INGEZONDEN.
C*TZ
Groote Markt 1-7
LETTEREN EN KUNST
MUZIEK
HET TOONEEL
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 3 OCTOBER 1930
EEN OPWEKKINGSWOORD AAN
DE BEWONERS VAN
HAARLEM-NOORD.
Motto: Bewoners van Haarlem-Noord:
„VEREENIGT UU"
Het ls een opmerkelijk verschijnsel dat,
niettegenstaande in den tegenwoordigen tijd
schier elke actie tot verbetering op maat
schappelijk terrein in het teeken staat van het
„massale", men ïn ons Noordelijk stadsdeel,
meer bekend als „Haarlem-Noord", tot dus
verre niet tot goede samenwerking is kunnen
komen.
Let wel, we spreken van maatschappelijk
niet van politiek- of religieus-terrein. Dft
maatschappelijk dus in algemeenen zin be
doeld.
We hebben b.v. in Haarlem-Noord de wrn-
kellers-vereenigingen, gevormd door groepen
van zakenlieden, die toch zeker moeten be
seffen, dat alleen in Eendracht hun Macht
kan liggen.
Natuurlijk zijn er onder die zakenlieden
wel, die hun belang in dit opzicht begrijpen.
Vandaar de van sommigen telkens opnieuw
uitgaande roep om samenwerking.
Maar heeft men aan dïen roep gehoor ge
geven en elkander beloofd aan een hechte
organisatie mee te werken, of reeds aanstonds
breekt men het gelegde fundament weder
af, komt er, om welke reden ook, tweedracht,
die de kracht breekt en ziet men de spieren
van de voor een oogenblik tot krachtigen ar
beid uitgestoken armen, verslappen.
Zoo was het feest na de asphalteering der
Cronjéstraat een succes, doch konden wij
kortelings bij de behandeling in een vergade
ring voor actie de Zaterdag-avond-markt in
Haarlem-Noord opmerken, dat zelfs dït in
derdaad voor den winkelier ter plaatse zeer
gewichtige punt, zóó weinig belangstelling on
dervond, dat de voorzitter niet kon nalaten
ïn zijn openingsrede de slechte opkomst der
opgeroepenen naar voren te brengen.
Of de veel besproken constructie van de
betrokken Vereeniging(en) al dan niet juist
is. laten wij onaangetast, juist is zeker, dat
Haarlem-Noord met zijn aantal gezinnen en
modern verkeer, de ïmlchting in haar wijk
volksspeeltuinen als eisch mag stellen
Eenigen tijd geleden was het Bestuur der
Vereeniging „Haarlem-Noord" door combina
tie met "een bekende finantieel beter dan zij
gesitueerde Vereeniging te Haarlem, in de ge
legenheid een aanbod te doen aan de Ge
meente Haarlem, voor de inrichting van een
volksspeeltuin in de omgeving van het Huis
„Te Zaanen".
Het bestuur der Vereeniging „Haarlean-
Noord" bleef van meening, dat het betreffen
de aanbod ten algemeenen nutte alleszins
aannemelijk was. Door gebrek aan belang
stelling van belanghebbenden èn voor dit aan
bod èn voor verdere actie in de gewenschte
richting is het resultaat van het streven der
genoemde Vereeniging tot dusverre nihil, niet
tegenstaande de plaatselijke bladen welwil
lend eenige ruimte hunner kolommen met be
richten dienaangaande hadden gevuld.
Het ligt niet in onze bedoeling harde cri-
tiek uit te oefenen. De beste stuurlui staan
altijd nog aan wal.
Wij willen er alleen op wijzen, dat bewoners
van Haarlem-Noord meer dan tot dusverre
kunnen bereiken, mits zij samenwerken en
er voor zorgen, dat een kern van mannen en
vrouwen, die daartoe bekwaam zijn en lust
gevoelen, gevormd wordt om de gemeenschap
pelijke Haarlem-Noord-belangen te beharti
gen.
Want, ongeacht van welke politieke- of
godsdienstige richting meen ook moge zijn, er
blijven daarbuiten genoeg punten van alge
meen belang over, die langs gemeenschappe-
lijken weg op bevredigende wijze kunnen
worden afgehandeld, en nu onaangeroerd
blijven.
Allen,.die in Haarlem-Noord wonen, betalen
evenals de overige Haarlemmers belasting en
wij zijn er van overtuigd, dat Haarlem-Noord
daarvan het rechtmatig deel ten behoeve ha-
rer wijk kan opeischen en ook zal verkrijgen.
Het Gemeentebestuur deed reeds veel. Den
ken we hierbij slechts aan de verbetering in
de laatste jaren van verkeer, bestrating, aan
leg van bruggen enz. en, wie de uitbreidings
plannen ïn Noordelijk-Haarlem volgt of -kent,
zal het met ons eens zijn, dat Haarlem-Noord
een goede toekomst tegemoet gaat.
Maar, bij dit alles mag de belangstelling der
Burgerij niet ontbreken en blijve zij attent op
de behartiging harer belangen, zooals:
inrichting van volks-speeltuinen:
verbetering van verkeer, bestrating, verlich
ting:
oprichting en instandhouding, al dan niet
met behulp van particulier initiatief, van een
Volksgebouw: enz.
Begrijpelijkerwijs zullen al deze punten niet
aanstonds reeds in behandeling kunnen ko
men en bevredigend worden afgehandeld.
Door samenwerking zal echter veel bereikt
kunnen worden. Daarom:
„Bewoners van Haarlem-Noord: „Vereenïgt U"
De Vereeniging „Haarlem-Noord" beoogt de
behartiging der algemeene belangen van de
gemeentenaren in Haarlem (Noord)-
Inlichtïngen worden te aflen tijde
gaarne door het bestuur verstrekt.
Haarlem, October 1930.
J. PRONK,
loco-voorz. Ver. „Haarlem-Noord".
BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
Haarlem, 1 Oct. 1930.
Weled. Heer Redacteur.
Beleefd verzoek ik UEd. opname van onder
staande in Uw geëerd blad, waarvoor bij
voorbaat hartelijk dank.
In de plaatselijke bladen circuleerde een
klacht over de trage manier van werken be
handelen bij bouw- en woningtoezicht, welke
klacht inmiddels is tegengesproken. Maar toch
is door dit schrijven de vïnger gelegd op een
zeere plek in onze gemeentehuishouding. On
der alle takken van dienst is er geen een
waarover door meer menschen voortdurend in
stïlte wordt gemord en geklaagd als over
dezen. Ten opzichte van dezen dienst, in stilte
omdat de kiagers tegenover dit bedrijf veel
anders staan dan tegenover eiken anderen tak
van dienst.
Vraag onpartijdig, leder dïe bij den bouw
betrokken is, bouwkundige zoowel als aan
nemer of bouwer eens een oordeel, dan is
dat, voor 99% dat hier in Haarlem de meest
stramme ambtenarij hoogtij viert. Soepelheid
wordt nooit of nimmer betracht. Met soepel
heid bedoel ik niet het toelaten van onsolied
of minderwaardig bouwen, of het door de
vingers zien van gebreken.
Maar soepelheid in dezen zin: solied werk
eischen zonder onredelijk te worden en spij
kers op laag water zoeken. Ieder weet dat
hier te Haarlem somtijds de onredelijkste din
gen geëlscht worden. Ja zelfs zoo, dat wan
neer een teekening is goedgekeurd en tijdens
de uitvoering een klein verschil voorkomt dit
nooït kan worden opgelost dan na minstens
enorm tijdverlies om over schade niet te
spreken. Eenvoudige vraagstukjes worden be
handeld alsof zij levensbelangen gelden.
Het is geen klacht van een enkeling maar
van een ieder die het genot kent met. dezen
dienst ïn aanraking te komen. Bij het op
leggen van verplichtingen en het stellen van
eischen wordt veelal geen rekening gehouden
met de belangen van opdrachtgever of aan
nemer, maar worden soms bepaalde procédé's
of fabrikaten op den voorgrond gedrongen en
het hieraan niet voldoen bezorgt beslïst geen
medewerking. Zonder overdrijving durf ik
zeggen dat deze toestanden te Haarlem onge
zond zijn, maar in het openbaar er over
klagen ten opzichte van dezen dienst gaat
zéér moeilijk, dit voelen allen die er bij be
trokken zijn.
Nu zou ik willen vragen: kan dat nu niet
anders worden? Te Amsterdam b v. waar pro-
centsgewijze veel meer werken gemaakt wor
den dan hier fs de afwerking veel vlugger en
de controle veel soepeler en ook in Den Haag
heerschen geen toestanden als hier.
Het doel van mijn schrijven is dan ook de
aandacht hiervoor te vragen van autoriteiten
die de goedheid zouden willen hebben een en
ander te controleeren en deze toestanden te
verbeteren.
UEd. nogmaals dankend,
A.
KLACHTEN INZAKE BOUWVERGUN
NINGEN.
Naar aanleiding van de klacht welke door
de R. K. Bouwvakarbeidersbond in uw blad
van 1 October werd geuit aan het adres van
Bouw- en Woningtoezicht, over het niet tij
dig afkomen van een bouwvergunning, be
vreemdt het mij ten zeerste dat de waar
nemende Directeur hier van een vergissing
spreekt. Hoewel ik met bovenstaand geval
niets uitstaande heb, wil ik als bouwonderne
mer er toch tegen opkomen, dat men bij
Bouw- en Woningtoezicht beweert dat voor
geen enkel werk stanatie behoeft te komen.
De heer Bakker zegt, „het is nog nooit
voorgekomen dat een aannemer niet kon
werken, omdat er geen teekeningen van
Bouw- en Woningtoezicht waren, hij had
daar echter aan toe moeten voegen „wan
neer die aannemer eerst maar lang genoeg
op die teekeningen wacht."
Immers, het is een feit, dat een bouwver
gunning tegenwoordig ongeveer 9 weken na
het indienen van de teekeningen afkomt
en dat is op z'n allervlugst. Dat zijn de
plannen die door de Schoonheidscommissie
direct goedgekeurd zijn. Worden de plannen
door de Schoonheidscommissie afgekeurd dan
duurt het natuurlijk nog langer, doch dat
heeft andere oorzaken welke hierbuiten be
schouwing kunnen blijven.
Dat er voorloopige vergunningen door
Bouw- en Woningtoezicht worden gegeven is
juist, doch die worden toch ook niet eerder
afgegeven dan ongeveer 8 weken na het in
dienen der teekeningen.
Van deze vergunningen wordt een gretig
gebruik gemaakt, doch het systeem deugt
niet. Het geven van dergelijke voorloopige
vergunningen bewijst dat de officieele ver
gunningen veel te lang uitblijven.
Men krijgt dan eerst een voorloopige ver
gunning om graaf- of eventueel heiwerk te
verrichten, verder még men niet of men
moet eerst wéér komen vragen of men mag
gaan metselen, waarvoor dan (als maar voor-
loopig en voor eigen risico) weer een voorloo
pige vergunning wordt gegeven tot op zekere
hoogte enz. enz. Men vraagt zich af is dat
een toestand? Men bedelt tenslotte bij de
heeren om zijn werkzaamheden voortgang te
laten hebben, terwijl er zooveel werkloosheid
heerscht.
Tientallen arbeiders zouden eerder te werk
gesteld kunnen worden indien de Bouwver
gunningen eerder afkwamen en men vraagt
zich af hoe het mogelijk is, dat vakvereeni-
gingen en andere lichamen welke met werk
loosheidsbestrijding te maken hebben, niet
fel ageeren tegen het zeer en zeer lange uit
blijven der bouwvergunningen.
U, mijnheer de redacteur, dankend voor de
plaatsing,
BOUWONDERNEMER.
(De directeur van Bouw- en Woningtoe
zicht achtte het ongewenscht op deze alge
meene klachten te antwoorden. Bij hem ko
men nooit klachten binnen. Als klagers met
bepaalde feiten bij hem komen, zal hij die se
rieus onderzoeken. Redactie.)
HET TWEEDE POSTVLIEGTUIG TE
BOEDAPEST
Aneta-Vaz Dias meldt: Volgens bij de K. L.
M. ingekomen bericht is het hedenmorgen
van Schiphol vertrokken postvliegtuig, de
P. H.—A E O., om 13.30 te Boedapest gear
riveerd. Alles is wel aan boord. Morgen wordt
de reis voortgezet.
ONTSPORING VAN TWEE SPOORWAGENS
TE ROTTERDAM.
Naar de Tel. meldt zijn Donderdagmiddag
te Rotterdam door ontijdig overhalen van
een wissel twee derde klasse-rijtuigen van
den trein naar Hoek van Holland ontspoord-
Er hadden nog geen passagiers in de wagens
plaats genomen. Er is slechts eenige mate-,
rieele schade aan de wagens en aan het per
ron. Door dit ongeluk, dat ongeveer gelijk
was aan dat, hetwelk kort geleden op het
station Haarlem gebeurde, ontstond eenige
stagnatie in het treinverkeer.
ZEVENDEDAGS BAPTISTE GEMEENTE
Kapel Parklaan 21
Vrijdagavond 8.30 uur: Besloten Bidstond.
Sabbath v.m. 10 uur: prediking. Voor ieder
vrij toegankelijk.
Sabbath nam. 3.30 uur: Bijbelbespreking.
Voorganger in alle diensten G. Velthuysen
van Amsterdam.
ZEVENDE DAG ADVENTISTEN GEM.
Gebouw BI. Kruis. O. Groenmarkt.
Sabbath v.m. 10 uur: Bijbelcursus.
V-m. 11 uur: Prediking.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Neushoorn
Geen elegant figuur
vindt U wel 1 Daar zou
zelfs de bekwaamste
Kreymborg-coupeur
niet zoo heel veel eer
aan kunnen behalen.
Het is intusschen vol
doende, dat onze cou
peurs voor onze klan
ten een jas maken die
in elk opzicht, wat
pasvorm, zoowel als
wat stijl cn bewerking
aangaat, iets bijzon
ders zijn. En wij zeg
gen dat niet alleen,
maar wij bewijzen bet
ook. Want als li zoo'n
Krcymborg jas aan
past, dan ondervindt
II bet, hoe gemakke
lijk die zit en boe goed
die sta&t. Vergeet
vooral niet onze kwa
liteit met onze prij
zen te vergelijken 1
Kreymborg
Ledenconcert der H. 0. V.
Met vreugde zagen we Woensdagavond de
trouwe schare op de oude plaats weder. Een
enkele mutatie viel terstond in 't oog: de
vervanging van den heer Waleson door mej.
Scheffelaar Klots op de tweede concertmees-
terqplaats. Wat het orkest verder gewonnen
of verloren had zou zich spoedig hoorbaar
maken. De winst bleek positief in klank en
in krachten, ook al rekenen we de tijdelijke
versterking der violen niet mede. Het was
in hooge mate verheugend te bemerken hoe
ernstig en vruchtdragend in de laatstver-
loopen weken de nieuwe campagne is voor
bereid. Langzaam maar zeker voert Ed. van
Beinum het artistieke peil van ons orkest
omhoog en met te meer succes, naarmate de
ervaring hem zelyet} heeft doen rijpen. Het
aanvankelijk eenigszins vlakke van zijn lei
ding heeft zich geleidelijk verdiept: zijn in
nerlijke bewogenheid durft zich door breeder
gebaar uiten, en de meerdere geestdrift, die
hij zoodoende op zijn orkestleden weet over
te brengen, bezaait een bodem welks steeds
zorgzamer cultiveering aan onkruid weinig
plaats meer gunt. Dat de samenstelling van
het orkest ook niet geheel ongewijzigd geble
ven was; dat die wijziging vooruitgang be-
teekende werd ons in den aanvang _van het
eerste nummer, de ouverture voor „Le Roi
d'Ys" van Ed. Lalo, reeds duidelijk: de
innig-mooie, zacht vibreerende hobo-tonen
verrieden aanstonds dat een door Jaap Sto-
tijn gevormd kunstenaar de plaats van den
eersten hoboïst had bezet. En hoe mooi en
zuiver klonken even later hoorns en bazui
nen; hoe verrukte de solo-cellist ons oor
door den nerveus-subtielen klank van zijn
spel
Zoo bevredigde, neen: overtrof de uitvoe
ring van het openingsstuk reeds elke billijke
verwachting: wat volgde zou toch nog een
verrassing blijken.
Twee symphonieën namen achtereenvol
gens onze aandacht in beslag: twee pre
mières voor de H. O. V.. en de eene ook in
absoluten zin voor de eerste maal uitgevoerd.
Twee symphonieën: twee tijdperken, twee
persoonlijkheden in schril contrast. In de
eene, de nieuwste, concentratie by strenge
logische bouw en ontwikkeling, tot op het
kantje van het cerebrale, beperking van
den tijdsduur, een spel van motieven en
rythmen. in de andere, de oudere, mateloos
heid, kaleidoskopische bontheid en gemis
aan innerlijken samenhang, maar een rijk
dom van melodieën, een praegnantie van
thema's, een klankweelde, die telkens weer
tot luisteren dwingen en den hoorder de
onevenwichtigheden Yan den bouw, de in
zinkingen. de schrale plekken doen vergeten.
De symphonie van Hendrik Andriessen
duurt in haar geheel (de deelen gaan zonder
onderbreking in eikaar over) nauwelijks een
kwartier; die van Bruckner vergt wel meer
dan een uur onze opmerkzaamheid.
Van Andriessen's Jongste, aan Van Beinum
opgedragen werk, heeft mij bij een eerste
auditie het langzame middendeel met daar
in opgesloten scherzo het meest geboeid. An
driessen's muzikale natuur neigt, zooals ook
uit meer zijner orgelcomposities bleek, meer
naar het stoere, stroeve, eenigszins wrange
dan naar het zoo'vlooiende, melodieuze. Een
beetje meer levensblijheid zou in onze daar
aan zeer arme moderne muziek niet onwel
kom wezen: in Andrlessens werk werd ze me
ook niet geopenbaard. Maar in het langzame
gedeelte scheen zijn muze toch een vlucht te
nemen die als spontaan aandeed en zich
boven het alledaagsche verhief en in het
schertsende intermezzo viel het geestig spel
van het rythmisch zeer duidelijk omlijnde
thema in allerlei harmonische en contra-
puntische combinaties zeer te bewonderen.
Andriessen's beheerschlng van de techniek
der compositie manifesteerde zich hier ter
stond en met groote duidelijkheid: zijn or
kestreering doet nog wenschen naar sappi
ger kleuren, teerder toetsen opkomen.
Het mag wel toevallig heeten: vóór enkele
dage'n, naar aanleiding van radioprogramma's
schreef ik het jammer te vinden dat we hier
zelden of nooit een van Anton Bruckners
enorme symphonieën te hooren konden krij
gen. en ziet: op het eerste concert der
H.O.V. in dit seizoen wordt 's meesters 3de-
Symphonie uitgevoerd! Aan den door Bruck
ner eerbiedig bewonderden Richard Wagner,
was het in 1877 geschreven werk opgedragen:
Wagner's stijl en manier vindt men op meer
dan één plaats er duidelijk in terug:
Lohengrin en Tristan bv. waren er zonder
moeite uit op te diepen. Maar het begin
van het Adagio kon van Mozart zijn; in het
Scherzo komt Schubert om den hoek kijken
Bont zijn de gedachten, bont is het kleed
waarin ze gestoken zijn. Maar alles is blijk
baar uit zoo'n rijk. eenvoudig en innig ge
moed opgeweld, de toondichter geeft zich zoo
geheel, zonder eenige beperking; hij zingt en
jubelt, of beeft en klaagt met alleen zijn G<xi
tot getuige en trekt er zich niets van aan of
gij en ik het mooi of langdradig vinden. En
can is hij wel eens langdradig, maar zingt
daartegenover weer zooveel moois en zegt
zooveel belangrijks, dat we hem zijn breed
sprakigheid gaarne vergeven. Concentratie
is bij Bruckner alleen in de Scherzi op te
merken.
De reproductie van dit zeer veeleischence
werk mug oen triomf voor orkest en leider
heeten Klank-schoonheid en -volumen waren
opmerkenswaardig: de geestdrift en gloed die
van de vertolking uitgingen deelden zich ook
aan de hoorders mede. en een verdiende hul
diging was het besluit.
Voor een concert als dit zou zich het beste
orkest niet hebben te schamen, En ik wil den
muziekliefhebbers van Groot-Haarlem nog
eens toeroepen: Komt gij allen, die door ach:
orkestconcerten toch nog niet overbelast, ja
niet eens verzadigd kunt zijn. en bezoekt
een deel of als ge tijd hebt. alle concerten
der H.O.V. Daarmee zult ge u zeiven vele
uren van werkelijk groot muzikaal genot be
zorgen, en aan de ernstig strevende vereeni
ging en haar bekwamen en geestdriftigen
leider de materleele bouwstoffen leveren
voor hooger ontwikkeling, intenser bloei,
grooter ledenaantal. De cirkel sluit zich, mies
ieder in de goede richting naar vermogen
meehelpt. Moet onze H.O.V. voor alle werke
lijk goede krachten slechts een station voor
stransltoverkeer blijven? Helpt- ze consoli-
deeren op hun plaats. Verwaarloost geen
concerten, waarvan het bezoeken binnen uw
bereik ligt, terwiile van radio-uitzendingen:
vergenoeg u niet met surrogaat als ge het
echte krijgen kunt. En gaat ook de solisten
hooren, die voor de ledenconcerten der H
O. V. hun medewerking hebben toegezegd en
meet uw waardeering voor hen niet af naar
den afstand van hun woonplaats buiten onze
grenzen of de hoogte van hun honoraria en
werkt dus mede tot de overtuiging dat de
concerten der H.O.V. muzikale gebeurtenis
sen moeten worden en blijven waarop onze
stad trotsch mag zijnl
K. DE JONG.
De Jubileum-voorstelling van
Alberdingk Thijm.
De R.K. Rederijkerskamer Alberdingk Thijm,
heeft de viering van haar veertig-Jarig ju
bileum op recht feestelijke wijze ingezet met
een voorstelling van .De Roman van een
Krantenjongen' in de Sociëteit 6t. Bavo.
Daar waren allereerst de vele gasten, onder
wie wij den Bisschop en den Deken v. Haarlem
den Burgemeester, Wethouder Mr. Heerkens
Thyssen en Lodewijk van Deyssel de zoon
van Prof. Alberdingk Thijm, „patroon" der
feestvierende vereeniging opmerkten.
Vooral de komst van den Bisschop, die zijn
reis naar Gent opzettelijk had verdort om
de voorstelling te kunnen bijwonen, -werd in
dezen kring natuurlijk hoogelijk gewaardeerd
zooals wel duidelijk bleek uit de woorden van
den voorzitter, de heer Fr. Duyn en den eere
voorzitter, den' heer II. E. Everard, die beiden
aan hun groote blijdschap over de tegen
woordigheid van dezen hoogen gast in
enthousiaste termen uiting gaven. De heer
Everard huldigde in het bijzonder onder
algemeenen bijval de twee jongste Ridders
van den Nederlandschen Leeuw, den Bisschop
en den Burgemeester van Haarlem.
In zijn feestrede liet hij het belang van een
vereeniging als Alberdingk Thijm voor de
Katholieken In Haarlem uitkomen en hij be
lichtte in het bijzonder de figuur van Prof.
Josef Alberdingk Thijm, wiens naam tie
vereeniging van haar oprichting af met eere
had gedragen. Na afloop der voorstelling be
steeg Bisschop Aengenent het podium en
zeide, hoe hij zich gehaast had om op tijd in
Haarlem terug te zijn, want de Gentenaars
mochten hem recht hartelijk hebben ont
vangen, onder zijn Haarlemmers was hij toch
het allerliefst.
Een donderend applaus weerklonk na deze
deze woorden;
De Bisschop roemde het werk van de feest
vierende vereeniging en in het bijzonder het-
spel der werkende leden en wekte de Katho
lieken van Haarlem op Alberdingk Thijm te
steunen door lid te worden van deze rede
rijkerskamer, die zoo veel deed voor de Katho
lieke cultuur. En wederom volgde een daverend
applaus op deze woorden, welk applaus aan
hield totdat de hooge geestelijke weder van 't
podium was afgedaald. De komst van den-Bis
schop In eigen persoon heeft glans gegeven
aan de opvoering van Alberdingk Thijm en
haar voor de Jubileerende vereeniging tot een
ware fees'voorstelling gemaakt.
De rederijkerskamer had voor dezen avond
gekozen „De Roman van een Krantenjongen",
niet meer of minder dan een bewerking voor
het heerentooneel van Shaw's Pygmalion.
Ellsa Doolittle, de bloemenverkoopster werd
hier Jacques Dooremalen, een Amstcrdamsch
sprekende krantenjongen en professor Hig-
gings zagen wij terug in Dr. de Raedt. een
taalgeleerde, die zóó knap was, dat hij zelfs
de dialecten van Den Helder en Bergambacht
met onfeilbare zekerheid wist te onderschei
den. Dat het een hachelijk bestaan was uit
Pygmalion het vrouwelijk element weg te
werken, zal wel een ieder, die dit stuk van
Shaw kent, begrijpen. In de eerste bedrijven
ging het er nog mee door, maar in het laat
ste bedrijf heeft de heer Peter C. Meeuwisse,
die dit stoute stuk bestaan heeft, er zelf ook
blijkbaar erg mee ingezeten. Waar moest hij
blijven met dc liefde van Ellse voor Higgings?
De heer Meeuwisse heeft zóó de moeilijkheid
er van gevoeld, dat hij tegen het slot zelfs
den kluchtlgen kant maar is uitgegaan, wat
eigenlijk heel jammer is! Want met dien ge-
fingeerden zelfmoord en de wederopstanding
van Jacques behaalde hij wel een groot
lachsucces, maar hij bedierf hiermee tege
lijk zijn werk, dat in de eerste bedrijven toch
blijken had gegeven van den geest van Shaw
zooveel mogelijk na te volgen. Shaw is toch
feitelijk een te groot schrijver om op zoo'n
manier „bewerkt" te worden.
Het verwonderde mij, dat de heer Meeuwis
se in deze „uitgave voor heeren" de figuur
van den vuilnisman Doolittle had geëlimi
neerd! Hij heeft daarmee een der dankbaar
ste mannenrollen weggewerkt en zich zelf
daardoor een kans op meer succes onthouden.
Litterair gaat zoo'n bewerking er eigenlijk
niet mee door. maar wanneer wij De Ro
man vaneen krantenjongen" vergelijken met
de andere stukken voor het heeren-tooneel,
dan onderscheidt het zich toch nog zeer
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
gunstig. Shaw bezit zoo'n rijkdom van geest,
dat, wanneer iemand bij hem te gast gaat
en een kleine portie van hem leent, hij altijd
nog een heel aardig figuur slaat De Roman
van een krantenjongen bleek 't publick zeer te
boelen en te vermaken, wat voor een belang
rijk deel zeker te danken is geweest aan het
spel van den heer Jan Icas van Dijk in de
rol van Jacques Dooremolen. Het mocht mis
schien wat moeilijk vallen in dezen Jacques
een jongen „Ako" te zien. in zijn spel wekte
hij illusies cn dat is toch altijd hoofdzaak!
Heel in de verte deed de heer Van Dijk
in de eerste bedrijven zelfs nu en dan aan
Louis Davids denken, en dat is geen gering
compliment. Van Dijk zocht het niet in
goedkoope en grove effecten, doch hield den
krantenjongen zoo sober mogelijk, wat ook
in verband met zijn uiterlijk en zijn leeftijd
heel juist gezien was. Deze Jacques was
levendig genoeg en het Amstcrdamsch klonk
lekker sappig uit zijn mond. Ook en dat
vooral was een deugd wist hij bij dc ver
halen over zijn verdriet zich te hoeden voor
overdreven sentimentaliteit! Het slot van II
dat ook van den bewerker aardig gevon
den was werd dank zij Van Dijk's vlot en
vroolijk spel een daverend lachsucces. En een
afzonderlijk compliment komt hem ook toe
voor heel zijn houding en zijn kostelijke
spraakoefeningen bij de gasten van Talon,
een scène, die door den heer Meeuwisse wel
grappig maar wat te veel was uitgewerkt en
die ook hier haar climax vond in het beken
de „Ben Je bel.hetwelk van Dijk met een
juist gevoel voor het verlangde effect lan
ceerde. Dat de heer Van Dijk ln de laatste
acte niet meer recht raad wist met de fi
guur van Jacques is hem niet kwalijk te ne
men. De schuld lag geheel aan den bewer
ker niet aan den speler.
Jacques Dooremalen is in dit stuk too geheel
en al hoofdpersoon, dat hij alle anderen onge
veer wegspeelt. Gerard Nielen had blijkbaar
met Dr. de Raedt meer moeite dan met de
rollen, waarin wij hem anders doorgaans
zien! Verwondering wekt dit niet, omdat Dr.
de Raedt ln dit stuk een vrij vage figuur
blijft. Herman Eiferink had Talon in de
bewerking een phllantroop voor zijn re
kening en trachtte hem zoo sympathiek mo
gelijk te spelen. De gasten van de Jour van
mevrouw Higgings waren nu heeren, een ge-
neraal.een Meester Doctor en een Jonge fat!
De laatste werd het levendigst uitgebeeld en
de heer Cor Hoogeboom kreeg daardoor zijn
verdiend aandeel in het succes van het be
roemde „Ben Je bel
De bekende scène in het portaal van Shaw
in I was vervangen door een tooneel in den
tuin van het café „Zonnewende". De bezoe
kers waren hier studenten, die studentenlie
deren zongen. De studenten die o. Haar-
lemsche glorie de mutsen van jongelui
der Middelbare Technische School droegen
troffen my door hun vlot, natuurlijk spel
en door hun geacheveerden zang. De zang
was zelfs te mooi, maar dat kwam zelfs voor
bij de studenten uit Oud-Heidelberg, die ik
eens in het Odéon te Parijs onder regie
van niemand minder dan Antoine hoorde
zingen.
De voorstelling van De Roman van een
Krantenjongen had een uitbundig succes,
wat zij vooral door het spel van den heer
Van Dijk ook verdiende. Het tooneel zag
er mot. dc nieuwe door den heer Mossingkoff
geschilderde décors frisch en aardig uit.
Misschien dat er later ook nog eens In St.
Bavo wat overschiet voor een plafond ln de
tooneelsalons! De witte lappen bederven wel
lets van den Indruk der nieuwe déoors.
J. B. SCHUIL.
FORD VOORSPELT.
NEW YORK, 2 Nov. Henry Ford heeft
een nieuw boek uitgegeven, waarin hij voor
de toekomst een industrieele revolutie in
Amerika voorspelt, waardoor de arbeiders
massa's de goed-gesitueerde klasse zullen
worden en door welke een einde zal worden
gemaakt aan overproductie en werkloosheid
en ledereen een minimum dagloon van vijf
tot zeven dollar gegarandeerd krijgt.
KASGELDLEF.NÏNG PROVINCIE UTRECHT.
Ged. Staten van Utrecht doen den Prov.
Staten hot voorstel gedurende 1931 zoo noo-
dlg een of meer kasgeldleeningen aan te
gaan, tot een maximum van f 3.500.000 tegen
een rente van ten hoogste 1 1/2 pet. boven
het promesse disconto van de Ned. Bank en
af te lossen 31 December 1931.
SYNAGOGEDIENSTEN.
Ned. Israël. Gemeente.
Sabbath: Vrijriagavonddlenst bij den In
gang te 6 uur.
Ochtenddienst te 8 uur.
Middagdlcnst te 1.30 uur.
Avonddienst te 7.11 uur.
Werkdagen: Ochtenddiensten: Zondag te
730 uur. Maandag te 7 uur. Zondag: Mid
dagdiens: te 1 uur.
Loofhuttenfeest: Avonddienst bij den In
gang te 5.48 uur.
Ochtenddiensten op beide dagen te 8 uur.
Middagdlcnsten op beide dagen te 2 uur.
Avonddiensten bij het invallen van „nacht".
Mlddendagen: Ochtenddiensten to 7 uur.
Donderdag: Middag- en avonddienst te 5
uur.
Talmoed Torah: Sabbath te 12.30 uur. Zon
dag te 7 uur.
De Avonddienst op Zondag, alsmede Tal
moed Torah, worden verricht in hot Ge
meentegebouw Lange Wijngaardstraat 14.
Alle overige diensten vinden plaats ter
Synagoge, Lange Begijnestraat 11.
HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE.
Geboren: Peter Willem, z. van P. W. Olt-
hof en van G Wagenaar.
Ondertrouwd: Abram Hartog en Johanna
Christina Leich. Cornells Johannes Behage
en Bertha Maria Willemse.
BENNEBROEK.
Ondertrouwd: J. y. Looyengoed en M. Vaas.