NAAR DE BRONNEN VAN DEN RIJN N' LANGS DE STRAAT. ZATERDAG 15 NOVEMBER 1930 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Op onderzoek langs den Voor- en Midden-Rijn. door Dr. W. G. N. v. d. SLEEN. Pis Christallina van Perdatsch f a de koude gure gletscherwinden van Hinterrhein en omgeving en de ge matigde temperaturen van Rof- L lasch lucht en Via-Mala ontvangt Th us is ons weer in stralenden zonneschijn en heerlijke zomerwarmte Wat genieten wij Hollanders toch van een mooien warmen zonnigen dag. Dan volgen vijf dagen van stroomenden regen aan de prachtige Wal- lensee zonder dat wij de toppen der Churfir- sten ook maar één keer te zien krijgen en pas wanneer wij op Chur en Reichenau aan trekken om dan de richting van den Gobhard te nemen, breekt de zon weer eens door de wolken. In Reichenau vinden wij pickel en bergschoenen terug. Ge merkt in Zwitser land nooit iets van politie, maar als het noodig is zijn ze er! Van Reichenau nemen wij den weg over Bonaduz, omdat deze min der stijgt, dan de hoofdweg over Flims, maar ik vond dezen weg moeilijker en gevaarlijker dan Bernhardien en Splügen te zamen. Zeer smal, langs zeer steile afgronden, met on mogelijk scherpe bochten, slingert hij zich langs de wanden der bekende Versamer- schlucht. De Rijn Stroomt hier door het leisteen- gebied, dat zoo verwrongen en verweerd is, dat de stroomende regens, die hier vaak val len, al voldoende zijn geweest om in de hel lingen diepe ravijnen uit te schuren en daar zelfs aardpyramiden te doen ontstaan Lood rechte kleiwanden van eenige honderden meters zijn geen zeldzaamheid. Daarboven bedraagt de helling misschien tachtig gra den maar hebben op de verweerde leisteen toch mooie sparrenbosschen post gevat. Wat deze weg echter zoo aantrekkelijk maakt is niet alleen het gezicht in de diepe kloven waaronder in het water groen en blauw en wit schuimend zijn weg zoekt, maar vooral ook de vergezichten naar den overkant van het Rijndal, naar Hausstock en Tödi, de prachtige rotsgraten van den Oberalpstock niet te vergeten. Wij slaan ons kamp op een eindje voorbij Hanz, op een plek, waar gewel dige steenmassa's neergeworpen liggen dwars over het Rijndal heen Daar is in het najaar van 1927 uit een der kleinere zijdalen een bulderende watervloed te voorschijn gebar sten zand steenen en rotsblokken met zich mede voerende tot dwars over het dal heen; twee huizen en het kerkje van Darvela wer den meegespoeld en honderden hectaren goed grasland onder de puinmassa's bedol ven. Dat is nu eenmaal een der verraderlijk heden van het Hooggebergte. De schuimende bergbeken voeren steeds gesteente materiaal mee omlaag, dat ongemerkt de puinhoop, die voor den uitgang van elk zijdal in het hoofddal ligt, vergroot en ten deele ook door de hoofdrivier meegevoerd wordt Wanneer nu echter najaarsstormen veel water aan voeren en bovendien door afgewaaide blade ren en takken en meegesleurde boomstam men hier of daar een opstopping in het nauwe rivierbed ontstaat, dan kan een dam gevormd worden van tientallen meters hoog te, waarachter zich duizenden kubieke me ters water ophoopen, die. wanneer de water druk te groot wordt de hindernis voor zich uit stuwen en zich met alvernielende kracht omlaag storten in het dal, meesleurende wat sinds maanden langs de boorden is opge hoopt En dan hangt het van kleinigheden af. van een enkele rots, een enkel grindheu- veltje, of rampen gebeuren, heele dorpen in enkele seconden met den grond worden ge lijk gemaakt of dat het water bruisend en donderend langs het dorp heenschlet en slechts een gedeelte van de vruchtbare vel den verwoest. Met prachtig weer rijden wij den volgen den morgen naar Disentis, waar ae middel ste- of Medeiser Rijn zich met den Voorrijn vereenlgt. Daar zwaaien wij Zuidwaarts af uit het dal van de hoofdrivier vandaan om ook dezen zijtak, waarvan de bron op den Lukmanier pas moet liggen, eens rustig te bekijken. Disentis zelf ligt een honderd me ter boven de rivier. In scherpe zigzag gaat het omlaag tct waar de Rijn uit een smalle kloof met donkere dennen begroeid te voor schijn spoelt over de Rijnbrug, vlak bij het punt waar Voorrijn en Middelste Rijn samen komen en dan gaat het meteen steil omhoog langs den wand eener kloof, die de vergelij king met de Via-Mala gerust kan doorstaan. Dat het aanleggen van dezen weg geen ge makkelijke zaak was, mag wel blijken uit het feit. dat in de eerste drie kilometers niet minder dan elf tunnels voorkomen. Verras send mooi is dan telkens het gezicht uit den tunnel vandaan op de helder door de zon beschenen vrijwel loodrechte rotswanden, waartegen op de onbegrijpelijkste plekjes nog donkere sparren aangekleefd staan. Prachtig mooi is ook het glashelder smaragd groene water beneden in de kloof, dat in tal- looze watervalletjes over de rotsblokken heen omlaag spoelt. En midden in den laat- sten tunnel zet ik plotseling weer alle rem men aan. Daar staat in een omlijsting van sparregroen en hemelsblauw de zuivere py- ramide van Piz Scopi, met gletschers gedra peerd, met sneeuwvelden omgord. Meteen rijden wij dan weer uit in een vriendelijker landschap met bergweiden aan weerskanten van den weg, wemelend van de kleine, knal- roode rotsanjertjes en zigzaggen omhoog naar het zoo mooi gelegen Curaglia, dat al weer 1300 M. hoog ligt en van waaruit de weg in langzame stijging tot de pashoogta op 1917 M omhoog voert. Een prachtige weg, steeds slingerend over grazigen dalbodem, dicht langs de snel stroomende rivier. Een breed dal is het, dat dus een ruim uitzicht veroorlooft, en naarmate wij hooger stijgen komen al meer en meer sneeuwtoppen aan de overzijde van het Rijndal in het zicht. Op 1600 M. loopen wij even het dal van een zij- beek in waar achter de breede g'.etscher van den Pizzo Chrystallino zilverwit afteekent tegen de donkere rotsgraten, die opvoeren tot den top van den berg. Vandaaraf zijn het vooral Alpenrozen, die onzen weg versieren; wij zien een klein stukje van den Mede'sglet- scher. maar achter ons liggen in wondere schoonheid de gratenreeksen van den Ober alpstock de forsche kegels der Ciariden- stöcke en dan de machtige Tödi. die zelfs uit de verte oogenb'.ikkelijk zijn laagsgewijzen opbouw verraadt en die in de ontsluiering der wordingsgeschiedenis van de Alpen zoo'n groote rol heeft gespeeld. Een paar groote bochten van het dal ma ken, dat op de pashoogte geen mooi pano rama onze moeite beloont. Wel liggen rond om met sneeuw bedekte rotsgraten en is de plantengroei weer uitbundig, maar ook de bron van den Middelsten Rijn brengt een teleurstelling.-Drie bronnen zijn het eigenlijk waar het water in tallooze kleine stroompjes te voorschijn borrelt en siepelt en stroomt uit een kale puinplek op een steile grashelling. De sneeuwvelden daarboven liggen al'emaal op het sterk gekneusd en vergruisd gesteente, waardoor het water ondergronds zijn weg omlaag kan zoeken. Maar toch blijft de Luk manier een der mooiste passen die wij gere den hebben al is er nog een onaaneename herinnering aan verbonden Vijf spijkers op één dag! En toch boften wij weer. want die vijf zaten in twee banden en dat is op 1500 kilometer met zes wielen toch eigenlijk niet veel Wij maken dus ons kamp vlak bij Disen tis om niet zonder reserve te rijden en ge nieten rustig van den prachtigen zonsonder gang. Vlak tegenover onze tent ligt Piz Me- dels met een breeden gletscher, vlak achter ons staan de Oberalpstöcke en verder zien wij omlaag in het Rijndal, tot waar de ber gen achter Chur dit afsluiten. Rooder wordt het licht van de avondzon, hooger stijgen de schaduwen tot eindelijk nog slechts de hoogste topjes een paar zon nestralen opvangen en nog wandelen wij rond langs de grazige hellingen boven de diepe Rijnkloof, waar overal de winterwonin- gen der herders verspreid staan, die thans met hun vee nog een duizend meter hooger vertoeven. Aardig zijn die woningen. Bene den een ruime stal, die al keurig klaar staat voor den intocht in den herfst, daar boven een geweldige hooizolder, gevuld met het geurigste hooi, dat men zich denken kan en daarnaast de woning, die uitgebouwd is over de trap, zoodat ook bij sterken sneeuwval de toegang tot den stal vrij zal blijven. Daar wordt hier overal op gerekend, op zwaren sneeuwval, in den winter niet alleen, maar ook op regens en zelfs sneeuw in zomer en herfst. Overal ziet men het hooi drogen op driepooten, ruiters, zooals ze bij ons ook wel voor klaver en karwei worden gebruikt. Bij elk huis ziet men heele stellages, horizontale latten onder een klein afdakje, die dienen om den oogst te laten narij pen en te drogen, want er wordt hier nog overal vlas en gerst verbouwd. De zonsopgang was nog mooier dan de zonsondergang. Als ik om vijf uur naar bui ten kijk, is de lucht in het Oosten helder geel. Juist boven ons zweven een paar onwaar schijnlijk rose wolkjes, scherp afstekend te gen het diepe hemeLblauw. Verder Oostwaarts zijn de wolken nog donker. Dan verschuift zich het kleurenspel. In het Westen paars en rood en rose. Boven ons bijna wit, in het Oosten zilverwitte wolkenrandjes tegen de steeds helder wordende morgenlucht. Daar verschijnt het eerste rose tintje op Piz Medels en bijna tegelijkertijd op den Oberalpstock achter ons. Dan licht de gletscher helder rose op naast de donkere rotswanden. Boven den Óberalppas hangen nog rose wolkjes, de rest is ai zuiver wit tegen helder blauw en de eer ste zonnestralen verwarmen vijf reizigers, die vandaag het doel van den tocht langs den Rijn hopen te bereiken. VAN DER SLEEN. WORDT DE AARDET WARMER? Volgens een bekend geleerde. Prof. P. L. Mer- canton, wordt de aarde langzaam warmer en droger. Hij grondt deze conclusie op de bewe ging der gletschers in Zwitserland gedurende de laatste vijftig jaar. Natuurlijk is een leek niet. competent om over zulk een wetenschappelijke quaestie van gedachten te wisselen, maar het valt hem in dezen tijd van killen, kouden wind en mist en hagelbuien toch wel moeilijk, aan ce juist heid der veronderstelling van den professor te geloovenin ieder geval zal hij van oordeel zijn, dat het proces, dat de aandacht van den geleerde heeft, nog wel heel erg in het beginstadium is. Maar misschien Is dit een uiting van pessi misme. In de vorige maand is het weer in derdaad gedurende eenigen tijd abnormaal warm geweest en de winters schijnen over 't algemeen ook minder streng te zijn dan vroe ger. Het is dus mogelijk, al kunnen we er be zwaarlijk in November aan gelooven, dat de wereld zich inderdaad beweegt in de door Prof Mercanton aangegeven richting. Voorloopig echter zouden we onzen lezers aanraden toch nog maar hun overjas voor den dag te halen of een nieuwe te laten maken als dat noodig isen ook de water meters tegen vorst te beschermen, vóór het te laat is! DE GEHEIMEN DER ZEE. Niemand heeft ooit wonderlijker ervarin gen gehad dan de Engelsche natuuronderzoe ker Dr. Beebe en Otis Barton, die nu onder zoekingen hebben gedaan betreffende het leven dat 400 meter onfler de oppervlakte van de zee bestaat. De druk, die men op deze diepte onder vindt, is geweldig. Voor elke twee voet, die men onder de oppervlakte daalt, wordt de druk met 15 pond per twee vierkante centi meter verzwaard. De onderzoekers daalden af in den oceaan in een stalen bal van vijf voet doorsnede en verscheidene centimeters dik. In den bal waren aanwezig zuurstofcylinders en bepaalde chemische stoffen om de koolzuurgassen uit de longen der onderzoekers te absorbeeren. Zeer dikke vensters gaven de gelegenheid op den bodem der zee te zien. De grootste diepte die bereikt werd. was 1426 voet, waar de druk gelijk is aan een ton (1000 K.G.) per twee vierkante centimeter. Op deze diepte kunnen alleen de blauwe zonnestra len doordringen en alles ls in duisternis ge huld, behalve dan een zwak, blauw schijn sel. Toch waren hier nog vissdhen. die in de duisternis hun eigen licht bij zich had den. Zij hebben nd. op hun lichaam verschil lende phosporesceerende plekken, zooals de glimworm ze in zijn staart heeft. Scopi, gaden den tunnel langs len MedeUerrhetd, EIGENAARDIGE HUWELIJKS AANZOEKEN. Onlangs ontving een grossier ln aardapj>e- len en fruit In Derbyshire een zending aard appelen. Hoe groot was zijn verwondering, toen hij in een kleine opening in een aard appel een briefje van den volgenden inhoud vond: „Een anan van middelbaren leeftijd met een klein kapitaal wenscht kennis making met een dame van denzelfden leef tijd en van onbesproken gedrag met het oog op een te sluiten huwelijk". Dit is niet de eerste keer, dat op een derge lijke wijze een huwelijksaanzoek werd ge daan. Eens wilde een dienstbode te Hands- worth een banaan van de schil ontdoen, toen zij plotseling er een ganzepen uit zag steken. Binnen in deze schacht zat een zorgvuldig opgerold stukje papier, geschreven door don man die de vrucht gekweekt had. De schrij ver deelde mede, dat hij zich zeer eenzaam gevoelde en hoopte dat zijn brief een vrouw van huiselijkon aard zou bereiken, die zou kunnen besluiten, naar Jamaica te komen en zijn vrouw te worden. Het meisje beantwoordde den brief, foto's werden geruild en er volgde een correspon dentie die een jaar duurde. Maar juist toen er kans was op het huwelijk kwam een sol daat, met wie het meisje vroeger verloofd was geweest, met verlof terug. De roman van den planter nam toen spoedig een einde. Eens zond een vrouw te Cornwallis een prentbriefkaart naar haar zoon in Britsch Columbia. De kaart bevatte de afbeelding van een groep dorpsbewoners en de Jonge man voelde zich aangetrokken tot een der op de kaart afgebeelde meisjes. Toen hij aan zijn moeder schreef, voegde hij er een brief bij en verzocht, dien aan het meisje in quaes tie te overhandigen. Een correspondentie volgde en duurde, totdat de jonge man ge noeg had overgespaard, om de groote reis v/n Britsch Columbia naar Cornwallis te onder nemen voor een persoonlijke kennismaking. De twee jonge menschen bevielen elkander zoo goed, dat zij in het huwelijk traden en spoedig de reis naar Columbia aanvaardden. Op een dergelijke wijze kwam ook een hu welijk tot stand tusschen een jongen Cana dees en een meisje dat zich dapper gedragen had, toen een politieagent in Londen door eenige woestelingen was aangevallen. De Ca nadees had van deze gebeurtenis een bericht in een courant gelezen en zich daarna schrif telijk tot het meisje gewend. Met gunstig re- Te Amsterdam. Vincent. (Historisch) Het is voorbij. Ik mag het nu dus wel zeg gen, dat ik het een beetje verdacht vond, die ruize-belangstelllng voor Vincent. 54000 is een respectabel getal. Want wanneer lk Juist ben ingelicht. d:m zouden er inderdaad zooveel menschen het stedelijk museum in Amsterdam bezocht hebben om er naar te kijken, naar het oeuvre van Van Gogh. Echt er naar te kijken. Zooals men in een rari teiten-kabinet naar rare dingen kijkt: Schuchter, maar toch met. een kennersblik, ofwel geamuseerd-sichclend (die Vincent toch» of diep-ernstig met samengetrokken wenkbrauwen en rimpels en een tikje ar tistieke vaagheid ook; met- een neus die zich af en toe snuffelend-zoekend in den catalo gus boort. Alles voor Vincent, op naar Am sterdam. op natir van Gogh: ben Je al bU van Gogh geweest? Ga Je mee naar van Gogh, kom. we gaan naar van Gogh! Ver rukkelijk die Weenende Man, tragisch die Aardappeleneters, dramatisch die Oude Schoenen. ..Weet je dat 'ie zich een oor heeft afgerukt? En weet je wat 'ie d'er mee deed?" „Ja. we gaan Zaterdagmiddag naar van Gogh, nee dan kan ik niet met je mee, want dan ga ik naar van Gogh, bè-jij-nog- niet-bij-van-Gogh-geweest?" Arme Vincent. En voor het Stedelijk museum een rij auto's, glanzend, rijk. onaantastbaar van duurzaamheid, de regen die tegen de lak- wanden kletst heeft er geen vat op. een symbool van hechte welvaart. En op de room-blanke trappen van het Museum, waar het licht zxh zoo vluchtig en schuch ter nederlegt, reppen zich de be enen naar de hoogere sfeer en van Vincent's gigantisch oeuvre. Maar de bewondering voor Vincent puilt naar buiten, is te groot- voor het Museum (het mausoleum van de Groote Eenzame nu) en boldert de straten op. In de omgeving van het Museum heeft iedereen het over Vincent. Vincent is echt langs de straat. Zijn naam zweeft langs de trottoirs, trambalcons (op trambalcons bloeit de burgerlijke wijs- gecrigheid steeds rijkelijk op!), restaurants en bittertafels. Vincent is „the topic of the day", het gesprek van den dag. En nu. nu het voorbij is. nu galmt het nog na in dikJce zatte klanken: Vicr-en-vijftlg-duizend-vier- en-vijftig-duizend-vier-cn-vljftig-dulzend. Voor U uit loopen twee Juffers. Om haar heen is het drukke gespook van radde woorden en het zenuwachtig gedoe van magere armen. Brokstukken van het ge sprek waaien over: Van een Juffrouw zus en een Juffrouw zoo. die gezegd hebben dat meneer A. en juffrouw BGelukkig maar dat een gillende claxon-klacht van een voorzichtig chauffeur mij het geheim van meneer A. en juffrouw B. niet verraadt, We naderen hot Stedelijk Museum en de Juffers zoeken een halte van de tram en babbelen verder, en de één zegt: „Gut mins hij-Je-gehoord datter 54000 mlnse op de tun- toonstelling van van Gogh geweest benne?" en de ander antwoordt driftigjes; „Wa-zeg- je-me-nou-wa-oal-dle-fcnt-veel-verkoch- hebbe". 54000. Arme Vincent! CONTACT MET MARS? De pogingen om den planeet Mars te be reiken, althans er Iets meer van te weten te komen, worden nooit geheel opgegeven. Nu weer is een astronoom bezig met een plan voor het maken van een telescoop, waar mede „de roode planeet" even goed zal kun nen worden waargenomen alsof hij maar eenige mijlen van ons af was. Wanneer deze telescoop gereed zal zijn, zal men zekerheid kunnen krijgen of Mars nu werkelijk bewoond is of niet. Wat de sterren kundigen dan zullen zien zal ons misschien, een middel aan de hand doen. om met onzen geheimzinnlgen buur ln contact te komen. De telescoop waar thans aan gewerkt worct, zal vijftig voet in doorsnee zijn. Maar met de Instrumenten, waarover de astronomen thans de beschikking hebben, hebben wij reeds veel merkwaardige dingen op Mars ontdekt. Bij voorbeeld dat de temperatuur op dien planeet, met de middagzon, belangrijk stijgt boven het vriespunt van water. Ook ls bekend dat de atmospheer op Mars zuurstof bevat en er is reden om aan te nemen dat er een zekere hoeveelheid water In is. Al deze on'- dekkingen steunen de meening van hen. die overtuigd zijn dat er op Mars leven ls, evenals op onze eigen planeet. De veelbesproken ..kanalen" van Mars be wijzen natuurlijk niets, zij kunnen even goed het werk van de natuur zijn als van levende wezens. EEN REUSACHTIG WERK. Een geweldig-groote dam zal In Amerika worden gelegd, ten einde de Industrie te hel pen aan een mlHioen paardekracht. De Colorado-rlvicr loopt door de Grand Canyon In Arizona. Deze geweldige spleet in de aardkorst ls 217 Engelsche mijlen (een Engelsche mijl Ls ruim 1600 meten lang en op sommige plaatsen 12 mijlen breed en 6000 voet diep. Op een punt, waar de spleet be langrijk nauwer wordt en ruim 200 voet. breed Is, zal een dam worden gelegd, die 700 voet hoog zal worden en aan de onderzijde 900 voet breed. Deze dam zal 30.000.000 pond ster ling kosten en het gehcele werk zal tien Jaren duren. Er zijn geweldige voorbereidingen noodig. Een stad moet eerst worden gebouwd met een bevolking van 5000 arbeiders en een nieuwe aftakking van een spoorlijn moet worden ge maakt van 30 mijlen lengte. Om dezen dam te maken moeten 5.000.000 kubieke meiers aarde en rots worden ver plaats. Verder zullen noodig zijn 5 500.000 va ten cement. 28.000.000 pond staal. 35 000 000 voet pijpen van verschillend metaal. 20.000.000 pond kleppen en deuren. 50.000.000 pond ar tikelen voor electrLsche installaties. Zeven mil- hoen ton grind en zand zullen voor het maken van het beton gebruikt worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 17