VAN TWEE ZUSJES BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeellng moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Marnixstraat 20. DE KLEINE KOOPMAN. Ik neem het je niets kwalijk, dat Je er tic vorige week niet tce kwam om je raadsels in te sturen, liet eene feestje volgde maar op 't andere. Dit ls zelfs voor een koopman n ct om bij te houden, 't Doet me genoegen, dat 't boek naar je zin is. Je hobt nu al een heele bibliotheek. HUNKERHARTJE. Leuk. dat jij ook zoo genoten hebt van de poppen kast, Je hebt er Kruimeltje zeker van alles van verteld. Wat gezrll g. dat je in den schouwburg nog een ouden schoolvriend ontmoette, 'k Hoop, d :t 't kalendertje in 1931 goede d ensten zal bewijzen: Wat was dat Zaterdag een vroolijke drukte bij jullie. Speel Je ook piano? W. L. Gelukkig maar. dat de tweede uitvoering beter was dan de eerste. Nu zal de derde zeker don kroon spannen. Wanneer gaan Jul lc naar 't Provinciaal Ziekenhuis? Die regeling van de seizoenkaarten ilj':t me uitstekend. Ik hoop niet. dat Je Woensdag bij me bent geweest. Ik vertelde voor de kinderen van hot Leidsche kwartier. Morgen. Zaterdag kun Je me den heelen dag thuis tref fen.' Jammer, dat Je niets van onze tentoonstelling hebt gezien. Heb Je Je rapport al? Op 't Gelukskind volgt Joost Boschboom. Deze boekon zijn voor den leeftijd van 1216. MONTSARDA. Hoe gaat 't er nu mee? Wat een strop voor Je. dat Jc Zaterdag niet op ons feest kon ko men. Grootmoeder en moeder h b- ben je zeker alles van de ten o.on- stelling verteld, 'k Vond Je inzending heel mooi. Wat heeft die Sint Jou extra goed bedacht. HU had zeker een beetje medelUden met Je. KRIELKIP. 't Doet me plezier, dat JU zaterdag ook genoten hebt. Heb Je al wat moois gehaa d uit den aak van Daan Hocksema? De goci.c Sint is jouw deurtje ook niet voorbij gegaan. Heb je Dinsdag ook genoten op 't schoolfeest? Nog heel hartelUk gefeliciteerd met Jc lldcn verjaar dag. KLAPROOS JE, Wel Jammer dat Jullie niet naar de Ziekenhuizen konden gaan. Ik kon de bezwaren best begrUpen. En Ls Sint bU Jullie thuis geweest? Wat bracht hU mee voor Klaproosje. Vliegen ertje en Juffertje Leesgraag? NANNA. 'k Vond het ook aardig om een cadeautje te geven, dat lk zelf gemaakt had. 'k Ben b U. dat Je er mee In Jc schik was. Wat fUn. dat Jullie nu vruchtboomen in den tuin hebt. Dat zal van 't vo. rjaar een mooi gezicht geven, als ze tenminste bloeien willen. Vond Je die poppen eng? Ik vond ze Juist grappig. Wat hoeft Sint jou veel gebracht. Waar tracteerde de juffrouw op? MTENTJE S. Je raadsels ?Un goed en krUgen de volgende we k een plaatsje. JU bent ook niet v r- geten door Sint. Draag Je het hor loge dagclUks? Je mag d n eersten schuilnaam de volgende weck wel onder je werk zetten. Dit was snoe zig postpapier. Ik behccf er n'et Iedere week een briefje van te cb ben. Daar ls t eigenlUk veel te mooi voor. MOEDER'S GROOTSTE HULP en DROOMKONINKJE. Jullie boften ruaar met zoo'n knaopen oom, dl bovendien zoo keurig schre f. Ho hebben Jullie 't Woensdag gehad? AT.RA. Ik kan me b grijp n. dat Je weer blU was to :i Je de f ls ache buitenlucht rook. Wat had da Jongetje voor stouts u" gevoerd, da hij in den zak moest? Wu. en pee.: dat je het boek weer t g moes geven. Maar Sint heeft je toch niet vergeten, hè? POPPENKIND. Nog •artelUl' gefeliciteerd met Je verjaa dig. Is een heerlUk feost geweoWat aardig dat je de schild" J J?s bij J bed hebt gehangen MANNETJE, heelc tud geleden, sinds ik van Jou tvat gehoord n o bang dat Je ziek was. Waar .iad J< het zoo druk mee? Ik heb toon ."el- Stuk van Het Raaisel oak gezien t Was fUn. Wat hadden a'.en mooi Costuums aan. BALSEMIENTJE. J« h"bt zeker Ook genoten op 't 81n'-N'cc'iasf"est van school. Ik was er to- g D'ns- dagavond ook. Wie Is Jui 11e gym- f nastiekjuffrouw. Je mag: Molenaars ELsJe wel ruilen voor een ander boek. Heb Je de verfdoos al ge bruikt? ZOMERBLOEMPJE. Voor de meesten is het zeker een weekje van plezier geweest. Was 't voor 't eerst, dat je de tentoonstelling zag? Het doet me plezier, dat je Zaterdag zoo genoten hebt. BLOEMBOLLENKWEEKER. Ik vond Jouw inzending ook prachtig. Iedereen zal wel van de poppenkas, genoten hebben. Ik hoop dat je veel mooie kieken in je album zult plak ken. MEIDOORNTJE. Je naoogt de zen schuilnaam wel houden. Gezel- ig, dat Juffertje Weetgraag en Op- petom bij je in de klas zitten. Neen. aai, tooneelstukje de Go.de Daad heb ik niet gezien, 't Was zeker prachtig, hè? BABBELKOUSJE. Toch leuk, dat je je tante nog even gezien hebt. Je hebt alles maar goed kunnen zien. Zei Sint-Nicolaas ook nog wat tegen je? Ik ben blij, dat de goede Sint jou ook niet vergeten heeft. Het schoolfeest vond je zeker ook heerlijk. Goed succes Zondag met het concert. DRAAITOL. Je kunt postpapier zeker wel gebruiken. Wat gezellig dat Je oom en Je neefjes Zaterdag middag ook op ons feest waren, 'k Ben blij. dat het Je ln 't zieken huis ook zoo goed bevallen ls. Het was er een vroolijke stemming, hè? APPELBLOESEM. Doe je nu weer trouw mee? 't Doet me genoe gen. dat die appelenfamilie ook zoo prettig St. Nicolaas heeft gehad. Heeft er niemand een roe gekregen? VIOOLTJE. Ja. ik dacht wel. dat JU Zaterdag genieten zou. Wou Je ook niet zoo'n pop hebben, die praten kon. Heb Je nu al in je boek je gelezen? Die Sint heeft maar goed om jou gedacht. Is er nog wat van 't lekkers over? BOERINNETJE. 't Spijt me, dat JU het niet zoo aardig hebt getrof fen ln de Maria-Stichtlng. Ik heb 't er altijd heel aardig gevonden 'k Ben blij, dat het met moeder nu goed gaat en ik hoop zoo. dat Je me spoedig ook betere berichten aan gaande vader kunt geven. ZWARTKIJKERTJE. De KOCde Sint wist natuurlUk wel. dat Jij we kelijks een brief moest schrUven. Aardig dat grootmoeder de tentoon stelling nu ook eens gezien heeft Hoe ls 't met de kiespijn van moe der? Oebruik Je het potlood al? ZEVENSTER. BU deze poppenkast behoefde je je heusch niet te ver velen. Morgen kom je dus Je pakje maar halen. Was je neefje blij met zijn pop? En voor wie waren ai de handwerkjes? SNEEUWKLOKJE. Het schOOi- étul kun je zeker wel op school ge bruiken. Hangt de plaat nu bU broertjes bed? Je bewaart het bon- oencadcau maar voor een volgend jaar. ZONNEROOSJE. 'k Dacht wel. dat Je ln je schik zou zUn met het schilderstukje. Je had het ook dub bel en dwars verdiend. Jammer, dat Je onze tentoonstelling niet heb' kunnen bezoeken, 'k Ben blij, dat moeder er toch nog geweest is. DE KLEINE TUINMAN. - Jij bent zeker alle dagen met Je bouwdoos bezig. Wat kun je er alzoo van ma ken? Er Ls nu niet veel te tuinieren, hè? Heb je binnenshuis nog planten te verzorgen? OOUDEN REGEN. Was JU Dinsdagavond ook op 't. school feest? Jc zusje bofte eventjes, da' •jc ook mee mocht. Dat was nog ?ens een aardige onderwUzer. Was zus ook op ons feest? KONINGIN WINTER. 't Doet me genoegen, dat JU Zaterdag ook ooveel plezier hebt gehad. Ls nu de Irukte voor Jou ook voorbU? Of moet Je straks weer naar Kerst- POESENMOEDERTJE. Die pop pen waren net echt. hè? Gezellig .«or Je, dat moeder en zus er ook 'i!l waren. Heb Je het boekte al u' gelezen? Ik vond je ledlkantje en Je o.Je snoezig. ROODKAPJE. Dus Zaterdag kom je je raadselprUs halen, 't Is wel Jammer dat Je niet naar 't Zie kenhuis bent geweest, WAt heeft 31n goed bU Je gereden. GRETA S. Er is al een Appel tje. dus Je moet een anderen schuil naam kiezen. Je nichtje Druiven trosje zal je zeker wei een beetje ''en heipen. ln den eersten MJd Kan Je niet wat mooier schrijven? RANCIS VERE. Je zult het bezoek ln 't Diaconessenhuis niet gauw vergeten, hè? Wat zuilen jullie gelachen hebben, toen die zuster ln den zak moest. Hebben Jullie ook nog mee gegrabbeld? EEN NAAMLOOZE schrU'ft me over een heel aardig bezoek in de Kin- der-Bewaarplaats. Ze had van school om drie uur vrU gekregen. En Sint had een bock, waar al de namen in stonden. Stond jouw naam er soms ook bU? MIENTJE S. Je raadsels zijn goed. Wat heeft die Sint jou goed bedacht. En wat zal je lekker rui ken van al die zeep en eau de co logne. Je mag voortaan wel Knip perdolletje onder je werk zetten. Was dit ook een velletje van 't nieu we post-nanle-? MAANDROOSJE. Ik vind het ook een moolcn naam. Is je vriendin nu ook aan de Rubriek gekomen? Woont ze ver uit Je buurt? Hoe gaat 't er nu mee? Is de maag weer op streek? Je mag best je raadsels op denzelfden kant van je briefje schrij ven. DE LEEUW. 't Doet me genoe gen. dat jU prettig feest gevierd hebt ln de Maria-Stlchtlng. Zag je veel blUde gezichtjes? PIET HEIN en DICKY DURF. Jammer dat.Dicky Durf te laat wist, dat hU ook naar Vclsen mocht. Jullie hebben Zaterdag dus ook volop ge noten. En wat prettig, dat vader en moeder er ook bij waren. Nu ls de koek op, hè? ZWEMSTERTJE. Je mag best een paar raadsels laten zitten. Om mee te mogen loten behoef je maar de helft van de raadsels te hebben goed gehad plus 1. Draag Je 't rin getje alle dagen? KERSTROOSJE. Ja. ik dacht wel. dat Je de plaat bU je bed zou hangen. Dat ls een aardige herinne ring. Die Sint wist maar goed. dat JU zooveel moest schrijven. Je snoept zeker nog alle dagen van Je lekkers- voorraad. PRINS SOES EN MEEL. Arme zieke prins, dat JU nu al zooveel we ken te bed ligt. Hoe gaat 't er nu mee? Gelukkig maar, dat je al weer eens mag opzitten en als Je dit leest, zijn er misschien weer een paar uur bij gekomen, 't 8pUt me zoo voor je, dat je nu niets van onze tentoonstel ling en ons feest hebt gezien. Houd cr den moed maar in jongen. Van harte spoedige beterschap toege- wenscht. JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG. Ik vond dien TUI Uilenspiegel juist zoo'n alleraardlpsten jongen, 't Was prettig voor je, dat je vriendin er ook was. Wat hoeft die Sint jou ook goed bedacht. HU heeft mU ook niet ver geten. EIKEBLAD. Ik vind je postpa pier beeldig. Wat heb jij fijne dingen van den goeden Sint gekregen. Leuk, dat D. en H. Juist Je eigen letters wa ren. Dat is nog eens gemakkelUk, dat Je niet altUd meer behoeft te va gen ls dat woord manlUk of vrouwe lijk. Ja ik had zelf al de cadeautjes ingepakt. De meneer, die opende, was meneer Peereboom. Neen, ik ben geen zoon rijk. EIKELTJE Ik had langen tUd niets van jullie gehoord. Hoe gaat 't met de jonge konUn'jes? Waar staat 't hok? Zorg er maar voor. dat ze het niet te koud hebben Die Sint heeft maar goed gezorgd voor de heele elkelfamille. Je raadsels zUn goed. EEN NAAMLOOZE schrijft me. dat ze niet on de tentoonstelling ls ge weest. omdat ze ziek was. Gelukkig Ls ze wel op ons feest geweest. Nu stuurt ze een aardig gedc^tje ln van Drie kleine kabouters. H"eft ze dat zelf verzonnen, dan wil lk 't wel plaat«en. als ze me haar naam laat wetom VLTTOENIERTJE. Waarom ben JU de tentoonstelling n'et binnen ge vlogen? Ik ben b'-U. dat je wel op oros feest bent geweekt. Heeft Sint Je ver der ook n'et vergeten? JUFFERTJE LEESGRAAG. Ik vind het aardig van je. tfat Je niet op de tentoonstelling kon komen, om dat Je l et zie1-* Klaproosje gezel schap hieldt. Hoe is 't nu met haar? OPPETOM. - Kom Zaterdag je raadselnrUs maar halen. JU boft maar. Zoo kort aan de Rubriek en nu al een prijs. Heb Je nog lets van onze tentoonstelling gezien? KLEINE ULBO. 't Doet me ple zier. dat Je zoo ln Je schik was met den map van Daan Hoekse ma Ben Je er al wat mee bezig geweest? Is moeder ook nog op 't feest geweest? KONIJNTJE. Knappe jongen, dat JU moeder al zoo f ink helpt. Ik zal eens kUkcn, hoe lang Je me nu trouw blijft. Beginnen Is «sen klein ding, maar volhouden is een groot ding. JUFFERTJE WEETGRAAG. J® mag wel eens een keertje overslaan. Sint kan wel heeten Geef-graag. '6 Doet me plezier, dat het boek naar Je zin was. Staat ln jouw boek van Tljl Uilenspiegel 't zelfde, wat de poppen kast vertoonde? Koon vermaakt zldh zeker alle dagen met zUn stoomwals. Kon de rol nog gemaakt worden? Wat heeft hij prettig speelgoed ge kregen. Jopie .speelt zeker liever mee de poppen. Je raadsels zUn goed. DE KLEINE VIOLIST en DE KLEINE VOGELVRIEND. 'k Zie met verlangen naar een brief van. de gebroeders uit. DRUIVENTROSJE. Kwam je to laat of te vroeg voor 't feest, dat heb ik niet goed begrepen. Wat heeft Sint 't goed gemaakt bU Jullie. Do kaplaarzen zijn zeker al ingewijd. Hangen de schilderUtJes al op je ka mertje? KORSTJESKNAGER. 't Is voor jou ook een weekje van pret maken geweest. Die vertooning van het Raadsel was prachtig hè. Ik was er ook. maar ik heb Jou niet gezien. EGMONDERTJE. Jij hebt dus Zaterdag ook genoten Ik ben zoo blU dat ik allemaal zulke verheugde briefjes krijg. Wat heerlijk voor je, dat vader er ook was. WIPNEUSJE. TRAMBESTUURDER en MOEDERS KLEINSTE. Zoo'n poppenkast zou Je zeker graag wil len hebben. En die poppen zeker ook wel. Was 't voor de eerste keer. dat jullie de tentoonstelling bezochten? GRASPIEPER. Was dat andere papiertje soms ook van Jou? Wil J® dan voortaan vooral om Je naam denken? JU bent immers naar d« Kinder-Bewaarplaatss geweest? DE KLEINE VOETBALLER. JIJ wou zeker wel lederen Zaterdag zoo'u feest hebben. Ik denk, dat de Marie, tjes, die ln de zaal zaten ook wel ge lachen zullen hebben. Die arme kin dertjes van zuster Schouten waren dus ook heel rUk met de cadeaux. Was 't schoolfeest ook naar Je zin? ROZENKNOPJE. - Ais die meneer Williams al Jullie briefjes eens kon lezen, zou hU er zeker plezier ln heb ben, dat Jullie zoo van zUn popp n- kast genoten hebben. Je zult zeker nog dikwijls terugdenken aan Je Gasthuisbezoek. Draag Je de nieuwe muts alle dagen? ASTRID. Prettig, dat JU Zater dag ook zoo blU thuLs kwam. Hob J® het boek al uitgelezen? Wat heb JU ook mooie cadeaux van den goe'en Sint gekregen. ZINNIA. Ook al een dankbaar RubrlekertJe, hè? Ik ben WU, dat d® cadeautjes dadelUk van pas komen. WOUTER H. Je bent weer wel kom. Misschien gaat 't nu gemakke- '-Uker met de raadsels. Nu nlnt t® gauw opgeven, Goudsbloem en Goud. elsje mogen Je best helpen met alV°s. Je mag dien schuilnaam houden. Zet hem de volgende week maar onder J® werk. HartelUk gefeliciteerd met 't nieuwe broertje. Vind Je hem 11-f? LEENDERT H. Ook Jij bent wel kom. Je mag ook dien schuilnaam hebben. Gebruik hem meteen maar de volgende week. Is kWn DulmpJ# groot Duimpje geworden? NEVADA *k Zag Je glundere ge zicht Zaterdag wel. ZUn de boekjes al uitgelezen? zit je nu vWcr midden in 't huiswerk"» Nog ee\ paai week jes en dan is 't wcr Kert-vac-n ie. BRELROO. JIJ h*bt al heel w t feesten meegemaakt. L*uk, dat m e- der en Nel er ook waren. Ik heb J® Dinsdag niet gezien in de Concert zaal. 't Was mooi. WILLEM VAN ORANJE. 't Doet me plezier, dat Sint Jou ook zoo rijk heeft bedeeld Nu ls 't parool weer werken, hè? Was je teckening mooi uitgevallen? Als Je trouw me~'oet, ga Je vast nog eens met een prijsje strijken. Ik hoop voor Je. dat er gauw ijs komt. ZEEUW.SCH BOERINNET'E Ik ben bUj, dat JU ook zoo genoten hebt 't Zou wel eens gemakkelUk zUn als Je ook kon buikspreken. Maar mis schien toch wel vermoe end Be al'en de kaplaarzen Je goed0 WATERROTJE. - 'k Zag Je wel zitten met moeder. Gezellig h\ zoo saampjes naar een feest. Ik was ook blU. dat het met TUI Ullers le-el goed afliep. Kun Jc al op de viool spelen? Wat een Rubriekertjw gaan er bU Jou op school. ZUn t allemaal braven kinderen0 W. BLOMBERG-ZEEMAN. Marnixstraat 20. Haarlem. 12 Dec. 1930. bijvoegsel: VRIJDAG 12 DECEMBER 1930 No. 208 AAN ALLEN! vv Kt WLstcn jullie wel, dat je onze vo-. gels 't beste leert kennen in den wln- tertUd? Zo zUn dan veel makker en Je kunt ze dus gemakkelijker na deren. December en Januari is de eigen- lUke vogelwinter. Voor dien tUd is de najaarstrek aan den gang en eind Februari begint de voorjaarstrek reeds. Om te beginnen let nu eens op de mecupren. In groote troepen zie je ze op de wellanden of langs de kus-.. Je kunt drie soorten waarnemen. De grootste soort is sneeuwwit met zi veT grijzen ru". grauwe pooten en gele snavel. Dat .s de zilvermeeuw. Jonge zilvermeeuwen zUn zoo groot als de oude, maar bruingevlekt. Dan heb je de kleine soorten. De Zwartkopmee uw heeft een rooden snavel en roode pooten. 's Winters s zUn kop wit, alleen achter de ooren bevindt zich een rond zwart vlekje. BU de ouden zUn de vleugels wit met zi.vergrUs, bU de jongen bruinge vlekt met zwarten rand. De derde soort is de gewone, kleine meeuw. Deze is lang niet zoo alge meen als de zwartkop. HU heeft een geheel witten kop. geelgroene snavel en pooten. Je ziet hem zelden in de stad. 't Buitenleven trekt hem meer aan. Heb Je wel eens gemerkt, water altUd een drukte en beweging in de vogelwereld ls? 't Is een roepen, lok ken en fluiten zonder ophouden. Z n- gen doen zc niet. Zingen doet het w.nterkonlnkje. ZUn tuulfc, tuul- klinkt wel eens wat schetterend. Hub Je hem wel eens togen een boomstam op zien kruipen. Wat draagt hU h een mooi grijs Jasje met een barstje van zilverwit saUJn! Met zUn stevige staartveertje steunt hU tegen de boomschors en met zUn priemvormig snaveltje zoekt hU ln alle reten naar insecten-eieren. Af en toe piept hU dan als een muls. Mooier nog dan 't winterkoninkje ls de mees. Vooral de pimpelmees, met zUn blauw kopje, bauwe vleu gels en staart. O-k de zwarte kool mees ls een prachtig diertje. De zwartkopmees is iets kleiner, maar zUn groenachtig Jasje steekt zoo f^n af bU 't zwart van zUn kopje. Wat een grappig lange staart heeft de staartmecs. De staart ls wel twee maal zoo lang als 't lichaampje. De kulfmces ken Je dadeUjk aan zUn spits kuifje, terwUl de zwarte mee t een witte boord om hoeft. Ion te kraaien zie Je nu ook ln grooten ge tale. Heel brutaal e en zij de ge strooide kruimels op en gunnen de musschen alleen dan wat, als zU hun buikjes dik en rond gegeten hebben. De ekster met z:Jn moo:e m taal- glanzendc vederen zie Je minder^ Daar moet Je voor de bosschen ln, dan zul Je ook de spechten kunnen waarnemen. De groene en de bonte. Zc zUn nu heusch niet bang u toe vallen. Evenmin als 't roodborste. Dat hipt soms tusschen het mus- schenvolkje. Om dc spreeuwen eens goed van nabU tc zien, moet Je naar een wei land gaan. In de wel zwerven ook de kieviten met hun witte borsü en zwarte vleugels. De natuur Ls nlet- eenzaam en verlaten. Onze trouwe «landvogels schenken leven en be drijvigheid aan 't landschap. W. B.—Z. door W. B. Z. Er waren eens twee leuke zusjes, Die speelden tezamen zoo knus es. Jet had toch zoo'n snoezig serviesje Het stoeltje behoorde aan Liesje. Het poppeklnd was weer van Jetje, Maar Lies brdbht haar 's avonds naar bodje. Nu had Jet haar vLslte-uur je En Lies was een heel vriendUJk buurtje. Ze kwam op de thee. dat vat Je Ze bracht haar mee. 't was een schatje. Toen ze samen aan de tafel zaten, Begonnen ze deftig te praten: Over 't weer, dat toch steeds zoo guur was, Over de groente, die vreeselUk duur was Over de eieren, die niets lekker smaakten En wat Jet voor Sint Nicolaas maakte- Mevrouw Jet schonk telkens een kopje. Mevrouw Lies was ook dol op een hopjflw De baby werd eerst gansrfh vergeten. Dat kwam door dat drinken en eten Maar toen de pot leeg was gedronken. En de hopjes weg waren geslonken. Toen kwam er de wieg op de proppen En haalden ze saam al hun poppen. Er waren eens twee leuke zusjes Die speelden tezamen zoo knusjes. Het was ake.Ig re^enwo-r divn ca en Pim ging laat naar school In z'n cape, met z'n muts achter op z'n hoofd, liep hij Langs dc gracht, dan weg, dien hU eiken dag vier maa ging. HU had zoo een poosje gcloopen. toen hU verderop vlak bij de brug een paar Jongens bezig zag met st:-enen in 't water te gooien. Ze gooien ze ker naar een bal. dacht Pim en lette er verd<*r niet op. Toen hU ech'er dlchterbU kwam. zag hU dat 't toch niet op een bal leek, maar dat 't iets was dat uit zichzelf bewoog. Pim begon hard te loopen, ze lie ten zeker een hond zwemmen, of wa ren rrdsschien wel een poes aan 't verdrinken! En Ja hoor. de Jon ens smeten met stecnen naar oen klein katje, dat in doodsangst zich tracht te tc redden, en dat naar den kant probeerde te zwemmen. Het wist van angst niet, weiken kant het op moest. Pim vloog op de jongens af. duwde ze met z'n stevige vuistjes driftig op zij. „Ga weg gemeenerds. jullie mogen dieren geen kwaad d-en!" schreeuw de hU woest, terwUl hU zich op z'n buik op den grond liet vallen, en zoo probeerde om 't katje nog te g.ij^en. De jongens lachen hem uit: ..Zussle, zussie," schreeuwden ae Joelend, „wat een lief moederskindje, dag zuss.e, pas maar op dat Je ze.f niet ln 't wa ter valt hoor!" en de kwelgeesten trokken grlnnekend af naar savooi. Intusschen probeerde P.m om 't poesje te redden, maar hoe? Z'n armpjes waren veel te kort en hc' poesje lag nog wel een halven me-er van den kant. „Poes, poes. po"s, kom maar hier," riep pim, maar 't poeije swam niet meer vooru.t. het spartel de uit alle macht om toch maar bo ven te bhjven. Er waren nu geen kinderen moer te zien, de scho.en waren zeker al begonnen! Pim stond radeloos op, wat moest hU doen, naar school gaan cn 't katje laten verdrinken nu hU er toch niet bU kon? Nee. dat noo t. en Pim begon te hullen. HU was ook nog maar een kleine Jongen, en hU kon toch zoo'n lief poesje niet laten verdrinken? .Foes. poes. poeoeoes." riep hU hul lend. „kom toch hier. ik zal Jc n.ct doodmaken!" Maar de kleine dren keling begon het af te leggen, telkens ging z'n kopje onder water. Pim durfde er niet naar kijken, hev.g snikkend draaide hU zich om. en botste tegen een meisje aan, dat da gemeene Jongens bozig gezien had en gauw thuis de wandeLitok van haar vader was gaan halen. Oecn seconde aarzelde Mm, hU rukte de stok uit haar handen en gooide zich zelf met een bons op den grond Ze nuwachtig plonsde hU naar do kleine drenkeling. Het was nog net op rijd, t poesje was nog niet gezonken, cn met dc kromme haak k.on hij het gelukkig nog naar zich toe halen. Toen visdhte hU 't slappe kle sna.to magere diertje met z'n handjes uit 't water, liet de stok liggen, keek niet meer naar 't meisje om. en rend® weg naar huls met 't halfdoode katjo in z'n muts tegen zich aangedrukt. LOUS ZAALBERG. Een dure postbestelling. In dm winter van 1907 moest de po -t bU zwaren Ijsgang bezorgd worden naar het eiland Sylt op dc kust van 81eea- wUk—HoLsteln. De vlet. waarmee de overtocht moes*, p aats hebben, kon echter vanwege den zwaren U«?ang het eiland niet bereiken en m est onverrlchterzake terugkeeren. Een tweede poging gelukte echter Do®e tochten kostten 80 Mark of f 48 per stuk. zoodat deze postbestelling het Dultsche RUk f 96 kostte. En h eveel poststukken bevatte deae bestelllrg? Skchts èén brief. Dat was dus een duur briefje voor het Rijk. Voorzichtig uitgedrukt. Toen ko ning George III van Engeland o,?ns aan zijn leermeester Salomons, vroeg, hoe het stond met zUn vorde ringen. kreeg fflj ten antwoord: Zoo Uwe Mhjestclt weet, worden de \lool- spelcrs in 3 klassen verdeeld. Tct d® le klasse behooren zij, die er niets van kennen. Tot de 2de zij, die heel slecht spelen en tot de Se zij. die t goed kunnen. Uwe Majesteit begint zoo langzamerhand tot do 2e to be hooren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 13