Achter de coulissen van de G.P.OE.
sr
Het verhaal, dat in de sneeuw stond afgedrukt
H.D. VERTELLING
twintigste jaar Sn het huwelijk met de doch
ter van c-en voornaam Friesch ambtenaar.
In 1786 werd hij tot burgemeester van
Zwolle benoemd en later tol Ontvanger der
Convoyen en Licenten, dezelfde betrekking
die zijn vader jaren voor hem bekleed had.
Deze functies hebben hem blijkbaar veel
vrijen tijd overgelaten, want juist in die perio
den is de meests letterkundige»- arbeid van
zijn hand schenen, Op zijn prachtige land
hoeve „Boschwijl" placht hij zijn vrienden
te ontvangen en met hen de literatuur van
die dagen te bespreken.
Dat Rhijnvis Feith een man van beteeke-
nis moet zijn geweest blijkt wel uit het feit,
dat hij zelfs tot Lid van Staten van Overijsel
benoemd werd. Echter was hij genoodzaakt
\ouj. ucze i una tie wegens uciiamcujse zwa&te
te bedanken. De aanzienlijkste maatschap
pijen van het land rekenden het zich tot een
eer Feith onder hun leden te tellen. Hij was
o.a. lid van de Maatschappij der Wetenschap
pen te Haarlem, van de Maatschappij der
Letterkunde te Leiden, van het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen, van vele
dichtgenootschappen en van de Letterkundige
Maatschappij te Gent.
De laatste Jaren van zijn leven bracht hij
kalm en ambteloos door. des winters in de
stad. des zomers op zijn landgoed. Hij stierf
in 1824 op 71 jarigen leeftijd.
Uit de herinneringen van een Tsjekist.
Nil ta
tha
talrijke anderen, die den Sovjet-
dienst den rug hebben toegekeerd
en nu uit de school klappen, is
thans een man met opz.enwekken-
de onthullingen voor den dag ge
komen, die zelfs voor bolsjewistische begrip
pen tien jaren lang een leidende functie
heeft bekleed. Een leidende Tsjekist spreekt
over alleen Ingewijden in staat zijn mede
complotten in verschillende landen smeedde,
geef t nu een kijkje in de onderwereld, waar
over alleen ingeweiden in staat zijn mede-
deelingen te doen. De op zichzelf min of
meer vage voorstelling van de Tsjeka als in-
stument'van het schrikbewind in Ru:land,
wordt door de herinneringen van Agabekow
in dier voege aangevuld, cat deze buitenge
woon uitgebreide, wijd vertakte organisatie
van samenzweerders in het buitenland bo
vendien met alle mogelijke middelen spion-
nage pleegt, waar vrijwel geen enkel land
aan ontkomt. Ter bereiding van dit doel
demst zij voor geen enkel middel terug: van
cmkooping van vreemde ambtenaren, die
om zoo té zeggen als kinderspel wordt opge
vat tot sluipmoord en uit den weg ruiming
van allen, die de praktijken van de G.P.OE.
bemoeiüjKen! Hetgeen men vroeger reeds
vermoedde, hetgeen men uit de herinnerin
gen van Eessedowski reeds sedert twee Jaren
wist, bevestigt Agabekow met tal van karak
teristieke bijzonderheden. De agenten van
de Tsjeka dekken hun ambt met politieke en
diplomatieke functies. Geaant-schapsambte-
naren en -secretarissen, die niet aileen on
schendbaarheid genieten, maar ook met
vreemde regeeringen in aanraking komen,
zijn in werkelijkheid rüet anders dan door de
G.P.OE. te Moskou uitgezonden spionnen.
Dikwijls heeft zoo'n agent een veel grootere
macht dan zijn chef, den sovjetgezant zelf.
Agabekow. die, ter verberging van zijn
eigenlijke missie in het Oosten, eveneens bij
een gezantschap werkzaam was, vertelt tal
van bijzonderheden uit het interne leven der
vertegenwoordigingen van den in schijn pro-
leiarischen staat. Zoo onthult hij, dat de al
cohol als het ware een door deji staat ge-
sanctionneerd regeeringsmiddeS ls. Immers,
de Tsjeka beschikte zelf a ten tijde van het
strengste alcoholverbod over een geheim al-
coaolfonds, waaruit haar agenten voor gele
verde belangrijke informaties werden be
loond. Het ongeluk wilde, dat menige Tsjeka-
chef van het alcohol!onds, dat te zijner be
schikking werd gesteld, een zoo Intens ge
bruik maakte, dat hij ontoerekenbaar werd.
Ook uit deze omstandigheid kan een deel van
de schandelijke daden van de Tsjeka women
verklaard.
Agabekow vertelt in zijn herinneringen,
dat een gezant van hem inzage verlangde
van de codetelegrammen, die hij richtte aan
de centrale van de G.P.OE. Nu stonden echter
de voorschriften van de G.P.OE. den gezant
een dergelijk recht niet toe; maar daar Aga
bekow het niet met zijn chef aan den stok
wilde krijgen, vond hij een niet onhandige
opiossing, namelijk deze, dat hij speciaal
voor hem vervaardigde cijfertelegrammen
ter inzage verstrekte, die een ter nooit naar
Moskou werden verzonden. Vervalichte tele
grammen, onderschepte brieven, ontvreemde
sieuteis voor codeteiegrammen van vreemde
gezantschappen, dat alles brachten geslepen
agenten, waartoe Agabekow stellig zelf moet
worden gerekend, op een ongekend peil. Zoo
kon hij gedurende zijn werkzaamheid m
Perzië een geheel gezin: vader, zoons en een
dochter aanwerven. Om iedere verdenking
van zijn spionnen af te leiden, werden nen
door de G.P.OE. manufacturen ter waarde
van 3000 dollar verstrekt, waarmede een ma
nufacturenwinkel werd geopend. Onder dit
mom konden met enkele postbeambten ge
makkelijker betrekkingen worden aange
knoopt en de imanufacturiers ontvingen nu
iederen avond een groot pak brieven, aie de
G.P.OE. konden interesseeren. Des nachts
werden die brieven gewoonlijk geopend en
gecopieerd en den volgenden mo werden
zij al verder geëxpedieerd. In diic maanden
tijds, die Agabekow te Ma:jed doorbracht,
betaalde hü alleen voor dit nobele werk 600
dollar uit, hetgeen hij aidus preciseert, dat hij
in dezen korten tijd van 600 vertrouwelijke
Engelsche postzendingen kennis had gekre
gen. Natuurlijk liep het niet zonder „beroeps-
U ongevallen" af. Agabekow vertelt, dat hij op
een avond een brief, die aan den Britsohen
militairen attaché was gericht, betchadigde,
zoodat er geen sprake van kon zijn, hem
verder te verzenden. Daarop staakten de Rus
sen eenlgen tijd het onderscheppen van de
Engelsche correspondentie, die pas. werd her
vat, toen zij zich er van konden overtuigen,
dat de Engelschen evenals te voren geen arg
waan meer koesterden. In de geopende zen
dingen ontdekte hij nu eens rapporten over
den toestand in Perzië, Indië, Afghanistan,
dan weer overzichten van den toer.tand in het
verre en het midden-Oosten; een gunstig toe
val speelde hom op zekeren dag ook nog
Engelsche mededeellngen over de dislocatie
van de sovjettroepen zelf ln de handen. Aga
bekow vertelt daarbij tot welke technische
hulpmiddelen hij zelf en de Tsjeka hun toe
vlucht moesten nemen, om de brieven open
te maken en met gebruikmaking van zelf
nagemaakte vreemde zegels weer te sluiten.
Op deze of dergelijke wijze kon de spion-
nagedienst van Agabekow het geheele ver
keer van niet minder dan 14 vreemde gezant
schappen met hun regeeringen controleeren.
Een kostelijk avontuur overkwam hem daar
bij ln het jaar 1927, met een verzegeld pakket
van het Duitsche gezantschap te Teheran.
Met de grootste voorzichtigheid werd het ge
opend en een fotografische opneming ge
maakt van de documenten, die zich er in be
vonden; daarna werd de hoogst belangrijke
zending opnieuw verzegeld en ter verzending
naar Berlijn doorgegeven, de fotografische
reproductie ging echter naar den sovjet
gezant Dawtjan. Met een lronischen glim
lach, trotsch op zijn eigen prestatie, voegt
Agabekow daar nu aan toe, dat Dawtjan nog
op den avond van denzelfden dag bij een
feest in het ministerie van buitenlandsohe
zaken met nadrukkelijke vriendelijkheid sprak
met den Duitschen gezant v. Schulenburg.
Die klaagde jegens zijn Russischen „collega"
over de Perzische post, die wel behoorlijk
werkte, maar buitengewoon hooge tarieven
had voor het vervoer van diplomatieke pak
ketten!
Wanneer er een operatie van grooter for
maat ten uitvoer moest worden gebracht,
waren ook de middelen dienovereenkomstig.
De sovjeiregeenng interesseerde zich ln het
bijzonder voor de opstandige beweging van
de zoogenaamde Basmatschl in Turkestan en
voor de houding van Afghanistan ten op
zichte van deze beweging. Een oude, ervaren
agent van de G.P. OE., van dezelfde afstam
ming als de Afghaausche consul te Tasch-
kend zocht nu contact met hem en won wel
dra in zoo ruime mate zijn vertrouwen, dat
hij met een Russisch bod tot aankoop van de
code en de geheime correspondentie van het
consulaat voor den dag kon komen. De con
sul ging op het aanbod in maar eischte 10.'DO
goudroebel. Moskou vond dezen prijs te hoog
en Agabekow en zijn agenten besloten het
zaakje goedkooper te doen. Op een dag, dat
ln het consulaat alleen zijn chef en diens
secretaris achterbleven malicieus merkt
Agabekow op. dat hij den portier niet mee
telt, omdat die „natuurlijk" in Russischen
dienst stond, noodigden nu de Russen den
consul op eer. diner uit, terwijl de secretaris
dringend door zijn vriendin werd geroepen,
die natuurlijk eveneens agente van de Tsjeka
was. Zooals het behoort, hebben de gasthee-
ren, die de verdorven oude wereld niet ge
noeg kunnen gispen, voor wijn en vrouwen
gezelschap gezorgd, met het resultaat, dat
de consul om 11 uur des avonds, nadat een
van de vrouwen een narcotisch poeder ln zijn
wijnglas wierp, den slaap des rechtvaardigen
sliep. Agabekow en zijn getrouwen hadden
nu geen gewetensbezwaar, den aan den hor
logeketting van den consul hangenden sleutel
van de brandkast te bemachtigen en in de
vertrekken van het consulaat zelf een foto
grafische opneming van de daarin gevonden
documenten te maken. Na deze operatie wer
den zoowel de stukken als de sleutel weer op
hun plaats teruggebracht. De consul, die na
deze fuif pas laat in den ochtend op zijn
kantoor terugkeerde, vond alles prachtig in
orde en verneemt eerst thans uit de herinne
ringen van den ga-theer, dat hij het slacht
offer van een geslepen bende en van zijn
eigen lichtzinnigheid ls geworden.
Een bijzonder kostelijk hoofdstuk vormt
het rapport van Agabekow over ae bespion-
neering van den lntusschen ten val gebrach-
ten koning Amanoellah. De sovjets, die bij
iedere gelegenheid, te pas of te onpas op het
oude regime en zijn dienaren vol haat schim
pen, ontzagen zich niet, zich van de bedenke-
lijkste figuren van de oude orde te bedienen.
Zoo vertelt Agabekow, dat de GP.OE. te Te
heran onder haar agenten een dokter had,
die reeds voor het vroegere keizerlijke ge
zantschap spionnendlen:t had verricht. Van
de Indische grens liet de GP.OE. zich door
den vroegeren Czaristischen generaal Sa-
mojlow lnformeeren, wiens rapporten zeer
veelzijdig waren, immers, zij behandelden
b.v. het spoorwegverkeer, het leven van de
Engelsche kolonie, de werkwijze van het Per
zische staatsbeheer en zijn betrekkingen met
de Engelsche autoriteiten. De G.P.OE. sloot
daarbij een voor haar typische verzekering
af. Daar zij op generaal Samojlow niet voor
de volle 100 procent kon vertrouwen, zond zij
zijn zoon, naar het heette voor studiedoelein
den, maar in werkelijkheid als gijzelaar, naar
Rusland. Samojlow junior werd eveneens in
dienst van de GP.OE gesteld en, daar hij
voortreffelijk Perzisch kende, als bediende
toegevoegd aan Amanoellah gedurende diens
bezoek aan Rusland. De koning en zijn ge
volg hadden in het geheel geen bezwaar, in
tegenwoordigheid van den jeugdigen Samoj
low vertrouwelijke gesprekken te voeren,
waarvan de gecamoufleerde bediende de in
houd geregeld doorgaf aan de G.P.OE. Op
deze wijze vernam de regeering te Moskou
o.m., dat Amanoellah, ondanks de praal
waarmede hij ln Rusland werd ontvangen,
maar zeer matigen geestdrift had voor de
vriendschap met de sovj etunie en dat hij meer
geneigd was, zich naar de Westelijke mogend
heden te oriënteeren. Agabekow behandelt
ook nog het geheim van een vroeger al be
kend geworden Incident, dat zich op de
terugreis van Amanoellah voordeed. Op het
traject door Turkestan gingen namelijk
twee groote koffers uit de persoonlijke baga
ge van den koning verloren, waarover de
sovjetregeering ernstige verontwaardiging
veinsde en plechtig zwoer, de „dieven" gevoe
lig te straffen. Beide koffers werden natuur
lijk door de GP.OE. ontvreemd, alleen beleef
de zij dezen keer een bittere teleur?telling:
in plaats van belangrijke diplomatieke stuk
ken vond zij persoonlijke effecten van den
koning, waarmede zij niets wist aan te van
gen! Zijn diplomatieke onderhandelingen, ln
het bijzonder met de Britsche regeering. zijn
voor het overige het Kreml eveneens niet on
bekend gebleven. Het Foreign Office zond
namelijk een eople van het protocol dezer be
sprekingen naar Kaboel, om het Britrche ge
zantschap aldaar op de hoogte te houden; nu
had Agabekow echter in de hoofdstad van
Afghanistan voor waardevolle „postrelaties"
gezorgd, zoodat vrijwel het geheele diploma
tieke verkeer tusschen Londen en het Oos
ten zich afspeelde onder het toezicht van
het Russische zwarte kabinet.
Dat een zoo verantwoordelijke Tsjekist het
werk van de Russische regeering en haar or
ganen onthult, toont aan. dat zelTs in den
boezem van de G.P.OE. niet alles meer ia
orde is. Trotzky, die Agabekow blijkbaar ken
de. geeft hem en al degenen, die het zinkende
schip van Stalin verlaten, een tri ffend getui
genis. „Hoeveel Bessedows-kis. en Agabekows",
vraagt de ten val gebrachte dictator, zouden
er in ieder bureau, in iedere afdeeling zijn te
ontdekken? Maar wie zal hen kunnen tellen?
Zij zijn Immers zelf de tellers, ambtshalve!
wie zal de partij van hen zuiveren? ZIJ zui
veren Immers de anderen! Wie zal de twijfel,
die zich van hen heeft meester gemaakt, ge
waar worden? De Agabekows vormen een
dikke laag van de Stalinsche bureaucratie,
zij zijn een natuurlijk product van het
..regime-Stalln". .Pn van het bolsjewisme in
het algemeen", zal de onbevooroordeelde
lezer er aan toevoegen, die niet heeft verse
ten. dat ae Tsjeka reeds onder Trotzky niet
minder woedde!
(Nadruk verboden). Dr. A. CHARASCH,
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbe
houden).
De Waringin
door
WELLY VAN DER TAK.
We waren dien avond met een vrij groot
getselsc^aD bijeen, en zooals het gewoonlijk
eaat bil zoo'n geleeer.beld. werden er over de
verschiPende onderweroen van gesmrek de
meest uite°nloo"ende opinies en opmerkin
gen ten beste gegeven.
Ten slotte belandden we het ls wonder
lijk. zooals gesprekken, en gedachten trou
wens ook. van het ééne onderwero op het
andere kunnen springen, zoodat het soms
totaal niet meer na te gaan ls. lan<rs wat
voor omwegen en kronkelige ziinaadjes en
wankele bruggetjes je er gekomen bent
oo de vreemde en voor een groot deel no<?
onbegrepen macht, die e'k mensch toch wel
In zich besloten sdhljnt te houden, en waar
over aPeen nog zoo ditowips gespot en on-
veloovig gedaan wordt, omdat bil zich lang
niet bil iedereen en ook niet bij iedereen
even sterk openbaart.
Ik geloof niet. dat er nog veel menschen
ziln. die ln hun hart nog werkelijk twijfelen
aan zoo iets. al legt iedereen het oo zijn ma
nner lilt. en al noemt de groote massa omdat
het beestje nu eenmaal een naam moet heb
ben. het soiritlsme. en vereenzelvigt het met.
tafeldansen en geheimzinnige boodschappen
per brief.
Er kwamen worderWVe verb Men los van
droomen. die nrecies fcege'iikerttid door ver
schillende menschen gedroomd waren, van
duivelsche wraaknemingen door inlanders !n
Tndlë, van voorgevoelens, die uitgekomen wa
ren.
Iemand uit het gezelschap, een Joneen van
een jaar of vijf en twintig, d'e we eieenMlk
allemaalo voor een vrij onbenulligen dandv
en pretmaker hadden, gehouden, zri plot«e-
hne. dat Ml wel eens zou bewiizen. dat
lemard .alleen roet een sterk concent re eren
van ziln gedachten veel meer kon doen. dan
de mees+e menschen dachten, en verWinde
een kurstie met een gouden rine. die hij aan
een draad gebonden door een ander liet vast
houden en dworig om heen en weer te
zwaaien, in een-kring rond te draaien en
weer stil te hangen.
Iemand, het was een oude schilder, geloof
»k. zei: ..Die jonzen moest dat eens gaan
doen met d'ng°n d)e de moe'te waard ziln.
wie weet. wat hij niet tot stand zou brengen!"
en iemand kwam aandragen m°t e°n verhaal
van Conan Doxvie over een schPchwil van e°n
eenhoorn, waa*-van een vreemde kracht u't-
eing en die zich tenslo^e op een avond In
een donkere kamer manifestere, een ander
met een ee.vhie^enls van Rob°rt H'chens
ovr een be°'d. dat door een boor-e macht
cchppn te ziln b°v°t+eri en ten slnrie de oor
zaak van het ongeluk van den beeldhouwer
weM.
En terwiil we al'emaal even 7weg*>n en na
dachten over a1 dat wonderiiikp, on
eens een oud-Vao'toln v«n het Ind'mhe le
ger. d'e den onriog in At.ioh nog had rneece-
maevt,. en die tot nu toe nog geen woord ge
zegd bad. te ""aten.
..Het. is eltiid zoo moelTUk om te weten, wat
van dm-sr^lii^e dingen nu waar en wat er bil
gefantaseeni is. want het- is een fe't. dat er
oo dat gebied meer gebogen en bedrcwm
wordt dan op een'e ander. Ik heb er altiid
vrli sceptisch tepppever gedaan, en dat doe
ik nog. maar in Trdië b«t"»ef ie toch som* d'n-
zen. waar ie verriatv* bil stil staat en die ,1e
toch gelooven móet. Een vreemd land en een
vreemd volk.... Er wordt zooveel cesclhve-
ven en genraat. over de onb^wWbavbetd
en leugenachtigheid en inferioriteit van de
'n'apdprs. maar is het n'M veel meer e°n
mentaliteit, waar wil WesterMn^cn n'et bij
kunnen? Fr die we dan maar afkeuren?
Ik 7?1 b'Pie eens iets vertellen, dat ik er
zelf b0,e°fd h"b en ik sta voor de waarheid
er van in. Jul'ie hebban nafuuriUk wel eens
ceboo-d van d«m waringin. den he'l'zen b-v>m
van de lMar^ers. waarvan zoowat iedere
dessa er een stuk of wat beeft,, en die ln heel
wat ve"baVn een rol s^e't. Te brengen er
on foe.ctdaren bun offerandes naar toe.
wat bloemen, wat vruchten, de wondm-illkste
dingen zie je soms aan z.Un voet en
doen er hun gebeden en gelooven vast ln zijn
macht.
Nu had Ik daar a"i1d een beetle om gela
chen in alle gevalle geloofde ik niets van
de macht van een gewonen boom en als ik
dan weer eens zoo'n wonderiilk verhaal hoor
de van een geb^e. dat verhoord was of een
wonder, dat. door den heiligen waringin tot
stand gebracht was zei ik a'tiid bil mezelf,
dat het waarscMlnlUk een kwestie van sterke
suggestie of*autosuggestie geweest was. Een
mensch Is nu eenmaal een beetje huiverig
voor dingen, die hü niet begrijpt en brengt
ze dan maar gauw terug tot- iets. dat op be
kender ten-e'n Vet en dat hij makkelijker
verklaren kan En toen ls me op een keer iets
overkomen. dat me het denken gaV-acht
bp*ft. en ik moet eerlHk bekennen, dat ik
elgenWk gezegd nog niet tot een resultaat
ben geVomen.
We lagen ergens in Atieh. ep we hadden
opdracht gekregen om een V^'ne dec«a te
bezot+en. die door een handjevol Atlehers
verdedigd werd. De moelhikheid was. dat het
dorp vrij moeilijk te naderen was. aan t-wee
kanten oerwoud, aan één een moeras, en ten
slotte waren we ln h'nderlaag gaan llggGE
aan de vierde. We stelden er onze naar stui
ken ve'dgeschut achter wat struiken op. en
we dachten geen oogenblik anders, of die
paar bruine apen zouden in minder dan geen
door B. B.
Een pallngvlssctaer had de bijt in het ijs
gehakt, dat de ringvaart met een tien cent.-
meler dikke laag bedekte. Wilde eenden had
den hei open gehouden. Een dag en een
nacht hingen dikke, grijze wolkenluchten
boven de polders en toen de zon opging glin
sterde de sneeuw op (te bevroren vlakte. Als
een diepzwart, glanzend vakje lag de bijt nu
ln al het wit. Een paaltje van het pr.kkel-
draad, dat 's zomers het vee belette door
het water te basgeren. stond scheef boven
de bijt. Het paaltje droeg een sneeuwmuts
en op deze muts was een groot en schitte
rend juweel gestoken, dat groeide in een
kobaltblauw en smaragdgroen. Het was d:
Ijsvogel, die met den rooden, zwartgepunten
snavel recht naar het water wijzend daa
te loeren zat. Even rimpelde zich de bijt en
meteen plompte de vogel tot aan zUn korten
staart het water in. HU zwaaide zich op het
paaltje en verschikte hot vorentje, dat zich
kromde in den snavel, tot het in één keer
opgeslokt kon wo-den. Dadelijk verstarde de
ijsvogel weer. Zoo Ingespannen keek hij. of
verspatlende belletjes naar lucht happende
vischjes zouden verraden, dat hij de zwerm
bonte kraaien eerst zas, toen blauwe scha
duwen over de ringvaart streken. Si-l-l-it!
Een diamanten schicht schoot laag weg over
het ijs en de helle kreet van den vogel trilde
na ln de ijle lucht als het zingen van den
boog na het schot.
De kraaien streken neer bij de bijt en
stapten licht waggelend naar het water
Gulzig dronken ze; lieten het water door de
keel glijden met omhoog gesloken snavels
en schudden zich de droppels van de veeren.
Ze leken erg dik. zooals ze daar met opge
zette veeren te kleumen zaten, maar ze wa
ren Juist magerder dan ooit. De een na den
ander wierp zich op de wieken en lcom
roeiend trokken ze verder ln gebroken tl-
raiileurslinie. Een bende hongerige zwervers,
die mat naa- omlaag gebogen koppen speur
den naar aas of prooi op de onder hen voort
glijdende witte velden.
Tegen het blauw van den helderen hemel-
stolp schoof een kleine, scherp-afgeteekende
V voort. Zes wilde eenden, die eenlge malen
hoog boven de ringvaart cirkelden en toen Ir
snelle glijvlucht op de bijt aaalden. Even
bleven ze drijven met gerekte hals en spie
dende oogjes, maar deze plek leek even veil g
als een sllkpiaat tusschen de kust en de
eilanden. Het ging op een plassen en een
duiken naar voedsel. Soms verhief etui woerd
zich half uit het water, klapperde krachtig
mot de vleugels en kwaakte luid en uitda
gend. De vlucht bleef den ganschcn dag.
Toen een steenuiltje van een schuurdak
zijn ..oewle-oewie begon te roepen, za
ten de eenden al ln het hooge walrlet en
sliepen dicht tegen elkaar gedrongen, den
kop onder de vleugels.
Er was een rond gat aan don voet van de
hskkepaal, die ta een naburig welland stond.
Een tunneltje leidde van dit gat naar een
met st~oo gevoerde holte ln den onderwal
van een sloot. Vele rattenfamllles hadden la
dit hol gehuisd, tot een wezeltje er be.ri: van
genomen had. Zljr» plat. driehoekig kopje
dook ook dien avond op uit het gat. Snel
rende hij over de sneeuw en zijn pootjes lie
ten nauwelijks een afdruk achter sn de har
de. bovens'e korst. Een stengel van het riet
aan de ringvaart schudde heen en weer,
toen er een klein, slank dier langs sloop.
Van de lange, verwelkte bladeren viel het
laagje rijp ritselend van blad op blad. Een
eend werd wakker en luisterde scherp. De
wezel kromp Ineen. De eend trok den nek
weer ln. Plotseling een luid gek!ap\vick en
gekwaak. Vijf eenden verdwenen In dsn
nacht. De zesde sleepte zich voo_t over het
ijs om sloeg razend met de vleugels. De wezal
klemde zich met nagels en tandjes aan hals
en borst van den vogel vast en z.ljn beet
drong dieper en dieper door. Met uitgespreide
trillende wieken bleef de eend liggen, schok
te nog een paar maal en was dood.
's Morgens stond het verhaaltje ln de
sneeuw afgedrukt. Op de sneeuwmuts van
het paaltje bij de bijt kleefden enkele vlsch-
schubben. Rondom het ij slaag Je. dat nu het
water bedekte, plekten de afdrukken van de
lange kraalenteenen naast de driehoekjes
van zwemvliezen. Een smal stlppelspoor leid
de van de doode eend naar de wal. Slechts
enkele uren later lagon er enkel nog wat
veeren en beentjes in de groezelig gewor 'en
sneeuw. Daar omheen honderden prenten
van roeken, zwarte en bonte kraaien!
tijd kapituleeren of het hazenpad kiezen, Nu
stond er aan onzen kant van het dorp net
een moskee met een reusachtlgen waringin
er voor, en er zat voor ons n'.ets anders op
dan dat ding eerst aan puin te schieten. In
den oorlog ontzie Je de gevoelens van Je mede
menschen al bijzonder weinig, en tegen die
kleine duivels van AMehers was je. na een
poos 1e met hun strijd metbodes kennis ge
maakt te hebben, met zoo'n eoMe haar be
zield. dat hun moskeeën en heilige boomen
je tonaal koud heten.
Ten slotte begonnen we den aanval het
was klaarlichten dag en de zon scheen fel,
dus wat ik ga verte'len kan onmogelijk ge-
7tchtsbedroe of een verg'sring ziln geweest.
Tk kon zelf mijn oo^en niet gelooven en
toch was het zoo. Al onze kogels krezen oo
een zekeren afstand van den waringin een
afwijking naar links of naar rechts, zoodat
ze opzij van de moskee In het bos^h terecht
kwamen. Het was. of er od een afstand van
een honderd meter voor den boom een on
zichtbare muur was waar aries op af ketste.
Het was een wonderlijk gezicht en een nog
wonderlijker gevoel, dat je daar aan het
schieten was en gewoon machteloos stond te
genover een macht, die grooter was dan die
van onze kanonnen en geweren en dat is
een macht, waarvoor- Je als soldaat een ge-
we'd'g respect hebt.
Toen we tenslotte Inzagen, dat het zoo
niets gedaan was en dat we al onze kogels
verschoten on een naar onschu'dige boomen
'n het oerwoud, gaf ik bevel om dan ln 's he
melsnaam onze toevlucht te nemen tot hand
Tanaten. Movelljk. dat die meer effect zou
den hebben. Vo! spanning keken we den eer
sten na. Je kunt zoo'n ding met het bloote
oog nog veel gemakkelijker vo'gen dan een
Vogel en het was een ontzettende bof. dat
we hee'emaa! niet zoo zeker waren dat die
vranaat dien onrichtbaren muur zou kunnen
rioerbo^on. èn dat we hem voo gespannen na
keken. Want nrecies on de plek, waar onze
kogels een afwijking hadden gekregen, was
het of d'e granaat weer temggeschofen werd
regelrecht naar onze hinderlaag. We vlo
gen a"'emaal uit elkaar: en nrecies achter
het wal'et.je dat we o"get»ooid hadden, on de
"laats waar de man had gestaan, die het
ding gegooid had niofte het uit elkaar. Als
we Met tijdig beenen hadden gemaakt, wa
ren er een paar van ons om zeep geweest".
HU zweeg. Temand vroeg:
„Hebt u die dessa later nog bezet?"
Hij knikte.
„Ja. Van een anderen kant uit. Zonder slag
of stoot zoowat. Ik ben later nog eens naar
dien boom paan kijken en ik vond er een
paar van miin mannen met bijlen en snaden
in hun hand. Ik weet niet waarom, maar ik
heb ze verboden om den waringin ook maar
aan te raken. En toch ben ik geen sentimeta-
teele gek. en heb den afkeer van ieder nuch
ter menschen voor bovennatuurlijke dingen.
Maar na dien tUd heb ik een beetje rründer
eauw gelachen om dingen, d'e op het eerste
gezicht vreemd en ongeloofelUk schenen.
Het is een slechte menscheiijke eigenschap
om iets. dat ze niet be gr ij oen niet au série ux
te nemen of af te keuren".
S.O. S. BIJ DIEREN.
Zou het waar zijn, dat dieren, al zijn zij
ook mijlen van eikander verwijderd, elkaar
tee kens kunnen geven? Dan behoeven wij.
menschen, inderdaad niet zoo trotsch ie
zijn op onze draadlooze Inrichtingen.
De Engelsche natuuronderzoeker Oliver G.
Plke. doet In Tlt Bits eenlge merkwaardige
mededeellngen over de verbindingen, dlc
sommige dieren blijkbaar over geweldig
groote afstanden met elkander kunnen on
derhouden. Van een raaf. die op het nest zat
te broeden, werd het mannetje door een bun
zing gedood. Deze vogels waren ln die streek
zeer zeldzaam, maar toch kwam binnen 24
uur een mainetjesraaf naar het nest vlie
gen om de taak van den gedooden raaf op
zich te nemen. Had het wijfje een S.O.S. de
lucht Ingezonden?
In landen waar gieren voorkomen schij
nen deze er een bijzondere methode op na
te houden om elkander te waarschuwen als
er ergens een dood dier in een veld ligt. Deze
gieren vliegen tot een verbazende hoogte en
als een van hen't lijk van een dier ontdekt,
schiet hij er bliksemsnel op af. Een andere
gier die misschien op een mijl afstand op de
zelfde hoogte vliegt, ziet den ander dalen en
volgt hem en een derde, dit al vliegende
den tweeden in het oog gehouden heeft, gaat
hem achterna. Zoo volgen er nog vele. Hei is
voorgekomen dat twintig gieren binnen
twee uur een dood paard geheel haddeTt op
gegeten. zoodat niets dan het kale karkas
overbleef.
DE POST IN BUSSEN.
Het vreemdste eiland ter wereld ls zeker
Nluafou, dat in de Stille Zuidzee ligt. onge
veer 300 mijlen van Fiji. Het heeft den vorm
van een ring en ls slechts drie mijl ln door
snede.
Bulten den ring is het water, zooals van
zelf spreekt, zout maar binnen den ring ligt
een meer. dat water bevat dat slechts in zeer
geringe mate brak ls. Zonder twijfel ls het
eiland de krater van een vulkaan: een berg,
die bijna recht uit den bodem van den
oceaan omhoog rijst. Kleinere kraters liggen
op eilanden binnen den ring en deze kraters
werken om de 15 of 20 jaar.
Het ls merkwaardig dat dit zonderlinge
eiland, vergelijkenderwijs gesproken, een zeer
groote bevolking heeft, die bertaat uit 1500
Tongoezen en eenlge Europeanen.
Bij ruw weder kan geen schip Nluafou be
reiken maar als daar een sterke stroom loopt
ln de richting van de kust van het eiland,
wordt de mail gedaan ln dlchtgcsoldeerde
tinnen bus.'en, die men overboord werpt en
die door inboorlingen zwemmend uit het
water worden gehaald. Deze eigenaardige
wijze van de post af te leveren heeft aan het
eiland Nluafou een bijnaam bezorgd Het
staat nJ. bekend als het „bussen-eiland".
Een jraate afbeelding van het kasteel Stapelennabij Boxtel,