Achter de coulissen van de G.P.OE. sr Het verhaal, dat in de sneeuw stond afgedrukt H.D. VERTELLING twintigste jaar Sn het huwelijk met de doch ter van c-en voornaam Friesch ambtenaar. In 1786 werd hij tot burgemeester van Zwolle benoemd en later tol Ontvanger der Convoyen en Licenten, dezelfde betrekking die zijn vader jaren voor hem bekleed had. Deze functies hebben hem blijkbaar veel vrijen tijd overgelaten, want juist in die perio den is de meests letterkundige»- arbeid van zijn hand schenen, Op zijn prachtige land hoeve „Boschwijl" placht hij zijn vrienden te ontvangen en met hen de literatuur van die dagen te bespreken. Dat Rhijnvis Feith een man van beteeke- nis moet zijn geweest blijkt wel uit het feit, dat hij zelfs tot Lid van Staten van Overijsel benoemd werd. Echter was hij genoodzaakt \ouj. ucze i una tie wegens uciiamcujse zwa&te te bedanken. De aanzienlijkste maatschap pijen van het land rekenden het zich tot een eer Feith onder hun leden te tellen. Hij was o.a. lid van de Maatschappij der Wetenschap pen te Haarlem, van de Maatschappij der Letterkunde te Leiden, van het Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen, van vele dichtgenootschappen en van de Letterkundige Maatschappij te Gent. De laatste Jaren van zijn leven bracht hij kalm en ambteloos door. des winters in de stad. des zomers op zijn landgoed. Hij stierf in 1824 op 71 jarigen leeftijd. Uit de herinneringen van een Tsjekist. Nil ta tha talrijke anderen, die den Sovjet- dienst den rug hebben toegekeerd en nu uit de school klappen, is thans een man met opz.enwekken- de onthullingen voor den dag ge komen, die zelfs voor bolsjewistische begrip pen tien jaren lang een leidende functie heeft bekleed. Een leidende Tsjekist spreekt over alleen Ingewijden in staat zijn mede complotten in verschillende landen smeedde, geef t nu een kijkje in de onderwereld, waar over alleen ingeweiden in staat zijn mede- deelingen te doen. De op zichzelf min of meer vage voorstelling van de Tsjeka als in- stument'van het schrikbewind in Ru:land, wordt door de herinneringen van Agabekow in dier voege aangevuld, cat deze buitenge woon uitgebreide, wijd vertakte organisatie van samenzweerders in het buitenland bo vendien met alle mogelijke middelen spion- nage pleegt, waar vrijwel geen enkel land aan ontkomt. Ter bereiding van dit doel demst zij voor geen enkel middel terug: van cmkooping van vreemde ambtenaren, die om zoo té zeggen als kinderspel wordt opge vat tot sluipmoord en uit den weg ruiming van allen, die de praktijken van de G.P.OE. bemoeiüjKen! Hetgeen men vroeger reeds vermoedde, hetgeen men uit de herinnerin gen van Eessedowski reeds sedert twee Jaren wist, bevestigt Agabekow met tal van karak teristieke bijzonderheden. De agenten van de Tsjeka dekken hun ambt met politieke en diplomatieke functies. Geaant-schapsambte- naren en -secretarissen, die niet aileen on schendbaarheid genieten, maar ook met vreemde regeeringen in aanraking komen, zijn in werkelijkheid rüet anders dan door de G.P.OE. te Moskou uitgezonden spionnen. Dikwijls heeft zoo'n agent een veel grootere macht dan zijn chef, den sovjetgezant zelf. Agabekow. die, ter verberging van zijn eigenlijke missie in het Oosten, eveneens bij een gezantschap werkzaam was, vertelt tal van bijzonderheden uit het interne leven der vertegenwoordigingen van den in schijn pro- leiarischen staat. Zoo onthult hij, dat de al cohol als het ware een door deji staat ge- sanctionneerd regeeringsmiddeS ls. Immers, de Tsjeka beschikte zelf a ten tijde van het strengste alcoholverbod over een geheim al- coaolfonds, waaruit haar agenten voor gele verde belangrijke informaties werden be loond. Het ongeluk wilde, dat menige Tsjeka- chef van het alcohol!onds, dat te zijner be schikking werd gesteld, een zoo Intens ge bruik maakte, dat hij ontoerekenbaar werd. Ook uit deze omstandigheid kan een deel van de schandelijke daden van de Tsjeka women verklaard. Agabekow vertelt in zijn herinneringen, dat een gezant van hem inzage verlangde van de codetelegrammen, die hij richtte aan de centrale van de G.P.OE. Nu stonden echter de voorschriften van de G.P.OE. den gezant een dergelijk recht niet toe; maar daar Aga bekow het niet met zijn chef aan den stok wilde krijgen, vond hij een niet onhandige opiossing, namelijk deze, dat hij speciaal voor hem vervaardigde cijfertelegrammen ter inzage verstrekte, die een ter nooit naar Moskou werden verzonden. Vervalichte tele grammen, onderschepte brieven, ontvreemde sieuteis voor codeteiegrammen van vreemde gezantschappen, dat alles brachten geslepen agenten, waartoe Agabekow stellig zelf moet worden gerekend, op een ongekend peil. Zoo kon hij gedurende zijn werkzaamheid m Perzië een geheel gezin: vader, zoons en een dochter aanwerven. Om iedere verdenking van zijn spionnen af te leiden, werden nen door de G.P.OE. manufacturen ter waarde van 3000 dollar verstrekt, waarmede een ma nufacturenwinkel werd geopend. Onder dit mom konden met enkele postbeambten ge makkelijker betrekkingen worden aange knoopt en de imanufacturiers ontvingen nu iederen avond een groot pak brieven, aie de G.P.OE. konden interesseeren. Des nachts werden die brieven gewoonlijk geopend en gecopieerd en den volgenden mo werden zij al verder geëxpedieerd. In diic maanden tijds, die Agabekow te Ma:jed doorbracht, betaalde hü alleen voor dit nobele werk 600 dollar uit, hetgeen hij aidus preciseert, dat hij in dezen korten tijd van 600 vertrouwelijke Engelsche postzendingen kennis had gekre gen. Natuurlijk liep het niet zonder „beroeps- U ongevallen" af. Agabekow vertelt, dat hij op een avond een brief, die aan den Britsohen militairen attaché was gericht, betchadigde, zoodat er geen sprake van kon zijn, hem verder te verzenden. Daarop staakten de Rus sen eenlgen tijd het onderscheppen van de Engelsche correspondentie, die pas. werd her vat, toen zij zich er van konden overtuigen, dat de Engelschen evenals te voren geen arg waan meer koesterden. In de geopende zen dingen ontdekte hij nu eens rapporten over den toestand in Perzië, Indië, Afghanistan, dan weer overzichten van den toer.tand in het verre en het midden-Oosten; een gunstig toe val speelde hom op zekeren dag ook nog Engelsche mededeellngen over de dislocatie van de sovjettroepen zelf ln de handen. Aga bekow vertelt daarbij tot welke technische hulpmiddelen hij zelf en de Tsjeka hun toe vlucht moesten nemen, om de brieven open te maken en met gebruikmaking van zelf nagemaakte vreemde zegels weer te sluiten. Op deze of dergelijke wijze kon de spion- nagedienst van Agabekow het geheele ver keer van niet minder dan 14 vreemde gezant schappen met hun regeeringen controleeren. Een kostelijk avontuur overkwam hem daar bij ln het jaar 1927, met een verzegeld pakket van het Duitsche gezantschap te Teheran. Met de grootste voorzichtigheid werd het ge opend en een fotografische opneming ge maakt van de documenten, die zich er in be vonden; daarna werd de hoogst belangrijke zending opnieuw verzegeld en ter verzending naar Berlijn doorgegeven, de fotografische reproductie ging echter naar den sovjet gezant Dawtjan. Met een lronischen glim lach, trotsch op zijn eigen prestatie, voegt Agabekow daar nu aan toe, dat Dawtjan nog op den avond van denzelfden dag bij een feest in het ministerie van buitenlandsohe zaken met nadrukkelijke vriendelijkheid sprak met den Duitschen gezant v. Schulenburg. Die klaagde jegens zijn Russischen „collega" over de Perzische post, die wel behoorlijk werkte, maar buitengewoon hooge tarieven had voor het vervoer van diplomatieke pak ketten! Wanneer er een operatie van grooter for maat ten uitvoer moest worden gebracht, waren ook de middelen dienovereenkomstig. De sovjeiregeenng interesseerde zich ln het bijzonder voor de opstandige beweging van de zoogenaamde Basmatschl in Turkestan en voor de houding van Afghanistan ten op zichte van deze beweging. Een oude, ervaren agent van de G.P. OE., van dezelfde afstam ming als de Afghaausche consul te Tasch- kend zocht nu contact met hem en won wel dra in zoo ruime mate zijn vertrouwen, dat hij met een Russisch bod tot aankoop van de code en de geheime correspondentie van het consulaat voor den dag kon komen. De con sul ging op het aanbod in maar eischte 10.'DO goudroebel. Moskou vond dezen prijs te hoog en Agabekow en zijn agenten besloten het zaakje goedkooper te doen. Op een dag, dat ln het consulaat alleen zijn chef en diens secretaris achterbleven malicieus merkt Agabekow op. dat hij den portier niet mee telt, omdat die „natuurlijk" in Russischen dienst stond, noodigden nu de Russen den consul op eer. diner uit, terwijl de secretaris dringend door zijn vriendin werd geroepen, die natuurlijk eveneens agente van de Tsjeka was. Zooals het behoort, hebben de gasthee- ren, die de verdorven oude wereld niet ge noeg kunnen gispen, voor wijn en vrouwen gezelschap gezorgd, met het resultaat, dat de consul om 11 uur des avonds, nadat een van de vrouwen een narcotisch poeder ln zijn wijnglas wierp, den slaap des rechtvaardigen sliep. Agabekow en zijn getrouwen hadden nu geen gewetensbezwaar, den aan den hor logeketting van den consul hangenden sleutel van de brandkast te bemachtigen en in de vertrekken van het consulaat zelf een foto grafische opneming van de daarin gevonden documenten te maken. Na deze operatie wer den zoowel de stukken als de sleutel weer op hun plaats teruggebracht. De consul, die na deze fuif pas laat in den ochtend op zijn kantoor terugkeerde, vond alles prachtig in orde en verneemt eerst thans uit de herinne ringen van den ga-theer, dat hij het slacht offer van een geslepen bende en van zijn eigen lichtzinnigheid ls geworden. Een bijzonder kostelijk hoofdstuk vormt het rapport van Agabekow over ae bespion- neering van den lntusschen ten val gebrach- ten koning Amanoellah. De sovjets, die bij iedere gelegenheid, te pas of te onpas op het oude regime en zijn dienaren vol haat schim pen, ontzagen zich niet, zich van de bedenke- lijkste figuren van de oude orde te bedienen. Zoo vertelt Agabekow, dat de GP.OE. te Te heran onder haar agenten een dokter had, die reeds voor het vroegere keizerlijke ge zantschap spionnendlen:t had verricht. Van de Indische grens liet de GP.OE. zich door den vroegeren Czaristischen generaal Sa- mojlow lnformeeren, wiens rapporten zeer veelzijdig waren, immers, zij behandelden b.v. het spoorwegverkeer, het leven van de Engelsche kolonie, de werkwijze van het Per zische staatsbeheer en zijn betrekkingen met de Engelsche autoriteiten. De G.P.OE. sloot daarbij een voor haar typische verzekering af. Daar zij op generaal Samojlow niet voor de volle 100 procent kon vertrouwen, zond zij zijn zoon, naar het heette voor studiedoelein den, maar in werkelijkheid als gijzelaar, naar Rusland. Samojlow junior werd eveneens in dienst van de GP.OE gesteld en, daar hij voortreffelijk Perzisch kende, als bediende toegevoegd aan Amanoellah gedurende diens bezoek aan Rusland. De koning en zijn ge volg hadden in het geheel geen bezwaar, in tegenwoordigheid van den jeugdigen Samoj low vertrouwelijke gesprekken te voeren, waarvan de gecamoufleerde bediende de in houd geregeld doorgaf aan de G.P.OE. Op deze wijze vernam de regeering te Moskou o.m., dat Amanoellah, ondanks de praal waarmede hij ln Rusland werd ontvangen, maar zeer matigen geestdrift had voor de vriendschap met de sovj etunie en dat hij meer geneigd was, zich naar de Westelijke mogend heden te oriënteeren. Agabekow behandelt ook nog het geheim van een vroeger al be kend geworden Incident, dat zich op de terugreis van Amanoellah voordeed. Op het traject door Turkestan gingen namelijk twee groote koffers uit de persoonlijke baga ge van den koning verloren, waarover de sovjetregeering ernstige verontwaardiging veinsde en plechtig zwoer, de „dieven" gevoe lig te straffen. Beide koffers werden natuur lijk door de GP.OE. ontvreemd, alleen beleef de zij dezen keer een bittere teleur?telling: in plaats van belangrijke diplomatieke stuk ken vond zij persoonlijke effecten van den koning, waarmede zij niets wist aan te van gen! Zijn diplomatieke onderhandelingen, ln het bijzonder met de Britsche regeering. zijn voor het overige het Kreml eveneens niet on bekend gebleven. Het Foreign Office zond namelijk een eople van het protocol dezer be sprekingen naar Kaboel, om het Britrche ge zantschap aldaar op de hoogte te houden; nu had Agabekow echter in de hoofdstad van Afghanistan voor waardevolle „postrelaties" gezorgd, zoodat vrijwel het geheele diploma tieke verkeer tusschen Londen en het Oos ten zich afspeelde onder het toezicht van het Russische zwarte kabinet. Dat een zoo verantwoordelijke Tsjekist het werk van de Russische regeering en haar or ganen onthult, toont aan. dat zelTs in den boezem van de G.P.OE. niet alles meer ia orde is. Trotzky, die Agabekow blijkbaar ken de. geeft hem en al degenen, die het zinkende schip van Stalin verlaten, een tri ffend getui genis. „Hoeveel Bessedows-kis. en Agabekows", vraagt de ten val gebrachte dictator, zouden er in ieder bureau, in iedere afdeeling zijn te ontdekken? Maar wie zal hen kunnen tellen? Zij zijn Immers zelf de tellers, ambtshalve! wie zal de partij van hen zuiveren? ZIJ zui veren Immers de anderen! Wie zal de twijfel, die zich van hen heeft meester gemaakt, ge waar worden? De Agabekows vormen een dikke laag van de Stalinsche bureaucratie, zij zijn een natuurlijk product van het ..regime-Stalln". .Pn van het bolsjewisme in het algemeen", zal de onbevooroordeelde lezer er aan toevoegen, die niet heeft verse ten. dat ae Tsjeka reeds onder Trotzky niet minder woedde! (Nadruk verboden). Dr. A. CHARASCH, (Nadruk verboden; auteursrecht voorbe houden). De Waringin door WELLY VAN DER TAK. We waren dien avond met een vrij groot getselsc^aD bijeen, en zooals het gewoonlijk eaat bil zoo'n geleeer.beld. werden er over de verschiPende onderweroen van gesmrek de meest uite°nloo"ende opinies en opmerkin gen ten beste gegeven. Ten slotte belandden we het ls wonder lijk. zooals gesprekken, en gedachten trou wens ook. van het ééne onderwero op het andere kunnen springen, zoodat het soms totaal niet meer na te gaan ls. lan<rs wat voor omwegen en kronkelige ziinaadjes en wankele bruggetjes je er gekomen bent oo de vreemde en voor een groot deel no<? onbegrepen macht, die e'k mensch toch wel In zich besloten sdhljnt te houden, en waar over aPeen nog zoo ditowips gespot en on- veloovig gedaan wordt, omdat bil zich lang niet bil iedereen en ook niet bij iedereen even sterk openbaart. Ik geloof niet. dat er nog veel menschen ziln. die ln hun hart nog werkelijk twijfelen aan zoo iets. al legt iedereen het oo zijn ma nner lilt. en al noemt de groote massa omdat het beestje nu eenmaal een naam moet heb ben. het soiritlsme. en vereenzelvigt het met. tafeldansen en geheimzinnige boodschappen per brief. Er kwamen worderWVe verb Men los van droomen. die nrecies fcege'iikerttid door ver schillende menschen gedroomd waren, van duivelsche wraaknemingen door inlanders !n Tndlë, van voorgevoelens, die uitgekomen wa ren. Iemand uit het gezelschap, een Joneen van een jaar of vijf en twintig, d'e we eieenMlk allemaalo voor een vrij onbenulligen dandv en pretmaker hadden, gehouden, zri plot«e- hne. dat Ml wel eens zou bewiizen. dat lemard .alleen roet een sterk concent re eren van ziln gedachten veel meer kon doen. dan de mees+e menschen dachten, en verWinde een kurstie met een gouden rine. die hij aan een draad gebonden door een ander liet vast houden en dworig om heen en weer te zwaaien, in een-kring rond te draaien en weer stil te hangen. Iemand, het was een oude schilder, geloof »k. zei: ..Die jonzen moest dat eens gaan doen met d'ng°n d)e de moe'te waard ziln. wie weet. wat hij niet tot stand zou brengen!" en iemand kwam aandragen m°t e°n verhaal van Conan Doxvie over een schPchwil van e°n eenhoorn, waa*-van een vreemde kracht u't- eing en die zich tenslo^e op een avond In een donkere kamer manifestere, een ander met een ee.vhie^enls van Rob°rt H'chens ovr een be°'d. dat door een boor-e macht cchppn te ziln b°v°t+eri en ten slnrie de oor zaak van het ongeluk van den beeldhouwer weM. En terwiil we al'emaal even 7weg*>n en na dachten over a1 dat wonderiiikp, on eens een oud-Vao'toln v«n het Ind'mhe le ger. d'e den onriog in At.ioh nog had rneece- maevt,. en die tot nu toe nog geen woord ge zegd bad. te ""aten. ..Het. is eltiid zoo moelTUk om te weten, wat van dm-sr^lii^e dingen nu waar en wat er bil gefantaseeni is. want het- is een fe't. dat er oo dat gebied meer gebogen en bedrcwm wordt dan op een'e ander. Ik heb er altiid vrli sceptisch tepppever gedaan, en dat doe ik nog. maar in Trdië b«t"»ef ie toch som* d'n- zen. waar ie verriatv* bil stil staat en die ,1e toch gelooven móet. Een vreemd land en een vreemd volk.... Er wordt zooveel cesclhve- ven en genraat. over de onb^wWbavbetd en leugenachtigheid en inferioriteit van de 'n'apdprs. maar is het n'M veel meer e°n mentaliteit, waar wil WesterMn^cn n'et bij kunnen? Fr die we dan maar afkeuren? Ik 7?1 b'Pie eens iets vertellen, dat ik er zelf b0,e°fd h"b en ik sta voor de waarheid er van in. Jul'ie hebban nafuuriUk wel eens ceboo-d van d«m waringin. den he'l'zen b-v>m van de lMar^ers. waarvan zoowat iedere dessa er een stuk of wat beeft,, en die ln heel wat ve"baVn een rol s^e't. Te brengen er on foe.ctdaren bun offerandes naar toe. wat bloemen, wat vruchten, de wondm-illkste dingen zie je soms aan z.Un voet en doen er hun gebeden en gelooven vast ln zijn macht. Nu had Ik daar a"i1d een beetle om gela chen in alle gevalle geloofde ik niets van de macht van een gewonen boom en als ik dan weer eens zoo'n wonderiilk verhaal hoor de van een geb^e. dat verhoord was of een wonder, dat. door den heiligen waringin tot stand gebracht was zei ik a'tiid bil mezelf, dat het waarscMlnlUk een kwestie van sterke suggestie of*autosuggestie geweest was. Een mensch Is nu eenmaal een beetje huiverig voor dingen, die hü niet begrijpt en brengt ze dan maar gauw terug tot- iets. dat op be kender ten-e'n Vet en dat hij makkelijker verklaren kan En toen ls me op een keer iets overkomen. dat me het denken gaV-acht bp*ft. en ik moet eerlHk bekennen, dat ik elgenWk gezegd nog niet tot een resultaat ben geVomen. We lagen ergens in Atieh. ep we hadden opdracht gekregen om een V^'ne dec«a te bezot+en. die door een handjevol Atlehers verdedigd werd. De moelhikheid was. dat het dorp vrij moeilijk te naderen was. aan t-wee kanten oerwoud, aan één een moeras, en ten slotte waren we ln h'nderlaag gaan llggGE aan de vierde. We stelden er onze naar stui ken ve'dgeschut achter wat struiken op. en we dachten geen oogenblik anders, of die paar bruine apen zouden in minder dan geen door B. B. Een pallngvlssctaer had de bijt in het ijs gehakt, dat de ringvaart met een tien cent.- meler dikke laag bedekte. Wilde eenden had den hei open gehouden. Een dag en een nacht hingen dikke, grijze wolkenluchten boven de polders en toen de zon opging glin sterde de sneeuw op (te bevroren vlakte. Als een diepzwart, glanzend vakje lag de bijt nu ln al het wit. Een paaltje van het pr.kkel- draad, dat 's zomers het vee belette door het water te basgeren. stond scheef boven de bijt. Het paaltje droeg een sneeuwmuts en op deze muts was een groot en schitte rend juweel gestoken, dat groeide in een kobaltblauw en smaragdgroen. Het was d: Ijsvogel, die met den rooden, zwartgepunten snavel recht naar het water wijzend daa te loeren zat. Even rimpelde zich de bijt en meteen plompte de vogel tot aan zUn korten staart het water in. HU zwaaide zich op het paaltje en verschikte hot vorentje, dat zich kromde in den snavel, tot het in één keer opgeslokt kon wo-den. Dadelijk verstarde de ijsvogel weer. Zoo Ingespannen keek hij. of verspatlende belletjes naar lucht happende vischjes zouden verraden, dat hij de zwerm bonte kraaien eerst zas, toen blauwe scha duwen over de ringvaart streken. Si-l-l-it! Een diamanten schicht schoot laag weg over het ijs en de helle kreet van den vogel trilde na ln de ijle lucht als het zingen van den boog na het schot. De kraaien streken neer bij de bijt en stapten licht waggelend naar het water Gulzig dronken ze; lieten het water door de keel glijden met omhoog gesloken snavels en schudden zich de droppels van de veeren. Ze leken erg dik. zooals ze daar met opge zette veeren te kleumen zaten, maar ze wa ren Juist magerder dan ooit. De een na den ander wierp zich op de wieken en lcom roeiend trokken ze verder ln gebroken tl- raiileurslinie. Een bende hongerige zwervers, die mat naa- omlaag gebogen koppen speur den naar aas of prooi op de onder hen voort glijdende witte velden. Tegen het blauw van den helderen hemel- stolp schoof een kleine, scherp-afgeteekende V voort. Zes wilde eenden, die eenlge malen hoog boven de ringvaart cirkelden en toen Ir snelle glijvlucht op de bijt aaalden. Even bleven ze drijven met gerekte hals en spie dende oogjes, maar deze plek leek even veil g als een sllkpiaat tusschen de kust en de eilanden. Het ging op een plassen en een duiken naar voedsel. Soms verhief etui woerd zich half uit het water, klapperde krachtig mot de vleugels en kwaakte luid en uitda gend. De vlucht bleef den ganschcn dag. Toen een steenuiltje van een schuurdak zijn ..oewle-oewie begon te roepen, za ten de eenden al ln het hooge walrlet en sliepen dicht tegen elkaar gedrongen, den kop onder de vleugels. Er was een rond gat aan don voet van de hskkepaal, die ta een naburig welland stond. Een tunneltje leidde van dit gat naar een met st~oo gevoerde holte ln den onderwal van een sloot. Vele rattenfamllles hadden la dit hol gehuisd, tot een wezeltje er be.ri: van genomen had. Zljr» plat. driehoekig kopje dook ook dien avond op uit het gat. Snel rende hij over de sneeuw en zijn pootjes lie ten nauwelijks een afdruk achter sn de har de. bovens'e korst. Een stengel van het riet aan de ringvaart schudde heen en weer, toen er een klein, slank dier langs sloop. Van de lange, verwelkte bladeren viel het laagje rijp ritselend van blad op blad. Een eend werd wakker en luisterde scherp. De wezel kromp Ineen. De eend trok den nek weer ln. Plotseling een luid gek!ap\vick en gekwaak. Vijf eenden verdwenen In dsn nacht. De zesde sleepte zich voo_t over het ijs om sloeg razend met de vleugels. De wezal klemde zich met nagels en tandjes aan hals en borst van den vogel vast en z.ljn beet drong dieper en dieper door. Met uitgespreide trillende wieken bleef de eend liggen, schok te nog een paar maal en was dood. 's Morgens stond het verhaaltje ln de sneeuw afgedrukt. Op de sneeuwmuts van het paaltje bij de bijt kleefden enkele vlsch- schubben. Rondom het ij slaag Je. dat nu het water bedekte, plekten de afdrukken van de lange kraalenteenen naast de driehoekjes van zwemvliezen. Een smal stlppelspoor leid de van de doode eend naar de wal. Slechts enkele uren later lagon er enkel nog wat veeren en beentjes in de groezelig gewor 'en sneeuw. Daar omheen honderden prenten van roeken, zwarte en bonte kraaien! tijd kapituleeren of het hazenpad kiezen, Nu stond er aan onzen kant van het dorp net een moskee met een reusachtlgen waringin er voor, en er zat voor ons n'.ets anders op dan dat ding eerst aan puin te schieten. In den oorlog ontzie Je de gevoelens van Je mede menschen al bijzonder weinig, en tegen die kleine duivels van AMehers was je. na een poos 1e met hun strijd metbodes kennis ge maakt te hebben, met zoo'n eoMe haar be zield. dat hun moskeeën en heilige boomen je tonaal koud heten. Ten slotte begonnen we den aanval het was klaarlichten dag en de zon scheen fel, dus wat ik ga verte'len kan onmogelijk ge- 7tchtsbedroe of een verg'sring ziln geweest. Tk kon zelf mijn oo^en niet gelooven en toch was het zoo. Al onze kogels krezen oo een zekeren afstand van den waringin een afwijking naar links of naar rechts, zoodat ze opzij van de moskee In het bos^h terecht kwamen. Het was. of er od een afstand van een honderd meter voor den boom een on zichtbare muur was waar aries op af ketste. Het was een wonderlijk gezicht en een nog wonderlijker gevoel, dat je daar aan het schieten was en gewoon machteloos stond te genover een macht, die grooter was dan die van onze kanonnen en geweren en dat is een macht, waarvoor- Je als soldaat een ge- we'd'g respect hebt. Toen we tenslotte Inzagen, dat het zoo niets gedaan was en dat we al onze kogels verschoten on een naar onschu'dige boomen 'n het oerwoud, gaf ik bevel om dan ln 's he melsnaam onze toevlucht te nemen tot hand Tanaten. Movelljk. dat die meer effect zou den hebben. Vo! spanning keken we den eer sten na. Je kunt zoo'n ding met het bloote oog nog veel gemakkelijker vo'gen dan een Vogel en het was een ontzettende bof. dat we hee'emaa! niet zoo zeker waren dat die vranaat dien onrichtbaren muur zou kunnen rioerbo^on. èn dat we hem voo gespannen na keken. Want nrecies on de plek, waar onze kogels een afwijking hadden gekregen, was het of d'e granaat weer temggeschofen werd regelrecht naar onze hinderlaag. We vlo gen a"'emaal uit elkaar: en nrecies achter het wal'et.je dat we o"get»ooid hadden, on de "laats waar de man had gestaan, die het ding gegooid had niofte het uit elkaar. Als we Met tijdig beenen hadden gemaakt, wa ren er een paar van ons om zeep geweest". HU zweeg. Temand vroeg: „Hebt u die dessa later nog bezet?" Hij knikte. „Ja. Van een anderen kant uit. Zonder slag of stoot zoowat. Ik ben later nog eens naar dien boom paan kijken en ik vond er een paar van miin mannen met bijlen en snaden in hun hand. Ik weet niet waarom, maar ik heb ze verboden om den waringin ook maar aan te raken. En toch ben ik geen sentimeta- teele gek. en heb den afkeer van ieder nuch ter menschen voor bovennatuurlijke dingen. Maar na dien tUd heb ik een beetje rründer eauw gelachen om dingen, d'e op het eerste gezicht vreemd en ongeloofelUk schenen. Het is een slechte menscheiijke eigenschap om iets. dat ze niet be gr ij oen niet au série ux te nemen of af te keuren". S.O. S. BIJ DIEREN. Zou het waar zijn, dat dieren, al zijn zij ook mijlen van eikander verwijderd, elkaar tee kens kunnen geven? Dan behoeven wij. menschen, inderdaad niet zoo trotsch ie zijn op onze draadlooze Inrichtingen. De Engelsche natuuronderzoeker Oliver G. Plke. doet In Tlt Bits eenlge merkwaardige mededeellngen over de verbindingen, dlc sommige dieren blijkbaar over geweldig groote afstanden met elkander kunnen on derhouden. Van een raaf. die op het nest zat te broeden, werd het mannetje door een bun zing gedood. Deze vogels waren ln die streek zeer zeldzaam, maar toch kwam binnen 24 uur een mainetjesraaf naar het nest vlie gen om de taak van den gedooden raaf op zich te nemen. Had het wijfje een S.O.S. de lucht Ingezonden? In landen waar gieren voorkomen schij nen deze er een bijzondere methode op na te houden om elkander te waarschuwen als er ergens een dood dier in een veld ligt. Deze gieren vliegen tot een verbazende hoogte en als een van hen't lijk van een dier ontdekt, schiet hij er bliksemsnel op af. Een andere gier die misschien op een mijl afstand op de zelfde hoogte vliegt, ziet den ander dalen en volgt hem en een derde, dit al vliegende den tweeden in het oog gehouden heeft, gaat hem achterna. Zoo volgen er nog vele. Hei is voorgekomen dat twintig gieren binnen twee uur een dood paard geheel haddeTt op gegeten. zoodat niets dan het kale karkas overbleef. DE POST IN BUSSEN. Het vreemdste eiland ter wereld ls zeker Nluafou, dat in de Stille Zuidzee ligt. onge veer 300 mijlen van Fiji. Het heeft den vorm van een ring en ls slechts drie mijl ln door snede. Bulten den ring is het water, zooals van zelf spreekt, zout maar binnen den ring ligt een meer. dat water bevat dat slechts in zeer geringe mate brak ls. Zonder twijfel ls het eiland de krater van een vulkaan: een berg, die bijna recht uit den bodem van den oceaan omhoog rijst. Kleinere kraters liggen op eilanden binnen den ring en deze kraters werken om de 15 of 20 jaar. Het ls merkwaardig dat dit zonderlinge eiland, vergelijkenderwijs gesproken, een zeer groote bevolking heeft, die bertaat uit 1500 Tongoezen en eenlge Europeanen. Bij ruw weder kan geen schip Nluafou be reiken maar als daar een sterke stroom loopt ln de richting van de kust van het eiland, wordt de mail gedaan ln dlchtgcsoldeerde tinnen bus.'en, die men overboord werpt en die door inboorlingen zwemmend uit het water worden gehaald. Deze eigenaardige wijze van de post af te leveren heeft aan het eiland Nluafou een bijnaam bezorgd Het staat nJ. bekend als het „bussen-eiland". Een jraate afbeelding van het kasteel Stapelennabij Boxtel,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15