Provinciale Staten van Noord-Holland. DRE5SOIR- LOOPERS ANDRÉA STRIJDENDE ZIELEN. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 19 DECEMBER 1930 Het Gooisch natuurreservaat SUCCES VOOR JHR. MR. DR. A. RöELL. VEEL HANGT VAN DEN MINISTER AF. OP WETSWIJZIGING AANGEDRONGEN. t>EZE STATEN VOOR HET LAATST BIJEEN. Jhr. mr. dr. A. Röell. (Vervolg op de zitting van Donderdag). De heer Van Lennep (cJi.) den heer Bruch beantwoordende, zegt. dat hij betreurt niet eerder met het voorstel te zijn gekomen. Dit werd hem echter onmogelijk gemaakt, doordat hij niet in de commissie heeft geze ten. Toch wil spr. nog het zijne doen, om het natuurschoon te bevorderen. In een lagen waterstand in de waterpartij *ou spr. een aanwijzing willen zien, dat de waterleiding in dit gebied niet uitbreiden moet. Spr. gelooft, dat nog een ander autori teit dan de drie genoemde, had kunnen ge raadpleegd worden, namelijk de commissie van advies, die ook de schoonheid van steden en dorpen beoordeelt. Mevrouw Van Zelmv. d. Berg Ccomm). levert een betoog, waarin zij den ondergang van het kapitalisme voorspelt. Na re- en dupliek van de heeren Pothuis, Bruch en Kooiman, wordt het voorstel zon der hoofdelijke stemming aangenomen. Het provinciaal hotel. Aan de orde ls vervolgens het voorstel tot het doen bouwen van een landelijk hotel op het Provinciaal landgoed ter plaatse van het vroegere „Johanna's Hof". Mevrouw A u k e sT Immer (V.D.) heeft met groote ingenomenheid kennis genomen van het voorstel. Zij heeft echter één vraag: Zijn Gedeputeerden van oordeel, dat zij op deze voorwaarden zullen slagen en is het contract reeds definitief afgesloten? De heer Bruch (Ged. Statenantwoordt, dat dit nog niet het geval is, doch hij heeft de overtuiging dat partijen het wel eens zullen worden. De voordracht wordt aangenomen z.hs. Aan de orde is vervolgens het voorstel om voor f 500.000 deel te nemen in den aankoop van 1526 H.A. bosch en hei in de zes Gooische gemeenten met bestemming tot natuurreser vaat het plan Röell). Eerste spreker is de heer Kor ff (lib). Deze begint met zijn groote waardeering er over uit te spreken, dat het den voorzitter gelukt is deze zaak tot stand te brengen. Voorts brengt hij dank aan de gemeentebe sturen van Amsterdam en de Gooische ge meenten. Uit de stukken heeft spr. gezien, dat de aankoop over het Bikbergcrbosch aan den datum van 1 Januari is gebonden. Op dien datum echter is nog niet alles In kannen en kruiken. Spr. zou gaarne de consequenties daarvan vernemen. De tweede spreker is de burgemeester van Blaricum, de heer Klaarenbeek (r.k.). Aanvankelijk, aldus spr., was men van oor deel, dat het plan alleen moest omvatten de gedeelten, die behouden dienden te blijven uit een oogpunt van welstand. Het was de bur gemeester van Laren, jhr. Van Nispen, die in deze richting zeer werkzaam was. Spr. brengt hem hulde voor de wijze, waar op hij de bebouwing in goede banen heeft geleid. Spr. zegt, dat het te danken is aan de mannen met vooruitzienden blik in het Gooi, onder wie hij in de eerste plaats noemt den burgemeester van Bussum, den heer De Bor des, dat energieke pogingen werden onder nomen om het bezit van Stad en Lande tot reservaat te bestemmen. Ook brengt spr. dank aan den heer Luden, van Prov. Staten en voorzitter van Stad en Lande. Hij spreekt voorts zijn erkentelijkheid uit aan jhr. Röell, aan de gemeente Amsterdam en aan de erfgooiers, die te vinden waren voor den verkoop der helden en bosschen. Spr. heeft nog enkele opmerkingen. Ten eerste meent, dat de koopprijs niet te hoog is. Ten tweede spreekt hij over de kapitaal- verdeellng. Levendig kan spr. zich voorstel len, dat Ged. Staten te dien aanzien, thans en ander standpunt huldigen. Spr. wil niet nalaten de verzekering te geven, dat de belangen der scharende erf gooiers (dat zijn zij, die nog vee weiden en de gemeene weiden dus nog gebruiken. Red.), in geen enkel opzicht gevaar zullen loopen, als de terreinen in het bezit der gemeenten zijn. Een ander spreker uit het Gooi, de Hilver- sumsche heer Dam (a.r.) begint met zich aan te sluiten bij de vorige sprekers, wat be treft de.groote waardeerïng en dankbaar heid in het bijzonder gericht tot den voor zitter. Over de kapitaalsverdeeling zegt de heer Dam, dat op zich zelf een wijziging van de interpretatie van de erfgoolerswet, zooals Ged. Staten, die reeds jaren gaven, onjuist is, doch wanneer de gewijzigde interpretatie door de kroon wordt aanvaard, dan zou dit in de practijk op juridische bezwaren kunnen stuiten. Spr. kan dan ook geen anderen uitweg be kennen, dan dat de regeering verzocht wordt om wetswijziging. Wat betreft de Stichting, hoopt spr. op be langrijken invloed daarin vanwege de pro vincie. En wat aangaat de doelstelling, aan het doel mag natuurlijk niet worden getornd, nu noch later. Spr. hoopt, dat Prov. Staten binnenkort op de hoogte zullen worden gesteld van den inhoud van de stichtingsacte. Tenslotte hoopt mr. Dam, dat de minister van financiën vrijstelling Yan successlerech ten zal geven. De heer De Wolff (s.d.) zegt, dat voor hem en zijn politieke vrienden de voordracht de klank heeft van een nieuwe lente en een nieuw geluid, omdat zij bevestigt de marxis tische opvatting van de economie. „Der Sieg eines Prlnzips" noemt spr. de aanneming van de voordrachten over een landelijk hotel, een jeugdherberg in deze. Tegenover de opvatting van den heer Dam zet spr. de zijne, dat de meening dat men nooit mag afwijken van een interpretatie, in strijd is met het levende recht. Het algemeene belang bestaat, boven het kleinere. Daarom stappen spr. en zijn vrenlden over de juridische bezwaren heen.. Spr. wil zeggen, dat alle juridische bezwa ren, die op zouden komen, de Statenleden niet regardeeren. De Staten hebben niet het recht om daarover te oordeelen. Laten wij deze zaak nu maar eens afschuiven op Ged. Staten en op hen vertrouwen. De heer De Jong Schouwenburg (c.h.) meent ook, dat wetswijziging zal moe ten plaats hebben. Dan spreekt de voorzitter van Stad en Lande, de heer Luden (c.h.). Hij zegt, dat het niet moeilijk is voor hem zijn sympathie met de voordracht te betuigen. Hij legt er nadruk op, dat niet zoozeer gevreesd behoefde te worden voor verdwijning van het natuur schoon, wanneer dat in handen was van Stad en Lande. Toch gelooft spr. dat het een daad is van wijs beleid om ook in verre toekomst zich het natuurschoon van dit bezit te verzekeren. De heer Luden herinnert aan de pogingen tot stichting van een resrvaat in 1914, die door den oorlog afsprongen. In 1926 hervatte de heer Van Tienhoven de pogingen en het was een gelukkige ge dachte om u, mijnheer de voorzitter, uw be middeling te verzoeken. Zonder deze. zou men het. naar sprekers overtuiging niet eens zijn geworden. Spr. brengt den voorzitter daarvoor harte- lijken dank. Sprekende over het Bikbergcrbosch, zegt hij, dat de prijs hoog is. hij is echter gedekt door het belang van de heele zaak, dat den aankoop meebrengt. Spr. gelooft te mogen aannemen dat het de bedoeling van Ged. Staten is, wetswijzi ging te bevorderen. Er mogen geen maatregelen genomen wor- LNGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel BIJ EEN DOOS KLOKZEEP TWEEMAAL EEN CADEAU! Ean pak Klokxaap bavatnlet aliacn «en prachtig cadeau, maar bovendien hebben da U bekomt duel 1*. oen prachtige verrotting in da dooe. GESCHENKEN LIJST I N.V. ZEEPFABRIEK „DE KLOK" HIERpi den, die de tot stand koming van het reser vaat in gevaar brengen. Daarom vraagt spr. aan Gedeputeerden de toezegging, dat. de v/eg, dien zij zullen bewandelen de wettelijke weg is. Stel, dat Ged. Staten de uitkeering goed keuren. dan blijven wij zitten met een ko ninklijk besluit van 1927, dat kapitaaluitkee- ring in strijd is met de wet en men loopt de risico dat de heele zaak mislukt. Spr. zou daraom in overweging willen ge ven te bevorderen, dat deze zaak door wets wijziging tot stand komt. Dan Is het woord aan den geestelijken va der van het plan. den commissaris der Ko ningin. Jhr. mr. dr. A. Röell. Hij begint met zijn dank uit te spreken aan de sprekers. Hij juicht het toe. dat een voorbehoud werd aanvaard in zake de kapitaalsuitkee- ring. De prijs van f 887.354 voor het Bikberger- bosch acht spr. niet te duur. Van wat spr. ronduit wil noemen, het overstag gaan van Ged. Staten, geeft spr. een uiteenzetting. De vergadering der erfgooiers stelde de voor waarde: kapitaalsuitkeer in g. Ged. Staten hebben zich toen op het standpunt gesteld voor dit bijzondere geval te zullen meewerken, zij het dat zij wisten, dit niet zelfstandig te kunnen doen. Nu staat de zaak zoo, dat de regeering heeft meegedeeld in beginsel niet ongenegen te zijn om de wettelijke voorziening te be werkstelligen. Dit hokt nog op een paar dingen. 0.a. daar op. dat regeering haar medewerking afhan kelijk stelt van de mate van belangstelling die voor de zaak bestaat. Zoowel in de Staten als In den Raad van Amsterdam is daarvan gebleken en spr. twijfelt niet aan den wil der Gooische ge meenten. Als dat alles ln kannen en kruiken Is, komen pas de punten: stichtlngsacte en successierechten. Spr. kan meedeelen, dat de punten die de heer Dam aangeroerd heeft, het doel en de vertegenwoordiging van de povincie verzekerd zijn, wat de vrijstelleing betreft, spr. hoopt, dat de minister ook daar voor te vinden zal zijn. Dé heer Roëll besluit met onder applaus van de leden, zijn vertrouwen in de zaak uit te spreken. De voordracht wordt daarna aangenomen zonder hoorfdelijke stemming. Verscheidene leden roepen: „Bravo!" Alle overige agenda-punten, waaronder het voorstel tot het verleenen van een bijdrage in de kosten tot restauratie van den ge meentetoren te Heemskerk, tot verhooging van het subsidie van het Concertgebouw orkest te Amsterdam, tot deelneming in het kapitaal der Bank voor Nederlandsehe ge meenten, tot het waarborgen van een geld- lecning aan te gaan door de gemeente Urk, worden aangenomen zonder hoofdelijke stemming. Er wordt niet gepauzeerd en te ongeveer twee uur in den middag wordt de tweede ge wone zitting gesloten. OVERZICHT De Staten zijn voor het laatst in de hui dige samenstelling bijeen geweest. Een aan- IN GEZOND EN MEDEDEELIXGEN a 60 Cts. per regel. Stë? VER SE MA AM 100X O 50 EN KLEUREN. 5QcM. 6R.MOUT5TR.103, ITEL 12.393 tal bekende figuren, zooals de heeren Mendels, Kupers en Gerhard, alle drie van de sociaal-democratische fractie zullen wij er, naar thans reeds vaststaat, omdat deze leden zich niet herkiesbaar gesteld hebben, niet meer terug zien. Een hoogst belangrijke agenda is afgehan deld. Tal van belangrijke voorstellen hebben de Staten aangenomen, en het is wel tref fend met hoe groote eenstemmigheid dit in het provinciale bestuurscollege steeds ge beurt. Heftige tooneelen hebben wij dan ook niet bijgewoond, behalve een enkele maal, wan neer de heer Wijnkoop sprak of wanneer de heer Asscher, de leider der liberale fractie wat driftig uitviel. Kenmerkend in de Staten is echter de rustige en gemoedelijke sfeer, die zelfs niet door de luidsprekers verstoord kon worden. De luidsprekers intusschen schijnen geheel als proef bedoeld geweest te zijn. Donderdag waren zij er al niet meer, en met hen waren verdwenen de ingenieurs der Philips-fabrieken. die een versterklngslnstal- latle geheimzinnig hadden opgesteld achter de zware gordijnen van de antichambre. Het allerbelangrijkste punt van de rijk voorziene agenda was wel de voordracht in zake het Gooi-reservaat. Ter verduidelijking voor onze lezers resumeeren wij. dat de zaak nu zoo staat, dat de vereeniging van dege nen, die het erfrecht hebben op de gronden, de erfgooiers, vereenigd in „Stad en Lande van Gooiland", besloten hebben al.e gron den te verkoopen. De vereeniging zal dan ontbonden worden en de leden krijgen de opbrengst. De Erfgoolerswet 1912 echter is door Gedeputeerde Staten immer zoo geïn terpreteerd, dat kapitaalsverdeeling verbo den was en alle gelden de vereeniging als ge heel ten goede moeten komen. Wel zijn nu Gedeputeerden, zooals Jhr. Röell, die de -geestelijke vader van het plan is. het uitdrukte ..overstag gegaan", en in terpreteeren zij de wet aldus, dat het geld wel verdeeld mag worden, doch deze lezing stuitte op wel eenig principieel verzet uit de Staten in het bijzonder van den Hilversum- schen notaris mr. p. j. Dam. Wijziging van de Erfgoolerswet schijnt nu wel de beste op lossing te zijn. Intusschen ls er ook verzet gekomen van de „scharende" erfgooiers. dat zijn die leden van „Stad en Lande", die voor hun vee nog gebruik maken van de gemeene welden en van hun personeel, doch het Statenlid de heer Klaarenbeek, burgemeester van Blari cum, deed reeds de toezegging, dat hun be langen niet geschaad zullen worden. Amsterdam heeft besloten om voor an derhalf mülioen aan het plan deel te nemen, de zes Gooische gemeenten zullen voor hun aandeel wel niet achter blijven, zoodat alles dus eigenlijk van den minister afhangt. En, naar uit de rede van jhr. Röell was op te maken, staan bij hem de kansen niet slecht. Zoodat wij mogen gelooven, dat een groot gedeelte van het Gooi met hei, bosch en wei land voor het nageslacht in ongerepten vorm bewaard zal blijven. Waarvoor hun, die dit, ondanks de talrijke moeilijkheden tot stand brachten, de dank van dit nageslacht wel bij voorbaat moge gebracht zijn. (Onderstaande berichten zijn reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.) COMMUNISTISCHE PARTIJ HOLLAND. OVER DE WERKLOOSHEID EN DE SOVJET. De afdeeling Haarlem van de Communis tische Partij Holland en het Comité van Actie onder de Werkloozen hebben Woens dagavond een openbare vergadering in het Brongebouw belegd. Het Tweede Kamerlid Louis de Visser sprak op deze bijeenkomst over de werkloosheid en de kapitalistische oorlogsvoorbereiding tegen de Sovjet-Unie. Nadat de voorzitter van de afdeeling Haar lem der C. P. H., de heer Winterink, de ver gadering geopend had, voerde als eerste spreker het woord de heer Schrijnemakers, die critiek leverde op het Burgerlijk Armbe stuur, dat volgens hem niets doet voor den ellendigen toestand van den ongeorganiseer den werklooze. Spreker meende dat zoowel ongeorganiseerde als georganiseerde arbei ders tezamen moeten trachten om verbete ring te brengen. Hierna spraken nog een tweetal werkloo zen, waarvan een protesteerde tegen het op treden van de politie tijdens de demonstra tie, die dezer dagen door middel van een propagandaschuit in de Leiaschevaart - ge voerd is. Deze spreker wekte aan het eind van zijn toespraak de ongeorganiseerde werkloozen op zich bij het W. A. C. aan te sluiten. De heer Oversteegen protesteerde tegen de wijze waarop zekere fracties in den Haar- lemschen gemeenteraad de werkloozenactie den kop willen indrukken. Voorts wees deze spreker er op, dat de strijd der werkloozen massaal moet zijn, want het doel is, ten slotte het proletarisch bewustzijn in den ar beider te doen on'waken en de proletarische revolutie tegen het kapitalisme in het leven te roepen. Na de pauze werd het woord gevoerd door Louis de Visser over het bovengenoemde on derwerp. Spreker begon met een overzicht te geven van de revolutionnaire gebeurtenissen in Europa in den na-oorlogschen tijd. Hij zeiae, dat in dit tijdperk langzamerhand verzet was gekomen van de arbeidersklasse tegen het kapitalisme. Door kleine hervor mingen, zooals de 8-urenwet, heeft de bourgeoisie de proletariërs weten zoet te houden. De periode, die wij thans doorma ken is die van de rationalisatie van den ar beid en de reconstructie van het kapitalisme. Deze rationalisatie leidt volgens spreker tot enorme toeneming van de productiviteit eenerzijds en groote werkloosheid ander zijds. Het einde zal zijn een geweldige crisis in de industrie en in den landbouw. Thans groeit overal in de wereld, zelfs in Britsch-Indië en Indonesië verzet tegen het kapitalistische stelsel. Op hun beurt zullen alle kapitalistische landen zich in de toe komst gaan vereenigen om gezamenlijk het communisme, en in het bijzonder de Sovjet Unie, te bestrijden. Spreker zeide, dat het daarom noodig is, dat de werkende zoowel als de werklooze arbeiders zich vereenigen tot een solidaire eenheid tegenover de bourgeoisie. Tenslotte besprak de heer De Visser de huidige toestanden in Rusland, waar vol gens hem de welvaart met den dag toe neemt. Ook wijdde spreker nog eenlge woor den aan het kort geleden gevoerde in- dustrieele proces. Voordat de vergadering, die zeer druk be zocht was, uiteen ging, werd met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarin de eischen van de werkloozen betreffende steun- verleening, werktijdverkorting, enz., vervat zijn en geprotesteerd wordt tegen de ver plichte werkverschaffing. ONTHEFFING WINKEL SLUITING. VÓÓR KERSTMIS EN NIEUWJAAR# We herinneren er aan, dat de winkels op de drie laatste werkdagen, voorafgaande aan 25 December, geopend mogen zijn van 'smor- gens vier uur tot 's avonds elf uur en van 's morgens vier uur tot 's avonds tien uur op 30 December. CHRISTELIJKE LETTERKUNDE De kring Haarlem van het Verbond van Chr. Letterkundige Kringen in Nederland hield haar maandelijksche vergadering op Dinsdag in het wijkgebouw aan de Ged. Oude Gracht. Deze vergadering droeg een bijzonder karakter wegens het aanstaande Kerstfeest. Allereerst sprak de heer P. Lig- tenberg over „Kerstfeest en Vondel". Hij deed dit bij eenige fragmenten uit de werken van Vondel, vervolgens reciteerden enkele le den gedichten of lazen proza, alles betrek king hebbende op het Kerstfeest, waarna Mary Pos tot slot een diep doorvoeld verhaal voorlas uit „eigen werk". De volgende vergadering is op 13 Jan.; de heer Baggerman zal dan spreken oyer Mul- tatuli. VIER ZWANEN VIER MAANDEN. De rechtbank te Leeuwarden heeft een 40-jarigen jager die vier zwanen, eigendom van de gemeente Leeuwarden, heeft dood geschoten tot 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld. De eisch was f 25 of 25 dagen hechtenis. RADIOPROEVEN MET DE P.H.A.G.A. HET RETOUR VLIEGTUIG REEDS OP SCHIPHOL „ONTVANGEN", Wij lezen in de N.R.Ct.: De resultaten van de korte-golfproeven met het vliegtuig P.H.-A.GA. op de terugreis stellen een bijna onafgebroken verbinding van de vliegtuigen op de lijn Amsterdam-— Batavia met Nederland en Indië op de kor tegolf in uitzicht. Blijkens de uit Indië ont vangen mededselingen is door den radio dienst te Bandoeng een goede verbinding met het vliegtuig onderhouden op een golflengte van 20.6 meter tot de landing te Calcutta (afstand ongeveer 4000 K.M.) Daarna zijn de seinen van het vliegtuig te Bandoeng tot kort vóór de landing te Djask goed ontvangen (af stand ongeveer 6000 K.M.), doch slaagde men er niet in, een tweezijdige verbinding tot stand te brengen. Daarbij moet in het oog worden gehouden, dat het vliegtuig op dit gedeelte van de rou te bijna onafgebroken op de lange golf met de Britsch-Indische stations dient te wer ken, zoodat weinig tijd over ls voor de korte golf proeven. Woensdag zijn de seinen van het vlieg tuig voor het eerst op de korte golf recht streeks door den rijksberichtendienst voor de luchtvaart te Schiphol ontvangen. FEUILLETON. ROMAN VAN HUGO BETTAUER. 14) (Nadruk verboden). Min af meer angstvallig cn terughoudend, maar nooit een spelbreker. Hulpvaardig tegen over minder begaafde vrienden, voor wie hij. wanneer dat moest, tot diep in den nacht op stellen maakte. Hartwig was als knaap tot geen enkele ruwheid ln staat geweest, was bij ernstige vechtpartijen steeds bemiddelend opgetreden, maar kon bepaald boos worden, wanneer hij dieren zag kwellen of mishande len. Den omgang met zijn besten vriend had hij opgegeven, omdat deze er niet van kon afzien kevers en vlinders te vangen en voor eljn verzameling te prepareeren. Von Dengern kreeg van den rector van het Wilhelm-gymnasium ln Keulen verlof de tot bundels verpakte, stoffige en half ver gane schoolschriften van vroegere leergan gen door te snuffelen om te trachten eenige opstellen van Hartwig onder de oogen te krijgen. Urenlang zocht hij op den zolder van het gymnasium in stof en splnnewebben, to: hij de cahiers vond. waarin vijftien, twintig jaar geleden Thomas Hartwig zijn stijloefe ningen had gemaakt. Met dezen buit haastte hij zich naar zijn hotelkamer, waar hij al deze onnatuurlijke, kinderlijk onschuldige op stellen over ..Hoe ik mijn Paasohvacantie doorbracht'. „De maagd van Orleans". „Zon dags bij een voetbalwedstrijd" en wat een leeraar zijn pupillen nog meer pleegt op te geven doorworstelde. Maar bi) het vele on wezenlijke en onbetcekenende stiet hij toch oei op. jnciiï&Q ciigiucclc gedachte, «naar vóór alles bewonderde Von Dengern de absolute beheersching van de taal en het zelfs pijn lijke streven onpathetisch en de phrase uit den weg te blijven. Von Dengern werd plotseling hevig ge ïnteresseerd. „Wat is de grootste misdaad welke de mensch kan begaan?", luidde een in da vijfde klasse behandeld thema en Hart wig had uiterst minutieus, duidelijk en logisch uiteengezet, dat de ernstigste misdaad de ver nietiging van een menschenleven. de moord moest zijn. Door den moord, voortkomende uit den wensch zichzelf te bevoordeelen, dus louter uit zelfzuhtigcheld, vernietigt men nooit vermoede mogelijkheden, begaat men een mis daad tegen de eeuwige harmonie der na tuur. verkracht men 't onkwetsbare. Voor elke misdaad kan men boeten, elke misdaad kan vergeven worden, alleen de moord niet, om dat hij, die gedood werd, niet meer vergeven kan. Men doodt een mensch en vernietigt daarmee niet slechts het slachtoffer, doch wellicht met hem een grootsche gedachte, welke deze mensch tot heil van de wereld zou hebben ontwikkeld en uitgevoerd. Wee de moeder, die, ten einde nood en schande te ontgaan, haar pas geboren kind doodt! Want wie weet, of zij in hem niet een nieuwen leider, waar de wereld naar snakt, heeft ver moord. Vergeving is er voor alle arme zon daars, alle gestruikelden, alle slachtoffers van een onzinnigen socialen strijd! Slechts voor den moordenaar bestaat geen veront schuldiging, wijl het uitdooven van een vreemd levenslicht het vernietigen van een wereld beteekent. Daar Hartwig in het verdere verloop van zijn opstel ook den oorlog als massamoord veroordeeld had. kreeg hij een „onvoldoende" mot de aanteekening „niet bepaald patriottisch gedacht!" Von Dengern echter was sterk onder den indruk van hetgeen hij zooeven geleeen had. Hij auk -iet ca-iicf in 4jn -ik, uvk zijn ge laat in een ondoorgrondelijke plooi en maakte een lange wandeling langs den Rijn, waarbij hij zijn gedachten den vrijen loop liet. Met Lotte Fxöhlich had Von Dengern weer contact gezocht, maar dat was op 'n misluk king uitgeloopen. Hij had haar op straat opge wacht en aangesproken, waar hij later ge weldig spijt van had. Want Lotte had hem woedend toegesnauwd: Laat u me alstublieft met rust! Als een dief hebt u me weten te naderen om me uit te hooren. Dat is laag en gemeen! Een vermoeide glimlach was op Von Den- gern's lippen gekomen. U hebt heusc.ii nog niet aoo'n on gelijk, juffrouw Fröhlich; 't is geen aanlok kelijk beroep jacht op mensch en te moeten maken. Maar 't kan toch altijd ook zijn goede zijde hebben! Met deze woorden had Von Dengern zich haastig verwijderd en Lotte bleef min of meer beschaamd en verbluft staan. Von Dengern stelde zich daarop in verbin ding met mevrouw Lammelein. bij wie Lotte aan de Lütsow-Ufer haar intrek had genomen en hij slaagde er werkelijk ln het vertrouwen van de oude dame te winnen en dit wel des te spoediger, toen hij zich voordeed als reizi ger in wijnen en likeuren, die nooit op or ders aandrong, maar wel zeer vrijgevig was met monsterfleschjes. Mevrouw Lammelein droeg haar Jonge, knappe huurster een warm hart toe. maar den laatsten tijd was die warme toegenegenheid toch wel wat vermin derd. Neen, die jonge meisjes van tegenwoordig klaagde ze. Vroeger was het altijd Hartwig hier en Hartwig daar en als hij 's middags telefoneerde, liet zij van haast den soeplepel vallen en dan dacht ik aan een groote liefde die vandaag of morgen tot eer. huwelijk zou leiden. Maar toen dat ongeluksmensch, die Hartwig, gearresteerd werd dacht u. dat sc iiar erg van onder oen indruk wuó ze heeft niet eens gehulldl Laten we daar niet over praten, zei ze telkens afwerend, als ik haar wilde troosten! Harteloos, eenvoudig harteloos, zeg Ik u! Von Dengern stelde nog andere vragen, bracht bij elk bezoek het gesprek steeds weer op juffrouw Fröhlich, zoodat bij mevrouw Lammelein tenslotte het vermoeden post vatte dat de wijnagent zelf verliefd was op het meisje. En in dit vermoeden werd zij nog ge sterkt, toen hij op een dag verzocht, de kamer van juffrouw Fröhlich eens te mogen zien. daar hij. ais vrijgezel, nog nooit ln de"gelegen heid was geweest den voet in het. vertrek "van een jong meisje te zetten en hij dood-nieuws gierig was om eens te zien hoe een alleen wonende vrouw haar kamer inrichtte. Me vrouw Lammelein deed hem dat genoegen, ook al, omdat, zij ditmaal een fleschje advo caat als monster had gekregen. En omdat, zij juist op dit moment aan de telefoon werd geroepen, had Von Dengern gelegenheid, zich eenige minuten alleen in Lotte's kamer op te houden. Het groote proces. Eindelijk dan konden de bladen van het groote feit, dat stond te gebeuren melding maken. Op den 5en November zou het Hoi van gezworenen het op twee dagen ge raamde proces tegen Thomas Hartwig be ginnen, terwijl op den avond van dien zelfden dag de première van „Drie menschen' in het Kleist-theater zou plaats hebben. De Berüjnsche society was één en al op winding en bereidde zich voor op de zware :aak, welke haar wachtte. Het kwam er n.l. slechts op aan. toegangsbewijzen machtig ;.e worden tot de rechtszaal en de eerste op voering van het stuk '-an den moordenaar. Het een was nu eenmaal onafscheidelijk met het. andere verbonden, Men aou overdag van, alle phasen van het proces tegen Hartwig getuige zijn, om des avonds in rok, de dames in groot toilet, met evenveel belangstelling te luisteren naar de woorden van den auteur, die in 't Kleist-Theater anderen voor zich zou laten spreken. En het werd een geweldige jacht-, een wedloop om de beide kaarten, het aanwenden van allen invloed en de her nieuwing van kennismakingen met parle mentsleden en andere invloedrijke personen. Want wanneer het ook door betaling van den tienvoudigen prijs met hulp van kaartagenten gelukte een stallesplaats of zelfs een loge in het Kleist-theater machtig te worden, bil het hof van gezworenen baatte alle rijkdom niets, wanneer men niet. door bijzondere con necties een aanbeveling had bij den voorzit ter van de arrondtssements-rechtbank Muhr of bij den officier van justitie, Röhrich. Om tien uur 's morgens begon in het Kleist- theater de generale repetitie van „Drie menschen", voor gesloten deuren, precies op hetzelfde tijdstip verklaarde de president van het hof de zitting voor geopend en verleende hij het woord aan den griffier tot het voor lezen van hetgeen den beklaagde ten laste was gelegd. Hartwig zat tusschen twee veldwachters in op zijn beklaagdebank en hoewel hij zich zichtbaar moeite gaf. om slechts de uiterste onverschiliigheia ier. tooi, te spreiden, be merkte men toch reeds spoedig achter dit masker een opwinding, die gaandeweg sterker werd. Hij kn:pte met de kortzichtige blauwe oogen, streek zich telkens weer met de hand over het gezicht en zijn blond haar plakte vochtig op het voorhoofd. Siechts wanneer hij zijn oogen over het auditorium, de dames en heeren uit de eerste kringen, de kunste naars. schrijvers, persmenschen van rang en beteekenis liet gaan, kwam er een ironische trek op zijn gelaat. JWoadt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 16