ZATERDAGAVOND
HET RAADSEL-KOETJEPOF.
FILM.
EEN GOEDE DETECTIVE
Droomerijen bij een kop koffie.
ZATERDAG 18 OCTOBER 1930
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f Utt; „De Tijger?' van Berlijn
De ontknooping.
(Bijzondere correspondentie).
PARIJS, 14 October.
Negen maanden zijn sedert de geheim
zinnige ontvoering van den „wit
ten" generaal Koetepow verstreken
en eerst thans, na vele vermoedens
na een moeizaam onderzoek van
de Fransche justitie en politie en na allerlei
particuliere nasporingen, die van verschillen
de Russische zijden gesteund werden, maar
door voor de hand liggende oorzaken groote
moeilijkheden ondervonden, schijnt 'thans de
eerste positieve stap te zijn gedaan in de
richting van een definitieve opheldering. Dit
resultaat is te danken aan de nasporingen
van Wladimir Boertzew, den man, die onder
het oude regime in de schijnbaar ondoor
dringbare geheimen van de Russische politie
wist door te dringen. Boertzew had ook den
grootsten spion van dien tijd, den sociaal-
revolutionnair Azew ontmaskerd, die de zoo
genaamde strijdorganisatie van zijn partij
leidde en verscheidene ministers en zelfs
groot-vorst Sergius terzijde gesteld, om zijn
dubbel spel als revolutionnair terrorist en als
agent van de politieke politie te vedbergen-
Zijn passie voor de ontmaskering van der
gelijke Janusfiguren heeft Boertzew er toe
gebracht, ook in de zaak-Koetepow een onder
zoek in te stellen. Dat de Bolsjewisten ge
vaarlijke spionnen aan het werk hebben, die
zelfs voor misdrijven, wanneer dat in hun
kraam te pas komt, niet terugdeinzen, weet
men thans van de talrijke overloopers uit
hun kamp, in de eerste plaats uit de ge
denkschriften van Agabekow, die zelf ver
antwoordelijke functies in de Tsjeka bekleed
de en in hooge mate het vertrouwen van de
Sovjetregeering genoot.
Wijl echter de in G. P. OE. herdoopte
Tsjeka een omvangrijke organisatie is met
duizenden agenten, die over alle landen
verspreid zijn, wijl tal van deze agenten hun
ambt met diplomatieke functies in sovjetge
zantschappen, consulaten en handeLsverte-
genwoordigingen combineeren, hetgeen zelfs
de vrijheid van handelen der Fransche
justitie niet onaanzienlijk moest belemme
ren, leverde de opheldering van het op 26
Januari op klarlichten dag gepleegde mis
drijf zoo ernstige moeilijkheden op, dat men
er aan begon te twijfelen, of deze ophelde
ring ooit zou komen. De Fransche veiligheids
politie verklaarde wel van tijd tot tijd, dat zij
de zaak verder onderzocht hetgeen echter
itot nu toe niet tot positieve resultaten heeft
geleid. Daarnaast zette echter Wladimir
Boertzew, door eenige vrienden materieel ge
steund, zijn nasporingen voort en thans is
hij met den naam van een der deelnemers
aan de mysterieuze ontvoering voor den dag
gekomen.
De man, die in de G. P. OE. een belang
rijke functie heeft 'bekleed en in de afge-
loopen vijf jaren tal van verantwoordelijke
en gevaarlijke opdrachten had uit te voeren,
heet Andreas Fichner. Hij is van Duitsche
afkomst, maar te Moskou geboren en be-
heerscht zoowel de Duitsche als de Russische
taal -volkomen, weshalve hij ook voorname
lijk in Duitschland werkte. Gedurende ver
scheidene jaren was hij secretaris van het
sovjetgezantschap te Berlijn, in de jaren
19241925 stelde hij zich geheel ter be
schikking van de G. P. OE., die het noodig
oordeelde, hem langen tijd uit Berlijn te
laten verdwijnen, waar hij later weer zou
opduiken, echter onder een anderen naam.
Fichner werd tot geheim „resident" van de
G. P. OE, in Europa benoemd, een organisatie
die gelijk men uit de onthullingen van Aga
bekow weet, streng in het geheiem werkt,
voor andere sovjetinstellingen verborgen
blijft en zelfs onafhankelijk van de sovjet
gezanten werkt. De verbinding tusschen
Fichner en Moskou werd door één persoon
onderhouden, den Tsjekist Goldenstein te
Berlijn, die aan de ontvoering van Koetepow
weliswaar niet direct deelnam, maar die er
toch alles van wist en thans eveneens naar
Moskou is teruggeroepen, waar hij onder
streng toezicht staat.
Fichner behoorde nu tot de zoogenaamde
„vliegende afdeeling" van de G. P. OE., die
ter versterking van de Tsjekisten te Parijs
naar Frankrijk was gezonden, om Koetepow
te pakken te krijgen. De bijzonderheden, die
Boertzew in de gelegenheid is te publiceeren,
zijn van Fichner zelf afkomstig, die het ini
tiatief had genomen, om Boertzew te ont
moeten. In Mei van dit jaar, dus vier maan
den na de ontvoering van den generaal,
maakte Fichner van een ontmoeting met een
zeer betrouwbaren Russischen emigrant ge
bruik, om dien te verzoeken, een verbinding
tusschen hem en Boertzew tot stand te bren
gen. In Juli ontving deze van Fichner de
eerste stellige verklaringen en thans bezit
Boertzew een verslag van het onderhoud met
Fichner, dat in staat is, licht in de duistere
zaak te brengen.
Het besluit van Fichner, het stilzwijgen te
verbreken en zichzelf te bezwaren, schijnt
in de eerste plaats veroorzaakt te zijn door
zijn angst, naar Moskou terug te keeren. De
Russische regeeringsautoriteiten streefden er
van het begin af naar, hun initiatief tot of
deelneming aan den menschenroof te Parijs
te verdoezelen, immers Koetepow vond ten
gevolge van de narcose, die zijn ontvoerders
op hem toepasten, den dood, zoodat het delict
van moord op vreemd grondgebied, bestond.
De oplossing werd nu in dier voege gevon
den, dat de agenten van de G.P.OE,. die
de jacht op den witten generaal hadden ge
organiseerd, beschuldigd werden, op eigen
gelegenheid zonder machtiging van de lei
ding der G.P.OE. gehandeld te hebben er
werden reeds, gelijk Fichner kan verzekeren,
vier deelnemers aan het Parijsche misdrijf
te Moskou doodgeschoten. Op deze wijze
tracht de sovjetregeering zich voor het geval
zich diplomatieke complicaties mochten
voordoen, vrij te pleiten, immers zij heeft uit
vrijen wil degenen met den dood gestraft, die
zich aan het leven van den generaal hebben
vergrepen! Fichner was nu bevreesd, dat
hem een dergelijk lot zou wachten, hetgeen
hem sterkte in zijn besluit, zich tot de Rus
sische emigratie te wenden, in het bijzonder
tot Boertzew." „Ik zou mij liever ophangen,
dan naar Moskou terugkeeren!", verklaarde
hij, nadat men hem, evenals de vier anderen,
reeds meermalen onder verschillende voor
wendselen naar Moskou had trachten te lok
ken. Fichner had zelfs besloten, zich ter be
schikking van de Fransche autoriteiten te
stellen, hij trachtte echter niet alleen zijn
vrijheid te behouden, maar zijn bekentenis
ook tegen zekere waarborgen voor de toe
komst te ruilen, waarop de Fransche justitie
echter niet kon of niet wilde ingaan. De
uitwijzing van Agabekow uit Parijs maakte
verder op Fichner grooten indruk, immers,
Dé „thriller" Is zoowel in de litte
ratuur als elders een heel bijzon
dere soort, die speciale belangstel
ling verdient. Edgar Allan Poe, Le-
roux. Holmes. Meyrink, Ewersom er
eens eenigen van vroeger en thans te noe
men, hebben hoogst merkwaardige dingen
geschreven op het punt van griezeligheid en
criminaliteit. Tooneel en film bleven niet
achter. Van de hierboven genoemde auteurs
ik meen ook van Ewers zijn verschei
dene novellen of romans voor tooneel en
bioscoop bewerkt. De merkwaardigste en
productiefste bron van griezeligheid is wel
het Theater „Grand Guignol" (Groote pop
penkast) in Parijs. Avond aan avond worden
daar buitengewoon griezelige djngen ver
toond, die den toeschouwers zweetdruppels
op het voorhoofd drijven. De mannen van
„Grand Guignol" verdedigen hun zonder
twijfel zeer artistieke pogingen met de re
deneeringen, dat de eenige directe emo
tie, en dus zuivere emotie, de angst is.
Bijna alle andere aandoeningen des gees-
tes zouden min of meer beïnvloed worden
door ons onderbewustzijn, dat zooals men
weet sedert Freud zich doet geldenAngst
is een natuurlijke reflex, dringt dadelijk door
tot het diepst van den ziel, en ontstaat uit
het diepst van ons wezen.
Dat is natuurlijk heel aardig gevonden, al
beseffen wij, dat de heeren van het theater
„Grand Guignol" een excuus noodjg hadden
voor hun zenuwschokkende experimenten,
die nochtans iederen avond honderden be
zoekers trekken.
die scheen hem het bewijs te leveren, dat de
Fransche veiligheidsorganen zelfs voor afge
treden Tsjekisten geen overdreven sympathie
hebben. Fichner besloot nu, de verantwoor
delijkheid voor den moord op Koetepow niet
te aanvaarden en hij vluchtte uit Berlijn,
waar hij zich na de daad had opgehouden,
naar een land buiten Europa, waarmede
geen uitleveringsverdragen bestaan. Voor
zijn vertrek verplichtte hij zich evenwel, een
schriftelijke getuigenis over zijn aandeel in
het misdrijf en over alle bijzonderheden af te
leggen. Eenige daarvan kan Boertzew thans
reeds bekend maken.
Uit de verklaringen van Fichner blijkt,
dat invloedrijke leden van de GP.OE., die te
Parijs vertoefden, in het bijzonder Janowitsj
en Helfand. die beiden deel uitmaakten
van het Parijsche sovjetgezantschap, en El-
lert, die bij de handelsvertegenwoordiging
van de sovjets werkzaam was, reeds lang ge
leden hun netten over Koetjepof hadden uit
geworpen, waarbij zij ook verraders in zijn
naaste omgeving onderhielden. Samen met
de uit Berlijn overgekomen agenten van de
GP.OE., werd de ontvoering van den gene
raal op 26 Januari vastgesteld en op 25 Ja
nuari deelden spionnen, die zijn vertrouwen
hadden weten te winnen, hem mede, dat zij
hem den volgenden dag met vertegenwoor
digers van het roode leger in contact zouden
brengen, die speciaal uit Rusland waren ge
komen, om den leider van de „witten" be
langrijke mededeelingen te doen. Op den
noodlottigen Zondagmorgen ontmoette
Koetjepofnu dicht bij zijn woning tusschen-
personen, die het vertrouwen van de
GP.OE. in gelijke mate genoten als dat van
den generaal en deze stapte in den gereed-
staanden auto, die dienst zou doen voor zijn
laatsten tocht. In den wagen schijnt Koetje
pof f het gevaar terstond te hebben ingezien,
de misdadigers bedienden zich echter van
een verdoovingsmiddel, dat den laatsten te
genstand van den reus Koetjepoff brak, dat
hem ook zou dooden, wijl de generaal sedert
zijn verwonding gedurende den oorlog leed
aan verzwakte hartwerking. De bekende Rus
sische chirurg, prof. Alexinski, die Koetje
pof' behandelde, heeft maanden geleden
reeds, toen de Fransche politie de toepas
sing van een verdoovingsmiddel vermoedde,
categorisch verklaard, dat, indien dit werke
lijk zoo was, Koetjepof: reeds dood zou zijn,
want zijn hart was niet in staat, zelfs de
kleinste dosis narcose te verdragen.
Het duivelsche plan van Moskou was nu
mislukt. In plaats van een tegenstander,
van wiens gevangenneming de sovjets groo
te verwachtingen hadden viel hen een
Koetjepof:. in handen, die weldra zou sterven
Wanneer echter één uitdrukkingsmiddel
geschikt is voor het doen griezelen van het
publiek, dan is het toch zeker wel de film:
der cinematograph;.e staan middelen ten
dienste, die het tooneel ontberen moet. De
geesten- en misdadigerswereld, de luguberste
fantasieën kunnen op een wenk van den re
gisseur worden opgeroepen. Wie herinnert
zich niet de filmdrama's van vroeger jaren,
waarbij vergeleken de prikkellectuur van
Buffalo Bill en Lord Lister gewoonweg kin
derspel was? Wie herinnert zich niet de val
luiken, de kisten met dubbele bodems, de
onderaardsche gangen, de electrische stoelen,
de loerende oogen, de martelwerktuigen, in
de films van een jaar of tien geleden? Reeds
toen begrepen de heeren fabrikanten dat de
lens gewilUg, en het publiek belust op sen
satie was.
De film is echter van ordinair amusement,
een zaak van hoogere, en vooral kunstzin
nige orde gewordenen de sensatiefilm is
mee gestegen. De groote man van de Ni.be-
lungen, Fritz Lang, zette indertijd „Der
Spjon" in elkaar. Een crimineele film van
een mild soort, waarvan het scenario niet
deugde.
Aangenomen toch dat aan de clne-
graphische eischen is voldaan, heeft men
vooral bij de detective film het recht aller
eerst de vraag te stellen of het scenario goed
is. De fantasieën van Poe, Holmes of Leroux
onderscheiden zich njet alleen door haar lit
teraire kwaliteiten, doch vooral door de
nauwgezetheid waarmede zij zijn uitgedacht-
De schrijver heeft met wiskunstige zekerheid
de draden van het lot in elkander gevloch
ten. Het heele geval moet sluiten van A tot
Z en omgekeerd van Z tot A. Het goede de-
tectieveverhaal wordt dan ook meestal van
achter af in elkander gezet. Het ontstaat
zeer zeker niet toevalligerwijze. De schrijver
geeft een reconstructie. Dat nu
was met „Der Spion" heelemaal niet het ge
val. Men zal zich herinneren dat deze film
een opeenstapeling van onwaarschijnlijkhe
den was, een aaneenschakeling van toeval
ligheden. Welnu, men zou bijna kunnen zeg-
geen, dat in een goed detectiveverhaal geen
toeval bestaat! Bij Poe of bij Leroux kan
men er waarlijk geen speld tusschen krijgen.
Aan „Der Spion" daarentegen was ieder
systeem, elk noodzakelijk principe, vreemd.
„De tijger van Berlijn.
Een causerie over den „Thriller".
Het wordt iederen dag warmer. Zoo
langzamerhand merk ik. dat Italië
in het Zuiden ligt. Eigenlijk pas
sinds Mei. Daarvoor was het niet
warm en in Januari was het koud.
Maar nu is de hitte gloeiend. Nu het is pre
cies zoo, als ik het mij had voorgesteld,
toen ik Nederland verliet.
Toen ik Nederland verliet
Het was een prachtige morgen en Amster
dam had zich voor mijn afscheid in zijn ge
weldigste pracht getooid. Ik ging naar het
station. Voor den laatsten koer.
Op de Amstelbrug vlogen de meeuwen als
glinsterend zilver door den ochtendnevel.
Witte stoom lag dik op het water en tee-
kende de baan na die duistere sleepbooten
hadden genomen. Het okergele houtwerk
van de Magere Brug sneed lichte ornamen
ten tegen de donkere huizen van den Joden
hoek en de kale takken der boomen, die
nog kort te voren den zweep van den storm
hadden gevoeld en onder den druk van den
wind zich voorover hadden gebogen, zooals
zij het in den zomer onder den last van de
bladeren hadden gedaan, verloren zich in de
grijze lucht. De wind waaide stoom in mijn
gezicht. Ik keek over het hek van de brug:
onder mij groeide uit het donker van de brug
de lange romp van een boot.. Een sterke
vrouw met wapperende blonde haren draaide
kalm het stuurrad. Een man bracht de zware
roodbruine zeildoeken in orde. Geen hond
blafte woedend. Langzaam en zeker boog het
schip de Prinsengracht in, naar de zee toe,
In den zilveren streep van het water hing een
roeibootje.
Ik wikkelde mij vaster in mijn jas en stap
te nog één keer langs de donkere, stille
grachten, met hun slapende booten, naar
het station. De wind veegde de laatste bruine
en wiens lijk een buitengewoon zware belas
ting van de diplomatieke betrekkingen tus
schen Rusland en Frankrijk en van het aan
zien van de Russische regeering in de geheele
wereld kon beteekenen. Fichner is nog niet
met al hetgeen hij weet voor den dag geko
men, maar dank zij hem. mag het raadsel-
Koetjepof! thans als opgelost worden be
schouwd. Boertzew denkt binnenkort alle bij
zonderheden van de met Fichner gehouden
besprekingen bekend te maken.
(Nadruk verboden.)
DR. A. CHARASCH.
geweest. Natuurlijk, in het stadium der ont
wikkeling zullen fouten gemaakt worden,
grove fouten, fouten die de stomme film al
te boven was. Dit neemt echter niet weg
dat de geluidsfilm haar bestaan zal weten te
rechtvaardigen ook uit artistiek oogpunt.
Trouwens, voorspelde Ruttmann, de Duit
sche filmkunstenaar, wiens werk door de
Nederlandsche filmliga In ons land ge
ïntroduceerd werd, niet reeds drje jaar gele
den, toen wij met hem een onderhoud over
dit onderwerp hadden, tijdens een bezoek
aan Berlijn, dat de geluidsfilm een even
sterk en een even schoon uitdrukkingsmid
del zou worden als de stomme film?
,De tijger van Berlijn" is een filmverhaal
van Rudolf Katscher en Egon Eis. Wij laten
iederen lezer gaarne de illusie en verklappen
dus niets van den inhoud. Hier zij echter
opgemerkt dat het scenario voortreffelijk In
elkander zit. Het is onwaarschijnlijk dit ge
val. zeker, maar het is toch een recon
structie van een reeks feiten, waar
van verondersteld mag worden dat zij be
staanbaar zijn, en niet een opeenstapeling
van dwaze toevalligheden, waartusschen
geen onderling verband bestaat.
Dit is dus een bijzonder goed geslaagde
detective film. een heel boeiende „thriller"
met vele artistieke eigenschappen en een
bewijs te meer, dat de geluidsfilm, na de
stomme film een stap vooruit is, in de rich
ting van het goede doel.
Het eenige bezwaar dat wij tegen de op
vatting van de regie zouden willen in
brengen, is gericht tegen de dialogen. Deze
zijn af en toe wat lang, en bovendien in
strijd met de artistieke bedoelingen ten aan
zien van de toepassing van het geluid. De
moderne stomme film heeft ons geleerd dat
de verklarende tekst geheel ontbeerd kan
worden. De moderne geluidsfilm zal ons lee-
ren, dat de dialoog als vervanger althans
van verklarenden tekst) evenzeer overbo
dig is.
Overigens voor deze film niets dan lof. Zij
is rijk aan geheimzinnige, duistere stemmin
gen, die met absoluut eerlijken en echt cine-
grafische middelen werden verkregen. En dit
is voorwaar geen gering compliment.
L. A.
De meneer in den coupé, die altijd met trots
iiertelt. dat de douane-ambtenaar niets bij
hem gevonden heejt. En hij heeft tóch twéé
doozen sigaretten in zijn koffer!
bladeren, die van den herfst waren overge
bleven. over het troebele water. Sidderend en
groote kringen veroorzakend bleven zij op de
oppervlakte hangen, zwommen een beetje
rond en dreven naar den kant, de rust
het graf zoekend.
Dc trein reed naar het Zuiden.
De rose huizenblokken van modern Am
sterdam liggen al achter mij. Weiden, niets
dan weiden. Af en toe een sloot, vol rot
tende planten en dunne ijsplaatjes. Koeien,
die elkaar aan een hek staan te verdringen,
dampend in de ochtendkou. Boeren op klom
pen die het dunne ijs op de wegen knar
send vertrappen en dan in de modder ver
zinken. Een boerenhofstede achter een rij
kale boomen. Af en toe nog een overge
bleven molen die woedend draait, met ver
brokkelend en rottend kastwerk.
Dan komt de hel. Een ruwe vlakte als
schuurpapier onder een duisteren hemel van
Jagende wolkenlappen. Een paar boomen met
harde en puntige contouren. Een dorp met
roode daken.
Dan weer weiden, dan weer heide, dan be-
binnen de heuvels met lange rijen populieren,
waar kraaien honderden en hondorden nes
ten ingehangen hebben, die als dikke zwarte
punten van Oostindlschc inkt tusschen de
Waarom reis men? Om Hotclbiljcttcn
te verzamelen.
fijne takken zweven. Daarachter ligt het in
dustriegebied: groene en bruine heuvels,
kerken met ronde torens, zandgroeven, fa
brieken, hekken van doorn- of hazelnoot
struiken.
Tusschen denneboomen. eiken- en boeken
staan in de Ardennen grijze rotsen den trein
in den weg. Maar die gaat als een houtworm
er door, verovert stuk voor stuk het land,
dat In den grooten oorlog het doel van tal-
looze bestormingen en veroveringsplannen
was. Men ziet de sporen nog. Aan de overwe-
(Uit: „De Tijger?' van Berlijn
Na deze inleiding kunnen wij gevoegelijk
overgaan tot het bespreken van de film die
deze week In „Palace* draait, een product
der U.F.A.: „De tijger van Berlijn".
In de eerste plaats dient vastgesteld te
worden, dat de regissteur (Johannes Meyer*
en de leider van dc opnemingen (Hoffmann*
volgens Duitsche traditje een bewonde
renswaardig staal van hedendaagsche tech
niek (film- en geluidstechniek) hebben ge
geven. Welk een kleur in dit zwart en wit!
Waarlijk, op het punt van fotografie kunnen
de Amerikanen van onze buren nog wel wat
leeren. Steeds duidelijker wordt het ook
alweer dank zij de Duitsche jndustrie wel
ken kant het met het gebruik van het ge
luid op moet.
Steeds duidelijker wordt het, dat het ge
luid de film geenszins behoeft te verarmen.
Wij zijn daar trouwens nimmer bang voor