Provinciale Staten van Noord-Holland.
DRE5SOIR-
LOOPERS
ANDRÉA
STRIJDENDE ZIELEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 19 DECEMBER 1930
Het Gooisch natuurreservaat
SUCCES VOOR JHR. MR. DR. A. RöELL.
VEEL HANGT VAN DEN MINISTER AF.
OP WETSWIJZIGING AANGEDRONGEN.
t>EZE STATEN VOOR HET LAATST BIJEEN.
Jhr. mr. dr. A. Röell.
(Vervolg op de zitting van Donderdag).
De heer Van Lennep (cJi.) den heer
Bruch beantwoordende, zegt. dat hij betreurt
niet eerder met het voorstel te zijn gekomen.
Dit werd hem echter onmogelijk gemaakt,
doordat hij niet in de commissie heeft geze
ten.
Toch wil spr. nog het zijne doen, om het
natuurschoon te bevorderen.
In een lagen waterstand in de waterpartij
*ou spr. een aanwijzing willen zien, dat de
waterleiding in dit gebied niet uitbreiden
moet. Spr. gelooft, dat nog een ander autori
teit dan de drie genoemde, had kunnen ge
raadpleegd worden, namelijk de commissie
van advies, die ook de schoonheid van steden
en dorpen beoordeelt.
Mevrouw Van Zelmv. d. Berg Ccomm).
levert een betoog, waarin zij den ondergang
van het kapitalisme voorspelt.
Na re- en dupliek van de heeren Pothuis,
Bruch en Kooiman, wordt het voorstel zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Het provinciaal hotel.
Aan de orde ls vervolgens het voorstel tot
het doen bouwen van een landelijk hotel
op het Provinciaal landgoed ter plaatse van
het vroegere „Johanna's Hof".
Mevrouw A u k e sT Immer (V.D.) heeft
met groote ingenomenheid kennis genomen
van het voorstel. Zij heeft echter één vraag:
Zijn Gedeputeerden van oordeel, dat zij op
deze voorwaarden zullen slagen en is het
contract reeds definitief afgesloten?
De heer Bruch (Ged. Statenantwoordt,
dat dit nog niet het geval is, doch hij heeft
de overtuiging dat partijen het wel eens
zullen worden.
De voordracht wordt aangenomen z.hs.
Aan de orde is vervolgens het voorstel om
voor f 500.000 deel te nemen in den aankoop
van 1526 H.A. bosch en hei in de zes Gooische
gemeenten met bestemming tot natuurreser
vaat het plan Röell).
Eerste spreker is de heer Kor ff (lib).
Deze begint met zijn groote waardeering er
over uit te spreken, dat het den voorzitter
gelukt is deze zaak tot stand te brengen.
Voorts brengt hij dank aan de gemeentebe
sturen van Amsterdam en de Gooische ge
meenten. Uit de stukken heeft spr. gezien,
dat de aankoop over het Bikbergcrbosch aan
den datum van 1 Januari is gebonden. Op
dien datum echter is nog niet alles In kannen
en kruiken. Spr. zou gaarne de consequenties
daarvan vernemen.
De tweede spreker is de burgemeester van
Blaricum, de heer Klaarenbeek (r.k.).
Aanvankelijk, aldus spr., was men van oor
deel, dat het plan alleen moest omvatten de
gedeelten, die behouden dienden te blijven uit
een oogpunt van welstand. Het was de bur
gemeester van Laren, jhr. Van Nispen, die in
deze richting zeer werkzaam was.
Spr. brengt hem hulde voor de wijze, waar
op hij de bebouwing in goede banen heeft
geleid.
Spr. zegt, dat het te danken is aan de
mannen met vooruitzienden blik in het Gooi,
onder wie hij in de eerste plaats noemt den
burgemeester van Bussum, den heer De Bor
des, dat energieke pogingen werden onder
nomen om het bezit van Stad en Lande tot
reservaat te bestemmen.
Ook brengt spr. dank aan den heer Luden,
van Prov. Staten en voorzitter van Stad en
Lande.
Hij spreekt voorts zijn erkentelijkheid uit
aan jhr. Röell, aan de gemeente Amsterdam
en aan de erfgooiers, die te vinden waren
voor den verkoop der helden en bosschen.
Spr. heeft nog enkele opmerkingen. Ten
eerste meent, dat de koopprijs niet te hoog is.
Ten tweede spreekt hij over de kapitaal-
verdeellng. Levendig kan spr. zich voorstel
len, dat Ged. Staten te dien aanzien, thans
en ander standpunt huldigen.
Spr. wil niet nalaten de verzekering te
geven, dat de belangen der scharende erf
gooiers (dat zijn zij, die nog vee weiden en
de gemeene weiden dus nog gebruiken. Red.),
in geen enkel opzicht gevaar zullen loopen,
als de terreinen in het bezit der gemeenten
zijn.
Een ander spreker uit het Gooi, de Hilver-
sumsche heer Dam (a.r.) begint met zich
aan te sluiten bij de vorige sprekers, wat be
treft de.groote waardeerïng en dankbaar
heid in het bijzonder gericht tot den voor
zitter.
Over de kapitaalsverdeeling zegt de heer
Dam, dat op zich zelf een wijziging van de
interpretatie van de erfgoolerswet, zooals Ged.
Staten, die reeds jaren gaven, onjuist is,
doch wanneer de gewijzigde interpretatie door
de kroon wordt aanvaard, dan zou dit in
de practijk op juridische bezwaren kunnen
stuiten.
Spr. kan dan ook geen anderen uitweg be
kennen, dan dat de regeering verzocht wordt
om wetswijziging.
Wat betreft de Stichting, hoopt spr. op be
langrijken invloed daarin vanwege de pro
vincie. En wat aangaat de doelstelling, aan
het doel mag natuurlijk niet worden getornd,
nu noch later.
Spr. hoopt, dat Prov. Staten binnenkort
op de hoogte zullen worden gesteld van den
inhoud van de stichtingsacte.
Tenslotte hoopt mr. Dam, dat de minister
van financiën vrijstelling Yan successlerech
ten zal geven.
De heer De Wolff (s.d.) zegt, dat voor
hem en zijn politieke vrienden de voordracht
de klank heeft van een nieuwe lente en een
nieuw geluid, omdat zij bevestigt de marxis
tische opvatting van de economie.
„Der Sieg eines Prlnzips" noemt spr. de
aanneming van de voordrachten over een
landelijk hotel, een jeugdherberg in deze.
Tegenover de opvatting van den heer Dam
zet spr. de zijne, dat de meening dat men
nooit mag afwijken van een interpretatie, in
strijd is met het levende recht. Het algemeene
belang bestaat, boven het kleinere.
Daarom stappen spr. en zijn vrenlden over
de juridische bezwaren heen..
Spr. wil zeggen, dat alle juridische bezwa
ren, die op zouden komen, de Statenleden
niet regardeeren. De Staten hebben niet het
recht om daarover te oordeelen. Laten wij
deze zaak nu maar eens afschuiven op Ged.
Staten en op hen vertrouwen.
De heer De Jong Schouwenburg
(c.h.) meent ook, dat wetswijziging zal moe
ten plaats hebben.
Dan spreekt de voorzitter van Stad en
Lande, de heer Luden (c.h.). Hij zegt, dat
het niet moeilijk is voor hem zijn sympathie
met de voordracht te betuigen. Hij legt er
nadruk op, dat niet zoozeer gevreesd behoefde
te worden voor verdwijning van het natuur
schoon, wanneer dat in handen was van
Stad en Lande.
Toch gelooft spr. dat het een daad is van
wijs beleid om ook in verre toekomst zich
het natuurschoon van dit bezit te verzekeren.
De heer Luden herinnert aan de pogingen
tot stichting van een resrvaat in 1914, die
door den oorlog afsprongen.
In 1926 hervatte de heer Van Tienhoven
de pogingen en het was een gelukkige ge
dachte om u, mijnheer de voorzitter, uw be
middeling te verzoeken.
Zonder deze. zou men het. naar sprekers
overtuiging niet eens zijn geworden.
Spr. brengt den voorzitter daarvoor harte-
lijken dank.
Sprekende over het Bikbergcrbosch, zegt
hij, dat de prijs hoog is. hij is echter gedekt
door het belang van de heele zaak, dat den
aankoop meebrengt.
Spr. gelooft te mogen aannemen dat het
de bedoeling van Ged. Staten is, wetswijzi
ging te bevorderen.
Er mogen geen maatregelen genomen wor-
LNGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel
BIJ EEN DOOS
KLOKZEEP
TWEEMAAL
EEN CADEAU!
Ean pak Klokxaap bavatnlet
aliacn «en prachtig cadeau,
maar bovendien hebben da
U bekomt duel
1*. oen prachtige verrotting
in da dooe.
GESCHENKEN LIJST I
N.V. ZEEPFABRIEK „DE KLOK"
HIERpi
den, die de tot stand koming van het reser
vaat in gevaar brengen. Daarom vraagt spr.
aan Gedeputeerden de toezegging, dat. de
v/eg, dien zij zullen bewandelen de wettelijke
weg is.
Stel, dat Ged. Staten de uitkeering goed
keuren. dan blijven wij zitten met een ko
ninklijk besluit van 1927, dat kapitaaluitkee-
ring in strijd is met de wet en men loopt de
risico dat de heele zaak mislukt.
Spr. zou daraom in overweging willen ge
ven te bevorderen, dat deze zaak door wets
wijziging tot stand komt.
Dan Is het woord aan den geestelijken va
der van het plan. den commissaris der Ko
ningin. Jhr. mr. dr. A. Röell. Hij begint met
zijn dank uit te spreken aan de sprekers.
Hij juicht het toe. dat een voorbehoud
werd aanvaard in zake de kapitaalsuitkee-
ring.
De prijs van f 887.354 voor het Bikberger-
bosch acht spr. niet te duur. Van wat spr.
ronduit wil noemen, het overstag gaan van
Ged. Staten, geeft spr. een uiteenzetting. De
vergadering der erfgooiers stelde de voor
waarde: kapitaalsuitkeer in g.
Ged. Staten hebben zich toen op het
standpunt gesteld voor dit bijzondere geval
te zullen meewerken, zij het dat zij wisten,
dit niet zelfstandig te kunnen doen.
Nu staat de zaak zoo, dat de regeering
heeft meegedeeld in beginsel niet ongenegen
te zijn om de wettelijke voorziening te be
werkstelligen.
Dit hokt nog op een paar dingen. 0.a. daar
op. dat regeering haar medewerking afhan
kelijk stelt van de mate van belangstelling
die voor de zaak bestaat.
Zoowel in de Staten als In den Raad van
Amsterdam is daarvan gebleken en spr.
twijfelt niet aan den wil der Gooische ge
meenten.
Als dat alles ln kannen en kruiken Is,
komen pas de punten: stichtlngsacte en
successierechten. Spr. kan meedeelen, dat de
punten die de heer Dam aangeroerd heeft,
het doel en de vertegenwoordiging van de
povincie verzekerd zijn, wat de vrijstelleing
betreft, spr. hoopt, dat de minister ook daar
voor te vinden zal zijn.
Dé heer Roëll besluit met onder applaus
van de leden, zijn vertrouwen in de zaak uit
te spreken.
De voordracht wordt daarna aangenomen
zonder hoorfdelijke stemming.
Verscheidene leden roepen: „Bravo!"
Alle overige agenda-punten, waaronder het
voorstel tot het verleenen van een bijdrage
in de kosten tot restauratie van den ge
meentetoren te Heemskerk, tot verhooging
van het subsidie van het Concertgebouw
orkest te Amsterdam, tot deelneming in het
kapitaal der Bank voor Nederlandsehe ge
meenten, tot het waarborgen van een geld-
lecning aan te gaan door de gemeente Urk,
worden aangenomen zonder hoofdelijke
stemming.
Er wordt niet gepauzeerd en te ongeveer
twee uur in den middag wordt de tweede ge
wone zitting gesloten.
OVERZICHT
De Staten zijn voor het laatst in de hui
dige samenstelling bijeen geweest. Een aan-
IN GEZOND EN MEDEDEELIXGEN
a 60 Cts. per regel.
Stë? VER SE MA AM 100X O 50
EN KLEUREN. 5QcM.
6R.MOUT5TR.103, ITEL 12.393
tal bekende figuren, zooals de heeren
Mendels, Kupers en Gerhard, alle drie van
de sociaal-democratische fractie zullen wij
er, naar thans reeds vaststaat, omdat deze
leden zich niet herkiesbaar gesteld hebben,
niet meer terug zien.
Een hoogst belangrijke agenda is afgehan
deld. Tal van belangrijke voorstellen hebben
de Staten aangenomen, en het is wel tref
fend met hoe groote eenstemmigheid dit in
het provinciale bestuurscollege steeds ge
beurt.
Heftige tooneelen hebben wij dan ook niet
bijgewoond, behalve een enkele maal, wan
neer de heer Wijnkoop sprak of wanneer de
heer Asscher, de leider der liberale fractie
wat driftig uitviel. Kenmerkend in de Staten
is echter de rustige en gemoedelijke sfeer,
die zelfs niet door de luidsprekers verstoord
kon worden. De luidsprekers intusschen
schijnen geheel als proef bedoeld geweest te
zijn. Donderdag waren zij er al niet meer, en
met hen waren verdwenen de ingenieurs der
Philips-fabrieken. die een versterklngslnstal-
latle geheimzinnig hadden opgesteld achter
de zware gordijnen van de antichambre.
Het allerbelangrijkste punt van de rijk
voorziene agenda was wel de voordracht in
zake het Gooi-reservaat. Ter verduidelijking
voor onze lezers resumeeren wij. dat de zaak
nu zoo staat, dat de vereeniging van dege
nen, die het erfrecht hebben op de gronden,
de erfgooiers, vereenigd in „Stad en Lande
van Gooiland", besloten hebben al.e gron
den te verkoopen. De vereeniging zal dan
ontbonden worden en de leden krijgen de
opbrengst. De Erfgoolerswet 1912 echter is
door Gedeputeerde Staten immer zoo geïn
terpreteerd, dat kapitaalsverdeeling verbo
den was en alle gelden de vereeniging als ge
heel ten goede moeten komen.
Wel zijn nu Gedeputeerden, zooals Jhr.
Röell, die de -geestelijke vader van het plan
is. het uitdrukte ..overstag gegaan", en in
terpreteeren zij de wet aldus, dat het geld
wel verdeeld mag worden, doch deze lezing
stuitte op wel eenig principieel verzet uit de
Staten in het bijzonder van den Hilversum-
schen notaris mr. p. j. Dam. Wijziging van
de Erfgoolerswet schijnt nu wel de beste op
lossing te zijn.
Intusschen ls er ook verzet gekomen van
de „scharende" erfgooiers. dat zijn die leden
van „Stad en Lande", die voor hun vee nog
gebruik maken van de gemeene welden en
van hun personeel, doch het Statenlid de
heer Klaarenbeek, burgemeester van Blari
cum, deed reeds de toezegging, dat hun be
langen niet geschaad zullen worden.
Amsterdam heeft besloten om voor an
derhalf mülioen aan het plan deel te nemen,
de zes Gooische gemeenten zullen voor hun
aandeel wel niet achter blijven, zoodat alles
dus eigenlijk van den minister afhangt. En,
naar uit de rede van jhr. Röell was op te
maken, staan bij hem de kansen niet slecht.
Zoodat wij mogen gelooven, dat een groot
gedeelte van het Gooi met hei, bosch en wei
land voor het nageslacht in ongerepten
vorm bewaard zal blijven. Waarvoor hun, die
dit, ondanks de talrijke moeilijkheden tot
stand brachten, de dank van dit nageslacht
wel bij voorbaat moge gebracht zijn.
(Onderstaande berichten zijn reeds in een
deel van de vorige oplaag opgenomen.)
COMMUNISTISCHE PARTIJ
HOLLAND.
OVER DE WERKLOOSHEID EN DE
SOVJET.
De afdeeling Haarlem van de Communis
tische Partij Holland en het Comité van
Actie onder de Werkloozen hebben Woens
dagavond een openbare vergadering in het
Brongebouw belegd.
Het Tweede Kamerlid Louis de Visser sprak
op deze bijeenkomst over de werkloosheid en
de kapitalistische oorlogsvoorbereiding tegen
de Sovjet-Unie.
Nadat de voorzitter van de afdeeling Haar
lem der C. P. H., de heer Winterink, de ver
gadering geopend had, voerde als eerste
spreker het woord de heer Schrijnemakers,
die critiek leverde op het Burgerlijk Armbe
stuur, dat volgens hem niets doet voor den
ellendigen toestand van den ongeorganiseer
den werklooze. Spreker meende dat zoowel
ongeorganiseerde als georganiseerde arbei
ders tezamen moeten trachten om verbete
ring te brengen.
Hierna spraken nog een tweetal werkloo
zen, waarvan een protesteerde tegen het op
treden van de politie tijdens de demonstra
tie, die dezer dagen door middel van een
propagandaschuit in de Leiaschevaart - ge
voerd is. Deze spreker wekte aan het eind
van zijn toespraak de ongeorganiseerde
werkloozen op zich bij het W. A. C. aan te
sluiten.
De heer Oversteegen protesteerde tegen
de wijze waarop zekere fracties in den Haar-
lemschen gemeenteraad de werkloozenactie
den kop willen indrukken. Voorts wees deze
spreker er op, dat de strijd der werkloozen
massaal moet zijn, want het doel is, ten
slotte het proletarisch bewustzijn in den ar
beider te doen on'waken en de proletarische
revolutie tegen het kapitalisme in het leven
te roepen.
Na de pauze werd het woord gevoerd door
Louis de Visser over het bovengenoemde on
derwerp. Spreker begon met een overzicht te
geven van de revolutionnaire gebeurtenissen
in Europa in den na-oorlogschen tijd. Hij
zeiae, dat in dit tijdperk langzamerhand
verzet was gekomen van de arbeidersklasse
tegen het kapitalisme. Door kleine hervor
mingen, zooals de 8-urenwet, heeft de
bourgeoisie de proletariërs weten zoet te
houden. De periode, die wij thans doorma
ken is die van de rationalisatie van den ar
beid en de reconstructie van het kapitalisme.
Deze rationalisatie leidt volgens spreker tot
enorme toeneming van de productiviteit
eenerzijds en groote werkloosheid ander
zijds. Het einde zal zijn een geweldige crisis
in de industrie en in den landbouw.
Thans groeit overal in de wereld, zelfs in
Britsch-Indië en Indonesië verzet tegen het
kapitalistische stelsel. Op hun beurt zullen
alle kapitalistische landen zich in de toe
komst gaan vereenigen om gezamenlijk het
communisme, en in het bijzonder de Sovjet
Unie, te bestrijden. Spreker zeide, dat het
daarom noodig is, dat de werkende zoowel
als de werklooze arbeiders zich vereenigen
tot een solidaire eenheid tegenover de
bourgeoisie.
Tenslotte besprak de heer De Visser de
huidige toestanden in Rusland, waar vol
gens hem de welvaart met den dag toe
neemt. Ook wijdde spreker nog eenlge woor
den aan het kort geleden gevoerde in-
dustrieele proces.
Voordat de vergadering, die zeer druk be
zocht was, uiteen ging, werd met algemeene
stemmen een motie aangenomen, waarin de
eischen van de werkloozen betreffende steun-
verleening, werktijdverkorting, enz., vervat
zijn en geprotesteerd wordt tegen de ver
plichte werkverschaffing.
ONTHEFFING WINKEL
SLUITING.
VÓÓR KERSTMIS EN NIEUWJAAR#
We herinneren er aan, dat de winkels op
de drie laatste werkdagen, voorafgaande aan
25 December, geopend mogen zijn van 'smor-
gens vier uur tot 's avonds elf uur en van
's morgens vier uur tot 's avonds tien uur op
30 December.
CHRISTELIJKE LETTERKUNDE
De kring Haarlem van het Verbond van
Chr. Letterkundige Kringen in Nederland
hield haar maandelijksche vergadering op
Dinsdag in het wijkgebouw aan de Ged.
Oude Gracht. Deze vergadering droeg een
bijzonder karakter wegens het aanstaande
Kerstfeest. Allereerst sprak de heer P. Lig-
tenberg over „Kerstfeest en Vondel". Hij
deed dit bij eenige fragmenten uit de werken
van Vondel, vervolgens reciteerden enkele le
den gedichten of lazen proza, alles betrek
king hebbende op het Kerstfeest, waarna
Mary Pos tot slot een diep doorvoeld verhaal
voorlas uit „eigen werk".
De volgende vergadering is op 13 Jan.; de
heer Baggerman zal dan spreken oyer Mul-
tatuli.
VIER ZWANEN VIER MAANDEN.
De rechtbank te Leeuwarden heeft een
40-jarigen jager die vier zwanen, eigendom
van de gemeente Leeuwarden, heeft dood
geschoten tot 4 maanden gevangenisstraf
veroordeeld. De eisch was f 25 of 25 dagen
hechtenis.
RADIOPROEVEN MET DE
P.H.A.G.A.
HET RETOUR VLIEGTUIG REEDS OP
SCHIPHOL „ONTVANGEN",
Wij lezen in de N.R.Ct.:
De resultaten van de korte-golfproeven
met het vliegtuig P.H.-A.GA. op de terugreis
stellen een bijna onafgebroken verbinding
van de vliegtuigen op de lijn Amsterdam-—
Batavia met Nederland en Indië op de kor
tegolf in uitzicht. Blijkens de uit Indië ont
vangen mededselingen is door den radio
dienst te Bandoeng een goede verbinding met
het vliegtuig onderhouden op een golflengte
van 20.6 meter tot de landing te Calcutta
(afstand ongeveer 4000 K.M.) Daarna zijn de
seinen van het vliegtuig te Bandoeng tot kort
vóór de landing te Djask goed ontvangen (af
stand ongeveer 6000 K.M.), doch slaagde men
er niet in, een tweezijdige verbinding tot
stand te brengen.
Daarbij moet in het oog worden gehouden,
dat het vliegtuig op dit gedeelte van de rou
te bijna onafgebroken op de lange golf met
de Britsch-Indische stations dient te wer
ken, zoodat weinig tijd over ls voor de korte
golf proeven.
Woensdag zijn de seinen van het vlieg
tuig voor het eerst op de korte golf recht
streeks door den rijksberichtendienst voor de
luchtvaart te Schiphol ontvangen.
FEUILLETON.
ROMAN VAN HUGO BETTAUER.
14)
(Nadruk verboden).
Min af meer angstvallig cn terughoudend,
maar nooit een spelbreker. Hulpvaardig tegen
over minder begaafde vrienden, voor wie hij.
wanneer dat moest, tot diep in den nacht op
stellen maakte. Hartwig was als knaap tot
geen enkele ruwheid ln staat geweest, was
bij ernstige vechtpartijen steeds bemiddelend
opgetreden, maar kon bepaald boos worden,
wanneer hij dieren zag kwellen of mishande
len. Den omgang met zijn besten vriend had
hij opgegeven, omdat deze er niet van kon
afzien kevers en vlinders te vangen en voor
eljn verzameling te prepareeren.
Von Dengern kreeg van den rector van
het Wilhelm-gymnasium ln Keulen verlof
de tot bundels verpakte, stoffige en half ver
gane schoolschriften van vroegere leergan
gen door te snuffelen om te trachten eenige
opstellen van Hartwig onder de oogen te
krijgen. Urenlang zocht hij op den zolder van
het gymnasium in stof en splnnewebben, to:
hij de cahiers vond. waarin vijftien, twintig
jaar geleden Thomas Hartwig zijn stijloefe
ningen had gemaakt. Met dezen buit haastte
hij zich naar zijn hotelkamer, waar hij al
deze onnatuurlijke, kinderlijk onschuldige op
stellen over ..Hoe ik mijn Paasohvacantie
doorbracht'. „De maagd van Orleans". „Zon
dags bij een voetbalwedstrijd" en wat een
leeraar zijn pupillen nog meer pleegt op te
geven doorworstelde. Maar bi) het vele on
wezenlijke en onbetcekenende stiet hij toch
oei op. jnciiï&Q ciigiucclc gedachte, «naar
vóór alles bewonderde Von Dengern de absolute
beheersching van de taal en het zelfs pijn
lijke streven onpathetisch en de phrase uit
den weg te blijven.
Von Dengern werd plotseling hevig ge
ïnteresseerd. „Wat is de grootste misdaad
welke de mensch kan begaan?", luidde een
in da vijfde klasse behandeld thema en Hart
wig had uiterst minutieus, duidelijk en logisch
uiteengezet, dat de ernstigste misdaad de ver
nietiging van een menschenleven. de moord
moest zijn. Door den moord, voortkomende
uit den wensch zichzelf te bevoordeelen, dus
louter uit zelfzuhtigcheld, vernietigt men nooit
vermoede mogelijkheden, begaat men een mis
daad tegen de eeuwige harmonie der na
tuur. verkracht men 't onkwetsbare. Voor elke
misdaad kan men boeten, elke misdaad kan
vergeven worden, alleen de moord niet, om
dat hij, die gedood werd, niet meer vergeven
kan. Men doodt een mensch en vernietigt
daarmee niet slechts het slachtoffer, doch
wellicht met hem een grootsche gedachte,
welke deze mensch tot heil van de wereld
zou hebben ontwikkeld en uitgevoerd. Wee de
moeder, die, ten einde nood en schande te
ontgaan, haar pas geboren kind doodt! Want
wie weet, of zij in hem niet een nieuwen
leider, waar de wereld naar snakt, heeft ver
moord. Vergeving is er voor alle arme zon
daars, alle gestruikelden, alle slachtoffers
van een onzinnigen socialen strijd! Slechts
voor den moordenaar bestaat geen veront
schuldiging, wijl het uitdooven van een
vreemd levenslicht het vernietigen van een
wereld beteekent.
Daar Hartwig in het verdere verloop van
zijn opstel ook den oorlog als massamoord
veroordeeld had. kreeg hij een „onvoldoende"
mot de aanteekening „niet bepaald patriottisch
gedacht!"
Von Dengern echter was sterk onder den
indruk van hetgeen hij zooeven geleeen had.
Hij auk -iet ca-iicf in 4jn -ik, uvk zijn ge
laat in een ondoorgrondelijke plooi en maakte
een lange wandeling langs den Rijn, waarbij
hij zijn gedachten den vrijen loop liet.
Met Lotte Fxöhlich had Von Dengern weer
contact gezocht, maar dat was op 'n misluk
king uitgeloopen. Hij had haar op straat opge
wacht en aangesproken, waar hij later ge
weldig spijt van had. Want Lotte had hem
woedend toegesnauwd: Laat u me alstublieft
met rust! Als een dief hebt u me weten
te naderen om me uit te hooren. Dat is laag
en gemeen!
Een vermoeide glimlach was op Von Den-
gern's lippen gekomen.
U hebt heusc.ii nog niet aoo'n on
gelijk, juffrouw Fröhlich; 't is geen aanlok
kelijk beroep jacht op mensch en te moeten
maken. Maar 't kan toch altijd ook zijn goede
zijde hebben!
Met deze woorden had Von Dengern zich
haastig verwijderd en Lotte bleef min of meer
beschaamd en verbluft staan.
Von Dengern stelde zich daarop in verbin
ding met mevrouw Lammelein. bij wie Lotte
aan de Lütsow-Ufer haar intrek had genomen
en hij slaagde er werkelijk ln het vertrouwen
van de oude dame te winnen en dit wel des
te spoediger, toen hij zich voordeed als reizi
ger in wijnen en likeuren, die nooit op or
ders aandrong, maar wel zeer vrijgevig was
met monsterfleschjes. Mevrouw Lammelein
droeg haar Jonge, knappe huurster een warm
hart toe. maar den laatsten tijd was die
warme toegenegenheid toch wel wat vermin
derd.
Neen, die jonge meisjes van tegenwoordig
klaagde ze. Vroeger was het altijd Hartwig
hier en Hartwig daar en als hij 's middags
telefoneerde, liet zij van haast den soeplepel
vallen en dan dacht ik aan een groote liefde
die vandaag of morgen tot eer. huwelijk
zou leiden. Maar toen dat ongeluksmensch,
die Hartwig, gearresteerd werd dacht u.
dat sc iiar erg van onder oen indruk wuó
ze heeft niet eens gehulldl Laten we daar
niet over praten, zei ze telkens afwerend, als
ik haar wilde troosten! Harteloos, eenvoudig
harteloos, zeg Ik u!
Von Dengern stelde nog andere vragen,
bracht bij elk bezoek het gesprek steeds weer
op juffrouw Fröhlich, zoodat bij mevrouw
Lammelein tenslotte het vermoeden post vatte
dat de wijnagent zelf verliefd was op het
meisje. En in dit vermoeden werd zij nog ge
sterkt, toen hij op een dag verzocht, de kamer
van juffrouw Fröhlich eens te mogen zien.
daar hij. ais vrijgezel, nog nooit ln de"gelegen
heid was geweest den voet in het. vertrek "van
een jong meisje te zetten en hij dood-nieuws
gierig was om eens te zien hoe een alleen
wonende vrouw haar kamer inrichtte. Me
vrouw Lammelein deed hem dat genoegen,
ook al, omdat, zij ditmaal een fleschje advo
caat als monster had gekregen. En omdat,
zij juist op dit moment aan de telefoon werd
geroepen, had Von Dengern gelegenheid, zich
eenige minuten alleen in Lotte's kamer op te
houden.
Het groote proces.
Eindelijk dan konden de bladen van het
groote feit, dat stond te gebeuren melding
maken. Op den 5en November zou het Hoi
van gezworenen het op twee dagen ge
raamde proces tegen Thomas Hartwig be
ginnen, terwijl op den avond van dien
zelfden dag de première van „Drie menschen'
in het Kleist-theater zou plaats hebben.
De Berüjnsche society was één en al op
winding en bereidde zich voor op de zware
:aak, welke haar wachtte. Het kwam er n.l.
slechts op aan. toegangsbewijzen machtig ;.e
worden tot de rechtszaal en de eerste op
voering van het stuk '-an den moordenaar.
Het een was nu eenmaal onafscheidelijk met
het. andere verbonden, Men aou overdag van,
alle phasen van het proces tegen Hartwig
getuige zijn, om des avonds in rok, de dames
in groot toilet, met evenveel belangstelling
te luisteren naar de woorden van den auteur,
die in 't Kleist-Theater anderen voor zich
zou laten spreken. En het werd een geweldige
jacht-, een wedloop om de beide kaarten, het
aanwenden van allen invloed en de her
nieuwing van kennismakingen met parle
mentsleden en andere invloedrijke personen.
Want wanneer het ook door betaling van den
tienvoudigen prijs met hulp van kaartagenten
gelukte een stallesplaats of zelfs een loge
in het Kleist-theater machtig te worden, bil
het hof van gezworenen baatte alle rijkdom
niets, wanneer men niet. door bijzondere con
necties een aanbeveling had bij den voorzit
ter van de arrondtssements-rechtbank Muhr
of bij den officier van justitie, Röhrich.
Om tien uur 's morgens begon in het Kleist-
theater de generale repetitie van „Drie
menschen", voor gesloten deuren, precies op
hetzelfde tijdstip verklaarde de president van
het hof de zitting voor geopend en verleende
hij het woord aan den griffier tot het voor
lezen van hetgeen den beklaagde ten laste
was gelegd.
Hartwig zat tusschen twee veldwachters
in op zijn beklaagdebank en hoewel hij zich
zichtbaar moeite gaf. om slechts de uiterste
onverschiliigheia ier. tooi, te spreiden, be
merkte men toch reeds spoedig achter dit
masker een opwinding, die gaandeweg sterker
werd. Hij kn:pte met de kortzichtige blauwe
oogen, streek zich telkens weer met de hand
over het gezicht en zijn blond haar plakte
vochtig op het voorhoofd. Siechts wanneer
hij zijn oogen over het auditorium, de dames
en heeren uit de eerste kringen, de kunste
naars. schrijvers, persmenschen van rang en
beteekenis liet gaan, kwam er een ironische
trek op zijn gelaat.
JWoadt vervolgd^