mm
m
iMikcudüé <öpecu£cm&,25 ct pek
Firiancieele Kroniek,
H.D. VERTELLINGEN
N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING
HOUTPLEIN 8, TELEFOON 13829 (luSen) ALLE BANKZAKEN
THEESERVIES
ANDREA'' 1239E3
DE MYSTERIEUSE
VERDWIJNING.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 1 DECEMBER 1930
Toenemend weerstandsvermogen
der aandce!c»markt. Het gevaar
van een te groot obligatiebezit.
Pogingen tot evenwichtsherstel 0p
de prodnctonmarkten. Betere
stemming voor Koninklijke en Phi
lips. De nieuwe Indische lecc-
ning en het NedcrJandsch schat
kistpapier.
orschoon van een algemeen koershcrstel op
de beurzen nog niet k;„n worden gespro
ken kan toch worden geconstateerd dat de
nerveuze stemming van dc laatste weken
voor een rustiger beschouwing van den tee-
stand heeft plaats gemaakt. Blijkbaar heb
ben de vele bankfalllissementën in de Vcr-
eenigde Staten hun schaduw reeds eenige
weken vooruitgeworpen, want de officlecle
aankondiging heeft op de Now Yorksche
beurs betrekkelijk weinig invloed gehad. De
geleidelijke koersdaling, welke sinds een
jaar aan alle beurzen heeft plaals gehad,
heeft uiteraard de zwakke posities uit. de
markt doen verdwijnen en ln het algemeen
de koersen op een peil gebracht, waarop de
fondsen in menig opzicht koopwaai-dig
schijnen. Te meer geldt dit van de aandes-
len waarop nog dividend wordt betaald en
waarvan ook voor de naaste toekomst rede-
lijike dividenden mogen worden venvacht,
zoodat zij voor beleggingsdoelcindcn in aan
merking komen. Reeds maanden lang
schijnt het publiek niets dan obligaties te
koopen, tengevolge waarvan het rendement
voortdurend afneemt. Men stelt zich in
dezen tijd met een rente van 3 12 pet., in
sommige gevallen met nog minder tevreden
en verliest daarbij misschien wel eens uit
het oog dat we in een wereld leven, waarin
van blijvende toestanden geen sprake Ls. Hoe
onbevredigend de naaste vooruitzichten op
schier elk gebied ook mogen schijnen, op de
periode van neergang en depressie komt weer
een tijd van opleving, welke met een grootere
vraag naar geld gepaard gaat. Wanneer die
nieuwe tijd zal aanbreken zal zelfs de heer
Marlon niet kunnen voorzien, maar de hou
der en kcoper van effecten heeft er ook in
dezen tijd voor te zorgen, dat hij bij de keuze
der fondsen zooveel mogelijk liet evenwicht
bewaart. Men kan zich op het standpunt
stellen dat het de voorkeur verdient zich
in dezen tijd met een minimaal rendement
tevreden te stellen ter beveiliging van de
hoofdsom der belegde kapitalen. Het schijnt
echter niet overbodig er op te wijzen dat
ook bij een dergelijke belegging voor het in
tact blijven van de hoofdsom allerminst vol
ledige zekerheid bestaat, omdat bij een her
leving van handel en bedrijf zelfs de best?
obligaties van staat en gemeenten belangrijk
ih koers kunnen terugkopen. Deze overwe
ging moet er toe nopen om zich bij den aan
koop van obligaties een beperking op te leg
gen teneinde te voorkomen dat straks
met duurgekochte obligaties en een klein ka-
pltaalsinkomen een periode van nieuwe wel
vaart Intreedt.
Het is vermoedelijk ook deze overweging,
die de laatste weken aan de Amerikaansche
markt steun geeft. Beleggingstrusts en in
moeilijkheden geraakte bankinstellingen heb
ben zelfs de beste aandeelen tot steeds da
lende koersen moeten opruimen, de finan
cieel sterke instellingen echter en de grootere
beleggers zijn reeds enkele weken bezig hun
bezit aan goede aandeelen te vergrooten. Blij
kens informaties van den laatsten tijd begint
ook het publiek in de Unie zich voor beleg
ging van kapitaal weer ln sterkere mate op
de aandeelenmarkt te richten, ten gevolge
waarvan deze een grooteren weerstand ver
toont dan eenige weken geleden.
Ook ten onzent dient hierop te worden
gelet, waar vele aandeelen gedaald zijn tot
koersen, waarin bij 'n lichte prijsstijging op
de goederenmarkt de kansen op een bedui
dende verbetering verborgen liggen. Goede
aandeelen en wij denken hier aan de
beste suiker- tabaks- en .scheepvaartwaar
den kunnen nog wel verder dalen, maar
hebben hun innerlijke veerkracht nog niet
verloren. Dit blijkt wel hieruit, dat bij de
geringste verbetering der vooruitzichten een
belangrijk koersherstel kan intreden. Nu de
prijzen van de meeste producten en artike
len tot of beneden den kostprijs gedaald
zijn, is de kans op herstel greoter dan op
een verdere daling, temeer nu op elk gebied
der voortbrenging maatregelen worden ge
troffen of overwogen om de productie met
de verminderde consumptie in evenwicht
te brengen. Zoowel de koperproducenten, de
suikerproducenten, de rubberproducenten en
de petroleumprcducenten zijn daarover thans
dag en nacht bezig en hoe gering ook de kans
van slagen soms moge schijnen, geheel zon
der invloed blijven deze besprekingen toch
niet. Daar komt bij, dat de natuurlijke pro
ductievermindering, tengevolge van kapitaal
gebrek der ondernemers, grooteren omvang
aanneemt en anderzijds de onzichtbare voor
raden bij handelaren en verbruikers op de
afbraakpryzen van dezen tijd geleidelijk wor
den aangevuld. Het heeft er allen schijn van,
dat zelfs de voorgoed doodgewaande sui
kerconventie van Brussel weer zal herleven,
nu ook de.Visp ten aanzien van een bespre
king over productiebeperking niet meer ge
heel afzijdig staat.
Na dc alarmeerende berichten over een
nieuwen petroleumstrijd, tengevolge waarvan
de aandeelen Koninklijke beneden 300 pet.
daalden, heeft men de positie en de vooruit
zichten van dit wereld concern deze week
iets minder pessimistisch beoordeeld, nu door
verschillende groote petroleummaatschap-
pijen de productie beperkt wordt en aan den
anderen kant de vraag naar automobielen in
de Unie weer iets schijnt toe te nemen. De
mogelijkheid dat ook ditmaal de strijd tegen
de koninklijke Shell-groep in de Unie tot een
compromis zal leiden, mag ook niet worden
voorbijgezien.
Op de afdeeling der industrieele aandee
len hebben de koersen nog altijd een onre
gelmatig verloop: van een bepaalde richting
is nog geen sprake. Maar het groote aanbod
in de aandeelen Philips' Gloeilampen schijnt
toch tot staan te zijn gekomen, mede allicht
door de mededeeling der directie, dat de af
zet van radio-artikelen thans grooter is dan
ooit en de daarmee overeenstemmende ex
portcijfers over de maand October.
Onverklaarbaar was ook ditmaal de ver
dere koersdaling van aandeelen Margarine-
Unie, die tot 198 1 2 pet. zijn ingezakt om la
ter weer iets te herstellen. Omtrent den gang
van zaken bij dit concern is uiterst weinig
bekend, waarin vermoedelijk de voornaam
ste reden voor de koersafbrokkeling gele
gen is.
Op de bele^gingsmarkt heeft het wel even
de aandacht getrokken, dat de nieuwe Indi
sche leening niet geheel is volteekend; de
snel terugloopende ontvangsten der Indische
schatkist houden hiermee vermoedelijk ver
band. De toewijzing van 31 2 pet. Nederl.
Schatkistbiljetten tot den koers van 101 pet.
levert opnieuw het bewijs dat men aan de
veiligheid van het kapitaal gaarne een groot
deel van het rendement opoffert.
Geld op prolongatie 114 a 112 pet.
LETTCNGA.
BINNENLAND
DE HANDELS. EN LANDBOUW-
BANK.
CREDITEURENVERGADERING
BIJEENGEROEPEN.
De crediteuren van de Handels- en Land-
bouwbank en van de Spaarbank dezer instel
ling zullen naar het Corr. Bureau meldt, door
den griffier der Haagsche rechtbank worden
opgeroepen voor een vergadering op Zater
dag 21 Februari 1931, 's morgens halfelf in
de groote zaal van den Dierentuin te 's-Gra-
venhage ten einde te worden gehoord over
de door deze banken ingediende aanvragen
tot het verkrijgen van surséance van beta
ling.
(Adv. Ingez. Med.) I
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
ELECTRQLASCH
£9ZE«:CIETUZER
IEI-I30D0 STAAL
DE HEER VAN TIJEN VLIEGT
NIET TERUG.
HIJ GAAT EERST NAAR AUSTRALIA
Aneta seint uit Batavia, dat de heer Van
Tijen na zijn aankomst aldaar hartelijk ge
huldigd is. HU werd toegesproken door den
burgemeester en vele anderen.
De heer van Tijen vertelde, dat een uur
voordat hij Telok-Betong bereikte, hij be
merkte, dat de magneet haperde. Hij had
wel kunnen vliegen, doch koos het zekere
voor het onzekere. De heer Van Tijen was vol
lof over de hartelijke ontvangst, door de
Engelschen. De atmosfeer in het Taurusge-
bergte was zeer koud. Hij vloog toen op een
hoogte van 3600 M., terwijl het toestel
hoogstens een hoogte van 4' 00 M. kan halen.
Van den Taurus tot Victoria-point had hij
goed weer, doch van daar tot Pakan-Baros
slecht.
Hij zal niet naar Nederland terugvliegen.
Bandoeng is de laatste landingsplaats en
van hier zal het toestel naar Holland worden
teruggezonden.
De heer Van Tijen blijft enkele maanden
voor zaken in Ned.-Indië en zal ook naar
Australië gaan. Te 11.50 vertrok de heer Van
Tijen uit Bandoeng.
Vergezeld van de „Kriel" en tegemoet ge
vlogen door een aantal legervliegtuigen,
kwam Van Tijen te Bandoeng aan.
Ook hier was de ontvangst zeer hartelijk.
GEEN MUNITIELEVERING AAN ANDERE
LANDEN.
In de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag over de begrooting van het
staatsbedrijf der Artillerieinrichtingen voor
1931 deelde de Minister van Defensie mede,
dat het- bedrijf geen munitie heeft geleverd
aaneenige vreemde mogendheid. Wel is
zooals ook in andere landen door staatsbe
drijven geschiedt door de artillerie-inrich
tingen eenige malen medegewerkt aan de
vervaardiging van munitie bestemd voor een
.vreemde mogendheid. Dit geschiedde echter
niet in concurrentie met particuliere fabrie
ken, integendeel op verzoek.
VERGADERING VAN DEN VRIJ-
ZINNIG-DEMOCRATISCHEN
BOND.
MR. MARCHANT OVER DEN POLITIEKEN
TOESTAND.
Zaterdag en Zondag heeft de Vryzinnig
Democratische Bond te Hengelo de jaarver
gadering gehouden, onder leiding van den
voorzitter, mr. W. H. Werker. Deze zei in zUn
openingsrede, dat overal de democraten
tegenover de dictatuur staan. Ook in Neder
land vormt de dictatuur een dreigend gevaar.
Spr. vroeg of het zwUgen over de V.D. in het
door de Liberale Staatspartij uitgegeven
manifest beteekent, dat men hen van
den aardbodem verdwenen acht. Dat dit niet
het geval is, zal men merken, aldus spr. als
het gaat om den strijd tegen het kapitaals-
overwicht en om de zaak der nationale ont
wapening.
Mr. H. P. Marchant heeft een groote rede
gehouden, waarin hij zeide, dat het oude
liberalisme ontrouw geworden is aan zijn
tradities, wat vooral blijkt uit de houding der
partij ten opzichte van de radio-censuur. De
Vrijzinnig-democraten zullen echter blyven
staan tegenover elk dwangregiem. Sprekende
over het geval-Albarda noemde mr. Marchant
dit een vragenspel, slechts een politieke
manoeuvre teneinde een coalitie tusschen
Katholieken en sociaal-democraten onmoge-
lyk te maken.
Men tracht ons te sussen, aldus de heer
Marchant, met de onhoudbare voorstelling,
al£ wij, de gewapende oorlogsmacht ult-
brc .gende tegen schending der neutraliteit,
niet in den oorlog behoeven te worden be-
tokken. Merkwaardiger dan alles, wat er
in dit Kamerdebat gezegd is, vond spreker
het, dat Nolens niets zeide.
Spr. besloot, na gewaagd te hebben van
de eenheid In de party, met het vertrouwen
uit te spreken, dat de vrijzinnig-democaten
overwinnen zullen.
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
Gesloten Deuren.
Onzichtbaar langzaam kropen de wijzers
die nog het negende uur niet hadden aange
wezen, met trage onverzettelijkheid voort
op de wijzerplaat. Het raderwerk be-tiktakte
elke seconde die tot het verleden terugviel
ln monotone litanie. Tik-tak, tik-tak, voor-
bü, voor-bij, tik-tak.
De man, die in zijn stoel in stemmingloos
nietsdoen het tikken der klok beluisterde,
zuchtte. Hoevele avonden zouden er nog
komen dat ze zoo tegenover elkaar zouden
zitten? Zij lezend. Altijd lezend. Hij de klok
afluisterend, die met beangstigende onver
moeibaarheid zou doorgaan de seconden terug
te werpen in het verleden, seconde na secon
de aaneen te rügen tot minuten, uren, dagen,
ja tot jaren. Jaren! Even bewoog hij zich
onrustig in zijn steel. Jaren! Hoeveel nog?
Vijf ervan waren ze nu getrouwd. Hoeveel
maal vijf zouden er nog volgen? Hoeveel mil-
lioenen tikken, als even zoovele waarschu
wingen dat het leven je ontgleed, seconde
na seconde, zouden nog wegvloeien in het
voorbye? Hoeveel hamerslagen zou het rader
werk nog geven? Hamerslagen, waarmede het
al die ontastbare, die onzegbaar-korte tijds-
trillingen smeedde in de keten der eeuwig
heid, waaraan begin noch einde is?
Negen slagen, in zilveren zang de klok ont
sprongen, onderbraken zijn gedachten.
„Negen uur".
„Ja".
De stille atmosfeer schommelde een oogen-
blik heen en weder, doch kwam snel weer tot
rust en legde zich als in haast-zichtbare
sluier over de kamer.
„Wil je nog thee".
„Ja, goed".
Even rammelden in schril geluid 'n paar
kopjes. De theepot klukte hoorbaar.
Met nieuw-merkbaar lippenbeweeg zette
zij de thee voor hem neer, waarna zU zich
met een lichten zucht weer over haar boek
boog.
„Dank je".
Z'n gedachten traagden rond in hun vijf
huwelijksjaren. Neen, ze hadden elkaar nooit
met volle overgave liefgehad.. Och ja, ze
konden goed met elkander overweg. En liefde
wat was liefde? Dat verdween toch vaak
weer even snel als het gekomen was en er
bleef niets dan wat bittere droesem. Zoo
hadden zij er over gedacht. Je kon, had hij
altijd geredeneerd, je kon veel beter wat
beschouwend tegenover dat alles staan. Niet
doen, niet denken, alsof liefde het eenigst-
bestaande was, dat je leven glans kon be
zetten. Haar meening was vrijwel gelijk ge
weest. Daarop waren ze getrouwd. En de
ontdekking dat ze elkaar onverschillig
waren geworden, een ontdekking die bij som
mige menschen pas na jaren en bij enkelen
nooit kwam, had zich bij hen al in de eerste
maanden geopenbaard. Geen van beiden had
de kracht gehad, dit te negeeren.
Zou zij het ook zoo voelen? Hij keek naar
zijn vrouw, die in het gouden lamplicht haar
hoofd over een boek gebogen hield en las.
Als een vreemde, zonder een diepere trilling
in zijn ziel, bestudeerde hij het met licht
overgoten gelaat. Over haar heele gezicht
lag iets koels, iets gereserveerds.
Die haar kenden hadden het probeeren
uit te drukken door te zeggen: „Zij heeft iets
voornaams", niet dat „aliedaagsche".
Hij kreeg steeds zoo den indruk, alsof
ja precies zeggen kon hij het niet, maar zoo'n
gevoel alsof dat gezicht geen warmte uit
straalde, zooiets wanneer je je vingers
tegen die wangen legde, je handen koud zou
den worden. Gek idee toch. 'n Licht geruisch
bij de tafel deed hem opzien. Ze had het
boek dichtgeklapt en weggeschoven.
„Uit?"
„Ja".
„Mooi?"
„Ja, gaat wel".
Ze stond op, zette het boek op z'n plaats,
liep naar de piano en vroeg zacht: „Kun Je
wat plaats maken?"
Zwijgend voldeed hU aan haar verzoek
schoof den stoel tegen de tafel, liet zich neer
vallen in een fauteuil bij den erker en begon
naar buiten te staren.
't Licht knipte uit. Alleen het pianolampje
spreidde een zacht, rood licht over de piano.
Buiten glimde vochtig het asfalt. Een
enkele wandelaar stapte haastig voorWj, diep
in zijn kraag gedoken.
WaarschynlUk benijdt hU die menschen,
die daar „zoo gezellig en knus" thuis zitten,
dacht hij en even ging er iets in vlijmende
scherpte door hem heen.
De muziek zong zacht door de kamer. Ze
ontroerde hem niet. Doelloos bestaarde hy de
weerkaatsing van het licht der lantaarn
palen, dat in grillige strepen en flarden op
het natte asfalt uitgestrooid lag.
HU trachtte het pianospel te volgen. De
muziek klankte in een haast melodieloos
ryinme als het stappen van iemand, die een
langen, langen weg heeft af te leggen. De
ionen werden hooger en hooger verdmptea
dan kort en verbeten onder haar vingers,
gelijk het snikken eener vernepen ziel. Iets
brandends, heesc'n-makends schoot in zijn
keel. Was dit nu het leven! Het leven, waar
van hy zich zoovele idealen gemaakt had?
Was dit het leven, waarvan hU zich zoovele
gedachten-aroomen had gemaakt? Gedach
ten, die altyd droomen zouden blijven. Plot
seling bemerkte hij, dat ze niet meer speel
de. HU stond op en liep naar haar toe.
Een golf van medelijden met hen beiden
sloeg over hem heen. HU wilde iets zeggen.
„Kind, laten we dit alles vergeten. Laten
we het tuschen ons tweeën opnieuw pro
beeren. Het is voor ons beiden zoo bitter
noodig".
Doch op de koele vraag-oogen van zijn
vrouw bewogen zich slechts even zUn lip
pen.
„HoofdpUn, ik ga slapen".
Zy neeg haar voorhoofd naar hem toe, dat
hU in gewoonte-gebaar vluchtig met fcijn
lippen beroerde.
Zonder op te zien ging hU de kamer uit,
en sloot de deur stil achter zich.
BéKA.
ONGELUK OP EEN ONBEWAAKTEN
OVERWEG
Een auto, waarin gezeten waren een heer
en een dame uit Utrecht, is Zaterdagavond,
waarschijnlyk tengevolge van onbekendheid
met den weg van den bestuurder, op den
onbewaakten overweg aan den Leyenschen
weg te Bilthoven, gegrepen door den trein,
die te ongeveer half elf te Bilthoven aan
komt. De auto werd totaal vernield. De dame
werd ernstig, de heer licht gewond. Beiden
zyn naar het ziekenhuis te Utrecht vervoerd,
waar zij ter verpleging zijn opgenomen.
SLIEDRECÜTSCHE INBREKERS
GEARRESTEERD.
De politie te Hoek van Holland heeft de
hand "gelegd op twee Duitsche inbrekers en
het blijkt, dat zy een goede vangst heeft ge
daan. Na een verhoor, waarby ook de politie
uit Sliedrecht en Delft aanwezig was, hebben
de beide Duitschers bekend ook den diefstal
van de brandkast in hét statition Sliedrecht
te hebben gepleegd. Zij hebben bovendien
fietsen gestolen te Delft en verder nog een
inbraak te Aalst op hun geweten.
FEDERATIE VAN JONG-HERVORMDEN.
In verschillende plaatsen van ons land zijn
vereenigingen van Jong-Het-vormden ont
staan, die alle bedoelen, den band aan te
houden en zoo mogelijk neg te versterken,
die in den rijd, toen men zich op het doen
van belijdenis voorbereidde, tusschen de ca
techisanten onderling en tusschen hen en de
predikanten gelegd is.
Thans is tot een federatief verband beslo
ten. Op een te Bussum gehouden vergadering
.waar de vereenigingen uit Bussum.Amersfoort
'Haarlem, NUmegen, Velsen, Hilversum en
Apeldoorn vertegenwoordigd waren, werd het
bestuur voorloopig aldus samengesteld:
Dr. W. Lodder, te Bussum, voorziter, Ds. M.
G. Gerritsen, te Amersfoort, vice-voorzitter,
J. de Smalen, te Haar'em, penningmeester,
M. v. d. Heyde, te Nijmegen, G. J. van de
Zande, te Velsen, L. W. J. van Hasselt, te Hil
versum, secretaris, H. J. Raat, te Apeldoorn',
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
ONTWERP CR. AGTERBERG
MET12 KOP SCHOTELS |/j JQ
SR. H0UT5TR.1S5 HAAOLEM
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 6(| Ct«. per regel.
FEUILLETON
61)
Ze hield even op. „Dat ls zoowat alles. Ik
ik heb een tamelijk zwaren strijd gehad. Ik
verkocht m'n kleinoodleën en leefde een
tUdlang van de opbrengst er van. Toen ging
ik naar Nice en kreeg een plaats bij het
opera-gezelschap, onder den naam van Marie
Lantelme. Daar merkte ik voor het eerst, dat
iemand anders me op het spoor was een
man die het nooit zou opgeven Sir Frede
ric Bruce van Scotland Yard, die met de
zaak Hilary Gait was belast. Hij wist dat Eric
op den dag van den moord, liet- kantoor had
bezocht., en toen hij mijn verdwijnen uit
Indië had gelezen, moet hU daarin een sa
menhang hebben gezien. Op een avond toen
ik uit den schouwburg te Nice kwam, hield
een inspecteur van Scotland Yard me aan,
op de Promenade des Anglais. ,.U bent Eve
Durand" zei hij. Ik ontkende het, ontliep
hem en bereikte Marseille. Van daar ging ik
naar New-York. Ik veranderde m'n uiterlijk
zooveel mogelijk de kleur van mijn haar
en kreeg een betrekking als mannequin
onder den naam van Jennie Jerome. Weer
was Scotland Yard me op het spoor. Ik moest
's avonds verdwijnen. Toen kwam ik in San
Francisco aan, wanhopig en zonder Ff ld. Op
een veerboot ontmpette ik. Mrs. Tapper-
Brock. die dicht by ons luid gewoond in
Devonshire. Ze is zoo goed geweest om me
mijn betrekking hier te bezorgen. Ik was
weer eens gelukkig, tot sir Frederic Bruce
hierheen kwam, steeds nog het oude spoor
volgend."
Durand stond langzaam op. „Ik hoop dat
je voldaan bent," zei hU ruw.
„O, Eric!"
„Je hebt voor mU afgedaan. Je moest nu
voldaan zUn". Z'n oogen vlamden woest op.
„Je hebt de onbevlekte reputatie van je Sir
Galahad gered
„Zult ge dus bekennen?" vroeg Flannery.
Durand haalde hopeloos z'n schouders op,
„Waarom niet? Wat blijft me anders over?
Hij wendde z'n vlammende oogen naar Chan.
„Alles wat deze duivel heeft gezegd was
waar. Ik bewonder er hem voor. Ik dacht
dat ik slim was, maar hy was nog slimmer.
Z'n stem werd schreeuwerig. „Ik doodde sir
Frederic! Waarom zou ik niet? 't Was de
eenige manier! HU stond daar naar me te
grUnzen. Wat 'n man! HU wou het niet op
geven. IIU wou niet quitte zijn. Zestien Jaar
en nog was hU achter me aan. Zestien jaar
en hy wilde niet vergeten. Ja, ik doodde
hem."
„En de fluweelen pantoffels?" infor
meerde Chan zacht.
„Aan z'n voeten. Dezelfde die ik lang ge
leden op dat kantoor had gelaten. Ik zag ze
juist nadat ik geschoten had en toen waren
m'n zenuwen me de baas. 't Was als een
oordeel mijn handelsmerk aan de
voeten van Sir Frederic naar me wUzend. Ik
trok ze af. nam ze mee. Ik ik wist niet
wat er mee te moeten doen. Ik was m'n
kalmte kwjjt, maar had hem toch eerst
gedood. Ja. ik doodde hem. en ben gereed
te betalen, maar niet op dc manier die JU
denkt."
Plotseling zwaaide hU om en vloog door
dc openslaande deuren naar den tuin van de
bungalow.
„De brand-uitgang!" schreeuwde Flan
nery. „Sny hem den weg af."
De kapitein Duff en Chan waren dicht
er achter, Charlie liep naar en branduit-
gang links, maar daarheen wilde Eric Du
rand vanavond niet gaan. HU liep naar het
hek dat dén tuin jomgaf; een oogenblik
vormde z'n groote gestalte een donker
silhouet tegen de mistige lucht om dan stil
te verdwijnen.
Ze liepen naar het hek en keken naar be
neden. Ver weg, zagen ze, ln het doffe schijn
sel van een straatlantaarn, een zwarten, in
elkaar gezakten hoop, waaromheen een op
loop van menschen zich vormde,
xxn.
Nu hun vervolging zoo tragisch was ge
ëindigd, kwamen de drie mannen langzaam
in de huiskamer van de bungalow terug.
„Wel", zei Flannery, „dat is nu z'n einde."
„Ontvlucht?" riep Miss Morrow.
„Van deze wereld", knikte de kapitein.
Eve Durand uitte een lichten kreet. Miss
Morrow sloeg een arm om haar heen. „Er is
beneden wat voor me te doen", zei Flannery
en ging gauw weg.
„We moesten liever naar huis gaan, lie
ve". zei Miss Morrow zacht. ZU en Eve Du
rand gingen naar de hal. Kirk volgde en
deed de deur voor hen open. HU wilde heel
veel zeggen, maar onder deze omstandig
heden leek zwijgen hem het eenlg mogelijke
toe.
..Ik kan m'n auto even halen", stelde hy
voor.
„Neen. dank u." antwoordde Miss Morrow.
We zullen wel 'n taxi vinden."
„Goeden avond", zei hU ernstig. „Ik hoop
u gauw weer te zien."
Toen hy in de huiskamer terug kwam,
sprak kolonel Beetham: „Niets in z'n leven
was zoo geschikt voor hem als z'n heengaan.
Wat een verknoeid leven was dat! Arme
majoor."
Duff stopte kalm z'n pypje, onverstoor
baar als 'n Chinees. „Wat ik zeggen wil", zei
hy langzaam, „ik heb vanochtend een tele
gram over hem gekregen. Tien jaar geloden
werd hy oneervol ontslagen uit het Britsche
leger, 't Is dus nog de vraag of hy recht
had op dien titel. Maar dat wist u zeker, ko
lonel Beetham?"
„Zeker", antwoordde deze.
„U wist zooveel", vervolgde Duff „zoo
veel wat u niet vertelde. „Wat deed u dien
avond van dien moord beneden?"
„Precies wat ik Flannery verteld heb. Ik
rende naar beneden, om Li Gung te vertel
len, dat hU niet behoefde te wachten."
„Ik had gedacht dat u naar beneden waart
gegaan om met Eve Durand te praten."
De kolonel schudde z'n hoofd. „Neen, die
had ik al gesproken. Ziet u, ik had haar al
ontdekt, eenige dagen voor het diner. Na
dat ik tien jaar lang haar spoor kwUt was
geraakt, kwam ik naar San Francisco op een
gerucht dat ze hier was. Myn boodschap
beneden was Li Gung. zooals ik zei."
„En den volgenden dag bracht u hem op
de boot voor Honolulu?"
„Ja. dat is zoo. Op Eve's verzoek. Ik had
dat al twee dagen tevoren in orde gemaakt.
Ze had vernomen dat Sir Frederic zich
voor hem interesseerde en ze was bang. dat
er iets zou kunnen gebeuren wat m'n vol
genden tocht in gevaar bracht; maar het
was onnoodig. Li Gung zou nooit iets gezegd
hebben; maar om haar gerust te stelled,
deed ik wat ze verzocht."
Duff keek hem afkeurend aan. „U wist
dat Durand den eenen moord had begaan.
Toch hebt u de politie niet op de hoogte ge
steld. Wat dat een spel spelen met de poli
tie. kolonel?"
Beetham haalde z'n schouders op. „Ja, ik
geloof het wel. Ik ben er zeker van. Ik ver
moedde noet dat Durand den avond van sir
Frederic's vermoording, in San Francisco
was geweest. Zelfs ai had ik het geweten
dat hy hier was wel ziet u
„Ik ben bang dat ik het niet begrijp," zei
Duff.
„Er is werkely'k geen reden voor waarom
ik het u zou verklaren" ging Beetham voort,
„maar toch zal ik het doen. Er gebeurde iets
op dien langen tocht door Afghanistan en de
Kavir woestUn. Eve was zoo moedig en be
klaagde zich niet. Ik ik werd verliefd, voor
den eersten en den laatsten keer. Wat ze
sedert voor me gedaan heeft werkelUk
man, ik aanbid haar! Maar ik heb het haar
nooit gezegd. Ik weet niet of ze wat om me
geeft of niet. TerwUl Duranc| leefde, was hy,
in zekeren zin. myn medeminnaar. Als ik
hem had opgegeven, wat zou dan mUn mo
tief zyn geweest. Ik zou 't zelf niet zeker ge
weten hebben. Ik stelde Eve voor om haar
geschiedenis te vertellen, maar ik drong er
niet op aan. Dat kon ik niet, ziet ge. Ik moest
de beslissing aan haar overlaten. Toen ze
dien avond voor Flannery's mannen op de
vlucht ging. hielp ik haar. Als zij dat noodig
vond, was ik gedwongen toe te geven. Ja,
inspecteur, ik speelde het spel naar mUn
eigen idee."
(Wordt vervolgd.)