn
patroon na jarenlangen dienst mocht vinden,
dat zijn functie overbodig was geworden, zich
zou laten welgevallen, dat hij zonder meer
met een opzegging van 8 dagen op straat werd
gezet.
De Bond van Overheidspersoneel telt vele
duizenden leden in dienst van Gemeente en
Rijk. Voor al deze menschen mag hij bij de
Overheid hun belangen bepleiten, doch voor
de leden werkzaam bij de Artillerie-inrich
tingen is zulks volgens de opvatting van oen
heer v. D. niet geoorloofd. Het zal den heer
Van Diemen allicht niet bekend zijn, dat
door de S.D.A.P. een ontwapeningsvoorstel
voor eenige jaren geleden bij de Kamer is
Ingediend met volledige instemming van het
geheele N.V.V. Dit ontwapeningsvoorstel is
verworpen. Ware het aangenomen, dan zouden
honderden leden der Moderne organisatie
hierbij betrokken zijn geweest. Evenwel is
toen door de Soc. Democraten bij de behan
deling van dit voorstel in de Kamer en ook
ln het bekende Ontwapenlngs-rapport. gezegd
dat voor hen, die ten gevolge van deze ont
wapening hun beroep niet meer konden uit
oefenen, dus overbodig werden, een behoor
lijke regeling moest worden getroffen, wat
ook het geval is, indien iemand vele jaren
in Rijks- of Gemeentedienst heeft doorge
bracht. Misschien vindt de heer van Diemen
het gek, dat een werkman aan de Hembrug
gelijk berechtigd behoort te zijn t.o.v. zijn
mede-arbeider in dienst van Gemeente of
andere Rijksinstellingen. Doch menschen, die
even hun verstand gebruiken, zullen dit vol
komen begrijpelijk vinden en maken dan ook
niet zulke waanzinnige conclusies als waar
toe de Inzender in zijn groote onwetendheid
of naïviteit geraakt.
Met dank voor de plaatsing,
F. C. GIES.
DE VLOOTWET EN NOG WAT.
Geachte Redactie,
Sta mij toe op deze wijze adhaesie te be
tuigen met den inhoud van het ingezonden
stuk van den heer I. J. de Rooy van Spaarn-
dam, over het ontwerp-vlootwet, opgenomen
in uw blad van Dinsdag 16 September 11.
Het kan niet genoeg belicht worden, hoe
onnoozel de denkbeelden der voorstanders
van bewapening en uitbreiding van bewape
ning voor oorlogsdoeleinden feitelijk zijn,
hoe vernuftig zij dan ook zijn uitgesponnen.
JuLst hierin schuilt het groote gevaar.
Het is altijd een gevaar voor ons men
schen, gesuggereerd te kunnen worden tot
uitingen onzer lagere hartstochten en tot
die wel het meest. Iedere Geestelijke en Be
dienaar des woords, is hier zeker wel van
overtuigd en zij kennen ook de middelen ter
aanspreking van menschlievende uitingen wel
en passen die in hunne voorlichtingen ook
wel toe.
Als men bedenkt welk een macht ten goede
er kan en ook zou dienen uit te gaan van
de kerken, waar men zegt „God te dienen",
meet het verbazen, dat het thans, 2000 jaar
nadat Christus zijn kerk op aarde gest<£ht
heeft, nog tot uitingen van de allergruwe
lijkste aller hartstochten, den oorlog kan
komen. Bewijst dit dc juistheid mijner op
merking betreffende het gevaar tot ge
makkelijke opwekking der lagere hartstoch
ten, of hapert hier iets aan den juisten in
vloed der predikers. „God is Liefde", „hebt
Hèm lief bovenal en uwe naasten als uzel-
ven"? Als die invloed waarlijk overheer-
schend was, zou oorlog tot de onmogelijkhe
den behooren. Maar wat ondervindt de
mensch in den loop der tijden? Niets dan
(vooral sinds de gezegende techniek de
meest geraffineerde bedenksels uitwerkt om
onze naasten zoo spoedig en zoo gruwelijk
mogelijk naar de andere wereld te persen, of
alierjammerlijkst, hemeltergend te ver
minken) herhaling op zóo'n onmenschelijke
wijze, dat ieder die „God is Liefde" èn naas
tenliefde in zijn denkbeeldig vaandel voert,
zich wel eens af mocht vragen; in hoeverre
heb ik door mijne handelingen daar adhaesie
mee betuigd en wat deed „ik", om dit satans-
werk mede te voorkomen? Ga „ik" niet door,
„God is Liefde" mede te vertrappen en naas
tenliefde tot een berekening van belangen te
doen voortduren, tegenstrijdig aan wat maar
naar Liefde ruikt?
Het net van belangen, waarin wij gevangen
zitten, omstrikt ons zóó verwarrend, dat er
maar weinigen zijn dien het gelukt een maas
te ontdekken, groot genoeg om er het hoofd
door te steken en op de verwarring neer te
zien.
Onze tegenstrijdige belangen houden van
zelf strijd in, maar die belangenstrijd, binnen
menschwaardige beperking gehouden be
hoeft in een maatschappij als tot heden op
gebouwd, volstrekt niet tot uitingen van de
allergruwelijkste onmenschelijkheid, oorlog,
te leiden.
Zij, wien door het voilk de macht gegeven
is te regeeren, moesten krachtens den wil van
dat volk, dat géén oorlog wenscht, maar
„vrede", met de hun gegeven macht trachten
te voorkomen en zij, die „zoo zeker wéten",
dat God Liefde is en naastenliefde onze
plicht, moesten regeerders en diplomaten
tot hun kerkgenootschap of sub-geestelijke
vereeniging behoorende, eens extra voorgaan
in die Liefde en wijzen op de noodzakelijk
heid, naastenliefde in praktijk te brengen,
door oorlogen onmogelijk te maken.
Zoo de grooten doen, doen helaas maar
al te vaak de kleinen. Ieder raadplege zijn
geweten en verantwoordelijkheid en smore
die niet om vuil gewin. Er zijn er die om
vuil gewin, hoewel reeds overvloedig en ten
koste van het volk in overdadige weelde ba
dend, zich niet ontzien, dat volk ter slacht
bank, oorlog, te voeren. Het is de walgelijk
ste belangen (?)jagerij millioenen afschu
welijk te doen afslachten, afgrijselijk te doen
verminken; vrouwen, kinderen, grijsaards,
onschuldige bewoners van steden, dorpen en
gehuchten, de vreeselijk-ellendige gevolgen
van den oorlog te doen ondergaan. Geld met
of zonder bloed, maar geld, geld, méér geld!
De meeste hunner blijven zelve buiten
schot door het pad der hazen te kiezen als
het begint te spannen; zij lijden geen ge
brek en moeten zij al eens een offer aan
magere Hein brengen, welnu, geld is een zoet
winstje. Maar je kunt er Goddank, nooit
langer op broeden dan het magere Hein
belieft. En die komt soms onverwacht te
vroeg, of juist op tijd, al naar men het be
schouwt.
Geleden schade en schande schijnt geen
les die velen beneden de oppervlakte hunner
belangen en hartstochten aangrijpt en zoo
ziet men maar weer lustigjes bewapenen
met middelen die een volgenden oorlog pro-
voceeren moeten, een oorlog, den vorigen in
gruwelijkheid en wreedheid verre overtref
fend.
Ook Nederland heet weer behoefte aan
uitbreiding en verfijning van oorlogstuig te
hebben en 120 onschuldige millioenen gul
dens, door belastingbetalers opgebracht, zul
len, indien het aangenomen wordt, voor eenig
oorlogsspeelgoed onttrokken worden aan de
uitgaven voor waarachtig edele doeleinden.
En dat, terwijl de troonrede gewaagde van
„noodige versobering en beperking", er som
bere klanken luiden omtrent de gevolgen
der wereldcrisis voor 's Rijks financiën.
Onbegrijpelijk, 120 millioen voor eenige
sardineblikjes, a la het merk wat nu bij de
manoeuvres op de Noordzee rondzwalkt en
bij eenig onstuimig weer een angstwekkend
en intreurig schouwspel van totale onbruik
baarheid in gevaar oplevert. Aardige parade -
scheepjes op een kalme zee en aan den wal,
maar onbruikbaar voor het zoo nobele
doel.
Men overwege of men aan het verknoeien
van 120 millioen voor dat doel, al of niet
zijn goedkeuring zal hechten.
Moge hierin de schijn voorkomen van
vroomheid op een presenteerblaadje of in
ernst gemeend, laat mij even mogen zeggen,
dat ik vrij van deze bevliegingen ben, maar
ze terwille der verhandeling, in de kraam te
pas vond.
Moge deze vlootwet struikelen en vallen!
Met veel dank voor de plaatsing.
Hoogachtend.
F. EEKHOF.
Heemstede, 17 Sept. 1930.
WAARIN EEN KLEIN VOLK
GROOT KAN ZIJN.
Dat door de binnenkort in de Tweede
Kamer te behandelen „Vlootwet" de gedach
ten aan oorlog en oorlogsellende weder iïr
ons vermenigvuldigd worden mag niet ver
wonderlijk genoemd worden. Daarbij is mis
schien één der meest op den voorgrond tre
dende gedachten: hoe is het mogelijk dat nog
steeds voortgegaan wordt met oorlogstoe
rusting en oorlogsvoorbereiding nadat we er
nog betrekkelijk kort geleden zoo de ellende
in velerlei vorm van gezien hebben en nog
steeds ondervinden. Wie wil eigenlijk oorlog?
Wie of wat is er mee gebaat? Het antwoord
op deze vragen kan luiden; vrijwel niemand
en niets. Wordt een oorlog dan verklaard
voor een zaak waarvoor een groot deel van
de natie (zonder vooraf op velerlei wijze mis
leid en opgehitst te zijn) bereid is zijn of
haar leven te wagen of desnoods te geven.
Evenmin. Bovendien wordt door oorlog een
zaak. hoe billijk en rechtvaardig ook- niet
altijd beslist in het voordeel van dengene die
gelijk heeft. (Voorbeelden overbodig, voor het
grijpen). Want oorlog staat gelijk met het
z.g. „recht" van den sterkste, een „rechts
orde" dus nog voorafgaande aan het oog om
oog en tand om tand; of wel tot den oertijd.
Hoe is het. dan mogelijk dat nu nog, in een
wereld waarin ruim negentien eeuwen het
Christendom weerklonken heeft, waarin
reeds gerulmen tijd een internationale orga
nisatie bestaat waarvan de leden elkaar als
kameraden beschouwen, enz. enz., het gevaar
voor oorlog niettemin niet denkbeeldig ge
noemd mag worden. Deze vraag te beant
woorden is natuurlijk niet zoo eenvoudig en
zekér niet in enkele woorden samen te vat
ten.
Maar de daarop volgende vraag: Hoe is
oorlog in de toekomst (wie weet hoe nabij
die toekomst misschien al is) afdoende te
voorkomen is z.i. wel eenvoudig te beantwoor
den en daarop kan het antwoord luiden:
door ontwapening. En laat Holland daarin
desnoods het voorbeeld geven (of is Dene
marken reeds gedeeltelijk voorgegaan?).
Dit is iets waarin een klein volk een voor
beeld kan geven van groot vertrouwen in de
buurstaten, in de mede-christenen en last
not least ln den Volkenbond.
Met dank voor de plaatsing
J. H. STEENSMA.
Heemstede, 18 September 1930
DE VLOOTWET.
EN DE GEMEENTELIJKE SCHUIL
PLAATSEN.
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van het ingezonden stuk
van den heer Van Diemen in het avond
blad van heden verzoek ik u beleefd nog het
volgende in uw blad te willen plaatsen.
Waar genoemde heer deze zaak slechts van
den financieelen kant beschouwt wil ik mij
in hoofdzaak ook slechts tot deze zijde van
de zaak bepalen. Tot geen enkele partij be
hoorende kan ik deze kwestie zonder voor-
oordeelen beschouwen en is dus ook mijn be
oordeeling niet aan banden gelegd.
Het standpunt van den heer Van Diemen,
dat zich hier een mooie gelegenheid voordoet
de toenemende werkloosheid het hoofd te
bieden, wil ik in dit geval ook zelfs zonder
commentaar aanvaarden; maarzou
het dan niet verkieslijker zijn een andere
bron van werkverschaffing te zoeken?
Wat zou genoemde heer bijvoorbeeld zeg
gen indien elke plaats van eenige betee-
kenis ertoe overging zoo'n prachtige schuil
plaats tegen bom en gas aanvallen te maken?
Hoeveel jaren van arbeid zou dat niet met
zich medebrengen? Draagt dit niet tenslotte
een meer defensief karakter? Mij lijken
oorlogsschepen toch altijd nog gevaarlijke
dingen, vooral zoolang er nog menschen zijn
die hun naasten lief hebben gelijk hun zelve,
maar desniettemin nog altijd graag en met
zekere trots een uniform dragen.
Neen wij Nederlanders moeten als
klein volk een groot voorbeeld geven.
het voorbeeld van Denemarken nationale
ontwapening. Te meer daar wij in de geluk
kige positie verkeeren dit te kunnen doen,
waar wij als militair e mogendheid toch
altijd bij onze buren in het niet zullen zin
ken en er voor ons dus ook niets te verliezen
valt.
Ik voor mij wil wel bekennen niet te behoo
ren tot die groep van oorlogshelden, maar tot
de lafaards die echter nog juist den moed
hebben de consequenties van een eventueele
nationale ontwapening te aanvaarden.
Bij voorbaat mijn beleefden dank voor de
plaatsing.
Hoogachtend,
Uw abonné,
H. BRUNS.
WAARSCHUWING AAN HET
NEDERLANDSCHE VOLK.
De communisten verklaren openlijk, dat zij
leger en vloot onbetrouwbaar willen maken.
Hun doel is de burgeroorlog als voorbereiding
voor de bolsjewistische overheersching.
Ook de sociaal-democraten willen de weer
macht als steun voor het huidige staatsgezag
onbetrouwbaar maken en aldus Nederland
onder hun gezag brengen.
Vele voorstanders van nationale ontwape
ning verbergen hunne zuiver communistische
of sociaal-democratische bedoelingen onder
christelijke of andere pacifistische leuizen.
Anderen weer prediken de afschaffing van
de weermacht zonder er zich om te bekomme
ren, wat de gevolgen daarvan zullen ziin.
Allen verklaren nochtans het gevaar voor
oorlog groot te achten.
Zij beschuldigen de tegenstanders van een
zijdige ontwapening er van op oorlog aan te
sturen.
In Nederland wenscht niemand oorlog,
behalve de communisten.
Algemeen wil men den vrede bevorderen,
doch de voor- en tegenstanders van eenzijdige
ontwapening verschillen van meening inzake
de wijze, hoe men dat moet doen.
De voorstanders willen het doen voorkomen,
of het oorlogsgevaar door ontwapening van
Nederland en zijne koloniën zal worden vor-
minderd.
Zal één der groote mogendheden tot be
perking van bewapening, laat staan alge-
heele ontwapening overgaan, als Nederland
het voorbeeld zou hebben gegeven?
Integendeel, als die belangrijke geografische
objecten onbewaakt zijn, zal er in tijden van
spanning een wedloop ontstaan onder de
omliggende rijken om die voor hen zoo ge
wichtige punten te bezetten.
Een onverdedigd Nederland en een onbe
veiligd Nederlandsch-Indië zullen het ont
staan der spanning verhaasten, de spanning
vergrooten.
Hier een uitvalspoort voor hef, eene. p.pti in
valspoort voor het andere land.
In Azië een eilandenrijk, waardoor zich het
wereldverkeer tusschen Oost- en West-Azië
samendringt, het eilandenrijk met de voor de
omliggende rijken zoo onontbeerlijke petro-
leumvoorraden.
Een onvoldoend beveiligd Nederland of een
onvoldoend beveiligd Ncderlandsch-Indië is
een gevaar voor den wereldvrede.
Wat ook de motieven van de voorstanders
van eenzijdige ontwapening zijn, allen bren
gen koren op de communistisch en mo.enl
Allen verzwakken al dan niet opzettelijk
het moreel van de weermacht en voorzien
niet de ellende, die overeenkomstig de com
munistische bedoeling voor het Nederland-
sche volk daaruit moet voortspruiten.
Luistert daarom niet naar de lokstem van
hen, die eenzijdige ontwapening propageeren.
Het Centraal Comité tot waar
schuwing tegen Eenzijdige
Ontwapening.
KERK EN VREDE.
Geachte Redacteur,
Met verontwaardiging las ik in uw blad van
Donderdag een ingezonden stuk van uw
abonné, den heer J. Meyer, en omdat ik weet,
dat hij maar voor een klein deel van de
Christelijke ouders spreekt, vraag ik eenige
plaatsruimte, 't Blijkt, dat de heer M. de
Vereeniging „Kerk en Vrede'" niet kent, an
ders zou hij deze vereeniging niet qualifi-
ceeren als een die 't gezag ondermijnt. Is dan
volgens den heer M. het zoeken naar en het
bevorderen van den vrede, nog wel door de
kerk, een ondermijnen van het gezag? Ik ver
onderstel dat de heer M. zich onder de
Christenouders schaart en met z'n kinderen
dus wel eens gesproken zal hebben over den
vrede, die het geloof geeft.
Denkt de heer M. nu, dat deze vrede ver
kregen wordt door niet het leven er naar te
richten. Denkt hij, dat het kinderlijke geloof
sterker wordt, wanneer het kind des Zondags
over zulk een vrede hoort prediken en op
school wordt voorgegaan, dat het zoo prach
tig is opgeleid te worden om zijn mede-
mensch te dooden, hetgeen toch niet uit
vredelievendheid gebeurt. Blijft dan voor
mijnheer M. den weg naar het verkrijgen van
dien geestelijken vrede bestaan, wanneer de
aardsche vrede in het tegendeel is omgezet
en ontaard is in een menschenslachterij.
Jammer dat er nog zulke ouders als de heer
M. zijn, want zelfs een oorlog als de laatste
leerde hen nog niets. Arme kinderen, wier
ouders het Christelijk onderwijs wenschen
in zulk een militairistischen geest naar het
militairisme toe, dat een onderwijzer, die
lid wordt van de vereeniging „Kerk en Vrede"
ontslagen moet worden. Hoe kan zulk een
ouder zich Christen-ouder noemen.
O, mijnheer M., weet u dan niet, dat juist
dat wat u de wereld noemt, zoo hunkert naar
een woord en vooral naar een daad van de
kerk; en niet begrijpt waarom de kerkelijke
mensch zoo'n ruzie en tweedracht, zelfs al in
eigen kring, zoekt en niet meer voorbeeld
geeft voor den vrede.
Ik hoop, dat niet alleen ieder Christen-on
derwijzer, maar ook ieder Christen-ouder lid
wordt van „Kerk en Vrede".
Met vriendelijken dank voor de plaats
ruimte.
een abonné,
J. DE SMALEN,
Jan Steenstraat 83.
GEMEENTELIJKE DIENST LICHAMELIJKE
OPVOEDING
In het tijdvak 1—15 September zijn In de
Gemeentelijke Zweminrichtingen 16915 baden
genomen, verdeeld als volgt:
Houtvaart: Mannen vrouwen
Abonné's 1160 797
35 ets. baden 49 29
10 ets. baden 201 181
Vereenigingsbaden 381 134
Schoolbaden 712 393
Kostelooze baden 2778 3382
Totaal: 5281
4916
Delft:'
Abonné's
35 ets. badien
10 ets. baden
Vereenigingsbaden
Schoolbaden
Mannen vrouwen
1893 2027
117 90
451 436
94 84
1072 454
Totaal: 3627 3091
DE ARBEIDERS SPORTBOND.
In De Centrale werd een drukbezochte
ledenvergadering gehouden van de afdeeling
Haarlem van den Ned. Arbeiders Sportbond,
onder leiding van den voorzitter den heer F.
C. Gies. Mededeeling werd gedaan van de
verrichtingen in de afgeloopen maanden. De
actie voor de zwemschool in het Slachthuis
kwartier zal binnen enkele dagen worden
stopgezet, voor zoover dit het verzamelen der
handteekeningen betreft. Honderden hoofden
van gezinnen hebben het verzoekschrift van
den Sportbond gesteund, wat binnenkort
aan den Raad der Gemeente Haarlem zal
worden toegezonden. Op voorstel van het
bestuur werd besloten de afgevaardigden
naar het Congres van den Bond, hetwelk ge
houden zal worden op 4 en 5 October te
Arnhem, vrij mandaat mede te geven.
De vergadering benoemde tot afgevaardig
den naar dit Congres de heeren F. C. Gies en
C. Gerritsen, respectievelijk voorzitter en
secretaris der afdeeling. In de vacature van
mevr. Kramer werd bij de bestuursverkiezing
gekozen de heer J. Prins
VOLKSONDERWIJS.
Door de afdeeling Haarlem en Omstreken
van Volksonderwijs wordt Maandag a.s. een
ledenvergadering gehouden in het gebouw
van de Nijverheid. Op deze vergadering zal
o.m. in behandeling komen de beschrijvings
brief voor de Algemeene Vergadering en
zullen afgevaardigden moeten worden geko
zen. Verder zal een inleiding gehouden wor
den over Vacantiebezigheden voor school
kinderen.
OPENLUCHTSCHOOI.
Bij raadsbesluit van 30 April werden eeni
ge bepalingen vastgesteld voor de eerstdaags
te openen openluchtschool aan den Midden
weg.
B. en W. stellen thans voor die bepa
lingen aan te vullen en op te nemen in een
afzonderlijke verordening.
GYMNASIUM
B. en W. vragen een crediet van 4700 ter
vernieuwing van een gedeelte van 'het meu
bilair van het Gymnasium.
VOORBEREIDEND ONDERWIJS
B. en W. stellen voor mej. F. A. de Jong te
benoemen tot onderwijzeres aan de voorbe
reidende school 4 (Cornells van Noor
straat).
IIET ADRESBOEK
B. en W. stellen voor af te wijzen het ver
zoek van de N.V. Uitgeversmaatschappij
„Haerlem" om subsidie te verleenen voor de
uitgave van het adresboek van Haarlem,
omdat die uitgave, blijkens de exploitatie
rekening, winst heeft opgeleverd.
BOUWTERREINEN
B. en W. stellen aan den raad voor te
verkoopen:
Aan H. W. Robin 378 M2. grond aan de
Perseusstraat (tegen 15.50 per M2.) om
daarop 3 woonhuizen te bouwen.
Aan de Mij. „IJsbrand" 1667 M2. grond
aan het Junoplantsoen (tegen 16 per M2.
om daarop 10 woonhuizen te bouwen.
Aan C. de Wijten 151 M2. grond (tegen
f 18 per M2.) aan den Verspronckweg, dien
hij nu in erfpacht heeft,
Met een variatie op „ln Holland staat eert
huis" zouden wij kunnen zeggen „Te Rotter-
dam staat een boom". Deze Rotterdamsche
boom heeft de belangstelling van alle Rot
terdammers, omdat hij, zooals u ziet staai
tusschen de tramrails en daar blijft staan.
De heele Coolsingel is opgeruimd maar de
boom niet. Het tramverkeer schijnt in Rot-
terdam door boomen heen te rijden^
PRAAGSCHE BELANGSTELLING VOOR
AMSTERDAM.
Wethouder J. ter Haar Jr., van Amster
dam heeft te Praag een lezing gehouden over
Amsterdam. De belangstelling van de zijde
der autoriteiten was overgroot.
HET GEVAAR VAN BOVENGRONDSCHH
NETTEN.
Zaterdag Is het 11-jarig zoontje van P. G.
Schabing te Breezand op het erf der woning
gezeten op een rijwiel, verward geraakt in
een der draden van de huisaansluiting van
het electrisch, net, welke draad was losge
raakt. Het duurde eenigen tijd voor de jon
gen kon worden bevrijd. Toen bleek dat hij
reeds door den stroom was gedood.
A. C. A. VAN VUUREN 25 JAAR KAMERLID.
De heer A. C. A. van Vuuren heeft Zater
dag onder veel belangstelling zijn 25-jarig
jubileum als lid van de Tweede Kamer voor
de R. K. Staatspartij gevierd.
DE CHR. DEM. UNIE TEGEN DE
VLOOTWET.
Het hoofdbestuur van de Christelijk De
mocratische Unie heeft een adres aan den
ministerraad gezonden waarin het op over
wegend principieele gronden stelling neemt
tegen de Vloötwet-Deckers en intrekking van
het ontwerp vraagt.
Aan de Tweede Kamer wordt gevraagd, ora^
indien de regeering tot het laatste niet be-!
reid is het ontwerp te verwerpen.
INDISCHE PERSSTEM OVER DE
TROONREDE.
De Locomotief noemt, blijkens een Aneta-
telegram, de troonrede als werkprogramma!
van het derde Ministerie Ruys de Beeren-
brouck poover, ontoereikend en teleurstellend.
Zekerheid dat alle krachten worden ingespan
nen om land en volk de ongunst der tijden zoo
goed mogelijk te doen weerstaan brengt zij
niet. Zelfs ontbreekt iedere aankondiging van
concrete voornemens. Het blad eindigt aldus;]
„Deze troonrede is schriel, schraal en onbe
vredigend en brengt Ned.-Indië slechts onbe.*
hagen, twijfel en bezorgdheid".
HAARLEMMERMEER
Bevallen: A. van der Laanv. d. Avoïrt, d.
M. J. Loogmanv. d. Kroft, d., J. C. van Tol-
Stroombergen, z., H. MöhlenZemel, d-, T.
van AlphenKarei, d., J. MoensPaarlberg,
z., G. K. van StaverenLaan, d., A. de Koker
v. d. Linden, d., P. L. Bosvan der Weele,
z., H. van BlitterswijkStoker, d., C. van Mil
van der Poel, d., H. SplinterOussoren, d.,
G. HolEijk, d., J. T. van Schievan Steen,
d., C. W. E. Leij dekkerMichielse, d., J. W.
OostwouderLuijt, z., N. H. Hagenvan der
Spek, d„ J. de Ruitervan Tol, z.. C. G. Baak-
Dolieslager, levenl. z., S. EilanderVerburg,
d., N. Vorkde Vries, z., G. A. van Ameron-
genWiardi, d.
Ondertrouwd: A. van der Wiel 26 j. en J.
Romeijn, 25 j., A. L. Kroes, 30 j. en F. Bir-
kemeier, 27 j., C. Smit 30 j. en J. M. Smit 23
j., C. L. Enzlex 23 j. en L. Eijk, 23 j.
Gehuwd: A. Olijerhoek, 26 j. en L. Zelden-
thuis 19 j., J. van den Berg 23 j. en K. Been,
20 j. L. E. van Rossum 33 j. en J. M. P. Meeu-
wig 28 j. M. de Koter 29 j. en J. Raams 22 j.
Overleden: Grietje Lewis 73 j. wed. van J.
Stapel, Nicolaas Zoet, 57 j., geh. met G. v. d.
Hoorn, Pieter Biesheuvel, 68 j. geh. met J. van
Ar kei.
De Rotterdamsche „Bijenkorf" aan het einde
van den Coolsingel nadert zijn voltooiing. De
wanden worden gebouwd, grootendeels
uit glas.