BUITENLIND DE NIEUWE OOSTENRIJKSCHE REGEERING. LANGS DE STRAAT. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 1 OCTOBER 1930 TWEEDE BLAD Twee Heimwehr ministers leden van het kabinet. Dr. Seipel's plannen. Belangrijke redevoeringen te Genève van Briand en Curtius. Het Duitsche regeeringsprogram. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. De Weensche kabinetscrisis is voorbij. Vaugoin is er in geslaagd een minderheids- regeering te vormen. De regeering ziet er als volgt uit: Vaugoin: Bondskanselier en minister van Oorlog; Schmitz: vice-kanselier en Sociale Zaken; deze was voordien >minister van Bui tenlandsche Zaken; Dr. Seipel: Buitenlandsche Zaken; Starhembe r g: (Heimwehrleider) Binnenlandsche Zaken; H b e r: (eveneens Heimwehrleider) Justitie; Heinl: Handel; deze portefeuille had hij ook in het vorige kabinet; Juch: Financiën, evenals in het vorige kabinet; Czermak: behoudt de portefeuille van Onderwijs; Thaler: blijft minister van Landbouw. Vaugoin leed aanvankelijk een zware nederlaag, door de weigering der Groot- Duitschers en van den Landbond, om aan de regeering deel te nemen. Deze nederlaag wordt echter weer goedgemaakt, door de medewerking van twee Heimwehr leiders. Ook de Heimwehren hadden ais van ouds geweigerd om, welke regeering dan ook, te steunen. Wij hebben reeds eenige malen ge schreven over de Weensche kwestie en daar bij steeds in het oog gehouden van welk èen groote beteekenis het was, dat een uiterst rechtsch-geörienteerd bewind in Oostenrijk georganiseerd werd. Het. deed er eigenlijk niet veel toe, of er al dan niet leden van de Heimwehren in het kabinet werden opge nomen, daar Vaugoin, Oostenrijk's huidige kanselier, zijn sympathie voor deze organi satie nimmer onder stoelen of banken heeft gestoken. Het feit dat de Heimwehren hun oude standpunt, om aan geen enkele regee ring medewerking te verleenen, hebben los gelaten rechtvaardigt de veronderstelling. dat hun aanzienlijke con cessies zijn aangebo den Dr. Seipel, die thans weer minister van bui tenlandsche zaken is, heeft verzekerd dat Schober's buitenlandsche politiek voortgezet moet worden. Het is nog maar de vraag in hoeverre de verwezenlijking van dit plan mogelijk zal zijn. Want de aanwezigheid van twee Heimwehr- ministers in de Oostenrijksche regeering is toch altijd meer of minder compromittant en verhoogt zeker niet de credietwaardigheid van het land! L. A. Volkenbond. Opzienbarende redevoering van Briand. Briand. GENèVE, 30 Sept. (V. D.) De Fransche mi nister van buitenlandsche zaken Briand heeft hedenmiddag tot ieders verrassing ten tweeden male op de huidige volkenbondsver gadering een groote redevoering gehouden. In deze redevoering zeide Briand o.m. het vol gende: De stelling van Frankrijk in de ontwape- ningskwestie is tot dusverre door den prac- tischen kant bepaald geworden. Ik neem de verantwoording voor mijn vaderland op mij en kan derhalve de beslissende problemen niet op zuiver theoretische basis stellen. Wanneer in 1924 het protocol van Genève zou zijn aangenomen, zou thans geen enkele re geering de ontwapening vertragen, sindsdien is de totale toestand veranderd. Ieder land heeft zich in bescherming moeten stellen te gen nieuwe verrassingen. Bovendien heeft men gepoogd door andere maatregelen alge- meene betrekkingen te scheppen, door ver dragen. arbitrage-overeenkomsten en ten slotte door het Kellogg-pact. Voor den oorlog was het leger van Frank rijk 881.000 man sterk bij een driejarigen diensttijd. Thans heeft Frankrijk bij een diensttijd van een jaar nog slechts 557.000 man te verwachten. Frankrijk heeft dus, al dus Br-and verminderd met 45 pet. Dit wordt hier slechts geconstateerd om recht vaardig te zijn voor de zaak van Frankrijk. Intusschen echter zijn groote veranderin gen geschied, en hebben woorden van haat en dood algemeen de aandacht getrokken. Moet men werkelijk geen rekening houden met deze feiten. Mag men thans den regee ringen weigeren veiligheidsmaatregelen te nemen. Onder de huidige veiligheidsvoorwaarden moeten en mogen de volkeren niet ontwa penen, anders wordt een nieuwe crisis voor bereid. In Europa heerscht op het oogenblik nieuwe verontrusting. Een groot vraagteeken is thans in Europa ontstaan. Morgen eerst zal men de verdere ontwikkeling kunnen zien. Thans staat slechts vast, dat een ver dere ontwapening niet meer mag plaats vin den. Er bestaan nog zekere misverstanden tus- schen Frankrijk en de bevriende nabuurlan den. Men zal echter in een broederlijken geest trachten om ondanks alle moeiilijkhe- den deze misverstanden uit den weg te rui men, ten einde tot een overeenkomst met vriend en nabuur te komen. Frankrijk zal zijn tot dusverre ingenomen standpunt ook verder handhaven. Rede van minister Curtius. Na Briand nam onmiddellijk de Duitsche minister van Buitenlandsche Zaken. Dr. Curtius, het woord. Allereerst zeide hij dat Duitschland bij de stemming over het Ont- wapeningsbesluit blanco gestemd heef:, ten einde aannemen van dit besluit mogelijk te maken. Vervolgens zette Curtius nogmaals het Duitsche standpunt inzake de ontwapening uiteen. Hy herinnerde er aan. dat in 1928 besloten werd tot het bijeenroepen der al- gemcene ontwapeningsconferentie. De Duit sche regeering wil daaraan vasthouden en de ontwapeningsconferentie in 1931 bijeen roepen. Ik spreek al dus Curtius als vertegenwoordiger van het geheele Duitsche Volk, wanneer ik de handhaving van den Vrede beschouw als een vermindering van bewapeningen. De weg van Briand is arbitrage, veilig heid. wereldont wapening. De Duit sche is juist daar aan tegenoverge steld. Curtius. Veiligheid kan volledig verkregen worden bij doorvoering der ontwapening. Een zelfde opvatting van het veiligheidsprobleem is reeds door den Engelschen minister van Buitenlandsche Zaken en door den vertegenwoordiger van Italië in den Volkenbond uiteengezet. Zonder ontwapening bestaat er geen veiligheid. Dat beteekent echter niet, dat Duitschland stelling neemt tegen het veiligheidsprobleem. Het Duitsche standpunt is volstrekt positief. Duitschland heeft medegewerkt aan den op bouw van den vrede in Locarno, en bij het tot standkomen van het Kellog-pact. Duitscfii- land heeft steeds de eerste plaats ingeno men en zal steeds een eerste plaabs innemen in den strijd om de handhaving van den vrede en voor alLes om het verwijderen van alle sporen van den oorlog. Men mag op het oogenblik niet over het hoofd zien, dat een groote golf van veront rusting niet alleen over Europa, doch over de geheele wereld gaat. Allereerst moeten daarom de regceringen in eigen huis orde scheppen en de sociale en economische oor zaken van den onrust uit den weg ruimen. Vervolgens echter bestaat er een gemeen schappelijke verplichting van alle mogend heden om mede te werken aan het over winnen der internationale oorzaken van deri onrust. Niet op den weg van niet nakoming der verdragen kan men dezen onrust bestrij den. Nadrukkelijk moet ik vaststellen, aldus Cur tius, dat de voornaamste oorzaak van dezen onrust, waaraan Briand in zijn rede zoo vaak gerefereerd heeft, in het feit ligt, dat op het oogenblik nog geen ernstige wil be staat tot ontwapening. De verklaringen van Dr. Curtius werden met krachtigen bijval ontvangen. Tenslotte sprak nog graaf Apponyi, die in lossing der onlwapeningsbelofte vroeg. De Memelkwestie voorloopig bijgelegd. GENèVE, 30 Sept. (V.D.) De Volken- bondsraad heeft hedenmiddag het meest ur gente deel van de Memel-kwestie behan deld. De Duitsche minister van Buitenlandsche Zaken Dr. Curtius, die als vertegenwoor diger van de Duitsche Rijksregeering deze kwestie aan den V.B.-Raad voorlegde, deelde mede, dat hij bij zijn besprekingen met den Litauschen Minister van Buitenlandsche Za ken tot overeenstemming is gekomen. In overleg met Zaunius legde hij een verklaring af, volgens welke twee van de drie leden van het Memeier directorium moeten worden vervangen door persoonlijkheden, die gere- cruteerd zijn uit de meerderheidspartijen van den ontbonden Landdag. De Memeier kies districtscommissie en de Kiesrechtcommissie dienen voorts, volgens de algemeen geldende grondbeginselen der parlementiare pariteit gereorganiseerd te worden en slechts kies recht mogen verleenen aan de personen, die uit het Memelgebied afkomstig zijn. De vrijheid van drukpers, van het woord en van vergadering dient onvoorwaardelijk gega randeerd te worden. Zaunius heeft aan deze verklaring zijn goedkeuring gehecht. De rapporteur Hambro (Noorwegen) bracht den betrokken partijen dank voor den geest van verzoening, waarvan zij blijk hebben gegeven en verklaarde, dat hij in de Januari zitting van den V.B.-Raad rapport zal uit brengen over de overige punten der door Duitschland aangevoerde bezwaren, welke belangrijke juridische of financieele kwes ties raken. Lord Cecil over de slavernij. GENèVE. 30 September (VD.) In de Volkenbondsvergadering heeft Lord Cecil he den een krachtigen aanval gericht op de uit stelmethoden van den Volkenbond bij de be handeling van het Slavernij-probleem. Hij verklaarde dat er nog ongeveer vijf mil- lioen slaven op de wereld waren, en beklaagde zich er over dat het voorstel der Britsche de legatie tot het bijeenroepen van een interna tionale Conferentie verworpen is door de commissie en zeide het cttep te betreuren, dat de Volkenbond zelf geen energieker stap pen nam in dit verband. Duitschland, DUITSCHLAND'S REGEERINGS PROGRAM. De economische crisis. BESPARINGSPLANNEN. BERLIJN, 30 September (V.D.) Aan het regeeringsprogram van het Kabinet-Brüning ontleenen wij het volgende: Het begint met een uitvoerig overzicht van de crisis op economisch gebied, die zich na den wereldoorlog heeft doen gelden. Reeds spoedig bleek, dat de volkeren met hoogere prijzen zouden hebben rekening te houden. Het had den schijn, of Duitschland de uit den oor logs- en den inflatietijd voortkomen de moelij kheden met succes het hoofd zou bieden door een enormen kapitaalstoevoer uit het buitenland, die zelfs in de milliarden liep. Deze periode is thans ander den rug en in de plaats van den kapitaalsinvoer is de kapi- taaluitvoer getreden, die noodzakelijk was om de eenmaal aangegane verplichtingen na te komen en de lasten van een verloren oorlog te verlichten. De ondersteuning der werkloozen is slecshts een noodmaatregel, die alleen betrekking heeft op de gevolgen, maar zich niet inlaat met de oorzaken. Niet hoogere belastingen, doch bezuinigings maatregelen, verplichting der lasten en her stel van het vertrouwen zijn de grondprinci pes, waar men zich nu aan te houden heeft. De besparingen, voortvloeiende uit de sala riskortingen worden voor het geheele Rijk op 120 millioen Rijksmark geschat. Bij de Rijksspoorwegen en de Rijksbank zullen ook salariskortingen ingevoerd worden, zoodat roor alles een saneering van de Rijks spoorwegen te verwachten is. De Rijksre geering hoopt dat het beamtben- en ambte naarscorps, dat- den staat steeds een be langrijke steun geweest is, ook in deze moei lijke dagen tot een offer voor de algemeene zaak bereid zal zijn. Oe toestemming van de betrokken Rijks departementen hiertoe is reeds verkregen. Het zwaartepunt van de bezuinigingen is ge legen in de bestuursuitgaven. Het Rijksministerie voor de Bezette Ge bieden, het Rijnlandcommissariaat, en de ver tegenwoordiging van het Rijk in Beieren wor den opgeheven. Wat de landen en gemeenten betreft, zal een dienovereenkomstige salarisherziening moeten plaatshebben, terwijl bovendien ver eenvoudiging van het bestuursapparaat, tot vermindering der locale bestuursuitgaven zai leiden. Komende tot de belastingen deelt de re geering mede, dat deze vereenvoudigd zai worden. In de plaats b.v. van de tegenwoor dige belastingen voor den landbouw, b.v. in komsten-. rijksvermogens- en grondvermo gensbelasting zal in de toekomst een eenheids belasting komen voor inkomens tot 8.000 Mark. Evenzoo wordt Invoering van een soortge lijke belasting overwogen voor de kleine neringdoenden. Door deze maatregelen zal het aantal voor inkomstenbelasting in aan merking komende belastingbetalers aanzien lijk beperkt worden. Door de verhooging van het betreffend limiet tot 20.000 Mark wordt het aantal vermogens-belastingplichtigen van ruim 1.7 millioen met meer dan de helft verminderd. Voorts zullen ondernemingen met een omzet van niet meer dan 5000 Mk. geen omzetbelasting behoeven te betalen. Door deze en nog enkele andere maatregelen van dit genre hoopt de regeering veel te be reiken. Ook op woning- en huisvestlngsgëbied zul len maatregelen worden genomen. De Rijkshuurwet en de Huurdersbescher- mingswet zullen per 1 April 1931 definitief buiten werking treden. Door de nieuwe methode van financiering van den woning bouw zal het voor woningbouw bestemde deel der huurbelasting ongeveer 400 millioen Mark bedragen. De Duitsche landen zullen in staat gesteld worden by bezit van huizen de huishuurbelasting in de plaats van de grondbelasting te verlagen. Al deze verlagin gen moeten reeds voor 1 April 1931 plaats hebben gehad. De regeering wijst er dan op, dat er een definitieve nieuwe regeling van de financieele verhouding tusschen Rijk en landen moet komen. Om deze voor te'bereiden is het reeds thans noodzakelijk de grondslagen vast te stellen. De gemeenten zullen het recht verkrijgen tot het heffen van een vrijen toeslag op de inkomstenbelasting. Engeland. De a.s. Rijksconferentie in Engeland. LONDEN. 30 Sept. (V. D.) Heden zijn te Downingstreet 10 de te Londen verblijvende premier en delegatieleiders ter Imperiale Con ferentie. byeengekomen voor een particuliere gedachtenwissellng ten aanzien van de Con ferentie. Hedenavond zyn de voornaamste gedele geerden door de regeering in Lancaster House ontvangen, waar later een receptie, waar dui zend genoodigden waren, gehouden werd. Hedenavond is de Canadeesche premier R. B. Bennett te Londen aangekomen. Deze zeide in een interview, dat het niet in het bizonder de op de constitutioneele po sitie betrekking hebbende aangelegenheden zyn, welke thans door de verschillende deelen des Ryks moeten worden bestudeerd. De handel en de economische aangelegen heden zijn van het meeste belang en hier door, aldus Bennett, moesten de betrekkingen hechter worden gemaakt. Bennett zeide voorts, dat hy een boodschap van de Canadeezen overbrengt voor de be volking van de Britsche eilanden, getuigend van hun goeden wil en hun vaste vertrouwen, dat de bclangryke by de Conferentie inge diende vraagstukken ten voordeele van alle deelen des Rüks zullen worden behandeld. Zuid-Amerika. Ecuador volgt het voorbeeld der andere Amerikaansche Staten. President Ayora heeft het Congres mede- deeld ,,dat hij onhcrroepeiyk aftreedt, na dat dit het eenige middel is. om het land van een crisis te redden". Verschillende militaire leiders hadden er op aangedrongen, dat Ayora zyn functie zou biyven waarnemen, doch hy was hiertoe niet bereid. Kolonel Carlos Guerrero is tot minister van Binnenlandsche Zaken met den rang van premier benoemd, waardoor hy overeen komstig de grondwet, met het president schap belast is. De bevolking van Guyayqull is zeer opge wonden, hoewel de orde bewaard bleef, toen het aftreden bekend werd. In de straten werd door groepen menschen druk het nieuws be sproken. Alle troepen zyn geconsigneerd. De thans afgetreden president is 51 jaar oud en is door geboorte en huwelijk geparen teerd met de aanzieniykste families in Ecua dor. Hy beëindigde zyn philosophische stu dies en begon daarna medicUnen te studee- ren. Reeds op 22-jarigen leeftyd was Ayora professor in de philosophie, vier Jaar later behaalde hy zyn doctorstitel in medicijnen en chirurgie. yan 1905 tot 1909 bracht Ayora een bezoek INGEZONDEN MEDEPFELINGEN a GO Cts. per regel Stofzuigerhuis MAERTENS Barteljorisstr. 16 Tel. No. 10756 Alle merken Stofzuigers aan Europa en na zyn terugkeer bekleedde hy gedurende 16 jaar het ambt van profes sor aan de universiteit te Quito. In 1916 werd. de thans afgetreden president afgevaardigde op 11 Januari 1926 lid van de militaire junta en op 1 April da.v. president der republiek Ecuador. Hollywood in miniatuur De eerste Er is er hier In Holland ook al een, of In ieder geval er kómt er een. Wat? Verwacht u iets geweldigs! Een klankfilm-gebouwt Ik zal niet verraden waar het staat, mis schien weet u het al en anders komt u het gauw genoeg te weten. Maar lk wil den run niet verhaasten, die er naar dat gebouw zal komen, een run van al de onontdekte film sterren, die Holland bezit. Teleurstellingen komen altyd vroeg genoeg. De weg naar de film is niet gemakkeiyk. Ook de weg naar het klankfilmgebouw heeft zyn moeiiykheden. Het ligt heel in een uit hoek van een groote stad, een bootje brengt u er heen. Water, schepen, fabrieksschoor- steenen, nevelig in de verte stads-torens, koepels. Vlak voor het land van belofte legt het bootje aan. Het filmatelier ziet uit over het water; vooruit, naar links, naar rechts: water. Echt Hollandsch. Als Je goed kykt, ontdek je misschien ook nog wel ergens een molen. Maar ik kyk by aankomst ..het land" In, den langen, hobbeligen, ten deele met gras begroeiden weg op. die naar het gebouw leidt. En daar. op dien langen weg. komt een klein mannetje aan, een Jongen elgeniyk nog, hy nadert doelbewust en beklimt de trappen van het fllmgebouw. Als ik even later binnenkom vind ik hem in gesprek met den directeur. Welke film-acteur In spé lukt het elders zoo makkeiyk den directeur te spreken te krygen! En nog wel dadeiyk! Want Ja, de Jongen een klein mager kereltje van misschien twintig Jaar, wil film acteur worden. Zonder een com op zak is hy uit den Haag gekomen, meerUdend met wel- willende automobilisten. In Amsterdam was hy naar Haarlem verwezen, in Haarlem weer naar Amsterdam, hy heeft gezworven en ge zocht. Maar nu is hy er. „Maar. jongen, we beginnen hier pas", zegt de directeur, „de boel is nog niet klaar, wat wil je?" Dat klinkt niet aanmoedigend. Maar de jongen geeft het niet op. Hij heeft de vry- moedigheid, de opgewonden welsprekend heid van een die niets heeft te verliezen, alleen maar wanhopig wenscht iéts te winnen. Hy zet zyn bolhoedje „komiek" op, draalt zyn voeten naar buiten- en wandelt zoo op den directeur toe. „Ziet u, net Charlie..,." Het is komiek, maar een beetje triestig, pijniyk komiek. De directeur schudt glimlachend het hoofd. „Heeft u heusch geen werk voor me? Iets anders dan? Als electrlclen of zoo? Ik zoek al zoo lang werk, ik verdien niets", klinkt het triestig. Ja, wat wil men? Een filmatelier Is geen Inrichting voor liefdadigheid. „Geef my Je adres maar", zegt de directeur, „dan zullen wc later zien". Welke sollicitant kent niet deze vage toe komstbeloften? Voor hij gaat krygt hy van den goedhar- tigen directeur een broodje en een fleschje melk. O, werkzoekende filmenthousiasten in Hollywood en Neu BabeLsberg, wie bekom mert zich daar om uw hongerige magen? Men kan er zich niet om bekommeren, er zijn er daar te veel. Maar deze Jongen is nog maar alleen.... de voorbode van een legioen wellicht. Ik sta weer op het bootje te wachten. Op den langen, ongeiykon weg loopt weer de jongen, Hy gaat nu terug. Voor het bootje heeft hy geen geld, hy zoekt andere vervoer middelen. Heelemaal naar den Haag moet hy en gewonnen heeft hy niets. Met een Charlie- gebaar neemt hy zyn bolhoedje voor me af, hy biyft staan. „Gaat u mee dezen kant uit, daar gaat ook een boot". Maar ik schud van nee. Ik heb haast. En danOch, om eeriyk te zyn, lk voel niets voor een wandeling met hem. wy vrouwen houden nu eenmaal niet van Charlie's Hy gaat verder Hy loopt alleen op den langen weg, een klein figuurtje, alleen ont moedigd. Je ziet niet waar hy heen gaat.... Een Charlie uit het werkeiyke leven. Wie volgt? BEP OTTEN. AGENDA. Heden: WOENSDAG 1 OCTOBER Concertgebouw: Ledenconcert 8.15 uur. Stadsschouwburg: „Sherlock Holmes", 8 u. Groote Kerk: Concert door H. G. K. ter gelegenheid van het 30-Jarig jubileum van Jac. van Kempen. 8 uur. Remonstran lenhuls„Wetenschap en Re ligie. Lezing J. P. Smits. 8.15 uur. Gebouw Blauwe Kruis: Zangavond van ..Volkszang". Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind" 25 en 89.30 uur. Palace: „Om het kind". Tooneel: Tholen en Van Lier, 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Gevangenisleed". Too neel: 4 Nescows (acrobaten), 2.30 en 8 uur. Rembrandt Theater: .Liefdes Parade". Tooneel: Ernst Scharff (musical act). 2.30, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 2 OCTOBER Groote Kerk: Orgelbespeling, 34 uur. Schouwburg Jansweg: Revue „Laat Waaien" 8.15 uur. Jansstraat 59 (Sint Jozefsgezellen veroeni- ging). Volksuniversiteit; cursus: Aardryks- kundige demonstraties". 8.15 uur. Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind" 25 en 89.30 uur Bioscoopvoorstellingen. Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. toegang rrlj. In Genève heeft Curtius de anti-Duitsche betoogingen in Praag ter sprake gebracht, in een intiem onderhoud met den Tsjecho-Slo ivaakschen minister van buitenlandsche zaken Benesj. Boven links het Duitsche huis am Graben en onder rechts de Roxy bioscoop. De betoogers richtten vooral hun tcoede op deze twee middelpunten. In de bioscoop werd een Duitsche sprekende film vertoond. Boven links de burgemeester van Praag Baxa, die vooral zijn best heeft gedaan om Duitsche films te weren. Daarnaast de leider van de fascisten in Tsjecho-Slowakije (Gajda). Deze hield in het parlement een anti-Duitsche rede. OnderUdrzal, minister president van Jsjecho-Slowakije^ Seipel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5