BRIEVENBUS. AAN ALLEN! Bileven aan de Redactie van de Klnder-Afdeeling moeten gebonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Marnixstraat 20. NEVADA. Je moest het zoo maar kunnen houden dat Je om uur klaar was. Wat had Je prachtige cijfers voor je ropetitlc-werk. Nu schiet Johan op met lezen, als hij al aan de boekjes bezig is. Wat aardig, dat moeder altijd meeraadselt. Hoe gaat 't met de kleine poes? Ik kan me begrijpen, dat Johan cr dolblij mee is. J. P. te V. 't Doet me genoegen te hooren, dat de kinderen Vrijdags op Onze Jeugd afvliegen. De boeken, van Onze Bibliotheek zijn te krijgen bij Wlni Lasschuit. De leening kost 3 ets. per deel. Voor deze gelden wor den weer nieuwe boeken gekocht. Wim L. doet alles belangeloos. Laten ze nu maar eens goed lezen, wat Wim L. In O. B. te vertellen heeft. IIUNKKRHARTJ EDie baby van je komt maar prachtig ln de kleeren. Wat voor feest hebben jullie 16 Oc tober? Moet Je er nog wat voor deen? Jc kunt voor schrijven gemakkelijk een beter cijfer verdienen, als je maar wat meer werk maakt van de stokletters. SCHOTEN AARTJE, Op welke school ben Je? Hoe gaat 't met het Fransch? Kun Je 't al uitspreken? Ben Je al aan den Slnt-Nicolaas- wedstrijd begonnen? Niet te lang wachten hoor, want de tijd gaat snel BXKEBLAD. Je moogt dezen schuilnaam houden. Gezellig, voor je dat broer en zus ook meedoen. Die willen je zeker wel op weg helpen. Fijn. dat Je voetbalschoenen hebt gekregen. Wat ben Je gauw jarig. Zou de mccanodoos komen? Hoe gaat het met de konijnen? Voeden jullie ze om beurten? Je mag best: lieve Tante boven je brief zetten. Je raad sels zijn goed. KRIK Je kan van restjes wol heel best een gebreide bal maken. Ook wpI een das. of pantoffeltjes. Ik hoop, dat je Woensdag nog een pop hebt kunnen bemachtigen. Hoe gaat 't met de legkaart? EIKELTJE. Wat heb JU een ver antwoordelijk baantje gekregen. I-Ieb je er voel voor te doen? Hoeveel meisjes zijn er lid van? Wie is de voorzitster? Leuk. dat Ko nu ook aan de Rubriek meedoet.Ik vond Juist, dat hij oen aardlgen naam had gekozen. Jullie zijn van één familie. JIJ hebt dat maar slim bedacht. Wat heb je al veel gemaakt voor den wedstrijd. Daar kun je meer dan een kindje blij mee maken. BAL3BMIENTJE. Flink zoo. dat JiJ ook aan den wedstrijd deelneemt. Wat» ga Je maken, of waaraan ben Je bezig? Is de Zanguitvoering goed ge slaagd? Zet JiJ maar tante boven je briefje. MEVR. G. H S. Zooals U be merken zult, heb ik uw vriendelijke gave aan een gezin opgedragen. Dat Ls wel zoo eenvoudig en dan kan er zelf een keuze gedaan worden Wordt liet niet spoedig gehaald, wilt U het me dan even doen weten? PINKSTKRBI.OEMPJE. Is zus al lang ziek? Het zijn zeker angstige dagen geweest. Zou 't met haar schouder weer ln orde komen? Heeft ze nog pUn? Ze kan zeker niet naar school gaan. DUINROOSJE. Knap zoo, dat Je de raadsels nu gaat snappen. Doe Je het nu heel alleen? Voortaan zou ik maar niet tot Woensdag wachten. Ik zou er Vrijdags maar dadelijk aan beginnen. ZOMERBLOEMPJE. Nu de zo- mcrblocmpjes verdwijnen, wordt jij me dus weer trouw. Ik zal eens kij ken. hoe lang Je volhoudt. Ben je ook aan den St. Nlcolaaswedstrijd begonnen? GOUDSBLOEM. Als Je de vol gende week Je adres opgeeft, zal ik voor Je ln de St. Nlcolaas-Rubrlek om een schoentje vragen. Een naal- doosje is een heerlyk gaschenk voor een patientje. Is de borstrok nu heel- maal klaar? GOUDELSJE. Wat heb JU Je ook al dapper geweerd. Je mag voor 't popje net zooveel kleertjes ma ken als jc wilt. 't Is Juist prettig, als er een flinke voorraad ls. ZONDAGSKIND. Dat was een gezellige brief, dien ik van je ont ving. Krijgen Jullie geregeld bericht van vader? In welke plaats ls vader? Is moeder nu gezond? Voor je school gaan zal 't zeker ook beter wezen dat je in Holland bent. Waar gaat je broer naar sohool? Gezellig voor je dat je al drie Rubriekertjes kent. Je raadsels zijn goed. ZWARTKIJKERTJE. Je raad sels zijn goed. DE KLEINE ZEEMAN. Ik heb de oplossingen van Afdeeling II maar gerekend, omdat je daar de meeste raadsels van goed had. De heer Stolp woont Rustenburgerlaan 23. Je schreef: „De kleine Voetballer komt niet uit" Wat beteekent dat: Is hij ziek? of heb jij een woord vergeten. RANGEERDERTJE. Je raadsel ls goed. De herfstbloemen krijgen er van meneer de Wind flink van langs. Maar ze zijn er op gebouwd en kun nen tegen een stootje. Hebben jullie al wat planten naar binnen ge bracht? Je amuseert je nu zeker weer met je meccano. De locomotief heeft natuurlijk al heel wat stations aangedaan. GOUDHAANTJE. Wat zag Je briefje er nu keurig netjes uit. Het is nu echt raadselweertje, hè? Je mag voor den St. Nlcolaaswedstrijd maken wat je wilt en wat je kunt. Als je zoo graag handwerkt, is er heel wat te bedenken. Wat knap, dat je voor je zelf al een wollen jasje hebt ge breid. Schiet je op met den pull-over. BREEROO. 'k Zal je vacantle- herinneringen een plaatsje geven. Hartelijk dank voor je mooie bloe men. Hoe gaat 't met zus en de ver dere familie? WENDA. 'k Hoop, dat de prijs naar je zin is. Wat jammer, dat Je nog niet even gewacht hebt Woens dag. Geen kwartier later waren de poppen verdeeld. Maar misschien komt er weer nieuwe voorraad. KONINGIN LENTE. Wat lief van je grootmoeder om een mutsje te willen breien. Je mag het aan wel inzenden. Ja, ik weet wel, hoe keurig grootmoeder werken kan. De popjes zijn weg, maar ik heb nog wel wat wol voor je. Kom het Woensdag maar halen. EPENAARTJE. Jij bent maar een gelukskind. En dat je op die ba zar ook al zoo veel gewonnen hebt. Aardig, dat je de sokjes voor den St. Nic. wedstrijd wilt afstaan. Ik wil ze heel graag voor een ziek kindje hebben. HET ZAANDAMMERTJE. Is jouw prijs naar je zin? Ben Je Woensdag dadelijk aan 't lezen ge gaan? Is 't nieuwe taalboekje ge makkelijk? Kun je goed mee komen in de klas? GOUDHAANTJE. Aardig, dat moeder ook wat maken wil voor de patientjes. Hemdjes en flanelletjes zijn altijd noodig. Wat knap, dat JU cr een puntje om heen haakt. POPPENKIND. Ja, dat kunnen solide poppenledikantjes worden. Als t 's Zondagsmiddags een beetje weer is ga ik er op uit. Wat had je me te vragen? Jij komt vast ook wel eens in aanmerking voor een prUs. Hoe gaat het nu met zus? Hoert ze nog pijn? Ik hoop. dat 't leed nu geleden is. Wil je haar van harte beterschap wensohen? DROOMKONINKJE. De na jaarsstormen verjagen den zomer. Dat Ls eenmaal zoo. Je hebt gelijk: we moeten het nu maar ln huis zoe ken. Kikker was de oplossing van 't raadsel en fout die van 't andere. De vraag was immers: welk woordje schrijf je alUjd fout? Ja, ik herinner me wol. dat Denneappeltje, dat boek van mij kreeg. Als 't er nog zoo net jes uitziet, heeft ze er zeker goed voor gezorgd. MOEDERS GROOTSTE HULP Hoe gaat 't er nu mee? Ik waardeer het zeer, dat je me toch een briefje hebt geschreven. Was het versje naar Je zin? Ik hoop maar. dat je op vaders verjaardag weer heelemaal de oude zult zUn. W. L. Wat een goede berichten. JiJ bent maar een plannenmaker van de bovenste plank. Dat komt Je later, als zakenman, zeker van pas. Mijn leventje is vaak bezet van uur tot uur daarom kan ik niet afspreken, wanneer je me weer eens ziet. Uit 't oog is nu eens niet uit 't hart. DE KLEINE KOOPMAN -- Is 't le- dikantje al in den maak? Wat zal dat mooi worden, als moeder voor t inwendige zorgt en vader het beitsen voor zUr. rekening neemt. BABBELKOUSJE. Hoe ik een nachtjaponnetje vind? Prachtig. En een kruippakje is ook heel wolkom. Ik merk wel, dat jij nog meer kunt dan babbelen. Brandt thuis ook al de kachel? Ik wacht nog maar een poosje. ROZENKNOPJE. 't Is geen weer voor de arme rozenknopjes. Die zul len het wel niet meer tot bloem brengen. Jij kunt wel tegen een stootje, hè. Je raadsel is goed. 't Krijgt spoedig een plaatsje. VIOOLTJE. Wat ga je keurig schrijven. Ik vind 't gezellig, dat je weer trouw mee gaat doen. Je kunt immers zoo flink haken en breien. Maak dan b.v. een das. Als een arme jongen of meisje het ziekenhuis ver laat. is dat altUd een degelUk klee- dingstuk. Waar was Kitty met haar kleintjejs naar toe gevlucht? Wat zorgt zoo'n moeder poes toch goed voor haar jongen. En wat hebben jullie fijn feest gevierd. WH je vader en meder nog hartclUk van me feli- citeeren? EGMONDERTJE. Ik heb in do St. Nlcolaas-Rubrlek om een popje voor je gevraagd. Woensdag waren de poppen in 5 minuten verdwenen. Nu hoop ik maar, dat er nog eens een goede fee ls, die ons wat poppen bezorgt. POESENDOKTERESJE. Geluk kig, dat het met je poesenfamilie goed gaat. Dus je behoeft niet te dokteren. In welke klas zit je op sehoool? Je hebt al prachtige toe komstplannen. ZEEUWSCH BOERINNETJE. Prettig voor je, dat het je op de Mulo zoo goed bevalt. Ben je daar zoo'n knappertje in? Vast hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Dat zal wel een heerlUk dagje voor je worden. Aardig hoor, dat je ook druk in de weer bent voor onzen St. Nico- iaaswedstrijd. Je hebt nog reuze- plannen. Wel Jammer, dat er Zater dag van de dierenfilm niet veel te recht kwam. Je raadsels zUn goed. KRIELKIP. Dus jU vond de die renfilm nog wel mooi Je hebt het ln ieder geval goed begrepen. We kun nen nooit goede menschcn woraen, als we slecht zUn voor dieren. DE KLEINE VIOLIST. Ik weet wel, dat voor Jullie de Brievenbus .veinlg waarde heeft, als er voor de hoeren geen persoonlijk briefje in staat. Ik ben het met je eens: een moeilijk raadsel scherpt de hersenen. Maar die aardrUkskundigc raadsels oischen een atlas en die bezit ieder een niet. Daarom maakte ik even bezwaar. W. v. d. L. Dat was nog eens een reuze-brief. Hoeveel uur heb je daar wel'over zitten schrUvcn0 Je hebt er dc courant zeker bU gehad, 't Is. als of jc er bU bent geweest, 't Was wer kelijk een onvergetelijke dag. Is cr iemand van Je familie bU geweest? Ben Je nog van plan om naar een van de conferenties te gaan op de E. S. Hoeve? L. A. O. Bedoel je soms 't sche merlampje,dat door den heer S. ont worpen is? Dat is houtzaagwerk en dat zul Je waarschUnlljk bij den heer Stolp, Rustenburgerlaan 23 wel even mogen bekijken. Ik schreef over een gemberpotje of vaasje, waar je door middel van een kurk je draden door kunt. werken. KERSTROOSJE. Is het boek naar je zin? Ben je Woensdag dade lijk gaan lezen? Je hebt geiyk, dat Je mooie boek telkens nog eens leest. Dan leeft het verhaal steeds meer voor je. De cape doet nu zeker alle dagen dienst. Daar kan een Noder- iandach kind niet buiten. ZINNIA. Ik hoop voor jullie, dat het 21 October beter weer is. Ieder een kan natuuriyic niet mee naar de ziekenhuizen. Zoo ongeveer een 30 kinderen. Ik loot er altijd om. Je hebt nu keurig geschreven. Wat moet ik Je verder raden voor den St. Nic. wedstrijd te maken? Wat kun Je ma ken? En wat voor materiaal heb Jc? of ls er soms Iets voor je bij in de St. Nieolaas-Rubriek? P. V. Misschien kan meneer Stolp, Rustenburgerlaan 23 je wel helpen aan een patroon voor figuur zagen. Ga 't maar eens vriendclUk vragen. Bevalt het Je goed op de Mulo? ROODKAPJE en POESENMOE DERTJE. Leuk, dat jullie nu weer geregeld meedoen. ZUn jullie nu ook al aan een werkje begonnen voor den St. Nic. wedstrijd? ALBA. Heb Je de Mam lx van St. Aldcgonde nog gezien? Dc zee was zeker wel heel woest. Voor onze visschers zijn de laatste dagen lang niet voordcelig geweest. Want als 't zoo spookt, ls de zee levensgevaar- Njk. WATERROTJE. JU kunt nog eens vlug met de raadsels overweg. DadeUJk beginnen ls wel de verstan digste- weg. Aardig van je, dat Je Moeders grootste hulp helpt met een speldenkussen. Wat ls dat voor steek, de bindgardsteek? En wat maak Je zelf? JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG. Je hebt gelijk, dat je zuinig op je klokje bent. Is je nichtje nog bij jullie? Hoe gaat 't met haar moeder? Gelukkig, dat 't kind bU jullie zoo graag ls. Je houdt zeker veel van haar. Heb je de ontbrekende luci fersdoosjes al? Maakt je vriendinne tje nog een schortje? Ook een heel welkom cadeau. Je raadsels zijn goed. SNEEUWKLOKJE. Als er kin deren om ringen vragen, zal ik ze naar je tcesturen. Behalve servet- banden, kunnen er ook aardige doos jes van gemaakt worden, met of zonder deksel. Hartelijk gefelici teerd met je verjaardag. Ik hoop, dat Je een gezonde, sterke zus zult worden. Wa! aardig, dat de lieer en Mevr. L. Je ook komen fellciteercn. Hoe gaat het nu met je broertje? MARIETJE. Voor dat Lotto-spel heb ik wel oude kalenderblaadjes voor je, waar je de cijfers uit mag knippen. Ik kan Je ook wel aan plaat jes helpen. Of heb je die zelf wel. GERARD TEN H. Er ls in Je tuintje niet veel meer te doen ze ker. De zomerbloemen doen 't niet meer. De herfstbloemen hebben wei nig verzorging noodig. Dot komt na tuurlijk ook, omdat er minder insec ten zijn en 't onkruid niet zoo welig wast als ln den zomer. Ik zou die afgevallen bladeren maar stil laten liggen. Dat wordt goede bladmest. W. BLOMBERG—ZEEMAN, Marnixstraat 20. Haarlem, 10 October 1930. De losgelaten vlieger. Hendrik Mycr en zUn vader Gingen samen eens op stap. Weldra tuitten vader's ooren Van Henk's vrooiyke gesnap! .Ziet U nu dat brugje ginder, Daar, vlak bU die boerderU? Als we daar nu over loopen, ZUn wc daad'lUk in de wel!" ..Ja, maar zou de boer dat willen?" Vroeg nu pa, een beetje bang. „Ach natuurlUk!" blufte Hendrik 'k Ken dien boer toch al zoo lang...!* En de boer vond het niet erg. Lachend riep hy ..Loop man: door!" „Nou." zei vader vroolijk spottend: ..JU hebt goede vrienden hoor!" NauwelUks waren zy in 't weiland, Ofdaar viel iets uit de lucht! „KUk eens pa, daar valt een vlieger. Die is zeker op de vlucht1" ..Henk. we boffen." riep nu vader, Die direct een poging deed, Om den vlieger op te vangen. Licht was hU nog goed, wie weet? Maar toen vader 't ding gepakt had, Zag hU niets dan vlard' en vel! Om zUn spijt wat te verbergen. Zei hy toen: „Dat dacht ik wel.1" BIJVOEGSEL" VRIJDAG 10 OCTOBER 1930 No. 199 October heeft ons nog niet veel mooie dagen gebracht. Regen, wind en onweer. De bladen vallen wel heel gauw af. de kastanjes en beukenoot- jes worden vertrapt onder den voet. En 't ls buiten alles nat en klam en kil. Weet je, wat nu welig groeit en bloeit? De paddenstoel. De paddon- stoel kan niet leven zonder vocht. Overal schiet ze ln dezen regentijd naar boven. Tusschen het gras. zoo wel als bij boomstammen, zie je haar zoo maar voor den dag komen. Op dood hout van omgevallen hoo rnen zie je vaak de zeldzaamste exemplaren. De paddenstoel bloeit den heelcn zomer door, maar we letten er zoo niet op, omdat er dan zooveel mooiere geurige en kleurige planten te zien zyn. Maar nu het steeds kaler wordt op velden en langs wegen, ge ven we meer aandacht aan die sprookjesachtige planten, de pad denstoelen. Geurig kun Je ze niet noemen. In tegendeel. Sommige zooals b.v. de stinkzwam geven een vrccselljke lucht van zich af. In bosschen. waar ze in grootc menigte bijeen staan, ls 't vaak niet uit te houden van de vreesclijke lucht. De heer I-Ieymans vertelde eens, dat hU de stinkzwam voor 't eerst vond en die in een si garenkistje naar zUn vriend Jac. Thijs.se stuurde. Deze schreef hem een briefje terug, dat aldus begon: „Wat bezielt Je toch om mij zoo Iets ln huis te sturen. MUn vrouw en kinderen vlogen de kamer uit, toen ik 't kistje openmaakte!" Veel paddestoelen zijn reukloos. Een groot aantal is giftig en volgens de geleerden is een nog grooter aan tal eetbaar. Men beweert, dat er in Nederland 115 soorten eetbare pad denstoelen zUn. Ze bevatten een groot percentage aan eiwit. Ik ver nam. dat de Dultsche kinderen op school 't onderscheid leeren tusschen eetbare en vergiftige paddenstoelen. Toen lk eens ln Saksen was, zag lk in een klein plaatsje huls aan huls ritsen paddenstoelen aan draden ge regen en zoo buiten opgehangen om te laten drogen. Mag dc paddenstoel dan al geen of een onaangename geur hebben, de kleur is vaak des te mooier. Wit, geel, rood, bruin, paars, blauw, enz. Alleen de kleur groen ontbreekt in de pad- denstoelen-weireld. Omdat padden stoelen alle bladgroen missen, kun nen ze uit de lucht geen voedsel ha len. De paddenstoel vindt zijn voed sel ln den afval van rottende blade ren of vergaan hout. In helder duin zand zul Je daarom ook nooit een paddenstoel vinden. Nu spreekt het vanzelf, dat waar paddenstoelen zijn, ontbinding komt. Wortels bezitten ze cigenUjk niet. Onder den grond groeien lungc draden of vezel;. die zich naar alle kanten verspreiden. Deze draden noemt men met een vreemd woord Mycelium. Dit Myce lium onttrekt voedsel aan alle p an ten, die ln haar omgeving staan. W. B.—Z. m W'r Ja, dat was 'n mooie naam. dien men hem gegeven had. „Jantje On geluk!" „Jantje"dat ging nog, hij heette wcrkeUJk JanJan Ploegsma. ZUn vader heette Jan, zijn grootvader heette Jan, hU hoorde in de heele familie Ploegsma nooit iets anders dan Jan! En daarom had hy dien voornaam bij zyn goboorte óók meegekregen. Dus dat hoorde eenmaal zoo. Maar „Jantje Onge luk!" Het kon warempel niet beroer der. Nu was het waarhy zat altya en altijd in de hoekjes, waar de sla gen vallen. HU kon het niet zóó raar verzinnen, maar als er iets gebeurde, thuis of op school, steeds was hU er bU betrokken En tóch washU heusch zoo'n haantje dc voorste niet. Hij deed graag mee, dat wel. hij was niet zoo'n uitbijter, die alUjd maar toe keek als de anderen wat op touw hadden gezet. Maar het was wel merkwaardig „Het is, of de duvel ermee speelt!" kon hU wel eens nU- dig bij zichzelf zeggen dat zoo dra Jantje Ongeluk aan het spelletje mee ging doen, er het een of ander gebeurde, waardoor de pret bedor ven werd. En dan was hij altyd de schuldige. Een echte „Jantje Onge luk!".... NauwelUks had de klok hoog bo ven ln de kerktoren vier uur gesla gen. of de deuren van dc school aan den overkant van het plein werden met een ruk opengegooid en een troep joelende ruziënde jongens drong naar buiten en verspreidde zich al schreeuwend en stoeiend over het ruime plein. De meeste Jon gens begaven zich direct op weg naar huls, verschillenden hadden nog een fiksche wandeling voor den boeg, doch hier en daar vormden zich kleine groepjes, die zich met spelletjes bezig hielden. Aan ge schreeuw natuurlijk geen gebrek, dat hoort bU Jongensspelen blijkbaar. De meeste herrie werd geschopt door 'n tiental, dat een voetbalwcdstryd was begonnen: een hunner had van zijn ouderen broer een gebruikte tennis bal gekregen en met ernstige gezich ten doch intussehen elkaar met felle kreten aanmoedigend of uitjouwend, holde en draafde het troepje achter het dan hier dan daar vliegende bal letje aan. „Jantje Ongeluk" was niet van de partij. Hij had graag meegedaan maar de eigenaar van de bal en die mocht het toch zeggen, nietwaar? wilde er hem niet bU hebben. Niet, dat Jan Ploegsma een jongen was, waar ze liever niet mee speel den. heelemaal niet. Hij was altijd eerlijk en zijn vriendjes behoefden niet bang te zijn voor stiekeme stre ken, maarhij was nu eenmaal „Jantje Ongeluk". En dat was 'n be zwaar, vooral als er met zoo'n fijne bal gespeeld werd als dezen keer. Eergisteren nogZe v.aren fUn aan het voetballen. „Jantje Onge luk" was er nog niet bij die moest nog even op school blijven om Iets af te maken en er was geen vuil tje aan de lucht, geen politie in de buurtniets! Na 'n half uurtje komt Ploegsma de school uithollen en schreeuwt al in de verte om de bal naar hem toe te schoppenEen van de jongens doet hetPloeg sma trapt de bal met een geweldigen schop terug, zóó hard, dat geen van de jongens hem kan tegenhouden en hij vliegt met 'n vaartje een zij straat in. 'n Paar jongens er achter aan, ze komen den hoek om ren nenen zien nét, dat 'n politie agent den bal rustig in z'n zak steekt. Die had al 'n poosje staan loeren maar hU begreep wel. dat als hy het hoekje om kwam, de bal ln minimum van tijd verdwenen zou zUn. Had die „Jan Ongeluk" nu maar niet zoo hard ln die richting ge traptNeen hoor, hU moest maar niet meedoenals hij erbij was, raakten zij den bal wéér direct kwyt! Het arme slachtoffer van het nood lot had eerst 'n poosje toe staan kij ken, maar toen hU zag, dat hy toch geen kans had, besloot hy naar huls te gaan. Hij was dan wel erg vroeg thuis, maar hier op het plein was het toch óók niets gedaan. Die sufferds, om hem niet mee te laten doen! Kon hij het helpen, dat die politieagent nu precies op dat hoekje stond? Het had hun net zoo goed kunnen ge beuren, al heetten zU dan géén .Jan tje Ongeluk". Jan, doe Je mee? We spelen haasjc-over naar huls toe! Vooruit, achter elkaar! En meteen stond Jan al In de hou ding, het verdriet was vergeten en met opgewektheid deed hy met 't spelletje meeStaan, springen, springen, springenstaanZoo schoot hij vlug op en hU was al 'n heel eind ln de rlcntLng van zUn huls toenhet onvermUdclijke gebeur de!In het eerst had hy erg pre cies gesprongen, maar langzamer hand was hy onverschilliger gewor den het duurde ook zoo lang ach tereen en het springen ging steeds slordiger. Daar opeens voelde hy, dat het mis ginghoe het kwam, dat wist hy niet, maar met 'n schok gleed hy met z'n eene hand van den rug van den Jongen af. schoot over hem heen en kwam met 'n smak op den grond terecht. Dat kwam aan, hoor! ZUn knlecn leken wel ln brand te staanen z'n handenhet vel was eraf! ILiJ krabbelde met 'n pUniyk ge zicht overeinden bleef beduusd naar z'n kameraadje staan kUken Wat scheelde dien? HU stond heele maal krom, maar wat deed hy? Stond hy te lachen of stond hIJ to huilen. Had hy misschien by hen vallen 'n trap van hem gekregen?.... Hy deed waarempel allebei! Lachen en hullen, of liever gezegd: hy huil de van het lachen! O, Jan! o, Jan! Wat maakte Je daar 'n fyne bokkc.sprong! Dat moet Je nog eens probeeren. Ik lach me naar!.... Dat was te véél voor Jan Éérst zoo vallen en dan nog uitgelachen wor den op den koop toe! Dat zou hij dien lammen Jongen wel eens inpe perenen met 'n sprong vloog hij op den ander toe. Jan kreeg echter geen kans. zUn woede te koelen, want Piet van Noort, hevig geschrok ken van zyn woedende gezicht, schoot als 'n pijl uit den boog een zystraat ln. HIJ had respect voor de stevige knulsten van Jantje Ongeluk. Ploegsma hom achterna! Hij moest en zou Pietje we! eens eventjes 'n handje geven! Kijk daar schoot hij dat steegje lnJan zette zUn tan den op elkaar en rende wat hij kor Daar hoorde hy opeens achter zich in de straat een vreesciyk gerinkel van glasWat zou daar gebeu ren? Zou hy teruggaan, om eerst eens te kijken? Maar dan kreeg Piet zyn verdiende loon nietNeen, eerst hem achterna, dan kon hij la ter nog gaan kyken, of er een onge luk gebeurd was En na 'n kort oogenblik van aarze ling rende Jan weer voorthet steegje ln, waarin hU Plet van Noort had zien vcrdwynen Net toen Jan aan den eenen kant de steeg inholde, versoheen aan het andere eind een po'.iteagent.die met zijn volle breedte den uitgang versperdeJan rende het steegje door en zou net langs den polltic- agent glippen, toen deze plotseling zijn arm uitstak cn Jan by zyn schouder greep. Dat tref Jc niet, hè, vadertje? dat Je me daar precies in de armen loopt, grinnikte de agent, Maar lk heb niets gedaan, agent verzette zich Jan, die niet het minste vermoeden had, waar men hem van verdacht. (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19