OverJongensboeken van heden BUITENLAND DE BELGISCHE KABINETSCRISIS. Voor Dames. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 12 NOVEMBER 1930 TWEEDE BLAD I' I, LETTEREN EN KUNST. door J. B. SCHUIL (Naar aanleiding van den Boekendag op 15 dezer.) Het aftreden der vijf Liberale ministers. Een conflict dat niemand verwacht had. Mijn artikel ovct de toone.l itteratuur van heden begon met den pessimistisch k'taken den aanhef, dat het moeilijk is over iets te schrijven, dat er niet is. Mijn praatje over jongensboeken van beden want meer dan ,,'n praatje" wil dit artikel niet zijn ban ik met een kleine Tsriatie begtanen met een zin: ..Het is moei lijk te schrijven over Iets, waarvan veel te veel Is!" Want dat is wel het meest fatale voor het tegenwoordige jon gensboek, dat er maar in het oneindige door wordt geproduceerd en uitgegeven. Spreek met één of met tien boekhandelaars over jongensboeken en zij zullen allen pre cies hetzelfde antwoord geven: „Er verschijnt veel te veel! Wij zitten met stapels jongens- en meisjesboeken en er komen er elk jaar weer wagonladingen bij!" Door deze overproductie komt het werke lijk goede jongensboek niet tot zijn recht. Want wat is het gevolg van dezen te grooten toevoer? Een boekhandelaar van eenige be- teekenis is wel verplicht van elk nieuw ver schenen jongensboek een of meer exempla ren in te slaan en het is in zijn financieel belang om al deze boeken weer zoo spoedig I mogelijk van de hand te doen. Of de boeken goed of slecht zijn, hij weet het niet. De uit gevers zullen hem verzekeren, dat alle nieuw bij hen verschenen boeken de elementen van een „Schlager" in zich bevatten, maar aan deze profetie is de boekhandelaar al zoo ge woon. dat hij daar zeer sceotisch tegenover Staat. Hij moet afgaan op den naam van den schrijver, of als die hem niets zegt op den titel, de plaatjes of op den band. Louter dus op uiterlijke dingen! Het is toch van een boekhandelaar niet te eischen, dat hij dien berg boeken doorworstelt. Hij krijgt doorgaans ook geen verdere ge gevens meer, welke hem eenige aanwijzing kunnen verstrekken. Want de waardemeter der kritiek ontbreekt voor de jongenslittera tuur vrij wel geheel. De pers schenkt zoo goed als geen aandacht aan de lectuur voor de jeugd; zij kondigt doorgaans alleen maar de boeken aan. Dat is natuurlijk zeer te betreuren, maar mogen wij het anders verwachten? Kinder boeken vormen voor ouderen nu niet bepaald de meest interessante lectuur en de uitgevers kunnen niet verlangen, dat de stapels jon gens- en meisjesboeken, die elk jaar weer ver schijnen, op de redactiebureaux doorworsteld worden. En wat voor de redacties wel het meest klemmend is, er zou voor ernstige ge regelde besprekingen van jongens- en meisjes boeken bij de lezers ook niet voldoende be langstelling bestaan. De jeugd zelf, voor wie de boeken bestemd zijn, leest geen kritieken en de volwassenen tateresseeren zicih uit den aard der zaak maar heel weinig voor jon gens- en meisjesboeken. Vandaar dat op enkele uitzonderingen na boeken voor de jeugd zelfs de beste ln de meeste bladen alleen maar worden „geannonceerd", of wat eigenlijk nog erger is in vijf of zes nietszeggende regels van Iemand, die het boek klaarblijkelijk niet eens heeft gelezen, aanbe volen. Een eenigsztas betrouwbare gids voor de nieuw verschenen boeken wel van de oude boeken bestaat er dus niet, noch voor den boekhandel, noch voor het publiek. Het gevolg is, dat de boekhandel, die er natuur lijk belang bij heeft, zoo spoedig mogelijk van zijn voorraad af te komen, rijp en groen aan de cliëntèle verkoopt en onze lieve jeugd elk jaar weer met een heel enkel waardevol boek maar met een veel grooter stapel prullen ge zegend wordt. Wat tegen dit kwaad is te doen? Eenige Jaren geleden besloten de uitgevers met het oog op de overproductie en op aandringen van den boekhandel, die overvol zat met on verkoopbare boeken, een jaar lang de uitgave van boeken voor de Jeugd stop te zetten, docih dit was slechts een lapmiddel. Veel beter zou het zijn, wanneer de uitgevers een scherper selectie hielden van de door hen uit te geven jongens- en meisjesboeken. Wanneer zij de hun toegezonden manuscripten lieten keuren door tot oordeelen bevoegden en alleen maar uitgaven, wat werkelijk volgens hen van eemge beteekenis is, dan zou reeds heel veel gewonnen wezen. Maar hiervan zal voorloopig helaas! nog wel geen sprake zijn. Zeifs slecht geschreven kinderboeken geven voor den uitgever al spoedig een bevredigend ren dement en concurrentie noodzaakt hem om telkens weer met nieuwe boeken te komen. En wij weten nu wel, dat onder de boeken voor de jeugd de werkelijk goede uitzonde ring zijn. Dus dan in vredesnaam ook maar prullen op de markt gegooid! Er worden tegenwoordig gidsen uitgegeven o.a. de „Vuurbaak" waarin de ouderen een leiddraad kunnen vinden van aanbeve lenswaardige boeken voor de jeugd! Maar deze gidsen weren niet de vele prullen, die eenmaal bij den boekhandel aangeland - hun weg naar het kind toch vinden. Zou de boek handel zelf het kwaad niet kunnen keeren door voorloopig alleen maar die boeken in te 6laan, die door een door den boekhandel In gesteld en keuringsraad welke vooral niet uitsluitend op paedagoglsche gronden dient te oordeelen worden aanbevolen? Misschien is dit voor de praktijk te bezwaarlijk, maar deze maatregel zou den uitgever althans zeker tot grooter voorzichtigheid aansporen. Er zijn nog zoo veel goede ..oude boeken", dat aan slechte nieuwe volstrekt geen behoefte bestaat. Zooals de toestand thans Ls komt het goede boek door de overproductie van veel middelmatigs, of minderwaardigs in de verdrukking en dat is heel jammer, omdat wij aan de jeugd zoo gaarne het beste zouden willen geven. Et zijn in de laatste jaren zoo veel Jon gensboeken verschenen, dat het onmogelijk is een eenigsztas volledig overzicht van het jongensboek van heden te leveren. Maar wel kan lk met zekerheid zeggen, dat het peil van de tegenwoordige Jongensboeken hooge: staat dan een vijftien jaar geleden. Dr. J. A. Vor der Hake schreef indertijd in ons blad: „Een leeraar ln het Nederlandsch komt uit den aard van zijn betrekking nog al eens met jongensboeken in aanraking. Een matig genoegen voor wie z'n taal liefheeft. In den regel zijn de meeste Jongensboeken slecht van taal. Ik ken er maar enkele die daarop een uitzondering maken: en elk mij onbe kend boek, mij ter lezing of voorlezing aange boden. wordt met een zekere huivering aan vaard en de voorlezing meestal onder voort durend protest ondernomen en voleindigd" En iets verder. „Wat in Holland verschijnt is dikwijls niet veel zaaks. Waar Kieviet zijn succes aan te danken heeft, ik verklaar plechtig het niet te begrijpen. En taal en inhoud vind ik in zijn meeste boeken gedecideerd slecht. Voor Chr. van Abkoude is mijn waardeering niet groo ter. En tegen den inhoud van Abkoude's boe ken heb lk groot bezwaar. Want vraagt men ta jonsen. dien men verdiept gezien heeft in Paul d'Ivoi of Karl May, in een nuchter oogenblik, of hij nu werkelijk gelooft, dat die wondere avonturen hebben plaats gehad of kunnen plaats hebben, hij zal direct zijn ant woord klaar hebben: „Neen, natuurlijk niet!" Maar Kieviet en Van Abkoude willen de hel den en gebeurtenissen van hun boeken voor bestaande of ten minste voor bestaanbare helden doen doorgaan. En daarom lijken die boeken mij zoo jammerlijk slecht en mislukt. Romantiek is beter dan werkelijkheid, die geen werkelijkheid is maar leugen! Ik heb dit oordeel van Dr. Vor der Hake hier geciteerd, omdat het precies mijn opinie weergeeft. Ook ik heb in mijn boekbesprekin gen herhaald el iik op de slechte taal vooral on den onmogelijken dialoog.en wat ik bijna nog erger vind op den burgerlijken geest van vele onzer Jongensboeken gewe zen. Maar er is, sinds Vor der Hake dit schreef, ongetwijfeld een kentering te be- soeuren. De boeken van Valkema Blouw, Marie van Zeggelen Avery Rein Valkhoff, Treffers, Floor van den Amstel, Kees Valken- stein en Joh. Beem zijn van veel beter gehal te dan de boeken, waarin de schrijvers hun succes enkel meenden te moeten zoeken In een opeenvolging van goedkoone en vooral gezochte kwajongensgrappen. Ze zijn niet al leen veel beter geschreven, ze ademen ook een anderen geest. En zij brengen gelukkig iets anders dan de altijd weer herhaalde be schrijvingen van boottochtjes, vacantle-ult- stapjes, logeerpartijen en kampeer-avonturen van clubs, waarvan de leden altijd weer „van zessen klaar zijn". Dik Trom en Pietje Bell oefenen nog altijd door hun ongewoon groot succes een zekere aantrekkingskracht op sommige schrijvers en uitgevers uit, maar het is toch duidelijk, dat hun invloed minder wordt. Wanneer de uit gevers, de boekhandelaars en vooral ook de koooers wat meer letten op het gehalte van de jongensboeken, dan kan het niet anders, of dit moet op den duur de litteratuur voor de jeugd ten goede komen. MUZIEK EERSTE BACHCONCERT. De Haarlemsche Bachvereenigïng heeft haar wintercampagne ingezet met een zeer merkwaardig en bijzonder concert. De Ouver ture der opera „II Matrimonio segreto" ls al geen gewone gast op de programmas der hedendaagsche orkesten: toch: welk een frischheid, vernuft, speelschheid toont Ci- marosa's beroemd werk. Ik kan mij niet her inneren de opera zelve hier te lande ooit aangekondigd te hebben gezien: zou het geen dankbare taak voor de Opera Italiana, mis schien zelfs voor de Wagnervereeniging zijn. haar eens uit te voeren? Het eenige werk van Cimarosa wat ik ooit op het tooneel zag, was een kleine humoreske vol geest en gratie: ,J3 Maestro di Capello", jaren geleden door den Utrechtschen Muzikalen Kring onder Wage naar uitgevoerd. Wat de Dinsdagavond ge speelde Ouverture betreft: de geweldige be zetting van het Amsterdamsche orkest mocht wel weinig in overeenstemming met het luch tige speelsche karakter der muziek schijnen; niettemin smaakt deze 18de eeuwsche Itali- aansche perzik naar meer. Merkwaardiger was de verschijning va* oude instrumenten in solistische rol met het orkest gecombineerd. Clavecin, viola d'amore en quinton, we kenden ze reeds van een vorig jaar; we kenden ook de bespelers. leden der familie Casadesus, die de „Société des Instruments anciens" vormen en hier zoowel voor „Kunst aan het Volk" als voor de Afd. Haarlem der M. t. B. d. T. optraden. Het artistieke gehalte van dit ensemble wordt door den naam Casadesus geijkt, want die naam blijkt zich slechts tot het allervoortreffe lijkste te leenen. Hun spel doet ons het in in onbruik zijn der oude speeltuigen betreu ren. Gaat er niet een buitengewone bekoring van de lichte clavecintonen uit wanneer een virtuoze als Regtaa PatorniCasadesus het bespeelt; treffen viola d'amore en quinton niet door hun subtielen, expressieven toon in de kunstvaardige handen van Henri en Marius Casadesus? Dit, was alles zeer bijzonder, en ta de com binatie met het orkest verrassendalleen bleek de toon van het clavier in het eerst gespeelde werk, een tripenconcert, niet tegen het orkest opgewassen en ging hij nagenoeg verloren. Dit tripelconcert was ook al zeer bijzonder en merkwaardig: vooreerst droeg het een auteursnaam dien ik niet alleen nooit gehoord had. maar die ook in mijn muzieklexicon niet te vinden is; ten tweede is het in harmo nische en orkestrale behandeling zóó modern, zóó onachttiende-eeuwsch, dat de hoorder nu aan Berlioz, dan aan Ravel dacht. Als die „Symphonle Vénitlenne" zóó als ze ons op gediend werd, door Lorenziti geschreven zou zijn, was deze een genie, aan onzen Lor enz gelijkwaardig, en zijn tijd ver vooruit. Maar hoe komt het dan dat die naam volkomen onbekend is? De onderstelling: schuilt hier een mystificatie, of althans een omissie achter? moge niet beleefd zijn, zij dringt zich op. De thema's der Allegro's hebben wel' ouderwetsche allures, het zeer mooie Adagio toont ia t geheel geen invloeden van de INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a GO Cts. per regel Stotzuigeihuis MAEKTENb Barteljorisstr. 16 - Tel. No. 10756 Alle merken Stofzuigers schrijfwijze in den pruikentijd. We zijn dus van zelf geneigd tot het opstellen van 3 mogelijkheden: 1. Lorenziti was een tot voor kort onbe kend genie (zie boven). 2. Slechts het thematisch hoofdmateriaal van de Symph. vénitlenne is van oude her komst; de bewerking is van andere hand en nieuw. 3. Een schrander en geestig hedendaagsch componist heeft zijn werk onder het pseudo niem ..Lorenziti" de wereld ingezonden. Hoe het ook zijhet was een groot genoe gen deze combinatie-rijke en zeer fraai klin kende muziek te hooren. Oud of niet: zij leek ons nieuw en verrassend en ze deed den wensch op komen dat onze Majoor-Pijper zijn ondergeschikten eens in die richting di rigeerde, opdat ze zouden leeren niet alleen combinaties te schrijven, maar ook er op te letten, dat die combinaties op elkaar passen en niet het oor beleedigen. Het Concert voor clavecin van Mozart bleek niet ta Rondo-, doch in Variatie-vorm geschreven; na het voorafgegane klonk het ouderwetsch doch het meesterlijke clavecta- spel verrukte evenzoo als de humoristische fagot-triolen in een der variaties. De speel ster kreeg bloemen; terecht bood zij, met Fransche hoffelijkheid een roos aan Pierre Monteux, die de hulde aanvaardde en zijn knoopsgat er mee sierde. Zij was minstens even verdiend als menig lintje. Van het concert voor Viola d' Amore van den als theoreticus beroemden Bon Asioll in teresseerde mij vooral het mooie Adagio; de Polacca en Menuetto zoowel als het Rondo zijn minder belangrijk. Monteux gaf na de pauze een breed opge zette en in détails prachtig uitgewerkte ver tolking van Brahms' vierde Symphonic. De overwegende kracht der blazers, vooral van het koper (Fransche voorliefde) stoorde vooral ta het eerste hoofddeel de regelmatige ontwikkeling der gedachten wel eens, in zoo verre dat bijzaken tot hoofdzaken verheven schenen; maar het Andante was schitterend van sonoriteit, het Scherzo van brio en de Chaconne vormde een magistraal slot. KAREL DE JONG. VOOR HET BELGISCHE BOEK. EEN REEKS BEKRONINGEN. De Vlaamsrthe letterkundigen, in vergade ring byeen. hebben bij monde van F. V. Toussatat-van Boelaere een reeks boeken be kroond, aldus de NR.C. De uitslag luidde als volgt: A. Het Schoone Boek. I. Het zuiver typogra- fisch-schoone boek: Jozef Muls, „Hugo Ver- riest", uitgeverij De Standaard. Brussel; F. V. Toussatat-van Boelaere. „Anthea". uitg. Leo Krijn. Brussel; Alice Nahon, „Schaduw", De Nederlandsohe Boekhandel, Antwerpen; Ka- rel van de Woestijne, „De Modderen Man", uitg. Stols Brussel. H Het geïllustreerde boek: Guido GezeUe, „Het Kindeke van den Dood", uitg. De Vrienden van het Hooger Instituut- voor Decoratieve Kunst; F V. Toussatat-van Boelaere, „De Peruviaansche Reis", uitg. De Sikkel. Antwerpen; Karei van de Woestijne „Christophorus", uit. De Sikkel; André M. Pols ,De Zang van Igor", uitg. De Sikkel; Felix Timmermans, De zeer schoone uren van Juf frouw Symforosa" uitg. De Sikkel; Fr. Smits. .Heimwee", uitg. Lumière, Antwerpen. B. Het wetenschappelijk-documentaire werk: De heele serie .Eigen Schoon", (10 werken). De Standaard, Brussel; Dr. van Gtaneken, „De navolging van Christus", uitg. De Standaard; A. J. J. Delen. .Iconografie van Antwerpen", uitg. Leo Krijn. Brussel. Mr. Louis Franck. .De Belgische Congo", uitg. De Sikkel. Ant werpen; Vloors, „Brandglas-Poëem", uitg. De Sikkel. C. Het gewone boek: Justus de Harduyn. „Proefstukskens", ingeleid door Dr. O. Dambre uitg. De Sikkel; Eug. de Ridder, „Ons Ant werpen". uitg. De Wilde Roos. Brussel; Theophilus, „Christus' Uren", uitg. Gudrun, Brussel: Ach. Musscihe. „CjTiel Buysse", uitg. Van Rljsselberghe en Rombaut te Gent. Stijn Streuvels, „Kerstvertelsel", uitg. Het Kompas. Mechelen; Guido Gezelle, Jubileumuitgave, uitg. De Standaard. Brussel; de serie Kun stenaars uit België", uitg. L. Krijn, Brussel; Em. de Bom, .De Psychologie van den Antwerpenaar", uitg. De Sikkel, Antwerpen. D. Kinderboeken: „Van een Beer die reizen wou", uitg. De Sikkel; .Het Vroolijke Onweer" De Wilde Roos. Brussel. Hiermede was het officleele deel der re ceptie ten einde. AGENDA Heden: WOENSDAG 12 NOVEMBER Prinsenhof, Statenzaal: Raadsvergadering 1.30 uur nam. Stadsschouwburg: Peters-Sleeswljk operet te .Dollar Prinses". 8 uur. Gebouw Stat Bavo: Bazar Chr. Oranjever- eenietag. Palace: Dreyfus, de banneling van het Duivelseiland". Tooneel: The Three Haw- courts. 2.30 en 8 15 uur. Luxor Theater: „De dokter van New York", en .Den nacht vol dwaasheid". Tooneel: The Barrisons. 2,30 en 8 uur. Rembrandt Theater: „Wat ta wonder". Tooneel: De Terrek Kozakken, 2.30, 7 en 9.15 u. DONDERDAG 13 NOVEMBER. Gebouw Stat Bavo: Bazar Chr. O ranj ever - eenlging. Stadsschouwburg: Kunst aan het Volk: Dans-avond Raden Mas Jodjana, 8.15 uur. Gem. Concertzaal: Mannenkoor „Caecllia" Concert 8 uur. Geb De Nijverheid: Volksuniversiteit. Cur sus „Moderne woninginrichting", 8.15 uur. Bioscoopvoorstellingen. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur. behalve 's Maan dags. toegang vrij. Bloemendaal: Raadsvergadering, 2 uur. HaarlemmermeerRaadsvergadering, 3.30 UUT nam Welke verwachtingen men koestert. Minister Hymans kapittelt zijn partijgenooten. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Op een zeer ongelegen moment bi een tijd van algemeene malaise, óók voor België, heeft de Belgische premier Jaspar het col lectief ontslag van het ministerie moeten aanbieden. Deze kabinetscrisis is het gevolg van het aftreden van vijf Liberale ministers: Hy mans (Buitenlandsche Zaken) Janson (Jus titie). Forthomme (Posterijen), Vauthier (Kunst- en Wetenschappen) en Lippens (Ver keerswezen). Het aftreden van deze leden der regeertag volgde, na een besorektng Inzake de functies van Hoog'eeraar aan de Vlaamsche Univer siteit te Gent, en aan de Ecole des Hautes Etudes. Er bestond oneenigheid over de vraag of de functies aan beide scholen samen kon den gaan. De Liberale ministers werden tot aftreden eedworigen. omdat de Brusselsche Liberale Federatie, die intrekking vroeg van het door Minister Vauthier uitgevaardigde verbod voor professoren van de Gentsche Universiteit te doceeren aan de Fransche Ecole des Hautes Etudes. Alle Liberale Ministers hebben toen beslo ten af te treden, welk voorbeeld door de Ka tholieke Kabinetsleden gevolgd werd. Koning Albert maakte echter eenlg voor behoud ten aanzien van het aanvaarden van het ontslag, daar het onder buitengewone omstandigheden plaats vond. Deze plotselinge kabinetscrisis wekte in Parlementaire kringen veel verrassing. Men had er niet op gerekend, dat de taalkwestie een dergelUke moeilijkheid zou opleveren. Vele Liberalen schijnen het te betreuren, dat de zaak zoo op de spits werd gedreven. Vele Kamerleden geven Jaspar echter de schuld, die volgens hen niet streng genoeg ls opgetreden. In ieder geval is men met. den toestand zeer verlegen. Er schijnt echter geen kans te bestaan, dat de samenwerking tus- schen de Liberalen en de Katholieken thans wordt losce'aten hetgeen het vermoeden rechtvaardigt, dat de kabinetscrisis spoedig ontrêlost zal worden. Wel schijnt het aan twiifel onderhevig te zijn, of de heer Jaspar wederom de positie van premier zal vervul len. „De Tel.** meldt nog. dat het de Liberale minister Hymans zélf is. die ziin recalcitran te partüsrenooten. het hardst de les heeft ge lezen. Hymans schreef namelilk een brief, aan den voorzitter van de Liberale fractie waarin hij onder anderen zegt: „Ik kan inderdaad niet de afkeuring aan vaarden. die besloten ligt ln de motie van de federatie betreffende de maatregelen van den her Vauthier, en waaraan ik met al mijn col lega's miin goedkeuring had gegeven. Ook kan ik niet beloven te trachten intrekking van die maatregelen te verkrijgen. Deze zijn Ingegeven door de idee van loyautelt. Het komt ons onmogelijk voor. na de wet tot ver- vlaamsching van de Gentsche universiteit, welke door de Kamer bijna een na rig is aan genomen. toe te staan, dat professoren van die universiteit aan de overzijde in een con- curreerende instelling ta het Fransch dezelf de colleges zouden kunnen geven, die zij aan de staatsuniversiteit moeten geven. Het is mij onmogelijk mijn collega's ln het kabinet te vragen die maatregelen in te trek ken, welke in gemeen overleg zijn genomen. Wanneer men zich afvraagt wat er nu ge beuren zal, dient men ln de eerste plaats te bedenken, dat er geen kans bestaat op een uit de drie partijen (Liberaal, Katholiek. So- clalistep) te vormen regeering. De socialisten zullen zeker bij hun oude standpunt blijven en niet mede willen werken aan een coalitie. Enkele Liberalen achtten naar verluidt ontbinding van het parlement en nieuwe ver kiezingen niet onmogelijk. De meerderheid is er echter van overtuigd, dat de Liberalen en de Katholieken het daar niet op zullen laten aankomen, omdat een dergelijke gang van zaken koren op den Vlaamsch-nationallsti- schen molen zou zijn. Men vraagt zich eindelijk af. of de daad van de Liberale ministers niet als een drei gement aan die Liberale leden der federatie moet beschouwd worden, die steeds ta hoogst onverdraagzaam standpunt hebben ingeno men en het hun vertegenwoordigers ln de regeertag altijd hoogst moeilijk hebben ge maakt L. A. Genève. Iets meer hoop. Dinsdag is voor het eerst weer een zwakke straal van hoop geboren dat de jarenlange arbeid van de voorbereidtagsoommissie der ontwapeningsconferentie toch nog iets be langrijker resultaten ten gunste van de ont wapeningsgedachte zal opleveren dan tot dus ver moest worden aangenomen, aldus de N. R. Ct. De commlssie-Loudon heeft besloten het rampzalige besluit van verleden jaar April, om met betrekking tot het oorlogsmaterleel noch te komen tot een directe beperking, noch tot een indirecte methode van de be perking van de militaire begrooting, en al leen te volstaan met een openbaarheid Inzake de militaire uitgaven, opnieuw in bespreking te nemen en zoo mogelijk te herzien. Van alle gedelegeerden heeft alleen die van Zuld-Slavïë, Markovitz. zich tegen het op nieuw ln behandeling nemen van deze kwes tie verzet. Alle anderen stemden er in toe, doch anderhalf uur werd er overgesproken, of men onmiddellijk de beraadslagingen over dit vraagstuk zou heropenen, dan eerst na afloop van de geheele tweede lezing, zooals Massigly en Sato bepleitten, Ten slotte heeft de partij, die men als de ware ontwapenings partij van de commissie mag beschouwen, voor het eerst een overwinning behaald, door dat op voorstel van Lord Cecil met 14 tegen 8 stemmen besloten werd onmiddellijk over te gaan tot een bespreking van het geheele vraagstuk van de beperking van het mate rieel der landmacht. De tegenstemmers wa ren de gedelegeerden van Frankrijk. Japan, Turkije, Zuid-glavië, Tsjecho Slowakije en Roemenië. Hierna zijn de discussies begonnen met drie redevoeringen: van generaal de Marinia (Italië), Lord Robert Cecil en den Amerikaan Gibson. Deze redevoeringen hebben alle drie de hoop gewekt, dat wellicht toch nog eenlg practisch resultaat uit de discussies zal kun nen voortvloeien. Hierna heeft Lord Cecil uiteengezet, waar om naar zijn meening en die van de Brltsche arbeidersregecring vooral gestreefd moet worden naar stelsels van indirecte beperking van oorlogsmaterleel. door de beperking van de militaire begrooting. Lord Cecil was geen principieel tegenstander van het denkbeeld van directe beperking en zou zich daartegen niet verzetten. Indien een practische metho de van directe beperking mogelijk zou blUken. doch in ieder geval zou die methode niet vol doende zijn, indien zij niet door de indirecte methode van budge ta ire beperking zou wor den aangevuld, want al te zeer hangt het er bij het oorlogsmaterleel af van de kosten die aan bepaalde soorten van oorlogstuig worden besteed. Men kan niet zeggen, dat een tank of kruiser evenveel militaire waarde heeft als iedere andeTe tank of iedere andere kruiser. Van de hoeveelheid van het daartoe aange wende geld zal stellig de betrouwbaarheid en militaire waarde afhangen. Daarom acht de Engelsche regeering een beperking van de militaire begrooting onontbeerlijk. De derde spreker was de Amerikaan Gibson, die een zeer belangrijke verklaring afegde, waarin hij te kennen gaf, dat de Amorikaan- sche regeering weliswaar op het standpunt is blijven staan, dat zij niet kon aanvaarden de verplichting tot beperking der militaire uit gaven, doch de AmerLkaansche regeering zal er geenerlei bezwaar tegen hebben, indien de andere staten, die wel een beperking der mi litaire uitgaven willen aanvaarden, ta een afzonderlijke conventie daartoe de noodlge verplichting onder elkaar op zich nemen. De Amerikaansche regeering zal in dat ge val bereid zijn, indien deze afzonderlijke con ventie genoeg waarborg biedt voor een Inder daad doeltreffende beperking der militaire uitgaven, en daardoor indirect voor een be perking van het oorogsmaterieelharerzijds eenzijdig tegenover de andere staten van die conventie de verplichting op zich te nemen, bepaalde cijfers van oorlogsmaterleel niet te zullen overschrijden. Door deze verklaring van Gibson Ls de mo gelijkheid van een compromis tusschen de beide richtingen die een beperking, hetzij direct, hetzij Indirect van het oorlogsmate rleel bepleiten, tot stand gekomen. De voorzitter, London, heeft de discussies ln de ontwapeningscommissie geschorst door op plechtlgen toon te verklaren, dat het thans was 11 November 11 uur. zoodat hij de leden der commissie verzocht zich van him zetels te verheffen, en in een stilte van een minuut alle dooden uit den wereldoorlog te gedenken. Alle aanwezige gedelegeerden en journalisten voldeden aan dit verzoek. TsjechcvSlowakije. De kwestie van de Duitsche klankfilms. PRAAO. 11 NOT. 'V. D.) De Bond ran Blos- coopdirecteuren te Praag heeft naar verluidt besloten tot hervatting van de opvoering van Dulsche klawkfllms met Ingang van Vrijdag as. Voorloopig zouden eerst „Der Blaue En gel", „Atlantic" en een operettefilm worden opgevoerd. De officleele bekendmaking zal eerst mor gen plaats hebben. Engeland. Het onderzoek inzake de R. 101 gesloten. LONDEN, 11 Nov. (V. D.) Het- onderzoek naar de ramp van de ,R 101" werd gisteren gesloten en het Hof werd tot 3 December verdaagd. Dan zullen de resultaten van de technische proeven cn de berekeningen, die thans gemaakt worden, bekend zijn. Dan zullen do deskundigen worden gehoord over de mogelijke oorzaak. De gisteren door dc officieren, die met de ,.R 101" gevlogen hebben, afgelegde verkla ringen, stemmen alle daarin overeen, dat het luchtschip zwaar scheen en gas scheen te verliezen. De cscadercommandant Booth, de com mandant van de ,R 100", zelde, dat de offi cieren van dc „R 101" voldaan waren over de proeven, doch hij was van meening, dat deze verklaringen waren gebaseerd op het feit. dat de Imperieele conferentie werd ge houden en dat men daarom een geslaagde vlucht naar Indlë wensch te. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i GO Cts. per regeL Dames die gesteld zijn op een goed en dege lijk toiletpoedcr, maken gaarne gebruik van Purolpoeder. dat aangenaam en gezond voor de huid is. Doos met donsje 45 ct en evenals Purol verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. J. B. SCHUIL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5