VAN TWEE
ZUSJES
BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeellng moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnixstraat 20.
DE KLEINE KOOPMAN. Ik
neem het je niets kwalijk, dat Je er
tic vorige week niet tce kwam om
je raadsels in te sturen, liet eene
feestje volgde maar op 't andere. Dit
ls zelfs voor een koopman n ct om bij
te houden, 't Doet me genoegen, dat
't boek naar je zin is. Je hobt nu al
een heele bibliotheek.
HUNKERHARTJE. Leuk. dat jij
ook zoo genoten hebt van de poppen
kast, Je hebt er Kruimeltje zeker van
alles van verteld. Wat gezrll g. dat je
in den schouwburg nog een ouden
schoolvriend ontmoette, 'k Hoop, d :t
't kalendertje in 1931 goede d ensten
zal bewijzen: Wat was dat Zaterdag
een vroolijke drukte bij jullie. Speel
Je ook piano?
W. L. Gelukkig maar. dat de
tweede uitvoering beter was dan de
eerste. Nu zal de derde zeker don
kroon spannen. Wanneer gaan Jul lc
naar 't Provinciaal Ziekenhuis? Die
regeling van de seizoenkaarten ilj':t
me uitstekend. Ik hoop niet. dat Je
Woensdag bij me bent geweest. Ik
vertelde voor de kinderen van hot
Leidsche kwartier. Morgen. Zaterdag
kun Je me den heelen dag thuis tref
fen.' Jammer, dat Je niets van onze
tentoonstelling hebt gezien. Heb Je Je
rapport al? Op 't Gelukskind volgt
Joost Boschboom. Deze boekon zijn
voor den leeftijd van 1216.
MONTSARDA. Hoe gaat 't er nu
mee? Wat een strop voor Je. dat Jc
Zaterdag niet op ons feest kon ko
men. Grootmoeder en moeder h b-
ben je zeker alles van de ten o.on-
stelling verteld, 'k Vond Je inzending
heel mooi. Wat heeft die Sint Jou
extra goed bedacht. HU had zeker
een beetje medelUden met Je.
KRIELKIP. 't Doet me plezier,
dat JU zaterdag ook genoten hebt.
Heb Je al wat moois gehaa d uit den
aak van Daan Hocksema? De goci.c
Sint is jouw deurtje ook niet voorbij
gegaan. Heb je Dinsdag ook genoten
op 't schoolfeest? Nog heel hartelUk
gefeliciteerd met Jc lldcn verjaar
dag.
KLAPROOS JE, Wel Jammer dat
Jullie niet naar de Ziekenhuizen
konden gaan. Ik kon de bezwaren
best begrUpen. En Ls Sint bU Jullie
thuis geweest? Wat bracht hU mee
voor Klaproosje. Vliegen ertje en
Juffertje Leesgraag?
NANNA. 'k Vond het ook aardig
om een cadeautje te geven, dat lk
zelf gemaakt had. 'k Ben b U. dat Je
er mee In Jc schik was. Wat fUn. dat
Jullie nu vruchtboomen in den tuin
hebt. Dat zal van 't vo. rjaar een
mooi gezicht geven, als ze tenminste
bloeien willen. Vond Je die poppen
eng? Ik vond ze Juist grappig. Wat
hoeft Sint jou veel gebracht. Waar
tracteerde de juffrouw op?
MTENTJE S. Je raadsels ?Un
goed en krUgen de volgende we k
een plaatsje. JU bent ook niet v r-
geten door Sint. Draag Je het hor
loge dagclUks? Je mag d n eersten
schuilnaam de volgende weck wel
onder je werk zetten. Dit was snoe
zig postpapier. Ik behccf er n'et
Iedere week een briefje van te cb
ben. Daar ls t eigenlUk veel te mooi
voor.
MOEDER'S GROOTSTE HULP en
DROOMKONINKJE. Jullie boften
ruaar met zoo'n knaopen oom, dl
bovendien zoo keurig schre f. Ho
hebben Jullie 't Woensdag gehad?
AT.RA. Ik kan me b grijp n.
dat Je weer blU was to :i Je de f ls
ache buitenlucht rook. Wat had da
Jongetje voor stouts u" gevoerd, da
hij in den zak moest? Wu. en pee.:
dat je het boek weer t g moes
geven. Maar Sint heeft je toch niet
vergeten, hè?
POPPENKIND. Nog •artelUl'
gefeliciteerd met Je verjaa dig. Is
een heerlUk feost geweoWat
aardig dat je de schild" J J?s bij J
bed hebt gehangen
MANNETJE,
heelc tud geleden, sinds ik van Jou
tvat gehoord n o
bang dat Je ziek was. Waar .iad J<
het zoo druk mee? Ik heb toon ."el-
Stuk van Het Raaisel oak gezien
t Was fUn. Wat hadden a'.en mooi
Costuums aan.
BALSEMIENTJE. J« h"bt zeker
Ook genoten op 't 81n'-N'cc'iasf"est
van school. Ik was er to- g D'ns-
dagavond ook. Wie Is Jui 11e gym-
f nastiekjuffrouw. Je mag: Molenaars
ELsJe wel ruilen voor een ander
boek. Heb Je de verfdoos al ge
bruikt?
ZOMERBLOEMPJE. Voor de
meesten is het zeker een weekje van
plezier geweest. Was 't voor 't eerst,
dat je de tentoonstelling zag? Het
doet me plezier, dat je Zaterdag zoo
genoten hebt.
BLOEMBOLLENKWEEKER. Ik
vond Jouw inzending ook prachtig.
Iedereen zal wel van de poppenkas,
genoten hebben. Ik hoop dat je veel
mooie kieken in je album zult plak
ken.
MEIDOORNTJE. Je naoogt de
zen schuilnaam wel houden. Gezel-
ig, dat Juffertje Weetgraag en Op-
petom bij je in de klas zitten. Neen.
aai, tooneelstukje de Go.de Daad
heb ik niet gezien, 't Was zeker
prachtig, hè?
BABBELKOUSJE. Toch leuk,
dat je je tante nog even gezien hebt.
Je hebt alles maar goed kunnen
zien. Zei Sint-Nicolaas ook nog wat
tegen je? Ik ben blij, dat de goede
Sint jou ook niet vergeten heeft.
Het schoolfeest vond je zeker ook
heerlijk. Goed succes Zondag met
het concert.
DRAAITOL. Je kunt postpapier
zeker wel gebruiken. Wat gezellig
dat Je oom en Je neefjes Zaterdag
middag ook op ons feest waren,
'k Ben blij. dat het Je ln 't zieken
huis ook zoo goed bevallen ls. Het
was er een vroolijke stemming, hè?
APPELBLOESEM. Doe je nu
weer trouw mee? 't Doet me genoe
gen. dat die appelenfamilie ook zoo
prettig St. Nicolaas heeft gehad.
Heeft er niemand een roe gekregen?
VIOOLTJE. Ja. ik dacht wel.
dat JU Zaterdag genieten zou. Wou
Je ook niet zoo'n pop hebben, die
praten kon. Heb Je nu al in je boek
je gelezen? Die Sint heeft maar
goed om jou gedacht. Is er nog wat
van 't lekkers over?
BOERINNETJE. 't Spijt me, dat
JU het niet zoo aardig hebt getrof
fen ln de Maria-Stichtlng. Ik heb
't er altijd heel aardig gevonden
'k Ben blij, dat het met moeder nu
goed gaat en ik hoop zoo. dat Je me
spoedig ook betere berichten aan
gaande vader kunt geven.
ZWARTKIJKERTJE. De KOCde
Sint wist natuurlUk wel. dat Jij we
kelijks een brief moest schrUven.
Aardig dat grootmoeder de tentoon
stelling nu ook eens gezien heeft
Hoe ls 't met de kiespijn van moe
der? Oebruik Je het potlood al?
ZEVENSTER. BU deze poppenkast
behoefde je je heusch niet te ver
velen. Morgen kom je dus Je pakje
maar halen. Was je neefje blij met
zijn pop? En voor wie waren ai de
handwerkjes?
SNEEUWKLOKJE. Het schOOi-
étul kun je zeker wel op school ge
bruiken. Hangt de plaat nu bU
broertjes bed? Je bewaart het bon-
oencadcau maar voor een volgend
jaar.
ZONNEROOSJE. 'k Dacht wel.
dat Je ln je schik zou zUn met het
schilderstukje. Je had het ook dub
bel en dwars verdiend. Jammer, dat
Je onze tentoonstelling niet heb'
kunnen bezoeken, 'k Ben blij, dat
moeder er toch nog geweest is.
DE KLEINE TUINMAN. - Jij bent
zeker alle dagen met Je bouwdoos
bezig. Wat kun je er alzoo van ma
ken? Er Ls nu niet veel te tuinieren,
hè? Heb je binnenshuis nog planten
te verzorgen?
OOUDEN REGEN. Was JU
Dinsdagavond ook op 't. school
feest? Jc zusje bofte eventjes, da'
•jc ook mee mocht. Dat was nog
?ens een aardige onderwUzer. Was
zus ook op ons feest?
KONINGIN WINTER. 't Doet
me genoegen, dat JU Zaterdag ook
ooveel plezier hebt gehad. Ls nu de
Irukte voor Jou ook voorbU? Of
moet Je straks weer naar Kerst-
POESENMOEDERTJE. Die pop
pen waren net echt. hè? Gezellig
.«or Je, dat moeder en zus er ook
'i!l waren. Heb Je het boekte al u'
gelezen? Ik vond je ledlkantje en Je
o.Je snoezig.
ROODKAPJE. Dus Zaterdag
kom je je raadselprUs halen, 't Is
wel Jammer dat Je niet naar 't Zie
kenhuis bent geweest, WAt heeft
31n goed bU Je gereden.
GRETA S. Er is al een Appel
tje. dus Je moet een anderen schuil
naam kiezen. Je nichtje Druiven
trosje zal je zeker wei een beetje
''en heipen. ln den eersten MJd
Kan Je niet wat mooier schrijven?
RANCIS VERE. Je zult het
bezoek ln 't Diaconessenhuis niet
gauw vergeten, hè? Wat zuilen jullie
gelachen hebben, toen die zuster ln
den zak moest. Hebben Jullie ook nog
mee gegrabbeld?
EEN NAAMLOOZE schrU'ft me over
een heel aardig bezoek in de Kin-
der-Bewaarplaats. Ze had van
school om drie uur vrU gekregen.
En Sint had een bock, waar al de
namen in stonden. Stond jouw
naam er soms ook bU?
MIENTJE S. Je raadsels zijn
goed. Wat heeft die Sint jou goed
bedacht. En wat zal je lekker rui
ken van al die zeep en eau de co
logne. Je mag voortaan wel Knip
perdolletje onder je werk zetten.
Was dit ook een velletje van 't nieu
we post-nanle-?
MAANDROOSJE. Ik vind het
ook een moolcn naam. Is je vriendin
nu ook aan de Rubriek gekomen?
Woont ze ver uit Je buurt? Hoe gaat
't er nu mee? Is de maag weer op
streek? Je mag best je raadsels op
denzelfden kant van je briefje schrij
ven.
DE LEEUW. 't Doet me genoe
gen. dat jU prettig feest gevierd hebt
ln de Maria-Stlchtlng. Zag je veel
blUde gezichtjes?
PIET HEIN en DICKY DURF.
Jammer dat.Dicky Durf te laat wist,
dat hU ook naar Vclsen mocht. Jullie
hebben Zaterdag dus ook volop ge
noten. En wat prettig, dat vader en
moeder er ook bij waren. Nu ls de
koek op, hè?
ZWEMSTERTJE. Je mag best
een paar raadsels laten zitten. Om
mee te mogen loten behoef je maar
de helft van de raadsels te hebben
goed gehad plus 1. Draag Je 't rin
getje alle dagen?
KERSTROOSJE. Ja. ik dacht
wel. dat Je de plaat bU je bed zou
hangen. Dat ls een aardige herinne
ring. Die Sint wist maar goed. dat
JU zooveel moest schrijven. Je snoept
zeker nog alle dagen van Je lekkers-
voorraad.
PRINS SOES EN MEEL. Arme
zieke prins, dat JU nu al zooveel we
ken te bed ligt. Hoe gaat 't er nu
mee? Gelukkig maar, dat je al weer
eens mag opzitten en als Je dit leest,
zijn er misschien weer een paar uur
bij gekomen, 't 8pUt me zoo voor je,
dat je nu niets van onze tentoonstel
ling en ons feest hebt gezien. Houd
cr den moed maar in jongen. Van
harte spoedige beterschap toege-
wenscht.
JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG.
Ik vond dien TUI Uilenspiegel juist
zoo'n alleraardlpsten jongen, 't Was
prettig voor je, dat je vriendin er ook
was. Wat hoeft die Sint jou ook goed
bedacht. HU heeft mU ook niet ver
geten.
EIKEBLAD. Ik vind je postpa
pier beeldig. Wat heb jij fijne dingen
van den goeden Sint gekregen. Leuk,
dat D. en H. Juist Je eigen letters wa
ren. Dat is nog eens gemakkelUk, dat
Je niet altUd meer behoeft te va
gen ls dat woord manlUk of vrouwe
lijk. Ja ik had zelf al de cadeautjes
ingepakt. De meneer, die opende,
was meneer Peereboom. Neen, ik ben
geen zoon rijk.
EIKELTJE Ik had langen tUd
niets van jullie gehoord. Hoe gaat 't
met de jonge konUn'jes? Waar staat
't hok? Zorg er maar voor. dat ze
het niet te koud hebben Die Sint
heeft maar goed gezorgd voor de
heele elkelfamille. Je raadsels zUn
goed.
EEN NAAMLOOZE schrijft me. dat
ze niet on de tentoonstelling ls ge
weest. omdat ze ziek was. Gelukkig
Ls ze wel op ons feest geweest. Nu
stuurt ze een aardig gedc^tje ln van
Drie kleine kabouters. H"eft ze dat
zelf verzonnen, dan wil lk 't wel
plaat«en. als ze me haar naam laat
wetom
VLTTOENIERTJE. Waarom ben
JU de tentoonstelling n'et binnen ge
vlogen? Ik ben b'-U. dat je wel op oros
feest bent geweekt. Heeft Sint Je ver
der ook n'et vergeten?
JUFFERTJE LEESGRAAG. Ik
vind het aardig van je. tfat Je niet op
de tentoonstelling kon komen, om
dat Je l et zie1-* Klaproosje gezel
schap hieldt. Hoe is 't nu met haar?
OPPETOM. - Kom Zaterdag je
raadselnrUs maar halen. JU boft
maar. Zoo kort aan de Rubriek en
nu al een prijs. Heb Je nog lets van
onze tentoonstelling gezien?
KLEINE ULBO. 't Doet me ple
zier. dat Je zoo ln Je schik was met
den map van Daan Hoekse ma Ben
Je er al wat mee bezig geweest? Is
moeder ook nog op 't feest geweest?
KONIJNTJE. Knappe jongen,
dat JU moeder al zoo f ink helpt. Ik
zal eens kUkcn, hoe lang Je me nu
trouw blijft. Beginnen Is «sen klein
ding, maar volhouden is een groot
ding.
JUFFERTJE WEETGRAAG. J®
mag wel eens een keertje overslaan.
Sint kan wel heeten Geef-graag. '6
Doet me plezier, dat het boek naar Je
zin was. Staat ln jouw boek van Tljl
Uilenspiegel 't zelfde, wat de poppen
kast vertoonde? Koon vermaakt zldh
zeker alle dagen met zUn stoomwals.
Kon de rol nog gemaakt worden?
Wat heeft hij prettig speelgoed ge
kregen. Jopie .speelt zeker liever mee
de poppen. Je raadsels zUn goed.
DE KLEINE VIOLIST en DE
KLEINE VOGELVRIEND. 'k Zie
met verlangen naar een brief van.
de gebroeders uit.
DRUIVENTROSJE. Kwam je to
laat of te vroeg voor 't feest, dat heb
ik niet goed begrepen. Wat heeft
Sint 't goed gemaakt bU Jullie. Do
kaplaarzen zijn zeker al ingewijd.
Hangen de schilderUtJes al op je ka
mertje?
KORSTJESKNAGER. 't Is voor
jou ook een weekje van pret maken
geweest. Die vertooning van het
Raadsel was prachtig hè. Ik was er
ook. maar ik heb Jou niet gezien.
EGMONDERTJE. Jij hebt dus
Zaterdag ook genoten Ik ben zoo blU
dat ik allemaal zulke verheugde
briefjes krijg. Wat heerlijk voor je,
dat vader er ook was.
WIPNEUSJE. TRAMBESTUURDER
en MOEDERS KLEINSTE. Zoo'n
poppenkast zou Je zeker graag wil
len hebben. En die poppen zeker ook
wel. Was 't voor de eerste keer. dat
jullie de tentoonstelling bezochten?
GRASPIEPER. Was dat andere
papiertje soms ook van Jou? Wil J®
dan voortaan vooral om Je naam
denken? JU bent immers naar d«
Kinder-Bewaarplaatss geweest?
DE KLEINE VOETBALLER. JIJ
wou zeker wel lederen Zaterdag zoo'u
feest hebben. Ik denk, dat de Marie,
tjes, die ln de zaal zaten ook wel ge
lachen zullen hebben. Die arme kin
dertjes van zuster Schouten waren
dus ook heel rUk met de cadeaux.
Was 't schoolfeest ook naar Je zin?
ROZENKNOPJE. - Ais die meneer
Williams al Jullie briefjes eens kon
lezen, zou hU er zeker plezier ln heb
ben, dat Jullie zoo van zUn popp n-
kast genoten hebben. Je zult zeker
nog dikwijls terugdenken aan Je
Gasthuisbezoek. Draag Je de nieuwe
muts alle dagen?
ASTRID. Prettig, dat JU Zater
dag ook zoo blU thuLs kwam. Hob J®
het boek al uitgelezen? Wat heb JU
ook mooie cadeaux van den goe'en
Sint gekregen.
ZINNIA. Ook al een dankbaar
RubrlekertJe, hè? Ik ben WU, dat d®
cadeautjes dadelUk van pas komen.
WOUTER H. Je bent weer wel
kom. Misschien gaat 't nu gemakke-
'-Uker met de raadsels. Nu nlnt t®
gauw opgeven, Goudsbloem en Goud.
elsje mogen Je best helpen met alV°s.
Je mag dien schuilnaam houden. Zet
hem de volgende week maar onder J®
werk. HartelUk gefeliciteerd met 't
nieuwe broertje. Vind Je hem 11-f?
LEENDERT H. Ook Jij bent wel
kom. Je mag ook dien schuilnaam
hebben. Gebruik hem meteen maar
de volgende week. Is kWn DulmpJ#
groot Duimpje geworden?
NEVADA *k Zag Je glundere ge
zicht Zaterdag wel. ZUn de boekjes
al uitgelezen? zit je nu vWcr midden
in 't huiswerk"» Nog ee\ paai week
jes en dan is 't wcr Kert-vac-n ie.
BRELROO. JIJ h*bt al heel w t
feesten meegemaakt. L*uk, dat m e-
der en Nel er ook waren. Ik heb J®
Dinsdag niet gezien in de Concert
zaal. 't Was mooi.
WILLEM VAN ORANJE. 't Doet
me plezier, dat Sint Jou ook zoo rijk
heeft bedeeld Nu ls 't parool weer
werken, hè? Was je teckening mooi
uitgevallen? Als Je trouw me~'oet,
ga Je vast nog eens met een prijsje
strijken. Ik hoop voor Je. dat er
gauw ijs komt.
ZEEUW.SCH BOERINNET'E Ik
ben bUj, dat JU ook zoo genoten hebt
't Zou wel eens gemakkelUk zUn als
Je ook kon buikspreken. Maar mis
schien toch wel vermoe end Be al'en
de kaplaarzen Je goed0
WATERROTJE. - 'k Zag Je wel
zitten met moeder. Gezellig h\ zoo
saampjes naar een feest. Ik was ook
blU. dat het met TUI Ullers le-el
goed afliep. Kun Jc al op de viool
spelen? Wat een Rubriekertjw gaan
er bU Jou op school. ZUn t allemaal
braven kinderen0
W. BLOMBERG-ZEEMAN.
Marnixstraat 20.
Haarlem. 12 Dec. 1930.
bijvoegsel:
VRIJDAG 12 DECEMBER 1930
No. 208
AAN ALLEN!
vv
Kt
WLstcn jullie wel, dat je onze vo-.
gels 't beste leert kennen in den wln-
tertUd? Zo zUn dan veel makker en
Je kunt ze dus gemakkelijker na
deren.
December en Januari is de eigen-
lUke vogelwinter. Voor dien tUd is de
najaarstrek aan den gang en eind
Februari begint de voorjaarstrek
reeds.
Om te beginnen let nu eens op de
mecupren. In groote troepen zie je ze
op de wellanden of langs de kus-.. Je
kunt drie soorten waarnemen. De
grootste soort is sneeuwwit met zi veT
grijzen ru". grauwe pooten en gele
snavel. Dat .s de zilvermeeuw. Jonge
zilvermeeuwen zUn zoo groot als de
oude, maar bruingevlekt.
Dan heb je de kleine soorten. De
Zwartkopmee uw heeft een rooden
snavel en roode pooten. 's Winters s
zUn kop wit, alleen achter de ooren
bevindt zich een rond zwart vlekje.
BU de ouden zUn de vleugels wit met
zi.vergrUs, bU de jongen bruinge
vlekt met zwarten rand.
De derde soort is de gewone, kleine
meeuw. Deze is lang niet zoo alge
meen als de zwartkop. HU heeft een
geheel witten kop. geelgroene snavel
en pooten. Je ziet hem zelden in de
stad. 't Buitenleven trekt hem meer
aan. Heb Je wel eens gemerkt, water
altUd een drukte en beweging in de
vogelwereld ls? 't Is een roepen, lok
ken en fluiten zonder ophouden. Z n-
gen doen zc niet. Zingen doet het
w.nterkonlnkje. ZUn tuulfc, tuul-
klinkt wel eens wat schetterend. Hub
Je hem wel eens togen een boomstam
op zien kruipen. Wat draagt hU h
een mooi grijs Jasje met een barstje
van zilverwit saUJn! Met zUn stevige
staartveertje steunt hU tegen de
boomschors en met zUn priemvormig
snaveltje zoekt hU ln alle reten naar
insecten-eieren. Af en toe piept hU
dan als een muls.
Mooier nog dan 't winterkoninkje
ls de mees. Vooral de pimpelmees,
met zUn blauw kopje, bauwe vleu
gels en staart. O-k de zwarte kool
mees ls een prachtig diertje. De
zwartkopmees is iets kleiner, maar
zUn groenachtig Jasje steekt zoo f^n
af bU 't zwart van zUn kopje. Wat
een grappig lange staart heeft de
staartmecs. De staart ls wel twee
maal zoo lang als 't lichaampje. De
kulfmces ken Je dadeUjk aan zUn
spits kuifje, terwUl de zwarte mee t
een witte boord om hoeft. Ion te
kraaien zie Je nu ook ln grooten ge
tale. Heel brutaal e en zij de ge
strooide kruimels op en gunnen de
musschen alleen dan wat, als zU hun
buikjes dik en rond gegeten hebben.
De ekster met z:Jn moo:e m taal-
glanzendc vederen zie Je minder^
Daar moet Je voor de bosschen ln,
dan zul Je ook de spechten kunnen
waarnemen. De groene en de bonte.
Zc zUn nu heusch niet bang u toe
vallen. Evenmin als 't roodborste.
Dat hipt soms tusschen het mus-
schenvolkje.
Om dc spreeuwen eens goed van
nabU tc zien, moet Je naar een wei
land gaan. In de wel zwerven ook de
kieviten met hun witte borsü en
zwarte vleugels. De natuur Ls nlet-
eenzaam en verlaten. Onze trouwe
«landvogels schenken leven en be
drijvigheid aan 't landschap.
W. B.—Z.
door
W. B. Z.
Er waren eens twee leuke zusjes,
Die speelden tezamen zoo knus es.
Jet had toch zoo'n snoezig serviesje
Het stoeltje behoorde aan Liesje.
Het poppeklnd was weer van Jetje,
Maar Lies brdbht haar 's avonds
naar bodje.
Nu had Jet haar vLslte-uur je
En Lies was een heel vriendUJk
buurtje.
Ze kwam op de thee. dat vat Je
Ze bracht haar mee. 't was een
schatje.
Toen ze samen aan de tafel zaten,
Begonnen ze deftig te praten:
Over 't weer, dat toch steeds zoo
guur was,
Over de groente, die vreeselUk
duur was
Over de eieren, die niets lekker
smaakten
En wat Jet voor Sint Nicolaas
maakte-
Mevrouw Jet schonk telkens een
kopje.
Mevrouw Lies was ook dol op een
hopjflw
De baby werd eerst gansrfh vergeten.
Dat kwam door dat drinken en eten
Maar toen de pot leeg was
gedronken.
En de hopjes weg waren geslonken.
Toen kwam er de wieg op de proppen
En haalden ze saam al hun poppen.
Er waren eens twee leuke zusjes
Die speelden tezamen zoo knusjes.
Het was ake.Ig re^enwo-r divn ca
en Pim ging laat naar school In z'n
cape, met z'n muts achter op z'n
hoofd, liep hij Langs dc gracht, dan
weg, dien hU eiken dag vier maa
ging.
HU had zoo een poosje gcloopen.
toen hU verderop vlak bij de brug een
paar Jongens bezig zag met st:-enen
in 't water te gooien. Ze gooien ze
ker naar een bal. dacht Pim en lette
er verd<*r niet op. Toen hU ech'er
dlchterbU kwam. zag hU dat 't toch
niet op een bal leek, maar dat 't iets
was dat uit zichzelf bewoog.
Pim begon hard te loopen, ze lie
ten zeker een hond zwemmen, of wa
ren rrdsschien wel een poes aan 't
verdrinken! En Ja hoor. de Jon ens
smeten met stecnen naar oen klein
katje, dat in doodsangst zich tracht
te tc redden, en dat naar den kant
probeerde te zwemmen. Het wist van
angst niet, weiken kant het op moest.
Pim vloog op de jongens af. duwde
ze met z'n stevige vuistjes driftig
op zij.
„Ga weg gemeenerds. jullie mogen
dieren geen kwaad d-en!" schreeuw
de hU woest, terwUl hU zich op z'n
buik op den grond liet vallen, en zoo
probeerde om 't katje nog te g.ij^en.
De jongens lachen hem uit: ..Zussle,
zussie," schreeuwden ae Joelend, „wat
een lief moederskindje, dag zuss.e,
pas maar op dat Je ze.f niet ln 't wa
ter valt hoor!" en de kwelgeesten
trokken grlnnekend af naar savooi.
Intusschen probeerde P.m om 't
poesje te redden, maar hoe? Z'n
armpjes waren veel te kort en hc'
poesje lag nog wel een halven me-er
van den kant. „Poes, poes. po"s, kom
maar hier," riep pim, maar 't poeije
swam niet meer vooru.t. het spartel
de uit alle macht om toch maar bo
ven te bhjven.
Er waren nu geen kinderen moer
te zien, de scho.en waren zeker al
begonnen! Pim stond radeloos op,
wat moest hU doen, naar school gaan
cn 't katje laten verdrinken nu hU
er toch niet bU kon? Nee. dat noo t.
en Pim begon te hullen. HU was ook
nog maar een kleine Jongen, en hU
kon toch zoo'n lief poesje niet laten
verdrinken?
.Foes. poes. poeoeoes." riep hU hul
lend. „kom toch hier. ik zal Jc n.ct
doodmaken!" Maar de kleine dren
keling begon het af te leggen, telkens
ging z'n kopje onder water. Pim
durfde er niet naar kijken, hev.g
snikkend draaide hU zich om. en
botste tegen een meisje aan, dat da
gemeene Jongens bozig gezien had
en gauw thuis de wandeLitok van
haar vader was gaan halen. Oecn
seconde aarzelde Mm, hU rukte de
stok uit haar handen en gooide zich
zelf met een bons op den grond Ze
nuwachtig plonsde hU naar do kleine
drenkeling. Het was nog net op rijd,
t poesje was nog niet gezonken, cn
met dc kromme haak k.on hij het
gelukkig nog naar zich toe halen.
Toen visdhte hU 't slappe kle sna.to
magere diertje met z'n handjes uit 't
water, liet de stok liggen, keek niet
meer naar 't meisje om. en rend®
weg naar huls met 't halfdoode katjo
in z'n muts tegen zich aangedrukt.
LOUS ZAALBERG.
Een dure postbestelling. In dm
winter van 1907 moest de po -t bU
zwaren Ijsgang bezorgd worden naar
het eiland Sylt op dc kust van 81eea-
wUk—HoLsteln. De vlet. waarmee de
overtocht moes*, p aats hebben, kon
echter vanwege den zwaren U«?ang
het eiland niet bereiken en m est
onverrlchterzake terugkeeren. Een
tweede poging gelukte echter Do®e
tochten kostten 80 Mark of f 48 per
stuk. zoodat deze postbestelling het
Dultsche RUk f 96 kostte. En h eveel
poststukken bevatte deae bestelllrg?
Skchts èén brief. Dat was dus een
duur briefje voor het Rijk.
Voorzichtig uitgedrukt. Toen ko
ning George III van Engeland o,?ns
aan zijn leermeester Salomons,
vroeg, hoe het stond met zUn vorde
ringen. kreeg fflj ten antwoord: Zoo
Uwe Mhjestclt weet, worden de \lool-
spelcrs in 3 klassen verdeeld. Tct d®
le klasse behooren zij, die er niets
van kennen. Tot de 2de zij, die heel
slecht spelen en tot de Se zij. die t
goed kunnen. Uwe Majesteit begint
zoo langzamerhand tot do 2e to be
hooren.