UIT VERGEELDE PAPERASSEN.
Biographieen in
een notedop
Vit de geschiedenis van Nederlandsch-Indië
door P. J. ZÜRCHER.
Het herbergwezen in den ouden tijd. De
nieuwe Stadsherberg.
e achttiend# eeuw is het glorie-
tijdperk van liet herbergwezen
In Indië. Drank en «pel vierden er
hoogtij en de etablissementen waren
er geheel op ingesteld om aan die
hartstochten tegemoet te komen. De dran
ken waren er. dit hebben we ln een vorig
opstel gezien, maar ook aan de verschillen
de soorten spel ontbrak het niet. Te vinden
waren er: de toptafei, waar hazard gespeeld
werd; verder het ticktacqbord (niet te ver
warren met triktak!), dat ook verkeerdbord
werd genoemd en dan het toccadille die veel
op elkaar geleken; de „schuyftaefel" (schuffe
board of Friesche sjoelbak;dc tarok- of
klostafel, een soort biljart met 12 tot 16 zakken
een ijzeren beugel cn een pin, beide met een
belletje, die door den bal niet mochten wor
den aangeraakt. Hierbij schijnt nog al ge
wed te zijn, althans een dichter uit diei.
gouden dagen heft ccn jammerklacht aan
over menschen:
..die door een yzre poort' de vrught' huns
sweets verbossen".
Ook vond men er het ..trok-ma-dame", dat
ook al op een biljart geleek of een soort
tafel-croquct met 13 ballen en ten slotte het
gcperfectionnoerrfe ..biljart royaal", maar nog
met zes zakken. Kegel- en kolfbaan vond men
maar hier cn daar verspreid. Het laatste droeg
een zeer kalm en laf knakter en leende zien
uitstekend om er onder de hand een „pype
toeback by te suyge".
In oude papieren duiken soms namen van
herborgen en lun eigenaars op en dit scher.kt
plotseling leven aan de aoode prent, die wij
hier bezig zijn „te teekenen".
Zoo vind ik in 1638 de Stadsherberghc
van Lysboth Gerrits Boom, met privilege,
waar ook een „doelen en ie ghomeen schm-
tershuys" aan verbonden was. Xnievtjcn
Smit, die in de wandellrg de „Schooue ttaer
dinne" heette, htelJ er Ook zoo'n etablissement
op na. Zij alle. met nog vele andere, beenden
zich in de echte kroegen- en herbergen-
buurt, die was in de Lepelstraat bij hot Vier
kant en de Werf.
Hoewel alles daar verdwenen i6 mogen we
aannemen, dat die buurt eenige punten van
overeenkomst moet hebben gehad met de
Amsterdamsche Lange Niezel, Binnen-
BuLten Bantammerstraat en misschien zelfs
wel met de Zeedijk, uit onze dagen. Het was
daar avond aan avond feest, er Jammerde de
viool en bromde de bas en gingen de nieuwste
nieuwtjes van pas aangekomen scheepsvrien-
den over lokaal en beker van mond tot mond
voort. Dit moet wel de bakermat van de
„chronlque scandaleuss" van Batavia geweest
zijn.
Omstreeks 107 hebben daar ook „de
Hamenas" gestaan, „de Konlnck van Sackse
„de Witte Olyfanfce", en nog tal van andere
beroemde gelegenheden, die in dat land van
steeds wisselende bevolking, telkens van. eige
naar en van naam veranderden. Geen hunner
had een langdurig bestaan, maar een heeft het
gebracht tot het halve eeuwfeest en moest
toen het veld ruimen voor den bouw van een
nieuwe poort.
De „buitentuin", die bij de Antjolmondlng
(Batavia) bestond, wordt „eervol" vermeld,
waarom, staat er niet bij, maar. lezende, dat
de commandant van Jacatra (N. B.!> een tijd
lang den naam had de boste „gloria" te tap
pen, kunnen we gerust aannemen, dat ook
die ..buitengelegenheid" zich op soortgelijk
gebied „eervol" heeft onderscheiden. Want
drinken, eten en spel vierden er immers
hoogtij Die commandant van Jacatra en zijn
vroeger reeds door mij genoemde collega te
Meester Cornells, schenen meer „tappors"-
dan officiers-,.gaven" te hebben bezeten. Maar
in het kader van hun tijd hadden zij belden
zeer zeker hun groote „verdienste".
Bemoeienis met het herbergwezen strekte
zich van hoogerhand uit. De rustelooze Gou
verneur-Generaal van Imhoff creëerde in
1744 een soort privilege, omvattende een
twaalftal herbergen binnen de veste, die van
toen af geen „gemeene Europesen" behoefden
toe te laten. Deze werden dus min of meer
tot ..deftige" kroegen gepromoveerd. Vermoe
delijk. eveneens door Zijn Hoogedele's tus-
schenkomst kwam er ccn vergunning tot
stand tot oprichting van een Heerenloge
ment. dat voor vreemde handelaren schijnt
bestemd te zijn geworden. Dit geschiedde in
overeenstemming met den wensch om „deesc
hooftplaetse door den tijd tot eene vrije
hnndelsplaeta te maecken". In 1750 bestond
althans zoo'n „Heerenlogement", dat toebe
hoorde aan de „Fabriek", die daar vele eigen
dommen bezat. Dit fraaie en groote „huys"
wordt door tal van reizigers geroemd. Maar
2ijn opvolger Mossel, die niet. sympathiek
stond tegenover den handel dier vreemdelin
gen. liet het Heerenlogement in 1754 voor
24000 Rds. door den sous-Lieutanant van zijn
lijfwacht. Gabriel Eesse du Pouget, koopen.
Eenige Jaren later werd een gedeelte van dit
gebouw bestemd voor schouwburg. vEen feit
is. dat het logement niet rendeerde. Welis
waar werden alle vreemdelingen gedwongen
er hun Intrek in te nemen, zoodat de Shah-
bander, die beiast was met het toezicht op
hen. kon controlceren of er ook gesmokkeld
en Compagnies' volk geronseld werd en wel
voornamchjk scheepstimmerlieden, maar
Mossel gedoogde niet. dat er andere, vreemde
schepelingen, dan schippers en opperstuur-
heden aan wal kwamen en zonder „die an
dere. vreemde sc hepelingen" had „het huys"
geen recht van bestaan. Ook was het niet
uitsluitend logement. Er bestond ook een
pakhuisruimte. Verder genoten de logés er
het privilege van vrije lnadornuwen. terwijl
hun ook vrijdom van visitatie hunner waren
aan den Boom werd verleend. Doch aange
zien de visitatie ln het logement plaats vond.
is er eenige aanleiding aan de gcede trouw
te twijfelen van de Engelsche logés, die ver
moedelijk opium binnen smokkelden en clan
destien suiker uitvoerden. Nog tal van andere
..privileges", aan hot „huys" verbonden, doen
vermoeden, dat de Hooge Hoeren bij het Hee
renlogement betrokken zijn geweest.
Men kon or voor vijf gulden per dag. alles
Inbegrepen, logies verkrijgen, een prijs, die
tot voor den oorlog nog steeds gehandhaafd
bleef. In het laatst van 1765 nam Commo
dore John Byron. de grootvader van den be
kenden dichter, er zijn intrek. HU had bij de
Enge'-sche marine den bijnaam van „foul-
wcather Jack", omdat hij steeds slecht weer
trof. maar hij was een uiterst bemlnlUk man,
die vol lof was over Batavia en rijn „loge
ment" cn schrUft: „It has more the appea
rance of a palace than a house of entertain
ment. being the most magnificent building in
Batavia".
Onder meerdere „ontdekkingsreizigers"
nam ln 1770. de grootste van hen allen. James
Cook, wiens ..Endeavour" in reparatie moest,
er zijn intrek. In tegenstelling met de Bou
gainville (reeds eerder genoemd), die het
Heerenlogement een groot en fraai gebouw
noemde „trof" Cook het. dat het terrein bij
bandjir blank stond. Hij vond het er blljk-
maar niet erg gezond en hij wist gedaan te
krijgen, dat zijn zieke officieren er niet be
hoefden te logeeren. Hij had er een afkeer
van het eten, van de rijsttafel gruwde hij, en
dank zij zijn „optreden" kreeg hij het zoover,
dat hij iets kon verkrijgen, dat op „food for
a gentleman" aanspraak kon maken. Onwil
lekeurig doet dit denken aan den (alweer)
Engelschen officier, die het persé „vertikte"
om onze Indische koffie waarvan onze da
mes het monopolie hadden en nóg hebben
te gebruiken, bewerende, dat. die koffie
koud was (wat haast niet mogelijk is.in
Indië!) en'n gentleman, die zich respec
teert, drinkt eeen koude koffie.
Cook's meening over de ongezondheid van
dc plaats, waar het Heerenlogement stond,
sloeg evenwel ln. Het werd toen afgebroken
en verplaatst naar een terrein aan de Kali-
Besar West. waar twee perceelen stenden. in
een waarvan mevrouw de Klerk, op Oude
jaarsdag 1785 was overleden. Maar de onder
neming leed er een bloedarm bestaanhet
„wilde" niet. Een slecht beheer, de concur
rentie van andere logementen in de stad: de
handel, die sterk achteruitging, de geringe
vertering van de vreemdelingen, deze alle
tastten het privilege van het Heerenlogement
ln niet geringe mate aan. En. als klap op de
vuurpijl, kwam ook hier de ongezondheid
een hartig woordje medespreken. Toen werd
het opnieuw verplaatst het was onder al
die bedrUven door anno 1808 geworden
naar een gebouw op Jacatra. Ook daar stond
het dus weder aan het water. Maar vermoe
delijk heeft een logement te Weltevreden, dat
óók aan het water stond een fnuikende con
currentie gevoerd tegen het Heerenlogement
op Jacatra en toen hierbij nog kwam. dat in
1811 het privilege van het Heerenlogement
werd ingetrokken, werd daarmede zijn lot
bezegeld. In 1818 werd het afgebroken. Even
wel bestonden er nog andere herbergen, in
weerwil van het feit. dat de tijd een ware
slachting onder hen had gehouden. Het loge
ment van „Zwarten Plet." en later dat van
Aron Levi stonden ln een slechten reuk.
Maar dat van Villeneuve, op Goenoeng Sa-
hari; van Caslmir Payan; het hotel de Pro
vence .later omgedoopt (en steeds vergroot)
ln Ho!el des Indes, noe immer Batavla's eer
ste en voornaamste hotel, waar Multatuli, op
zijn terugtocht, toen nog „Provence" gehee-
ten, heeft gelogeerd, waren alle veel beter.
En zij. die bij aankomst in Indië. niet direct
naar Weltvreden wilden doorgaan, konden
hun intrek nemen in de Nieuwe Stadsherberg
van 1849. aan het havenkanaal tegenover den
Uitkijk. Vroeger, toen Tandjong Prlok nog
geen haven was, bleven de binnenkomende
zeilschepen op de reede liggen. En de passa
giers eingen dan oor prauw het havenkanaal
af. tot aan de N. Stadsherberg.
Dit is nog zoolang niet geleden en de oud
sten onder ons zullen zich ongetwijfeld de
zen tocht en het logies aldaar nog wel her
inneren. Het gebouw staat er nog steeds In
den nagenoeg oorspronkelijker, toestand, met
nog altijd in den gevel het Zwaard cn den
Krans en bekroond met drie struisveeren.
Maar als logement, is het reeds lang in on
bruik geraakt. Op het oogenblik is er een of
andere Gemeentelijke, of RUksdienst, dit
weet ik niet precies, in gevestigd.
De Jongste van de oude kronieken schen
ken. helaas, weinig aandacht aan dat ge
bouw Vermoedelijk omdat het niet „histo
risch" genoeg is. Maar wat nu niet Is zal het
later zeker worden. En ook dan zal de his
torie er het zwijgen toe moeten doen. wat te
betreuren valt. Met het oog daarop zou ik
het aardig vinden. Indien zlrh wellicht, on
der onze lezers, nog iemand mocht bevinden,
die mij eenige bijzonderheden over de aan
komst aan den wal. de bedrijvigheid en het
leven lr. dat hotel uit die dagen, zou kunnen
mededeelen, cn mij daarvan op de hoogte
wilde brengen. Ik zal het Rijksarchief in In
dië die dan doorzenden en er wellicht, in dit
blad. nog een correspondentie aar. wijden.
Thans is het herberg-wozen in Indië ver
dwenen. Het heeft plaats gemaakt voor het
hotelwezen, dat een goede dertig jaar gele
den. nog gemoedelijk en „betrekkelijk" pri
mitief. thans, naar de heerschende begrip
pen. het volmaakt „moderne" heeft be
reikt. Maar de prijs van „zooveel" gulden per
dag, alles Inbegrepen. Is: gebleven.
„ANGLIC", DE NIEUWE TAAL.
(Van onzen Londenschen correspondent,)
Anglic is een nieuwe schrijftaal van
Zwecdschen oorsprong, die veel aandacht
trekt in Engeland. Dat is geen wonder, want
deze schrijftafel is feitelijk Engelsch pho-
netisch gespeld. Hier is een voorbeeld van
„Anglic": „Guvernment of the pecpl by the
peepl for the peepl shal not perish from the
urth". Het Engelsche „nation" is, in Anglic
geschreven „naeshon"; rather is radhr;
cause Is kauz; gave is gaev.enz.
De voornaamste bevorderaar van deze taal
in Engeland is Lloyd James, privaat-docent
in Phonetica aan de Universiteit te Londen,
radlo-leeraar en secretaris van de Com
missie voor Uitspraak van het Engelsch van
de British Broadcasting Corporation.
Het idee van Anglic is voor het eerst op
gekomen in het brein van een zakenman in
Zweden. Hij meende dat Engelsch in „vereen
voudigde spelling" de gemakkelijkste en beste
Internationale taal zou vormen voor handels
doeleinden. De handelsman nam een
Zweedsch professor ln den arm. Dr. Zach-
russon. professor in Engelsch aan de hooge-
school te Upsala. die een systeem en een
schrijfwijze ontwierp, met medewerking van
deskundigen ln Engeland en Amerika En nu
is Anglic een feit Er zijn reeds boeken in
gedrukt. En de genoemde Lloyd James heeft
juist een aantal gramophoonplaten doen ver
vaardigen in de taal Een nieuw woorden
boek. gevend de spelling van Anglic, is in
wording.
De stichters en propagandisten van de
nieuwe schrijftaal stellen bij voorbaat vast
dat zij niet in de plaats of in concurrentie
wil treden van en met bestaande internatio
nale talen als Esperanto en Ido. Anglic heeft
het meer beperkte doel van vereenvoudigd
Engelsch voor den handel. Engelsch is geko
zen als grondslag voor Anglic om den een-
voudigen gratfima ticalen bouw. die helaas
samengaat met zeer ingewikkelde spelling.
Nu men de spelling zoo redelijk heeft ge
maakt meent men dat het van het hoogste
nut zal zijn voor zakenlieden ln de geheele
wereld. Kleine maar in commercieel opzicht
belangrijke landen ervaren dat hun buiten-
landsche klanten hun taal niet willen leeren.
De nieuwe vorm van Engelsch kan gemakke
lijk door alle naties van de wereld worden
geleerd. Men hoopt dat de Onderwijsraad in
Engeland toestemming zal geven voor onder
wijs in de taal op de Engelsche scholen. Men
erkent de aesthetlsche bezwaren. Wel onder
legde en welopgevoede menschen, die tevens
de steunpilaren zijn van de taal, houden
niet van „vereenvoudiging" ln spelling* De
woorden krijgen een andere gedaante, vor
men oen ernstige inbreuk op de taai-traditie
en lijken op dc schrijfwijze van een onopge
voed mensch. Zal Anglic deze groote bezwa
ren kunnen overwinnen?
MINDER KRANTEN PER
LUCHTPOST.
(Van onzen Engelschen correspondent).
Onlangs heeft de Engelsche postdfenst een
nieuw tarief voor luchtpost ingevoerd. In
plaats van het gewone tarief voor bulten-
landsche brieven (2;ï stuiver) met een lucht-
tarief van 2 stuivers, £s er een standaard
tarief van 4 stuivers per ons gewicht. Voor
de eenvoudigheid heeft het postbestuur dit
tarief echter ook aanvaard voor drukwerken
Wat den luchtpostdienst tusschen England
en het vasteland betreft bestaat er dus geen
onderscheid meer tusschen brieven en druk
werken. Het gevolg daarvan ls geweest dat de
verzending van dagbladen per vliegtuig van
Engeland uit tennaastenbij 30 percent duur
der is geworden. De krantenuitgevers zijn
daar slecht over te spreken. Zij zeggen dat
aan een verzenddfenst, die geriefelijk maar
al zeer duur was, een einde moet komen nu
de kosten nog eens de helft hooger zijn ge
worden. Het postbestuur schijnt daar onver
schillig onder te zijn en redeneert dat de
luchtpostdienst nagenoeg uitsluitend uit brief
post bestaat en dat het daarom noch prak
tisch noch wenschelijk Ls het drukwerk-tarief
te handhaven. Het gevolg is geweest dat de
verzending van dagbladen per luchtpost van
Engeland naar het Vasteland sterk is afge
nomen. Verscheidene uitgevers doen het niet
meer.
„NIETS NIEUWS ONDER DE
ZON".
Zoolang er menschen zijn geweest met ver
beeldingskracht. zijn er voorspellingen ge
daan betreffende wonderen die ééns de
wereld zouden verbazen.
De fabelleer vertelt van Daedalus die vleu
gels maakte voor zich en voor zijn zoon
Icarus en hoe zij zich met die vleugels in de
lucht, verhieven. De menschen hebben altijd
neiging tot „vliegen" getoond, omdat dat
het eenlgste was. dat de gevederde dieren
op hen vóór hadden.
In 1214 voorspelde Roger Bacon reeds de
komst van de luchtballon. Hij geloofde dat
die zou gemaakt worden van zeer dun metaal
en gevuld met vloeibaar vuur. Driehonderd
Jaar later steeg de eerste ballon op en inder
daad werd bij die opstijging gebruikt ge
maakt van vuur om de lucht in de ballon te
verdunnen.
Het luchtschip van tegenwoordig had zijn
voorganger in de 18e eeuw in de ballon van
Lunardi. die door middel van roeiriemen
werd voortbewogen.
Leonardo da Vinci, die behalve schilder een
beroemd wiskundige en Ingenieur was, heeft
met merkwaardige nauwkeurigheid de vlieg
machine onzer dagen voor zijn geestesoog ge
zien.
De It.aliaansche schrijver Strada, die fn
1572 geboren werd. beschrijft een denkbeel
dige machine, waardoor twee vrienden, hoe
ver ze ook van elkander verwijderd waren,
hun gedachten aan elkander konden duide
lijk maken. Ieder had een wijzerplaat, waarop
de letters van het alphabet stonden en een
wijzer was aangebracht. De eene vriend liet
den wijzer naar een bepaalde letter wijzen
en dan bewoog de wijzer op de andere wijzer
plaat zich In dezelfde richting. Dit ging alles
door middel van een magneet. Wat Strada
verbpeldde ls bijna hetzelfde wat nu in den
modemsten telegraphischen overbrenger ge
schiedt.
Men behoeft slechts „The Tempest" (De
Stormi van Shakespeare op te slaan, om te
zien dat deze geniale tooneelschrijver de
radio heeft voorzien, want Pröspero was door
zijn toovermaeht ln staat muziek uit te
zenden naar Iedere gewenschte plaats!
EEN MODERN FILMATELIER.
De Amerikanen trachten, zoo lezen wij ln
een Engelsch tijdschrift, wel den indruk te
vestigen dat. hun film-ateliers de grootste
ter wereld zijn. maar om het modernste en
best ingerichte fim-ateüer te zien. moet men
toch naar Wembley Park. Londen, gaan.
Deze studio's, geheel Britsch van ontwerp
en bouw. zijn inderdaad model-inrichtingen.
De verlichting is al dadelijk iets bijzon
ders.
Tot nu toe werden in alle film-ateliers de
electristhe lichten, waar die noodig waren,
aan- en uitgedraaid door middel van scha
kelaars in den muur. Dit bracht mee, dat
overal lange kabels op den grond lagen, die
de bewegingen van spelers en personeel be
moeilijkten en dikwijls over in het atelier
aanwezige stellages moesten worden heen-
gelegd.
In Wembley nu wordt de geheele verlich
ting van boven af geregeld. Een speciale zol
dering is daarvoor gemaakt en hierin be
vinden zich de noodigo schakelaars De ka
bels en groote ..lichtbakkon" worden ook van
deze zoldering af neergelaten, zoodat de vloer
van het atelier geheel vrij blijft voor de
spelers. De zware lichtbakken kunnen snel in
iedere gewenschte richting langs de zolde
ring bewogen worden.
Een ander interessant ding Ls de manier,
waarop het atelier „geluidloos" is gemaakt.
Het is gebouwd van holle baksteenen. aan
de binnenzijde „gevoerd" met een speciaal
isoleerend materiaal. Het geheele dak ls van
binnen voorzien van dikke lagen stroo. Dit
stroo is op zóódanige wijze geperst, dat het
geen vlam kan vatten. Hot is zoo hard als
steen.
Het atelier heeft zijn eigen electrische cen
trale: een eigen timmerwerkplaats, voorzien
van de modernste machines.
Onder den vloer van het atelier is een ge
weldig groote tank. die 260 000 liter water
kan bevatten, zoodat. wanneer scènes te wa
ter moeten worden opgenomen, de artisten
daarvoor het gebouw niet behoeven te verla
ten Ook scènes onder water kunnen hier
gefilmd worden, want de tank ls vooralen
van een speciale holte, waarin de operateur
zijn werk afgescheiden van het water na
tuurlijk! kan verrichten.
In dit moderne film-atelier worden de op
nemingen onmiddellijk ontwikkeld, waarvoor
de nieuwste ontwikkelingsmachines aanwe
zig zijn. Er worden hier geluidsfilms in drie
talen gemaakt.
ARME PAARDEN.
Het Engelsche tijdschrift Tlt-Bits heeft
onlangs mededeelingen gedaan betreffende
de middelen waarmede paarden, die aan wed
strijden moeten deelnemen, soms door ge-
wetenlooze trainers worden behandeld. Deze
practijken kwamen vroeger veel meer voor.
maar toch zijn nog niet lang geleden in En
geland twee dergelijke gevallen geconsta
teerd.
Vroeger plachten de trainers, die zulke af
schuwelijke middelen toepasten, den paarden
een onderhuidsche inspuiting te geven, waar
door de dieren tijdelijk levendiger werden
en hun zenuwen werden verdoofd.
Maar de gevolgen van deze behandeling
waren vreeselijk voor de arme d!eren. Een
paard dat haar eenige malen ondergaan had
werd spoedig een wrak. De huid verloor zijn
glans het dier vermagerde en versufte en
niet zelden kwijnde het langzaam weg en
stierf.
Soms werd cocaïne in poedervorm ge
mengd met een handvol haver aan het paard
gegeven.
Het is eigenaardig dat de bedwelmende
middelen op ieder paard een verschilende
uitwerking hebben. Het eene dier komt er
duidelijk van onder den invloed en aan het
ander is niets te bemerken.
DE CONTRóLF.-TOREN VAN
CROYDON.
Hoog boven de omringende gebouwen en
het vliegveld staat de controle-toren van
Croydon. Hij is voor de aviateurs wat de
vuurtoren is voor de zeevaarders. Uit dezen
toren worden de weerberichten uitgezonden,
en boodschappen naar de vliegtuigen die in
de mist verdwaald zijn. Ook worden hier ge
regeld tijdingen opgevangen van de vlieg
tuigen die het Kanaal en het vliegveld nade
ren.
Vóór dat een vliegmachine vertrekt, wacht
het op een sein van den toren. De piloot ver
trekt nóóit voordat, hij een heldere lichtstraal
uit den toren op zich gericht ziet.
In een vertrek boven in den toren is een
geweldig-groote kaart aanwezig van alle lan
den waarboven de vliegtuigen reizen. De
plaats waar zij zich. volgens de berichten die
de piloten voortdurend draadloos naar den
toren van Croydon doen zenden, bevinden
wordt door vlaggetjes op die kaart aange
duid: blauwe voor Engelsche machines, roode
voor Hollandsche. witte voor Fransche enz.
Zoo kan men met één oogopslag zien waar
een bepaalde vliegmachine was, toen het laat
ste bericht van haar binnenkwam. Niet vóór
dat het landingsbericht is ontvangen wordt
het vlaggetje van de kaart verwijderd.
Wanneer in den winter een vliegtuig in de
mist verdwaalt bericht de piloot dit draadloos
aan den toren van Croydon. Door samen
werking van drie stations: Croydon, Lympne
en Norfolk wordt nu onmiddellijk op vernuf
tige wijze de plaats van het vliegtuig in de
mist bepaald en aan den piloot draadloos be
richt, welke richting hij moet nemen of wat
hem verder te doen staat.
Wanneer vliegmachines arrlveeren en wil
len landen moeten zij eerst één keer boven
het vliegveld cirkelen. Een vliegtuig dat rond
cirkelt om te landen gaat vóór bij een ma
chine die wil vertrekken. Op deze wijze kan
er nooit verwarring ontstaan en Ls de mo
gelijkheid van botsingen of ongevallen zoo
gering mogelijk gemaakt.
EXCUSES.
Wonderlijke excuses voeren verdachten
soms aan om een verklaring van hun anti
maatschappelijk handelingen te geven. Maar
de vrouw, die onlangs aan een Engelschen
rechter verklaarde, dat zij diefstallen in win
kels pleegde om haar doofheid te genezen,
ging toch wel wat al te ver! De bedoeling
scheen te zijn dat de opwindfng, die verbon
den is aan het ongemerkt wegnemen van
kleine voorwerpen van de toonbank, haar
gehoorain scherpte.
Dit is niet de eerste keer dat een dief de
zorg voor zijn gezondheid bij wijze van ver
dediging aanvoert.
In Parijs stal niet lang geleden een man
versche broodjes uit een bakkerskar. De
broodbezorger rende hem achterna, sprong op
een taxi en na een wilde jacht, zooals we die
wel eens in de bioscoop te zien krijgen, kreeg
zijn man te pakken. Deze gaf dadelijk de dief
stal toe. maar hij had het niet gedaan om te
stelen, maar om wat lichaamsbeweging te
krijgen!
Een ander Franschman, bestal zijn pa
troon? voor 200.000 francs. Ook alweer niet
om dat geld in handen te krijgen, maar om
de sportbeoefening in Frankrijk te bevorde
ren» Inderdaad bleek, dat hij een Athletlek-
Vereeniging had opgericht met zijn eigen
klein fortuin en het gestolen geld. De rechter
wilde van deze soort popularisatle van de
sport echter niets weten en veroordeelde den
sportenthousiast tot vier jaren gevangenis
straf.
Iemand te Manchester nam een schilderij
weg en verontschuldigde dezen diefstal door
te zeggen, dat het een portret van zijn oom
was. Hij achtte de diefstal daarom volkomen
gerechtvaardigdMaar ook in dit geval waren
de rechters een andere opinie toegedaan.
WEGEN VAN KATOEN.
Burnley, een van de groote katoensteden ln
Lancashire, heeft ook de gevolgen ondervon
den van de malaise in den katoenhandel.
Maar het heeft nu een proef genomen,
waardoor misschien op den duur een nieuwe
markt voor katoen zal worden gevonden.
Het gemeentebestuur Is n.l. bezig, verschil
lende straten van een nieuw wegdek te voor
zien en voor enkele gedeelten wordt daarbij
nu gebruik gemaakt van in Burnley vervaar-
vaardigde katoen. Men neemt dat katoen er
toe zal bijdragen, het straatopperzlak bestand
te maken tegen water cn dat dit nieuwe weg
dek ook duurzamer zal zijn.
Dergelijke proeven zijn reeds In Amerika
genomen waar katoen met succes gebruikt is
zoowel bij wegen van beton als van asphalt.
Wanneer het gebruik van katoen, als hulp
middel bij den wegenbouw, algemeen wordt,
kan dit een groote steun worden voor de
katoenindustrie. Wegenbouwers zijn nog
steeds op zoek naar nieuw materiaal. Zij zul
len dus gaarne de katoen, als die overigens
voldoet, voor hun doel aanvaarden. De eenige
ernstige concurrent van de katoen zou de
rubber kunnen worden, nu de ruwe rubber in
den laatsten tijd zoozeer in prijs ls gedaald.
WILLEM BILDERDIJK.
(1756—1831)
Tezamen met Staring en Tollens behoort
Bilderdijk tot de voornaamste voorloopers
van de romantische periode in de Nederland-
sche literatuur. Zelf was hij slechte gedeelte
lijk romanticus, want ofschoon hij wel van
het principe uitging „Mijn dichtkunst is ge
voel", kenmerken de meeste zijner dichtwer
ken zich door een angstvallig vasthouden
aan de klassieke regels. Hij schreef boven
dien een aantal treurspelen, zooals „Floris
V", in navolging van het Fransch klassieke
drama, leerdichten, zooals ..De ziekte der ge
leerden" en zelfs een onvoltooid epos. Van
ware romantiek is bij hem dus nog geen
sprake. Maar ondanks den gebonden vorm
treffen vele zijner gedichten ons door hun
gloeiende geestdrift en strijdvaardigheid.
Een groot strijder is hij in ieder geval ge
weest. dat bleek herhaaldelijk uit zijn harts
tochtelijk fulmineeren tegen den revolutie
geest en het ongeloof van zijn tijd.
In 1756 zag Bilderdijk te Amsterdam het
levenslicht. Zyn vader, oorspronkelijk dokter
in de medicijnen en later in 's Rijks dienst,
gaf den jongen Willem zelf onderwijs ;n
Grieksch. Latijn en andere vakken. Reeds
in zijn eerste jeugd onderscheidde Bilder
dijk zich door zeldzame bevattelijkheid. Door
een ongemak aan den voet, wat hij t<ot zijn
zestiende jaar behield, was hij gedwongen
meestal in de eenzaamheid te verkeeren.
Na zijn herstel gevoelde hij een sterke nei
ging in krijgsdienst te treden, doch lichame
lijke zwakte belette hem zijn plan ten uit
voer te brengen. In 1780 ging hij te Leiden
in de rechten studeeren. twee jaren later
promoveerde hij en vestigde zich als advo
caat te 's-Gravenhage, waar hij zich veel
roem, vele vrienden, maar ook vele vijanden
verwierf. Zijn groote gehechtheid in woord
en geschrift aan het Oranjehuis was er de
oorzaak van. dat hij in het revolutiejaar 1795
toen de patriotten zich van de regeering
meester hadden gemaakt, het land moest
verlaten. Hij trok naar Hamburg, vervolgens
naar Engeland, daarna weer naar Duitsch-
land en keerde ten slotte in 1805 weer in
Nederland terug. Nog steeds was hij de
groote ijveraar voor het huis Oranje, maar
ook nu weer werd hij teleurgesteld en mis
kend. niet in het minst door de partij, wier
belangen hij met h arts toch telij ken ijver ver
dedigde. Met- groote heftigheid trad hij thans
tegen den tijdgeest op en op velen zijner
tijdgenooten. o.a. Isaac Da Costa, oefende hij
belangrijken invloed uit. Zijn laatste levens
jaren bracht hij door 'n Haarlem, waar hij
in 1831 overleed. Zijn stoffelijk overschot
werd bijgezet in de Groote Kerk. De Haar-
lemsche Rederijkerskamer „De Wijngaard
ranken" plaatste in 1832 een eenvoudigen ge
denksteen, die alleen zijn naam draagt, op
zijn graf.
Behalve klassieke drama's en leerdichten
schreef Bilderdijk enkele romances (Ellus,
Urzijn en Valentljn) en een respectabel aan
tal lyrische gedichten, waarvan de Ode aan
Napoleon en Afscheid het meest bekend zijn.
Wat betreft de satyre behooren tot zijn best
geslaagde stukjes „De nachtegaal en de koe
koek'. waarmede hij tegen de smakelooze
opvattingen van het publiek op letterkundig
gebied te velde trekt en „De Volksstem", dat
in 1818 uitkwam.
Bilderdijk is als mensch en als dichter
zeer verschillend beoordeeld geworden. Tot
populariteit heeft hij het nooit kunnen
brengen, iets wat zijn leerling Da Costa toe
schrijft aan de vooroordeelen zijner natje.
Conrad Bu sken Hu et zeide in den Neder-
landschen Spectator van 14 Januari 1860:
„Onzes inziens ligt de schuld dier impo
pulariteit niet in de eerste plaats aan de na
tie. maar aan Bilderdijk zeiven; aan de ge
breken van d.'ens poëzie, aan dc gebreken
ook van het karakter, dat uit diens poëzie
ons toespreekt. Bijna grenzeloos ij del, harts-
t-ochelijk zonder teederheid, scherp maar
grof, log en laborieus van humor, een on
vermoeibaar versifex. een bezinger van het
onbezinabare. onkiesch. smakeloos, duister,
onnauwkeurig, breedsprakig, ls het n.'et mo
gelijk, dat Bilderdijk de dichter zij of worde
naar het hart eener natie als de onze. De
poëzie van dezen „in alles smgulieren man",
vertoont een mengsel van boevschheid en
genialiteit zoo zondcri.'ng, dat hij evenveel
kans heeft hier te lande populair te worden
als (wij noemen met opzet een bij uitstek
heterogeen voorbeeld) de muze van Hein-
rich He;ne. Eenerzijds veel te verheven om
door het gros onzer landgenooten in zijn
soms arendshooge vlucht te worden gevolgd
en aan den anderen kant veel te veel „Pav-
san du Danube", dan dat hij den smaak der
groote meerderheid van ons beschaafde pu
bliek zou kunnen voldoen, zal Bilderdijk in
rijn geheel ten on rent steeds ccn vreemde
ling en bljwoncr blijven".
Merkwaardig is Bilderdljk's huwelijksleven
geweest. In 1784 huwde hij met Rebecca
Catharina Woesthoven. door hem onde- den
naam Odilde bezongen. TUdens zijn balling
schap in Londen kwam hij evenwel in aan
raking met de dochter van een Haagschcn
kunstschilder, die zich BTOMBB on het be
oefenen der letterkunde had toegelegd. Deze
verstandhouding heeft tenslotte tot een hu
welijk geleid en ten bewijze, dat zijn eerste
huwelijk ontbonden er. het tweede gesloten
was. plaatste Bilderdijk in zijn huisbijbel
naast zjjn cygen naam dien van ziin uitver
korene Da' was dan ook tevens de eenige
plechtigheid, die bij dit huwelijk plaats
vond.
Ook op wetenschappelijk gebied heeft Bil
derdijk eenige geschriften geleverd en hier
van moeten in de eerste plaats genoemd
worden zjjn taalkundige werken.