Modellen uit
iet Buitenland.
ENSEMBLES.
KAPOTTE KOUSEN
HAARLEM'S JU |L I 1 /f f f\ /ft DONDERDAG
DAGBLAD 1 .f 2 J i 20 NOV. 1930
HET WOORD IS AAN..-:.
De Kinderen
ffeofg rumoer. Ma snelt naar de kamer,
waar zij Keesje vindt (5 jaar) badend in tra
nen, en met verwoede oogen starend naar
de kachel. „O mammie", roept hij uit, die
kachel heeft me gebeten!"
De onderwijzer„Je mag niet lachen in
de klas, Freddie
.Freddie„Ik lachte niet, maar ik glimlachte
en die glimlach barstte uit".
Het heerlijkste spel voor de meeste kinde
ren is „verkleedpartijtje". Ze kleeden zich in
de meest wonderlijke costuums en zijn prin
sen en prinsessen, zigeunerkinderen en ker
misreizigers. Ze kijken in den spiegel hoe ze
er nu wel uitzien. Heel anders dan het ge
wone schoolkind van alle dag. Ze voelen zich
ook heel anders. Ze zijn werkelijk iemand
anders. En dat is het heerlijke van het spel.
Geen mensch is tevreden met wat hij heeft
en is. Hij zou alles willen veranderen, maar.
hoe? Kinderen zijn ook niet tevreden en
veranderen met hun fantasie.
Het kind vindt bijna niets mooi wat van
hemzelf is. Al is zijn huis volgens gangbare
begrippen mooier en voornamer dan dat van
zijn vriendje, hij zou juist zoo graag in dat
huis van zijn vriendje willen wonen. De buurt
waar hij woont bevalt hem ook niet en meest
al is hij met zijn familie ook heelemaal niet
ingenomen. Andere kinderen hebben veel
aardiger tantes, veel leuker ooms. Het eenig
kind verlangt naar broertjes en zusjes; het
kind uit een groot gezin zou alleen willen
zijn. De jongste wil de oudste zijn, de oud
ste de jongste. Een tweeling broer of een
tweeling zus zou je moeten hebben of een
groote zuster, die uitgaat in mooie japonnen.
Alles wat anderen hebben lijkt heerlijk. MLv-
schien is dat wel het sterkst in onze kinder
jaren. We kunnen dan nog niet wennen aan
de beperktheid, die ons is opgelegd. Als we
Jan zijn willen we Jaap wezen en we
droomen er van hoe dat zijn zal.
Later worden we practischer. Ook in onze
droomen. We fantaseeren niet meer over
volstrekt onmogelijke dingen. We weten, dat
Jan Jan blijft, dat we geen koningen en geen
kermisreizigers zullen worden. We zien onze
begrensdheid en zoeken binnen dre grenzen
naar mogelijkheid.
Maar het kind ziet die grenzen niet, be
kommert er zich niet om. Zal het geen koning
worden? Maar het is immers een koning. Als
vader en moeder er nu maar aan willen
denken hem „Majesteit" te noemen, dan is
het huis een paleis, dan is de stad zijn
koninkrijk. Kijk menschen, de koning komt
voorbij.
Het eenigst kind heeft in zijn fantasie
broertjes en zusjes waarmee het speelt,
het is ook niet zoo moeilijk een tijdje Je
vriendje te zijn. Alles moet wel héél prettig
zijn. om je zelf te willen blijven.
Het is ook zoo natuurlijk, voor een kind
moeten de emoties van buiten af komen en
er valt ïn zijn eigen bestaan niet genoeg voor
hem te beleven. Hij heeft de emoties of
althans de gewaande emoties van anderen
er by noodig. En die moeten dan liefst zoo
hevig mogelijk zUn.
Een kind is nooit een klein prlnsle, altyd
een groote koning. Het is wereld-beroemd.
geliefd, gevreesdHet Is de mooiste, de
liefsteHeeriyk die fantastische spelletjes
die je soms met vriendjes en vriendinnetjes
speelde, maar meestal alleen.
Deed je het met elkaar, dan voerde Je
een soort tableau vivant. op. Er was dan nog
al eens ruzie om de rollen. Je kon niet alle
maal de mooiste, de dapperste zUn. En het
allermooiste pakje kon maar door een ge
dragen worden. En je durfde ook niet zoo erg
goed, je schaamde je een beetje voor je vèr-
reikende fantasieën, je was bang opscheppe
rig en üdel te ïyken.
Nee, alleen waren de spelletjes het pret
tigst. Dan had je verbeelding vry spel. En
dan was niets onmogelyk.
Is het slecht kinderen zoo te laten droo
men? Het geeft niet veel er over te discus
sieeren. Leert u het hen maar eens af! Zeker
zUn de grootste droomers op school niet de
beste leerlingen. Ze hebben andere dingen om
over te denken dan sommen en lesjes. En
misschien hebben zü het in hun later leven
ook wel moeilyker. Het is niet zoo makkelijk
te werken, te zorgen, als je gewend bent te
droomen. Het reëele leven komt als een
vyand opduiken. Maar meestal wijken de
fantasieën wel bytyds voor de rnnerlljke er
varingen. Als de jonge mensch zyn eigen
ryke inneriyk ontdekt, verlangt hij niet meer
een ander te zyn. Hy ontdekt zichzelf, en
wil dat „zelf" niet meer prys geven.
Verkleedpartijtjes. Ze hooren by het kind.
Ze zyn een primitieve vorm van eerzuchtig
verlangen, verlangen naar succes en eer.
Het kind wenscht groot te zyn en machtig.
Het zoekt dat op een beetje vreemde, uiter-
ïyke manier. Maar wie zal van het kind ver
wachten. dat het al weet waar het zoeken
moet? Dat komt later wel. Het verlangen
naar grooter, naar beter naar Iets ènders
dat is er. En dat ls een verblijdend teeken.
BEP OTTEN.
Dat men sponzen niet in erg heet water
moet doen, omdat ze dan krimpen.
Dat men een harde spons zachter kan ma
ken, door haar in een oude pan met water te
bedekken, een lepel borax toe te voegen en
zachtjes aan de kook te brengen? Dan de
spons er uit halen, er wat droge borax in
wrijven en dan onder de kraan uitspoelen.
Laat de kraan er maar gerust een poosje op
loopen.
Vuile sponzen kan men nog het best aldus
schoonmaken: los 1/2 ons koolzure soda in 2
liter warm (niet heet!) water op. Laat de
spons daarin een dag staan weeken. Daarna
goed uitspoelen in veel, koud water,
Vóór my liggen drie verschillende mode
plaatjes: een Er.gelsch, een Dultsch en een
Fransch. uit drie verschil'ende tydschrlften
in die talen, die dan al niet bepaald mode
bladen kunnen worden genoemd, maar die
er toch enkele bladzyden aan wijden ln ieder
aflevering.
En het verschil tusschen deze drie is be
paald opvallend. Ten eerste al de houding
ran de geteekende figuren: de Frangaises
nemen allen min of meer een bestudeerde
houding aan. sommige wat hjdend en droef
geestig. anderen laatdunkend, maar allen
UJken tame'yk vermoeid. De Dultsche staat
er wat stijfjes by. het jongenshoofd kykt
lang niet slaperig de wereld in, en de Engel-
sche neemt strijk en zet een sportieve hou
ding aan alsof aan ieder costuum dat zy
draagt een hockey-stick of iets dergeUjks
ontbreekt.
Wat een aanmerkingen, zult u misschien
nu denken. Maar u zult me toch moeten toe
geven, dat figuurtjes op modeplaten bUna
altyd akelige, zelfgenoegzame schepsels zyn,
met een airtje van „ben-lk-nlet-mooi" en
een overdreven houding zooals men die van
een vrouw maar zelden ziet of het moet
ook weer bestudeerd zyn.
Nu is echter het merkwaardige, dat in de
kleeding deze verschillen even opmerkeiyk
zyn a's in de uitdrukking van het gezicht
en in de houding.
Het Fransche plaatje doet weelderig aan,
niet alleen in de avondtoiletten, maar ook in
de mantels en middag japonnen. By de be
studeerde houding past de lange rok uitste
kend, en zoo zyn ook de japonnen en man
tels tameiyk lang. hoewel niet tot op de en
kels vallend als bij de avondtoiletten. Voor
het meerendeel is de snit weelderig en zeer
elegant, hoewel men natuuriyk, als steeds,
verschil van meening kan hebben over het al
of niet mooie ervan. Daarnaast doet. de Dult
sche wel heel verschillend aan: de rokken
zyn, behalve by de avondtoiletten, aanmer-
kelyk korter en de snit is heel wat styver dan
by de Fransche dames. Voor myn gevoel
spreekt uit deze afbeeldingen de nieuwe za-
kelykheid: practisch, gemakkeiyk, maar met
weinig charme.
Daar tusschen in bewegen zich de Engel-
schen: gemakkeiyke kleeding, tameiyk sim
pel van snit, weieens tot vervelens toe met
kraagje, manchetjes en ceintuur afgewerkt,
maar met meer aantrekkelykheid dan die op
de Duitsche afbeeldingen.
De typeerende verschillen.
Nu is het echter allerminst myn bedoe
ling om te beweren, dat alle Engelsche, of
alle Fransche. of alle Dultsche mode-afbeel
dingen zoo zijn, ais ik hierboven beschreef,
dat zou op een nationale kleederdracht gaan
ïyken. En waar die Juist aan het verdwijnen
zyn doordat afstanden tusschen steden, dor
pen en eilanden geen rol meer spelen ln
onzen tyd, zou dat een onjuiste voorstelling
zyn. Zoo is het dan ook uitstekend denkbaar,
dat men in een modemagazyn een japon
koopt van schijnbaar Fransche origine, die
echter ln werkeiykheld uit een Berlijnsch
atelier komt, terwijl een „echt Engelsch"
mantelcostuum, zooals het heet, best ln de
Lichtstad kan zyn ontworpen en gemaakt
En dan komt ten-lotte uw nieuwe-zakeiyk-
held-Jurk wel uit Londen.
Het opvallende verschil ligt echter ln de
tydschrlften, dat ls het eigenaardige. Wie
zich hier alleen zou houden by de afbeel
dingen In de week- o fmaandbladen uit die
drie landen, en zich nooit op de hoogte kon
stellen van de werkeiyke origine der kle
dingstukken, of der modellen die hier ge-
copiëerd worden, zou niet anders weten, clan
dat de verschillen zoo opvallend zyn, als zij
op die plaatjes ïyken.
Nu is het meenigmaal wel zoo. dat model
len uit de Duitsche ateliers doorgaan moe
ten voor echte Parijache toiletten, waaruit
biykt, hoe deze laatste mode voor velen toch
de toonaangevende is. Voor sommigen Ls het
niets mooi. als het niet uit ParUs komt. wat
er toch weinig toe doet. wanneer het toilet
ons bevalt en ons goed staat. Ook Weenen
levert menig model af. dat in Parys geen
slecht figuur zou maken, maar de nnam
van een Fransch modehuls doet bU velen
toch nog wonderen.
Natuuriyk is de specifiek Fransche of En
gelsche of Duitsche mode niet uit de lucht
gegrepen, het staat in nauw verband met
den landaard, met de karaktereigenschappen
en zeker niet het minst met de vrouw zelf.
met haar figuur, met haar gang. met haar
grootte. Daarom zyn deze tydschrlften ook
een spiegel van het volk, maar wie enkel
elegance in Frankryk verwacht, en niets
daarvan in Duitschland. of wie meent dat
sportiviteit alleen in Engeland bestaat, komt
toch bedrogen uit.
E. E. J.—P
Daarover zyn we het alle
maal waarschyrüyk wel eans,
dat er in den winter zeker wei
nig is te vinden, dat de voor
keur kan verdienen boven een
keurig ensemble, dat wil zeg
gen, een japon en mantel die
volkomen by elkaar behooren,
van dezelfde stof enz. Maar,
aooals een bekend tail eur on
langs tegen ons opmerkte, het
ls net als bij de heeren: die
zouden feitelijk ook by elk cos
tume een by passende winterjas
behooren te dragen, het is al
leeneen beetje erg duur.
En deze overweging zal het dan
ook wel geweest zyn, die da
modehuizen er dezen winter
toe gebracht heeft, ons genadigiyk toe te
staan, dat we by een fantasiejapon een effen
imantel dragen, terwijl het evenzeer goed
gunstig is veroorloofd, om by een effen jurk
een famasiemantel te dragen. De mode-wet
gevers vonden blijkbaar, dat er wel een
kleine vergoeding mocht staan tegenover het
feit, dat onze japonnen speciaal die voor den
avond, eindelooze ellen stof meer verslinden
dan voorheen, omdat de rokken niet alleen
zeer lang, maar bovendien nog zeer ruim zyn.
Welnu dan, rechts op het plaatje is een toilet
weergegeven, waarvan de japon bestaat uit
de nu wel zeer bekende stof met fyne witte
stipjes en fyne onregelmatige streepjes, op
een zwart fond. Er wordt een zwart leeren
ceintuurtje op gedragen. Verder is de Japon
zonder mouwen, aangezien er een overhemdje
van witte toile de soie onder gedragen wordt-
De mantel is effen zwart, met ikraag van
gryze vos. Links een heel eenvoudig japon
netje van groene diagonaals tof, rok naar be
neden iets klokkend; het lijfje is met hooge
overslag en revers van witte stof. De «mantel
is van dezelfde stof, gegarneerd met Persianer
en das van dezelfde stof als de mantel. Het
figuurtje links bovenaan op het plaatje stelt
het rugaanzicht voor van de mantel geheel
rechts.
MIDDACJAPON.
No. 506.
ls een middagjapon van gryze kant, met een
onderrobe van gryze crêpe de chine en van
achteren langer dan aan den voorkant. De
taille is weinig geaccentueerd, terwyl de rok
met vele klokken neervalt. Over de japon
heen wordt een jasje gedragen, dat tot even
over de heup komt. Het is van dezelfde kant
vervaardigd als de japon. Het kraagje staat
op, terwyl even daaronder op den rug een
strik is aangebracht met lange slippen.
Voorwaar, een chique geheel, evenals
No. 507
een middagjapon van zachtgroene zyde. De
rok bestaat uit drie gedeelten, nl. een heup
stuk, dat glad om het figuur sluit, dan een
"suntig oploopend, van onderen wyder val
lend middenstuk, waarna de rok verder met
eenige ruime klokken naar beneden valt Het
lijfje dat fot de taille reikt, heeft een opening
midden voor en sluit met glazen fantasie
knoopjes. Dit split loopt tot in het heupstuk
door Om de taille wordt een smal ceintuurtje
gedragen, eveneens met een glazen knoop af
gewerkt. De hals heeft een smal gepllsseerd
kraagje, waaronder een groote, tweedeelige
Berthe-kraag ls aangebracht, die met een
breeden zoom is afgewerkt. De mouwen slui
ten glad aan, en worden nauwtoeloopend af
gewerkt met een geplisseerde manchet.
MODE-PRAATJES.
De costuums blijven glad over de heupen,
soms zelfs tot de knieën om vandaar uit in
sferiyke plooien naar beneden te vallen. Bij
de avondjaponnen is dit echter weer anders.
Daar wordt de tailleiyn sterk geaccentueerd,
in sommige gevallen soms iets boven het
middel aaneereven door een ceintuur om van
daar vloeiend en ruim tot den grond te
reiken. Het allernieuwste is het avond
toilet met rondom geheel Tangen rok, welke
zeer ruim soms met volants of strookjes tot
op den voet hangt of nog iets -langer is.
De nieuwste mantel is voorzien van een
ruim onderstuk, dat iets heeft van een
strook, afsezet met bont. De mouwen dragen
hun bontearneering rondom de elleboog en
niet op de pols. De bontkragen zyn ruim,
meest geplooid of ingehaald lanes den hals
De bn- .sche muts, zoo zeer geschikt by de
groote bontkragen, daar een hoed met rand
van achteren veel te lastig is en het bont
spoedig kaal maakt, zien we in alle varia
ties.
Een zeer tydroovend werk is altyd het
stoppen en vooral het netjes stoppen van
onze fyne zyden kousen.
•Tegenwoordig behoeven wy oris hierover
niet meer bezorgd te maken, daar er een
kleefstof in den handel is gebracht die niet
loslaat, zelfs niet als de kousen in heet water
gewasschen worden, iets, dat wy natuurlijk
nooit doen, daar de kous hierdoor veel te
veel te ïyden heeft. Men neemt een oude kous
in de tint van de kous die gerepareerd moet
worden, knipt hiervan een stuk af, rondom
een centimeter grooter, dan het gat dat ge
maakt moet worden. Op dit stukje brengen
we een laagje van de kleefstof aan. Dit be
vestigt men aan den binnenkant van de kous,
we stryken even met een lauw strykijzer over
het geheel heen en onze kous is feilloos ge
maakt.
CHOCOLADEGLAZUUR.
Chocoladeglazuur om een taart te garneeren
wordt als volgt bereid.
Men laat 1 ons poedersuiker, 2 theelepels
cacao en 2 eetlepels water onder voortdurend
roeren met elkaar inkoken. Men m<?et blijven
koken, tot men een draad kan trekken van
een kleine hoeveelheid van de suikerstroop,
die men op een koud bord heeft uitgegoten,
en den lepel. De afgebroken draad mag zich
niet weer terugtrekken, maar dadelijk vas.
worden. Dan neemt men de massa van het
vuur en roert tot zy dik en ondoorschynend
is. Vervolgens giet men het glazuur snel over
de taart. Dan even in den oven en tenslotte
aan de lucht laten drogen.
MODERNE MEUBELS.
Weet U, dat er behalve de opklapbare
bedden, die zoo practisch en keurig zijn met
overdag een gordyn er voor en een lUst van
eikenhout, waarop we allerlei aardigs kun
nen neerzetten, ook andere meubels in de
mode komen, die eveneens tot doel hebben,
datgene te maskeeren wat niet in gebruik
genomen wordt, 't Klinkt haast fantastisch,
dat een boekenkast omgeschapen kan wor
den in een opgemaakt bed, alleen door haar
op de daan-oor speciaal aangebrachte rolle
tjes om te draaien
Dan is er de moderne toilet-schrijftafel,
welke gesloten zynde dienst doet aLs schrijf
bureau en open geklapt een mooie tollet-tafel
met spiegel is. De spiegel ls aangebracht aan
den binnenkant van het bovenvlak.
Ook de draaibare kast. welke meer en
meer In gebruik komt. treedt in steeds fraaier
vorm en bewerking op den voorgrond. Over
dag is het een gecombineerde hang- en boe
kenkast. tevens schryftafel met diepe laden
met kastje er onder. Zonder moeite draalt
men de kast 's avonds om: we kunnen in een
keurig opgemaakt bed met springmatras
stappen!
Hoewel de lange bontmantels de eigenly-
ke groote mode vormen, ziet men toch elk
jaar weer de korte jasjes verschynen als
een soort byioopertjes, die sommige schoo-
nen dragen omdat ze zooveel goedkooper
zyn dan de lange modellen, en anderen weer
gebruiken in ons land tenminste omdat
ze zoo gemakkelyk zyn op de fiets. In elk
geval gelden ze nooit als erg chique. Maar nu
zyn sinds eenlgen tyd dc heel lange rokken
in opkomst vooral voor 's avonds. En zoo
stond men dus voor de keus: of bontmantels
maken, die even lang waren, of een ander
model, dat zich alleen maar by de Ujn en
dus niet by de lengte aanpaste. Men koos
het laatste, misschien omdat hot de minst
kostbare weg was, maar ook omdat men
vreesde, dat een tot op den grond reikende
mantel te massaal, te plomp en wellicht ook
te onhandelbaar zou worden. Uit dit idee
is ontstaan de korte avondmantel, die in
lengte afwykt van alle andere gangbare mo
dellen. Hy is langer dan het korte dagman
teltje en toch ook weer korter dan de zoo
genaamde driekwart. Tot nu toe ziet men
hem veelal in de fyntse bontsoorten, als
nertz, breitschwantz, persianer en herme
lijn. Een groote kraag van ander bont is
geen regel, maar op hermeiyn garneert men
desondanks gaarne een witte vos,
Leege kartonnen doosjes van postpapier of
bonbons zullen zeker nog wel in huls te
vinden zyn. Door een kleine, eenvoudige ver
siering gaan wy deze oude doosjes omtoo-
veren in aardige presentjes voor het as. Sint
Nicolaas feest. Het doosje wordt met sits
papier beplakt en op de deksel brengen wy
een versiering aan van vlechtreepen. wy ver
werken de vlechtreepen tot de bekende boe
kenlegger. Twee aardige kleuren b.v. geel
en rood worden voor de boekenlegger uitge
zocht en de kleuters kunnen met dit gezellige
werkje beginnen. Twee gele reepen worden
dubbel gevouwen voor ons gelegd; de recht-
sche met de open kant boven en de linksche
met den dubbelgevouwen kant naar boven
gekeerd. Men vlecht nu door met roode
reepen, deze deelt men ln vieren en vouwt
de verkregen stukjes dubbel. In de rechter
hand neemt men het dubbel gevouwen roode
reepje en neemt hiermee de gele rechter-
reep op en haalt by den linker het roode
reepje er door. Het tweede reepje wordt nu
van den linkerkant af op dezelfde manier,
doorgehaald (afb. a) zyn alle reepjes door
gevlochten. dan trekt men de roode en gele
reepen goed aan (afb. b). De stukjes, die nu
uitsteken worden kort afgeknipt en omge-
plakt. Om den rand van de deksel wordt
de boekenlegger heengelegd, waarschyniyk
zal één boekenlegger niet genoeg zijn en moe
ten wij een tweede er tegen aan leggen. Ook
de bovenkant van de deksel wordt met de
gevlochten reepjes versierd. Dit kan natuur
iyk weer op verschillende manieren gebeuren.
Afbeelding c laat U een eenvoudig en toch
aardige afwerking zien.
Op deze manier kan men verschillende
doosjes aardig opknappen en tegeiykertyd ls
het beplakken van het doosje en het vlech
ten met de reepjes een gezellige bezigheid
voor de kleintjes. Het modelletje is in de
Tydingzaal van ons blad te zien.
W. R.
WINTERMANTEL.
KORT BONTMANTELTJE
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
Hier toonen wy u een zwart rip« winter
mantel, welke tot aan den hals gesloten ge
dragen wordt. De sluiting ls blind, en de
kraag is vervangen door een lange sjaal,
welke om de schouders geworpen wordt. De
mantel is met rood? zyde gevoerd; tevens
heeft de sjaal dezelfde zijde als achterkant.
De mantel heeft geen zakken, terwyl rechts
een los stuk op het zijpand is gezet, dat al
leen als versiering dient. De mouw ls tot aan
den elleboog glad. dan komt de ondermouw
als uit een enveloppe uit het bovenstuk
kyken. Een smalle manchet maakt de mouw
af, tenvyi vyf knoopen als garneering zijn
aangebracht op den ondermouw.