INGEZONDEN. C*TZ Groote Markt 1-7 LETTEREN EN KUNST MUZIEK HET TOONEEL BURGERLIJKE STAND HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 3 OCTOBER 1930 EEN OPWEKKINGSWOORD AAN DE BEWONERS VAN HAARLEM-NOORD. Motto: Bewoners van Haarlem-Noord: „VEREENIGT UU" Het ls een opmerkelijk verschijnsel dat, niettegenstaande in den tegenwoordigen tijd schier elke actie tot verbetering op maat schappelijk terrein in het teeken staat van het „massale", men ïn ons Noordelijk stadsdeel, meer bekend als „Haarlem-Noord", tot dus verre niet tot goede samenwerking is kunnen komen. Let wel, we spreken van maatschappelijk niet van politiek- of religieus-terrein. Dft maatschappelijk dus in algemeenen zin be doeld. We hebben b.v. in Haarlem-Noord de wrn- kellers-vereenigingen, gevormd door groepen van zakenlieden, die toch zeker moeten be seffen, dat alleen in Eendracht hun Macht kan liggen. Natuurlijk zijn er onder die zakenlieden wel, die hun belang in dit opzicht begrijpen. Vandaar de van sommigen telkens opnieuw uitgaande roep om samenwerking. Maar heeft men aan dïen roep gehoor ge geven en elkander beloofd aan een hechte organisatie mee te werken, of reeds aanstonds breekt men het gelegde fundament weder af, komt er, om welke reden ook, tweedracht, die de kracht breekt en ziet men de spieren van de voor een oogenblik tot krachtigen ar beid uitgestoken armen, verslappen. Zoo was het feest na de asphalteering der Cronjéstraat een succes, doch konden wij kortelings bij de behandeling in een vergade ring voor actie de Zaterdag-avond-markt in Haarlem-Noord opmerken, dat zelfs dït in derdaad voor den winkelier ter plaatse zeer gewichtige punt, zóó weinig belangstelling on dervond, dat de voorzitter niet kon nalaten ïn zijn openingsrede de slechte opkomst der opgeroepenen naar voren te brengen. Of de veel besproken constructie van de betrokken Vereeniging(en) al dan niet juist is. laten wij onaangetast, juist is zeker, dat Haarlem-Noord met zijn aantal gezinnen en modern verkeer, de ïmlchting in haar wijk volksspeeltuinen als eisch mag stellen Eenigen tijd geleden was het Bestuur der Vereeniging „Haarlem-Noord" door combina tie met "een bekende finantieel beter dan zij gesitueerde Vereeniging te Haarlem, in de ge legenheid een aanbod te doen aan de Ge meente Haarlem, voor de inrichting van een volksspeeltuin in de omgeving van het Huis „Te Zaanen". Het bestuur der Vereeniging „Haarlean- Noord" bleef van meening, dat het betreffen de aanbod ten algemeenen nutte alleszins aannemelijk was. Door gebrek aan belang stelling van belanghebbenden èn voor dit aan bod èn voor verdere actie in de gewenschte richting is het resultaat van het streven der genoemde Vereeniging tot dusverre nihil, niet tegenstaande de plaatselijke bladen welwil lend eenige ruimte hunner kolommen met be richten dienaangaande hadden gevuld. Het ligt niet in onze bedoeling harde cri- tiek uit te oefenen. De beste stuurlui staan altijd nog aan wal. Wij willen er alleen op wijzen, dat bewoners van Haarlem-Noord meer dan tot dusverre kunnen bereiken, mits zij samenwerken en er voor zorgen, dat een kern van mannen en vrouwen, die daartoe bekwaam zijn en lust gevoelen, gevormd wordt om de gemeenschap pelijke Haarlem-Noord-belangen te beharti gen. Want, ongeacht van welke politieke- of godsdienstige richting meen ook moge zijn, er blijven daarbuiten genoeg punten van alge meen belang over, die langs gemeenschappe- lijken weg op bevredigende wijze kunnen worden afgehandeld, en nu onaangeroerd blijven. Allen,.die in Haarlem-Noord wonen, betalen evenals de overige Haarlemmers belasting en wij zijn er van overtuigd, dat Haarlem-Noord daarvan het rechtmatig deel ten behoeve ha- rer wijk kan opeischen en ook zal verkrijgen. Het Gemeentebestuur deed reeds veel. Den ken we hierbij slechts aan de verbetering in de laatste jaren van verkeer, bestrating, aan leg van bruggen enz. en, wie de uitbreidings plannen ïn Noordelijk-Haarlem volgt of -kent, zal het met ons eens zijn, dat Haarlem-Noord een goede toekomst tegemoet gaat. Maar, bij dit alles mag de belangstelling der Burgerij niet ontbreken en blijve zij attent op de behartiging harer belangen, zooals: inrichting van volks-speeltuinen: verbetering van verkeer, bestrating, verlich ting: oprichting en instandhouding, al dan niet met behulp van particulier initiatief, van een Volksgebouw: enz. Begrijpelijkerwijs zullen al deze punten niet aanstonds reeds in behandeling kunnen ko men en bevredigend worden afgehandeld. Door samenwerking zal echter veel bereikt kunnen worden. Daarom: „Bewoners van Haarlem-Noord: „Vereenïgt U" De Vereeniging „Haarlem-Noord" beoogt de behartiging der algemeene belangen van de gemeentenaren in Haarlem (Noord)- Inlichtïngen worden te aflen tijde gaarne door het bestuur verstrekt. Haarlem, October 1930. J. PRONK, loco-voorz. Ver. „Haarlem-Noord". BOUW- EN WONINGTOEZICHT. Haarlem, 1 Oct. 1930. Weled. Heer Redacteur. Beleefd verzoek ik UEd. opname van onder staande in Uw geëerd blad, waarvoor bij voorbaat hartelijk dank. In de plaatselijke bladen circuleerde een klacht over de trage manier van werken be handelen bij bouw- en woningtoezicht, welke klacht inmiddels is tegengesproken. Maar toch is door dit schrijven de vïnger gelegd op een zeere plek in onze gemeentehuishouding. On der alle takken van dienst is er geen een waarover door meer menschen voortdurend in stïlte wordt gemord en geklaagd als over dezen. Ten opzichte van dezen dienst, in stilte omdat de kiagers tegenover dit bedrijf veel anders staan dan tegenover eiken anderen tak van dienst. Vraag onpartijdig, leder dïe bij den bouw betrokken is, bouwkundige zoowel als aan nemer of bouwer eens een oordeel, dan is dat, voor 99% dat hier in Haarlem de meest stramme ambtenarij hoogtij viert. Soepelheid wordt nooit of nimmer betracht. Met soepel heid bedoel ik niet het toelaten van onsolied of minderwaardig bouwen, of het door de vingers zien van gebreken. Maar soepelheid in dezen zin: solied werk eischen zonder onredelijk te worden en spij kers op laag water zoeken. Ieder weet dat hier te Haarlem somtijds de onredelijkste din gen geëlscht worden. Ja zelfs zoo, dat wan neer een teekening is goedgekeurd en tijdens de uitvoering een klein verschil voorkomt dit nooït kan worden opgelost dan na minstens enorm tijdverlies om over schade niet te spreken. Eenvoudige vraagstukjes worden be handeld alsof zij levensbelangen gelden. Het is geen klacht van een enkeling maar van een ieder die het genot kent met. dezen dienst ïn aanraking te komen. Bij het op leggen van verplichtingen en het stellen van eischen wordt veelal geen rekening gehouden met de belangen van opdrachtgever of aan nemer, maar worden soms bepaalde procédé's of fabrikaten op den voorgrond gedrongen en het hieraan niet voldoen bezorgt beslïst geen medewerking. Zonder overdrijving durf ik zeggen dat deze toestanden te Haarlem onge zond zijn, maar in het openbaar er over klagen ten opzichte van dezen dienst gaat zéér moeilijk, dit voelen allen die er bij be trokken zijn. Nu zou ik willen vragen: kan dat nu niet anders worden? Te Amsterdam b v. waar pro- centsgewijze veel meer werken gemaakt wor den dan hier fs de afwerking veel vlugger en de controle veel soepeler en ook in Den Haag heerschen geen toestanden als hier. Het doel van mijn schrijven is dan ook de aandacht hiervoor te vragen van autoriteiten die de goedheid zouden willen hebben een en ander te controleeren en deze toestanden te verbeteren. UEd. nogmaals dankend, A. KLACHTEN INZAKE BOUWVERGUN NINGEN. Naar aanleiding van de klacht welke door de R. K. Bouwvakarbeidersbond in uw blad van 1 October werd geuit aan het adres van Bouw- en Woningtoezicht, over het niet tij dig afkomen van een bouwvergunning, be vreemdt het mij ten zeerste dat de waar nemende Directeur hier van een vergissing spreekt. Hoewel ik met bovenstaand geval niets uitstaande heb, wil ik als bouwonderne mer er toch tegen opkomen, dat men bij Bouw- en Woningtoezicht beweert dat voor geen enkel werk stanatie behoeft te komen. De heer Bakker zegt, „het is nog nooit voorgekomen dat een aannemer niet kon werken, omdat er geen teekeningen van Bouw- en Woningtoezicht waren, hij had daar echter aan toe moeten voegen „wan neer die aannemer eerst maar lang genoeg op die teekeningen wacht." Immers, het is een feit, dat een bouwver gunning tegenwoordig ongeveer 9 weken na het indienen van de teekeningen afkomt en dat is op z'n allervlugst. Dat zijn de plannen die door de Schoonheidscommissie direct goedgekeurd zijn. Worden de plannen door de Schoonheidscommissie afgekeurd dan duurt het natuurlijk nog langer, doch dat heeft andere oorzaken welke hierbuiten be schouwing kunnen blijven. Dat er voorloopige vergunningen door Bouw- en Woningtoezicht worden gegeven is juist, doch die worden toch ook niet eerder afgegeven dan ongeveer 8 weken na het in dienen der teekeningen. Van deze vergunningen wordt een gretig gebruik gemaakt, doch het systeem deugt niet. Het geven van dergelijke voorloopige vergunningen bewijst dat de officieele ver gunningen veel te lang uitblijven. Men krijgt dan eerst een voorloopige ver gunning om graaf- of eventueel heiwerk te verrichten, verder még men niet of men moet eerst wéér komen vragen of men mag gaan metselen, waarvoor dan (als maar voor- loopig en voor eigen risico) weer een voorloo pige vergunning wordt gegeven tot op zekere hoogte enz. enz. Men vraagt zich af is dat een toestand? Men bedelt tenslotte bij de heeren om zijn werkzaamheden voortgang te laten hebben, terwijl er zooveel werkloosheid heerscht. Tientallen arbeiders zouden eerder te werk gesteld kunnen worden indien de Bouwver gunningen eerder afkwamen en men vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat vakvereeni- gingen en andere lichamen welke met werk loosheidsbestrijding te maken hebben, niet fel ageeren tegen het zeer en zeer lange uit blijven der bouwvergunningen. U, mijnheer de redacteur, dankend voor de plaatsing, BOUWONDERNEMER. (De directeur van Bouw- en Woningtoe zicht achtte het ongewenscht op deze alge meene klachten te antwoorden. Bij hem ko men nooit klachten binnen. Als klagers met bepaalde feiten bij hem komen, zal hij die se rieus onderzoeken. Redactie.) HET TWEEDE POSTVLIEGTUIG TE BOEDAPEST Aneta-Vaz Dias meldt: Volgens bij de K. L. M. ingekomen bericht is het hedenmorgen van Schiphol vertrokken postvliegtuig, de P. H.—A E O., om 13.30 te Boedapest gear riveerd. Alles is wel aan boord. Morgen wordt de reis voortgezet. ONTSPORING VAN TWEE SPOORWAGENS TE ROTTERDAM. Naar de Tel. meldt zijn Donderdagmiddag te Rotterdam door ontijdig overhalen van een wissel twee derde klasse-rijtuigen van den trein naar Hoek van Holland ontspoord- Er hadden nog geen passagiers in de wagens plaats genomen. Er is slechts eenige mate-, rieele schade aan de wagens en aan het per ron. Door dit ongeluk, dat ongeveer gelijk was aan dat, hetwelk kort geleden op het station Haarlem gebeurde, ontstond eenige stagnatie in het treinverkeer. ZEVENDEDAGS BAPTISTE GEMEENTE Kapel Parklaan 21 Vrijdagavond 8.30 uur: Besloten Bidstond. Sabbath v.m. 10 uur: prediking. Voor ieder vrij toegankelijk. Sabbath nam. 3.30 uur: Bijbelbespreking. Voorganger in alle diensten G. Velthuysen van Amsterdam. ZEVENDE DAG ADVENTISTEN GEM. Gebouw BI. Kruis. O. Groenmarkt. Sabbath v.m. 10 uur: Bijbelcursus. V-m. 11 uur: Prediking. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Neushoorn Geen elegant figuur vindt U wel 1 Daar zou zelfs de bekwaamste Kreymborg-coupeur niet zoo heel veel eer aan kunnen behalen. Het is intusschen vol doende, dat onze cou peurs voor onze klan ten een jas maken die in elk opzicht, wat pasvorm, zoowel als wat stijl cn bewerking aangaat, iets bijzon ders zijn. En wij zeg gen dat niet alleen, maar wij bewijzen bet ook. Want als li zoo'n Krcymborg jas aan past, dan ondervindt II bet, hoe gemakke lijk die zit en boe goed die sta&t. Vergeet vooral niet onze kwa liteit met onze prij zen te vergelijken 1 Kreymborg Ledenconcert der H. 0. V. Met vreugde zagen we Woensdagavond de trouwe schare op de oude plaats weder. Een enkele mutatie viel terstond in 't oog: de vervanging van den heer Waleson door mej. Scheffelaar Klots op de tweede concertmees- terqplaats. Wat het orkest verder gewonnen of verloren had zou zich spoedig hoorbaar maken. De winst bleek positief in klank en in krachten, ook al rekenen we de tijdelijke versterking der violen niet mede. Het was in hooge mate verheugend te bemerken hoe ernstig en vruchtdragend in de laatstver- loopen weken de nieuwe campagne is voor bereid. Langzaam maar zeker voert Ed. van Beinum het artistieke peil van ons orkest omhoog en met te meer succes, naarmate de ervaring hem zelyet} heeft doen rijpen. Het aanvankelijk eenigszins vlakke van zijn lei ding heeft zich geleidelijk verdiept: zijn in nerlijke bewogenheid durft zich door breeder gebaar uiten, en de meerdere geestdrift, die hij zoodoende op zijn orkestleden weet over te brengen, bezaait een bodem welks steeds zorgzamer cultiveering aan onkruid weinig plaats meer gunt. Dat de samenstelling van het orkest ook niet geheel ongewijzigd geble ven was; dat die wijziging vooruitgang be- teekende werd ons in den aanvang _van het eerste nummer, de ouverture voor „Le Roi d'Ys" van Ed. Lalo, reeds duidelijk: de innig-mooie, zacht vibreerende hobo-tonen verrieden aanstonds dat een door Jaap Sto- tijn gevormd kunstenaar de plaats van den eersten hoboïst had bezet. En hoe mooi en zuiver klonken even later hoorns en bazui nen; hoe verrukte de solo-cellist ons oor door den nerveus-subtielen klank van zijn spel Zoo bevredigde, neen: overtrof de uitvoe ring van het openingsstuk reeds elke billijke verwachting: wat volgde zou toch nog een verrassing blijken. Twee symphonieën namen achtereenvol gens onze aandacht in beslag: twee pre mières voor de H. O. V.. en de eene ook in absoluten zin voor de eerste maal uitgevoerd. Twee symphonieën: twee tijdperken, twee persoonlijkheden in schril contrast. In de eene, de nieuwste, concentratie by strenge logische bouw en ontwikkeling, tot op het kantje van het cerebrale, beperking van den tijdsduur, een spel van motieven en rythmen. in de andere, de oudere, mateloos heid, kaleidoskopische bontheid en gemis aan innerlijken samenhang, maar een rijk dom van melodieën, een praegnantie van thema's, een klankweelde, die telkens weer tot luisteren dwingen en den hoorder de onevenwichtigheden Yan den bouw, de in zinkingen. de schrale plekken doen vergeten. De symphonie van Hendrik Andriessen duurt in haar geheel (de deelen gaan zonder onderbreking in eikaar over) nauwelijks een kwartier; die van Bruckner vergt wel meer dan een uur onze opmerkzaamheid. Van Andriessen's Jongste, aan Van Beinum opgedragen werk, heeft mij bij een eerste auditie het langzame middendeel met daar in opgesloten scherzo het meest geboeid. An driessen's muzikale natuur neigt, zooals ook uit meer zijner orgelcomposities bleek, meer naar het stoere, stroeve, eenigszins wrange dan naar het zoo'vlooiende, melodieuze. Een beetje meer levensblijheid zou in onze daar aan zeer arme moderne muziek niet onwel kom wezen: in Andrlessens werk werd ze me ook niet geopenbaard. Maar in het langzame gedeelte scheen zijn muze toch een vlucht te nemen die als spontaan aandeed en zich boven het alledaagsche verhief en in het schertsende intermezzo viel het geestig spel van het rythmisch zeer duidelijk omlijnde thema in allerlei harmonische en contra- puntische combinaties zeer te bewonderen. Andriessen's beheerschlng van de techniek der compositie manifesteerde zich hier ter stond en met groote duidelijkheid: zijn or kestreering doet nog wenschen naar sappi ger kleuren, teerder toetsen opkomen. Het mag wel toevallig heeten: vóór enkele dage'n, naar aanleiding van radioprogramma's schreef ik het jammer te vinden dat we hier zelden of nooit een van Anton Bruckners enorme symphonieën te hooren konden krij gen. en ziet: op het eerste concert der H.O.V. in dit seizoen wordt 's meesters 3de- Symphonie uitgevoerd! Aan den door Bruck ner eerbiedig bewonderden Richard Wagner, was het in 1877 geschreven werk opgedragen: Wagner's stijl en manier vindt men op meer dan één plaats er duidelijk in terug: Lohengrin en Tristan bv. waren er zonder moeite uit op te diepen. Maar het begin van het Adagio kon van Mozart zijn; in het Scherzo komt Schubert om den hoek kijken Bont zijn de gedachten, bont is het kleed waarin ze gestoken zijn. Maar alles is blijk baar uit zoo'n rijk. eenvoudig en innig ge moed opgeweld, de toondichter geeft zich zoo geheel, zonder eenige beperking; hij zingt en jubelt, of beeft en klaagt met alleen zijn G<xi tot getuige en trekt er zich niets van aan of gij en ik het mooi of langdradig vinden. En can is hij wel eens langdradig, maar zingt daartegenover weer zooveel moois en zegt zooveel belangrijks, dat we hem zijn breed sprakigheid gaarne vergeven. Concentratie is bij Bruckner alleen in de Scherzi op te merken. De reproductie van dit zeer veeleischence werk mug oen triomf voor orkest en leider heeten Klank-schoonheid en -volumen waren opmerkenswaardig: de geestdrift en gloed die van de vertolking uitgingen deelden zich ook aan de hoorders mede. en een verdiende hul diging was het besluit. Voor een concert als dit zou zich het beste orkest niet hebben te schamen, En ik wil den muziekliefhebbers van Groot-Haarlem nog eens toeroepen: Komt gij allen, die door ach: orkestconcerten toch nog niet overbelast, ja niet eens verzadigd kunt zijn. en bezoekt een deel of als ge tijd hebt. alle concerten der H.O.V. Daarmee zult ge u zeiven vele uren van werkelijk groot muzikaal genot be zorgen, en aan de ernstig strevende vereeni ging en haar bekwamen en geestdriftigen leider de materleele bouwstoffen leveren voor hooger ontwikkeling, intenser bloei, grooter ledenaantal. De cirkel sluit zich, mies ieder in de goede richting naar vermogen meehelpt. Moet onze H.O.V. voor alle werke lijk goede krachten slechts een station voor stransltoverkeer blijven? Helpt- ze consoli- deeren op hun plaats. Verwaarloost geen concerten, waarvan het bezoeken binnen uw bereik ligt, terwiile van radio-uitzendingen: vergenoeg u niet met surrogaat als ge het echte krijgen kunt. En gaat ook de solisten hooren, die voor de ledenconcerten der H O. V. hun medewerking hebben toegezegd en meet uw waardeering voor hen niet af naar den afstand van hun woonplaats buiten onze grenzen of de hoogte van hun honoraria en werkt dus mede tot de overtuiging dat de concerten der H.O.V. muzikale gebeurtenis sen moeten worden en blijven waarop onze stad trotsch mag zijnl K. DE JONG. De Jubileum-voorstelling van Alberdingk Thijm. De R.K. Rederijkerskamer Alberdingk Thijm, heeft de viering van haar veertig-Jarig ju bileum op recht feestelijke wijze ingezet met een voorstelling van .De Roman van een Krantenjongen' in de Sociëteit 6t. Bavo. Daar waren allereerst de vele gasten, onder wie wij den Bisschop en den Deken v. Haarlem den Burgemeester, Wethouder Mr. Heerkens Thyssen en Lodewijk van Deyssel de zoon van Prof. Alberdingk Thijm, „patroon" der feestvierende vereeniging opmerkten. Vooral de komst van den Bisschop, die zijn reis naar Gent opzettelijk had verdort om de voorstelling te kunnen bijwonen, -werd in dezen kring natuurlijk hoogelijk gewaardeerd zooals wel duidelijk bleek uit de woorden van den voorzitter, de heer Fr. Duyn en den eere voorzitter, den' heer II. E. Everard, die beiden aan hun groote blijdschap over de tegen woordigheid van dezen hoogen gast in enthousiaste termen uiting gaven. De heer Everard huldigde in het bijzonder onder algemeenen bijval de twee jongste Ridders van den Nederlandschen Leeuw, den Bisschop en den Burgemeester van Haarlem. In zijn feestrede liet hij het belang van een vereeniging als Alberdingk Thijm voor de Katholieken In Haarlem uitkomen en hij be lichtte in het bijzonder de figuur van Prof. Josef Alberdingk Thijm, wiens naam tie vereeniging van haar oprichting af met eere had gedragen. Na afloop der voorstelling be steeg Bisschop Aengenent het podium en zeide, hoe hij zich gehaast had om op tijd in Haarlem terug te zijn, want de Gentenaars mochten hem recht hartelijk hebben ont vangen, onder zijn Haarlemmers was hij toch het allerliefst. Een donderend applaus weerklonk na deze deze woorden; De Bisschop roemde het werk van de feest vierende vereeniging en in het bijzonder het- spel der werkende leden en wekte de Katho lieken van Haarlem op Alberdingk Thijm te steunen door lid te worden van deze rede rijkerskamer, die zoo veel deed voor de Katho lieke cultuur. En wederom volgde een daverend applaus op deze woorden, welk applaus aan hield totdat de hooge geestelijke weder van 't podium was afgedaald. De komst van den-Bis schop In eigen persoon heeft glans gegeven aan de opvoering van Alberdingk Thijm en haar voor de Jubileerende vereeniging tot een ware fees'voorstelling gemaakt. De rederijkerskamer had voor dezen avond gekozen „De Roman van een Krantenjongen", niet meer of minder dan een bewerking voor het heerentooneel van Shaw's Pygmalion. Ellsa Doolittle, de bloemenverkoopster werd hier Jacques Dooremalen, een Amstcrdamsch sprekende krantenjongen en professor Hig- gings zagen wij terug in Dr. de Raedt. een taalgeleerde, die zóó knap was, dat hij zelfs de dialecten van Den Helder en Bergambacht met onfeilbare zekerheid wist te onderschei den. Dat het een hachelijk bestaan was uit Pygmalion het vrouwelijk element weg te werken, zal wel een ieder, die dit stuk van Shaw kent, begrijpen. In de eerste bedrijven ging het er nog mee door, maar in het laat ste bedrijf heeft de heer Peter C. Meeuwisse, die dit stoute stuk bestaan heeft, er zelf ook blijkbaar erg mee ingezeten. Waar moest hij blijven met dc liefde van Ellse voor Higgings? De heer Meeuwisse heeft zóó de moeilijkheid er van gevoeld, dat hij tegen het slot zelfs den kluchtlgen kant maar is uitgegaan, wat eigenlijk heel jammer is! Want met dien ge- fingeerden zelfmoord en de wederopstanding van Jacques behaalde hij wel een groot lachsucces, maar hij bedierf hiermee tege lijk zijn werk, dat in de eerste bedrijven toch blijken had gegeven van den geest van Shaw zooveel mogelijk na te volgen. Shaw is toch feitelijk een te groot schrijver om op zoo'n manier „bewerkt" te worden. Het verwonderde mij, dat de heer Meeuwis se in deze „uitgave voor heeren" de figuur van den vuilnisman Doolittle had geëlimi neerd! Hij heeft daarmee een der dankbaar ste mannenrollen weggewerkt en zich zelf daardoor een kans op meer succes onthouden. Litterair gaat zoo'n bewerking er eigenlijk niet mee door. maar wanneer wij De Ro man vaneen krantenjongen" vergelijken met de andere stukken voor het heeren-tooneel, dan onderscheidt het zich toch nog zeer INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. gunstig. Shaw bezit zoo'n rijkdom van geest, dat, wanneer iemand bij hem te gast gaat en een kleine portie van hem leent, hij altijd nog een heel aardig figuur slaat De Roman van een krantenjongen bleek 't publick zeer te boelen en te vermaken, wat voor een belang rijk deel zeker te danken is geweest aan het spel van den heer Jan Icas van Dijk in de rol van Jacques Dooremolen. Het mocht mis schien wat moeilijk vallen in dezen Jacques een jongen „Ako" te zien. in zijn spel wekte hij illusies cn dat is toch altijd hoofdzaak! Heel in de verte deed de heer Van Dijk in de eerste bedrijven zelfs nu en dan aan Louis Davids denken, en dat is geen gering compliment. Van Dijk zocht het niet in goedkoope en grove effecten, doch hield den krantenjongen zoo sober mogelijk, wat ook in verband met zijn uiterlijk en zijn leeftijd heel juist gezien was. Deze Jacques was levendig genoeg en het Amstcrdamsch klonk lekker sappig uit zijn mond. Ook en dat vooral was een deugd wist hij bij dc ver halen over zijn verdriet zich te hoeden voor overdreven sentimentaliteit! Het slot van II dat ook van den bewerker aardig gevon den was werd dank zij Van Dijk's vlot en vroolijk spel een daverend lachsucces. En een afzonderlijk compliment komt hem ook toe voor heel zijn houding en zijn kostelijke spraakoefeningen bij de gasten van Talon, een scène, die door den heer Meeuwisse wel grappig maar wat te veel was uitgewerkt en die ook hier haar climax vond in het beken de „Ben Je bel.hetwelk van Dijk met een juist gevoel voor het verlangde effect lan ceerde. Dat de heer Van Dijk ln de laatste acte niet meer recht raad wist met de fi guur van Jacques is hem niet kwalijk te ne men. De schuld lag geheel aan den bewer ker niet aan den speler. Jacques Dooremalen is in dit stuk too geheel en al hoofdpersoon, dat hij alle anderen onge veer wegspeelt. Gerard Nielen had blijkbaar met Dr. de Raedt meer moeite dan met de rollen, waarin wij hem anders doorgaans zien! Verwondering wekt dit niet, omdat Dr. de Raedt ln dit stuk een vrij vage figuur blijft. Herman Eiferink had Talon in de bewerking een phllantroop voor zijn re kening en trachtte hem zoo sympathiek mo gelijk te spelen. De gasten van de Jour van mevrouw Higgings waren nu heeren, een ge- neraal.een Meester Doctor en een Jonge fat! De laatste werd het levendigst uitgebeeld en de heer Cor Hoogeboom kreeg daardoor zijn verdiend aandeel in het succes van het be roemde „Ben Je bel De bekende scène in het portaal van Shaw in I was vervangen door een tooneel in den tuin van het café „Zonnewende". De bezoe kers waren hier studenten, die studentenlie deren zongen. De studenten die o. Haar- lemsche glorie de mutsen van jongelui der Middelbare Technische School droegen troffen my door hun vlot, natuurlijk spel en door hun geacheveerden zang. De zang was zelfs te mooi, maar dat kwam zelfs voor bij de studenten uit Oud-Heidelberg, die ik eens in het Odéon te Parijs onder regie van niemand minder dan Antoine hoorde zingen. De voorstelling van De Roman van een Krantenjongen had een uitbundig succes, wat zij vooral door het spel van den heer Van Dijk ook verdiende. Het tooneel zag er mot. dc nieuwe door den heer Mossingkoff geschilderde décors frisch en aardig uit. Misschien dat er later ook nog eens In St. Bavo wat overschiet voor een plafond ln de tooneelsalons! De witte lappen bederven wel lets van den Indruk der nieuwe déoors. J. B. SCHUIL. FORD VOORSPELT. NEW YORK, 2 Nov. Henry Ford heeft een nieuw boek uitgegeven, waarin hij voor de toekomst een industrieele revolutie in Amerika voorspelt, waardoor de arbeiders massa's de goed-gesitueerde klasse zullen worden en door welke een einde zal worden gemaakt aan overproductie en werkloosheid en ledereen een minimum dagloon van vijf tot zeven dollar gegarandeerd krijgt. KASGELDLEF.NÏNG PROVINCIE UTRECHT. Ged. Staten van Utrecht doen den Prov. Staten hot voorstel gedurende 1931 zoo noo- dlg een of meer kasgeldleeningen aan te gaan, tot een maximum van f 3.500.000 tegen een rente van ten hoogste 1 1/2 pet. boven het promesse disconto van de Ned. Bank en af te lossen 31 December 1931. SYNAGOGEDIENSTEN. Ned. Israël. Gemeente. Sabbath: Vrijriagavonddlenst bij den In gang te 6 uur. Ochtenddienst te 8 uur. Middagdlcnst te 1.30 uur. Avonddienst te 7.11 uur. Werkdagen: Ochtenddiensten: Zondag te 730 uur. Maandag te 7 uur. Zondag: Mid dagdiens: te 1 uur. Loofhuttenfeest: Avonddienst bij den In gang te 5.48 uur. Ochtenddiensten op beide dagen te 8 uur. Middagdlcnsten op beide dagen te 2 uur. Avonddiensten bij het invallen van „nacht". Mlddendagen: Ochtenddiensten to 7 uur. Donderdag: Middag- en avonddienst te 5 uur. Talmoed Torah: Sabbath te 12.30 uur. Zon dag te 7 uur. De Avonddienst op Zondag, alsmede Tal moed Torah, worden verricht in hot Ge meentegebouw Lange Wijngaardstraat 14. Alle overige diensten vinden plaats ter Synagoge, Lange Begijnestraat 11. HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE. Geboren: Peter Willem, z. van P. W. Olt- hof en van G Wagenaar. Ondertrouwd: Abram Hartog en Johanna Christina Leich. Cornells Johannes Behage en Bertha Maria Willemse. BENNEBROEK. Ondertrouwd: J. y. Looyengoed en M. Vaas.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 9