FEMINA Wat de vrouw in 1931 zal dragen r EN NIEUW Hef Nieuwe Jaar In. HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 31 DEC. 1930 Van oude en nieuwe modes. Wanneer er iets nieuws in de mode ge lanceerd wordt, een speciale mouw of model van rok, dan denkt men dikwijls: het is pre cies ais die mode van dertig jaar terug, of wel mei\ hoort verklaren: er is niets nieuws onder de zon; twintig Jaar geleden was het precies zoo! Maar dat is toch heusch niet waar. De mode wordt nooit herhaald in den zelfden vorm. Men mag wel eens détails aan „vroeger" ontleenen, ze worden altijd aange past aan den nieuwen tijd, die weer andere eischen stelt, dan dertig, veertig en meer jaren terug. De vrouw van heden kan nu eenmaal niet meer terug naar de talrijke ongemakken, die de mode van vroeger jaren meebracht. Men denke slechts aan de om vangrijke hoepelrokken, de ingepende keurs lijfjes, de ongezonde ingeregen wespentailles en zoo meer. Aardig is daarom het idee, om de oude en nieuwe modes eens naast elkaar te zetten en te zien, waarin het wezenlijke verschil bestaat. Zie eens naar dat hoepel rokjuffertje van 1860 (links boven). Juffertje 1930 imiteert het model met een taille rok met zes ruches. Maar geen hoepels erin! Beide japonnen hebben een kort lijfje met revers, maar het moderne drapeert zich soepel en natuurlijk in zachte plooien om de taille, terwijl juffertje 1830 een nauw in geregen figuurtje heeft als in een harnas, van voren met een punt en een strik. Boven dien liep zij daarin den ganschen dag. ter wijl het moderne juffertje haar lange japon alleen voor 's avonds gebruikt. En dan juf frouw 1830. Haar bol-geplooide drukke kraag met ruche en dito kcrte mouwtjes, heeft mejuffrouw 1930 overgenomen in den vorm van een platte, geschulpte kraag. De taille os lager gekomen, op de natuurlijke plaats, en de drie kanten volants zijn meer in over eenstemming met onzen tijd dan de stijve, enkele ruim aangezette voiant van 1830. En de hoeden? Dezelfde karakteristieke vereen voudiging en inkrimping doet zich gelden. Van de omvangrijke driekantige steek van 1715, soms nog grooter gemaakt door een afhangende struisveer, is ons moderne, kokette, kleine tricorn-tje gegroeid. Van het kapertje van 1860 met de lange linten, het moderne mutsje of de nauwsluitende capeline. Alom dus meer eenvoud van lijn. meer soepel heid van bewegen, meer natuurlijkheid in de opvatting van de kleeding. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. BRIE VENMAND JE. Een aardig vacantiewerkje voor de grootere meisjes is wel het vervaardigen van een brie- venmandje voor Vader of Moeder. Op Vader's schrijftafel zal voor een brievenmandje zeker wel een plaatsje te vinden zijn. Wij hebben voor dit mandje alleen wat karton noodig, dat met een lapje zijde of een aardig stofje wordt omgewerkt. Vijf stukjes karton worden er gesneden en wel een middenstukje van 15 bij 10 c.M., twee lange zijden van 15 bij 3 c.M. en de twee korte zijden 10 bij 3 c.M. Het lapje zijde wordt daarna dubbel gelegd en men knipt een stuk je van 23 bij 18 c.M. 1 c.M. wordt dus voor den inslag gerekend. De hoekjes knipt men rond af, zooals het modelletje op afbeelding a U laat zien. (Cliché afb. a). Met heele kleine rijgsteekjes naait men de kartonnetjes zoo strak mogelijk om. De ronde hoek jes kunnen dichtge naaid worden, maar het staat aardiger, wanneer men deze hoekjes met druk knoopjes afwerkt. Ook het hengsel je V hanger onstaan, wij maken het mandje dan wel iets kleiner en een der opstaan de randen wordt verhoogd. Door mid del van een haakje wordt het horloge opgehangen en ook de hoekjes maakt men weer met druk knoopjes af. (Cliché afb. c). Een aardig naai mandje verkrijgt men, wanneer men het geheele mandje vergroot. Het modelletje van het brievenmandje is in de Tijdingzaal van ons blad te zien. wordt met druk knoopjes aan het mandje bevestigd. (Cliché afb. b). Dit is wel een zeer eenvoudig modelle tje, maar dat kan op verschillende manle ren gewijzigd wor den. Uit ditzelfde mand je kan een horloge- JAPON. De meeste japonnen die men tegenwoor dig ziet, zijn van een effen stof in elk ge val van een weefsel zonder bepaald patroon. Het is daarom volstrekt niet verboden iets te dragen dat buiten de grenzen van het al gemeen gangbare valt, zoodat we U deze hier afgebeelde japon gerust durven aanbevelen. Zij is voor haar onderste helft van een zwart fluweel, terwijl de rest gemaakt is van een roode kashmir met goud en zwart dessin. De rok heeft een dwarse heupstrook, één geheel vormend met het klokkende middenvoor pand Aan weerskanten garneeren drie zwarte knoopjes van galalifch genoemd heupstuk. De bekoorlijke Avondmode. W, K. Alle japonnen zijn voor 's avonds nu zoo lang. dat ze den grond raken of toch min stens tot de enkels reiken. Zeer lang betee- kent zeer chique, op het oogenblik. De tijd van de parades van mooie (en leelijke bee- nen, is voorbij en ook meer naar boven, bij hals en armen, bewondert men niet onver deeld meer de oude stelling, dat men daar niet gekleed behoort te zijn. Ten eerste be dekt de heel lange armhandschoen den arm tot over den elleboog. Soms ook gaat men zoo te werk dat de onderarm door een stuk mouw tot over den elleboog bekleed wordt; de handen en 'n stukje van den bovenarm blij ven op deze wijze vrij. Op den drang naar minder ongekleedheid komt verder tegemoet, een soort berthekraag van fijn kant, in zilver, goud of de kleur der stof. Onze teeke- nlng geeft daar een voorbeeld van. De japon is van crêpe satin, zwart met zilveren blad- motiefjes doorweven, waarbij de kleine pele rine van zilverkant uitstekend past. Het mid-, den van den rok wordt gekenmerkt door drie gefronste strooken. Het Is heelemaal niet verstandig om de schoenen overdadig met schoencrème of smeer in te smeren, daar het teveel opdroogt en korstjes vormt cn den weg baant voor barsten in het leer, HET WOORD IS AAN.:: De Kinderen 'n Meisje van vier jaar loopt aan moeder's hand over straat en ziet in de koude icinter- lucht den adem van een paard. „O, Moederkijk eens, dat paard geeft gas.'". Nu is December voorbij. December met- al zijn feesten. En er gaat een nieuw jaar be ginnen. De eerste dagen van Januari stemmen ons meestal niet erg vroolijk. De feestdagen om. En het nieuwe jaar? Ja, wat is daar eigen lijk nieuw aan? Alles is bij het oude geble ven. Ieder jaar met Kerstmis, met Oudejaars avond kijken we terug op het oude dat ging, alsof wij er mee afgedaan hebben. We her inneren ons allerlei gebeurtenissen, we her denken het oude. Ja, zoo was het...En wat zal er nu komen? We wachten op iets nieuws. Het is alsof December staat als een rust poos tusschen de jaren. Het oud December het nieuwe. Maar dan komt het nieuwe jaar. het wordt Januari, en alles is bij het oude gebleven. Als de laatste Nieuwjaarsvisite vertrokken is, de chocoladeketel en de biscuitjes zijn weggeruimd. Als de vuilnisman den kerst boom op zijn kar heeft gegooid, hulst en sparregroen zijn weggenomen, dan zitten wij weer in onze zelfde oude kamer, dan is er sedert November niets veranderd. December.Vol verwachting klopt ons hart"Vrede op aarde". Maar de verwachtingen gingen niet in ver vulling en zorgen en moeilijkheden verdreven den vrede weer. We wenschen elkaar veel heil en zegen in het nieuw begonnen jaar. En we gaan ver der ,,op hoop van zegen". Maar ook een beetje teleurgesteld. Moeder grijpt weer naar haar stopmandje, want broer valt nog net als verleden jaar tel kens gaten in zijn kousen. De typiste tikt haar brieven weer.hierbij heb ik de eer u mede te deelenze zijn nog onveran derd. De onderwijzeres moet met frisschen moed beginnen, de kinderen zijn wat achter geraakt in December; er waren zooveel pret jes De kinderen voelen het niet zoo erg. Zij le ven bij den dag. En veranderingen? O. die komen wel, denken ze. Ze zien nog een lang leven voor zich, vol avonturen en emoties. Ze zijn nog niet ongeduldig. En juist den onge- duldigen schijnt de Decembermaand zooveel te beloven. In den donkeren Kerstnacht ging een licht on. de dagen worden langer, met schoten en geloei is het oude jaar op de vlucht gejaagd. En tóchdezelfde kousen van broer, de zelfde sommetjes en thema's. Eigenlijk weten we het welHet nieuwe moet niet van buiten, maar van binnen uit komen. De donkere maand met zijn stille uren heeft het ons wel gezegd. We weten wel, dat elke uiterlijke verandering au fond geen verandering is. Wat wilden we eigenlijk? In een ander huis gaan wonen, misschien wel in een andere stad of ander land? Wenschten we andere menschen In onze omgeving, ver langden we een anderen werkkring? Wat moest er veranderen? Och. we verlangden alleen maar om geluk kiger te zijn. Én zouden al die uiterlijke veranderingen ons dat gemaakt hebben? We nemen immers overal ons zelf mee naar toe Het huis, het kantoor, het schoollokaal het is maar entou rage. We hoeven niet te wachten op avontu ren om te ..veranderen". En avonturen alleen deen ons niet verandern. Wat klagen wij dan eigenlijk over de oude sleur? Aan wie de schuld dat alles altijd bij het oude blijft? In de stille December uren wisten we het wel. En nu? Och ja. we weten het nog wel. Maar het is zoo moeilijk. Nog moeilijker dan een nieuw jaar te beginnen is het zichzelf te ver nieuwen. En toch willen we het zoo graag, we verlangen zoo naar verandering. En het zou zoo goed zijn Maar zelfs als het om ons eigen geluk gaat schieten we nog een boel tekort. Een nieuw jaar. Vernieuwing Ik wensch u allen een gelukkig 1931! BEP OTTEN. WINTERWANDELINC. Een zeer gewaardeerd lezeres dezer rubriek zond mij. naar aanleiding van mijn beschou wing onder dezen titel van de vorige week een ontboezeming, dlc hierop neerkomt, dat zij iedere vrouw ontraadt om op een winter- wandeling te gaan, omdat het helaas tegen woordig niet meer veilig is. Ook mijn lezeres is natuurvriendin. maar het naar hartelust dwalen in de vrije natuur is niet meer mo gelijk, omdat ongure individuen de natuur haar vrijheid ontnomen hebben. Inderdaad zijn er in de laatste jaren vreeselijke geschiedenissen voorgevallen, die de vrouw wel aanleiding geven, extra op haar hoede te zijn. Maar toch geloof ik. dat mijn geachte inzendster wel wat overdrijft. En zij die zich in de eenzaamheid der natuur niet op haar gemak voelen, kunnen zich al tijd nog wel bepalen tot het wandelen in gezelschap. E. E. J.—P. VAN HIER EN DAAR. Marmeren bladen van waschtafels, nacht kastjes enz. waarop kringen van karaffen of glazen enz. gekomen zijn, maakt men goed schoon met een lap met terpentijn. Nieuwe schoenen trekt men het beste voor de kachel of de haard aan. waar men ze eerst even goed warm heeft laten worden. Het leer wordt dan soepeler en voegt zich ge makkelijker naar den voet. Natuurlijk moet men vochtige schoenen nooit voor het vuur drogen, want dan wordt het juist hard. Zwarte peau de suede schoentjes worden op den duur wel vaal. Men kan ze weer prachtig zwart maken, door zc in te smeren met. een mengsel van gelijke dcclen olijfolie en zwajte ^Oost-Indische), inkt. Voor heel velen is 1930 geen goed jaar ge weest. en menigeen zal zonder eenig gevoel van een weemoedig verlies dit oude jaar ach ter zich laten en het nieuwe binnenstappen. Het nieuwe jaar dat heeft de bekoring van het onbekende, wie weet. wat er voor ons Ls weggelegd in de periode van twaalf maan den, die nu vóór ons ligt. Natuurlijk, het kan ons verdriet brengen, maar het kan ook met vreugde gepaard gaan, en voor velen die een moeilijken tijd doorworstelen houdt 1931 toch .een vage belofte in van betere tijden, die zeker weet zullen aanbreken. Al is het dan ook niet te zeggen wanneer, het nieuwe Jaar kan toch de verandering van tegenspoed in voorspoed met zich meebrengen en dat geeft een hoopvol begin. Naast die hoop op een betere toekomst, welke in 1931 misschien tot werkelijkheid zal worden, staan daar op Nieuwjaarsdag de jaar lijks weerkeerenóe rijen van goede voorne mens. Naast de kinderlijke, die met zoo'n overtuigde zekerheid zeggen: ik zal in het nieuwe jaar dit of dat aan- of afwennen, staan de voorzichtigere van de „groote men schen", die een poging zullen wagen, in het een of ander verbetering aan te brengen. Kinderwerk zegt u? Doen volwassenen daar aan niet meer mee? Kijkt u dan maar eens om u heen en zet uw ooren open: in deze dagen is er vast wel iemand, die zooiets beweert als mijn vriend, die vond: eigenlijk moest een mensch eenmaal in de twee weken of zoo wat naar het Rijksmuseum gaan en systematisch al die prachtige dingen daar gaan zien. Dat is toch wel degelijk de moeite waard en ik begin er in Januari eens mee!" Oneindig veel plannen en plannetjes worden er op die wijze in deze laatste dagen van het jaar opgeworpen, van den meest uiteenloopenden aard, van kleine hebbelijkheden die afgewend behoorden te worden tot bepaalde gebreken, die onszelf en anderen hinderen, van kleine genoegens, die ons het leven veraangenamen, tot diep gaande, ernstige studie die onze geest ver rijkt en ons verstand scherpt. Wat er echter meestal van terecht komt. is niet zoo veel, maar een voordeel ligt er toch zelfs alleen in dat voornemen besloten: dat het ons weer eens herinnert aan onze tekortkomingen en al hebben wij dan ook niet genoeg energie om ze blijvend te verbe teren, wij weten toch dat zij er zijn en daar mee kunnen wij rekening houden. Eén eigenschap is er echter, en die is van zooveel belang, en er zijn er aoovelen om niet te zeggen de meesten, welke die lang niet genoeg op hun eigen karakter laten inwerken dat deze eigenlijk voor iedereen geldend kan heeten: dat is de verdraagzaamheid. Verdraagzaamheid van gezinsleden onder ling, van man en vrouw, van familieleden, van de jeugd tegenover den ouderdom, var. den ouderdom tegenover de Jeugd, van kin deren onder elkaar en tenslotte van het eene volk tegenover het andere. Dit aan- kweeken van wat meer geduld tegenover eikaars eigenschappen zouden wij een col lectief goed voornemen kunnen noemen, dat van enorm groot belang is voor het geziris en familieleven, maar ook voor onze geheele maatschappij. Wie zich gepasseerd voelt in onzen tegen- woordigen tijd, zet een hooge borst op en zoekt zijn recht te krijgen, niet bekennende, dat het geheel op een misverstand, op een onachtzaamheid, of op een tekortkoming van zijn eigen kant kan berusten. De menschen maken elkaar het leven zuur door eindelooze ruzietjes om futiele dingen, die op den keper beschouwd, niet het minste gewicht in de schaal leggen, familieleden be- crltLseeren en bekijken elkaar om kleine jalouzietjes. om dingen van niets, en ieder een is er maar geweldig van overtuigd, dat men niet moet rusten, voordat er „recht" gedaan is. Jonge menschen beklagen zich over de ouderen, omdat zij hen n.et begrijpen en hen dwarsboomen; de ouderen schudden hun hoofd over de jeugd, die geen eerbied voor den ouderdom kent en er zulke rare denk beelden op na houdt. En dat alles omdat ieder in zijn eigen per soonlijke huisje, dat karakter heet. de wereld anders bekijkt en niet de minste moeite wenscht te doen, om zich In de gedachten- gang van zijn medemenschon te verplaat sen. lleusch. het zou de moeite waard zijn. wan neer wij in dit nieuwe jaar eens een ernstige poging waagden, om elkaar beter te begrijpen, om eikaars eigenaardigheden beter te ver dragen en om wat dichter naar elkaar toe te komen. De verhouding tusschen de volken zou er beter door worden en de wereld zou ook daar door weer wat lichter en wat hoopvoller kun nen worden. E. E. J.—P. Onze mooie leeren stoelen. Het is net, of er tegenwoordig veel meer leer verwerkt en gebruikt wordt. Men ziet veel meer met leer overtrokken stoelen en leeren voorwerpen, tasschen, boekomslagen, enfin alle mogelijke voorwerpen van leer. En leeren stoelen bijvoorbeeld mogen weliswaar wat duurder in aanschaffing zijn. op den duur haalt men het er toch weer uit. daar ze veel langer mee kunnen goede leeren stoe len zijn vrijwel onverslijtbaar en langer mooi blijven. Wanneer men ten minste voor goed onderhoud zorgt. En daaraan ontbreekt nog wel eens wat. zij het dan ook uit on wetendheid. De zorg voor het leer kan men feitelijk nog beter aangeven, door te zeggen wat men niet moet doen, dan wat men wel moet doen. Men moet nooit met meubel- was of meubelpolitoer om vloeibare meubel- wrijfmiddclen aan leer komen! Men moet nooit leer wrijven met olie. vernis enz. die terpentijn, benzine, alcohol of alkalies <soda. potasch enz.) bevatten! Daarmee bederft men het leer grondig. Zeker, er komen wel eens vette vlekken in leeren stoelen, vooral als men leeren fau teuils heeft met een hooge rugleuning waar tegen men het (altijd eenigszlns vettige hoofd laat rusten. Andere leeren voorwer pen. handtaschjes, enz. worden ook wel vet en vuil door veel aanpakken enz. Welnu, die kan men met. een zachte ledcrzeep of een zacht sopje (vooral geen soda erin!) afne men. Hot beste gaat men als volgt te werk. Men wrijft met een vochtige doek over een stuk zeep en wrijft daarmee dan over het leer. Dan neemt men het leer af met een vochtigen doek zonder zeep. Ten slotte droogt men het leer door het op te wrijven met een sehoone, zachte (liefst flanellen) wrijflap. Op die manier moet het leer een groot stuk opknappen. Eindelijk kan men het leer. nadat het aldus goed schoon en stofvrij ls gemaakt, nog inwrijven met ledervet, dat men in de kleur van het leer kan koopen. Vooral kaal geworden leer. kan men op die manier weer aardig doen glimmen. Men mo<*t flink inwrijven, met niet te veel vet. zoodat het goed ln alle poriën dringt, waardoor het leer soepel blijft. Daarna stevig uitborsteion en wrijven, opdat er vooral geen overtollig vet achterblijft, dat het leer maar dof cn kleverig zou maken. Meng uitgedroogde smeermiddelen van leer nooit aan met ter pentijn, doch alleen met wat water. Op die manier houdt U Uw leerwerk mooi en gaaf. Lange rokken komen terug. door JEAN CHARLES WORTH, (den vermaarden Parljschen couturier). Het meerendeel van de menschhcid denkt, dat de couturiers een troepje toovenaars zijn, die al naar het hun invalt verschillende com binaties van stijl, kleur en lijn scheppen, die wij „mode" noemen. Nu is dit, evenals de geschiedenis van Mark Twain's dood, erg overdreven. Wij zijn slechts de vertolking van stroomingen, van noodzakelijkheden en wat nog belangrijker is de vertolkers van Geheime Wenschen. Onze verbeelding die, dat moet fk beken nen, ons levensgeluk ls, evenals van allen, die iets scheppen moet ondergeschikt blijven aan de eischen, die gesteld worden. In tegenstelling met de algemeene opinie, bijvoorbeeld, waren rcij het niet, die de lange rokken verleden jaar weer ln de mode brach ten. De vrouw eischte het, omdat de korte rok haar verveelde. De oorlog was verantwoordelijk voor dezen korten rok, evenals voor het korte haar, en in 1929 besloot de vrouw, dat het tijd werd den oorlog te vergeten. Misschien besefte zij deze gedachte niet. maar wij begrepen wat er ln die kortharize kopjes omging, en daar om hebben wij deze onbewuste gedachten in sehoone vormen voor haar omgezet. Eigenlijk ligt het geheim van succes meestal daarin, dat men het publiek iets geeft, waar het be hoefte aan gevoelt, zonder dat het dit nog gerealiseerd heeft. Het is wel waar, dat we nog niet aan de lange rokken voor overdag toe zijn, maar ieder seizoen worden ze langer (het geeft niets uw hoofd erover te schud den). De korte rok zal toch niet meer op zijn plaats blijven In de naaste toekomst! Voor 's morgens neen, misschien nooit meer: maar voor 's middags heel zeker wel. Er is een voortdurende vraag naar grooter vrouwelijkheid. Geen sportcostuum voor lederen dag meer. Ik weet. dat het een practLsch idee was, maar op mij maakte het toch altijd den indruk van „lai.ssez-aller", van onverschilligheid, en ik ben blij dat het voor bij ls. De algemeene smaak leidt op het oogenblik niet naar de ..rijke" mode, wat dwaas zou zijn in dezen tijd. maar meer naar de „elegante" mode, wat heel iets anders Is. Het haar wordt langer, krullen komen terug en aigrettes en andere veeren verschijnen weer. Echte juweel en komen weer in de gunst, na verscheidene seizoenen ln de bank te hebben doorgebracht In de naaste toe komst laat ik het te gemakkelijk ensemble varen voor den „tailleur" met de aardige waschzijden blouse voor morgens en de korte Jas over een zijden Japon voor 's mld- mfddags. De overjas zal in den toekomst slechts voor sport of op reis gebruikt worden, met andere woorden; het zal voortaan slechts een nuttig en geen elegant kleedingstuk meer zijn. Geen tweeds of fantaslestoffen meer, maar in hun plaats fijne serges en mooi geweven effen stoffen. Maar hierop is één kleine uit zondering. de geruite stof. Ik geloof dat die meer öoü 0Q4 populair zal worden; en ik heb de echte patronen in Schotland besteld. Ik weet natuurlijk, dat het ensemble ge makkelijker was, dan het mantelpak, en economischer bovendien; maar wat wilt U? De groote warenhuizen hebben dit Idee al ln massaproductie omgezet en zoo moeten wij naar Iets nieuws uitzien. De vrouw zal er wel wat over mopperen. Die witte blouses moeten met zooveel zorg behandeld worden, zoo keurig gewasschen cn gestreken, en dienstmeisjes zijn moeilijk te krijgen en hoe kan de lange rok ooit op zijn plaats zijn in den hedendaagschen tijd van haast en strijd om het bestaan? Mevrouw, geloof me, u wenscht verandering. Er ls te veel goed- koope.opzichtige tweed. Er zijn teveel beenen zichtbaar tot de knie. U moet iets nieuws hebben. En bovendien als de tijd van lange rokken on witte blouses er is zult u erin slagen die te dragen, zooals u er altijd in slaagt te volvoeren, wat u wenscht. Blauw zal waarschijnlijk de voorkeur heb ben ln het komende seizoen. Het komt meest al In de mode met de tailleurs", want er is niets wat zoo keurig staat als een donker blauw mantelpak. In verband met de kwestie der kleuren ls het Interessant op te merken, dat kleuren meestal in combinaties ln de mode komen, en dat gedekte kleuren meestal felle opvolgen. Die vroolijke kleuren verve len ons en bijna altijd krijgt zwart dan de voorkeur, gecombineerd met zacht rose of turkoois-blauw. In dit seizoen nemen alle schakeeringen van groen cn bruin de eerste plaats ln en ln de lente zal ook nog veel groen gedragen worden, tenzij weer de grands magasins" er teveel var. hebben geprodu ceerd, zoodat iedereen het draagt. Ook man tel japonnen worden weer gedra gen. Ik geloof, dat de hoeden nog kleiner zullen worden, ondanks den langer wordenden rok, zoodat de silhouette nog Jeugdiger zal zijn. En bovendien denk lk over een heel speciale creatie, die ik „cinemajapon" zal noemen. Het zal een Japon zijn, die noch voor 's avonds noch voor 's middags ls, een japon die men kan dragen bij een dlnortje thuis of bij goede vrienden, die plotseling het idee krijgen naar de bioscoop te gaan. Die japon zal zeer elegant zijn, niet gedecolleteerd en zal vooral een uiting zijn van den persoon lijken smaak van de draagster. En tot slot een woordje over mouwen. Er zal Iets zeer tegenstrijdigs gebeuren: wij zul len weer lange mouwen dragen bij de avond- Japon ik geloof dat binnenkort alleen de zéér offlcleele Japon geen mouwen zal heb ben. Ook voor sport en overdag zullen korte mouwen de voorkeur genieten. Veel van mijn nieuwe sport-blouses en Jumpers hebben kor te mouwen, tot even boven de elleboog, maar ik geloof toch niet dat deze gril lang zal duren. De meeste vrouwen geven er toch da voorkeur aan hun armen te bedekken ©n misschien hebben ze gelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 9