De glorie van de City. Vogelrevue in herfsttuin. H.D. VERTELLING Biographieen in een notedop. (Van onzen Londenschen correspondent), De olifanten De Lord Mayor's Show van 1930 deed In een deel van de samenstelling denken aan gelijk soortige vertooningen van een halve eeuw ge leden. Dat deel was „Britsch Indië. De bar- baarsche grootheid van dit verre gebied was o.a. weergegeven door olifanten. In vroeger dagen was de Show niet zoo voornaam en niet zoo plechtig als zij de laatste jaren is ge worden. Toen was een clrcus-afdeoling er on afscheidelijk aan verbonden. En de olifanten riepen nu de herinnering wakker aan de his torische dagen, toen clowns tot vreugde der menigte hun potsierlijkheden lieten zien j tusschen de symboliekc wagens, de troepen, de vereenigingen-in-gelid, de koetsen met „worshipful companies"' en de praalrijtuigen der vroede vaderen door. Ditmaal waren de olifanten noch potsierlijk noch potsierlijk bedoeld. Toch was er een ele ment van humor aanwezig, en zelfs zoo sterk dat het de waardigheid van den stoet driegde te verwoesten. Dit kwam door het gedrag van de kat, die niet „mee wilde spe len". De kat was dat fameuze legendarische dier van Dick Whittington. Kent ge de legen de van Dick Whittington? Hij was, verre ecuwen terug, een arme weesjongen, die op goed geluk naar Londen kwam en er een baantje kreeg bij een reeder. Maar de knechts van zijn baas behandelden hem slecht, zoo dat hij vol verdriet en ontgoocheling het ter rein van zijn emplooi ontvluchtte. Maar daar hoorde hij op zijn vlucht de klokken van Bow luiden en ze schenen hem toe te roepen terug te keeren omdat hij zoo gezegd de bur gemeestersketen in zijn bagage (het ver maarde bundeltje kleeren aan een stok) had. „Drie maal zult go Lord Mayor van Londen worden" schenen „Bow Bells" hem toe te roepon. En hij keerde dus terug. Zijn baas was niet boos op hem. Hij werd weer in ge nade aangenomen. En Dick, die had verno men dat de koning van Bombay zooveel last had van muizen in zijn paleis, gaf zijn kat mee naar Indië op een schip van zijn patroon. En toen het schip terugkeerde had het een lading goud bij zich; dat was de prijs, dien voornoemde koning had betaald voor de nut tige poes-muizenverdelgster. En toen kon Dick eigen zaken beginnen en de dochter van zijn patroon trouwen en Lord Mayor van Londen worden, maar liefst drie maal Dlck Whittington was ditmaal in den op tocht met zijn kat, die hem fortuin had ge bracht. Maar de kat, geheel overeenkomstig DE ARME OOIEVAAR. Toen de ooievaar aan het station te Wee- nen arriveerde, maakte hij een erbarmelijken indruk; hij klepperde niet met den snavel, stond niet op één poot, met andere woorden, hij liet alles achterwege wat een behoorlijke ooievaar niet achterwege laten kan. Het arme beest bloedde trouwens uit eenlge ver- sche wonden. Iemand uit de buurt van Belgrado, die le pelaar naar Weenen gezonden had. was zoo gedachtenloos of eigenlijk zoo wreedaardig geweest het dier in een kistje te stoppen, waarin het net zooveel ruimte had als een Rötterdamsche trampassagier op een regen- achtlgen middag. Waaroih de man het beest naar Weenen gezonden had. is nog steeds niet opgehelderd; of het wel wenschelijk is heden ten dage ooievaars naar Weenen te brengen Maar het dier was er nu eenmaal en men heeft alles in het werk gesteld om heer ooievaar zoo goed mogelijk te verzorgen om hem het leed. op z.ijn buitenlandsche reis hem aangedaan, te doen vergeten. Intusschen concludeert de N.R.C. voor den afzender zal het wellicht niet zoo best afloopen. Want de Vereenlglng voor Dieren bescherming te Weenen .heeft onmiddellijk de zusterverecniging te Belgrado van de wreedheid in kennis gesteld en uit Belgrado bericht ontvangen, dat men daar zorgen zal dat de afzender loon naar werken ontvangt. DE VERGETEN SCHAAR De boerin Elisaveta Alexandrova werd in het ziekenhuis te Sofia opgenomen wegens een ernstige vergroeiing van den darm, wel ke een maagoperatie noodzakelijk maakte. Na eenigen tijd kon de boerin volkomen ge zond naar huis terugkeeren en had weldra geheel vergeten, dat zij ooit ziek was ge weest. Vijf jaren gingen voorbij, aldus de N.R.Ct. Onlangs bij het weven gevoelde zij plotseling een pijn in de inaakstreek die bij Iedere beweging heviger werd. Zij pakte haar hebben en houden bijeen en begaf zich weer naar Sofia. Op een Röntgenfotografie kwam een vreemd voorwerp in de maag te zien. Die werd opengesneden waarbij de opc- ratieschaar van vijf jaar geleden te voor schijn kwam, die men daar vergeten had. Opnieuw werd de boerin gezond en reisde naar huls terug. Een ding wekte echter hare verontwaardiging; dat men een schaar in mijn maag laat liggen is tot daar aan toe. Zooiets is nog te excuseeren, maar dat ik ook nog 4000 lewa moet betalen om die er weer uit te halen, is toch wel een beetje kras! In den stoet. zijn natuur was zonder gezelschap het geluk kigst en verkoos de „lone walk" (Kipling heeft verteld van de kat en zijn voorkeur voor de „lone walk"') boven het gezelschap zelfs van Dick. Zoo geschiedde dat Dick, wande lend in het verleden, vele honderden meters gescheiden was van zijn kat, die in de omge ving van het hedendaagsche „Empire", in drukwekkend weergegeven door zvare sym- bolieke wagens meteen dragend de voort brengselen dier overzecsche gebieden, rond zwierf. De samenstellers van de Show hadden zich dit jaar laten bezielen door de RUfcsconferen- tie. Het werd een Lord Mayor's Show van The Empire, met wagens van Australië, Nieuw Zeeland. Zuid-Afrika, Canada, Britsch Indië. Australië spoorde de toeschouwers aan 'en er waren meer toeschouwers dan ooit, dank zij den fraaien dag) a.s. Kerstmis pud dingen te eten van onvervalschte Australi sche samenstelling; oen reusachtige gehal veerde Kerstmispuclding rolde voor dat doel aan de oogen der toeschouwers voorbij. En zoo vertoonde Zuld-ALika struisveeren, die nu pleureuses uit den tijd zijn en nu ,.bou- quetten" van deze veeren er niet in willen, met zijn struisveeren geen raad weet. En Nieuw Zeeland was enkel degelijkheid en zonder nonsens met appelen in hooge pyra- miden opgestapeld, en klonten boter van royalen omvang en kazen zoo groot als mo- lensteenen. En hier was dan ook Brltsch- Indië met zijn olifanten, goeiig en mak, „playing the game" zoo lang zij niet werden verontrust. Helaas lieten zij zich verontrus ten toen de optocht'langs de Embankment ging. Daar hadden studenten van King's College zich opgesteld met hun „embleem", een rooden leeuw, op een stok. En zij lieten er vuurwerk af. Dat is te veel voor den meest docielen olifant. Leeuwen en olifanten zijn gezworen vijanden. En de olifanten draafden dus uit den stoet weg en op den rooden leeuw toe, het gevaar moedig tegemoet tre dend. Maar het publiek, dat deze domme krachten in grijs vleesch op zich aan zag komen, schrok hevig en vluchtte ln even radeiooze als redeloozc angst. Velen liepen kwetsuren op en moesten naar de zieken huizen worden vervoerd. Dat was een pijnlijk incident in de Lord Mayor's Show van dit jaar, die voor het overige onder zulke geluk kige omstandigheden, ln het zonnetje en met meer belangstelling dan ooit, werd vertoond. WAT WILT U HEBBEN? De winkels, waarin men bij aankoop van artikelen van allerlei toe krijgt, dat met het artikel zelf niets uitstaande heeft, schijnen in Duischland sterk in aantal toe te nemen. De laatste nieuwigheid op dat gebied is wel dat de klant in den winkel wordt gefotogra feerd en gratis een kiekje van zich zelf mee naar huis kan nemen. Op het kiekje staan dan de prijzen, waarvoor hij of zij zich ook vergrootingen van de foto kan aanschaffen, vertelt de N.R.C. Een dergelijke reclame acht de Duitsche oeoonomische rijksraad ongeoorloofd en hij heeft de rijksregeering in overweging gege ven, daaraan een einde te maken door een wetsbepaling dat in winkels die wat op den koop toegeven, *de klanten het recht hebben die toegift in geld te eischen. nl. een vastge steld percentage van den koopprijs. Dc bcparelde kant der spinnewebben lag over de heesters en de heggen uitgespreid. Glimmende herfstdraden wuifden aan de groen uitgeslagen boonestaken ln den moes tuin en aan de verlepte dahlia's in de per ken. Gedurende den nacht waren op het grasveldje inktzwammetjes opgeschoten. Zij staken hun hoeden die nu nog wit met een donkeren topster waren, parmantig omhoog tusschen de verkleurde grassprietjes. Het was zoo'n stille morgen, dat je dc mannetjes- musch op de dakgoot zijn snavel aan het zink kon hooren schoonvegen. De kippen hadden namelijk juist ochtendvoer gehad De musch lichtte een voor een zijn vleu gels op, pluisde daar eens onder schudde zich vervolgens flink en begon toen kalm en ver genoegd te tsjilpen. Plotseling stak hij zijn dikken kop naar voren en ratelde schel; Terr-terr! Hot was niet de kat van de bu ren, maar de onverwachte verschijning van een vreemden en bont gekleurden vogel, die hem opgewonden maakte. Een vogel ter grootte van een zanglijster; rug en vleugels zwart met witte vlekken, de kop zwart, en rood en de stuit rooder dan rood. De vreem deling zat tegen de schors van den appel boom geplakt en steunde daarbij op zijn kor ten staart. Met den snavel sloeg hij een rof fel tegen den stam dat de mosplukjes stoven cu een merci, die juist zijn oranjebek ln een (Nadruk verboden; auteursrecht voorbe houden). De Bel, Vrij bewerkt naar Lyddon Surrage door J. VAN DER SLUIJS. Henri de Meester legde zijn zakdoek op tafel en probeerde zijn hoed in zijn zak te stoppen, merkte echter terstond wat hij deed, verbeterde zijn fout, stopte den zakdoek in zijn zak, legde den hoed op tafel en ging op het puntje van een stoel zitten. Henri was zenuwachtig. Dat was warempel geen wonder, want hij zou zoo aanstonds een onderhoud hebben met een jongedame, met wie hij verloofd was geweest en die hem vier en twintig uur geleden uitdrukkelijk verklaard had dat ze hem nooit weer begeerde te zien. Bep had zelfs beweerd, dat ze wel wcnschte dat ze hem nooit van haar leven gezien had- Bep's optreden kon verpletterend zijn als ze het op haar heupen had en toen zij haar requisitoir tegen Henri geëindigd had, be schouwde de jongeman zich als nog minder dan lucht. Maar dat had maar kort geduurd. In zijn hart was Henri een moedig man en hij was gekomen om den storm opnieuw te trot- seeren. Maar voor het trotseeren van stormen is een beschut plekje niet ongewensdht en toen de deur open ging had Henri een plaatsje ge zocht achter de sofa. Bep kwam de kamer binnen met haar neusje in de lucht- en keek hem laatdunkend aan. „En, meneer de Meester?" vroeg ze uit de hoogte. „Ikkom mijn verontschuldigingen aan bieden" „Werkelijk?" vroeg Bep koel. „Ik heb mij gisteren als een dwaas aan gesteld". „Ik feliciteer u, meneer de Meester". „Waarmee?" stameldo Henri onthutst. „Met uw zelfkennis, meneer de Meester", verklarde Bep ijzig. „O!" was alles wat Henri zeggen kon. „Nu, u hebt me blijkbaar gezegd wat u op 't hart had", begon Bep weer; „dus we kun nen het onderhoud als geëindigd beschou wen!" Maar Henri liet zich niet uit het veld slaan. „Neen, luister nu eens Bep", hield hij aan, „het spijt mij dat ik mij zoo kwaad gemaakt heb en „Adieu", zei Bep. Zij drukte op de bel. „Maar. rotten appel had gestoken, er gillend van door ging. Toch was hij absoluut ongevaar lijk, de groote bonte specht, die op den door trek naar dezen tuin was afgedaald. De musch schold nog wat na en ging toen de omgeving van het kippenhok inspecteeren. De merel huppelde weer aan over de akkers, wipte zenuwachtig met den staart en zei snel achter elkaar: Tjok-t-jok-tjok-tjok. Daarna boorde hij een nieuw gat- in den appel. Een vlucht goudhaantjes, die net als de ?pecht op de doorreis waren, streek in de ribesstruiken neer. Hun stemmetjes k'onken ijl en fijn als het gerinkel van glasstaafjes. Ze waren stemmig in het groen en grijs, maar met een felgeel bandje over den kop. De takken draaiden ze om en om, pikten wat poppen weg en verdwenen in den naburigen tuin. Nu hen kwamen twee pimpelmeesjes, die kort en helder tegen elkaar riepen. Een zwaaide zich zoo uit de vlucht aan het snoer pinda's, dat aan een drooglijn boven het gras veldje bengelde. De mees hakte een dop open en at- het nootje, terwijl de ander op de drooglijn te wachten zat. tot h^t zijn beurt was. Snel roeiend met de korte vleugels trok ken ze in hun eigenaardige schokkende vlucht verder. De musch zat '.veer op dc dak goot en peinsde waarschijnlijk over het feit. dat musschcn even graag pinda's lustten als meezen, maar het toekijken hebben, als die „Het meisje zal u uitlaten". „Maar luister nu toch eens, Bep Met een onverschillig air ging Bep zitten en nam een boek op. De manier waarop het meisje hem behandelde, prikkelde Henri. Hij kwam van achter de sofa te voorschijn en zette zioh in een stoel tegenover haar. „Ik ga toch niet weg voor ik gezegd heb wat ik me heb voorgenomen te zeggen", hield hij koppig vol. „Ik kon er heusch niets aan doen dat ik gisteren te laat was. Ik had een vreeselijk drukken dag op kantoor gehad en allerlei pech nog op den koop toe en jij beweerde dat ik expres te laat gekomen was. toenwel, toen werd ik nijdig. Maar het spijt mij erg. Werkelijk. Toe Bep, zou je 't niet nog eens met mij willen probeeren? Ik houd heusch zoo verschrikkelijk veel van je". IJzige stilte van de zijde van Bep. „Wil je niet?" vroeg Henri. „Ook best (hoor! Bel het meisje dan maar om mij uit te laten". Bep drukte ten tiweeden male op de bel en verdiepte zich weer in haar boek. Zij hield het ondersteboven, maar Henri kon dat van zijn plaats af niet zien. Hij bleef stokstijf zit ten. Vijf minuten gingen aldus vooibij. „Ik zou nog maar eens bellen", adviseerde hij. Bep volgde zijn raad op en drukte heftig op de bel. Wéér gingen er vijf minuten in beklemmend zwijgen voorbij. Henri leken het eeuwen. Dat kon hij niet langer verdragen. Hij stond op en greep zijn hoed. „Enfin, het heeft geen zin om nog langer te wachtenbegon hij. „O, was je er nog?", zei Bep onverschil lig. „Net of je dat niet wist", gaf Henri boos ten antwoord. „Ik geloof dat het je er om te doen is om mij te prikkelen. Nu, ik heb er schoon genoeg van hoor! Ik zal maar n.iet langer op het meisje wachten, ik komer alleen wel uit. Hij liep naar de deur en ondanks zijn boos heid bleef hij daar toch nog even staan, blijkbaar in de hoop, dat Bep nog iets zou zeggen. „Adieu", zei hij. Henri", begon het meisje opeens, „nu je toch hier bent, kun je dezen brief wel mee nemen; ik had hem juist voor je klaar. Er staat in dat. Henri zag iets in haar oogen dat het on- noodig voor hem maakte om de rest van haar zin te hooren. In twee stappen was hij bij haar. „Bep, heb je me voor den mal gehouden?" „Ja", zei het meisje. „Ik dacht dat een lesje je geen kwaad zou doen. Maar ik wilde je niet écht laten weggaan". „Maar mijn lieve schat, waarom belde Je dan in vredesnaam?" „De bel", legde Bep blozend uit, „is kapot". pinda's aan een snoer geregen te bengelen hangen. Op dat moment kwam de specht aanstuiven en hing zichzelf even handig als de pimpeltjes aan het pindasnoer. Fel pik kend vergruizelde hij de doppen en werkte de nootjes gulzig naar binnen. Daar! De wollen draad knapte af en de specht schoot weg; als een kort geschater klonk zijn helle kreet! Dc pinda's lagen in het gras en de musch was er in twee tellen bij. Alsof zij een draad loos sein of een soort telepathische waav- schuwing hadden opgevangen, zaten er bin nen drie minuten zeven musschen pinda's te eten. Toen alles op was, zaten zij nog eeni gen tijd druk te schelden. Men mag aanne men, dat zij zich vooral over den specht af keurend uitliete». Een troepje spreeuwen viel tierend ln de vlier. Driftig plukten ze de zwartglimmende bessen uit de schermen. Na het maal zaten ze in den top bij elkaar en tusschen de kale takken leken ze nu zelf zwarte, grijsgespik- kelde vruchten. Een stak den snavel in de lucht en sloeg met halfuit-gebreide. schok kende vleugels aan het kwetteren. De ande ren stemden in, een kwartier lang bleven ze kweelen. babbelen, snorren en zwatelen. Het fluiten van allerlei vogels klonk daartusschen en eent-je bootste het knarsen van een roes tig scharnier na. Over de laag rottende bladeren onder den appelboom danste een roode vlek. Een vlek. die verdween en weer opkleurde. ai naar ge lang het roodborstje zich wendde en keerdo in het gesluierde zonlicht. Dat was het slot- tooueelt-je van de revue, en JOHANNES KEPLER. (1571—1630). Heden, 300 jaar na den dag. dat Johannes Kepler stierf, herdenkt de wetenschappelijke wereld zijn nagedachtenis. Met Galilei, Co pernicus en Tycho Brahe is hij de groote pio nier van de astronomische wetenschap. Zijn drie wetten zijn van zoo fundamenteel be lang. dat zij op de lagere school bij het na- tuurkunde-onderwijs reeds genoemd worden. Kepler is een miskende figuur. Wel mogen de wereld en in het bijzonder het Duitsche Rijk aan zijn nagedachtenis de eer brengen, die zij hem bij het leven onthouden hebben. Kepler's jeugd begon al met tegenslag. Hij was zwak, en zijn vader, die herbergier was, beschikte niet over de middelen om hem veel te laten leeren. Toch werd hij -/oor de theo logie bestemd en later bezocht hij de kloos terschool te Maulbronn en na den dood van zijn vader de universiteit te Tübingen. Zijn geboorteplaats was Weil in Wiirtembcrg, waar thans een standbeeld voor hem staa;. Aanvankelijk leerde hij niet meer van wis kunde, dan wat hij noodig had voor de stu die der godgeleerdheid, doch hij kreeg een aanstelling als leeraar in de wis- en sterre- kunde aan het gymnasium te Graz en daa: begon hij zich eerst goed aan beide weten schappen te wijder.. Twee jaar na zijn be noeming, in 1596, voltooide hij zijn eerste werk „Mysterïum cosmograficum", waarin hij het stelsel van Copernicus zoowel uit physische als uit metaphysische ooi-zaken beproeft te verklaren. Copernicus immers had gevonden, dat de aarde een planeet is, dat de planeten met de aarde gelijkwaardige lichamen zijn en dat de zon het middelpunt is van het planetenstelsel. Het geschrift de§d Kepler de bewondering verwerven van Galileï en Tycho Brahe, met den eerste bleef hij van toen af in druk ver keer. Kepler was protestant en in 1598 be gonnen de Protestantenvervolgingen. Aan vankelijk werd Kepler nog te Graz geduid, doch in 1600 stelde men hem voor de keus van katholiek te worden of de stad verlaten en hij koos het laatste, en volgde den roep van Tycho om bij hem te komen. Tycho be zorgde hem te Praag de betrekking van kei zerlijk wiskunstenaar, en toen Brahe in 1601 stierf, werd Kepler zijn opvolger bij Rudolf den Tweede. Wel waren de elf jaren, die hij te Praag doorbracht, wetenschappelijk be langrijk, maar materieel brachten zij don grooten geleerde allerminst voordeel, Rudolf liet hem in de bekrompenste omstandig heden. Toen hem ten tijde van den dertig jarigen oorlog ook de geringe toelage niet uitbetaald werd, ging hij in 1614 naar Linz, waar hij 15 jaar als hcogleeraar in kommer volle omstandigheden leefde, wiskunde on derwijzend. Hij had te Praag in 1609 zijn eerste twee wetten gevonden, namelijk de wet, dat de planeten ellipsen beschrijven om de zon. die daarbij in een brandpunt staat en de wet van de perken die 'n uitspraak geeft omtrent de snelheid van de planeet in haar baan, m 1619 ontdekte hij te Linz de derde, die het verband uitdrukt tusschen zonsafstand en omloop tijd van de planeten. De eerste we; heeft hij gebaseerd op de waarnemingen van Tycho ^Brahe, zijn drie wetten hebben weer den grondslag gevormd voor de ontdekkingen van Newton. In 1624 kwamen de Rudolgijn- schc tafels gereed doch zij werden eerst drie jaar later gepubliceerd. Toen hij den kei2er om zijn achterstallig salaris maande, werd hij naar Wallenstein verwezen en hij woonde van 1628 tot 1630 te Sagan. Wallenstein be taalde echter niets en wilde hem een profes soraat te Rostock bezorgen, hetgeen Kepler niet wenschte. Teneinde raad besloot hij zich tot den Rijksdag te Regensburg te wenden, om betaling zijner vorderingen. Hij wifde den Rijksdag tot betaling bewe gen, door de aanbieding van zijn werk „D6 Stella Martis", maar nog voor hij hieraan uitvoering kon geven, overmanden hem dc zorgen, die zijn dood veroorzaakten. Alle om standigheden werkten hem tegen, huiselijk verdriet, een heksen proces, dat men zijn 70- jarige moeder aandeed, de dertigjarige oor log. Geldgebrek had hem tot de sterrewiche- larij gevoerd in Wallenstein's leger. Kepler was een der scherpzinnigste gees ten, die ooit geleefd hebben. OCEAANLUCHTDIENST SPOEDIG VERWEZENLIJKT? EEN DIENST ENGELANDAMERIKA. De Pan-Amerika luchtlijn en de Britsch Im perial Airways makken plannen voor 't passa giersvervoer EngelandAmerika. Dc eer.-te étape zou zijn van New York naar Bermunda waarna de BIJL de verbinding via de Azcren met Londen tot stand zal brengen. De Ame- rikaansche concessie voor landingen op Ber munda zal binnenkort worden verleend, hoe wel de Amerikaansche wet de landing van ïreemde maatschappijen verbiedt. Niet alleen in Oost-Europa komen "berichten van hoog water en ernstige overstroomingen Ook de voorsteden van Parijs worden geteis terd. De Seine is namelijk abnormaal hoog gestegen. Hierboven een foto uit Belleplace waar enkele huizen geheel geïsoleerd zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 18