lMikada& ko^s^esvlu /3 ct.
H.D. VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
'nGERO FABRIKAAT
DE MYSTERIEUSE
VERDWIJNING.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 15 OCTOBER 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Dorpsgebeuren.
WILLY VAN DER TAK.
Het dorp lag stil en vredig als éen slapend
kind aan zijn trekvaart, waarin wat rood en
groen kroos dreef, 'n paar eenden rondzwom
men, en af en toe een doorvarende trekschuit
wat rimpels veroorzaakte, die na vijf minu
ten weer verdwenen waren.
ALs er een auto langs den smallen rooden
weg aan kwam rijden, klosten de menschen
op hun klompen over de houten bruggetjes,
die hun oprijlaan waren en de herkauwende
koeien in de weilanden aan den overkant
krabbelden overeind op hun stijve onhandige
poolen en bleven hem stomp en suf staan
nakijken. Dan keken ze elkaar aan, schud
den hun wijze hoofden even met een zacht
geloei, en lieten zich weer neer alsof ze
oude heeren waren met stijve botten en
rheumatiek, en overlegden, dat zoo'n raar
ding toch eigenlijk niet de moeite waard was
om je voor op alle vier je pooten te verhef
fen. Maar als er na vier maanden weer één
kwam, waren ze dat wijze besluit al lang
weer vergeten en stond#n weer krakend op
en keken, en hadden er spijt van als ze hun
pooten weer moeizaam onder zich moesten
vouwen om te gaan zitten.
Als er een vreemdeling door de dorpsstraat
liep. vlogen achter hem alle deuren open, en
als hij aan het einde omgekeken had, zou
hij gezien hebben, dat de lange leege dorps
straat, waar hij doorgekomen was. opeens
bevolkt was met groepjes druk pratende vrou
wen, met kinderen aan hun rokken, die met
een wijsvinger in hun mond kwasi voor zich
kijkend naar moeders beweringen stonden te
luisteren, met het eene oog Pietje van buur
vrouw Klaassen in de gaten hielden, die te
oordeelen naar den 'bobbel in zijn zak, net
een appel moest hebben gekregen, en met
het andere de belangwekkende gestalte in de
verte nakeken. Maar een vréemdeling in het
dorp was een gebeurtenis, die zelden meer
dan tweemaal in het jaar voorkwam, sedert
de burgemeester op een avond vloekend te
gen zijn vrouw had gezegd, dat ie beschim
melde in dat ellendige gat, en zijn domicilie
gekozen had in het minst stille van de vier
dorpjes waarvan de goden of het noodlot be
slist hadden, dat hij er tot in lengte van da
gen zijn bestaan verslapen zou
In dat dorp nu was het, dat de dominéé,
„menler den dommenie" zooals hij allerwe
gen met de verschuldigde eerbied genoemd
werd, op een goeden dag last kreeg van sla
peloosheid, en nachten lang in zijn bed lag
te woelen en te draalen.
en tot dol wordens toe de
uren en kwartieren lag af te tellen, die de
klok van het kleine, landelijke, met klimop
begroeide kerkje tegenover zijn pastorie, met
heldere, hooge, hinderlijk blijmoedige slagen
den stillen nacht inzond, tot door de witte
rolgordijnen met balletjes van zijn kamer het
eerste daglicht schemerde, en hl) slecht ge
humeurd en moe in al zijn ledematen op
stond om zijn zacht gekookt eitje en twee
dunne bruine, boterhammetjes te eten. en
zijn preek voor te bereiden of zijn parochia
nen troost en opwekking te brengen, indien
zulks noodig was.
En in dat zelfde dorp was het ook, dat op
een goeden avond tegen een uur of acht, toen
de zon al een paar uur geleden afscheid van
de wereld had genomen met een laaiend
oranje vreugdevuur, en alles donkef en som
ber achter had gelaten, een schuwe gestalte
met een wit, half boos, half angstig gezicht,
de deur van de pastorie uit kwam sluipen, en
met angst en vreezen in het hart zijn hand
legde op het hekje, dat toegang gaf tot het
stukje grond om de kerk, en dat allerver
schrikkelijkst piepte.
En tien minuten later stond de koster van
de kerk, die tegelijkertijd melkboer was, met
zijn knol van een horloge in zijn hand aan
zijn deur, en keek verbaasd op naar den
kerktoren, die als een zwarte silhouet boven
de lage huisjes uitstak, en begreep er niets
van. En hij wierp een spljtlgen blik in zijn
achterkamer, waar het gezellig en warm was
en zijn vrouw met haar nieuwe bril op zijn
dikke, eigengebreide zwarte sokken zat te
stoppen, en gooide een beetje venijnig zijn
winkeldeur achter zich dicht, zoodat het bel
letje twee minuten later nog narinkelde.
Maar toen hij een kwartier later weer aan
kwam wandelen sloeg de torenklok helder en
vroolijk het halve uur, en hij groef zijn han
den behagclljk wat dieper in de zakken van
zijn oude bruine manchesterbroek, en vond,
dat hij een plichtsgetrouw man was. Hij wist
niet, dat op dat zelfde oogenblik in het domi
neehuis met een ruk een gordijn opzij ge
schoven werd, en een gezicht verbaasd en
beleedigd omhoog keek naar de recalcitrante
torenklok, die het waagde zijn eigen dominee
te weerstreven. Ditmaal stoorde hij zich niet
aan verraderlijke, krakende hekjes, maar
ging zonder vrees of angst op zijn doel af,
met zware stappen, en een vooruitgestoken
onderlip. En de verwensching. die op zijn
lippen brandde, maar die nog net bijtijds kon
terug dringen, werd een uur later uitgespro
ken door den koster, die om half tien met
een glimlach zijn hoofd buiten 't raam had
gestoken om het gevoel van voldoening, dat
hij den heelen avond gehad had, nog even
te ververschen, voor hij zich ter ruste begaf;
en hij schopte zijn groote, met bloemen ge
borduurde pantoffels uit, en plompte nijdig
weer in zijn schoenen. Toen hij thuis kwam,
sloeg de torenklok net kwart voor tienen.
Maar hij viel nijdig neer op den rand van
zijn bed. en boog zich grommend voorover
om zijn schoenen uit te trekken. En twee mi
nuten later sliep hij en vertikte het om wak
ker te worden voor een zonnestraal hem on
der zijn oogleden kietelde en wakker maakte.
Om half elf, toen hij monter en wel ach
ter zijn karretje met rammelende melkbus
sen aan door de dorpsstraat kuierde, bleef hij
plotseling stil staan, keek omhoog, en zei
verbaasd, terwijl hij zijn pet afnam en door
zijn verschoten blonde haren krabde: „Gat-
samme!"
En hij liet zijn karretje in den steek, en
liep dreunend de dorpsstraat af tot voor de
met blinkend witte tulle gordijntjes bespan
nen ramen van de pastorie, waar hij stil bleef
staan en nog eens „Gatsamme!" zei. De to
renklok stond stil.
Achter hem ging de voordeur open, en
toen hij zich omdraaide stond op den drem
pel menler de dommenie met den kop van
zijn pijp in zijn hand en een twee rimpels
in zijn voorhoofd, maar een opgewekte glim
lach om zijn mond. Uit de open deur kwam
de geur van versch gezette koffie, en de do
minee, maakte een uitnoodigend gebaar naax
binnen, terwijl hij peinzend een dikke rook
wolk uitblies.
Maar voor hij binnen ging, draaide de kos
ter zich om, en wees omhoog met een ver
baasd gebaar, en zei: „De klok staat stil, me-
nier den dommenie".
,,Ja", zei menier den dommenie, en blies
nog een rookwolk uit voor hij de deur achter
hen sloot.
Sedert dien dag staat in het dorpje, dat
daar vredig en stil ligt aan de trekvaart, en
waar de koeien maar steeds niet besluiten
kunnen, of ze zullen opstaan voor een voor
bijgaande auto of niét, des nachts de toren
klok stil, omdat menier den dommenie an
ders niet slapen kan. 's Ochtends vroeg
maakt de koster hem weer aan den gang, en
's avonds laat wipt de dommenie zelf even
door het krakende hekje om haar stil te zet
ten. De dommenie ziet er uitstékend uit.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissemenls-Rechtbank te
Haarlem zijn op 14 October in staat van fail
lissement verklaard:
1. J. de Vries, wonende te Beverwijk, Baan-
straat 39.
Curator Mr. J. A. B. Sanders, wonende te
Beverwijk.
2. Dirk Burger, wagenmaker, wonende te
Zaandam, Dampad 45a.
Curator Mr. H. M. C. Dekhuijzen, wonende
te Zaandam.
3. C. G. Hundepool, koopman, wonende te
Heemstede, Paulus Buislaan 12.
Curator Mr. F. A. Davidson, wonende te
Haarlem.
Rech ter-Commissaris in al deze faillisse
menten Mr. A. L. M. van Berckel.
Geëindigd is het faillissement door het ver
bindend worden der uitdeelingslijst van:
I. B. Pennings, ambtenaar Prov. Griffie,
wonende te Haarlem.
Curat-or Mr. L. V. Hoog, wonende te Haar
lem.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
WERKVERSCHAFFING EN
WERKVERRUIMING.
HET RAPPORT VAN MR. J. GERRITSZ.
Door den heer M L. A. Klein zijn eenigen
tijd geleden de volgende vragen gesteld:
In verband met de werkloosheid speciaal
onder de bouwvakarbeiders, verzoek ik, de
afgifte van bouwvergunningen zooveel mo
gelijk te bespoedigen en zijn B. en W. be
reid den Raad mede te deelen of en welke
werkverschaffing B. en W. in voorbereiding
hebben?
De wethouder van openbare werken Mr. J.
Gerritsz heeft in antwoord op die vragen,
zooals wij Dinsdag reeds kort meldden, een
utvoerig rapport samengesteld. Daarin wordt
allereerst opgemerkt dat de gemeentelijke
overheid slechts aanvullend zal kunnen op
treden bij de bestrijding der werkloosheid.
De situatie hier ter stede is ten aanzien
van het bouwvak zoodanig, dat verreweg
het grootste deel van allen woning- en fa-
brieksbouw in Haarlem en naaste omgeving
wordt uitgevoerd voor rekening van parti
culieren (over het tijdvak AprilAugustus
1.1. te Haarlem pl.m. 87 pet
De bedrijvigheid in de bouwvakken Ls dus
voornamelijk afhankelijk, aldus het rapport
van particuliere opdrachten.
Voor de gemeente komen als duurzame
maatregelen slechts in aanmerking diegene
welke liggen op het terrein der regularlsatie
en der werkverruiming.
21 Mei 1929 gaven B. en W. opdracht aan
Directeuren van O. W. en Werkloosheidsbe
strijding een werkplan op te stellen voor een
zoo gelijkmatig mogelijke verdeeling der in
dat jaar uit te voeren werken.
3 Juli werd dit rapport aan B. en W. toe
gezonden, met één opmerking over de be
trekkelijk geringe beteekenis van het ge
meentelijk werk vooï de totale bedrijvig
heid In het bouwvak.
Op 13 December verleenden B. en W.
machtiging, om de aangegeven werken (as-
phalteering en scholenbouw) ter hand te
nemen, waarbij een rouleersysteem (6 we
ken) voor losse grondwerkers toegepast zou
worden.
Begin Februari 1930 besloten B. en W. dit
rouleersysteem, dat gunstig werkte, voortaan
voor het wintertijdvak OctoberApril weer
door te voeren voor alle losse werklieden in
gemeentedienst.
Op 19 Maart volgden nieuwe besprekin
gen, om. over aanleg begraafplaats. Noor
der-Hout, stratenaanleg, bouwplan Haarlem
Noord, een werkprogramma van O. W., ge
durende 5 a 6 maanden werk biedend aan
ongeveer 100 grondwerkers.
Hout en Plantsoenen zou in October 15 a
20 man kunnen plaatsen bij plantsoenaan-
leg nabij het Slachthuis en de Goo-wete-
ring; verder 11 man voor anderen arbeid.
Het gasbedrijf zou 10 of 12 man noodig heb
ben; het electriciteitsbedrijf 10 man gedu
rende 4 a 5 maanden. Vervroegde uitvoe
ring van het kabelwerk, aangewezen voor
den zomer 1931, wordt om technische rede
nen ontraden.
Het waterleidingbedrijf heeft enkele wer
ken gestaakt, om die ln den komenden win
ter te kunnen voortzetten De gemeenterei
niging heeft slechts in den zomer werk voor
4 ldbse arbeiders, tijdens de vacanties van
het vaste personeel. Havenwezen kan in den
winter een paar menschen te werk stellen
aan het onderhoud der ponten. Het Open
baar Slachthuis heeft zijn schoonmaakwerk
zaamheden reeds naar den winter verlegd.
Besloten werd op 5 Mei 1930 arbeiders van
buiten, die naar de gemeente Haarlem kwa
men, den eersten winter na hun vestiging
alhier van gemeentelijk werk uit te sluiten.
Op 13 Mei werd aan den Directeur der
Werkloosheidsbestrijding opdracht gegeven
tot spoedige samenstelling van een schema
der werken, dan en in den winter uit te voe
ren, waarbij gestreefd moet worden naar
een tewerkstelling van zoo mogelijk 200
man.
In een bijeenkomst van hoofden van tak
ken van dienst op 28 Mei bleek, dat voor
namelijk O. W., grondbedrijf, en Hout en
Plantsoenen iets zouden kunnen doen in de
richting van werkverruiming. De beschik
bare ophoogingswerken waren nagenoeg uit
geput (deze meening was volgens den wet
houder van O. W. niet juist).
Niet alle gemeentelijke werken kunnen in
aanmerking komen als object van werkloos-
heidsbestrij ding.
Het gasbedrijf zou, naar ln die vergadering
van 28 Mei bleek, voor het najaar en den
winter pl.m. 400 man-weken werk hebben.
Bouw- en Woningtoezicht in den komenden
tijd pl.m. 9200 man-weken. Ook andere be
drijven zouden eenige werkkrachten kunnen
plaatsen.
Op 17 Juni werd het rouleersysteem gedu
rende dezen zomer bestendigd. Van 22 tot
26 Juli gaven B. W. weer opdracht aan de
betreffende Directeuren om opgave van
werken voor werkverruiming. Deze opgaven
kwamen in Augustus binnen. In den winter
1929/'30 zijn cursussen gehouden voor me
taalbewerkers en schildersgezellen.
In Mei 1.1. gaven B. en W. opdracht, gege
vens te verzamelen omtrent vestiging en
vertrek van arbeiders. Een voorlooplge in
druk, naar de ingekomen opgave, is reeds
dat het inwonertal van Haarlem hoofdzake
lijk stijgt door een toenemende arbeidersbe
volking. In dezelfde maand werd opdracht
gegeven aan den Directeur van Bouw- en
Woningtoezicht maandelijks verschillende
opgaven in te zenden, welke inzicht kunnen
geven ln de toekomstige bedrijvigheid in
het bouwvak. Eenzelfde verzoek werd in
September gedaan aan de gemeentebestu
ren van Beverwijk. Bloemendaal, Heemste
de, Velsen en Zandvoort en wel in verband
met werkzaamheid van vele Haarlemsche
arbeiders buiten de stad. Het is zeer waar
schijnlijk, dat na eenigen tijd tusschen die
gegevens omtrent de bouwbedrijvigheid en
de cijfers over de werkloosheid zeker ver
band zal blijken te bestaan.
Door eenige hoofdambtenaren is het
vraagstuk van den „economschen barome
ter" in studie genomen. Met de secretaris
sen van den Metaalbond zijn 14 Juli bespre
kingen geopend over de mogelijkheid van
tijdige voorlichting aangaande vooruitzich
ten in de metaalnijverheid, doch de Metaal-
bond heeft daarover nog niet vergaderd.
Bouw- en Woningtoezicht geeft sedert
Juli 1929 elk half jaar een overzicht over
leegstaande woningen, gesplitst naar de hu
ren. Dit dient om het inzicht in woningbe
hoefte te verbeteren en daardoor de juiste
gedragslijn op het gebied van den woning
bouw te kunnen bepalen.
B. en W. treffen maatregelen om den ter
mijn voor de afdoening van bouwaanvragen
zooveel mogelijk te bekorten. Het rapport
stipt echter aan dat niet uit het oog verlo
ren mag worden dat bespoediging voor de
totale werkgelegenheid van geen beteekenis
is, omdat het beschikbare werk in zijn ge
heel er niet door vermeerdert.
Uit te voeren of uitge
voerde werken.
Sedert September 1929 is uitgevoerd aan
grondwerken voor f 373.445, aan bouwwer
ken voor f 686.625, totaal f 1.060.070.
In uitvoering is aan grondwerken voor
f 2.863.550, aan bouwwerken voor f 1.034.781.
Gebouwd worden: 99 woningen aan den
Harmenjansweg, voor f 311.500; 64 woningen
aan de Archipelstraat voor f 204.000 en 110
woningen aan de Spaarnhovenstraat voor
f 352.000. Totaal f 4.765.831.
Nog moeten uitgevoerd worden: grond
werken voor f 164.500, bouwwerken voor
f 164.750, gemeentelijke woningbouw (258
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
woningen In het Juno-plantsoen) voor
f 940.500. Totaal f 1.269.750.
End September 1930 was het totaal aantal
meerderjarige werklooze mannen beneden
65 jaar 1007, van wie 41 grondwerkers en
348 bouwvakarbeiders waren.
Wat den woningbouw betreft vermeldt het
rapport, dat thans wordt gewerkt aan den
bouw van 3 complexen gemeentewoningen
(273) en 3 complexen van bouwverenigin
gen (175 woningen); dat reeds is aanbe
steed maar nog niet aangevangen de bouw
van één complex eener bou wvereenlging
(109 woningen); dat einde December zal
worden aanbesteed de bouw van een com
plex (258) gemeentewoningen en binnenkort
2 complexen van bouwverenigingen. (90 wo
ningen).
Deze werkzaamheden bieden een werkge
legenheid van pl.m. 20200 man-weken.
Verder is nagegaan welke publieke werken
voor directe uitvoering beschikbaar zijn. Dit
zijn: normalisatie Goo-wetering, walmuur;
Noorder-Buitenspaarne, graven vijver bij de
Van Heussensstraat, ophooging terreinen ten
N. Zaanenlaan, omlegging riool Accacia-
straat, rioleering Rijksstraatweg ten N. van
de Jan Gijzenvaart. rioleering aan de Delft,
Lorentzkade, ten N van de Van Nesstraat
en Spaarndamschen weg, reorganisatie Fon
teinlaan en Zijlweg (beide gedeeltelijk). As-
phalteering Plein en omgeving (restant) di
verse werkzaamheden bij gemeen te-bedrij-
van in de komende 6 maanden.
Al deze werken bieden een werkgelegen
heid van totaal 4440 man-weken.
In los dienstverband bij de gemeente voor
buitengewone werkzaamheden zijn than*
156 arbeiders.
Het rapport acht de conclusie gewettigd
dat het mogelijk is tot Nieuwjaar ongeveer
200 man te werk te stellen. Het beleid van
het gemeentebestuur aldus het rapport,
moet er dus op gericht zijn. in de komende
maanden nog zooveel werkgelegenheid ge
reed te maken, dat na Nieuwjaar opnieuw
voor 200 man gedurende 3 maanden werk
gelegenheid bestaat.
Bij het rapport behooren eenige grafische
voorstellingen en bijlagen.
DE GEMEENTE-REINIGING.
ONTSLAG VAN WERKLIEDEN.
Een abonné schrijft ons o.a. het volgende:
,,Ik vernam, dat op 4 October IJ. vier ar
beiders, in lossen dienst bij de Gemeente
Reiniging werkzaam, en allen gehuwd, zijn
ontslagen.
Op 6 October d.a.v. nam dit bedrijf weer
drie jeugdige arbeiders, (jongens) in dienst,
terwijl bovendien twee jongens, tegelijk met
bovengenoemde vier gehuwden op 12 Mei j.l.
in dienst gesteld, gehandhaafd werden. Men
zou uit een en ander kunnen afleiden dat
men bij de Reiniging uit overwegingen van
zuinigheid tracht om gehuwde, volwaardige
arbeiders te vervangen door jonge, goed-
koope krachten. Zuinigheid is een zeer goede
eigenschap, maar dit lijkt toch wel wat op de
zuinigheid, die de wijsheid bedriegt. Immers,
die vier ontslagenen vergrooten direct het
leger steuntrekkenden; zij moeten dus gehol
pen worden. En dit kost ook geld. Zou het
nu niet beter geweest zijn om die gehuwde
arbeiders, dus kostwinners, in dienst te hou
den? Ieder weet toch dat het momenteel r.u
juist niet zoo heel gemakkelijk is voor een
arbeider om werk te vinden, dat hem een
loon waarborgt, hetwelk hem in staat stelt
voor zijn gezin te zorgen, terwijl de mogelijk
heid voor een jongen om werk te vinden toch
licht iets grooter is. Ik ben er van overtuigd,
dat de gehuwden liever voor een behoorlijk
weekloon werken, dan voor een half loon wat
te loopen slenteren,"
Tot zoover deze abonné.
We hebben dit stuk ter kennis gebracht
van den directeur der Gemeente-Reiniging.
De heer Van Driel deelde ons mede, dat de
betrokken arbeiders in dienst zijn genomen,
om zieke werklieden of verlofgangers tijdelijk
te vervangen. Dat is hun bij hun indienst
treding uidrukkelijk gezegd. Soms vragen zij
wel eens te mogen blijven, maar dat kan niet.
„Ik moet rekening houden met het bedrag,
dat hiervoor op de begrooting is uitgetrok
ken", aldus de heer Van Driel. „De geheele
personeelsformatie hangt er mee samen. Ik
moet er natuurlijk als bedrijfsleider voor
zorgen, dat de begrooting voor dit bedrijf
niet overschreden wordt. En voor jongens
werk nemen we uit den aard der zaak alleen
jongens aan."
VAL VAN DE RIVIEREN.
In het afgeloopen etmaal vertoonde de
Waal voor Nijmegen een val van elf centi
meter, meldt het Hbld. Evenwel staat de kade
nog geheel blank, terwijl het zich laat aan
zien, dat deze toestand nog wel eenigen tijd
bestendigd zal blijven. Ook van de Maas
wordt val gemeld.
FEUILLETON
sn
„Ik vrees dat ik lager had moeten vliegen
dan ik gedaan heb", peinsde 't meisje, haar
voorhoofd fronsend. „Haar verhaal was vol
komen aannemelijk cn toch.... weet ik 't
niet".
„Nu, een ding is zeker." merkte Kirk op.
„Ze is niet Eve Durfind".
„Hoe weet u dat?" vroeg Miss Morrow.
„Wel, haar leeftijd, 't Is nog bijna een
kind".
Miss Morrow lachte. „Wat is zoo'n vrouw
toch gelukkig op dit punt", zei ze. „Jullie
mannen zijn zoo beklagenswaardig blind,
waar 't een blondine betreft".
„Wat bedoelt u?"
„Ik bedoel, dat er sommige kunstgrepen
zijn die 'n man kunnen bedriegen, maar
nooit 'n vrouw. Miss Barr ls op z'n allerminst
dertig jaar".
Kirk floot zacht. „Ik zal voorzichtiger moe
ten worden", zei hij. „Ik vond haar allerliefst
en meende dat ze twintig was".
Hij keerde zich om en zag Paradise. De
butler was zacht binnengekomen en hield
hem nu een zilver blad voor, alsof hij een
groote schat binnen bracht.
„Wat moet ik hiermee doen, Sir?" vroeg
hij'.
„Waarmee?" vroeg Kirk.
„Brieven aan Sir Frederic Bruce geadres
seerd. door middel van het Reisbureau. Ze
zijn zooeven door Mr. Enderby doorgezon
den.
Miss Morrow kwam driftig aangeïoopen.
„Tk zal cr me mee belasten", zei ze. Paradise
boog en ging de kamer uit. De oogen van
't meisje schitterden. „Daar hebben we nog
heelemaal niet aan gedacht, sergeant. Sir
Frederic's post 't kan een goudmijn be-
teekenen". Ze hield een brief in de hoogte.
„Hier de eerste brief een uit Londen.
De Metropolitan Police, Scotland Yard".
Vlug deed ze de enveloppe open en, terwijl
ze er een enkel blaadje papier uit te voor
schijn haalde, vouwde ze 't open. Ze gaf 'n
gilletje van misnoegen.
Kirk en Charlie Chan kwamen kijken.
Ze staarden naar 't blaadje papier, dat uit
de enveloppe van Scotland Yard te voorschijn
was gekomen, 't Was alleen 'n velletje papier
geheel onbeschreven.
Miss Morrow stond, met samengetrokken
wenkbrauwen, verbijsterd te kijken, naar 't
onverwachte voorwerp dat ze uit de enveloppe
dlc 't poststempel „Londen" droeg, gehaald
had.
„O, hemel", zei ze zuchtend, „er is maar
een bezwaar in deze detective zaak, name
lijk, dat ze zoo vol geheimzinnigheid is".
Chan glimlachte Chan glimlachte. „Vraag
nederig excuus dat ik 't aanroer, maar ik
zou u willen aanraden om uw gezicht weer
glad te strijken. Het zou erg jammer zijn ais
daar rimpels van kwamen. Dingen die. bij
gelegenheid, verbazing wekken, maken 't leven
gekruid. Neem deze meening aan van een die
't weet".
„Maar wat ter wereld beteekent dit?" vroeg
ze.
„Ik 'ben zeker dat 't één ding niet be
teekent", antwoordde Chan. „Scotland Yard
stuurt geen onbeschreven papier over zes
duizen mijlen land en water, in jlotselinge
speelschheid. Neen, er is, vlak bij ons, een
vreemd iets bezig af te spelen, waarvan 't
onze plocht is den sluier op te lichten".
Het meisje begon "t blanco velletje glad
te strijken. Chan strekte een waarschuwende
hand uit. Niettegenstaande z'n gezetheid, was
de hand mager en smal, met lange,
spits toeloopende vingers. „Ik smeek u om 't
niet langer aan te raken", zei hij. „Een
groote fout! Want, hoewel we 't niet kunnen
zien, is er iets op dat papier".
„Wat?", informeerde ze.
„Vingerafdrukken", antwoordde hij. Voor
zichtig nam hij 't papier bij een hoekje 'beet.
„De vingerafdrukken, klein en stevig die u
gemaakt hebt, en de vingerafdrukken, mis
schien niet zoo klein, van dengeen die 't
papier'opgevouwen heeft en 't ln de envelop
pe schoof.
„O, natuurlijk", zei Miss Morrow.
..Ik ben geen erge bewonderaar van weten
schap bij ons werk. Maar vingerafdrukken
vertellen nog al eens de waarheid", zei Ohan.
„Gelukkig heb ik nog al wat studie op dit
punt gemaakt. In Honolulu verheug ik me
in den mondvollen titel van vingerafdrukken-
deskundige. Mr. Kirk, hebt u een la met 'n
zwaar slot, waarvan u alleen den sleutel in
bewaring hebt?"
„Zeker", antwoordde Kirk. Hij ontsloot
een vakje ln een mooi Spaansch bureau,
waarin Chan het papier neerlegde. Kirk
sloot 't af en, terwijl hij den sleutel van
z'n ring nam, overhandigde hij dien aan
Charlie.
„Later" merkte Chan op, „kwijt ik mij, met
lampenzwart en een borstel van kameelhaar
van mijn taak als expert. Wellicht kunnen
we dan ontdekken, wie Sir Frederic's brieven
heeft opengemaakt". Hij nam de enveloppe
op. „Kijk eens hier! Er is met stoom gewerkt,
dat kan men duidelijk zien".
„Stoom", riep Barry Kirk uit. „Maar wie,
ter wereld o, neen. maar. Sir Frederic's
post kwam door middel van 't kantoor van een
reisbureau".
„Juist", grinnikte Chan.
„En Mr. Carrick Enüerby is daar werk
zaam".
Chan haalde z'n schouders op. „U bent
een slim man. 't Is volstrekt niet onmogelijk
dat de afdruk van Mr. Enderby's grooten duim
op dat papier is. Maar, vermoedens geven hier
niets, er moeten feiten geconstateerd worden.
Miss Morrow, mag ik u brutaal vragen
om de rest van Sir Frederic's post?"
„Ja, natuurlijk", zei 't meisje. „Ik voel me
haast schuldig hierdoor, maar als de plicht
gebiedt, u weet 't
Ze ging zitten en doorliep de andere brieven.
Blijkbaar was haar onderzoek zonder eenig
belangrijk gevolg.
„Wel", zei ze, tenslotte, „dat is dat." Ik
laat 't geval van 't blanco velletje papier
voor u sergeant. Ik voor mij ga m'n attentie
wijden aan Miss Gloria Garland. Wat deed die
parel van haar collier onder 't bureau waar
naast Sir Frederic gedood werd?"
„Een verstandige vraag", knikte Chan. „Miss
Garland moet nu mar eens gevraagd worden
om te converseeren. Moge zij meer bewijzen
van die kunst afleggen dan Miss Lila
Barr".
„Laat mij haar eens opbellen en haar ver
zoeken hier te komen", stelde Kirk voor. „Ik
zal haar zeggen dat ik met haar eens wilde
spreken, ln mijn kantoor, over de zaak van
gisterenavond. Ze komt dan wellicht een
beetje minder voorbereid op 'n uitlegging,
dan als ze weet dat de politie haar wenscht
te ondervragen".
„Prachtig", zei Miss Morrow, goedkeurend.
„Maar ik ben bang dat we al te veel 'beslag
leggen op uw zaken, Mr. Kirk. U moet 't zeg
gen, als dit zoo is".
„Welke zaken?" informeerde hij luchtig-
„Ik ben nu, evenals sergeant Chan, aan uw
kantoor verbonden. En ik zal er misschien
steeds meer aan verbonden blijken. Als u
me een oogenblik wilt excuseeren
Hij ging naar de telefoon, en 't bleek dat
Miss Garland thuis was. De actrice stemde
er in toe direct te komen. Toen Kirk de tele
foon verliet, werd er aan ae huisdeur gebeld
en liet Paradise een bezoeker binnen. Kapi
tein Flannery kwam de kamer in.
„Ziezoo", zei hij, „u bent hier allemaal,
niet waar? Ik zou gaarne eens rondkijken
als ik niet stoor".
.Niemand zou zeker meer welkom kunnen
zijn", verzekerde Chan hem.
„Dank u, sergeant. Hebt u dit vraagstuk
al opgelost?"
„Op 't oogenblik nog niet", grinnikte
Chan.
„Nu, u bent wat langpaam, is 't niet?"
Kapitein Flannery was wat geïrriteerd en
niet in 't beste humeur. „Ik dacht dat. naar
wat ik over u heb gelezen, u den schuldige
al voor me achter slot zoudt hebben, op 't
oogenblik".
Chan kneep z'n oogen dicht. „De uit
daging wordt aangenomen", antwoordde hij
geestig. „Ik heb reeds de politie hier te lande
verplicht door eenige cachotten met schul
digen te vullen, die zij niet kon vangen. Naar
ik in de bladen lees, blijft er. op dat punt,
nog heel wat voor me te doen, over".
„Is dat zoo?" antwoordde Flannery. Hij
wendde zich tot Miss Morrow. „Hebt u al
met dat meisje Barr gesproken?"
„Dat heb ik gedaan", zei 't meisje. „Ze
herhaalde Lila Barr's verhaal, dat Flannery
zwijgend aanhoorde.
„Wel", merkte hij op, toen ze klaar was,
„u kreeg niet veel te hooren, hè?"
„Dat moet ik toegeven", antwoordde ze.
„Mogelijk niet zooveel als ik er uitgekregen
zou hebben, al ben ik ook geen vrouw. Ik
ga nu naar beneden en zal zelf nog eens 'n
onderhoud met haar hebben. Ze lijkt me niet
zoo best toe. Hullen omdat haar jongen
wegging zonder haar? Misschien. Maar als u
't mij vraagt, ls er tegenwoordig meer voor
noodig om een vrouw aan 't huilen te
maken".
(Wordt vervolgd).