TSAAR NICOLAAS
Spaansche Loterij.
Een aanslag op Napoleon Bonaparte.
oor zijn staatsgreep van den
16en en 19den Brumaire (9 en 10
Nov.) 1799 had Bonaparte met be
hulp van den m'nlster van politie
Fouchée, Talleyrand en bijna alle ge
neraals het gehate en verachte Direcioire
omvergeworpen. De vierde staatsregeling
werd afgekondigd en het Consulaat ingesteld.
Bonaparte als eerste consul met eenhoofdig,
bijna vorstelijk gezag bekleed, de belde an
dere Cambacerès en Lebrun als adviseeren-
de consuls.
Het Fransche volk verlangde naar vrede en
Bonaparte bood dien aan Engeland en Oos
tenrijk aan, doch belden landen weigerden.
De rust in het binnenland was nu hersteld.
In het eind van 1799 en begin 1800 werd de
opstand in de Vendée onderdrukt, doch de
oorlog werd voortgezet; de generaal Moreau
veroverde Beleren.
Den Hden Juni 1800 werden de Oostenrij
kers bij Marengo verslagen, minder door de
veldheerskunst van Napoleon dan door het
energieke ontreden van generaal Desalx, die
sneuvelde. Op den 3öen December versloeg
Moreau de Oostenrijkers bij Hohenlinden.Hoe
wel de Eerste consul streefde naar verzoe
ning der bestaande partijen en aan vele émi-
gré's en verbannenen toestond naar Frank
rijk terug te keeren droeg hij toch zorg dat
de Jacobijnen en de Royalisten zijn gezag
niet ondermijnden, ook niet ln hun persor
ganen.
De beide broeders van den onthoofden Lo-
dewijk XVI, de graaf van Provence en de
graaf van Artcis, bevonden zich in Engeland
en deden alles wat mogelijk was om Bona
parte te verjagen en het huis Bourbon op den
troon te herstellen. Hun aanhangers waren
voortdurend in Frankrijk werkzaam en poog
den Napoleon ten val te brengen, vooral toen
deze zich meer en meer als een absoluut
vorst ging gedragen.
Zij zoowel als de revolutionnalre Jacobij
nen ontzagen zich niet te trachten den Eer
sten consul om het leven te brengen, en er
waren daartoe reeds een maal of vier plan
nen gemaakt (hierin waren zekere Céracchi
en Aréna betrokken), die echter, dank zij de
waakzaamheid van Fouché, niet tot een re-
sultaat leidden.
In de tweede heft van 1800 werd echter
een complot van denzelfden aard gesmeed
door een aantal Royalisten, vermoedelijk met
goedkeuring, althans met medeweten van de
Prinsen van Bourbon; de voornaamste sa
menzweerders waren de de Saint-Régeant,
Hyde de Neuvll'e, de markies de Polignac,
Coster de Saint-Victor, graaf Pommadère, de
markies de Salnt-Aurenc, Limoëlan, Jean
Carbon, Rivière, de abt Valorls en vooral
Georges Cadoudal.
Hyde de Neuvllle, Salnt-Régeant en Ca
doudal hadden te voren een onderhoud met
den Eersten consul gehad en hem trachten
te bewegen den graaf van Provence uit te
noodigen naar Frankrijk te komen en hem
als Lodewijk XVm te huldigen, maar Bona
parte, die zelf eerzuchtige plannen had, wei
gerde hiertoe mede te wei-ken en verk'aarde
dat de terugkomst van de Bourbons een
ramp voor Frankrijk zou beteekenen.
Na deze verklaring besloten de Royalisten,
maar vooral de heftige Cadoudal, Bonaparte
uit den weg te ruimen.
Tevergeefs hadden de Royalisten getracht
den generaal Moreau, den overwinnaar van
Hohenlinden, tot deelneming over te halen:
deze woonde de laatste jaren ln Parijs als
ambteloos burger; zijn repubUkeinsche be
ginselen verboden hem onder Bonaparte te
dienen en hij had het Legioen van Eer ge
weigerd.
Georges Cadoudal, een gewezen aanvoerder
der Chouans werd als zoon van een molenaar
op 1 Januari 1771 bij Auray ln Morbihan ge
boren; hij was een forsche zwaar gebouwde
man, heftig en strijdlustig van aard en een
onverzoenlijke vijand van den Eersten con
sul. De oproerige Royalisten, die zich, naar
hun eersten aanvoerder. Jean Cottereau, die
den bijnaam „Chat-huan" droeg, Chouans
noemden, opereerden in Bretagne en op den
rechter-Loire-oever en hadden Cadoudal en
den markies van Puisaye tot hun aanvoer
ders gehad; wel hadden zij op 9 April 1795
een verdrag met de Nationale Conventie ge
sloten en beloofd zich te onderwerpen maar
dit was niet oprecht gemeend geweest. Ca
doudal en zijn vrienden begonnen den op
stand opnieuw en de Chouans vereenigden
zich met een legertje Engelschen en émigré's
doch werden spoedig door generaal Hoche
verslagen; in 1799 werd een tweede opstand
onder leiding van Frotté, Cadoudal, Bour-
mont e.a„ spoedig door generaal Brune ge
dempt.
Maar steeds bleef de vurige Royalist aan
het intrigeeren en onrust verwekken en hij
was het voorname'ijk, die tot den aanslag
op Napoleon aandreef.
De samenzweerders hielden hun bijeen
komsten in het logement Le Llon Rouge ln
de rue de l'Arbre Sec (1) en toen het bekend
werd dat de Eerste consul met zijn familie
de voorstelling in opvoering in de opera van
Haydn's schepping zou bijwonen op den 3en
Nïvcse (24 December) werd deze dag voor de
misdadige onderneming uitgekozen.
Er liepen in Parijs vage geruchten van een
voorgenomen aanslag doch niemand wist iets
zekers en ook Fouché koesterde geen achter
docht. Aanvanke'ljk had Bonaparte, die zich
wat vermoeid gevoelde, gezegd dat hij niet
naar de voorstelling zou gaan maar op aan
dringen van Josephine. Hortense de Beau-
harnais en zijn zuster Caroline, die dolgraag
Garat en Madame Barbler-Valbonne. die de
hoofdpartijen zongen, wilden hooren gaf hij
toe. Merkwaardig Is dat Napoleon steeds de
overtuiging had dat hem van de Terroristen,
de Jacobijnen het meeste gevaar dreigde
terwijl Fouché overtuigd was dat de Royalis
ten het op het leven van den Eersten consul
hadden toege'egd en dit ook aan Napoleon
had kenbaar gemaakt.
De samenzweerders hadden, na eerst ver
schillende andere plannen overwogen maar
verworpen te hebben, besloten Bonaparte
door de ontploffing van een ton buskruit
om het leven te brengen.
Zekere Chevalier had een z.g. „machtige
Infernale" geconstrueerd doch was om een of
andere reden gearresteerd en gevangen ge
zet; ce Saint-Régeant kende echter de in
richting er van en besloot het voor zijn aan
slag te gebruiken.
Twee der voornaamste samenzweerders
traden als tusschenpersonen. on dei- eer. aan
genomen naam cp. tusschen de Royalisten in
England en die in Frankrijk; de één, Limoë
lan" oefende onder den naam „vader Jules"
h*t beroep van matrassenmaker uit; de an
der, Jean Carbon, was portier in het kloos
ter van de Visitatie-orde in de rue Nótre-
Dame-des-Champs en noemde zich Francois.
Deze beiden kochten van een stoelen-
matter in Vaugirard, zekeren Pollveau, een
kar en 1' Arbre Sec, waar de Saint-Régeant
en zijn vrienden verblijf hielden.
Voor den schijn werden hier een paar va
ten wijn op de kar geladen maar daar tus-
schen de ton met buskruit, waarin een ge
weerloop gestoken was; door een trekker in
beweging te brengen kon het buskruit tot
ontploffing gebracht worden.
Op den 24sten December 1800, 's avonds
omstreeks zeven uur, reden de Saint-Re-
geant, Carbon en Limoëlan de kar naar den
hoek van de rue Nlcalse en de rue de Char-
tres en plaateten haar in een Inspringenden
hoek van een paar huizen; Limoëlan stelde
zich op aan het eind van de place du
Caroussel en Carbon aan den Lngang van de
rue Nlcaise, om het teeken te geven wanneer
de eerste consul van het palels der Tulle-
rieën zou zijn afgereden: De Saint-Régeant
belastte zich met de ontsteking van het bus
kruit.
Omstreeks half negen hoorde hij rijtuigen
komen aanrollenLimoëlan gaf het ai-
gesproken teekende grenadiers te paard,
die het consulaire rijtuig voorafreden, kwa
men ln de rue des Chartres,de Salnt-Ré
geant zag het rijtuigeen oogenblik aar
zelde hij nog, omdat een klein meisje bij het
hoofd van het witte paard stondhet rij
tuig vloog voorbij (zooals later bleek had het
een oogenblik moeten stilstaan omdat een
kar in den weg stond en de koetsier, die niet
geheel nuchter was, legde de zweep over de
paarden om den verloren tijd ln te halen;
vermoedelijk was dit Bonaparte's red<üng!)„.
de Saint-Régeant drukte op den trekker
Een ontzettende knal volgde! Stukken glas
van gesprongen ruiten vielen rinkelend neer.
te midden van rook en vlammen vielen een
twintigtal voorbijgangers dood of gewond op
den grond twee ruiters vielen vlak voor
het rijtuig van den eersten consul van hun
paarden. Van de kar, van het witte paard,
van de vaten wijn en van het kleine meisje,
was niets dan een' vormlooze massa overge
bleven. In één seconde had het drama zich
afgespeeld
Vijftig meter verder deed Napoleon zijn rij
tuig even stilhouden en dToeg Lannes. die bU
hem in zijn koets zat. op zich te overtuigen,
dat zijn gemalin ongedeerd was. Toen dit het
geval bleek reed de koets in sterken draf
naar het opera-gebouw.
Zoodra het daar reeds aanwezige publiek
het gerucht van den aanslag vernomen had,
begroette het Bonaparte met daverende toe
juichingen en deze dankte rustig en ernstig
voor de hem gebrachte hulde.
De japon van Madame Bonaparte zat vol
bloed en Hortense de Beauharnals was licht
gewond; Napoleon en zijn familie vertrok
ken dan ook vóór het einde van de voorstel
ling, die voor het opgewonden publiek zoo
goed als verloren ging.
Fouché bleek dus juist Ingezien te hebben:
niet de Jacobijnen maar de Royalisten waren
Bonaparte's gevaarlijkste vijanden!
De Saint-Régeant, die door de ontploffing
ernstig gewond was, had niettemin een ge
heime schuilplaats kunnen bereiken doch
werd een paar dagen later onder hevig i,:er-
zet gearresteerd. Men -had de voorpooten Van
het geaoode witte paard gevonden en een af
wijking aan een der hoeven bracht de politie
op het spoor van Polveau en daarna op dat
van de samenzweerders; Limoëlan had echter
weten te ontsnappen en Georges Cadoudal
was buiten schot gebleven.
Bonaparte was woedend over den gepleeg-
den aanslag en het feit. dat hij korten tijd
daarna den hertog van Enghien (2) liet ge
vangen nemen en fuslLeeren, was een uit
vloeisel van zijn verbolgenheid.
Enkele dagen later werden de Salnt-
Régeant en Carbon terechtgesteld; Carbon
toonde zich op het laatst zwak en moest naar
het schavot gedragen worden; de Saint-
Régeant hield zich echter volkomen kloek en
beiden hadden hardnekkig geweigerd hun
medeplichtigen te noemen.
Maar tevens werden maatregelen genomen
tegen de Terroristen: honderd en zestig van
hen, die in een samenzwering betrokken
waren, werden naar Guyana verbannen.
De opnieuw uit gebreken oorlog met Enge
land had de uitgeweken Royalisten met
nieuwen mood vervuld en steeds was hun
streven den gehaten Eersten consul ten vai
te brengen; na den mislukten aanslag met
de „machine infernale" had men n.ets meer
tegen hem kunnen ondernemen.
Bonaparte's grootste» vijand, Cadoudal
be raam de nogmaals een samenzwering en
stelde voor met een troepje van zijn mees;
vertrouwde aanhangers Bonaparte op klaar
lichten dag te Parijs op straat te overvallen
en hem, hetzij naar Engeland over te brengen,
dan wei te vermcorcien en het Huis van
Bourbon op den troon van Frankrijk te her
stellen.
De als banneling te Londen levende Pdche-
gru (3), en waarschijnlijk ook de graaf van
A: tois, waren in het complot terwijl de samen
zweerders steun vonden ln een proclamatie
van Koning George (Van 24 Januari 1804)
waarin het Engelsche bewind opnieuw ver
klaarde de zaak der Bourbons te zullen
steunen.
De Royalistische troep stak over naar
Frankrijk, waar zij Moreau en andere gene
raals, die afgunstig waren op Bonaparte, in
het geheim namen; Moreau weigerde ook nu
mede te werken. Cadoudal was echter een
ijdele blaguer, die gaarne met zijn onver
schrokkenheid te koop -liep, omgang met
vrouwen zocht en voorzichtigheid en zwijg
zaamheid soms als lafheid beschouwde; eer.
agent-provocateur vond in hem een gemak
kelijk slachtoffer.
Het gevolg was dat, juist op den dag waar
op zijn vermetel plan. dar. misschien, juist
omdat het zoo hoogst brutaal was, kans op
succes zou gehad hebben zijn onvoorzichtigheid
de politie van Fouché op het spoor der samen
zwering bracht.
Moreau en vier en dertig anderen werden
gevat en naar de „Temple" overgebracht;
op aandrang van Bonaparte, woedend over de
herhaalde aanslagen op zijn lever., bedreigde
de Wetgevende Vergadering de doodstraf tegen
ieder, die Cadoudal, Pichegru of een hunner
aanhangers zou verbergen en het gevolg van
dezen scherpen maatregel was dat zij dan
ook spoedig gevat werden.
Pichegru, die sinds lang uit Cayenne ont
snapt was, pleegde zelfmoord In ae gevange
nis; Cadoudal werd veroordeeld om onthoofd
te worden en de generaal Moreau werd, hoe
wel zijn medeplichtigheid niet duidelijk was
gebleken, naar Amerika verbannen. Door
het speciaal voor de berechting van de
samenzweerders aangewezen gerechtshof tot
twee jaren gevangenisstraf veroordeeld werd
zijn vonnis door den Eersten consul, onder
den schijn van gratie in levenslange verban
ning veranderd; aldus was Napoleon van
dezen zwijgenden aanklager bevrijd. (4).
Met Cadoudal stierven elf zijner aanhan
gers op het schavot, ö'p' 25 Juni 1804.
DR. J. WACKIE EYSTEN.
Het stoffelijk overschot van de keizerlijke familiein een brandkast?
(Van onzen Parljsohen correspondent.)
Dit is een luguber verhaal. We waarschu
wen bij voorbaat. Al te gevoelige lezers zul
len dan ook beter doen met het over te
slaan.
Menigeen heeft zich afgevraagd: wat Is er
geworden van het stoffelijk overschot van de
ongelukkige tsarenfamilie die in den nacht
van 16 op 17 Juli 1918 op zulk een ontzettende
wijze werd vermoord door de bolsjewikl? Tal
van malen hebben Journalisten geprobeerd
door te dringen tot Jekaterinenburg, waar
het drama zich voltrok, om ter plaatse In
lichtingen ln te winnen. De meesten z^n
onverrichterzake teruggekeerd; slechts één,
een Amerikaansch verslaggever heeft den
moordenaar Yourovsky, te spreken kunnen
krijgen en van hem vernomen hoe alles Is
gegaan, hoe hij met revolverschoten den
tsaar, de keizerin, den kroonprins,
de drie prinsessen, den dokter en drie
trouwe bedienden heeft afgemaakt. Men
weet ook dat de moordenaars ae lijken naar
een eenzame plaats ln het boaah hebben ge
bracht, naar een plaats die „De Vier Broe
ders" heet, dat ze daar de slachtoffers aan
stukken hebben gesneden, met benzine be
sprenkeld en toen verbrand. Al die afschu
welijke bijzonderheden heeft het onmensch,
Yourovsky, een van de „groote" manner. van
sovjet-Rusland geworden, medegedeeld. De
jaren zijn voorbijgegaan, duizenden hebben
hetzelfde lot ondergaat, in het Russische
„paradijs". Op den triesten herinneringsdag
van den moord van Jekaterinenburg komen
de Russische uitgewekenen bijeen ln hun
kerken om daar te bidden voor de nagedach
tenis van den tsaar, voor zijn ongelukkige
familie, maar het is him niet eens gegeven
om zich te verzamelen op het graf.
En daar krijgen we Ineens uit Serre Izard
(departement Isère) een even verrassende als
lugubere mededee'.ing.. De Fransche divisie-
generaal Janln, die lange Jaren ln Rusland
was gedetacheerd, en die ran nabij de tsa
renfamilie heeft gekend, heeft zich. na ge-
pensionneerd te zijn, teruggetrokken in dit
stille dorpje. Sedert geruimen tijd is de ge
neraal bezig aan het samenstellen van mé
moires en eerlang zullen deze In boekvorm
verschijnen. De generaal nu kan, daar hij ln
Juli 1918 in Jekaterinenburg was. belangrijke
mededeelingen doen en hij heeft deze wel ter
kennis willen brengen vóór de verschijning
van zijn boek.
Den 25sten Juli, dus nauwelijks een week
Deze straat bestaat nog, de rue Nicaise
niet meer.
Louis Antoine Henri de Bourbon, her
tog van Enghien, was een zoon van
Condé en in 1789 uitgeweken.
Na den staatsgreep van 1797 was hU
naar Guyana verbannen na afgezet
te zijn als voorzitter van den Raad
van Vijfhonderd.
Jean Victor Moreau nam. uit Amerika
teruggekeerd, ln 1813 deel aan den
strijd tegen Napoleon en sneuvelde
tijdens de gevechten bij Dresden bij
RohnlU.
Wat samenwerking vermag. De propaganda voor
de badplaats in nieuwe banen. De belastingen
belangrijk verlaagd,
(Bijzondere correspondentie).
De Spanjaard verwacht zijn Kerstgeschenk
voornamelijk van de onfeilbaar werkende
loterij machine. Allen tezamen, van minister
tot daglooner, verwachten zij hun „agulnaldo"
van het blinde, onpersoonlijke toeval en de
ernstige politieke gebeurtenissen verhinde
ren niet, dat in de Kerstweek geheel Spanje
werd beheerscht door de groote Madrileen-
sche Kerstloterij.
Haar hoofdprijzen zijn van dien
aard, dat zij op de vurige tantaisie van den
Spanjaard'we! sterk moeten werken; „el
premio grando", de hoofdprijs, bedroeg 15
millioen peseta's, de volgende prijzen elk
10.5 en 3.3" millioen. Er is een immense hoe
veelheid loten 'tegen 2000 peseta's per lot. Een
geheel lot wordt in tienden verdeeld, die ln
de lootjeswinkels afzonderlijk worden ver
kocht.
In verband met deze hooge prijzen van de
loten is het begrijpelijk, dat de tienden, dc
„decimos" door het publiek weer in talrijke
kleinere deelen worden verdeeld, zoodat ten
slotte ook de allerarmste ziln aandeel in dc
groote verwachting van geluk kan krijgen,
als hU er maar moeite voor doet en. wat hem
niet al te moeilijk valt, .het noodige spaart
uit zijn mond. Dat bij zoo kleine onderdeelen
van loten ook de winstkansen zeer gering
worden, daar let de opgewonden fantasie
niet meer op; zij ziet den hoofdprijs voort
durend in zijn geheel voor zich.
Alle clubs, alle vereenlglngen nemen loten,
de employés van een zaak. de redacteuren van
een courant de kappersbedienden de arbeid
sters van een sigarettenfabriek sluiten zich
aaneen om althans een paar „decimos" te ver
krijgen. Men organiseert formeele bonden
enkel en alleen met het doel loten te ver
werven en die ln de familie- of vrienden
kring verder te verkoopen gelijk trouwens
in het algemeen de loterij gelijk de stieren-
ge',"echten een van de weinige gelegenheden
is waarbij zich van den voor het overige zeer
zelfzuchtigen Spanjaard een zeker gemeen
schapsbesef meester maakt.
Dat bij de loterij zulk een Ingrijpende ge
beurtenis, allerlei onschuldig klein bij geloof
Is ontstaan ligt voor de hand. Gaat men
zoo redeneert menige Spanjaard een lootjes-
winkel binnen om loten te koopen, dan moet
men niet mot den rechtervoet het eerst bin
nengaan, want dan wint men stellig niet.
Het geld, waar men loten voor koopt, moet
men vooraf laten wisselen, bij voorkeur door
een Gallego (bewoner van de Noord-Spaan-
sohe provincie Gaücia). dan zal men eerder
winnen. Wie, loopend op het trottoir, op de
grens van twee stukken trottoirband trapt,
zal bezwaarlijk winnen. Het brengt geluk aan.
wanneer men zijn lot koopt van een dwerg-
achtig mannetje of van een gebochelde en
daarna zijn rug met het lot bestrijkt, wes
halve gebochelden ea kleine mannetjes als
lotenverkoopers zeer gezocht zijn. Maar deze
kleine belachelijkheden zijn toch maar mid
deltjes van ondergeschikten aard. Nadert de
dag van de beslissing, dan treedt men met
voortdurend zwaarder geschut op; men smeekt
om den bijstand van den beschermheilige,
men naait zijn lot vast in een gewijd amulet
en zeer algemeen bidt men om geluk.
Ik was eens in pension bij een dame met
familietradities. Na den dood van haar man
een vroegeren ambtenaar van een ministerie
en vruchtbaren lyrischen dichter, was het
sterk achteruitgegaan en Donna Dolores had
moeten besluiten, waartoe een Madrlleensche
familie met eenige tradities maar uiterst
moeilijk kan besluiten, ln het geheim pen
siongasten aan te nemen. Behalve de dame
waren er nog haar zoon en haar dochter, elk
met bijbehoorende wederhelft, de belde zwa
gers bovendien zonder beroep en zonder be
trekking. de beide jonge, nog meisjesachtige
vrouwen ieder met een zuigeling en allen ge
zamenlijk in verschrikkelijke geldverlegen
heid. In dergelijke omstandigheden sprak het
vanzelf, dat alle hoop werd gevestigd op de
KersthoterlJ en de dame om zoo te zeggen ai
het geld, dat zij te pakken kon krijgen, voor
den aankoop van loten gebruikte. Zij had
het op deze wijze tot 14 aandeeltjes in loten
gebracht. Maar daarom kreeg men uit het
nog altijd kostbare servies, ook ongeveer niets
te eten!
In October was ik er gaan wonen en in
November was de Kerstloterij al het onder
werp van de gesprekken en in December
werden de menschen. denkende aan den
hoofdprijs voortdurend ingetogener. In hun
Spaansche. prachtlievende fantasie zagen zij
zich in hun verbeelding al in het bezit van
alle heerlijkheden, die de „premio gordo" in
uitzicht stelde. Zoo hadden zll reeds hun
paleis in de voorname „Casteliana" betrokken
en zaten als „toppunt van welstand" in hun
eigen equipage met koetsier la ing'.esa en
betresten lakei. En van gravinnen en mar
kiezen, met wie men r.u op voet van ver
trouwen stond, zoemde het nu boven onze
matig gestoffeerde borden. Niet zonder vrees
zag ik den dag van de -trekking tegemoet, die
deze lieden uit allen hemelen der welvaart
zou wegslingeren.
Toen op den ochtend van den trekkingsdag
de kreten van ce verkoopers van extra
nummers der bladen door de straten klonken:
„La ILsta grande! La iista grande'.", was de
geheele familie van haar aanstaand geluk
weliswaar nog rotsvast overtuigd, maar toer.
durfde niemand het aan, een .trekkingsUJs'
var. de straat te gaan halen. Zelfs teen de
vrouw van den concierge een extra-blad naar
boven bracht en een koortsachtige vergelij
king der veertien nummers het resultaat op
leverde, dat op geen enkel een prijs was ge
vallen, wil de tot hallucinatie geconsolideerde
hoop niet geheel verdwijnen. „Dikwijls zijn
er drukfouten in de trekkingslijstein!" aelde
Donna Dolores berustend. Maar toen de
avondbladen de zelfde winnende nummers
onbarmhartig herhaalden, stortten de schit
terende luchtkasteelen ineen. Equipages, la
keien, graven en markiezen verdwenen, spook
gestalten gelijk en ln plaats van de verwachte
millloenen kwamen er omstreeks Nieuwjaar
niet anders dan onbetaalde rekeningen het
huis binnenfladderen. Verscheidene dagen
verkeerde men in een tamelijk neerslachtige
stemming. Toen echter, merkwaardig snel.
begon de oude, zoete hoop opnieuw te leven:
wie weet. misschien de volgende Keratimia?
De trekking gebeurt altijd ln de Gasa de
la Moneda oftewel in dc Munt-plaaits. tegen
over h%t Columbusbeeld in de Casteliana. in
een voor de loterij bestemde zaal met banken
voor het publiek. De toegang is vrij. Reeds
voor het aanbreken van den dag belegert
een kluwen van menschen het hek van dit
gebouw. Aanvankelijk zijn het moest arme
drommels, die zich een plaats ln de trek
kingzaal willen verzekeren, om die dan later
voor eenige „perros" te kunnen afstaan. Want
om 9 of 10 uur bij het begin van de ver
loting. dringt een bont publiek in een dichte
hoop op. Voor in de zaal hebben de alcalde
en een paar hooge regeringsambtenaren,
onder wie de minister van financiën in
hoogstelgen persoon, plaats genomen, om de
plechtigheid te lelden. Dan worden een paar
weesjongens door hun onderwijzers binnen
geleid; zij zijn uitverkoren om de loten te
trekken. en
Doodsche stilte heerscht in de zaal. Alleen
af en toe een vloek of een blijmoedige uit
roep. Eindelijk wordt het vijf-mlllioen-lot
getrokken. Het publiek is geëlectrLseerd. Er
ontstaat een tumult. Wie heeft gewonnen?
De Jongens kunnen nauwelijks rust vinden
om de trekking voort te zetten.
Nauwelijks is de hoofdprijs getrokken, of
de verslaggevers van de kranten vliegen op
de gereedstaande motorfietsen naar het tele
foonkantoor of de redactie en binnen enkele
minuten kent geheel Spanje het getal van den
„premio gordo". Onmiddellijk wordt nage
speurd. waar de hoofdprijs is gevallen, ln
welke plaats van Spanje of het buitenland
(want ook Frankrijk. Portugal, Zuid-Amerika
en Mexico nemen druk deel) en wie de ge
lukkige winnaars zijn. De avondbladen heb
ben met reusachtige opschriften kolommen-
lange artikelen over de gebeurtenissen van
den dag. Politiek, ongevallen en misdrijven
hebben gedurende eenige dagen bescheiden -
lijk den achtergrond te bevolken. Op de plek
van het hoofdartikel vindt men de portretten
en levensbeschrijvingen van de weesjongens,
die de gelukkige loten hebben getrokken. De
winnaars van den hoofdprijs ziln de mannen
van den dag en hun levensbeschrijvingen
worden het publiek door vindingrijke verslag
gevers tot in de kleinste bijzonderheden ge
schetst. Valt de hoofdprijs, die gewoonlijk ln
vele. maar toch nog eerbiedwekkende deeien
wordt verdeeld, op loten van arme menschen.
dar. wordt met uitbundige woorden de voor
zienigheid geprezen, die het geld weet te
leider, naar degenen, die het tot nu toe ont
beerd hebben
D. M.
nadat de keizerlijke familie was vermoord,
bezetten de anti-bolsjewieken en de Tsje
chen, aangevoerd door generaal Janln. de
stad waar het bloedbad had plaats gehad.
Dadelijk stelden enkele menschen. o.w. G1I-
liard, gewezen leeraar van den tsarewitch.
een onderzoek ln. om te weten te komen,
waarheen men het stoffelijk overschot van
de slachtoffers had gebracht. De rechter van
Instructie Sergulef, die niet erg te vertrou
wen was, werd vervangen door Sokolow. Men
vond nu dc plaats waar men de lijken had
verbrand. De grond werd omgewoeld en men
verzamelde enkele voorwerpen welke niet
door de vlammen waren vergaan; sieraden,
stukken van kleeding. beenderen enz. Alles
werd zorgvuldig verzameld en de 311 lugu
bere „bewijsstukken" werden ln valiezen
gedaan.
Gedurende de regeering van Koltschak. die
ln November 1918 dictator was geworden,
kon Sokolow zijn onderzoek voortzetten, ook
al was het met vele moeilijkheden, want tal
rijke ministers verzetten er zich tegen. Maar
generaal Dlterlchs en generaal Janln, die
het opperbevel over de troepen hadden, wa
ren nog daar en men durfde niet goed tegen
hun wil te handelen. Sokolow had de valie
zen onder zijn bezit. Toen nu Ln den herfst
van 1919 de déb&cle van Omak dreigde,
achtte Sokolow het raadzaam om heen te
gaan en met behulp van generaal Janin reis
de hij naar het oosten om te trachten van
daar naar Europa terug te keeren. Het was
het laatste convooi, dat, beschermd door de
geallieerde troepen, kon vertrekken.
In Maart 1920 voed generaal Janin Soko
low terug ln Karblne, bij generaal Dlterlchs,
die den terugtocht had geleld en toen zijn
ontslag genomen. Sokolow was nog steeds
in het bezit van de valiezen, maar daar ook
Karbine werd bedreigd achtte men het
raadzaam ook deze plaats te ontruimen. Men
wilde nl. de overblijfselen toevertrouwen aan
grootvorst-hertog Nicolas Nicolajewitch, den
opvolger van de Russische dynastie, opdat
hij een beslissing zou nemen wat er verder
moest gebeuren. Reeds had men zich tot de
officieele vertegenwoordigers van Engeland
ln Karbine gewend, maar zij, na acivies te
hebben Ingewonnen ln Londen, hadden moe
ten weigeren.
Dlterlchs, Sokolow en GllUard drongen er
nu bij generaal Janln op aan. om zien met
het vervoer van de vier valiezen te belasten.
Tijdens de conferentie van Petrograd in Fe
bruari 1917, had de tsaar aan den heer Dou-
mergue gezegd: „ik beschouw generaal Janin
als een persoonlijken vriend op wlen ik in
alle omstanolgheden kan rekenen". De Fran
sche generaal wilde dan ook dit laatste eer
bewijs aan de nagedachtenis van de tsaren
familie niet weigeren. Toen de nacht was
gevallen bracht men aan generaal Janln de
valiezen en een lijst van de 311 voorwerpen
welke ze bevatten en hij vertrok naar Shan-
haï, waar hij den commandant van een
schip, de „Armand Béhlc" in het geheim
nam.
Zoodra de generaal in Parijs was kreeg hij
bezoek van den heer Dmitrijev, ex-attache
aan de keizerlijke ambassade te Parijs, die
hem kwam mededcelen dat grootvorst Nico
las de valiezen niet onder zijn berusting wil
de hebben, maar dat hij voorstelde om ze te
zenden aan den heer de Glers, doyen van de
ex-kelzerlijke ambassadeurs. Tot zoolang
moesten de valiezen maar ln de safe van een
bank worden geplaatst. De generaal, die zeer
begrijpelijk verontwaardigd was over dit cy
nische voorstel, weigerde. In zijn villa in
Serre-Izard had hU een klein vertrek laten
Inrichten als rouwkapel en daar, onder oen
zwart kleed, de valiezen geplaatst. Zonder
een persoonlijke opdracht van den groot
vorst wenschte hij er geen afstand van te
doen. Ook de heer Dmltrien schrikte er van
terug toen hem werd opgedragen, dc valiezen
ln zijn bank-safe te bewaren. In October
1920 eindelijk kwam Dmltriev bij generaal
Janin terug met een persoonlijk sohrijven
van den grootvorst, waarin deze verzocht,
tegen ontvangstbewijs dc valiezen aan zijn
boodschapper te geven, die ze dan aan den
heer dc Glers zou overhandigen. En aldus
geschiedde.
Heeft de heer de Glers ze ontvangen?
Heeft hij ze, zooals de grootvorst wenschte,
ergens in een brandkast geplaatst? Gene
raal Janln durft dit niet met zekerheid te
zeggen. Gedurende eenlgen tijd heeft men
overwogen om het luguber overschot naar
generaal Wrangel te zenden. Toen zijn le
ger werd verslagen, overwoog men de valie
zen naar het ministerie van Bultenlandsche
Zaken te sturen. Noch de grootvorst, noch
Iemand uit zijn omgeving wilde er zich blijk
baar over ontfermen. Het meest waarschijn
lijke ls dan ook dat de beenderen van Nico
las II en de zijnen nog ergens rusten in
Frankrijk, ln een brandkast....
HENRY A. TH. LESTUROEON.
EEN IDEAAL-SCHOUWBURG.
In Seven Dials, te Londen, staat het Cam
bridge Theater, dat wel het summum ls van
modern comfort, de trlumf van bouwkust aan
vernuft gepaard.
Deze schouwburg biedt ruimte aan 1200 per
sonen. die elk een prachtigen zetel tot hun
beschikking hebben. Van elke plaats heeft
men een uitmuntend gezicht op het tooneel.
De lucht, die het publiek Inademt wordt ge
filtreerd, „gewasschen" en verwarmd, voor
dat zij ln den schouwburg toegelaten wordt.
Van alles ls bedacht om het den bezoekers
gemakkelijk te maken. De ruggen van de
stoelen. bU voorbeeld, wijken ecnigszins terug
als men er tegen leunt. Om den anderen stoel
zijn aangebracht een aschbak en een elec-
trisch lampje, zoodat men kan rooken en zijn
programma raadplegen zonder anderen te
hinderen,
Tooneel en zaal kunnen van elkaar ge
scholden worden door een vclllgheilsscherm
dat vier ton weegt en in eenige seconden kan
worden neergelaten.
Boven het tooneel loopt langs de geheele
linkerzijde een balkon vanwaar de décors wor
den opgehaald en neergelaten in een mini
mum van tijd. De talrijke draden, palen,
touwen, enz. doen dit balkon lijken op een
zeilschip.
Aan de overzijde. Iets lager, ls een derge
lijk balkon, waar de electricien de clectrische
ver- en belichting voor het tooneel bedient,
door middel van een gelwedig groot schakel
bord.