Ve/Jmdzó C(cutg£ L STATEN-GENERAAL. BINNENLAND NIEMEUEttS MODERNE"! MEUBELEN DE MYSTERIEUSE VERDWIJNING. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 19 NOVEMBER 1930 Ir. J. W. Aioaida (S. D. A. P.) TWEEDE KAMER 18 November. Rcplickendag. Een verklaring van den heer Albarda over de houding der S.D.A.P. in geval van mobilisatie. De motie- v. d. Tempel wordt door Dr. No- lens afgewezen. Een nieuwe motie. Repllekendag. Bij de algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting voor 1931. Onze gewoonte getrouw en in volkomen overeenstemming met de be teekenis van re plieken. die niet anders zijn dan herhaling van aanval of versteviging van eigen stand punt onze gewoonte getrouw dus beperken we ons tot enkele aanteekenlngen. Dan dienen we aan twee punten nog aan dacht te geven: aan de vragen der lands verdediging en dan die der salarlëering van het rijkspersoneel en de onderwijzers De heer Albarda heeft zich afgevraagd, vanwaar op het oogen- bllk de groote belang- stelling kwam voor de r '#^*1 houding van de s.d.a.p. ia» u ?b9b jn geval van mobilisa tie. De s.d. leider ver klaarde dat uit twee oorzaken, uit het groei ende oorlogsgevaar en daarna uit de schrik, die de rechtsche groe pen en de liberalen in de beenen was gesla gen door het vlootwet- petitionnement. Dit laatste werd door de heeren Heemskerk en Schokking weersproken: zij hadden de aan tallen onderteekenlngen van het petitionne ment volledig in overeenstemming gezien met de cijfers van de aantallen eenzijdige ontwapenaars ln ons land. Die belangstelling vond slechts oorzaak zoo zeiden zij in het feit. dat de s.d.a.p. eenerzljds de orde wilde handhaven, gelijk uit de practijk bleek, maar anderzijds toch steeds de revo- lutionnaire gedachte huldigde. De heer Albarda betoogde, dat met de vra gen der regeering naar de houding van de s.d.a.p. bij mobilisatie oude vragen waren ge steld. Hij wees naar de partijresolutie, die twee jaren geleden is aangenomen en waarin alle vragen zijn beantwoord. Nog eens legde dan de heer Albarda vast, dat de s.d.a.p landsverdediging als middel tot handhaving van 's lands onafhankelijkheid ondeugdelijk acht en ons land aan de oorlogsellende prijs geeft. Daarom zal de s.d.a.p. niet medewerken aan maatregelen tot landsverdediging, dus ook niet aan een mobilisatie, die deze op het oog heeft. De heer Heemskerk heeft tegenover deze mededeeling betoogd, dat de s.d.a.p. daardoor het gevaar voor oorlog vergroot. En de regee ring de taak verzwaart, wanneer deze de na tionale en internationale rechtsorde wil handhaven. De heer Schokking nam een andere houding ln, niet van tegenkantig, hij daarentegen zelde te weten, dat wanneer het weer zou gaan om de verdediging van 's lands onafhankelijkheid de heeren Marchanfc en Albarda de eersten zouden zijn, om naar de grenzen oc snellen. Nu Mr. Meemskerk zou dit een „beminnelijke" uitlating ongetwij feld noemen. Haar gegrondheid trekken we toch in twijfel. Voorts heeft de heer Heemskerk maar dit was meer herhaling nog eens uiteenge zet, dat de afkeer van den oorlog niet alleen tot de SJD.A.P. ls beperkt. De heer Heemskerk heeft ook omdat de heer Albarda zijne woorden had uitgelegd als uitspraak van den wil om de socialistische gedachte te onderdrukken gezegd, dat der gelijke dingen geenszins ln zijn voornemen liggen. In ons land moet het vrije woord ge sauveerd worden. Maar het gezag moet niet aangetast worden. De SD.A.P., concludeerde de A.R. leider, zou ook niet abdiceeren ten voordeele van een gewelddadige aanranding van het gezag. Hij wees op de Duitsche S.-D. ministers, Nadat de heer Knottenbelt uiteenzette, dat de liberalen steeds hadden aangenomen en verdedigd, dat er voor het ihdlvldu, op tredende in de maatschappelijke werkingen, moreele begrenzingen gegeven zijn, kwam onder groote stilte Dr. Nolens aan het woord. Begrijpelijk was dati Want, al was het over dreven om aan een ministercrisis te denken, dat neemt niet weg, dat er in de R.K. fractie stroomingen en stemmingen waren, welke het aanvaarden van de motie-v. d. Tempel niet onmogelijk maakten. Op menige vergadering van onderwijzers b.v. was op salarlsverhoo- ging aangedrongen! Men weet dat de heeren Schokking en Heemskerk hunne bevreesdheid hadden uitgesproken werkte hier wellicht oude coalitie-liefde? voor een brengen door de R.K. groep mede, van den Staat over de grens van zijn bevoegdheid. Die beduchtheid wees de heer Nolens vierkant af hij zei niets te willen weten van een parlementaire meerderheid bij een extra-parlementair ka binet, dat zonder overleg met de rechtsche fracties was tot stand gekomen. Zulk overleg alleen zou lets van een gelijkgericht stemmen kunnen uitwerken! Zulk overleg alleen zou de heeren Heemskerk en Schokking tot het uitspreken van beduchtheid hebben kunnen brengen. Dr. Nolens heeft de regeering gevraagd om uitvoerige schriftelijke mededeel in gen be treffende de reorganisatie en nieuwe oriën teering van de economische voorlichting. En nog eens drong hij op verlaging van de spoor wegtarieven aan. Nu de salarissen. Laten wij maar oogen- blikkelijk zeggen, dat men geen parlemen taire storm behoeft te verwachten. De heer Nolens heeft de motie-Dr. v. d. Tempel af gewezen. De heer Nolens zelde en hij on derstreepte zijn wcnschen nogmaals dat hij aandrong op zülk een regeling van het georganiseerd overleg, waardoor, als gevolg van een nieuw te scheppen vaste basis voor regelmatig-periodieke herzieningen de sala rissen, de salariskwesties bulten het parle ment zouden worden gehouden en zulks in verband met de incompetentie van het mee- rendeel der Kamerleden op dit punt. Ook herhaalde Dr. Nolens den wensch om de on derwijzers in het G. O. te betrekken. Maar, de motie-v.d.Tempel aanvaardde hij niet, wijl het middel, dat de R.K. leider had aan de hand gedaan tot salarlsverbeterlngen, n.l, door de pensioensaftrek te verminderen, bui ten het Bezoldiglngsbeluit om ging. De motie-v.d. Tempel vroeg om wijziging van dit besluit. De heeren Schokking, Knottenbelt, Heems kerk en Kersten wezen de motie (nu de ma laise zoo sterk is) eveneens af. Ten slotte de middag deed nog een nieu we motie geboren worden Ds. Lingbeek wil de salarissen der onderwijzers-klooster lingen in overeenstemming brengen met de voorstellen van de paclflcatie-commlssie- Bos en uit het daarmede gewonnen geld de onderwijzerssalarissen verbeteren. Maar ook deze motie geven we geen kans! AVONDVERGADERING De begroeting van Buiten- landsche Zaken. Geen medetleelingen over België. De heer Schaepman oud-journalist heeft succes gehad. Men weet 't. deze afge vaardigde heeft sterk aangedrongen op de organisatie van een behoorlijken persdienst aan het departement van Buitenlandsche Zaken. Welnu, minister Beelaeris noemde de rede van den heer Schaepman een behar tigenswaardige rede: inderdaad, zoo zei hij, de perdienst ten departemente is voor verbete ring vatbaar. Hij zal daarop bedacht zijn. Waar mevr. BakkerNort aandrong op de opneming van de vrouw in den diplo- matieken dienst, daar meende de minis ter dat de vrouw in diploma tieken wereld reeds een buitengewoon groote be- teekenis heeft als diplomatenvrouw. Daar heeft zij een meer dan gewonen invloed. Onze lezers weten, dat het vorig jaar in Den Haag een codificatie-conferentie is gehouden on der presidium van Mr. Heemskerk. Men weet ook, dat op deze conferentie gepoogd werd INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Friesche HEERENBAAI iU"iö cents per nair ons VOOR FUN PROEVERS tot eensgezindheid te komen over de natio naliteit van de gehuwde vrouw. Op deze conferentie heeft de Nederlandsche delegatie er niet toe willen overgaan, man en vrouw volkomen gelijk te stellen ta.v. de keuze der- nationaliteit. En op deze conferentie ook ls aan verschillende dames den toegang tot het Vredespaleis geweigerd, toen zij het, naar hei oordeel van den president, den gedeleerden lastig maakten. Hiertegen had Donderdagavond Mevr. Bakker—Nort geopponeerd, ook tegen het feit dat de regeering zich niet wat toegeeflijker toonde bij de gelijkstelling van man en vrouw bij de nationaliteitskeuze. De 'heer Beumer de historische bestrijder van Mevr. BakkerNort heeft de V.D.- afgevaardigde „in het zonnetje" gezet over haar klacht Jegens minister Heemskerk, in het zonnet-je gezet met goedmoedigen spot en overigens tegen de genoemde gelijkstelling principieele bezwaren gemaakt, waarbij de minister zich aansloot. Ook hij acht 't om de eensgezindheid in het huwelijk, meer nog om de eenheid van 'het huwelijk niet juist, de vrouw de volledige vrijheid bij de keuze van haar nationaliteit te geven. Wanneer Mevr. BakkerNort betoogde, dat een vrouw van nationaliteit kan verwisselen als een schip van een eigenaar, dan noemde Mr. Beumer dat niet waardeerend voor de vrouw. Maar overigens de vergelijking deed den heer Beumer denken aan dien schipper, die over zijn vrouw en zijn schip gelijkelijk klaagde, omdat ze zooveel geld voor het op tuigen vroegen Vanavond informeerde de heer van Rap- pard naar de uit voer moeilijkheden van vol bloedpaarden. Maar de minister moest hier, evenals t.a.v. de Eemsvragen en de schadeloos stellingen, die Duiïschland schuldig is wegens aan Nederlanders in België toegebrachte oorlogsschade, mededeelen, dat er geen ver andering in de bestaande verhoudingen nog gekomen is. Maar de regeering blijft diligent. Ook de zaak van de personeelsuit- rusting van een Volkenbondsinstelling het internationaal bureau voor wetenschappe lijke samenwerking te Parijs, dat verpoli tiekt werd, Dr. de Vos van Steenwijk werd er uitgewerkt zal de minister sterke aan dacht geven. Met Mr. Joekes verblijdde de minister zich over de benoeming van Prof van Eysinga als lid van het Internationaal Ge rechtshof. Over België en de Belgische problemen heeft minister Beelaerts niet veel gezegd. De reden die hij opgaf, is plausibel de minister onderhandelt met België. Wel wilde hij enkele gevoelens van onzekerheid wegnemen hij stelde vast, dat er voor gezorgd wordt, dat de Maas voldoende water naar de Nederland sche Limburgsche kanalen zal afvoeren, hij beloofde ook diligent te zullen zijn, t.a.v. de prop van Lixhe. Dat hij met zekerheid van vooruitzichten sprak, bleek wel uit de met overtuiging uitgesproken stelling, dat Maas tricht geen vooruitzienden blik zou toonen, wanneer zij de kanalen van Luik naar Maas tricht zou gaan beschouwen als niet in staat om de groote Maasvaart te verwerken. Ook stelde de minister vast, dat de verbete ring van het Hellegat niet onder pressie van de Rijnvaartcommissie is tot stand gekomen: de Rijnvaartcommissie heeft geen compe tentie. De heeren Lovink, Knottenbelt en Joekes hebben unaniem den wensch van den heer Kortenhorst naar een onderhandelingstarief als gevaarlijk afgewezen. En waar de r.k. af gevaardigde de protectie had verdedigd, daar wees de bewindsman er op, dat de econo mische positie van ons land vergeleken bij die van protectionistische staten nog niet zoo slecht is. De gedachte aan den heer Wijnkoop (de waar schuwingen van anderen) dat het samen gaan met Scandinavië niet moet worden een nieuw economisch verbond, om anderen met economische wapenen te bestrijden, deelt de bewindsman volkomen. Dat samengaan heeft alleen moreele beteesenis het wil zelfs geen regionale overeenkomst zijn. Wie dezelfde goede bedoelingen heeft is welkom als mede werker. De minister besloot met een lofspraak op den Volkenbond. INTIMUS. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per regel. HOE MOET HET VERVOER GEREGELD ZIJN? DE BINNENVAART BESTRIJDT DE SPOORWEGEN. Wij ontvingen het rapport, dat de com missie uit de Binnenvaart inzake het ver- voervraagstuk heeft uitgebracht aan de staats commissie voor het Vervoer, ter beantwoor ding van een vragenlijst van die commissie. De commissie zegt van oordeel te zijn, dat het vervoerwezen zich automatisch zal saneeren. De enorme verscheidenheid van vervoermiddelen noemt de commissie geen ongewenscht verschijnsel. De historische ontwikellng en ook de ver dere ontwikeling van het vervoer in Neder land ligt in -het vervoer te water. De commissie wijdt zich dan aan een uit voerig geargumenteerde bestrijding van de jestle der spoorwegen wat betreft het ver voer door de A.T.O. en Van Gend en Loos, op een terrein waar de spoorwegen volgens de commissie niet thuis behooren en waar economisch voor het spoorwegbedrijf op den duur niets dan teleurstelling te boeken zal vallen. De commissie is van oordeel, dat het ver voeren, bijvoorbeeld van goederen, die oer schip zijn aangevoerd en die verder per vrachtauto naar de plaats van bestemming moeten worden -gebracht, verhuizingen in een stad van de eene straat naar de andere enz., door particulieren moet geschieden. Ook wat betreft de bestel- en afhaaldlen- sten zegt de commissie, de spoorwegen zich hier op een hun economisch minder passend vervoerterrein te zien begeven. Ten aanzien van het kolenvervoer door de spoorwegen van de Limburgsche mijnen, merkt de comissie op, dat de millioenen door den Staat geofferd voor de Maaskanalisatie door toedoen van de spoorwegen eenvoudig als in het water geworpen te beschouwen zijn, aangezien het natuurlijke kolenvervoer te water dient plaats te hebben en de spoor wegen dit tot zich trekken. Tegenover het vervoer te water staat het trambedrijf volgens de commissie vaak op dezelfde onzuivere basis als het spoorwegbe drijf. Ook hier wordt toezicht van overheids wege gevraagd. De commissie acht autobusdiensten voor het vervoer op lange trajecten op den duur van weinig -beteekenis. Ook ten aanzien van het sleepersbedrijf vraagt de commissie zich af, waartoe de in menging van de A.T.O. en Van Gend en Loos dient. De commissie vraagt tenslotte een staats- onderzoek naar de vraag of de concurrentie van de spoorwegen met hun dochteronderne mingen alleen een onaangename concur rentie is, en geen deloyale. Zij vestigt er de aandacht op, dat de spoorwegen door de op richting van N.V.'s zich op elk gebied van handel en industrie kunnen bewegen, het garagebedrijf wordt bijvoorbeeld al door A.T.O. en Van Gend en Loos uitgeoefend. Het verkeer en de exploitatie van verkeers middelen behoort volgens de commissie in principe vrij te zijn. Op de overheid rust de plicht te zorgen voor het onderhoud van de bestaande en de tot standkoming van nieuwe noodzakelijke of economisch gewenschte openbare verkeerswegen. Wanneer in de toekomst een vervoer middel niet rendabel blijkt te zijn, acht de commissie in algemeenen zin verdwijning wenschelijk, doch er kunnen zich bijzondere omstandigheden voordoen, die hier een uit zondering op maken. Instelling van een centraal lichaam voor transportzaken acht de commissie onge wenscht. GEEN HALFJAARLLJKSCH RIJWIELPLAATJE. In de Dinsdagmiddag gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Amsterdam is mededeeling ge daan van het antwoord van den minister van financiën op het verzoek der Kamer om rljwielmerken voor een gedeelte van het jaar verkrijgbaar te stellen. De minister heeft dit denkbeeld afgewezen onder opsomming van een aantal practische bezwaren, zooals toenemende ontduiking van de wet. FASCISTISCHE JONGEREN ADRESSEEREN. Het bestuur van het „Fascistisch Jongeren Verbond" te Amsterdam heeft bij den mi nister van Justitie adhaesie betuigd aan het door den Centralen Raad van het Verbond van Nationalisten aan den minister gezonden adres, waarin op vervolging van ir. J. W. Albarda en in beslagneming van „Het Volk" en „Voorwaarts" wordt aangedrongen wegens hoogverraad. GEZAMENLIJK PROTEST VAN VPR.O-, A.VR.O. EN V.ARA.? Het Hbld. verneemt, dat het bestuur van de VPRO. een of meer leden van het be stuur van de A.VR.O. en van de VA.R.A. heeft uitgenoodigd tot een samenspreking ten kan tore van de VPRO. over de zenderkwestie. DE DéBaCLE VAN DE HANDELS. EN LANDBOUWBANK. ONVOORZICHTIG BEHEER DE OORZAAK? Over de débacle van de Handels- en Land bouw bank te 's Gravenhage, waarvan de kan toren Dinsdag gesloten zijn en waarvan de directeur W. J. M. zich bij de politie aange meld t heeft wegens verduistering van f 150.000, lezen wij nog ln de Tel., dat de spaarders, die hun geld bij deze bar.k be legd hadden, voornamelijk gevonden worden onder de „kleine luyden", in orthodox- protestantsche kringen. Het beheer der bank moet den laatsten tijd nogal onvoorzichtig geweest zijn. De bank werd opgericht in 1906. Het ge plaatste kapitaal bedraagt f 1.328.750. De winst over 1929 bedroeg f 154.982 tegen f 155.763 over 1928. DOODELIJKE AANRIJDINGEN BERECHT Tegen een handelsreiziger uit Rotterdam, die te Sittard een mijnwerker heeft doodge reden, ls twee maanden gevangenisstraf ge- eischt Een chauffeur te Leiden, die op den Zijl- singel aldaar een wielrijdster heeft doodge reden, is door de Haagsche Rechtbank ver oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf. ALKMAAR ZONDER WETHOUDERS. Te Alkmaar is een wethouderscrisis ont staan, doordat alle drie de wethouders be dankt hebben. Wethouder Ringers wegens het aannemen van een motie, waarin werd te kennen gegeven, dat het niet wenschelijk was, dat hij als betrokkene bij een aan nemersfirma de portefeuille van Publieke Werken voerde, wethouder .Thomson, omdat de Raad het Rijks- en Provinciaal subsidie voor de werkverschaffing verloren had laten gaan, wethouder Klaver, die eerst 11 dagen in functie was. omdat hij geen raadsmeerder- heid, waarop hij steunde meer aanwezig achtte. SLACHTOFFER VAN EEN VECHTPARTIJ. Maandag is in het Fransche klooster te Sittard de mijnwerker Frey, die Zondagavond bij een vechtpartij in de Duitsche mijn werkerskolonie te Lutterade messteken in de hersenpan kreeg, aan de wonden be zweken. GELEEN'S VORST VERLAAT ZIJN RESIDENTIE. Mr. Leufkens, vorst van Geleen. leenbezit ter en eigenaar van Dammerscheid en Werenderhof, heeft zijn tijdelijke residentie te Geleen opgeheven en is zich. naar de Tijd. meldt, gaan vestigen te Heerlen. KOLENSTOFONTPLOFFING IN EEN MIJN. TWEE ARBEIDERS GEDOOD. KATTOWIZ, 18 Nov. (V. D.) Gisteravond vond in de Stuarnusmijn in de nabijheid van Sasnowicks een ernstige kolenstof-explosie plaats, waardoor men aanvankelijk geloofde, dat de geheele in de mijn aan het werk zijnde ploeg mijnwerkers bedreigd werd. Gelukkig hadden de meeste mijnwerkers kans gezien, nog tijdig te ontsnappen. Twee arbeiders werden echter gedood. Hun lijken konden tot nog toe niet geborgen worden. NIEUWS UIT INDIE MOORD OP ZIJN DRIE KINDEREN, DE VADER PLEEGT DAARNA ZELFMOORD. Aneta sein uit Cheribon: Een Europeesch ingezetene, U., heeft Maandagochtend met een pistool zijn driejarig zoontje en twee dochtertjes van circa tien en veertien jaar doodgeschoten, waarna hij zelfmoord pleegde. De reden is onbekend. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. ONTW.EfiP JBRUMOTT SPECIALE MODELKAMERS GR.nouT-i| VinDlS A HAARLEM 5TR163.M r« L/fvCHl L TEL12393 FEUILLETON 51) „En dit alles was zoo onbelangrijk, dat ik er nooit Iets van hoorde", bulderde Flannery „En dan het feit dat Beetham een der gasten van den plc-nlc bij Peshawar ls geweest?" „Dat hebben we pas Dinsdagavond ge hoord", lichtte miss Morrow hem in. „U had slechts zos-en-dertlg uren om me dat te vertellen, hé? Op den 4den Mei 1912, verliet kolonel Beetham Peshawar door den den Klayber Pas, om te gaan naar —om een tocht te maken „Naar Teheran door Afghanistan en de Ka- vinvoestijn van het Noord-Oosten van Perzlë" hielp Duff hem uit den brand. „Ja, dat heb je den inspecteur verteld, sergeant, maar mij niet." Charlie haalde z'n schouders op. „Waarom zou ik u daarvoor lastig vallen? 't Geval schijnt niets te beduiden, 't Is waar, ik kon 'n vermoeden hebben een levendig vermoe den. Maar ik zie u, kapitein, worstelen me: een moeilijk moordgeval. Moet ik nu zoo Iemand vragen om met me te staren op het mooie behang van een fictie?" „Wat beteekent dat", antwoordde Flannery. „Als ik dat meisje Barr niet ondervraagd had, zou ik nog ln het. duister rondtasten. Ik was jc te knap af ik kwam Beetham zei' op het spoor maar dat ls geen excuus voor jou Jullie hebt me teleurgesteld". „Het spijt me heel erg", zei Chan bmgend- „O, vergeet het maar". Een man in uniform liet kolonel Beetham de kamer binnen. De kolonel had een goed kleermaker een kleermaker, die zonder twijfel plezier had in de groote knappe gestalte van z'n klant. Hij was onberispelijk gekleed, met een bloem in z'n knoopsgat, en een wandelstok In z'n, met handschoenen bekleede handen. Hij bleef een oogenbllk staan met buiten gewoon levendige en scherpe oogen, die zoo menig eenzaam hoekje van de wereld hadden gezien. „Goeden morgen" zei hij. Hij maakte een buiging voor Miss Morrow en Chan. ,Ah, u bent geloof ik, kapitein Flannery?" „Goeden morgen", antwoordde de laatste. „U ontmoet hier inspecteur Duff van Scot land Yard." „Dat doet me genoegen" antwoordde Beet ham. „Ik ben blij iemand van de Yard te zien. Zonder twijfel schiet het onderzoek naar den moord op Sir Frederic Bruce nu op. „Ik denk het wel", grauwde Flannery, „als u op eenlge vragen van ons wilt antwoorden en de waarheid vertellen." De kolonel haalde z'n wenkbrauwen Iet wat op. „De waarheid, natuurlijk," merkte hij met een flets glimlachje op. „Ik zal m'n best doen. Mag ik gaan zitten?" „Zeker", was Flannery's antwoord, terwijl hij tevens een stofflgen stoel aanwees. ,.Op den avond van den moord, vertoonde u bo ven lantaarnplaten, niet waar?" „Zoo zou ik ze niet genoemd hebben. Een film ziet u. over Thibet." „Ja, ja. u hield een lezing met deze pla ten er bij. maar tegen het eind ging u de ka mer uit en liet het toestel zichzelf afrollen. Later vroeg miss Morrow u wat was het miss Morrow, dat u hem gevraagd hebt?" „Ik verwees naar het moment toen hy de machine verliet", zei het meisje. De kolonel verzekerde me dat hy in dien tusschentUd niet weg was geweest." De kapitein keek Beetham aan, Is dat zoo, kolonel?". „Ja, ik denk wel dat ik dat heb gezegd". „Waarom?" „Waarom?" Wat bedoelt u?" „Waarom vertelde u haar dat, terwijl u drommels goed wist dat u beneden, op de twintigste verdieping met 'n Chinees had staan praten?" Beetham lachte zacht. ..Hebt u nooit Iets gedaan wat u later betreurde, kapitein? 't Geval vond ik volstrekt niet belangryk ik had niets byzonders gezien op m'n korten tocht naar beneden. Ik had 'n soort aangebo ren verlegenheid om in het geval gemengd te worden. Dus zei ik, heel dwaas, een lichte e onwaarheid". „U bent dus naar beneden gegaan?" „Slechts een oogenbllk. Ziet u, een toestel en zeven rollen film zyn nog al zwaar. M'n oude bediende, Li Gung. had ipe geholpen om alles naar Mr. Kirk's appartement te bren gen. Ik meende om tien uur klaar te zullen zyn, en had hem gezegd om tegen dien tyd terug te komen. Toen ik, om kwart over tien de machine verliet, zag ik dat lk nog een rol moest laten zien. Ik liep gauw naar beneden, vond Gung daar wachten, en zei hem naar huls te gaan, en dat ik zelf de machine wel mee zou nemen." „Ah, ja en toen ls hy weggegaan?" „Hy ging Ineens met de lift. Het liftmeisje kan myn getuigenis bevestigen als...." .„Als wat?" „Als ze wil". „U wilde zeggen als we haar kunnen vin den." „Waarom zou ik dat zeggen? Ls ze er dan niet?" „Ze is er niet. Misschien kan Li Gung, in haar afwezigheid, 't verhaal bevestigen?" „Dat kan hy zeker, als u hem wilt telegra- feeren. Hy is op het oogenblik in Honolulu." „Vertrok hy den volgenden middag met de Maui?" „Ja." „Hebt u hem weggebracht?" „Natuuriyk. Hy ls al meer dan twintig jaar by me. Een trouw bediende." „Toen u hem goeden dag zei, hebt u hem gezegd om er in Hawaï maar op los te lie gen." „Ja, ik ja, dat heb lk gezegd. Ziet u, er was iets met z'n pas. Ik was bang dat hy in moeiiykheden zou geraken." „U hebt hem ook gezegd om geen vragen te beantwoorden." „Om dezelfde reden, natuuriyk." „U wist dat hy z'n pas by het aan land gaan, moest laten zien. Als het niet in orde was, dacht u dan, dat er dan maar op los te liegen, 't goed zou maken?" „Z'n pas laten zien by aankomst van een andere Amerikaansche haven. Ik ben werke- ïyk erg onwetend omtrent uw talryke voor schriften en regels. Ik vind ze erg verwar rend." „Dat zal wel een man die zoo weinig heeft gereisd als u, kolonel". O. nu wordt u sarcastisch." „O, let daar maar niet op," zei Flannery. „We zullen van LI Gung afstappen. Maar ik ben er nog niet. Ik heb begrepen, dat u. op den avond van den derden Mei, negentien honderd twaalf, in Peshawar waart, in In- dlë. Beetham knikte langzaam. „Dat klopt". .JEn kan moeiiyk ontkend worden, hè? U bent voor een pic-nic naar jje heuvels ge gaan. Een vrouw van het gezelschap heette Eve Durand." Beetham schrikte even op. „Dien avond verdween EveDurand en is sedert niet meer gezien. Hebt u eenig idee hoe ze uit In die weg is gekomen?" „Als ze sedert niet meer ls gezien, hoe weet u dan dat ze uit Indië wegkwam?" „Dat doet er niet toe. Ik doe u vragen. Her innert u zich die gebeurtenis?" „Natuurlijk. Een ontroerend geval." Flannery bestudeerde hem een oogenblik. „Vertel me eens kolonel hadt u Sir Fre deric ooit ontmoet, voor dien bewusten avond by Kirk?" „Nooit. Wacht eens even. Ik geloof dat hy zei dat hy bij een diner van de Royal Geo graphical Society te Londen was geweest, en me daar had ontmoet. Maar lk kon het me niet herinneren." „Wist u niet, dat hij naar San Francisco was gekomen om Eve Durand te vinden?" „Was hy werkeiyk? Hoe buitengewoon". „U wist het dus niet?" „Natuuriyk niet." „Had u hem eenige hulp kunnen schen ken als u het geweten hadt?" „Neen," antwoordde Beetham vast. „In orde, kolonel. U denkt toch niet San Francisco weer gauw te verlaten?" „Binnen eenige dagen als ik de toebe reidselen voor mijn aanstaanden langen tocht klaar heb". „U gaat niet weg tot we ontdekt hebben wie Sir Frederic heeft vermoord. Hebt u dat begrepen?" „Maar m'n beste kerel je denkt toch niet ,Jk denk dat uw getuigenis van waarde zou kunnen zyn begrypt u?" „Volkomen. Ik hoop echter dat u gauw succes zult hebben." ..Dat hopen we allemaal." ..Natuuriyk". Beetham sprak inspecteur Duff aan. „Een afschuwelijk geval. Sir Frede ric was 'n aardige kerel." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6