H UIT VERGEELDE PAPERASSEN. 165 MINUTEN ROME. UIT DE HISTORIE DER BEELDTELEGRAFIE. Wit dc geschiedenis van Nederlandsch-Indië) door P. J. ZiiRCHER. Enkele leveranciers. Schoen- en kleeder makers; bakkers en slagers. „Rhapsodie" van Bedrijvenen bedrijvers. f et herbergwezen overvleugelde de burgerbedrijven te Batavia niet onaanzienlijk, hoewel men dit niet zou vermoeden. Zoo waren er in de eerste plaats de schoenmakers, die, ten getale van negen bazen en zestien ..ge sellen", in 1654 een gilde oprichtten, dat in 1665 het monopolie verkreeg van de schoe nen-fabricatie. Dit gilde had een steunfonds en hierdoor in staat gesteld begon het een onderzoek in te stellen naar fle bekwaamheid en de antecedenten van de jongere broeders, die in het gilde wenschen te worden opge nomen. Maar. gelijk in Indië. ook op ander gebied en zelfs nog heden ten dage vaak ge schiedt, ontstond er tweespalt en tenslotte werd het wegens "het voortdurende geharre war ontbonden. Daarna verplaatste zich de leerarbeid en concentreert deze zich om streeks 1800 op Midden-Java. Merkwaardig is het volgende besluit, dat in 1662 werd afgekondigd: Eurcpeessohe kleede ren mochten voortaan alleen door Christe nen worden vervaardigd, hetgeen dus wilde zeggen, dat het aan slaven, maar ook aan compagnies-dienaren verboden was het vak van kleermaker uit te oefenen. Deze bepaling moet wel voor velen ,,'n strop" geweest zijn. als wij dit althans mogen afleiden uit het feit, dat in de rijke boedels van de achttien de eeuw enorme hoeveelheden stoffen voor kleeding werden aangetroffen, die vermoe delijk door 'n eigen slaaf-kleermaker werden „verwerkt". In den jare 1800 en ook later nog constateeren wij een zeer belangrijken im port van gemaakte Europeesche heeren- en dameskleeding dus wat tegenwoordig con fectie heet die. naar de vreemde opvattin gen van dien tijd, dan ook allerzonderlingst werden geadverteerd. Wij treffen bijvoorbeeld een advertentie aan, die spreekt van: „gebor duurde neteldoeksche dameskleedjes, sla-olie en paardentuigen". Langen tijd, nadat er reeds goede tailleurszaken gevestigd waren, hield deze invoer van confectiegoederen nog stand. Zoo kondigt In 1833 een adverteerder importeur, „gemaakte heerenrokken van den eersten kleedermaker uit Parijs", aan. Onder hen, die zich te Batavia vestigden, behoorde ook zekere Pierre Paul Piolle. een Parijsche kleedermaker, die zich op Noord- wijk (Weltevreden) vestigde. Hij was in 1810 op Java gekomen en onderscheidde zich op niet alledaagsche wijze van zijn collega's, dat hij ook „komediant" was. Het theater leven, dat zich in die dagen op bescheiden voet begonnen was te ontwikkelen, werd ook door hem gesteund en onder zijn leiding werd eens een kleine vaudeville opgevoerd. Ook schreef hij (eigen) kluchtspelen en in 1820 en 1822 trad hij op als samensteller van een liefhebberij -tooneel. In 1826 had deze tail- leur-tooneelspeler er eohter genoeg van en zei hij Java voorgoed vaanvel. Als oudste nog heden te Soerabaja be staande kleermakerszaak moet de firma Herment, hij was 'n Franschman, worden aangemerkt. Deze komt reeds in 1834 voor onder de firma A. Herment en F. Elavet. Op hen volgt, in 1841, P. Oger. die in de Javasche courant adverteert en zich als „Mr. kleeder maker. komende van Parijs", aankondigt en dan vertelt, dat hij zich geassocieerd heeft mot zijn collega J. Kuyt, eveneens op Noord- wijk gevestigd. Maar in 1846 schijnt hij zich van dezen te hebben los gemaakt en begint hij een eigen zaak, terwijl Kuyt zich aan een ander verbond. Oger verhuisde een jaar later naar het voor Indisch gasten welbekende hoekhuis aan de Rijswijkstraat, tegenover de 'Harmonie, waar de firma Oger frères, gelijk, die thans nog in dit zelfde, ouderwetsche huis bestaat, het levenslicht aanschouwde. Als merkwaardigheid vermelden we hier een „klassiek" onderhoud, dat Multatuli eens met den chef der firma had over een „gebarsten" spanbroek, die hem de scherpe toevoeging op de tong legde: „Au salon, Monsieur, on se tient debout!" Van oudsher is te Batavia reeds brood ge bakken. Dit „ambt" stond destijds te Batavia in 'nooger aanzien nog dan dat van kleerma ker. De bakker had vaak ook een koksbedrijf aan zijn zaak verbonden. Menige Bataviasche bakker is daar een man in bonus geworden, zoo o.a. Andries Teisseire, die er tot 1775 dit beroep heeft uitgeoefend. Maar Jacob Jansz. de Roy was de vermaardste bakker van zijn tijd. Zijn avontuurlijke loopbaan, doet al heel weinig aan meel en taartjes denken. Dat de verwachtingen voor dit beroep vaak hoog gespannen waren, blijkt alweer uit een an nonce in de Jav. Courant van 8 April 1848, waarin de volgende oproep te lezen staat: ..Met genot van een vast salaris, bestaat te Toeban gelegenheid tot plaatsing van eener. broodbakker: diegene, die ook tevens bekend is met muziek en dans, zal bij voorkeur in aanmerking komen". Men zou haast geneigd zijn te veronderstellen, dat men te Toeban van „luchtige" kadetjes hield. Reeds in 1634 vinden we te Batavia den Chineesehen bakker. Tarwe voor het bedrijf betrok men uit Bengalen, Japan, Sourate en later ook van de Kaap. Deze werd met handmolens gemalen, totdat Jacques de Bol- lan en Pierre der Bancs In 1665 een water molen gingen exploiteeren die al heel gauw door een korenmolen van de Compagnie werd gevolgd. Bij gebrek aan tarwe, bezigde men rijstemcel, hetgeen de min of meer pijnlijke anti-these opwierp, of het Avondmaal ooi met rijstemeel mocht worden gehouden Valer tij n beantwoordt deze vraag bevestigen* doch andere Godgeleerden behielden daar tegen evenwel hun ernstige bedenkingen. In 1642 werd het gewicht, de kwaliteit er de prijs van het brood vastgesteld; in 165-1 werd het broodbakken een monopolie en mocht een bakker geen neven-beroep uit- «oefenen. Het aantal bakkers werd op twaaif vastgesteld en konden vacatures uitsluitend door Heeren Schepenen worden aangevuld. Hoewel het monopolie ook haar goede zijde had. werkte het anderzijds verlammend cp don arbeichlr.st. Zelfs was de verkoop van brood langs de straat verboden, ten einde te verhinderen dat men op deze wijze elkaar „een vlieg" zou af vangen. De funeste invloed van het monopolie leidde er toe. dat, eerstens de bakker zijn tarwe bij de Compagnie moest inslaan, tezen een prijs, die zij zelf bepaalde. Maar hij was ook verplicht deze te laten malen door den korenmolen van de Compagnie, die in pacht was. Hij mocht het graan gerust naar een particulieren molen brengen, doch dan was hij toch gebonden aan het loon van den pach ter. De bakker zat dus door dit monopolie leelijk in den knel. De broodsoorten, die bestonden waren: Koeliebrood en Wittebrood en Kismisbrood met krenten. Er bestond een vast gewicht voor het z.g. broodgewicht van 1739. Dit was van geelkoper en woog 11 ons plus een „water lood" van 11/2. Meer dan een eeuw heeft de Regeering den prijs van een wittebrood van dat gewicht op een dubbeltje gehouden. Soms krijgt men den indruk, dat de tijd bij wijlen stilstond. Ontduiking van het drukken de monopolie zal men natuurlijk wel niet geheel hebben kunnen voorkomen. De Chineezen ,waren geboren onderkruipers. Een voorbeeld van een verlammenden in vloed van het monopolie. In 1864 had zich te Weltevreden een heele Kolonie van bakkers t.w. twaalf in getal, gevestigd. Doch geen hunner had de energie en den ondernemings geest er een filiaal te openen, hoewel dit ver moedelijk lucratief zou zijn geweest. De in woners waren daardoor genoodzaakt hun brood in de stad te gaan halen. Maar dat brood was zeer slecht en Raffles maakte in 1812 een einde aan het monopolie, door een dertienden bakker toe te staan voor het Kampement te Weltevreden te bakken en een paar Chineezen hetzelfde prh'i'iege voor de burgerbevolking te verleenen. In 1830 bestond de officleele prijs-bepaling nog; een brood van 14 ons kostte toen 25 cent. Zelfs was in 1860 nog een „keur" van 1823 van kracht, die eiken bakker verplichtte tweemaal per maand een broodmonster bij de politie te dpponeeren, ter controleering van de kwaliteit en het gewicht. In 1810 wordt een bakkerij aangetroffen, die werkt met zes slaven, gekwalificeerd als: „complete bakker en pakker"; een van hen is tevens „gebakmaker". In den winkel hielp een slavin, die te boek staat als: „win kelmeid, fijne naaister en sambalmaakster". Een boerenwagen door twee paarden getrok ken bracht het brood bij de klanten rond. Men ziet: gemoedelijkheid allerwegen, naast een dosis fnulkenden dwang. Naast de hier genoemde bestonden er nog tal van andere bedrijven. De slagers waren bij voorbeeld niet minder vertegenwoordigd dan de bakkers; Kistemaeckers of schrijnwerkers waren ook rijk vertegenwoordigd en naast hen heeft het edele vak van goudsmid er zijn gulden tijd gehad. Er zijn-er heel wat geweest en in 1649 was Jean Ferment een bekende persoon lijkheid. De onkosten van zijn bedrijf schij nen dit niet zeer gedrukt te hebben, gezien het loon. dat hij aan een Europeeschen „knecht" betaalde Dit bedroeg per dag' 3 4 reaal. Of deze stille werker een daglooner was. staat evenwel niet genoteerd. Op ander gebied werd er weer met geld gesmeten en dit bewijst, dat het vak wel geambieerd werd. Zoo betaalt ec-n Nederlander grif 200 Rds. cm zijn zoon het diamantvak te laten leeren. In weer een ander beroep, dat van prui kenmaker. ontmoeten we een meester", die zijn „knecht" in 1757 een maandloon betaalt van 8 Rds. Deze heer houdt, er tevens een aantal eigen en gehuurde slaven op na. Een enkele maal vinden we ook eeo onder- nemenden geest vermeld, die „eigen zaken" doet. terwijl zijn voormalig bestaan, dat r.iet zou doen vermoeden. In de Java Government Gazette beveelt zich een oud-muzikant bij het derde regiment Infanterie aan als: „Klee- dermaker, kalkbrander, horlogiemaker, enz. enz." Niettegenstaande deze „Rhapsodie" van bedrijven en „bedrijvers" wordt het terrein steeds meer bezet door' Chineezen. Deze is tot alles in staat, maar wat hij niet kan, moet door een vakman van andere nationa liteit. of een liefhebber. ee.n enkelen keer worden opgeknapt. Dit is heel weinig, maar in 1830 toch, wordt tien gulden betaald voor het binden van een boekwerk in octavo, niet door een Chinees verricht. Dit bedrijf lag zeker niet ln de lijn van de zonen van het Hemel che rijk. Ook op heden schijnt het boekbinders-bedrijf niet hun „fort" te zijn, want Chineesche binders zijn in Indië riet bekend. Overigens kan een Chinees alles en wat hU niet kan. leert hij spoedig. Uit deze opstellen-reek? blijkt wel heel duidelijk, dat de evoutle van Indië zich niet 2onder ups and downs heeft voltrokken. Wij mogen ons gelukkig rekenen, dat wij thans, na drie eeuwen, mogen constateeren. dat misstanden en willekeur, voor zoover dit mogelijk is, verdwenen zijn en er in de ge ordende maatschappij daarginder, behoorl ijke toestanden bestaan, waardoor een leder het zijne krijgt, dat hem ln staat stelt een menschwaardig bestaan te lijden. Ei? nogzjn we er niet; de evolutie schrijdt nog immer voorwaarts. Naar welk einde? Nu, aan het einde gekomen van mijn his torisch overzicht, neem ik afscheid van mijn lezers, die ik, wellicht later, nogmaals ln het „Oude Indië" zal ontmoeten, want.de stof is oneindig. Tot zoover danl Niet te verwarren met televisie. Proeven met kleuroverbrenging door Hollandsche ingenieurs. NIET TE KLAGEN. Een Britsche econoom, die zijn hoofdkwar tier in Manchester, de historische vrijhandel- stad, heeft, stak deïer dagen zijn landge- nooten een hart onder den riem door pertinent te verklaren dat Groot Brlttannlë nog nooit zoo welvarend is geweest als thans. Het feft dat deze staathuishoudkundige tot de Manchester-School behoort, zal aan deze opvatting niet vreemd zijn. De jammerklach ten over economischen nood en malaise wor den in den sombersten toon en met het mees te volume gezongen door de besehermlngs- gezinden om een overspannen en verontrust publiek te doen beseffen wat dat vermale dijde vrjhandelsstelsel voor Engeland heeft gedaan. De jubelklanken van den econoom van Manchester moeten worden beschouwd als een poging de jeremiades te overschreeu wen. Er wordt meer en sneller kapitaal ver gaard in het land dan vroeger, zegt de man; en dat niettegenstaande de hooge belastingen. De menschen hebben nooit zooveel geld op zak gehad. Het belastbaar inkomen is hooger dan ooit. In 1919 was het 2107 millioen: nu is het bijna 2300 millioen. De mindere man heeft het een ietsje minder goed dan onmid dellijk na den oorlog, toen de tijd zeer ab normaal was. Maar hij heeft het veel beter dan voor den oorlog. De ellende der werk loosheid zou grootendeels kunnen worden opgeheven indfen werknemers fclch bereid zouden verklaren iets van hun te hooge loonen op te offeren. De opoffering zou niet in de zakken det-werkgever*- komen maar de Industrie vooruit' helpen, de vraag op de ar beidsmarkt doen toenemen en meer werk lieden aan een broodwinning helpen, een proces dat bovendien voort zou werken want de menschen fn nieuw emplooi zouden meer behoeften scheppen, die meer productie zou den eischen en meer werkgelegenheid. Deze econoom stelt tenslotte ook vast dat het ge praat over verminderden uitvoer van Brit sche fabrikaten larie is. Niettegenstaande de tariefmuren, die de bultenlandsche afzetge- bieren van Engeland omringen, nemen de invoeren uit dit land in die beschermde lan den elk jaar toe. gemiddeld met een waarde van 100 millioen. i December van het vorig jaar schreef men aan de Redactie van een onzer groote dagbladen: „Of- cshoon afdoende bewezen is. dat met behulp v«n den Fultosrraaf (een apparaat voor beeldoverbrenging) een zeer goede overbrenging van afbeeldingen langs draadloozen weg mogelijk ls. hebben deze beeldtelegraafzendin?en geen belangstelling gevonden. De vraag rijst nu of «het wel do. ï- matig is een beeldtelegraafvorkeer met Ne derlandsch-Indië ln te voeren. Zal ook dit verkeer, na opoffering van groote sommen, niet tot een mislukking lelden? Zou het daarom niet beter zijn maar niet te begin nen?" De Inzender van dit bericht haalde hlerbj twee geheel van elkaar verschillende doel einden van de beeidtelegrafie door elkaar. Zjn pessimistische stemming ls daaruit te verklaren, dat de beeldzendingen bij het publiek geen belangstelling hebben gevon den. HIJ vergeet echter, dat de beeidtelegra fie, waarmede tegenwoordig een zeer goede overbrenging van afbeeldingen mogelijk ls, een zeer groote aanwinst ln het tcle*raaf- verkeer ls voor zakelijke doeleinden! Het uit zenden van plaatjes, soeals dcor enkele F,uropeesche stations ln het vorige jaar is ge schied, heeft bij de „luisteraars" inderdaad slechts een belangstelling van enkele dagen kunnen vinden. Genoegzaam ls bewezen, dat voor een beeldomroep geen plaats is. Anders Is het geval, waar de beeidtelegra fie aan zakelijke doeleinden wordt aangepast, b.v. het overbrengen van duimafdrukken, zooals bij de Oostenrijkse he politie reeds ge- ruimen tijd wordt toegepast, of het uitzen den van weerkaartjes ten dienste van het vliegverkeer (het station München zendt o.a. geregeld weerkaartjes uit*. Daarom ook is het een verblijdend feit ge weest, dat men zich in Holland niet aan deze pessimistische gevoelens heeft gestoord en proefnemingen met een beeld-telegrafle- verkeer tusschen ons land en Indië v.v. voortgang gevonden hebben. Deze proeven zijn over en weer goed ge slaagd. Wij vestigen in verband hiermede nog eens de aandacht op het verschil tusschen beeidtelegrafie en televisie, daar men ln de laatste weken ook wederom over bereikte successen met het ver-zien heeft kunnen lezen. Beeidtelegrafie. dikwllls ook aangedied met den naam foto-telegrafie, omvat het over brengen over afstand van foto's of in ruime re beteekenis: beelden (dus ook handteeke- ningen. schrift, enz.), waarbij aan de ont vangzijde eer. volkomen getrouwe cople wordt weergegeven van de foto of teekening, die zich aan de zendzijde bevindt. Gewoon lijk is hiervoor een tijdsverloop noodig, die varieert tusschen een en vier minuten. Televisie beteekent ver-zien en hier ls Inderdaad sprake van het onmiddellijke zien van voorwerpen, hetzij stille of bewegende. We kunnen b.v. een persoon waarnemen, die op ettelijke mijlen afstand van ons verwij derd is. elk zijner bewegingen wordt on middellijk waargenomen, gelijk bij een film een aaneenschakeling van beelden aan ons oog voorbijtrekt, We zien dus levende beel den. Daarom zal televisie, wanneer zij een maal volmaakt ls, even populair als de radio GISELA SELDEN—OOTH. Florence, October. Sedert eenlge weken is de Arnostad in het net van het Italiaansche luchtverkeer opge nomen. Een kleine, slanke eendekker legt dagelijks de route FlorenceRome en terug af. telkens in anderhalf uur. Tussclienlan- ding en vertrek aan de Aeroporto del LIttorio ligt een tijdruimte van 365 minuten. Is het loonend voor 165 minuten naar Rome te vlie gen? Reizen per vliegtuig zijn geen interessante ondernemingen meer en zelfs de nieuweling in de aeroplaan weet in alle gelukkige en on gelukkige viiegphaser en gevoelens zoo nauw keurig den weg. dat hij bij het instapper, met kennersblik de grijze draagvlakken monstert, wier „breuk door onbeker.de oorzaak" kan leiden tot het omslaan van het vliegtuig in de lucht: bij welke gelegenheid de propeller zich gelijk bekend diep in de aarde boort en onmiddellijk felle vlammen laaien uit de benzinetank. Desniettemin heeft het de be koring van het nieuwe, voor een middag visite naar Rome te komen vliegen en na de koffie terug te fladderen Zelfs een echtpaar uit Chicago, dat op zijn „delicous trip through Europe" ook deze nieuwe lijn ..doet" vindt het geval zeer .-smart". Blijkbaar denken de echtelieden, dat het overdreven ls, vier vol ledige dagen alleen voor Rome ln het reis plan op te nemen. VoorloopIg zitten zij min of meer angstig ln de benauwde cabine van het vliegtuig en zouden zeer graag de kathe dralen van Asslsl althans van boven zien daar dit reisprogramma geen tijd voor Assisl beschikbaar heeft gelaten. San Francisco in Assisl vervaagt echter als «en bleeke. geelachtige vlek op een verren heuvelrand: en alleen wie de kaart van deze •rijseroene Umbrlsche aarde van tallooze zwerftochten nauwkeurig in het hoofd heeft, weet naar welke richting hij moet kijken. Na ■»en half uur ls de grijze vogel al over geheel Toscana gevlogen: merkwaardig al de be kende. ln iedere lijn en bocht vertrouwde we- <»en als onlogisch gevonden, komisch gekron kelde witte banden over het heuvelachtige lar.d te zien geworpen! Al het vertrouwde ls plotseling vreemd geworden, rechts en links vlceien samen, krampachtig zoekt men ln ce hooge etrusklsche muren en steenmassa's opstrevende Dompijlers. Maar van de wolken uit kan het ongewapend oog het doen en la ten van de menschen op de aarde niet moer onderscheiden, het oor geen geluid uit de diepte opvangen: de hoogte transformeert alt dichtst bevolkte en meest gecultiveerde deel van Italië in een doodstille woestijn. Al leen aan den vorm van haar eilandjes her kent men de voorbijglijdende blauwe vlakken van het Traslmeno en het Bolsenn-mecr: het ln de zon schitterde Lago dl Bracciano meldt de nabijheid van Rome. Wanneer het suizen van den propeller telkens een halve toon la ger klinkt, bij het dalen in glijvlucht een groen, met huizen bezaaid tapijt, de breede band van den Tiber in een spookachtig sohcc- ve vlakte voor een cabineraam opdoemen, rijst aan-den Zuidelijken horizon het st eeds nieuwe wonder van den St. Pieterskoepel op. 165 minuten! Van het vliegveld ln snel tempo langs de Via Saiaria. die Mussolini thans tot tweemaal zoo broeden, de legioenen van het nieuwe Rome waardigen automobiel- weg laat uitbreiden. Langs de blinkende pijn- boomen van de Villa Borghese, langs ce ook in October lehte-achtige Vla Veneto naar een vermouth bij Rosati. het punt van samen komst. van de Romeinen, die geen haast heb ben. Nog verder naar beneden: zie. op de Piazza Tritone staat het hier nooit opge merkte Palazzo Barberini plotseling in volle pracht, Mussolini's wil heeft do huizenrij er voor in het Jaar VIII van het regime wegge veegd. In de Vla del Tritone loeit het auto verkeer. de lucht is zwoel van benzinedamp, uit de lange, donkere spleet van het Corso breekt 't claxongeloel ln luidruchtige golven los over de in zon geblakerde Plana Vene- zla. Nu naar boven over nieuwe betonwegen naar het Kapitool; verdwenen ls de vroegere warwinkel van middcleeuwsche huisjes en steegjes, gereinigd van oude romantiek daalt de Tartjejlsche rots vrij omlaag, stijgen de kale reuzenmuren van het Teatro Marcello vrij omhoog. Het Imperialistische Rome zege viert over middeleeuwen en renaissance: Mussolini bouwt! Beneden aan den heuvel graven en planten honderden ijverige han den. plantsoenen, die de vorige lente al ln weelderig groen prijkten, zijn weer vernie tigd, metselwerk en pilaren weer verwijderd, onder het oude komen nog oudere dingen voor den dag. Meters diep onder den aard bodem, die reeds van alle vuil gezuiverd scheen, zijn weer resten van het oude Rome. de quadrata. ontdekt, die aan het licht van Fascistisch Rcme gebracht moeten worden. En reeds liggen meterhooge. in potten ge kweekte pijnboomen in rijen geleed om op den verjaardag van den opmarsch naar Ro me. waarop de groote bouwmeester het werk hier zal bezichtigen, de pulnhoopen voorloo- plg te verfraaien. Even een blik op de onver anderlijke pracht van het Forum; van het nieuwe museum der gemeente Rome langs den Tlberoever; men vertrouwt zijn oogen niet. schier naakt en rillend staan het tem peltje van Minerva en RlenzLi huis op nette vlakken asfalt, men heeft hun den mantel van het ghetto, die hen omhulde, ontroofd. Hoe laat ls het? Er blijft nog rijkelijk tijd over. Achter de breede ramen van een huis op den driekerkenheuvel Aventinus is de ta fel gedekt, de bouwwerken aan den tweeling Palatinus kijken ernstig over een rij zwarte c.vpressen van het verlaten, overoude Joden kerkhof heen. En op het terras van Plncio, waar de auto als laatste pleisterplaats voor de café espresso halt houdt, rijst nog voor afloop van den termijn van 165 minuten mis schien voor het eerst een volmaakt, droome- rig visioen op van het ondanks alle door den tijd bespeelde tee-enstrijdigheden en verdeeld heden eeuwiee Rome. In nog sneller tempo raast de wagen lanes de Via SRiaria terug. 14 uur 30: Instappen. Sigmorl! Nu suist het vliegtuig weer naar het Noor der. en de tweede vlucht schijnt nog gemak kelijker. behecrschter. vanzelfsprekender dan de eerste is geweest. Niets trekt den zoeken den blik meer omlaag: wat zou hij speuren naar dorpen, kerken en straten, naar het aard-gebondene op de aarde, waarheen men altijd nog vroeg genoeg terugkeer'? Als droef geestige donkere vlekken liggen daar bene den de schaduwen van de stralende sluier structuren. die hier den grijzen vogel tege moet fladderend ln elkaar vloeipn of zich uit elkaar losmaken. Nu ls het ln de cabine niet meer bedompt: een vergenoegde Monslmore heeft op een van de voorste plaatsen plaats genomen, hij trekt alle ramen, hij trekt zelfs de voordeur naar de pllotenplaats ooen. de volle hemel bruist binnen. Een eltmlaeh strijkt over het mannelijk mooie, schc-o ge ploegde gezicht van den piloot onder den lee ren helm. en hij maakt een lange extra-cirkel over de ln den herfstigen zonsondergang gloeiende, bruine daken van Florence, om zijn passagiers een genoegen te doen. Dan raken de kleine rubberwielen den grond. Er gens weer, ver weg rooken nog de overblijf selen van een luchtschip bij Beauvals. de wrakstukken van een vernield vliegtuig ln een Dresdner woud zijn nog niet geborgen. Lichtvaardige menschen zult ge hot ooit kunnen laten, voor 165 minuten naar Rome te vliegen? 'Nadruk verboden). van heden ten dage worden. Het ontvangen van plaatjes, doode beelden dus. zal echter nooit voor de groote mas.;a eenlge aantrek kelijkheid hebben, die noodig is om tot amu sement te dienen. Voor maatschappelijke doeleinden heeft de beeidtelegrafie thans evenwel zich reeds een bestaansrecht verzekerd en daarom is het toe te Juichen, dat men de proeven over grooten afstand heeft voortgezet. Zooals bU vele nieuwe verschijnselen, da teert de bron ervan reeds van jaren en jaren her. De oudste wetenschap op het gebied van overbrenger, van teekeningen en foto's vormt de tolautografte, die zich hoofdzakelijk be paalde tot het overbrengen van letters en handteekeningen, zwart-witte teekeningen dus. Eerst nadat de toestellen meer geper- fectlonneerd waren, kon tot ingewikkelder teekeningen worder. overgegaan, waarbij het vooral op de zuiverheid der weergave aan komt, zooais by vingerafdrukken het geval ls. In 1846 werd door Alexander Bain eon apparaat gebouwd, waarvan het princ»pe later gevolgd werd door Frederick Collier Bakcwell. Dit apparaat, thans aangeduid met den naam Bain-Bakewell-apparaat, is de grond.-lag geweest voor alle latere toe stellen. Het principe ls dus ook de nieuwste toestellen nog gevolgd, en bcru:-t op net vol gende: Om een metalen cylinder wordt een vel papier gewikkeld, dat met een oplossing van bloedloogzout en salpeterzure natrium is geprepareerd Door de hygroscopische eigen schap van dit laatste blijft het. papier steeds vochtig, hetgeen voor de chemische omzet ting (waarover zoo dadelijk meer» noodzake lijk ls, maar waardoor naderhand tevens het nadeel aan het licht kwam, dat een derge lijke apparatuur van den vochtigheids toestand der lucht afhankelijk is. Een ijzeren stift, die ln zljwaarttche richting bewogen kan worden, rust op het papier en is met de positieve pool van een element verbonden. In den stroomkring van het element ls een con tactsleutel opgenomen. Drukt men deze nu neer, dan wordt een stroom gcsloteu. waar door onder de genoemde stift op het ont- vangpapler een chemisch proces ontstaat door de aanwezigheid van het bloedloogzout en de salpeterzure natrium. Draait de cylin der nu rond. dan ontstaat op het papier oen blauwe streep. Zoodra de contactsleutel echter losgelaten wordt en de stroom a«s onderbroken, houdt het chemische proc«e op. De cylinder glijdt onder de st-lrt door zonder dat er Iets gebeurt, I>oor met den contactsleutel geregeld een stroom te sluiten en weer te onderbreken, ontstaan op het chemisch geprepareerde papier aldus blauwe strepen met overeenkomstige onderbrekin gen. Denkt, men zleh voor een contactsleutel een cylinder, (gelijk aan den eerste) waarop de over te brengen teekening ln niet-gelel- dende inkt gelegd wordt, terwijl een stift deze teekening punt voor punt aftast, dan heeft men een denkbeeld van een beeldteie- graaf in zijn allereenvoudigstcn vorm. Do walsen loopen synchroon, d.w.z. precies aan elkaar gelijk; er is een stroom aanwezig die onderbroken wordt, wanneer dc stift over de nlet-geleldcndé inkt komt. Aldus ont.taat er aan de ontvangzijde een getrouw beeld van het origineel. Al naar dc Jaren verliepen, werden nieuwe vindingen toegepast. Matthias Hipp experi menteerde met een toestel op electro-mecha- nlschen grondslag, waarop in onzen tijd Kapitein R. H. Ranger voortbouwde en er de eerste „radlo-chèque" van Amerika naar Engeland mee overzond. Ludwig Tschörncr bouwde op de boven uiteengezette clcctro- chemLfche methode voort en zond tijdens de oorlogsjaren weerkaartjes over. Nieuwe mogelijkheden brachten de ontdek king van het selenium en do foto-cellen, waardoor de stift verviel en de afta'stlng door lichtstralen kon plaats vinden. De licht- lndrukkcn worden docr deze cellen ln clectrl- sche stroompjes omgezet, vervolgens uitge zonden en aan de ontvangzijde weer in licht omgezet. In 1881 wist BIdwell reeds met behulp van selenium foto's over te brenger. Prof. Dr. Arthur Kom bouwde later op dit principe voort en slaagde erin om ln 1909 foto's over toebrengen van Parijs naar Berlijn. Andere geleerden wi«ten eveneens goede resultaten te boeken, oa. Thome Baker. Karolus, Bé'.ln, Oscar Fulton. Dieckmann, enz. Tusschen Parijs, Lyon. Staaatsburg, Mar seille. Nice en Bordeaux kan men handschrif ten en teekeningen laten overzenden, waar toe men aan de po*tkantoren slechts een formulier met gewone inkt heeft ln te vullen. F-en dor eerste dagbladen, die een „radlo- foto-dlenst" Instelde Is „The Scotsman" te Edinburg geweest, die met het bijkantoor te Londen op deze wijze foto's uitwis telt. zoo dat publicatie gelijktijdig te Londen en Edinburg plaats vindt. Tusschen verschil lende Europeesche landen bestaan dien ten voor beeltc'oerafle. proeven met Dultschland en China zijn kort geleden goed geslaagd, tusschen Argentinië en Duitschland is een d!en«t geopend, enz. In ons land zijn de eerste proeven on het gebied van beeidtelegrafie genom m door den eereten erkenden radio-zendamateur van Nederland. John D. Aukes. die, In -amenwer- king met Ir. C. Schellenberg, ook oen ^un^tlg resuhaat boekt*» met het overb^n^en van een driekleurenfoto. Dat was ln 1927. Than* schrijven we 1930. Al merken we er ln ons davelljksehe leven niet vee! van. toch vindt de toepassing vn beeidtelegrafie voor zakelijke doeleinden, ook in dc perswereld meer en meer toepa^ing. Waarom? Omdat ze bewezen heeft In de practijk te voldoen aan bepaalde eischen. en practhch ook bijna volmaakt is te noemen. Daarom een eeresaluut aan de mannen, die de experimenten over 12690 K M. tot een goed einde wisten te brengen. JAN D. RE MPT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19