UIT VERGEELDE PAPERASSEN. Biographieen in een notedop Vit de geschiedenis van Nederlandsch-Indië door P. J. ZÜRCHER. Het herbergwezen in den ouden tijd. De nieuwe Stadsherberg. e achttiend# eeuw is het glorie- tijdperk van liet herbergwezen In Indië. Drank en «pel vierden er hoogtij en de etablissementen waren er geheel op ingesteld om aan die hartstochten tegemoet te komen. De dran ken waren er. dit hebben we ln een vorig opstel gezien, maar ook aan de verschillen de soorten spel ontbrak het niet. Te vinden waren er: de toptafei, waar hazard gespeeld werd; verder het ticktacqbord (niet te ver warren met triktak!), dat ook verkeerdbord werd genoemd en dan het toccadille die veel op elkaar geleken; de „schuyftaefel" (schuffe board of Friesche sjoelbak;dc tarok- of klostafel, een soort biljart met 12 tot 16 zakken een ijzeren beugel cn een pin, beide met een belletje, die door den bal niet mochten wor den aangeraakt. Hierbij schijnt nog al ge wed te zijn, althans een dichter uit diei. gouden dagen heft ccn jammerklacht aan over menschen: ..die door een yzre poort' de vrught' huns sweets verbossen". Ook vond men er het ..trok-ma-dame", dat ook al op een biljart geleek of een soort tafel-croquct met 13 ballen en ten slotte het gcperfectionnoerrfe ..biljart royaal", maar nog met zes zakken. Kegel- en kolfbaan vond men maar hier cn daar verspreid. Het laatste droeg een zeer kalm en laf knakter en leende zien uitstekend om er onder de hand een „pype toeback by te suyge". In oude papieren duiken soms namen van herborgen en lun eigenaars op en dit scher.kt plotseling leven aan de aoode prent, die wij hier bezig zijn „te teekenen". Zoo vind ik in 1638 de Stadsherberghc van Lysboth Gerrits Boom, met privilege, waar ook een „doelen en ie ghomeen schm- tershuys" aan verbonden was. Xnievtjcn Smit, die in de wandellrg de „Schooue ttaer dinne" heette, htelJ er Ook zoo'n etablissement op na. Zij alle. met nog vele andere, beenden zich in de echte kroegen- en herbergen- buurt, die was in de Lepelstraat bij hot Vier kant en de Werf. Hoewel alles daar verdwenen i6 mogen we aannemen, dat die buurt eenige punten van overeenkomst moet hebben gehad met de Amsterdamsche Lange Niezel, Binnen- BuLten Bantammerstraat en misschien zelfs wel met de Zeedijk, uit onze dagen. Het was daar avond aan avond feest, er Jammerde de viool en bromde de bas en gingen de nieuwste nieuwtjes van pas aangekomen scheepsvrien- den over lokaal en beker van mond tot mond voort. Dit moet wel de bakermat van de „chronlque scandaleuss" van Batavia geweest zijn. Omstreeks 107 hebben daar ook „de Hamenas" gestaan, „de Konlnck van Sackse „de Witte Olyfanfce", en nog tal van andere beroemde gelegenheden, die in dat land van steeds wisselende bevolking, telkens van. eige naar en van naam veranderden. Geen hunner had een langdurig bestaan, maar een heeft het gebracht tot het halve eeuwfeest en moest toen het veld ruimen voor den bouw van een nieuwe poort. De „buitentuin", die bij de Antjolmondlng (Batavia) bestond, wordt „eervol" vermeld, waarom, staat er niet bij, maar. lezende, dat de commandant van Jacatra (N. B.!> een tijd lang den naam had de boste „gloria" te tap pen, kunnen we gerust aannemen, dat ook die ..buitengelegenheid" zich op soortgelijk gebied „eervol" heeft onderscheiden. Want drinken, eten en spel vierden er immers hoogtij Die commandant van Jacatra en zijn vroeger reeds door mij genoemde collega te Meester Cornells, schenen meer „tappors"- dan officiers-,.gaven" te hebben bezeten. Maar in het kader van hun tijd hadden zij belden zeer zeker hun groote „verdienste". Bemoeienis met het herbergwezen strekte zich van hoogerhand uit. De rustelooze Gou verneur-Generaal van Imhoff creëerde in 1744 een soort privilege, omvattende een twaalftal herbergen binnen de veste, die van toen af geen „gemeene Europesen" behoefden toe te laten. Deze werden dus min of meer tot ..deftige" kroegen gepromoveerd. Vermoe delijk. eveneens door Zijn Hoogedele's tus- schenkomst kwam er ccn vergunning tot stand tot oprichting van een Heerenloge ment. dat voor vreemde handelaren schijnt bestemd te zijn geworden. Dit geschiedde in overeenstemming met den wensch om „deesc hooftplaetse door den tijd tot eene vrije hnndelsplaeta te maecken". In 1750 bestond althans zoo'n „Heerenlogement", dat toebe hoorde aan de „Fabriek", die daar vele eigen dommen bezat. Dit fraaie en groote „huys" wordt door tal van reizigers geroemd. Maar 2ijn opvolger Mossel, die niet. sympathiek stond tegenover den handel dier vreemdelin gen. liet het Heerenlogement in 1754 voor 24000 Rds. door den sous-Lieutanant van zijn lijfwacht. Gabriel Eesse du Pouget, koopen. Eenige Jaren later werd een gedeelte van dit gebouw bestemd voor schouwburg. vEen feit is. dat het logement niet rendeerde. Welis waar werden alle vreemdelingen gedwongen er hun Intrek in te nemen, zoodat de Shah- bander, die beiast was met het toezicht op hen. kon controlceren of er ook gesmokkeld en Compagnies' volk geronseld werd en wel voornamchjk scheepstimmerlieden, maar Mossel gedoogde niet. dat er andere, vreemde schepelingen, dan schippers en opperstuur- heden aan wal kwamen en zonder „die an dere. vreemde sc hepelingen" had „het huys" geen recht van bestaan. Ook was het niet uitsluitend logement. Er bestond ook een pakhuisruimte. Verder genoten de logés er het privilege van vrije lnadornuwen. terwijl hun ook vrijdom van visitatie hunner waren aan den Boom werd verleend. Doch aange zien de visitatie ln het logement plaats vond. is er eenige aanleiding aan de gcede trouw te twijfelen van de Engelsche logés, die ver moedelijk opium binnen smokkelden en clan destien suiker uitvoerden. Nog tal van andere ..privileges", aan hot „huys" verbonden, doen vermoeden, dat de Hooge Hoeren bij het Hee renlogement betrokken zijn geweest. Men kon or voor vijf gulden per dag. alles Inbegrepen, logies verkrijgen, een prijs, die tot voor den oorlog nog steeds gehandhaafd bleef. In het laatst van 1765 nam Commo dore John Byron. de grootvader van den be kenden dichter, er zijn intrek. HU had bij de Enge'-sche marine den bijnaam van „foul- wcather Jack", omdat hij steeds slecht weer trof. maar hij was een uiterst bemlnlUk man, die vol lof was over Batavia en rijn „loge ment" cn schrUft: „It has more the appea rance of a palace than a house of entertain ment. being the most magnificent building in Batavia". Onder meerdere „ontdekkingsreizigers" nam ln 1770. de grootste van hen allen. James Cook, wiens ..Endeavour" in reparatie moest, er zijn intrek. In tegenstelling met de Bou gainville (reeds eerder genoemd), die het Heerenlogement een groot en fraai gebouw noemde „trof" Cook het. dat het terrein bij bandjir blank stond. Hij vond het er blljk- maar niet erg gezond en hij wist gedaan te krijgen, dat zijn zieke officieren er niet be hoefden te logeeren. Hij had er een afkeer van het eten, van de rijsttafel gruwde hij, en dank zij zijn „optreden" kreeg hij het zoover, dat hij iets kon verkrijgen, dat op „food for a gentleman" aanspraak kon maken. Onwil lekeurig doet dit denken aan den (alweer) Engelschen officier, die het persé „vertikte" om onze Indische koffie waarvan onze da mes het monopolie hadden en nóg hebben te gebruiken, bewerende, dat. die koffie koud was (wat haast niet mogelijk is.in Indië!) en'n gentleman, die zich respec teert, drinkt eeen koude koffie. Cook's meening over de ongezondheid van dc plaats, waar het Heerenlogement stond, sloeg evenwel ln. Het werd toen afgebroken en verplaatst naar een terrein aan de Kali- Besar West. waar twee perceelen stenden. in een waarvan mevrouw de Klerk, op Oude jaarsdag 1785 was overleden. Maar de onder neming leed er een bloedarm bestaanhet „wilde" niet. Een slecht beheer, de concur rentie van andere logementen in de stad: de handel, die sterk achteruitging, de geringe vertering van de vreemdelingen, deze alle tastten het privilege van het Heerenlogement ln niet geringe mate aan. En. als klap op de vuurpijl, kwam ook hier de ongezondheid een hartig woordje medespreken. Toen werd het opnieuw verplaatst het was onder al die bedrUven door anno 1808 geworden naar een gebouw op Jacatra. Ook daar stond het dus weder aan het water. Maar vermoe delijk heeft een logement te Weltevreden, dat óók aan het water stond een fnuikende con currentie gevoerd tegen het Heerenlogement op Jacatra en toen hierbij nog kwam. dat in 1811 het privilege van het Heerenlogement werd ingetrokken, werd daarmede zijn lot bezegeld. In 1818 werd het afgebroken. Even wel bestonden er nog andere herbergen, in weerwil van het feit. dat de tijd een ware slachting onder hen had gehouden. Het loge ment van „Zwarten Plet." en later dat van Aron Levi stonden ln een slechten reuk. Maar dat van Villeneuve, op Goenoeng Sa- hari; van Caslmir Payan; het hotel de Pro vence .later omgedoopt (en steeds vergroot) ln Ho!el des Indes, noe immer Batavla's eer ste en voornaamste hotel, waar Multatuli, op zijn terugtocht, toen nog „Provence" gehee- ten, heeft gelogeerd, waren alle veel beter. En zij. die bij aankomst in Indië. niet direct naar Weltvreden wilden doorgaan, konden hun intrek nemen in de Nieuwe Stadsherberg van 1849. aan het havenkanaal tegenover den Uitkijk. Vroeger, toen Tandjong Prlok nog geen haven was, bleven de binnenkomende zeilschepen op de reede liggen. En de passa giers eingen dan oor prauw het havenkanaal af. tot aan de N. Stadsherberg. Dit is nog zoolang niet geleden en de oud sten onder ons zullen zich ongetwijfeld de zen tocht en het logies aldaar nog wel her inneren. Het gebouw staat er nog steeds In den nagenoeg oorspronkelijker, toestand, met nog altijd in den gevel het Zwaard cn den Krans en bekroond met drie struisveeren. Maar als logement, is het reeds lang in on bruik geraakt. Op het oogenblik is er een of andere Gemeentelijke, of RUksdienst, dit weet ik niet precies, in gevestigd. De Jongste van de oude kronieken schen ken. helaas, weinig aandacht aan dat ge bouw Vermoedelijk omdat het niet „histo risch" genoeg is. Maar wat nu niet Is zal het later zeker worden. En ook dan zal de his torie er het zwijgen toe moeten doen. wat te betreuren valt. Met het oog daarop zou ik het aardig vinden. Indien zlrh wellicht, on der onze lezers, nog iemand mocht bevinden, die mij eenige bijzonderheden over de aan komst aan den wal. de bedrijvigheid en het leven lr. dat hotel uit die dagen, zou kunnen mededeelen, cn mij daarvan op de hoogte wilde brengen. Ik zal het Rijksarchief in In dië die dan doorzenden en er wellicht, in dit blad. nog een correspondentie aar. wijden. Thans is het herberg-wozen in Indië ver dwenen. Het heeft plaats gemaakt voor het hotelwezen, dat een goede dertig jaar gele den. nog gemoedelijk en „betrekkelijk" pri mitief. thans, naar de heerschende begrip pen. het volmaakt „moderne" heeft be reikt. Maar de prijs van „zooveel" gulden per dag, alles Inbegrepen. Is: gebleven. „ANGLIC", DE NIEUWE TAAL. (Van onzen Londenschen correspondent,) Anglic is een nieuwe schrijftaal van Zwecdschen oorsprong, die veel aandacht trekt in Engeland. Dat is geen wonder, want deze schrijftafel is feitelijk Engelsch pho- netisch gespeld. Hier is een voorbeeld van „Anglic": „Guvernment of the pecpl by the peepl for the peepl shal not perish from the urth". Het Engelsche „nation" is, in Anglic geschreven „naeshon"; rather is radhr; cause Is kauz; gave is gaev.enz. De voornaamste bevorderaar van deze taal in Engeland is Lloyd James, privaat-docent in Phonetica aan de Universiteit te Londen, radlo-leeraar en secretaris van de Com missie voor Uitspraak van het Engelsch van de British Broadcasting Corporation. Het idee van Anglic is voor het eerst op gekomen in het brein van een zakenman in Zweden. Hij meende dat Engelsch in „vereen voudigde spelling" de gemakkelijkste en beste Internationale taal zou vormen voor handels doeleinden. De handelsman nam een Zweedsch professor ln den arm. Dr. Zach- russon. professor in Engelsch aan de hooge- school te Upsala. die een systeem en een schrijfwijze ontwierp, met medewerking van deskundigen ln Engeland en Amerika En nu is Anglic een feit Er zijn reeds boeken in gedrukt. En de genoemde Lloyd James heeft juist een aantal gramophoonplaten doen ver vaardigen in de taal Een nieuw woorden boek. gevend de spelling van Anglic, is in wording. De stichters en propagandisten van de nieuwe schrijftaal stellen bij voorbaat vast dat zij niet in de plaats of in concurrentie wil treden van en met bestaande internatio nale talen als Esperanto en Ido. Anglic heeft het meer beperkte doel van vereenvoudigd Engelsch voor den handel. Engelsch is geko zen als grondslag voor Anglic om den een- voudigen gratfima ticalen bouw. die helaas samengaat met zeer ingewikkelde spelling. Nu men de spelling zoo redelijk heeft ge maakt meent men dat het van het hoogste nut zal zijn voor zakenlieden ln de geheele wereld. Kleine maar in commercieel opzicht belangrijke landen ervaren dat hun buiten- landsche klanten hun taal niet willen leeren. De nieuwe vorm van Engelsch kan gemakke lijk door alle naties van de wereld worden geleerd. Men hoopt dat de Onderwijsraad in Engeland toestemming zal geven voor onder wijs in de taal op de Engelsche scholen. Men erkent de aesthetlsche bezwaren. Wel onder legde en welopgevoede menschen, die tevens de steunpilaren zijn van de taal, houden niet van „vereenvoudiging" ln spelling* De woorden krijgen een andere gedaante, vor men oen ernstige inbreuk op de taai-traditie en lijken op dc schrijfwijze van een onopge voed mensch. Zal Anglic deze groote bezwa ren kunnen overwinnen? MINDER KRANTEN PER LUCHTPOST. (Van onzen Engelschen correspondent). Onlangs heeft de Engelsche postdfenst een nieuw tarief voor luchtpost ingevoerd. In plaats van het gewone tarief voor bulten- landsche brieven (2;ï stuiver) met een lucht- tarief van 2 stuivers, £s er een standaard tarief van 4 stuivers per ons gewicht. Voor de eenvoudigheid heeft het postbestuur dit tarief echter ook aanvaard voor drukwerken Wat den luchtpostdienst tusschen England en het vasteland betreft bestaat er dus geen onderscheid meer tusschen brieven en druk werken. Het gevolg daarvan ls geweest dat de verzending van dagbladen per vliegtuig van Engeland uit tennaastenbij 30 percent duur der is geworden. De krantenuitgevers zijn daar slecht over te spreken. Zij zeggen dat aan een verzenddfenst, die geriefelijk maar al zeer duur was, een einde moet komen nu de kosten nog eens de helft hooger zijn ge worden. Het postbestuur schijnt daar onver schillig onder te zijn en redeneert dat de luchtpostdienst nagenoeg uitsluitend uit brief post bestaat en dat het daarom noch prak tisch noch wenschelijk Ls het drukwerk-tarief te handhaven. Het gevolg is geweest dat de verzending van dagbladen per luchtpost van Engeland naar het Vasteland sterk is afge nomen. Verscheidene uitgevers doen het niet meer. „NIETS NIEUWS ONDER DE ZON". Zoolang er menschen zijn geweest met ver beeldingskracht. zijn er voorspellingen ge daan betreffende wonderen die ééns de wereld zouden verbazen. De fabelleer vertelt van Daedalus die vleu gels maakte voor zich en voor zijn zoon Icarus en hoe zij zich met die vleugels in de lucht, verhieven. De menschen hebben altijd neiging tot „vliegen" getoond, omdat dat het eenlgste was. dat de gevederde dieren op hen vóór hadden. In 1214 voorspelde Roger Bacon reeds de komst van de luchtballon. Hij geloofde dat die zou gemaakt worden van zeer dun metaal en gevuld met vloeibaar vuur. Driehonderd Jaar later steeg de eerste ballon op en inder daad werd bij die opstijging gebruikt ge maakt van vuur om de lucht in de ballon te verdunnen. Het luchtschip van tegenwoordig had zijn voorganger in de 18e eeuw in de ballon van Lunardi. die door middel van roeiriemen werd voortbewogen. Leonardo da Vinci, die behalve schilder een beroemd wiskundige en Ingenieur was, heeft met merkwaardige nauwkeurigheid de vlieg machine onzer dagen voor zijn geestesoog ge zien. De It.aliaansche schrijver Strada, die fn 1572 geboren werd. beschrijft een denkbeel dige machine, waardoor twee vrienden, hoe ver ze ook van elkander verwijderd waren, hun gedachten aan elkander konden duide lijk maken. Ieder had een wijzerplaat, waarop de letters van het alphabet stonden en een wijzer was aangebracht. De eene vriend liet den wijzer naar een bepaalde letter wijzen en dan bewoog de wijzer op de andere wijzer plaat zich In dezelfde richting. Dit ging alles door middel van een magneet. Wat Strada verbpeldde ls bijna hetzelfde wat nu in den modemsten telegraphischen overbrenger ge schiedt. Men behoeft slechts „The Tempest" (De Stormi van Shakespeare op te slaan, om te zien dat deze geniale tooneelschrijver de radio heeft voorzien, want Pröspero was door zijn toovermaeht ln staat muziek uit te zenden naar Iedere gewenschte plaats! EEN MODERN FILMATELIER. De Amerikanen trachten, zoo lezen wij ln een Engelsch tijdschrift, wel den indruk te vestigen dat. hun film-ateliers de grootste ter wereld zijn. maar om het modernste en best ingerichte fim-ateüer te zien. moet men toch naar Wembley Park. Londen, gaan. Deze studio's, geheel Britsch van ontwerp en bouw. zijn inderdaad model-inrichtingen. De verlichting is al dadelijk iets bijzon ders. Tot nu toe werden in alle film-ateliers de electristhe lichten, waar die noodig waren, aan- en uitgedraaid door middel van scha kelaars in den muur. Dit bracht mee, dat overal lange kabels op den grond lagen, die de bewegingen van spelers en personeel be moeilijkten en dikwijls over in het atelier aanwezige stellages moesten worden heen- gelegd. In Wembley nu wordt de geheele verlich ting van boven af geregeld. Een speciale zol dering is daarvoor gemaakt en hierin be vinden zich de noodigo schakelaars De ka bels en groote ..lichtbakkon" worden ook van deze zoldering af neergelaten, zoodat de vloer van het atelier geheel vrij blijft voor de spelers. De zware lichtbakken kunnen snel in iedere gewenschte richting langs de zolde ring bewogen worden. Een ander interessant ding Ls de manier, waarop het atelier „geluidloos" is gemaakt. Het is gebouwd van holle baksteenen. aan de binnenzijde „gevoerd" met een speciaal isoleerend materiaal. Het geheele dak ls van binnen voorzien van dikke lagen stroo. Dit stroo is op zóódanige wijze geperst, dat het geen vlam kan vatten. Hot is zoo hard als steen. Het atelier heeft zijn eigen electrische cen trale: een eigen timmerwerkplaats, voorzien van de modernste machines. Onder den vloer van het atelier is een ge weldig groote tank. die 260 000 liter water kan bevatten, zoodat. wanneer scènes te wa ter moeten worden opgenomen, de artisten daarvoor het gebouw niet behoeven te verla ten Ook scènes onder water kunnen hier gefilmd worden, want de tank ls vooralen van een speciale holte, waarin de operateur zijn werk afgescheiden van het water na tuurlijk! kan verrichten. In dit moderne film-atelier worden de op nemingen onmiddellijk ontwikkeld, waarvoor de nieuwste ontwikkelingsmachines aanwe zig zijn. Er worden hier geluidsfilms in drie talen gemaakt. ARME PAARDEN. Het Engelsche tijdschrift Tlt-Bits heeft onlangs mededeelingen gedaan betreffende de middelen waarmede paarden, die aan wed strijden moeten deelnemen, soms door ge- wetenlooze trainers worden behandeld. Deze practijken kwamen vroeger veel meer voor. maar toch zijn nog niet lang geleden in En geland twee dergelijke gevallen geconsta teerd. Vroeger plachten de trainers, die zulke af schuwelijke middelen toepasten, den paarden een onderhuidsche inspuiting te geven, waar door de dieren tijdelijk levendiger werden en hun zenuwen werden verdoofd. Maar de gevolgen van deze behandeling waren vreeselijk voor de arme d!eren. Een paard dat haar eenige malen ondergaan had werd spoedig een wrak. De huid verloor zijn glans het dier vermagerde en versufte en niet zelden kwijnde het langzaam weg en stierf. Soms werd cocaïne in poedervorm ge mengd met een handvol haver aan het paard gegeven. Het is eigenaardig dat de bedwelmende middelen op ieder paard een verschilende uitwerking hebben. Het eene dier komt er duidelijk van onder den invloed en aan het ander is niets te bemerken. DE CONTRóLF.-TOREN VAN CROYDON. Hoog boven de omringende gebouwen en het vliegveld staat de controle-toren van Croydon. Hij is voor de aviateurs wat de vuurtoren is voor de zeevaarders. Uit dezen toren worden de weerberichten uitgezonden, en boodschappen naar de vliegtuigen die in de mist verdwaald zijn. Ook worden hier ge regeld tijdingen opgevangen van de vlieg tuigen die het Kanaal en het vliegveld nade ren. Vóór dat een vliegmachine vertrekt, wacht het op een sein van den toren. De piloot ver trekt nóóit voordat, hij een heldere lichtstraal uit den toren op zich gericht ziet. In een vertrek boven in den toren is een geweldig-groote kaart aanwezig van alle lan den waarboven de vliegtuigen reizen. De plaats waar zij zich. volgens de berichten die de piloten voortdurend draadloos naar den toren van Croydon doen zenden, bevinden wordt door vlaggetjes op die kaart aange duid: blauwe voor Engelsche machines, roode voor Hollandsche. witte voor Fransche enz. Zoo kan men met één oogopslag zien waar een bepaalde vliegmachine was, toen het laat ste bericht van haar binnenkwam. Niet vóór dat het landingsbericht is ontvangen wordt het vlaggetje van de kaart verwijderd. Wanneer in den winter een vliegtuig in de mist verdwaalt bericht de piloot dit draadloos aan den toren van Croydon. Door samen werking van drie stations: Croydon, Lympne en Norfolk wordt nu onmiddellijk op vernuf tige wijze de plaats van het vliegtuig in de mist bepaald en aan den piloot draadloos be richt, welke richting hij moet nemen of wat hem verder te doen staat. Wanneer vliegmachines arrlveeren en wil len landen moeten zij eerst één keer boven het vliegveld cirkelen. Een vliegtuig dat rond cirkelt om te landen gaat vóór bij een ma chine die wil vertrekken. Op deze wijze kan er nooit verwarring ontstaan en Ls de mo gelijkheid van botsingen of ongevallen zoo gering mogelijk gemaakt. EXCUSES. Wonderlijke excuses voeren verdachten soms aan om een verklaring van hun anti maatschappelijk handelingen te geven. Maar de vrouw, die onlangs aan een Engelschen rechter verklaarde, dat zij diefstallen in win kels pleegde om haar doofheid te genezen, ging toch wel wat al te ver! De bedoeling scheen te zijn dat de opwindfng, die verbon den is aan het ongemerkt wegnemen van kleine voorwerpen van de toonbank, haar gehoorain scherpte. Dit is niet de eerste keer dat een dief de zorg voor zijn gezondheid bij wijze van ver dediging aanvoert. In Parijs stal niet lang geleden een man versche broodjes uit een bakkerskar. De broodbezorger rende hem achterna, sprong op een taxi en na een wilde jacht, zooals we die wel eens in de bioscoop te zien krijgen, kreeg zijn man te pakken. Deze gaf dadelijk de dief stal toe. maar hij had het niet gedaan om te stelen, maar om wat lichaamsbeweging te krijgen! Een ander Franschman, bestal zijn pa troon? voor 200.000 francs. Ook alweer niet om dat geld in handen te krijgen, maar om de sportbeoefening in Frankrijk te bevorde ren» Inderdaad bleek, dat hij een Athletlek- Vereeniging had opgericht met zijn eigen klein fortuin en het gestolen geld. De rechter wilde van deze soort popularisatle van de sport echter niets weten en veroordeelde den sportenthousiast tot vier jaren gevangenis straf. Iemand te Manchester nam een schilderij weg en verontschuldigde dezen diefstal door te zeggen, dat het een portret van zijn oom was. Hij achtte de diefstal daarom volkomen gerechtvaardigdMaar ook in dit geval waren de rechters een andere opinie toegedaan. WEGEN VAN KATOEN. Burnley, een van de groote katoensteden ln Lancashire, heeft ook de gevolgen ondervon den van de malaise in den katoenhandel. Maar het heeft nu een proef genomen, waardoor misschien op den duur een nieuwe markt voor katoen zal worden gevonden. Het gemeentebestuur Is n.l. bezig, verschil lende straten van een nieuw wegdek te voor zien en voor enkele gedeelten wordt daarbij nu gebruik gemaakt van in Burnley vervaar- vaardigde katoen. Men neemt dat katoen er toe zal bijdragen, het straatopperzlak bestand te maken tegen water cn dat dit nieuwe weg dek ook duurzamer zal zijn. Dergelijke proeven zijn reeds In Amerika genomen waar katoen met succes gebruikt is zoowel bij wegen van beton als van asphalt. Wanneer het gebruik van katoen, als hulp middel bij den wegenbouw, algemeen wordt, kan dit een groote steun worden voor de katoenindustrie. Wegenbouwers zijn nog steeds op zoek naar nieuw materiaal. Zij zul len dus gaarne de katoen, als die overigens voldoet, voor hun doel aanvaarden. De eenige ernstige concurrent van de katoen zou de rubber kunnen worden, nu de ruwe rubber in den laatsten tijd zoozeer in prijs ls gedaald. WILLEM BILDERDIJK. (1756—1831) Tezamen met Staring en Tollens behoort Bilderdijk tot de voornaamste voorloopers van de romantische periode in de Nederland- sche literatuur. Zelf was hij slechte gedeelte lijk romanticus, want ofschoon hij wel van het principe uitging „Mijn dichtkunst is ge voel", kenmerken de meeste zijner dichtwer ken zich door een angstvallig vasthouden aan de klassieke regels. Hij schreef boven dien een aantal treurspelen, zooals „Floris V", in navolging van het Fransch klassieke drama, leerdichten, zooals ..De ziekte der ge leerden" en zelfs een onvoltooid epos. Van ware romantiek is bij hem dus nog geen sprake. Maar ondanks den gebonden vorm treffen vele zijner gedichten ons door hun gloeiende geestdrift en strijdvaardigheid. Een groot strijder is hij in ieder geval ge weest. dat bleek herhaaldelijk uit zijn harts tochtelijk fulmineeren tegen den revolutie geest en het ongeloof van zijn tijd. In 1756 zag Bilderdijk te Amsterdam het levenslicht. Zyn vader, oorspronkelijk dokter in de medicijnen en later in 's Rijks dienst, gaf den jongen Willem zelf onderwijs ;n Grieksch. Latijn en andere vakken. Reeds in zijn eerste jeugd onderscheidde Bilder dijk zich door zeldzame bevattelijkheid. Door een ongemak aan den voet, wat hij t<ot zijn zestiende jaar behield, was hij gedwongen meestal in de eenzaamheid te verkeeren. Na zijn herstel gevoelde hij een sterke nei ging in krijgsdienst te treden, doch lichame lijke zwakte belette hem zijn plan ten uit voer te brengen. In 1780 ging hij te Leiden in de rechten studeeren. twee jaren later promoveerde hij en vestigde zich als advo caat te 's-Gravenhage, waar hij zich veel roem, vele vrienden, maar ook vele vijanden verwierf. Zijn groote gehechtheid in woord en geschrift aan het Oranjehuis was er de oorzaak van. dat hij in het revolutiejaar 1795 toen de patriotten zich van de regeering meester hadden gemaakt, het land moest verlaten. Hij trok naar Hamburg, vervolgens naar Engeland, daarna weer naar Duitsch- land en keerde ten slotte in 1805 weer in Nederland terug. Nog steeds was hij de groote ijveraar voor het huis Oranje, maar ook nu weer werd hij teleurgesteld en mis kend. niet in het minst door de partij, wier belangen hij met h arts toch telij ken ijver ver dedigde. Met- groote heftigheid trad hij thans tegen den tijdgeest op en op velen zijner tijdgenooten. o.a. Isaac Da Costa, oefende hij belangrijken invloed uit. Zijn laatste levens jaren bracht hij door 'n Haarlem, waar hij in 1831 overleed. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de Groote Kerk. De Haar- lemsche Rederijkerskamer „De Wijngaard ranken" plaatste in 1832 een eenvoudigen ge denksteen, die alleen zijn naam draagt, op zijn graf. Behalve klassieke drama's en leerdichten schreef Bilderdijk enkele romances (Ellus, Urzijn en Valentljn) en een respectabel aan tal lyrische gedichten, waarvan de Ode aan Napoleon en Afscheid het meest bekend zijn. Wat betreft de satyre behooren tot zijn best geslaagde stukjes „De nachtegaal en de koe koek'. waarmede hij tegen de smakelooze opvattingen van het publiek op letterkundig gebied te velde trekt en „De Volksstem", dat in 1818 uitkwam. Bilderdijk is als mensch en als dichter zeer verschillend beoordeeld geworden. Tot populariteit heeft hij het nooit kunnen brengen, iets wat zijn leerling Da Costa toe schrijft aan de vooroordeelen zijner natje. Conrad Bu sken Hu et zeide in den Neder- landschen Spectator van 14 Januari 1860: „Onzes inziens ligt de schuld dier impo pulariteit niet in de eerste plaats aan de na tie. maar aan Bilderdijk zeiven; aan de ge breken van d.'ens poëzie, aan dc gebreken ook van het karakter, dat uit diens poëzie ons toespreekt. Bijna grenzeloos ij del, harts- t-ochelijk zonder teederheid, scherp maar grof, log en laborieus van humor, een on vermoeibaar versifex. een bezinger van het onbezinabare. onkiesch. smakeloos, duister, onnauwkeurig, breedsprakig, ls het n.'et mo gelijk, dat Bilderdijk de dichter zij of worde naar het hart eener natie als de onze. De poëzie van dezen „in alles smgulieren man", vertoont een mengsel van boevschheid en genialiteit zoo zondcri.'ng, dat hij evenveel kans heeft hier te lande populair te worden als (wij noemen met opzet een bij uitstek heterogeen voorbeeld) de muze van Hein- rich He;ne. Eenerzijds veel te verheven om door het gros onzer landgenooten in zijn soms arendshooge vlucht te worden gevolgd en aan den anderen kant veel te veel „Pav- san du Danube", dan dat hij den smaak der groote meerderheid van ons beschaafde pu bliek zou kunnen voldoen, zal Bilderdijk in rijn geheel ten on rent steeds ccn vreemde ling en bljwoncr blijven". Merkwaardig is Bilderdljk's huwelijksleven geweest. In 1784 huwde hij met Rebecca Catharina Woesthoven. door hem onde- den naam Odilde bezongen. TUdens zijn balling schap in Londen kwam hij evenwel in aan raking met de dochter van een Haagschcn kunstschilder, die zich BTOMBB on het be oefenen der letterkunde had toegelegd. Deze verstandhouding heeft tenslotte tot een hu welijk geleid en ten bewijze, dat zijn eerste huwelijk ontbonden er. het tweede gesloten was. plaatste Bilderdijk in zijn huisbijbel naast zjjn cygen naam dien van ziin uitver korene Da' was dan ook tevens de eenige plechtigheid, die bij dit huwelijk plaats vond. Ook op wetenschappelijk gebied heeft Bil derdijk eenige geschriften geleverd en hier van moeten in de eerste plaats genoemd worden zjjn taalkundige werken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 18