STATEN-GENERAAL
NAAR DE BRONNEN VAN DEN RIJN
Kinkhoest
VICKS
VIJFDE BLAD
3K T'mp€j
~ib> a a. P.>
TWEEDE KAMER
13 November.
Hamerstukken afgedaan. De
Kamer beëindigt haar algemee-
ne beschouwingen in eersten ter
mijn. De finaneieele toekomst.
De Kamer heeft vandaag haar discussies
over de Rijksbegrooting voor 1931,haar alge-
jneene beschouwingen, in eerste instantie be
ëindigd- Morgen zal de regeering haar ant
woord uitspreken.
Zoo'n laatste dag maakt steeds een eenigs-
Bns verworden indruk. Immers, de woord
voerders van de meerdere beteekenis heb
ben dan gewoonlijk de politieke vragen de
revue doen passeeren en (vooral dit jaar met
de meerdere rantsoeneering) de tweede spre
kers der onderscheidene fracties kunnen dan
niet veel anders doen, dan de nog overgeble
ven minuten gebruiken voor opmerkingen in
gneltrein-tempo. Vandaag was alleen de c.h.
fractievoorzitter Schokking een leidende fi
guur die sprak.
De dag werd ingezet met het afdoen van
hamerstukken, omvattend de gebruikelijke
naturalisten, suppletoire begrootingen, ont
eigeningen en verkoopen. Ook enkele fonds-
begrootingen, de herzienipg van eenige wet
ten betr. den waterstaat een eenigszins
formeele arbeid het ontwerp tot regeling
van den uitvoer en wijziging In de bepalingen
betr. den in- en doorvoer van kippen- en
eendeneieren en tenslotte het ontwerp, dat
bepalingen ontwierp tot wering en bestrijding
van den bisamrat, wanneer dit diertje, dat
zooveel kwaad kan doen, óver onze grenzen
sou willen komen.
Het debat van vandaag
werd geopend door den
sociaal-democratischen
hoogst-bekwamen eco
nomist, Dr. v. d. Tempel.
Dr. v. d. Tempel begon
met een uitvoerige ana
lyse van de index
cijfers. Daarop steunde
een betoog dat sedert
'26 de cijfers van wat
noodig is in een ambte
naarsgezin niet naar
beneden zijn gegaan. In
dat jaar waren de
ambtenaren ontevreden
over de mate, waarin de regeering tegemoet
wilde komen aan de eenmaal om het slui
tend maken der begrooting ondernamen
salariskorting. Zij zijn nóg ontevreden. De
rust is nog niet weergekeerd, de rust die zoo
noodig is. Waarom moet het wantrouwen van
de ambtenaren tegenover de regeering
het schadelijke wantrouwen toch voort
duren, vroeg Dr. v. d- Tempel, die ook een
lans brak voor een betere salarieering van
de onderwijzers.
Dr. v. d. Tempers rede was in de tweede
plaats gewijd aan de economische crisis. Naar
de oorzaken van de crisis speurde hij: er was
overproductie. Die overproductie ziet hij als
,een gevolg van het kapitalistisch stelsel.
Van een stelsel wenschte Dr. Schokking
niet te spreken, instemmend met Mr. Mar-
chant, waar deze gewezen had op den lang-
zamen groei van de economische orde van
het oogenblik.
Om te ontkomen aan de werking van de
crisis achtte de heer v. d. Tempel loonsver
laging al een heel ondeugdelijk middel. Ook
laakte hij de regeering. Waarom blijft deze
zoo vroeg hij zoo passief? Is haar eenige
doel dan het bestaande productiestelsel on
gewijzigd te handhaven? Hij waarschuwde
de regeering voor het ongedaan maken van
sociale lasten, waarheen velen de regeering
wilden drwingen. Dat de sociale lasten de
crisis-niet veroorzaakt hebben zag hij door
Amerika bewezen, in welk land. zouder so
ciale lasten, de werkloosheid veel grooter Is,
dan in de meeste Europeesche rijken.
Dr. v. d. Tempel riep de regeering op om
het economisch leven te versterken door de
leiding te nemen bij het organlseeren van
het nationale kapitaal tot steun aan de Ne-
derlandsche industrie, door het in het leven
roepen van nieuwe industrie.
Dr. v. d. Tempel constateerde ook, dat de
crisis hier te lande gemakkelijker te dragen
was, dan dat elders wel het geval is. De oor
zaak daarvan zochten de heeren Van Vuuren
en Dr. Bierema, die gelijkgestemde redevoe
ringen hielden, mede in het feit, dat ons land
er financieel goed voorstaat. Zij dankten
daarvoor den minister van Financiën. Wan
neer deze aldus htm betoog de over
schotten, die de laatste jaarrekeningen had
den opgeleverd eens mee tot grondslag van
de uitgaven voor latere jaren had gemaakt,
dan zou er thans weer op alle terrein moeten
worden bespaard, met de ellende, daarvan
het gevolg.
Die overschotten wenschten beide heeren
te bezien in verband met de tekorten van de
latere jaren, die elkaar geneutraliseerd heb
ben, en met de tekorten, die aanstaande zijn.
Want heel veel fiducie in een toekomstig
rijkelijk vloeien der rijksmiddelen hadden
deze heeren niet- zij vreesden zelfs voor een
aannemelijke daling beneden de raming voor
de begrooting.
Dr- Bierema heeft voorts gewaarschuwd
tegen een te veel leenen in de naaste toe
komst. Hij verwacht n.l. dat de leeningseapa-
citelt in de naaste toekomst volledig zal wor
den ingenomen door de groote tekorten, die
de Zuiderzeedrooglegging en de exploitatie
der drooggekomen gronden zal opleveren. Dr.
Bierema spreekt van een tekort van.... één
milliard. Wat denkt de regeering van dat
cijfer?
Mr. Schokking heeft
zich onthouden van het
aansnijden van de groo
te politiek. Alleen heeft
hij de R.-K. tot voor-
.ztchtigheid gemaand
de c.-h. fractievoorzitter
.zal daarbij hebber, ge
dacht aan den altijd noe
.levenden wensch naar
samenwerking der recht-
sche groepen. Tot voor
zichtigheid, nu hij de
R.-K. fractie meer dan
.eens ziet medegaan met
voorstellen, die gaan óver de grens van de
staatsbevoegdheid op het maatschappelijk
terrein. Iets, dat hem niet onverschillig liet.
Ook Dr. Schokking betoogde, dat de crisis
een wereld verschijnsel is, aan welks wegne
Mr. Dr. J. Schok
king (C.H.)
ming nationaal maar uitarst weinig te doen
is.
Voorts heeft hij uitvoerig aandacht gerwijd
aan den stijl van de Troonrede. Het was een
stuk, oordeelde hij, slecht van taal, slecht
van compositie. En dat nog wel het staats-
stuk-bij-uit.nemendheid, waarmede H.M. de
Koningin zich tot het parlement, de volks
vertegenwoordiging wendt. Weinig samen
hang zat er in. Mocht daarin een beeld ge
zien worden aan het huidige kabinet, dan
eischte Dr. Schokking. dat er ook in een ex
tra-parlementair kabinet homogeniteit zij.
De c.-h. spreker richtte meer scherpe vra
gen tot de regeering. Hij vroeg of de regee
ring de zekerheid heeft, dat de wet en het
gezag door hare ambtenaren voldoende wordt
gehandhaafd en of er niet is een ondergra
ven van het eigen gezag. Ook wenschte hij
streng gehandhaafd te zien, de waarborgen,
die de Wet kent tegen het misbruik dat van
het vrije woord gemaakt wordt Gaat dit mis
bruik door, dan wordt de vrijheid geschaad.
Wij vermoeden, dat de heer Schokking aan
de communisten dacht. Immers, hij specia
liseerde vervolgens zijn waarschuwing voor
de Kamer. Hij vroeg om maatregelen van
den Kamervoorzitter tegen een mogelijk
schenden van duidelijk geheime stukken der
regeering door de communisten, die daar
mede gedreigd hebben. Hij laakte ook, dat
de heer Drop uit stukken had geciteerd, die
alleen „ter inzage van de leden" waren ge
deponeerd ter griffie .In dit verband riep de
c.-h. spreker om wettelijke maatregelen te
gen die volksvertegenwoordigers in openbare
colleges die van te voren reeds mededeelden
hunne eeden en beloften niet te zullen hou
den.
Met behoedzaamheid vroeg de heer Schok
king de regeering te treden op den weg naar
het wegnemen van de crisis-werking. Vooral
niet met .een gevaarlijk onderhandelingsta
rief. Maar wel wil hij den landbouw helpen,
die het hard noodig heeft.
Dat oordeelde ook de heer v. d. Heuvel: het
platteland zei hij, is de bron van reserve-
krachten voor de uitputtende groote steden.
Er moet gezorgd worden, dat het platteland
in tact blijft. Door thans maatregelen te ne
men tot tariefsverlaging op de spoorwegen,
tot steun aan de aardappelmeelfabrieken,
aan de suikerbietenteelt en aan den verbouw
van rogge, tarwe en graan.
Maar ook vroeg hij maatregelen tegen den
invoer van Russisch graan tot heel lagen
prijs.
Men begrijpt dat de communist al dat ge
roep om anti-dumping-maatregelen niet
goed verdragen kon. En dus sloot hij het
debat, voor zoover door de Kamer gevoerd,
met dithyrambische lofspraken op Rusland.
En met twee salaris-moties, die niet wer
den ondersteund. En dus niet in behande
ling kwamen.
Avondvergadering. Boiten-
landsche Zaken. Om een
goeden persdienst.
De heer Kortenhorst heeft van de gelegen
heid van economische besprekingen te Gê
né ve gebruik gemaakt om bij de begrooting
van Buitenlandsche Zaken de handelspoli
tieke vragen te bespreken. Van het misluk
ken van de conventie-Colijn heeft de r.-k.
protectionist dankbaar gebruik gemaakt om
bij de regeering op het verlaten van den vrij-
handelsweg aan te dringen. Waarvoor de tijd
gunstig is zeide de heer Vliegen, die van
een verlaten van dien weg niets moet heb
ben. Dr. Kortenhorst riep om een actieve
handelspolitiek en zag het in dezen tijd van
crisis als heel vreemd, dat ons land alleen
staat als vrijhandelsland. De heer Vliegen
merkte daartegen op, dat het den protectio-
nisten toch wel moet opvallen, dat ons land
de crisis zooveel beter weet op to vangen dan
vele andere, protectionistische landen. Van
het samengaan van ons land met de Scandi
navische landen verwachtte de heer Korten
horst niet veel anders, dan nieuwe tegen
stellingen. Ook dit was de heer Vliegen niet
eens met den heer Kortenhorst: de minister
had immers gezegd, dat het samengaan met
Scandinavië alleen bedoelt te waken tegen
discriminatie van de meest begimstigings-
clausule.
Mevr. Bakker—Nort klaagde over de weinige
resultaten, die er op de codificatie-conferentie
welke in de residentie is gehouden onder
presidium van Mr. Heemskerk, zijn bereikt
voor de gelijkstelling van de rechten van man
en vrouw op het gebied van de nationali
teit. Waarvoor mevr. Bakker—Nort opnieuw
een lans brak. Evenals voor het toelaten van
de vrouw tot de diplomatieke examens.
De heer Vliegen heeft met- een hartelijk be
toog de beteekenis van den Volkenbond in het
licht gesteld en dezen bond verdedigd. Wan
neer de Volkenbond er niet was, dan zouden
de bestaande krachten binnen heel korten
tijd een anderen Volkenbond het licht doen
zien. Hij hoopte en wie hoopt dat niet met
hem! dat de ontwapenlngswerkzaamiheid
van den Volkenbond spoedig resultaten mogfi
afwerpen. Voorloopig staan de zaken er niet
gunstig voor.
Natuurlijk vroeg ook de heer Vliegen
hij is daarvan een zeer warm voorstander
om een spoedige regeling met België. En be
pleitte de afvaardiging ook van socialistische
heeren naar Genève.
De heeren Bongaerts en Krijger bleken
tegengestelde meeningen te hebben over de
wijze van oplossing der Belgische vragen.
Beiden zagen zeer de noodzakelijkheid in van
een dergelijke regeling der kanalen in het
Oosten, der kanalen van Luik naar ons land.
naar Maastricht. Maar, wanneer de heer
Bongaerts in het Oosten iets wilde bereiken
door bij e.v. onderhandelingen in het Westen
iets toe te geven door een zijkanaal aan het
Albert-kanaal te doen ontwerpen, daar wilde
de heer Krijger niets van weten, omdat dit
z.i. weer iets zou worden als een Moerdijk-
kanaal. waarvan ons volk nu eenmaal niets
wil weten. De heer Bongaerts betoogde de
noodzakelijkheid daarvan voor Limburg en
Maastricht, wijzende op de wenschelijkheiü
van rust. in de grensprovinciën. Hij vreesde,
cat de politiek der regeering een bevredigen
de regeling vertraagt. Een vertraging kan zeer
veel schade toebrengen aan de belangen van
Luik en Maastricht.
De heer Krijger zet daar weer tegenover
dat België verplicht zal worden tot het rege
len van de kanalen in het Oosten op be
vredigende wijze, omdat zij voor de voeding
van het Grand Canal Nederland zeer noodig
heeft.
Tenslotte heeft de oud-Journalist Schaep-
man een warm en hevig betoog gehouden
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
Er bestaat geeti afdoend geneesmiddel, maar
Vicks VapoRub verlicht de hoestaanvallen
en verzacht de benauwdheid.
Wrijf keel en borst er mee
in. en bedek beide met een
flanellen doek.
W VapoRuö
voor een veel betere organisatie van den pers
dienst aan „Buitenlandsche Zaken" dan die
van het oogenblik. De huidige organisatie
staat nog volkomen in de kinderschoenen.
Wanneer worden op het Plein persconfe
renties gehouden? Alleen bij hooge uitzonde
ring! De heer Schaepman wenschte zulke
conferenties regelmatig, b.v. elke week. De
heer Schaepman citeerde Haarl. Dagblad
ter ondersteuning van zijn betoog. Ons blad
had, ook naar het gevoelen van den heer
Schaepman, den toestand zeer juist geteekend
toen het schreef, dat ..Buitenlandsche Zaken"
geen flauw begrip heeft wat er t. a. v. de pers
moet gebeuren". Van een goeden persdienst
kan zulk een grooten invloed uitgaan ten
goede in ons land, ook in het buitenland.
Communist Wijnkoop sloot de discussie voor
vanavond met het betoog, dat er internatio
naal een oorlog tegen Rusland wordt ont
ketend.
Dinsdagavond gaat Buitenlandsche Zaken
door.
INTIMUS.
Het beleg en ontzet van
Brinkmann.
(Voor de Haarlemsche Rechtbank)
Er kwam een jonge man voor, die een kleu
rige das met veel gratie om zijn hals liad ge
wonden en die de charme zijner persoon
lijkheid completeerde met fel bruine schoe
nen, een gestyleerde lok met een punt en een
houding als van een apache. Hij was negen
tien en los werkman en er was ook eigenlijk
iets los in zijn houding, dat niet paste in
het houten bankje, waarin hij moest plaats
nemen.
Zijn tegenstander was een rechercheur
van politie, die van hem getuigde, dat hij de
voorvechter is onder zijn kornuiten, hetgeen
een niet geringe eer is, wanneer men dit op
zoo ongezochte wijze van officieele zijde ver
neemt.
Er moet, te oordeelen naar wat deze getui
ge in zijn proces-verbaal heeft geschreven,
in den nacht, dat de verdachte laatstelijk
voorgevochten heeft, iets zijn gebeurd, dat
men, de crimineele geschiedenis van Haar
lem schrijvende, later zou kunnen noemen
„Het beleg en ontzet van den portier van
Brinkmann".
Hoe het precies Is aangekomen zal wel blij
ven berusten bij de verborgen bronnen der
historie, maar zeker is, dat dien nacht, het
was tusschen 2 en 3 Augustus, de portier zich
omringd zag door een jeugdige menigte. Ver
moedelijk is de beroering ontstaan doordat
de portier niet anders deed dan te trachten
haar buiten de muren van zijn etablissement
te houden en dat is tenslotte slechts wat eens
goeden portiers is, zoodat den man zeker
minder blaam kon treffen dan opstoppers
van de algemeene oneenigheid uit.
Hoe de strategische positie beiderzijds zich
verder ontwikkelde valt moeilijk te schetsen,
doch uit het proces-verbaal blijkt, dat op
zeker oogenblik de strijd voor den portier
een verrassende wending moet hebben ge
nomen, aangezien de voorvechter zich in een
ronde bevond met een der kornuiten,
die wellicht tot een bondgenootschap met
den portier had besloten. Op dat moment
bevond de rechercheur van politie zich mid
den in de verdeeldheid met het oogmerk om
wat er nog in vereenigd was, namelijk par
tijen, die elkaar bij de haren hadden, te schei
den. Hy poogde dit uit te voeren, door zich
voor te stellen als „van de politie", doch
waarschijnlijk was het alleen maar de por
tier, die .aangenaam" zei, omdat hij de hulp
meer nabij voelde dan de wederpartij, welke
het krijgsbedrijf bleef voortzetten.
Het proces-verbaal vervolgt met te zeggen,
dat de politie zich daarna nog eenige malen
bekend gemaakt heeft met het uiteindelijk
resultaat, dat de voorvechter den aange-
vochtene los liet teneinde de politie
met een slag in het gezicht het wel
kom toe te roepen.
Het ontzet van den portier heeft zich
verder voltrokken door middel van den gum
mistok en de revanche over den klap door be
middeling van de justitie en nu vroeg de jon
gen. die voorgevochten had, waarom hij geen
veertig getuigen mocht meebrengen, om te
zeggen, dat hij het niet geweest was. die den
klap gegeven had. De president vroeg zich af
waar het relaas van veertig getuigen voor
noodig is. wanneer men het met één af kan.
die positief genoeg in zijn verklaringen is.
Dat hfj zegt, dat de jongen het wel gedaan
heeft en dat de anderen zullen zeggen van
niet is slechts een gering verschil en de zit
ting duurt toch al lang genoeg.
Het Openbaar Ministerie wilde zes weken
gevangenisstraf geven.
De uitspraak is over 14 dagen.
De veertig getuigen verdwenen van de
tribune, onverrichterzake. En zonder getui-
gengeld.
Pk.
Wie niet groen is,
maakt voor al zijn kleine Advertenties
gebruik van
Onze Groentjes" in Haarlem's
Dagblad.
door Dr. W. G. N. v. d. SLEEN. v
De oude- en nieuwe Spügenweg, met kalk
bergen op den achtergrond.
Niettegenstaande de gTOote moeilijkheden,
die het reizen in het hooggebergte met zich
meebrengt, dateeren de oudste Alpenpassen
toch reeds van lang voor het begin onzer
jaartelling. De Brenner moet reeds in den
bronstijd een weg geweest zijn, waar langs
het kostbare metaal zijn weg vond naar het
Noorden in ruil voor het nog kostbaarder
barnsteen van de stranden der Oostzee. Tot
de oudste Zwitsersche bergpassen behooren
de beide boven genoemde, daar zij het dal
van den Rijn in directe verbinding brachten
met Italië, terwijl bovendien West-Zwitser
land en Frankrijk ovr den Oberalppas van
uit het Rijndal gemakkelijk konden worden
bereikt. Op den Bemhardiener is de oude
Romeinsche straatweg nog gemakkelijk te
vinden en dient zelfs in voorzomer en laten
herfst nog als verkeersweg, zooals blijkt uit
de hooge stangen, die er langs geplaatst zijn
om ook bij eenige meters sneeuw toch den
weg te kunnen terug vinden. Een dikke hon
derd jaar geleden werden Splügen en Bern-
hardiner weg zóó goed uitgebouwd, dat ze
met paard en wagen bereden konden worden,
maar juist deze oudste straatwegen over de
Alpen zijn natuurlijk minder berekend op
autoverkeer. Ze staan dan ook bekend als
de moeilijkste voor den automobilist, roden
te meer voor ons om den starter eens te la
ten werken en te zien wat onze oude Chevro
let er van zou maken. En dat viel vertïazend
mee; het rijden van die geweldige serpenti-
nen meest onder hellingen van acht tot vijf
tien procent is iets, dat men het beste leert
door het veel te doen. maar het genot was.
dat onze wagen sterk genoeg bleek alles op
de tweede versnelling te doen en wij alle
bochten direct konden maken. Heel anders
dan een groote Marmon en een prachtige
Cadillac, die bijna alle bochten tekort na
men, dus moesten stoppen, achteruit rijden
op de helling in de bocht en dan weer
vooruit, ronkend en razend om even later
weer plotseling te moeten remmen als ook de
volgende bocht niet werd gehaald. Ik geloof
echter wel, dat de chauffeur hier een belang
rijke rol speelt, want de reusachtige, lange
en breede postwagens nemen elke bocht zon
der mankeeren.
Direct na de Rijnbrug begint de weg al
slingerend te stijgen, grootend eels door den
nenbosch. dat door kleine weilandjes onder
broken wordt. Deze weilandjes en ook de
steil afgestoken kanten van den weg zijn
weer één groote bloementuin. Monnikskap
en leverkruid paarse en gele distels wisselen
af met anjers en silene, blauwe klokken en
allerlei klaversoorten. Dan wordt het bosch
dunner, de boomen krijgen een armzalig
uiterlijk en houden vrij plotseling geheel op,
als wij den steilcn dalwand van het Rijndal
bestegen hebben en nu in een vlakker ge
deelte komen, waar de plantengroei alle ken-
teekenen draagt dat hier zes maanden van
het jaar sneeuw en stormen de baas spelen.
Alpenrozen en Borgden groeien ln hoofdzaak
in geultjes en achter grootere rotsblokken,
terwijl op de open vlakte thans een weelde
van planten te vinden is. maar meest ook al
weer soorten waarvan stengels en bladeren
tegen den grond aantredrukt. liggen om een
sneeuwlast zooveel beter te kunnen dra zen.
terwijl de bloemen op langere of kortere
steeltjes daarboven uitstaan. Zoo groeien
astertjes en kamille steenbreek en semper-
vivumsoorten. die de hellingen een kleurig
aanzien geven, dat dezen dag al héél sterk
afsteekt tegen het grijs en grauw van Jagen
de wolken en nevels. Er waalt, een harde Zui
denwind over den pas. die gelukkig af en toe
de nevels vaneen doet rijten en dan wat uit
zicht geeft op de bijna overal met- sneeuw be
dekte bergtoppen. Want dat is een voordeel
van onzen natten kouden zomer. dat het re-
lief der bergen door de witte sneeuwmassa's,
die in elk rustig hoekje blijven liggen zoo
veel duidelijker uitkomt. Wij brengen met
onze vouwboot nog een bezoek aan t eilandje
dat midden in een meertje vrijwel op het
hoogste gedeelte van den bergpas ligt. Dik
2000 M. wijst onze hoogte barometer hier aan,
maar al spoedig beginnen weer dikke drup
pels te vallen en niettegenstaande een half
uur wachten zijn wij toch genoodzaakt onzen
eersten bergpas in stroomenden regen af te
rijden.
Op den Splügen troffen wij het beter. Wan
neer wij van het dorp Hinterrheln naar Splü
gen rijden, waar de bergpas begint, zijn do
gletschers van Zapport en Rheinquelhorn wel
met wolkenproppon bedekt, maar boven ons
straalt de zon uit helder blauwen hemel en
is het landvolk al heel vroeg in de weer ge
weest om te maaien, te hooien en te keeren.
want één heeie Zomerdag is hier vaak vol
doende om het rijpe gras tot hooi te drogen.
Vroolljk wordt er overal in het veld gewerkt
en vroolljk ronken wij omhoog, alweer slin
gerende door dennenbosschen met rijk
bloeiende velden afgewisseld. Al gauw ligt
het aardige dorp Splügen, waar tusschen
twee haakjes een heel goed hotel is diep be
neden ons en hoe dieper het kerkje zinkt, des
te hooger schijnt de Kalkberg op te rijzen,
die vlak achter het dorp steil omhoog gaat.
Kalkberg want hier liggen overal tusschen
de sterk geplooide gneisslagen reeds de eer
ste kalk- en leisteenbanken, waarvan een
groot deel door persing en verhitting bij de
gebergtevorming in marmer is omgezet. De
geheele Splügenstrasse is met marmer ver
hard en bovenin den kalkberg is een prach
tige plooi van wit marmer tusschen de don
kere leisteen van kilometers afstand zicht
baar.
Na de eerste sterke stijging volgt een bijna
horizontaal gedeelte, waar wij voortdurend
langs de snelle bergbeek rijden, die het wa
ter van menLgen gletscher naar den Rijn toe
voert. Schwarhörner en Surettahorn aan den
Oostkant, Piz Tambo in het Westen laten tel
kens een gedeelte van hun met gletschers
bedekte hellingen van achter hun bergcou-
lissen vandaan komen, tot de tweede sterke
stijging begint en een tiental zwaaiende slin
gers ons tot de pashoogte op 2119 M. omhoog
brengt. Het laatste gedeelte van den weg
loopt geheel ondergronds door een galerij om
de reizigers voor lawinegevaar te behoeden.
De panorama's, die men van de pashoogte
geniet, vallen gewoonlijk niet mee. Daarvoor
moet meestal nog een extra uurtje geklau
terd worden en een uurtje wandelen op zoo'n
hoogte is altijd een genot, al was het weer
alleen maar om de klaterende kleurenweelde
der Alpenplan ten te genieten. Hier staan nog
weer een paar bijzonder interessante vormen.
Aan den rand van een groote sneeuwplek
groeien honderden soldanella's, waarvan het
bloempje een teer neerhangend klokje Ls.
paars-rose met eer. fijne franje rand en wel
tot de aantrekkelijkste alpenplanten behoort.
Prachtige, paarsroode meelprimula's staan er
vlak naast en aan den rand van het oude
muildierpad. waarover honderden jaren ge
leden de karavanen Italiaansche wijn en
vruchten naar het koude Noorden voerden,
groeit een plantje, waarvan de naam en de
afbeelding iedereen bekend zijn. die wel eens
iets over alpenplanten gelezen heeft. Dryas-
octopetala. een wit duinroosje lijkt het. met
goudgeel meeldradenhart en gezellige plui
zige vruchthoofdjes, is een dier figuren, die
eigenlijk thuis hooren in Lapland, IJsland,
en Noorwegen en die ook ln het Hooggeberg
te der Alpen groeien, waarschijnlijk als her
innering en overblijfsel aan den IJstljd.
Wij deelen ons twaalfuurtje met een koe
herder, die ijverig den waldhoorn blaast.
Maar het is er een van gegalvaniseerd ijzer
en hij blaast alleen militaire signalen, hier
dus ook alweer verwording en mechanisatie.
Dan dalen wij nu eens loopend, dan rijdend,
weer dalwaarts. Een aardige verrassing naast
al die vreemdelingert ls een plasje vol met
dotterbloemen, die immers ln April onze wei
landen goudgeel kleuren en hier thans begin
Augustus in vollen bloei staan.
Den volgenden morgan zeggen wij ons
kamp aan den Hinterrhein vaarwel en ver
hulzen een twintigtal kilometers stroomaf
naar de Roflaschlucht met de bedoeling van
hieruit de Surettagroep nog eens rustig te
bekijken. Maar de regen stuurde onze plan
nen heel leeüjk in de war. wat niet wegneemt
dat wij nu toch weten, dat er zes flinke glet
schers rond den hoofd top liggen en dat deze
een geweldige hoeveelheid water naar den
jongen Rijn afvoeren. Vlak bU onze kamp
plaats stond in het dennenbosch overal Lin-
noa borealis, ook weer zoo een Lap- en
Groenlanden die naar den grooten Zweed-
schen natuuronderzoeker is genoemd. Verder
waren er veel boschbessen en zwarte eekho
rens, wilde aardbeien en 'n geitenhoeder, die
veel wist te vertellen van dieven en roovers
en er zelf met een paar schoenen en een ijs—
plckel van doorging. Ook waren or onoplos
bare vraagstukken. Er lagen een zestal groote
mierennesten vlak bij ons kamp. Van elk dier
nesten liep een platgetreden, met dorre don-
nennalden bezaaide tien centimeter brcedc
weg naar een hoogen sparreboom. De mieren
gingen mager heen en kwamen vet terug,
ra. ra hoe kan dat? Wij hebben er met ons
vijven twee uur naar staan kijken maar zijn
er niet achter gekomen, wat of de beestjes
daar boven uitvoerden. Wij moeten dus nog
eens dien kant uit en zullen dan meteen de
Surettahörner wel eens beklimmen.
VAN DER SLEEN.
BRAND BU VAN HOUTEN.
Ten gevolge van ontbranding van petro-
lcumaether ontstond Donderdagmorgen
brand in het laboratorium van de firma C. J.
van Houten en Zoon te Weesp. Het vuur
greep snel om zich heen, doch de eigen
brandweer was binnen drie minuten ter
plaatse. Dank zij haar kordaat en snel ingrij
pen. werd de brand beperkt tot een gedeelte
van het laboratorium, dat geheel uitbrandde.
De schade was gering, vooral ook omdat de
dure instrumenten ln een nabijgelegen zaal
lagen.
BERUCHTE TYPEN.
De brutale dieven van zeven koffers uit een
garage te Zwplle blijken heel wat meer op hun
kerfstok te hebben. Het tweetal, O. L- en V.,
heeft in het huls van bewaring te Zwolle
reeds bezoek ontvangen van rechercheurs uit
Den Haag, Haarlem en Amsterdam, die infor
maties kwamen Inwinnen omtrent aldaar
gestolen auto's.
STUDIEGRAGE JEUGD.
Tegen vijf studenten van de Leldsche Uni
versiteit is volgens de Tel. Donderdagmorgen
proces-verbaal opgemaakt wegens het volgen
van colleges zonder dat zij daartoe door In
schrijving gerechtigd waren.
VIJF EN ZESTIG KORENMIJTEN
VERBRAND.
In den nacht van Woensdag op Donderdag
te één uur werd brand ontdekt in een 65-tal
korenmijten te Westenesch bij Emmen. Het
koren behoorde toe aan verschillende land
bouwers. De geheele hoeveelheid, ter waarde
van ongeveer 13.000, werd een prooi der
vlammen.
De politie stelt naar De Tijd meldt, een
nauwkeurig onderzoek in. daar zoo goed als
zeker is, dat de brand aan kwaadwilligheid
moet worden toegeschreven. Het verbrande
koren was grootendeels verzekerd bij het
Drentsche Landbouwgenootschap.