Per sleepboot er op uit. Met de „Vlaanderen" van het bureau Wijsmuller VAMPYR Stofzuigers f 98.- HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAC 16 JANUARI 1931 TWEEDE BLAD Met een baggermolen aan den tros. Naar Rouaan. r Het is wel eeri merkwaardig feit, dat wij, Hollanders, op het gebied der sleepdiensten zoo'n uitstekende reputatie genieten. Naar bijna alle deelen van de wereld hebben onze vaderlandsche sleepbooten reeds de meest uïteenloopende „vrachtjes" vervoerd en mede dank zij de enorme bevarenheid van kapi teins. stuurlui, machinisten en matrozen zijn onze maatschappijen er in geslaagd Neder land op dit punt een vrijwel unieke plaats te bezorgen. Het bureau Wijsmuller te IJmuiden behoort zeker wel tot de allerbelangrijkste ver tegenwoordigsters van deze tak van bedrijf. Zijn booten hebben de verb'uffendste staal tjes van kracht en betrouwbaarheid aan den dag gelegd en zijn personeel bestaat uit zee lui van de allerbeste soort. De Vlaanderen", die ons op het oogenblik" ook gastvrij ont vangt is daar een prachtig bewijs van. Want ofschoon de „Vlaanderen" pas vijf jaar geleden gebouwd werd, heeft zij reeds een respectabelen staat van dienst achter den rug Haar eerste tocht maakte zij onder leiding van kapitein Moerman f thans walkapitein te IJmuiden) naar Australië met droogdok op sleeptouw. Deze even moeilijke als gevaarvolle reis werd op schitterende wijze volbracht en het was dan ook volkomen gerechtvaardigd, dat den wakkeren schipper bij zijn terug komt in het Moederland een koninklijke on derscheiding ten deel viel. Als eigenaardig heid zij vermeld, dat de heer De Koe, die thans tot kapitein van de „Vlaanderen" op geklommen is. de reis als stuurman mee maakte. Onder leiding van kapitein De Koe zijn daarna nog heel wat belangrijke sleep reizen ondernomen. In ieders geheugen ligt ongetwijfeld het kunststukje dat in de tweede helft van het afgeloopen jaar door dit kranige vaartuigje en zijn ervaren bemanning werd klaargespeeld. Zooals men zich zal herinneren vertrok de .Vlaanderen" tezamen met de „Friesland" op 10 December van Nieuwe Diep naar Soerabaia, waar vier mijndrijvers afge leverd moesten worden. Elk der sleepbooten nam er twee voor haar rekening op den 12den October voeren deze helden der zee de reede van Soerabaia op. De terugreis werd op den 20sten October aanvaard en na een voorspoedige reis arriveerden de beide sche pen op den lOden December weder in Den Helder. De laatste reis, die de „Vlaanderen" onder nam. leidde naar Rouaan. dezelfde stad, waar heen ook nu weer koers zal worden gezet. Hier moest een ponton gebracht worden. Ook die tocht is een succes geworden en ware het niet geweest, dat een dikke mist een spoediger vertrek uit Rouaan onmogelijk maakte, zeker had men dan binnen de vijf dagen in de haven van IJmuiden terug kunnen zijn. Donderdagmiddag 8 Januari meerde de „Vlaanderen" aan den steiger van de firma Wijsmuller en nauwelijks had de kapitein „voet aan wal" gezet, of hij kreeg opdracht zoo spoedig mogelijk opnieuw zee te kiezen, noemaals naar Rouaan. ditmaal voor het ver voeren van een baggermolen. Pe t^ht d'e ik '--ars a's east van de firma Wijsmuller, op het punt staan te aan- en waarvan ik u in de vo>nnde kolommen het een en ander hopen mede te deelen. Het zeegat uit. Het- is ongeveer neeen uur in den morgen, waneer wij ons Vrijdags aan boord van de „Vlaanderen" begeven. De „Vlaanderen" meet 289 ton en bezit een machine van 550 P.K. Zij is lang niet de grootste sleepboot van de firma, maar de kapitein zou niet graag op een andere ge plaatst worden, want hij weet de groote capa citeiten van zijn schuit naar waarde te schat ten, kent al haar eigenaardigheden en is door de jaren heen bijzonder aan haar ge hecht. Langszij ligt de baggermolen ,.La Pa- risienne". gebouwd door de Haarlemsche Scheepbouw Maatschappij, bestemd voor Pa rijs. Een machine van 27 Meter lang en 6 20 Meter breed. Niet bijzonder groot dus. Zij zal worden begeleid door twee zoogenaamde ..runners" van de Maatschappij. Onderin de baggermachine hebben zij een paar ruime hutten, met flinke kasten erbij, iets wat men wel het allerlaatste op een baggermolen zal verwachten. Om de beurten moeten zij de wacht houden aan het dek. waar zij be schutting kunnen vinden in een kleine dek- Jtxutv' die van een kachel voorzien is. *Let uur van vertrek nadert, Voordat het zoover is, wordt de beman ning gemonsterd- De waterschout knmt in hoogst eigen persoon aan boord en teekent de namen, geboortedata enz. van de man schappen op; 14 man personeel zijn aan boord: de kapitein, de stuurman, de marco nist, de eerste en tweede machinist de kok (en wat voor één!) en verder matrozen en stokers. Dan. tegen half twaalf, komt het beslis sende moment: „de tros wordt losgesmeten De „Vlaanderen" zal de baggermolen nog langszij houden tot buiten de sluizen. Met een gangetje van een paar mijl stoomen wij op de sluis af. Daar is het oponthoud slechts van korten duur. Reeds na twintig minuten worden de deuren ontsloten, die ons den toegang tot de Noordzee zullen ver- leenen. Nog varen wij binnen de beschermende armen van de pieren. De baggermolen wordt nu langzaam aan een langer staaldraad, die door middel van een kabel van circa 15 centimeter middel lijn aan de „bating" verbonden zit. uitge vierd. De draad loopt aan de andere zijde uit in twee kettigen, welke via de bolders aan het voorstuk van de baggermolen zijn verbonden. De twee „runners" hebben de grootste moeite om dé kettingen tusschen de bolders te houden. Deze laatste zijn namelijk maar zeer kort en ieder oogenblik dreigt het ge vaar dat de kettingen er bovenuit zullen schieten. Echter, zoover komt het niet- Als de baggermachine op ongeveer tachtig meter van ons verwijderd is, blijkt de lijn geheel te zijn uitgevierd. Spoedig zijn wij de uiterste punten van de pieren nu gepasseerd. De „Vlaanderen" komt maar langzaam voor uit, want irLa Parisienne", die zeer diep ligt, bewijst een vrachtje „van gewicht" te zijn. Vijf mijl op z*n hoogst loopen wij. De ka pitein kijkt bedenkelijk. Het valt hem tegen. In het allergunstigste geval kunnen wij Zon dagmiddag Rouaan bereiken, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het wel Maandag morgen worden. Het is bij ons aan boord nog onbekend, voor welke maatschappij de „Parisienne" bestemd is. Eerst te Rouaan. waar de ma chine wordt overgenomen, zullen we dat pas te weten kunnen komen. Van Rouaan uit zal de baggermolen later naar Parijs worden gesleept. Er staat een ijskoude Zuidenwind, zoodat het aan dek bijna niet uit te. houden is. Hoe zouden de beide runners het aan boord van hun baggermolen hebben? Telkens zakt de neus van den grijzen bak diep achter een zware golf weg dan spuit een waaier van wa ter hoog op en het lijkt alsof het gebeele ge vaarte een oogenblik in het niet verzonken is. En wat zal dat worden als de wind eens begint op te steken? De eenige correspondentie die wij met de bemanning van de baggermolen voeren, gaat door middel van de stoomfluit. Eén keer per dag, om 12 uur 's middags, wordt één stoot gegeven en wanneer van de andere zijde van het lijntje geen signalen met den misthoorn gegeven worden, neemt men van onze zijde aan. dat alles in orde is. Het is mistig op zee. Met de pieren van IJmuiden verdwijnt het laatste stukje Ne derland al gauw uit het gezicht. De „Vlaan deren" koerst thans naar het Zuid-Westen. De kapitein is van plan de Engelsche kust te volgen tot aan Beachy Head, teneinde in het Kanaal zoo min mogelijk last te onder vinden van den Noordelijken wind. Tegen vier uur passeeren wij Schevenin- gen. Land is er niet te zien. Alleen het licht van den vuurtoren stelt ons in de gelegen heid ons eenigermate te oriënteeren. De mar conist heeft zoojuist het weerbericht opge vangen en de voorspelling luidt zoo gun stig. dat w\j den nacht met het volste ver trouwen tegemoet zien. Een type. In het midden van het schip, vlak onder de hut van den marconist, heeft de kok zijn heiligdom gevestigd. De man is een meester in zijn vak. zonder twijfel. Maar dat is het niet. dat hem tot een bepaald type aan boord gestempeld heeft. Hij is een geboren causeur, een man. die al hetgeen hij in de 25 Jaar van zijn zeemansbestaan heeft, meegemaakt, op zoo kostelijke en fantastische wijze weet op te disschen. als geen ander hem zal kunnen verbeteren. ..De leugenaar" wordt-ie aan boord genoemd, maar die bijnaam ls slechts ten deele juist. Want al schept „Willem" er behagen in zijn medemenschen, waar het mogelijk is, voor den gek te houden, als hij INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRAAT 16 TELEFOON 10756. eenmaal met zijn verhalen voor den dag komt. bemerken we al gauw. dat we hier met een interessante kerel te doen hebben. Van de koopvaardij, waar hij vroeger op gevaren heeft, moet hij niets hebben, maar aan de sleepdienst heeft hij zijn hart verpand. Daar weet hij dan ook de zonderlingste avontu ren van te vertellen, die hij op de hem eigen sappige manier ter tafel brengt. Zoo maakte hij het eens mee. dat een sleepboot, waar op hij als kabelgast werkzaam was, een enorme rijnaak van Vlaardingen naar Zee- brugge moest vervoeren. Den eersten nacht stak er een geweldige wind op en Willem kreeg de opdracht de aak goed in het oog te houden. De vuren bleven evenwel dui delijk zichtbaar, zoodat men aan boord van de sleepboot in de volle overtuiging leefde, aat er niets bijzonders aan de hand was. Te middernacht ontstak de kapitein de z.g. sta- kel, d.i. een soort fakkel, die op de com mandobrug heen en weer gezwaaid wordt om de aandacht van de bemanning op het gesleepte vaartuig te trekken. Wordt dit tee- ken door laatstgenoemden op overeenkom stige wijze beantwoord, aan is dit het be wijs. dat er geen moeilijkheden zijn. Thans echter werd dit teeken niet beantwoord en onmiddellijk gaf de kapitein het bevel de tros In te halen. Wat bleek? Precies in het midden was het gevaarte doorgebroken. Van het achterstuk geen spoor! Drie uur lang doorkruiste de sleepboot tevergeefs den ge- heelen omtrek, doch zonder resultaat, daarop besloot men. teneinde raad, naar Vlaardin gen terug te keeren en hier was inmiddels telegrafisch bericht uit Calais ontvangen, dat de achterste helft van de aak behouden en wel op het strand te Calais was neer gezet.! In dit genre avonturen schijnt de kok on uitputtelijk. En als hij weer eens een van zijn daverende ondernemingen in de kajuit heeft medegedeeld en hij het gezelschap naar hun oordeel over het geval vraagt, zegt de kapitein: .Prachtig", maar toen je het den eersten keer vertelde was het een beetje anders". Het is al tegen twaalven als de Vlaanderen het Maaslichtschip passeert De zee houdt zich kalm. Er zal wel niet spoedig verande ring in het weer komen. Achter ons deinen het roode en het witte licht van den bag germolen langzaam op en neer Een tank schip. het eenige vaartuig overigens dat wij op dezen stillen avond tegen komen, passeert ons op eenige mijlen afstand. Van den volgenden dag valt betrekkelijk weinig bijzonders mede te deelen. Wij zijn te zes uur in den morgen het lichtschip Noord Hinder gepasseerd en stoomen in Zuid-Wes telijke richting verder. Het is iets minder mistig en later op den dag breekt zoowaar de zon nog even door. Wij maken thans vier en een halve mijl per uur en zooals het er nu voorstaat, kunnen wij niet eerder dan Maan dagmiddag op de plaats van bestemming zijn. Op het water valt nu weinig te beleven. Een enkele maal passeeren wij een eenzamen kotter, moestal een Belg of Franschman, die verankerd ligt en op schol vischt. Eens zien wij in de verte een Hollandsche vrachtboot stoomen. Zij is te ver weg om den naam te kunnen ontdekken, maar de „marco" con stateert dat het eeri „kerk" boot is, d.w.z. een schip van de (V)ereenigde (N)ederlandsche Scheep vaart-maatschappijzooals de Rid derkerk, Nieuwerkerk, enz. Toch hebben de opvarenden ons opgemerkt, want de natio nale driekleur wordt, gestreken, een groet die wij op gelijke wijze herhalen. En het doet prettig aan, dat we. zoo tusschen vreemde landen in. even een hartelijk stukje Neder land ontmoeten, al is het dan ook op groo- ten afstand. Om 12 uur Greenwich tijd (want dit is de tijd. die aan boord steeds als maatstaf wordt genomen) zitten we 20 mijl ten oosten van North Foreland. Opnieuw komt er mist op zetten. gelukkig niet al te dik. Later op den middag klinkt, de waarschuwende sirene van Soutch Goodwin en tegen den avond ont dekken wij de lichtsignalen van Soutfh Fore- Land. Thans gaat het op Beachy Head af. Daar, nabij het lichtschip Royal Sovereign, zal de „Vlaanderen" het roer wenden en koers zetten naar de Fransche kust. Land. De emotie, voor het eerst land te zien. na ruim twee dagen slechts water als eenige omgeving te hebben gehad, beleven wij den volgenden middag. De hooge Noord-Fran se he kust. ligt gehuld in een wazig gordijn van mist. Wij vorderen langzaam, want de sterke tegenstroom waarmede we hier te kampen hebben, biedt een enorme tegen stand. Soms is zij zoo sterk dat we het zelfs moeten afleggen en „terrein" verliezen. De vuurtoren van Antifer teekent zich vaag af tegen den mistigen achtergrond.... Wij naderen Havre. A Is de schemer langzamerhand begint te vallen, worden aan bakboordzijde de lichten van den vuurtoren van Cape La Hève zicht baar. Daarachter doemt een rij van lichten de stippen op: de dokken van Havre. Voor middernacht kunnen we de rivier niet meer bereiken, want vlak voor den mond van de Seine ligt een hooge zandbank, een „drem pel". die thans, met eb, een onoverkomelijke hindernis blijk te zijn. Het is briezerig weer nu. In de verte duidt een groen flikkerlicht de ingang van de Seine aan. Daar dobbert met. haar beide vuren hoog in top. de loodsboot. Als wij haar een paar honderd meter gepasseerd zijn. besluit de kapitein het anker neer te laten. Eerst moet echter de baggermolen een zestig meter naderbij gehaald worden, zoodat we. zoodra de vloed is opgekomen, de rivier kunnen op varen. Alle hens aan dek! Zelfs de kok laat z'n kombuis in de steek. De zware kabel wordt met man en macht van de ..bating" losge maakt en over de t-rossenller ge'egd. Dan zet de tweede machinist de motor van de winch aan. Vijf man leiden de tros in de goede richting, terwijl twee matrozen voor het op rakelen van het losse einde zorgen. Wanneer de baggermolen een twintig meter achter ons zit, wordt de winch scop gezet. De ma troos op de voorplecht van onze boot brengt de ankerspil in beweging. Op negen vadem diepte ligrt het anker aan een grond. Inmiddels vaart de loodsboot in een wijden boog om ons heen, met haar fel zoeklicht steeds op de „Vlaanderen." en haar volgeling gericht. Van het dek af wordt ons toegeroe pen. dat de „pilote" om elf uur aan boord zal komen en als een spookschip zien we het vaartuigje weer uit het gezicht verdwijnen. De Seine op. Elf uur Zondagavond. De loodsboot nadert ons opnieuw. Een klein vletje wordt aan een zijde van de boot gestreken, het lijkt ons of het een onbegonnen zaak ls om daarmede de „Vlaanderen" te bereiken. Maar de ervaren roeier heeft niet de minste moeite met de zware golven en na enkele minuten duikt de joviale kop van den „pilote" boven de ver schansing uit. In de kajuit wordt de loods met een si gaar en een kop koffie „opgewarmd" voor het koude baantje, dat hij op de commando brug zal moeten vervullen. Met deze beproef de kracht aan boord zullen we veilig de ri vier opvaren. J. H. V. STADSNIEUWS (Zie ook elders in dit nummer KERK EN VREDE. REDE DS. KAGENAAR Voor „Kerk en Vrede" sprak Donderdag avond in de Noorderkerk Ds. D. B. Kagenaar uit Dalem (bij Gorcum) over het onderwerp. „Hoe ik ais orthodox predikant sta tegen over oorlog en oorlogstoerusting". Ds. J. M. Leendertz, voorzitter der afdeeling. sprak hel openingswoord. Ds. Kagenaar zeide dat er twee wegen zijn, de wijsgeerig humanistische, waarin het middelpunt is de mensch, en de ethisch christelijke, waarop men zich afvraagt, hoe de mensch staat tegenover God. Wanneer men van het orthodoxe stand punt uit redeneert dient men den Christe- lijk-etischen weg te kiezen Zoodoende dient men allereerst vast te stellen dat er sprake is van een groote schuld der menschheid er. der kerk: „Wanneer alle kerken de hand op zouden steken, zou een oorlog onmogelijk worden. Het feit dat dit niet gebeurt is een schuld die torenhoog boven de wereld oprijst. Wanneer de toren instort zullen ook de ker ken getroffen worden". Spreker zeide zich op de strikste wijze aan het Woord Gods te zullen houden, aan den bijbel. In het Oude testament wordt God's majesteit en heerlijkheid ten toon gespreid, majesteit en heerlijkheid echter zijn in het oude testament omfloersd. In het nieuwe testament wordt de nevel verscheurd. Daarin spreekt Jezus zelf. Ds. Kagenaar argumen teerde uitvoerig waarom men zich ten aan zien van de vraag oorlog en vrede bij voor keur van het Nieuwe Testament dient te be dienen. Voorts memoreerde hij het gebod var. God aan Israël om ten strijde te trekken. Thans bestaan er echter geen sterveling en geen mogendheid die zouden kunnen bewe ren, dat God hen heeft opgedragen om te gaan oorlogvoeren. Bovendien staat in de Tien Geboden: „Gij zult niet dooden". Vervolgens zeide spreker: „In Jezus vinden wij hoe wij hem mogen beschouwen een autoriteit. Hoe dacht, hij over het vraag stuk? „Gij zult. hooren van oorlogen en ge ruchten van oorlogen" heeft hij gezegd. Vol gens Ds. Kagenaar gelden deze woorden tot het jaar zeventig; volgens anderen gelden zij tot het einde der wereld. Doch wat dan nog? Staat, er geschreven dat wij mee moe ten doen? Wij mogen als Christenen de wa penen niet opnemen. Oorlog is lijnrecht in strijd met de heiligmaking die wij moeten najagen." Ds. Kagenaar trok vervolgens een parallel tusschen den stijd tegen de slavernij en de prostitutie en de bestrijding van den oorlog. Ook het bestaan van de slavernij en de pros titutie heeft men met bijbelwoorden trach ten goed te praten. Vervolgens merkte spreker op. dat net on begrijpelijk is, dat men rustig blijft zitten, zonder te strijden tegen den zonde-oorlog en al kunnen wij het nimmer geheel bereiken wat wij zoeken, toch zullen wij de opdracht van God altijd als een wet moeten blijven volgen en moeten blijven strijden tegen de zonde. „Wanneer ge dragers van innerlijken vrede wilt zijn. vrede die gaat boven het verstand, kunt ge dan handelen voor oorlog? Kunt ge den innerlijken vrede vereenigen met het rijgen van een mensch aan een bajonet? Het is belachelijk dat er nog menschen zijn die beweren dit wel te kunnen." Spreker behandelde nog andere uitspraken van Jezus die door hen welke oorlog en oor logstoerusting goedpraten, dikwijls worden geciteerd. Zoo weerlegde hij foute gevolg trekkingen van het woord „Ik breng het. zwaard". Ook door ons leven moge het zwaard van Jezus gaan. Aan welken kant zouden wij ons scharen? Aan dien welke God is toegekeerd, of van dien, welke verkocht is aan de dingen dezer wereld?" Vervolgens behandelde Ds. Kagenaar de waardeering van het begrip „overheid" waar van men wel eens zoo dwaas is te beweren, dat zij de verantwoordelijkheid van den ster veling die ten oorlog trekt, overneemt. Ds. Kagenaar bestreed deze opvatting ten stel ligste. De overheid die van God wordt Inge steld dient te worden gehoorzaamd doch dc overheid der regeeringen is een overheid die den mensch zelf koos en waarvoor hij mede verantwoordelijk is. In gewetenskwesties is er maar een overheid: Dc wet van God, de naastenliefde. „Moeten wij ons vaderland verdedigen?" Spreker antwoordde dat er eecn enkele on behoorlijke poging om een land te verdedigen in de oogen van God geoorloofd is. Het va derland moge mooi zijn. God's woord is beter. En wat is vaderland bovendien? Een plek grond tusschen rcode lijnen en zou men daar voor menschen mogen vermoorden? Hetzelf de geldt ten aanzien van het begrip recht, In den oorlog is er nimmer sprake van recht maar altijd van macht. Geen mensch die meedoet aan een oorlog zou thans kunnen zeggen aan welken kant het- recht is. In zijn slotbetoog zeide Ds. Kagenaar: „De groote kwestie is dat wij dienen te kiezen: een regeering of God. Naar Christelijke prin cipes is er ten aanzien van de keuze geen twijfel mogelijk. Stanley Jones heeft gezegd: „De wereld is meer dan ooit gereed voor een geestelijke ontwapening." ,Jk geloof dat dat waar is." Spreker eindigde met de vraag of er niet te veel gesproken wordt van Go-i en te wein':r gedaan volgens God. „Is dit niet de reden dat de aanhang der kerken hollende achteruit gaat? Omdat zij niet voldoende meegaan met dien drang naar ontwapening?" KIOSK VAN HET R.-K. STATIONSWERK. EEN DER EERSTE IN NEDERLAND. Op het perron van het station Haarlem der Nederlandsohe Spoorwegen, ongeveer boven het viaduct Jansweg. vindt men tegenwoor dig een houten gebouwtje, dat de kleuren geel-wit en het wapenschild der St. Martha- vereemging ter Bescherming van Meisjes draagt: de nieuwe kio'k van het R.K. Stationswerk. welke Donderdagmiddag in tegenwoordigheid van vele belangstellenden geopend is. De kio*k ls een keurig gebouwtje, •n den stijl van het station ontworpen door den architect N'.c. J. N ij man te Heemstede. Het Interieur in roodbruin met grijs maakt een rustigen indruk, er is een bank. waar zij, die van de abri gebruik maken, kunnen rus ten. er zijn opbergkasten en er :s waschge- legenheid. Een vriendelijk huisje, waarin het Statlonswork uitstekend tot zijn reoht ral komen. De stationsinspectrice. die voor Haar lem het mooie werk om jonge meisjes te behoeden voor de gevaren eener onbekende groote stad op zich genomen heeft. mej. E. Vorstman, zai er prettig kunnen werken. De post zal worden waargenomen, zoolang het station geopend is. en indien dit wegens buitenlandsche verbindingen noodig zou mogen blijken, ook des nachts. Deze stations kiosk. gesticht op initiatief van de Interna tionale Meisjesbescherming, afdeeling Haar. lem is eer. der eerste van dezen aard in Nederland. Zij staat onder toezicht van de Dekan.ven Jeugdraad, waarvan directeur is pater H-ntzen en geestelijk adviseur kapelaan J. Leesberg. De mwijdingstoespraken zijn gehouden in eer. der wachtkamers van he station. Daar waren behalve de bestuursleden van ce Martha vereeniging o.a aanwezig als ge- noodigden de hecren W. J. B. van Liemt. lid van den gemeenteraad. P J van Kessel, voorzitter van de Sint Vincentiusvereeniging mr. P. E. Barbas, secretaris van den Armen raad. Swarl, inspecteur van de recherche. Kapelaan Leesberg heeft een rede ge houden. waarin hij in het bijzonder de mede werking roemde van den stationschef den heer Feenstra. weike helaas op denzelfden dag van de opening ten grave werd gedragen. Tot mejuffrouw Vorstman zeide de geeste lijk adviseur dat het stationswerk in wereld- sche beteekenis ondankbaar is. doch het -i dit ze.ker niet in hoogeren zin. Den arohiteet bracht spr. hulde. Mevrouw Bierens de Haan heeft eenige woorden gesproken* namens de Vereenigir.g tot Behartiging van de Belangen van Jonge Meisjes, van welker afdeeling zij presidente is. De plaatsvervangend stationschef, de heer Van Riet hield een korte toespraak waarin hij de medewerking van de Spoorwegen m het onderhoud van het gebouwtje toezeg de. Schwester Primavesi sprak eenige geluk- wenschen uit namens de vereeniging van R.K. Dultsche meisjes te Haarlem en ten slotte heeft kapelaan Leesberg hulue ge bracht aan mevrouw H. Wiegantvan der Hart. de penningmeesteresse der Martha- vereeniging voor haar bemoeiingen Het gezelschap heeft daarna het gebouwtje bezichtigd. KANTONGERECHT. UITSPRAKEN G. E. v. R„ het loopen over verboden grond 10 subs. 10 d. h. F. G. W.. H. de J L. J. A. overtreding der Loterij wet, ieder f 25. subs. 10 d. hechtenis voor elke boete. J. W K. het kippen in een andersmans tuin laten loopen. 12 subs. 12 dagen hechtenis. J. A. v. Z.. overtreding der Drankwet 30 subs. 3 dn sen hechtenis. A. M. C. A. de V. idem '20 subs. 2(i dagen hechtenis. J. W. v. d. S„ overtreding der Veiligheidswet 'een trapgat niet vol doende beschermd hebben 25 subs. 25 da gen hechtenis. A v. H overtreding der Motor- en RiJ- wielwc t(" 15 subs. 15 dagen hechtenis. P. A. C. G. M B. idem 8 sub-v 8 dagen hechtenis. H. J. B. het te Haarlem een vier tuig niet be hoorlijk beveiligd hebben tegen het wegne men 2 subs. 2 dagen hechtenis. J. S. G overtreding van het Motor- en Rijwielregle ment 2 subs. 2 dagen hechtenis C. de V. overtreding der Arbeidswet i 3 subs. 3 dagen hechtenis. C. de V„ idem 3 subs. 3 dagen hechtenis. C. A. W overtreding der Motor en Rijwielwet 8 subs. 8 dagen hechtenis. B. K„ overtreding der Arbeidswet 5 subs. 5 dazen hechtenis. A. H„ idem f 20 subs. 20 d. h. O H. v. W idem f 10 subs. 10 d. h B. idem f 15 subs. 15 dagen hechtenis; J.H. de W. idem f 15 subs. 15 dagen hech tenis. J B v. d. S. het als bestuurder van een motorrijtuig daarmede zoodanig rijden, dat de vrijheid en de veiligheid van het verkeer op den openbaren weg wordt in gevaar ge bracht f 40 subs. 40 dagen hechtenis; J. S. B v. d B. overtreding Motor- en Rijwielwet 7 dagen hechtenis. T O N. E. V. O Op Woensdag 21 Januari a.s. zal door TO.N.EV.O. opgevoerd worden .De roof der Sabijnsche maagden", blijspel in 4 bedrijven door Frans en Paul von Schoen than Dit stuk werd jaren geleden al eens met succes door bovengenoemde vereeniging opgevoerd. Op Woensdag 11 Maart zal opgevoerd wor den: ..De Armen van geest" door Henri van Wermeskerken. Dit stuk zou oorspronkelijk gespeeld worden op 21 Januari. AGENDA VRIJDAG 16 JANUARI Stadsschouwburg. Wllsonsp'.ein„De man die beslag legt" door de Kon. Ver. „Hei Ne- derlandsch Tooneel". 8 uur Palace; „Drie met één benzinepomp Op het toonee'.The Puposy's. 8.15 uur. Luxor Theater: ..De Poort van het Ge'.uk" en Twee roode rozenOp het tooneel: Ge; tl en Charlie, de koningen der lucht. 3 15 uur. Rembrandt Theater: Dertig Paramount - sterren: een cocktail van humor, gra le. fantasie en levensblijheid Op het tooneel; Jongleur Livorno 7 en 9.15 uur. ZATERDAG 17 JANUARI Gebouw Protestantenbond: Letterkundige avond voor de Volksuniversiteit. 8 uur. Stadsschouwburg: Amsterdamsch Tooneel met „De medaille van een oude vrouw" 8 uur Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Teyler's Museum. Spaarne 16 Geopend op werkdagen van U—3 uur. behalve 's Maan dags. toegang vrij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5