TSAAR NICOLAAS Spaansche Loterij. Een aanslag op Napoleon Bonaparte. oor zijn staatsgreep van den 16en en 19den Brumaire (9 en 10 Nov.) 1799 had Bonaparte met be hulp van den m'nlster van politie Fouchée, Talleyrand en bijna alle ge neraals het gehate en verachte Direcioire omvergeworpen. De vierde staatsregeling werd afgekondigd en het Consulaat ingesteld. Bonaparte als eerste consul met eenhoofdig, bijna vorstelijk gezag bekleed, de belde an dere Cambacerès en Lebrun als adviseeren- de consuls. Het Fransche volk verlangde naar vrede en Bonaparte bood dien aan Engeland en Oos tenrijk aan, doch belden landen weigerden. De rust in het binnenland was nu hersteld. In het eind van 1799 en begin 1800 werd de opstand in de Vendée onderdrukt, doch de oorlog werd voortgezet; de generaal Moreau veroverde Beleren. Den Hden Juni 1800 werden de Oostenrij kers bij Marengo verslagen, minder door de veldheerskunst van Napoleon dan door het energieke ontreden van generaal Desalx, die sneuvelde. Op den 3öen December versloeg Moreau de Oostenrijkers bij Hohenlinden.Hoe wel de Eerste consul streefde naar verzoe ning der bestaande partijen en aan vele émi- gré's en verbannenen toestond naar Frank rijk terug te keeren droeg hij toch zorg dat de Jacobijnen en de Royalisten zijn gezag niet ondermijnden, ook niet ln hun persor ganen. De beide broeders van den onthoofden Lo- dewijk XVI, de graaf van Provence en de graaf van Artcis, bevonden zich in Engeland en deden alles wat mogelijk was om Bona parte te verjagen en het huis Bourbon op den troon te herstellen. Hun aanhangers waren voortdurend in Frankrijk werkzaam en poog den Napoleon ten val te brengen, vooral toen deze zich meer en meer als een absoluut vorst ging gedragen. Zij zoowel als de revolutionnalre Jacobij nen ontzagen zich niet te trachten den Eer sten consul om het leven te brengen, en er waren daartoe reeds een maal of vier plan nen gemaakt (hierin waren zekere Céracchi en Aréna betrokken), die echter, dank zij de waakzaamheid van Fouché, niet tot een re- sultaat leidden. In de tweede heft van 1800 werd echter een complot van denzelfden aard gesmeed door een aantal Royalisten, vermoedelijk met goedkeuring, althans met medeweten van de Prinsen van Bourbon; de voornaamste sa menzweerders waren de de Saint-Régeant, Hyde de Neuvll'e, de markies de Polignac, Coster de Saint-Victor, graaf Pommadère, de markies de Salnt-Aurenc, Limoëlan, Jean Carbon, Rivière, de abt Valorls en vooral Georges Cadoudal. Hyde de Neuvllle, Salnt-Régeant en Ca doudal hadden te voren een onderhoud met den Eersten consul gehad en hem trachten te bewegen den graaf van Provence uit te noodigen naar Frankrijk te komen en hem als Lodewijk XVm te huldigen, maar Bona parte, die zelf eerzuchtige plannen had, wei gerde hiertoe mede te wei-ken en verk'aarde dat de terugkomst van de Bourbons een ramp voor Frankrijk zou beteekenen. Na deze verklaring besloten de Royalisten, maar vooral de heftige Cadoudal, Bonaparte uit den weg te ruimen. Tevergeefs hadden de Royalisten getracht den generaal Moreau, den overwinnaar van Hohenlinden, tot deelneming over te halen: deze woonde de laatste jaren ln Parijs als ambteloos burger; zijn repubUkeinsche be ginselen verboden hem onder Bonaparte te dienen en hij had het Legioen van Eer ge weigerd. Georges Cadoudal, een gewezen aanvoerder der Chouans werd als zoon van een molenaar op 1 Januari 1771 bij Auray ln Morbihan ge boren; hij was een forsche zwaar gebouwde man, heftig en strijdlustig van aard en een onverzoenlijke vijand van den Eersten con sul. De oproerige Royalisten, die zich, naar hun eersten aanvoerder. Jean Cottereau, die den bijnaam „Chat-huan" droeg, Chouans noemden, opereerden in Bretagne en op den rechter-Loire-oever en hadden Cadoudal en den markies van Puisaye tot hun aanvoer ders gehad; wel hadden zij op 9 April 1795 een verdrag met de Nationale Conventie ge sloten en beloofd zich te onderwerpen maar dit was niet oprecht gemeend geweest. Ca doudal en zijn vrienden begonnen den op stand opnieuw en de Chouans vereenigden zich met een legertje Engelschen en émigré's doch werden spoedig door generaal Hoche verslagen; in 1799 werd een tweede opstand onder leiding van Frotté, Cadoudal, Bour- mont e.a„ spoedig door generaal Brune ge dempt. Maar steeds bleef de vurige Royalist aan het intrigeeren en onrust verwekken en hij was het voorname'ijk, die tot den aanslag op Napoleon aandreef. De samenzweerders hielden hun bijeen komsten in het logement Le Llon Rouge ln de rue de l'Arbre Sec (1) en toen het bekend werd dat de Eerste consul met zijn familie de voorstelling in opvoering in de opera van Haydn's schepping zou bijwonen op den 3en Nïvcse (24 December) werd deze dag voor de misdadige onderneming uitgekozen. Er liepen in Parijs vage geruchten van een voorgenomen aanslag doch niemand wist iets zekers en ook Fouché koesterde geen achter docht. Aanvanke'ljk had Bonaparte, die zich wat vermoeid gevoelde, gezegd dat hij niet naar de voorstelling zou gaan maar op aan dringen van Josephine. Hortense de Beau- harnais en zijn zuster Caroline, die dolgraag Garat en Madame Barbler-Valbonne. die de hoofdpartijen zongen, wilden hooren gaf hij toe. Merkwaardig Is dat Napoleon steeds de overtuiging had dat hem van de Terroristen, de Jacobijnen het meeste gevaar dreigde terwijl Fouché overtuigd was dat de Royalis ten het op het leven van den Eersten consul hadden toege'egd en dit ook aan Napoleon had kenbaar gemaakt. De samenzweerders hadden, na eerst ver schillende andere plannen overwogen maar verworpen te hebben, besloten Bonaparte door de ontploffing van een ton buskruit om het leven te brengen. Zekere Chevalier had een z.g. „machtige Infernale" geconstrueerd doch was om een of andere reden gearresteerd en gevangen ge zet; ce Saint-Régeant kende echter de in richting er van en besloot het voor zijn aan slag te gebruiken. Twee der voornaamste samenzweerders traden als tusschenpersonen. on dei- eer. aan genomen naam cp. tusschen de Royalisten in England en die in Frankrijk; de één, Limoë lan" oefende onder den naam „vader Jules" h*t beroep van matrassenmaker uit; de an der, Jean Carbon, was portier in het kloos ter van de Visitatie-orde in de rue Nótre- Dame-des-Champs en noemde zich Francois. Deze beiden kochten van een stoelen- matter in Vaugirard, zekeren Pollveau, een kar en 1' Arbre Sec, waar de Saint-Régeant en zijn vrienden verblijf hielden. Voor den schijn werden hier een paar va ten wijn op de kar geladen maar daar tus- schen de ton met buskruit, waarin een ge weerloop gestoken was; door een trekker in beweging te brengen kon het buskruit tot ontploffing gebracht worden. Op den 24sten December 1800, 's avonds omstreeks zeven uur, reden de Saint-Re- geant, Carbon en Limoëlan de kar naar den hoek van de rue Nlcalse en de rue de Char- tres en plaateten haar in een Inspringenden hoek van een paar huizen; Limoëlan stelde zich op aan het eind van de place du Caroussel en Carbon aan den Lngang van de rue Nlcaise, om het teeken te geven wanneer de eerste consul van het palels der Tulle- rieën zou zijn afgereden: De Saint-Régeant belastte zich met de ontsteking van het bus kruit. Omstreeks half negen hoorde hij rijtuigen komen aanrollenLimoëlan gaf het ai- gesproken teekende grenadiers te paard, die het consulaire rijtuig voorafreden, kwa men ln de rue des Chartres,de Salnt-Ré geant zag het rijtuigeen oogenblik aar zelde hij nog, omdat een klein meisje bij het hoofd van het witte paard stondhet rij tuig vloog voorbij (zooals later bleek had het een oogenblik moeten stilstaan omdat een kar in den weg stond en de koetsier, die niet geheel nuchter was, legde de zweep over de paarden om den verloren tijd ln te halen; vermoedelijk was dit Bonaparte's red<üng!)„. de Saint-Régeant drukte op den trekker Een ontzettende knal volgde! Stukken glas van gesprongen ruiten vielen rinkelend neer. te midden van rook en vlammen vielen een twintigtal voorbijgangers dood of gewond op den grond twee ruiters vielen vlak voor het rijtuig van den eersten consul van hun paarden. Van de kar, van het witte paard, van de vaten wijn en van het kleine meisje, was niets dan een' vormlooze massa overge bleven. In één seconde had het drama zich afgespeeld Vijftig meter verder deed Napoleon zijn rij tuig even stilhouden en dToeg Lannes. die bU hem in zijn koets zat. op zich te overtuigen, dat zijn gemalin ongedeerd was. Toen dit het geval bleek reed de koets in sterken draf naar het opera-gebouw. Zoodra het daar reeds aanwezige publiek het gerucht van den aanslag vernomen had, begroette het Bonaparte met daverende toe juichingen en deze dankte rustig en ernstig voor de hem gebrachte hulde. De japon van Madame Bonaparte zat vol bloed en Hortense de Beauharnals was licht gewond; Napoleon en zijn familie vertrok ken dan ook vóór het einde van de voorstel ling, die voor het opgewonden publiek zoo goed als verloren ging. Fouché bleek dus juist Ingezien te hebben: niet de Jacobijnen maar de Royalisten waren Bonaparte's gevaarlijkste vijanden! De Saint-Régeant, die door de ontploffing ernstig gewond was, had niettemin een ge heime schuilplaats kunnen bereiken doch werd een paar dagen later onder hevig i,:er- zet gearresteerd. Men -had de voorpooten Van het geaoode witte paard gevonden en een af wijking aan een der hoeven bracht de politie op het spoor van Polveau en daarna op dat van de samenzweerders; Limoëlan had echter weten te ontsnappen en Georges Cadoudal was buiten schot gebleven. Bonaparte was woedend over den gepleeg- den aanslag en het feit. dat hij korten tijd daarna den hertog van Enghien (2) liet ge vangen nemen en fuslLeeren, was een uit vloeisel van zijn verbolgenheid. Enkele dagen later werden de Salnt- Régeant en Carbon terechtgesteld; Carbon toonde zich op het laatst zwak en moest naar het schavot gedragen worden; de Saint- Régeant hield zich echter volkomen kloek en beiden hadden hardnekkig geweigerd hun medeplichtigen te noemen. Maar tevens werden maatregelen genomen tegen de Terroristen: honderd en zestig van hen, die in een samenzwering betrokken waren, werden naar Guyana verbannen. De opnieuw uit gebreken oorlog met Enge land had de uitgeweken Royalisten met nieuwen mood vervuld en steeds was hun streven den gehaten Eersten consul ten vai te brengen; na den mislukten aanslag met de „machine infernale" had men n.ets meer tegen hem kunnen ondernemen. Bonaparte's grootste» vijand, Cadoudal be raam de nogmaals een samenzwering en stelde voor met een troepje van zijn mees; vertrouwde aanhangers Bonaparte op klaar lichten dag te Parijs op straat te overvallen en hem, hetzij naar Engeland over te brengen, dan wei te vermcorcien en het Huis van Bourbon op den troon van Frankrijk te her stellen. De als banneling te Londen levende Pdche- gru (3), en waarschijnlijk ook de graaf van A: tois, waren in het complot terwijl de samen zweerders steun vonden ln een proclamatie van Koning George (Van 24 Januari 1804) waarin het Engelsche bewind opnieuw ver klaarde de zaak der Bourbons te zullen steunen. De Royalistische troep stak over naar Frankrijk, waar zij Moreau en andere gene raals, die afgunstig waren op Bonaparte, in het geheim namen; Moreau weigerde ook nu mede te werken. Cadoudal was echter een ijdele blaguer, die gaarne met zijn onver schrokkenheid te koop -liep, omgang met vrouwen zocht en voorzichtigheid en zwijg zaamheid soms als lafheid beschouwde; eer. agent-provocateur vond in hem een gemak kelijk slachtoffer. Het gevolg was dat, juist op den dag waar op zijn vermetel plan. dar. misschien, juist omdat het zoo hoogst brutaal was, kans op succes zou gehad hebben zijn onvoorzichtigheid de politie van Fouché op het spoor der samen zwering bracht. Moreau en vier en dertig anderen werden gevat en naar de „Temple" overgebracht; op aandrang van Bonaparte, woedend over de herhaalde aanslagen op zijn lever., bedreigde de Wetgevende Vergadering de doodstraf tegen ieder, die Cadoudal, Pichegru of een hunner aanhangers zou verbergen en het gevolg van dezen scherpen maatregel was dat zij dan ook spoedig gevat werden. Pichegru, die sinds lang uit Cayenne ont snapt was, pleegde zelfmoord In ae gevange nis; Cadoudal werd veroordeeld om onthoofd te worden en de generaal Moreau werd, hoe wel zijn medeplichtigheid niet duidelijk was gebleken, naar Amerika verbannen. Door het speciaal voor de berechting van de samenzweerders aangewezen gerechtshof tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld werd zijn vonnis door den Eersten consul, onder den schijn van gratie in levenslange verban ning veranderd; aldus was Napoleon van dezen zwijgenden aanklager bevrijd. (4). Met Cadoudal stierven elf zijner aanhan gers op het schavot, ö'p' 25 Juni 1804. DR. J. WACKIE EYSTEN. Het stoffelijk overschot van de keizerlijke familiein een brandkast? (Van onzen Parljsohen correspondent.) Dit is een luguber verhaal. We waarschu wen bij voorbaat. Al te gevoelige lezers zul len dan ook beter doen met het over te slaan. Menigeen heeft zich afgevraagd: wat Is er geworden van het stoffelijk overschot van de ongelukkige tsarenfamilie die in den nacht van 16 op 17 Juli 1918 op zulk een ontzettende wijze werd vermoord door de bolsjewikl? Tal van malen hebben Journalisten geprobeerd door te dringen tot Jekaterinenburg, waar het drama zich voltrok, om ter plaatse In lichtingen ln te winnen. De meesten z^n onverrichterzake teruggekeerd; slechts één, een Amerikaansch verslaggever heeft den moordenaar Yourovsky, te spreken kunnen krijgen en van hem vernomen hoe alles Is gegaan, hoe hij met revolverschoten den tsaar, de keizerin, den kroonprins, de drie prinsessen, den dokter en drie trouwe bedienden heeft afgemaakt. Men weet ook dat de moordenaars ae lijken naar een eenzame plaats ln het boaah hebben ge bracht, naar een plaats die „De Vier Broe ders" heet, dat ze daar de slachtoffers aan stukken hebben gesneden, met benzine be sprenkeld en toen verbrand. Al die afschu welijke bijzonderheden heeft het onmensch, Yourovsky, een van de „groote" manner. van sovjet-Rusland geworden, medegedeeld. De jaren zijn voorbijgegaan, duizenden hebben hetzelfde lot ondergaat, in het Russische „paradijs". Op den triesten herinneringsdag van den moord van Jekaterinenburg komen de Russische uitgewekenen bijeen ln hun kerken om daar te bidden voor de nagedach tenis van den tsaar, voor zijn ongelukkige familie, maar het is him niet eens gegeven om zich te verzamelen op het graf. En daar krijgen we Ineens uit Serre Izard (departement Isère) een even verrassende als lugubere mededee'.ing.. De Fransche divisie- generaal Janln, die lange Jaren ln Rusland was gedetacheerd, en die ran nabij de tsa renfamilie heeft gekend, heeft zich. na ge- pensionneerd te zijn, teruggetrokken in dit stille dorpje. Sedert geruimen tijd is de ge neraal bezig aan het samenstellen van mé moires en eerlang zullen deze In boekvorm verschijnen. De generaal nu kan, daar hij ln Juli 1918 in Jekaterinenburg was. belangrijke mededeelingen doen en hij heeft deze wel ter kennis willen brengen vóór de verschijning van zijn boek. Den 25sten Juli, dus nauwelijks een week Deze straat bestaat nog, de rue Nicaise niet meer. Louis Antoine Henri de Bourbon, her tog van Enghien, was een zoon van Condé en in 1789 uitgeweken. Na den staatsgreep van 1797 was hU naar Guyana verbannen na afgezet te zijn als voorzitter van den Raad van Vijfhonderd. Jean Victor Moreau nam. uit Amerika teruggekeerd, ln 1813 deel aan den strijd tegen Napoleon en sneuvelde tijdens de gevechten bij Dresden bij RohnlU. Wat samenwerking vermag. De propaganda voor de badplaats in nieuwe banen. De belastingen belangrijk verlaagd, (Bijzondere correspondentie). De Spanjaard verwacht zijn Kerstgeschenk voornamelijk van de onfeilbaar werkende loterij machine. Allen tezamen, van minister tot daglooner, verwachten zij hun „agulnaldo" van het blinde, onpersoonlijke toeval en de ernstige politieke gebeurtenissen verhinde ren niet, dat in de Kerstweek geheel Spanje werd beheerscht door de groote Madrileen- sche Kerstloterij. Haar hoofdprijzen zijn van dien aard, dat zij op de vurige tantaisie van den Spanjaard'we! sterk moeten werken; „el premio grando", de hoofdprijs, bedroeg 15 millioen peseta's, de volgende prijzen elk 10.5 en 3.3" millioen. Er is een immense hoe veelheid loten 'tegen 2000 peseta's per lot. Een geheel lot wordt in tienden verdeeld, die ln de lootjeswinkels afzonderlijk worden ver kocht. In verband met deze hooge prijzen van de loten is het begrijpelijk, dat de tienden, dc „decimos" door het publiek weer in talrijke kleinere deelen worden verdeeld, zoodat ten slotte ook de allerarmste ziln aandeel in dc groote verwachting van geluk kan krijgen, als hU er maar moeite voor doet en. wat hem niet al te moeilijk valt, .het noodige spaart uit zijn mond. Dat bij zoo kleine onderdeelen van loten ook de winstkansen zeer gering worden, daar let de opgewonden fantasie niet meer op; zij ziet den hoofdprijs voort durend in zijn geheel voor zich. Alle clubs, alle vereenlglngen nemen loten, de employés van een zaak. de redacteuren van een courant de kappersbedienden de arbeid sters van een sigarettenfabriek sluiten zich aaneen om althans een paar „decimos" te ver krijgen. Men organiseert formeele bonden enkel en alleen met het doel loten te ver werven en die ln de familie- of vrienden kring verder te verkoopen gelijk trouwens in het algemeen de loterij gelijk de stieren- ge',"echten een van de weinige gelegenheden is waarbij zich van den voor het overige zeer zelfzuchtigen Spanjaard een zeker gemeen schapsbesef meester maakt. Dat bij de loterij zulk een Ingrijpende ge beurtenis, allerlei onschuldig klein bij geloof Is ontstaan ligt voor de hand. Gaat men zoo redeneert menige Spanjaard een lootjes- winkel binnen om loten te koopen, dan moet men niet mot den rechtervoet het eerst bin nengaan, want dan wint men stellig niet. Het geld, waar men loten voor koopt, moet men vooraf laten wisselen, bij voorkeur door een Gallego (bewoner van de Noord-Spaan- sohe provincie Gaücia). dan zal men eerder winnen. Wie, loopend op het trottoir, op de grens van twee stukken trottoirband trapt, zal bezwaarlijk winnen. Het brengt geluk aan. wanneer men zijn lot koopt van een dwerg- achtig mannetje of van een gebochelde en daarna zijn rug met het lot bestrijkt, wes halve gebochelden ea kleine mannetjes als lotenverkoopers zeer gezocht zijn. Maar deze kleine belachelijkheden zijn toch maar mid deltjes van ondergeschikten aard. Nadert de dag van de beslissing, dan treedt men met voortdurend zwaarder geschut op; men smeekt om den bijstand van den beschermheilige, men naait zijn lot vast in een gewijd amulet en zeer algemeen bidt men om geluk. Ik was eens in pension bij een dame met familietradities. Na den dood van haar man een vroegeren ambtenaar van een ministerie en vruchtbaren lyrischen dichter, was het sterk achteruitgegaan en Donna Dolores had moeten besluiten, waartoe een Madrlleensche familie met eenige tradities maar uiterst moeilijk kan besluiten, ln het geheim pen siongasten aan te nemen. Behalve de dame waren er nog haar zoon en haar dochter, elk met bijbehoorende wederhelft, de belde zwa gers bovendien zonder beroep en zonder be trekking. de beide jonge, nog meisjesachtige vrouwen ieder met een zuigeling en allen ge zamenlijk in verschrikkelijke geldverlegen heid. In dergelijke omstandigheden sprak het vanzelf, dat alle hoop werd gevestigd op de KersthoterlJ en de dame om zoo te zeggen ai het geld, dat zij te pakken kon krijgen, voor den aankoop van loten gebruikte. Zij had het op deze wijze tot 14 aandeeltjes in loten gebracht. Maar daarom kreeg men uit het nog altijd kostbare servies, ook ongeveer niets te eten! In October was ik er gaan wonen en in November was de Kerstloterij al het onder werp van de gesprekken en in December werden de menschen. denkende aan den hoofdprijs voortdurend ingetogener. In hun Spaansche. prachtlievende fantasie zagen zij zich in hun verbeelding al in het bezit van alle heerlijkheden, die de „premio gordo" in uitzicht stelde. Zoo hadden zll reeds hun paleis in de voorname „Casteliana" betrokken en zaten als „toppunt van welstand" in hun eigen equipage met koetsier la ing'.esa en betresten lakei. En van gravinnen en mar kiezen, met wie men r.u op voet van ver trouwen stond, zoemde het nu boven onze matig gestoffeerde borden. Niet zonder vrees zag ik den dag van de -trekking tegemoet, die deze lieden uit allen hemelen der welvaart zou wegslingeren. Toen op den ochtend van den trekkingsdag de kreten van ce verkoopers van extra nummers der bladen door de straten klonken: „La ILsta grande! La iista grande'.", was de geheele familie van haar aanstaand geluk weliswaar nog rotsvast overtuigd, maar toer. durfde niemand het aan, een .trekkingsUJs' var. de straat te gaan halen. Zelfs teen de vrouw van den concierge een extra-blad naar boven bracht en een koortsachtige vergelij king der veertien nummers het resultaat op leverde, dat op geen enkel een prijs was ge vallen, wil de tot hallucinatie geconsolideerde hoop niet geheel verdwijnen. „Dikwijls zijn er drukfouten in de trekkingslijstein!" aelde Donna Dolores berustend. Maar toen de avondbladen de zelfde winnende nummers onbarmhartig herhaalden, stortten de schit terende luchtkasteelen ineen. Equipages, la keien, graven en markiezen verdwenen, spook gestalten gelijk en ln plaats van de verwachte millloenen kwamen er omstreeks Nieuwjaar niet anders dan onbetaalde rekeningen het huis binnenfladderen. Verscheidene dagen verkeerde men in een tamelijk neerslachtige stemming. Toen echter, merkwaardig snel. begon de oude, zoete hoop opnieuw te leven: wie weet. misschien de volgende Keratimia? De trekking gebeurt altijd ln de Gasa de la Moneda oftewel in dc Munt-plaaits. tegen over h%t Columbusbeeld in de Casteliana. in een voor de loterij bestemde zaal met banken voor het publiek. De toegang is vrij. Reeds voor het aanbreken van den dag belegert een kluwen van menschen het hek van dit gebouw. Aanvankelijk zijn het moest arme drommels, die zich een plaats ln de trek kingzaal willen verzekeren, om die dan later voor eenige „perros" te kunnen afstaan. Want om 9 of 10 uur bij het begin van de ver loting. dringt een bont publiek in een dichte hoop op. Voor in de zaal hebben de alcalde en een paar hooge regeringsambtenaren, onder wie de minister van financiën in hoogstelgen persoon, plaats genomen, om de plechtigheid te lelden. Dan worden een paar weesjongens door hun onderwijzers binnen geleid; zij zijn uitverkoren om de loten te trekken. en Doodsche stilte heerscht in de zaal. Alleen af en toe een vloek of een blijmoedige uit roep. Eindelijk wordt het vijf-mlllioen-lot getrokken. Het publiek is geëlectrLseerd. Er ontstaat een tumult. Wie heeft gewonnen? De Jongens kunnen nauwelijks rust vinden om de trekking voort te zetten. Nauwelijks is de hoofdprijs getrokken, of de verslaggevers van de kranten vliegen op de gereedstaande motorfietsen naar het tele foonkantoor of de redactie en binnen enkele minuten kent geheel Spanje het getal van den „premio gordo". Onmiddellijk wordt nage speurd. waar de hoofdprijs is gevallen, ln welke plaats van Spanje of het buitenland (want ook Frankrijk. Portugal, Zuid-Amerika en Mexico nemen druk deel) en wie de ge lukkige winnaars zijn. De avondbladen heb ben met reusachtige opschriften kolommen- lange artikelen over de gebeurtenissen van den dag. Politiek, ongevallen en misdrijven hebben gedurende eenige dagen bescheiden - lijk den achtergrond te bevolken. Op de plek van het hoofdartikel vindt men de portretten en levensbeschrijvingen van de weesjongens, die de gelukkige loten hebben getrokken. De winnaars van den hoofdprijs ziln de mannen van den dag en hun levensbeschrijvingen worden het publiek door vindingrijke verslag gevers tot in de kleinste bijzonderheden ge schetst. Valt de hoofdprijs, die gewoonlijk ln vele. maar toch nog eerbiedwekkende deeien wordt verdeeld, op loten van arme menschen. dar. wordt met uitbundige woorden de voor zienigheid geprezen, die het geld weet te leider, naar degenen, die het tot nu toe ont beerd hebben D. M. nadat de keizerlijke familie was vermoord, bezetten de anti-bolsjewieken en de Tsje chen, aangevoerd door generaal Janln. de stad waar het bloedbad had plaats gehad. Dadelijk stelden enkele menschen. o.w. G1I- liard, gewezen leeraar van den tsarewitch. een onderzoek ln. om te weten te komen, waarheen men het stoffelijk overschot van de slachtoffers had gebracht. De rechter van Instructie Sergulef, die niet erg te vertrou wen was, werd vervangen door Sokolow. Men vond nu dc plaats waar men de lijken had verbrand. De grond werd omgewoeld en men verzamelde enkele voorwerpen welke niet door de vlammen waren vergaan; sieraden, stukken van kleeding. beenderen enz. Alles werd zorgvuldig verzameld en de 311 lugu bere „bewijsstukken" werden ln valiezen gedaan. Gedurende de regeering van Koltschak. die ln November 1918 dictator was geworden, kon Sokolow zijn onderzoek voortzetten, ook al was het met vele moeilijkheden, want tal rijke ministers verzetten er zich tegen. Maar generaal Dlterlchs en generaal Janln, die het opperbevel over de troepen hadden, wa ren nog daar en men durfde niet goed tegen hun wil te handelen. Sokolow had de valie zen onder zijn bezit. Toen nu Ln den herfst van 1919 de déb&cle van Omak dreigde, achtte Sokolow het raadzaam om heen te gaan en met behulp van generaal Janin reis de hij naar het oosten om te trachten van daar naar Europa terug te keeren. Het was het laatste convooi, dat, beschermd door de geallieerde troepen, kon vertrekken. In Maart 1920 voed generaal Janin Soko low terug ln Karblne, bij generaal Dlterlchs, die den terugtocht had geleld en toen zijn ontslag genomen. Sokolow was nog steeds in het bezit van de valiezen, maar daar ook Karbine werd bedreigd achtte men het raadzaam ook deze plaats te ontruimen. Men wilde nl. de overblijfselen toevertrouwen aan grootvorst-hertog Nicolas Nicolajewitch, den opvolger van de Russische dynastie, opdat hij een beslissing zou nemen wat er verder moest gebeuren. Reeds had men zich tot de officieele vertegenwoordigers van Engeland ln Karbine gewend, maar zij, na acivies te hebben Ingewonnen ln Londen, hadden moe ten weigeren. Dlterlchs, Sokolow en GllUard drongen er nu bij generaal Janln op aan. om zien met het vervoer van de vier valiezen te belasten. Tijdens de conferentie van Petrograd in Fe bruari 1917, had de tsaar aan den heer Dou- mergue gezegd: „ik beschouw generaal Janin als een persoonlijken vriend op wlen ik in alle omstanolgheden kan rekenen". De Fran sche generaal wilde dan ook dit laatste eer bewijs aan de nagedachtenis van de tsaren familie niet weigeren. Toen de nacht was gevallen bracht men aan generaal Janln de valiezen en een lijst van de 311 voorwerpen welke ze bevatten en hij vertrok naar Shan- haï, waar hij den commandant van een schip, de „Armand Béhlc" in het geheim nam. Zoodra de generaal in Parijs was kreeg hij bezoek van den heer Dmitrijev, ex-attache aan de keizerlijke ambassade te Parijs, die hem kwam mededcelen dat grootvorst Nico las de valiezen niet onder zijn berusting wil de hebben, maar dat hij voorstelde om ze te zenden aan den heer de Glers, doyen van de ex-kelzerlijke ambassadeurs. Tot zoolang moesten de valiezen maar ln de safe van een bank worden geplaatst. De generaal, die zeer begrijpelijk verontwaardigd was over dit cy nische voorstel, weigerde. In zijn villa in Serre-Izard had hU een klein vertrek laten Inrichten als rouwkapel en daar, onder oen zwart kleed, de valiezen geplaatst. Zonder een persoonlijke opdracht van den groot vorst wenschte hij er geen afstand van te doen. Ook de heer Dmltrien schrikte er van terug toen hem werd opgedragen, dc valiezen ln zijn bank-safe te bewaren. In October 1920 eindelijk kwam Dmltriev bij generaal Janin terug met een persoonlijk sohrijven van den grootvorst, waarin deze verzocht, tegen ontvangstbewijs dc valiezen aan zijn boodschapper te geven, die ze dan aan den heer dc Glers zou overhandigen. En aldus geschiedde. Heeft de heer de Glers ze ontvangen? Heeft hij ze, zooals de grootvorst wenschte, ergens in een brandkast geplaatst? Gene raal Janln durft dit niet met zekerheid te zeggen. Gedurende eenlgen tijd heeft men overwogen om het luguber overschot naar generaal Wrangel te zenden. Toen zijn le ger werd verslagen, overwoog men de valie zen naar het ministerie van Bultenlandsche Zaken te sturen. Noch de grootvorst, noch Iemand uit zijn omgeving wilde er zich blijk baar over ontfermen. Het meest waarschijn lijke ls dan ook dat de beenderen van Nico las II en de zijnen nog ergens rusten in Frankrijk, ln een brandkast.... HENRY A. TH. LESTUROEON. EEN IDEAAL-SCHOUWBURG. In Seven Dials, te Londen, staat het Cam bridge Theater, dat wel het summum ls van modern comfort, de trlumf van bouwkust aan vernuft gepaard. Deze schouwburg biedt ruimte aan 1200 per sonen. die elk een prachtigen zetel tot hun beschikking hebben. Van elke plaats heeft men een uitmuntend gezicht op het tooneel. De lucht, die het publiek Inademt wordt ge filtreerd, „gewasschen" en verwarmd, voor dat zij ln den schouwburg toegelaten wordt. Van alles ls bedacht om het den bezoekers gemakkelijk te maken. De ruggen van de stoelen. bU voorbeeld, wijken ecnigszins terug als men er tegen leunt. Om den anderen stoel zijn aangebracht een aschbak en een elec- trisch lampje, zoodat men kan rooken en zijn programma raadplegen zonder anderen te hinderen, Tooneel en zaal kunnen van elkaar ge scholden worden door een vclllgheilsscherm dat vier ton weegt en in eenige seconden kan worden neergelaten. Boven het tooneel loopt langs de geheele linkerzijde een balkon vanwaar de décors wor den opgehaald en neergelaten in een mini mum van tijd. De talrijke draden, palen, touwen, enz. doen dit balkon lijken op een zeilschip. Aan de overzijde. Iets lager, ls een derge lijk balkon, waar de electricien de clectrische ver- en belichting voor het tooneel bedient, door middel van een gelwedig groot schakel bord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15