STATEN-GENERAAL NAAR DE BRONNEN VAN DEN RIJN Kinkhoest VICKS VIJFDE BLAD 3K T'mp€j ~ib> a a. P.> TWEEDE KAMER 13 November. Hamerstukken afgedaan. De Kamer beëindigt haar algemee- ne beschouwingen in eersten ter mijn. De finaneieele toekomst. De Kamer heeft vandaag haar discussies over de Rijksbegrooting voor 1931,haar alge- jneene beschouwingen, in eerste instantie be ëindigd- Morgen zal de regeering haar ant woord uitspreken. Zoo'n laatste dag maakt steeds een eenigs- Bns verworden indruk. Immers, de woord voerders van de meerdere beteekenis heb ben dan gewoonlijk de politieke vragen de revue doen passeeren en (vooral dit jaar met de meerdere rantsoeneering) de tweede spre kers der onderscheidene fracties kunnen dan niet veel anders doen, dan de nog overgeble ven minuten gebruiken voor opmerkingen in gneltrein-tempo. Vandaag was alleen de c.h. fractievoorzitter Schokking een leidende fi guur die sprak. De dag werd ingezet met het afdoen van hamerstukken, omvattend de gebruikelijke naturalisten, suppletoire begrootingen, ont eigeningen en verkoopen. Ook enkele fonds- begrootingen, de herzienipg van eenige wet ten betr. den waterstaat een eenigszins formeele arbeid het ontwerp tot regeling van den uitvoer en wijziging In de bepalingen betr. den in- en doorvoer van kippen- en eendeneieren en tenslotte het ontwerp, dat bepalingen ontwierp tot wering en bestrijding van den bisamrat, wanneer dit diertje, dat zooveel kwaad kan doen, óver onze grenzen sou willen komen. Het debat van vandaag werd geopend door den sociaal-democratischen hoogst-bekwamen eco nomist, Dr. v. d. Tempel. Dr. v. d. Tempel begon met een uitvoerige ana lyse van de index cijfers. Daarop steunde een betoog dat sedert '26 de cijfers van wat noodig is in een ambte naarsgezin niet naar beneden zijn gegaan. In dat jaar waren de ambtenaren ontevreden over de mate, waarin de regeering tegemoet wilde komen aan de eenmaal om het slui tend maken der begrooting ondernamen salariskorting. Zij zijn nóg ontevreden. De rust is nog niet weergekeerd, de rust die zoo noodig is. Waarom moet het wantrouwen van de ambtenaren tegenover de regeering het schadelijke wantrouwen toch voort duren, vroeg Dr. v. d- Tempel, die ook een lans brak voor een betere salarieering van de onderwijzers. Dr. v. d. Tempers rede was in de tweede plaats gewijd aan de economische crisis. Naar de oorzaken van de crisis speurde hij: er was overproductie. Die overproductie ziet hij als ,een gevolg van het kapitalistisch stelsel. Van een stelsel wenschte Dr. Schokking niet te spreken, instemmend met Mr. Mar- chant, waar deze gewezen had op den lang- zamen groei van de economische orde van het oogenblik. Om te ontkomen aan de werking van de crisis achtte de heer v. d. Tempel loonsver laging al een heel ondeugdelijk middel. Ook laakte hij de regeering. Waarom blijft deze zoo vroeg hij zoo passief? Is haar eenige doel dan het bestaande productiestelsel on gewijzigd te handhaven? Hij waarschuwde de regeering voor het ongedaan maken van sociale lasten, waarheen velen de regeering wilden drwingen. Dat de sociale lasten de crisis-niet veroorzaakt hebben zag hij door Amerika bewezen, in welk land. zouder so ciale lasten, de werkloosheid veel grooter Is, dan in de meeste Europeesche rijken. Dr. v. d. Tempel riep de regeering op om het economisch leven te versterken door de leiding te nemen bij het organlseeren van het nationale kapitaal tot steun aan de Ne- derlandsche industrie, door het in het leven roepen van nieuwe industrie. Dr. v. d. Tempel constateerde ook, dat de crisis hier te lande gemakkelijker te dragen was, dan dat elders wel het geval is. De oor zaak daarvan zochten de heeren Van Vuuren en Dr. Bierema, die gelijkgestemde redevoe ringen hielden, mede in het feit, dat ons land er financieel goed voorstaat. Zij dankten daarvoor den minister van Financiën. Wan neer deze aldus htm betoog de over schotten, die de laatste jaarrekeningen had den opgeleverd eens mee tot grondslag van de uitgaven voor latere jaren had gemaakt, dan zou er thans weer op alle terrein moeten worden bespaard, met de ellende, daarvan het gevolg. Die overschotten wenschten beide heeren te bezien in verband met de tekorten van de latere jaren, die elkaar geneutraliseerd heb ben, en met de tekorten, die aanstaande zijn. Want heel veel fiducie in een toekomstig rijkelijk vloeien der rijksmiddelen hadden deze heeren niet- zij vreesden zelfs voor een aannemelijke daling beneden de raming voor de begrooting. Dr- Bierema heeft voorts gewaarschuwd tegen een te veel leenen in de naaste toe komst. Hij verwacht n.l. dat de leeningseapa- citelt in de naaste toekomst volledig zal wor den ingenomen door de groote tekorten, die de Zuiderzeedrooglegging en de exploitatie der drooggekomen gronden zal opleveren. Dr. Bierema spreekt van een tekort van.... één milliard. Wat denkt de regeering van dat cijfer? Mr. Schokking heeft zich onthouden van het aansnijden van de groo te politiek. Alleen heeft hij de R.-K. tot voor- .ztchtigheid gemaand de c.-h. fractievoorzitter .zal daarbij hebber, ge dacht aan den altijd noe .levenden wensch naar samenwerking der recht- sche groepen. Tot voor zichtigheid, nu hij de R.-K. fractie meer dan .eens ziet medegaan met voorstellen, die gaan óver de grens van de staatsbevoegdheid op het maatschappelijk terrein. Iets, dat hem niet onverschillig liet. Ook Dr. Schokking betoogde, dat de crisis een wereld verschijnsel is, aan welks wegne Mr. Dr. J. Schok king (C.H.) ming nationaal maar uitarst weinig te doen is. Voorts heeft hij uitvoerig aandacht gerwijd aan den stijl van de Troonrede. Het was een stuk, oordeelde hij, slecht van taal, slecht van compositie. En dat nog wel het staats- stuk-bij-uit.nemendheid, waarmede H.M. de Koningin zich tot het parlement, de volks vertegenwoordiging wendt. Weinig samen hang zat er in. Mocht daarin een beeld ge zien worden aan het huidige kabinet, dan eischte Dr. Schokking. dat er ook in een ex tra-parlementair kabinet homogeniteit zij. De c.-h. spreker richtte meer scherpe vra gen tot de regeering. Hij vroeg of de regee ring de zekerheid heeft, dat de wet en het gezag door hare ambtenaren voldoende wordt gehandhaafd en of er niet is een ondergra ven van het eigen gezag. Ook wenschte hij streng gehandhaafd te zien, de waarborgen, die de Wet kent tegen het misbruik dat van het vrije woord gemaakt wordt Gaat dit mis bruik door, dan wordt de vrijheid geschaad. Wij vermoeden, dat de heer Schokking aan de communisten dacht. Immers, hij specia liseerde vervolgens zijn waarschuwing voor de Kamer. Hij vroeg om maatregelen van den Kamervoorzitter tegen een mogelijk schenden van duidelijk geheime stukken der regeering door de communisten, die daar mede gedreigd hebben. Hij laakte ook, dat de heer Drop uit stukken had geciteerd, die alleen „ter inzage van de leden" waren ge deponeerd ter griffie .In dit verband riep de c.-h. spreker om wettelijke maatregelen te gen die volksvertegenwoordigers in openbare colleges die van te voren reeds mededeelden hunne eeden en beloften niet te zullen hou den. Met behoedzaamheid vroeg de heer Schok king de regeering te treden op den weg naar het wegnemen van de crisis-werking. Vooral niet met .een gevaarlijk onderhandelingsta rief. Maar wel wil hij den landbouw helpen, die het hard noodig heeft. Dat oordeelde ook de heer v. d. Heuvel: het platteland zei hij, is de bron van reserve- krachten voor de uitputtende groote steden. Er moet gezorgd worden, dat het platteland in tact blijft. Door thans maatregelen te ne men tot tariefsverlaging op de spoorwegen, tot steun aan de aardappelmeelfabrieken, aan de suikerbietenteelt en aan den verbouw van rogge, tarwe en graan. Maar ook vroeg hij maatregelen tegen den invoer van Russisch graan tot heel lagen prijs. Men begrijpt dat de communist al dat ge roep om anti-dumping-maatregelen niet goed verdragen kon. En dus sloot hij het debat, voor zoover door de Kamer gevoerd, met dithyrambische lofspraken op Rusland. En met twee salaris-moties, die niet wer den ondersteund. En dus niet in behande ling kwamen. Avondvergadering. Boiten- landsche Zaken. Om een goeden persdienst. De heer Kortenhorst heeft van de gelegen heid van economische besprekingen te Gê né ve gebruik gemaakt om bij de begrooting van Buitenlandsche Zaken de handelspoli tieke vragen te bespreken. Van het misluk ken van de conventie-Colijn heeft de r.-k. protectionist dankbaar gebruik gemaakt om bij de regeering op het verlaten van den vrij- handelsweg aan te dringen. Waarvoor de tijd gunstig is zeide de heer Vliegen, die van een verlaten van dien weg niets moet heb ben. Dr. Kortenhorst riep om een actieve handelspolitiek en zag het in dezen tijd van crisis als heel vreemd, dat ons land alleen staat als vrijhandelsland. De heer Vliegen merkte daartegen op, dat het den protectio- nisten toch wel moet opvallen, dat ons land de crisis zooveel beter weet op to vangen dan vele andere, protectionistische landen. Van het samengaan van ons land met de Scandi navische landen verwachtte de heer Korten horst niet veel anders, dan nieuwe tegen stellingen. Ook dit was de heer Vliegen niet eens met den heer Kortenhorst: de minister had immers gezegd, dat het samengaan met Scandinavië alleen bedoelt te waken tegen discriminatie van de meest begimstigings- clausule. Mevr. Bakker—Nort klaagde over de weinige resultaten, die er op de codificatie-conferentie welke in de residentie is gehouden onder presidium van Mr. Heemskerk, zijn bereikt voor de gelijkstelling van de rechten van man en vrouw op het gebied van de nationali teit. Waarvoor mevr. Bakker—Nort opnieuw een lans brak. Evenals voor het toelaten van de vrouw tot de diplomatieke examens. De heer Vliegen heeft met- een hartelijk be toog de beteekenis van den Volkenbond in het licht gesteld en dezen bond verdedigd. Wan neer de Volkenbond er niet was, dan zouden de bestaande krachten binnen heel korten tijd een anderen Volkenbond het licht doen zien. Hij hoopte en wie hoopt dat niet met hem! dat de ontwapenlngswerkzaamiheid van den Volkenbond spoedig resultaten mogfi afwerpen. Voorloopig staan de zaken er niet gunstig voor. Natuurlijk vroeg ook de heer Vliegen hij is daarvan een zeer warm voorstander om een spoedige regeling met België. En be pleitte de afvaardiging ook van socialistische heeren naar Genève. De heeren Bongaerts en Krijger bleken tegengestelde meeningen te hebben over de wijze van oplossing der Belgische vragen. Beiden zagen zeer de noodzakelijkheid in van een dergelijke regeling der kanalen in het Oosten, der kanalen van Luik naar ons land. naar Maastricht. Maar, wanneer de heer Bongaerts in het Oosten iets wilde bereiken door bij e.v. onderhandelingen in het Westen iets toe te geven door een zijkanaal aan het Albert-kanaal te doen ontwerpen, daar wilde de heer Krijger niets van weten, omdat dit z.i. weer iets zou worden als een Moerdijk- kanaal. waarvan ons volk nu eenmaal niets wil weten. De heer Bongaerts betoogde de noodzakelijkheid daarvan voor Limburg en Maastricht, wijzende op de wenschelijkheiü van rust. in de grensprovinciën. Hij vreesde, cat de politiek der regeering een bevredigen de regeling vertraagt. Een vertraging kan zeer veel schade toebrengen aan de belangen van Luik en Maastricht. De heer Krijger zet daar weer tegenover dat België verplicht zal worden tot het rege len van de kanalen in het Oosten op be vredigende wijze, omdat zij voor de voeding van het Grand Canal Nederland zeer noodig heeft. Tenslotte heeft de oud-Journalist Schaep- man een warm en hevig betoog gehouden INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL Er bestaat geeti afdoend geneesmiddel, maar Vicks VapoRub verlicht de hoestaanvallen en verzacht de benauwdheid. Wrijf keel en borst er mee in. en bedek beide met een flanellen doek. W VapoRuö voor een veel betere organisatie van den pers dienst aan „Buitenlandsche Zaken" dan die van het oogenblik. De huidige organisatie staat nog volkomen in de kinderschoenen. Wanneer worden op het Plein persconfe renties gehouden? Alleen bij hooge uitzonde ring! De heer Schaepman wenschte zulke conferenties regelmatig, b.v. elke week. De heer Schaepman citeerde Haarl. Dagblad ter ondersteuning van zijn betoog. Ons blad had, ook naar het gevoelen van den heer Schaepman, den toestand zeer juist geteekend toen het schreef, dat ..Buitenlandsche Zaken" geen flauw begrip heeft wat er t. a. v. de pers moet gebeuren". Van een goeden persdienst kan zulk een grooten invloed uitgaan ten goede in ons land, ook in het buitenland. Communist Wijnkoop sloot de discussie voor vanavond met het betoog, dat er internatio naal een oorlog tegen Rusland wordt ont ketend. Dinsdagavond gaat Buitenlandsche Zaken door. INTIMUS. Het beleg en ontzet van Brinkmann. (Voor de Haarlemsche Rechtbank) Er kwam een jonge man voor, die een kleu rige das met veel gratie om zijn hals liad ge wonden en die de charme zijner persoon lijkheid completeerde met fel bruine schoe nen, een gestyleerde lok met een punt en een houding als van een apache. Hij was negen tien en los werkman en er was ook eigenlijk iets los in zijn houding, dat niet paste in het houten bankje, waarin hij moest plaats nemen. Zijn tegenstander was een rechercheur van politie, die van hem getuigde, dat hij de voorvechter is onder zijn kornuiten, hetgeen een niet geringe eer is, wanneer men dit op zoo ongezochte wijze van officieele zijde ver neemt. Er moet, te oordeelen naar wat deze getui ge in zijn proces-verbaal heeft geschreven, in den nacht, dat de verdachte laatstelijk voorgevochten heeft, iets zijn gebeurd, dat men, de crimineele geschiedenis van Haar lem schrijvende, later zou kunnen noemen „Het beleg en ontzet van den portier van Brinkmann". Hoe het precies Is aangekomen zal wel blij ven berusten bij de verborgen bronnen der historie, maar zeker is, dat dien nacht, het was tusschen 2 en 3 Augustus, de portier zich omringd zag door een jeugdige menigte. Ver moedelijk is de beroering ontstaan doordat de portier niet anders deed dan te trachten haar buiten de muren van zijn etablissement te houden en dat is tenslotte slechts wat eens goeden portiers is, zoodat den man zeker minder blaam kon treffen dan opstoppers van de algemeene oneenigheid uit. Hoe de strategische positie beiderzijds zich verder ontwikkelde valt moeilijk te schetsen, doch uit het proces-verbaal blijkt, dat op zeker oogenblik de strijd voor den portier een verrassende wending moet hebben ge nomen, aangezien de voorvechter zich in een ronde bevond met een der kornuiten, die wellicht tot een bondgenootschap met den portier had besloten. Op dat moment bevond de rechercheur van politie zich mid den in de verdeeldheid met het oogmerk om wat er nog in vereenigd was, namelijk par tijen, die elkaar bij de haren hadden, te schei den. Hy poogde dit uit te voeren, door zich voor te stellen als „van de politie", doch waarschijnlijk was het alleen maar de por tier, die .aangenaam" zei, omdat hij de hulp meer nabij voelde dan de wederpartij, welke het krijgsbedrijf bleef voortzetten. Het proces-verbaal vervolgt met te zeggen, dat de politie zich daarna nog eenige malen bekend gemaakt heeft met het uiteindelijk resultaat, dat de voorvechter den aange- vochtene los liet teneinde de politie met een slag in het gezicht het wel kom toe te roepen. Het ontzet van den portier heeft zich verder voltrokken door middel van den gum mistok en de revanche over den klap door be middeling van de justitie en nu vroeg de jon gen. die voorgevochten had, waarom hij geen veertig getuigen mocht meebrengen, om te zeggen, dat hij het niet geweest was. die den klap gegeven had. De president vroeg zich af waar het relaas van veertig getuigen voor noodig is. wanneer men het met één af kan. die positief genoeg in zijn verklaringen is. Dat hfj zegt, dat de jongen het wel gedaan heeft en dat de anderen zullen zeggen van niet is slechts een gering verschil en de zit ting duurt toch al lang genoeg. Het Openbaar Ministerie wilde zes weken gevangenisstraf geven. De uitspraak is over 14 dagen. De veertig getuigen verdwenen van de tribune, onverrichterzake. En zonder getui- gengeld. Pk. Wie niet groen is, maakt voor al zijn kleine Advertenties gebruik van Onze Groentjes" in Haarlem's Dagblad. door Dr. W. G. N. v. d. SLEEN. v De oude- en nieuwe Spügenweg, met kalk bergen op den achtergrond. Niettegenstaande de gTOote moeilijkheden, die het reizen in het hooggebergte met zich meebrengt, dateeren de oudste Alpenpassen toch reeds van lang voor het begin onzer jaartelling. De Brenner moet reeds in den bronstijd een weg geweest zijn, waar langs het kostbare metaal zijn weg vond naar het Noorden in ruil voor het nog kostbaarder barnsteen van de stranden der Oostzee. Tot de oudste Zwitsersche bergpassen behooren de beide boven genoemde, daar zij het dal van den Rijn in directe verbinding brachten met Italië, terwijl bovendien West-Zwitser land en Frankrijk ovr den Oberalppas van uit het Rijndal gemakkelijk konden worden bereikt. Op den Bemhardiener is de oude Romeinsche straatweg nog gemakkelijk te vinden en dient zelfs in voorzomer en laten herfst nog als verkeersweg, zooals blijkt uit de hooge stangen, die er langs geplaatst zijn om ook bij eenige meters sneeuw toch den weg te kunnen terug vinden. Een dikke hon derd jaar geleden werden Splügen en Bern- hardiner weg zóó goed uitgebouwd, dat ze met paard en wagen bereden konden worden, maar juist deze oudste straatwegen over de Alpen zijn natuurlijk minder berekend op autoverkeer. Ze staan dan ook bekend als de moeilijkste voor den automobilist, roden te meer voor ons om den starter eens te la ten werken en te zien wat onze oude Chevro let er van zou maken. En dat viel vertïazend mee; het rijden van die geweldige serpenti- nen meest onder hellingen van acht tot vijf tien procent is iets, dat men het beste leert door het veel te doen. maar het genot was. dat onze wagen sterk genoeg bleek alles op de tweede versnelling te doen en wij alle bochten direct konden maken. Heel anders dan een groote Marmon en een prachtige Cadillac, die bijna alle bochten tekort na men, dus moesten stoppen, achteruit rijden op de helling in de bocht en dan weer vooruit, ronkend en razend om even later weer plotseling te moeten remmen als ook de volgende bocht niet werd gehaald. Ik geloof echter wel, dat de chauffeur hier een belang rijke rol speelt, want de reusachtige, lange en breede postwagens nemen elke bocht zon der mankeeren. Direct na de Rijnbrug begint de weg al slingerend te stijgen, grootend eels door den nenbosch. dat door kleine weilandjes onder broken wordt. Deze weilandjes en ook de steil afgestoken kanten van den weg zijn weer één groote bloementuin. Monnikskap en leverkruid paarse en gele distels wisselen af met anjers en silene, blauwe klokken en allerlei klaversoorten. Dan wordt het bosch dunner, de boomen krijgen een armzalig uiterlijk en houden vrij plotseling geheel op, als wij den steilcn dalwand van het Rijndal bestegen hebben en nu in een vlakker ge deelte komen, waar de plantengroei alle ken- teekenen draagt dat hier zes maanden van het jaar sneeuw en stormen de baas spelen. Alpenrozen en Borgden groeien ln hoofdzaak in geultjes en achter grootere rotsblokken, terwijl op de open vlakte thans een weelde van planten te vinden is. maar meest ook al weer soorten waarvan stengels en bladeren tegen den grond aantredrukt. liggen om een sneeuwlast zooveel beter te kunnen dra zen. terwijl de bloemen op langere of kortere steeltjes daarboven uitstaan. Zoo groeien astertjes en kamille steenbreek en semper- vivumsoorten. die de hellingen een kleurig aanzien geven, dat dezen dag al héél sterk afsteekt tegen het grijs en grauw van Jagen de wolken en nevels. Er waalt, een harde Zui denwind over den pas. die gelukkig af en toe de nevels vaneen doet rijten en dan wat uit zicht geeft op de bijna overal met- sneeuw be dekte bergtoppen. Want dat is een voordeel van onzen natten kouden zomer. dat het re- lief der bergen door de witte sneeuwmassa's, die in elk rustig hoekje blijven liggen zoo veel duidelijker uitkomt. Wij brengen met onze vouwboot nog een bezoek aan t eilandje dat midden in een meertje vrijwel op het hoogste gedeelte van den bergpas ligt. Dik 2000 M. wijst onze hoogte barometer hier aan, maar al spoedig beginnen weer dikke drup pels te vallen en niettegenstaande een half uur wachten zijn wij toch genoodzaakt onzen eersten bergpas in stroomenden regen af te rijden. Op den Splügen troffen wij het beter. Wan neer wij van het dorp Hinterrheln naar Splü gen rijden, waar de bergpas begint, zijn do gletschers van Zapport en Rheinquelhorn wel met wolkenproppon bedekt, maar boven ons straalt de zon uit helder blauwen hemel en is het landvolk al heel vroeg in de weer ge weest om te maaien, te hooien en te keeren. want één heeie Zomerdag is hier vaak vol doende om het rijpe gras tot hooi te drogen. Vroolljk wordt er overal in het veld gewerkt en vroolljk ronken wij omhoog, alweer slin gerende door dennenbosschen met rijk bloeiende velden afgewisseld. Al gauw ligt het aardige dorp Splügen, waar tusschen twee haakjes een heel goed hotel is diep be neden ons en hoe dieper het kerkje zinkt, des te hooger schijnt de Kalkberg op te rijzen, die vlak achter het dorp steil omhoog gaat. Kalkberg want hier liggen overal tusschen de sterk geplooide gneisslagen reeds de eer ste kalk- en leisteenbanken, waarvan een groot deel door persing en verhitting bij de gebergtevorming in marmer is omgezet. De geheele Splügenstrasse is met marmer ver hard en bovenin den kalkberg is een prach tige plooi van wit marmer tusschen de don kere leisteen van kilometers afstand zicht baar. Na de eerste sterke stijging volgt een bijna horizontaal gedeelte, waar wij voortdurend langs de snelle bergbeek rijden, die het wa ter van menLgen gletscher naar den Rijn toe voert. Schwarhörner en Surettahorn aan den Oostkant, Piz Tambo in het Westen laten tel kens een gedeelte van hun met gletschers bedekte hellingen van achter hun bergcou- lissen vandaan komen, tot de tweede sterke stijging begint en een tiental zwaaiende slin gers ons tot de pashoogte op 2119 M. omhoog brengt. Het laatste gedeelte van den weg loopt geheel ondergronds door een galerij om de reizigers voor lawinegevaar te behoeden. De panorama's, die men van de pashoogte geniet, vallen gewoonlijk niet mee. Daarvoor moet meestal nog een extra uurtje geklau terd worden en een uurtje wandelen op zoo'n hoogte is altijd een genot, al was het weer alleen maar om de klaterende kleurenweelde der Alpenplan ten te genieten. Hier staan nog weer een paar bijzonder interessante vormen. Aan den rand van een groote sneeuwplek groeien honderden soldanella's, waarvan het bloempje een teer neerhangend klokje Ls. paars-rose met eer. fijne franje rand en wel tot de aantrekkelijkste alpenplanten behoort. Prachtige, paarsroode meelprimula's staan er vlak naast en aan den rand van het oude muildierpad. waarover honderden jaren ge leden de karavanen Italiaansche wijn en vruchten naar het koude Noorden voerden, groeit een plantje, waarvan de naam en de afbeelding iedereen bekend zijn. die wel eens iets over alpenplanten gelezen heeft. Dryas- octopetala. een wit duinroosje lijkt het. met goudgeel meeldradenhart en gezellige plui zige vruchthoofdjes, is een dier figuren, die eigenlijk thuis hooren in Lapland, IJsland, en Noorwegen en die ook ln het Hooggeberg te der Alpen groeien, waarschijnlijk als her innering en overblijfsel aan den IJstljd. Wij deelen ons twaalfuurtje met een koe herder, die ijverig den waldhoorn blaast. Maar het is er een van gegalvaniseerd ijzer en hij blaast alleen militaire signalen, hier dus ook alweer verwording en mechanisatie. Dan dalen wij nu eens loopend, dan rijdend, weer dalwaarts. Een aardige verrassing naast al die vreemdelingert ls een plasje vol met dotterbloemen, die immers ln April onze wei landen goudgeel kleuren en hier thans begin Augustus in vollen bloei staan. Den volgenden morgan zeggen wij ons kamp aan den Hinterrhein vaarwel en ver hulzen een twintigtal kilometers stroomaf naar de Roflaschlucht met de bedoeling van hieruit de Surettagroep nog eens rustig te bekijken. Maar de regen stuurde onze plan nen heel leeüjk in de war. wat niet wegneemt dat wij nu toch weten, dat er zes flinke glet schers rond den hoofd top liggen en dat deze een geweldige hoeveelheid water naar den jongen Rijn afvoeren. Vlak bU onze kamp plaats stond in het dennenbosch overal Lin- noa borealis, ook weer zoo een Lap- en Groenlanden die naar den grooten Zweed- schen natuuronderzoeker is genoemd. Verder waren er veel boschbessen en zwarte eekho rens, wilde aardbeien en 'n geitenhoeder, die veel wist te vertellen van dieven en roovers en er zelf met een paar schoenen en een ijs— plckel van doorging. Ook waren or onoplos bare vraagstukken. Er lagen een zestal groote mierennesten vlak bij ons kamp. Van elk dier nesten liep een platgetreden, met dorre don- nennalden bezaaide tien centimeter brcedc weg naar een hoogen sparreboom. De mieren gingen mager heen en kwamen vet terug, ra. ra hoe kan dat? Wij hebben er met ons vijven twee uur naar staan kijken maar zijn er niet achter gekomen, wat of de beestjes daar boven uitvoerden. Wij moeten dus nog eens dien kant uit en zullen dan meteen de Surettahörner wel eens beklimmen. VAN DER SLEEN. BRAND BU VAN HOUTEN. Ten gevolge van ontbranding van petro- lcumaether ontstond Donderdagmorgen brand in het laboratorium van de firma C. J. van Houten en Zoon te Weesp. Het vuur greep snel om zich heen, doch de eigen brandweer was binnen drie minuten ter plaatse. Dank zij haar kordaat en snel ingrij pen. werd de brand beperkt tot een gedeelte van het laboratorium, dat geheel uitbrandde. De schade was gering, vooral ook omdat de dure instrumenten ln een nabijgelegen zaal lagen. BERUCHTE TYPEN. De brutale dieven van zeven koffers uit een garage te Zwplle blijken heel wat meer op hun kerfstok te hebben. Het tweetal, O. L- en V., heeft in het huls van bewaring te Zwolle reeds bezoek ontvangen van rechercheurs uit Den Haag, Haarlem en Amsterdam, die infor maties kwamen Inwinnen omtrent aldaar gestolen auto's. STUDIEGRAGE JEUGD. Tegen vijf studenten van de Leldsche Uni versiteit is volgens de Tel. Donderdagmorgen proces-verbaal opgemaakt wegens het volgen van colleges zonder dat zij daartoe door In schrijving gerechtigd waren. VIJF EN ZESTIG KORENMIJTEN VERBRAND. In den nacht van Woensdag op Donderdag te één uur werd brand ontdekt in een 65-tal korenmijten te Westenesch bij Emmen. Het koren behoorde toe aan verschillende land bouwers. De geheele hoeveelheid, ter waarde van ongeveer 13.000, werd een prooi der vlammen. De politie stelt naar De Tijd meldt, een nauwkeurig onderzoek in. daar zoo goed als zeker is, dat de brand aan kwaadwilligheid moet worden toegeschreven. Het verbrande koren was grootendeels verzekerd bij het Drentsche Landbouwgenootschap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15