Per sleepboot er op uit.
Met de „Vlaanderen" van het bureau Wijsmuller
VAMPYR Stofzuigers f 98.-
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAC 16 JANUARI 1931
TWEEDE BLAD
Met een baggermolen aan den tros.
Naar Rouaan.
r Het is wel eeri merkwaardig feit, dat wij,
Hollanders, op het gebied der sleepdiensten
zoo'n uitstekende reputatie genieten. Naar
bijna alle deelen van de wereld hebben onze
vaderlandsche sleepbooten reeds de meest
uïteenloopende „vrachtjes" vervoerd en mede
dank zij de enorme bevarenheid van kapi
teins. stuurlui, machinisten en matrozen zijn
onze maatschappijen er in geslaagd Neder
land op dit punt een vrijwel unieke plaats te
bezorgen.
Het bureau Wijsmuller te IJmuiden behoort
zeker wel tot de allerbelangrijkste ver
tegenwoordigsters van deze tak van bedrijf.
Zijn booten hebben de verb'uffendste staal
tjes van kracht en betrouwbaarheid aan den
dag gelegd en zijn personeel bestaat uit zee
lui van de allerbeste soort. De Vlaanderen",
die ons op het oogenblik" ook gastvrij ont
vangt is daar een prachtig bewijs van.
Want ofschoon de „Vlaanderen" pas vijf
jaar geleden gebouwd werd, heeft zij reeds een
respectabelen staat van dienst achter den rug
Haar eerste tocht maakte zij onder leiding
van kapitein Moerman f thans walkapitein te
IJmuiden) naar Australië met droogdok op
sleeptouw. Deze even moeilijke als gevaarvolle
reis werd op schitterende wijze volbracht en
het was dan ook volkomen gerechtvaardigd,
dat den wakkeren schipper bij zijn terug
komt in het Moederland een koninklijke on
derscheiding ten deel viel. Als eigenaardig
heid zij vermeld, dat de heer De Koe, die
thans tot kapitein van de „Vlaanderen" op
geklommen is. de reis als stuurman mee
maakte. Onder leiding van kapitein De Koe
zijn daarna nog heel wat belangrijke sleep
reizen ondernomen. In ieders geheugen ligt
ongetwijfeld het kunststukje dat in de tweede
helft van het afgeloopen jaar door dit kranige
vaartuigje en zijn ervaren bemanning werd
klaargespeeld. Zooals men zich zal herinneren
vertrok de .Vlaanderen" tezamen met de
„Friesland" op 10 December van Nieuwe Diep
naar Soerabaia, waar vier mijndrijvers afge
leverd moesten worden. Elk der sleepbooten
nam er twee voor haar rekening op den
12den October voeren deze helden der zee de
reede van Soerabaia op. De terugreis werd
op den 20sten October aanvaard en na een
voorspoedige reis arriveerden de beide sche
pen op den lOden December weder in Den
Helder.
De laatste reis, die de „Vlaanderen" onder
nam. leidde naar Rouaan. dezelfde stad, waar
heen ook nu weer koers zal worden gezet.
Hier moest een ponton gebracht worden. Ook
die tocht is een succes geworden en ware het
niet geweest, dat een dikke mist een spoediger
vertrek uit Rouaan onmogelijk maakte,
zeker had men dan binnen de vijf dagen in de
haven van IJmuiden terug kunnen zijn.
Donderdagmiddag 8 Januari meerde de
„Vlaanderen" aan den steiger van de firma
Wijsmuller en nauwelijks had de kapitein
„voet aan wal" gezet, of hij kreeg opdracht
zoo spoedig mogelijk opnieuw zee te kiezen,
noemaals naar Rouaan. ditmaal voor het ver
voeren van een baggermolen.
Pe t^ht d'e ik '--ars a's east van de
firma Wijsmuller, op het punt staan te aan-
en waarvan ik u in de vo>nnde
kolommen het een en ander hopen mede te
deelen.
Het zeegat uit.
Het- is ongeveer neeen uur in den morgen,
waneer wij ons Vrijdags aan boord van de
„Vlaanderen" begeven.
De „Vlaanderen" meet 289 ton en bezit een
machine van 550 P.K. Zij is lang niet de
grootste sleepboot van de firma, maar de
kapitein zou niet graag op een andere ge
plaatst worden, want hij weet de groote capa
citeiten van zijn schuit naar waarde te schat
ten, kent al haar eigenaardigheden en is
door de jaren heen bijzonder aan haar ge
hecht.
Langszij ligt de baggermolen ,.La Pa-
risienne". gebouwd door de Haarlemsche
Scheepbouw Maatschappij, bestemd voor Pa
rijs.
Een machine van 27 Meter lang en 6 20
Meter breed. Niet bijzonder groot dus. Zij zal
worden begeleid door twee zoogenaamde
..runners" van de Maatschappij. Onderin de
baggermachine hebben zij een paar ruime
hutten, met flinke kasten erbij, iets wat men
wel het allerlaatste op een baggermolen zal
verwachten. Om de beurten moeten zij de
wacht houden aan het dek. waar zij be
schutting kunnen vinden in een kleine dek-
Jtxutv' die van een kachel voorzien is.
*Let uur van vertrek nadert,
Voordat het zoover is, wordt de beman
ning gemonsterd- De waterschout knmt in
hoogst eigen persoon aan boord en teekent
de namen, geboortedata enz. van de man
schappen op; 14 man personeel zijn aan
boord: de kapitein, de stuurman, de marco
nist, de eerste en tweede machinist de kok
(en wat voor één!) en verder matrozen en
stokers.
Dan. tegen half twaalf, komt het beslis
sende moment: „de tros wordt losgesmeten
De „Vlaanderen" zal de baggermolen nog
langszij houden tot buiten de sluizen.
Met een gangetje van een paar mijl stoomen
wij op de sluis af. Daar is het oponthoud
slechts van korten duur. Reeds na twintig
minuten worden de deuren ontsloten, die ons
den toegang tot de Noordzee zullen ver-
leenen.
Nog varen wij binnen de beschermende
armen van de pieren.
De baggermolen wordt nu langzaam aan
een langer staaldraad, die door middel van
een kabel van circa 15 centimeter middel
lijn aan de „bating" verbonden zit. uitge
vierd. De draad loopt aan de andere zijde
uit in twee kettigen, welke via de bolders
aan het voorstuk van de baggermolen zijn
verbonden. De twee „runners" hebben de
grootste moeite om dé kettingen tusschen de
bolders te houden.
Deze laatste zijn namelijk maar
zeer kort en ieder oogenblik dreigt het ge
vaar dat de kettingen er bovenuit zullen
schieten. Echter, zoover komt het niet-
Als de baggermachine op ongeveer tachtig
meter van ons verwijderd is, blijkt de lijn
geheel te zijn uitgevierd. Spoedig zijn wij de
uiterste punten van de pieren nu gepasseerd.
De „Vlaanderen" komt maar langzaam voor
uit, want irLa Parisienne", die zeer diep
ligt, bewijst een vrachtje „van gewicht" te
zijn.
Vijf mijl op z*n hoogst loopen wij. De ka
pitein kijkt bedenkelijk. Het valt hem tegen.
In het allergunstigste geval kunnen wij Zon
dagmiddag Rouaan bereiken, maar naar
alle waarschijnlijkheid zal het wel Maandag
morgen worden.
Het is bij ons aan boord nog onbekend,
voor welke maatschappij de „Parisienne"
bestemd is. Eerst te Rouaan. waar de ma
chine wordt overgenomen, zullen we dat pas
te weten kunnen komen. Van Rouaan uit
zal de baggermolen later naar Parijs worden
gesleept.
Er staat een ijskoude Zuidenwind, zoodat
het aan dek bijna niet uit te. houden is.
Hoe zouden de beide runners het aan boord
van hun baggermolen hebben? Telkens zakt
de neus van den grijzen bak diep achter een
zware golf weg dan spuit een waaier van wa
ter hoog op en het lijkt alsof het gebeele ge
vaarte een oogenblik in het niet verzonken
is. En wat zal dat worden als de wind eens
begint op te steken?
De eenige correspondentie die wij met de
bemanning van de baggermolen voeren,
gaat door middel van de stoomfluit. Eén keer
per dag, om 12 uur 's middags, wordt één
stoot gegeven en wanneer van de andere
zijde van het lijntje geen signalen met den
misthoorn gegeven worden, neemt men van
onze zijde aan. dat alles in orde is.
Het is mistig op zee. Met de pieren van
IJmuiden verdwijnt het laatste stukje Ne
derland al gauw uit het gezicht. De „Vlaan
deren" koerst thans naar het Zuid-Westen.
De kapitein is van plan de Engelsche kust
te volgen tot aan Beachy Head, teneinde in
het Kanaal zoo min mogelijk last te onder
vinden van den Noordelijken wind.
Tegen vier uur passeeren wij Schevenin-
gen. Land is er niet te zien. Alleen het licht
van den vuurtoren stelt ons in de gelegen
heid ons eenigermate te oriënteeren. De mar
conist heeft zoojuist het weerbericht opge
vangen en de voorspelling luidt zoo gun
stig. dat w\j den nacht met het volste ver
trouwen tegemoet zien.
Een type.
In het midden van het schip, vlak onder
de hut van den marconist, heeft de kok zijn
heiligdom gevestigd.
De man is een meester in zijn vak. zonder
twijfel. Maar dat is het niet. dat hem tot
een bepaald type aan boord gestempeld
heeft. Hij is een geboren causeur, een man.
die al hetgeen hij in de 25 Jaar van zijn
zeemansbestaan heeft, meegemaakt, op zoo
kostelijke en fantastische wijze weet op te
disschen. als geen ander hem zal kunnen
verbeteren. ..De leugenaar" wordt-ie aan
boord genoemd, maar die bijnaam ls slechts
ten deele juist. Want al schept „Willem" er
behagen in zijn medemenschen, waar het
mogelijk is, voor den gek te houden, als hij
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORISSTRAAT 16
TELEFOON 10756.
eenmaal met zijn verhalen voor den dag
komt. bemerken we al gauw. dat we hier met
een interessante kerel te doen hebben. Van
de koopvaardij, waar hij vroeger op gevaren
heeft, moet hij niets hebben, maar aan de
sleepdienst heeft hij zijn hart verpand. Daar
weet hij dan ook de zonderlingste avontu
ren van te vertellen, die hij op de hem eigen
sappige manier ter tafel brengt. Zoo maakte
hij het eens mee. dat een sleepboot, waar
op hij als kabelgast werkzaam was, een
enorme rijnaak van Vlaardingen naar Zee-
brugge moest vervoeren. Den eersten nacht
stak er een geweldige wind op en Willem
kreeg de opdracht de aak goed in het oog
te houden. De vuren bleven evenwel dui
delijk zichtbaar, zoodat men aan boord van
de sleepboot in de volle overtuiging leefde,
aat er niets bijzonders aan de hand was. Te
middernacht ontstak de kapitein de z.g. sta-
kel, d.i. een soort fakkel, die op de com
mandobrug heen en weer gezwaaid wordt
om de aandacht van de bemanning op het
gesleepte vaartuig te trekken. Wordt dit tee-
ken door laatstgenoemden op overeenkom
stige wijze beantwoord, aan is dit het be
wijs. dat er geen moeilijkheden zijn. Thans
echter werd dit teeken niet beantwoord en
onmiddellijk gaf de kapitein het bevel de
tros In te halen. Wat bleek? Precies in het
midden was het gevaarte doorgebroken. Van
het achterstuk geen spoor! Drie uur lang
doorkruiste de sleepboot tevergeefs den ge-
heelen omtrek, doch zonder resultaat, daarop
besloot men. teneinde raad, naar Vlaardin
gen terug te keeren en hier was inmiddels
telegrafisch bericht uit Calais ontvangen,
dat de achterste helft van de aak behouden
en wel op het strand te Calais was neer
gezet.!
In dit genre avonturen schijnt de kok on
uitputtelijk. En als hij weer eens een van
zijn daverende ondernemingen in de kajuit
heeft medegedeeld en hij het gezelschap
naar hun oordeel over het geval vraagt, zegt
de kapitein: .Prachtig", maar toen je het
den eersten keer vertelde was het een beetje
anders".
Het is al tegen twaalven als de Vlaanderen
het Maaslichtschip passeert De zee houdt
zich kalm. Er zal wel niet spoedig verande
ring in het weer komen. Achter ons deinen
het roode en het witte licht van den bag
germolen langzaam op en neer Een tank
schip. het eenige vaartuig overigens dat wij
op dezen stillen avond tegen komen, passeert
ons op eenige mijlen afstand.
Van den volgenden dag valt betrekkelijk
weinig bijzonders mede te deelen. Wij zijn te
zes uur in den morgen het lichtschip Noord
Hinder gepasseerd en stoomen in Zuid-Wes
telijke richting verder. Het is iets minder
mistig en later op den dag breekt zoowaar
de zon nog even door. Wij maken thans vier
en een halve mijl per uur en zooals het er nu
voorstaat, kunnen wij niet eerder dan Maan
dagmiddag op de plaats van bestemming
zijn.
Op het water valt nu weinig te beleven.
Een enkele maal passeeren wij een eenzamen
kotter, moestal een Belg of Franschman, die
verankerd ligt en op schol vischt. Eens zien
wij in de verte een Hollandsche vrachtboot
stoomen. Zij is te ver weg om den naam te
kunnen ontdekken, maar de „marco" con
stateert dat het eeri „kerk" boot is, d.w.z. een
schip van de (V)ereenigde (N)ederlandsche
Scheep vaart-maatschappijzooals de Rid
derkerk, Nieuwerkerk, enz. Toch hebben de
opvarenden ons opgemerkt, want de natio
nale driekleur wordt, gestreken, een groet die
wij op gelijke wijze herhalen. En het doet
prettig aan, dat we. zoo tusschen vreemde
landen in. even een hartelijk stukje Neder
land ontmoeten, al is het dan ook op groo-
ten afstand.
Om 12 uur Greenwich tijd (want dit is de
tijd. die aan boord steeds als maatstaf wordt
genomen) zitten we 20 mijl ten oosten van
North Foreland. Opnieuw komt er mist op
zetten. gelukkig niet al te dik. Later op den
middag klinkt, de waarschuwende sirene van
Soutch Goodwin en tegen den avond ont
dekken wij de lichtsignalen van Soutfh Fore-
Land. Thans gaat het op Beachy Head af.
Daar, nabij het lichtschip Royal Sovereign,
zal de „Vlaanderen" het roer wenden en
koers zetten naar de Fransche kust.
Land.
De emotie, voor het eerst land te zien. na
ruim twee dagen slechts water als eenige
omgeving te hebben gehad, beleven wij den
volgenden middag. De hooge Noord-Fran
se he kust. ligt gehuld in een wazig gordijn
van mist. Wij vorderen langzaam, want de
sterke tegenstroom waarmede we hier te
kampen hebben, biedt een enorme tegen
stand. Soms is zij zoo sterk dat we het zelfs
moeten afleggen en „terrein" verliezen. De
vuurtoren van Antifer teekent zich vaag af
tegen den mistigen achtergrond....
Wij naderen Havre.
A Is de schemer langzamerhand begint te
vallen, worden aan bakboordzijde de lichten
van den vuurtoren van Cape La Hève zicht
baar. Daarachter doemt een rij van lichten
de stippen op: de dokken van Havre. Voor
middernacht kunnen we de rivier niet meer
bereiken, want vlak voor den mond van de
Seine ligt een hooge zandbank, een „drem
pel". die thans, met eb, een onoverkomelijke
hindernis blijk te zijn.
Het is briezerig weer nu.
In de verte duidt een groen flikkerlicht de
ingang van de Seine aan.
Daar dobbert met. haar beide vuren hoog
in top. de loodsboot. Als wij haar een paar
honderd meter gepasseerd zijn. besluit de
kapitein het anker neer te laten. Eerst moet
echter de baggermolen een zestig meter
naderbij gehaald worden, zoodat we. zoodra
de vloed is opgekomen, de rivier kunnen op
varen.
Alle hens aan dek! Zelfs de kok laat z'n
kombuis in de steek. De zware kabel wordt
met man en macht van de ..bating" losge
maakt en over de t-rossenller ge'egd. Dan zet
de tweede machinist de motor van de winch
aan. Vijf man leiden de tros in de goede
richting, terwijl twee matrozen voor het op
rakelen van het losse einde zorgen. Wanneer
de baggermolen een twintig meter achter
ons zit, wordt de winch scop gezet. De ma
troos op de voorplecht van onze boot brengt
de ankerspil in beweging. Op negen vadem
diepte ligrt het anker aan een grond.
Inmiddels vaart de loodsboot in een wijden
boog om ons heen, met haar fel zoeklicht
steeds op de „Vlaanderen." en haar volgeling
gericht. Van het dek af wordt ons toegeroe
pen. dat de „pilote" om elf uur aan boord zal
komen en als een spookschip zien we het
vaartuigje weer uit het gezicht verdwijnen.
De Seine op.
Elf uur Zondagavond. De loodsboot nadert
ons opnieuw. Een klein vletje wordt aan een
zijde van de boot gestreken, het lijkt ons of
het een onbegonnen zaak ls om daarmede de
„Vlaanderen" te bereiken. Maar de ervaren
roeier heeft niet de minste moeite met de
zware golven en na enkele minuten duikt de
joviale kop van den „pilote" boven de ver
schansing uit.
In de kajuit wordt de loods met een si
gaar en een kop koffie „opgewarmd" voor
het koude baantje, dat hij op de commando
brug zal moeten vervullen. Met deze beproef
de kracht aan boord zullen we veilig de ri
vier opvaren.
J. H. V.
STADSNIEUWS
(Zie ook elders in dit nummer
KERK EN VREDE.
REDE DS. KAGENAAR
Voor „Kerk en Vrede" sprak Donderdag
avond in de Noorderkerk Ds. D. B. Kagenaar
uit Dalem (bij Gorcum) over het onderwerp.
„Hoe ik ais orthodox predikant sta tegen
over oorlog en oorlogstoerusting". Ds. J. M.
Leendertz, voorzitter der afdeeling. sprak hel
openingswoord.
Ds. Kagenaar zeide dat er twee wegen zijn,
de wijsgeerig humanistische, waarin het
middelpunt is de mensch, en de ethisch
christelijke, waarop men zich afvraagt, hoe
de mensch staat tegenover God.
Wanneer men van het orthodoxe stand
punt uit redeneert dient men den Christe-
lijk-etischen weg te kiezen Zoodoende dient
men allereerst vast te stellen dat er sprake
is van een groote schuld der menschheid er.
der kerk: „Wanneer alle kerken de hand op
zouden steken, zou een oorlog onmogelijk
worden. Het feit dat dit niet gebeurt is een
schuld die torenhoog boven de wereld oprijst.
Wanneer de toren instort zullen ook de ker
ken getroffen worden".
Spreker zeide zich op de strikste wijze aan
het Woord Gods te zullen houden, aan den
bijbel. In het Oude testament wordt God's
majesteit en heerlijkheid ten toon gespreid,
majesteit en heerlijkheid echter zijn in het
oude testament omfloersd. In het nieuwe
testament wordt de nevel verscheurd. Daarin
spreekt Jezus zelf. Ds. Kagenaar argumen
teerde uitvoerig waarom men zich ten aan
zien van de vraag oorlog en vrede bij voor
keur van het Nieuwe Testament dient te be
dienen. Voorts memoreerde hij het gebod var.
God aan Israël om ten strijde te trekken.
Thans bestaan er echter geen sterveling en
geen mogendheid die zouden kunnen bewe
ren, dat God hen heeft opgedragen om te
gaan oorlogvoeren. Bovendien staat in de
Tien Geboden: „Gij zult niet dooden".
Vervolgens zeide spreker: „In Jezus vinden
wij hoe wij hem mogen beschouwen
een autoriteit. Hoe dacht, hij over het vraag
stuk? „Gij zult. hooren van oorlogen en ge
ruchten van oorlogen" heeft hij gezegd. Vol
gens Ds. Kagenaar gelden deze woorden tot
het jaar zeventig; volgens anderen gelden
zij tot het einde der wereld. Doch wat dan
nog? Staat, er geschreven dat wij mee moe
ten doen? Wij mogen als Christenen de wa
penen niet opnemen. Oorlog is lijnrecht in
strijd met de heiligmaking die wij moeten
najagen."
Ds. Kagenaar trok vervolgens een parallel
tusschen den stijd tegen de slavernij en de
prostitutie en de bestrijding van den oorlog.
Ook het bestaan van de slavernij en de pros
titutie heeft men met bijbelwoorden trach
ten goed te praten.
Vervolgens merkte spreker op. dat net on
begrijpelijk is, dat men rustig blijft zitten,
zonder te strijden tegen den zonde-oorlog en
al kunnen wij het nimmer geheel bereiken
wat wij zoeken, toch zullen wij de opdracht
van God altijd als een wet moeten blijven
volgen en moeten blijven strijden tegen de
zonde.
„Wanneer ge dragers van innerlijken vrede
wilt zijn. vrede die gaat boven het verstand,
kunt ge dan handelen voor oorlog? Kunt ge
den innerlijken vrede vereenigen met het
rijgen van een mensch aan een bajonet? Het
is belachelijk dat er nog menschen zijn die
beweren dit wel te kunnen."
Spreker behandelde nog andere uitspraken
van Jezus die door hen welke oorlog en oor
logstoerusting goedpraten, dikwijls worden
geciteerd. Zoo weerlegde hij foute gevolg
trekkingen van het woord „Ik breng het.
zwaard". Ook door ons leven moge het
zwaard van Jezus gaan. Aan welken kant
zouden wij ons scharen? Aan dien welke God
is toegekeerd, of van dien, welke verkocht is
aan de dingen dezer wereld?"
Vervolgens behandelde Ds. Kagenaar de
waardeering van het begrip „overheid" waar
van men wel eens zoo dwaas is te beweren,
dat zij de verantwoordelijkheid van den ster
veling die ten oorlog trekt, overneemt. Ds.
Kagenaar bestreed deze opvatting ten stel
ligste. De overheid die van God wordt Inge
steld dient te worden gehoorzaamd doch dc
overheid der regeeringen is een overheid die
den mensch zelf koos en waarvoor hij mede
verantwoordelijk is. In gewetenskwesties is
er maar een overheid: Dc wet van God, de
naastenliefde.
„Moeten wij ons vaderland verdedigen?"
Spreker antwoordde dat er eecn enkele on
behoorlijke poging om een land te verdedigen
in de oogen van God geoorloofd is. Het va
derland moge mooi zijn. God's woord is beter.
En wat is vaderland bovendien? Een plek
grond tusschen rcode lijnen en zou men daar
voor menschen mogen vermoorden? Hetzelf
de geldt ten aanzien van het begrip recht, In
den oorlog is er nimmer sprake van recht
maar altijd van macht. Geen mensch die
meedoet aan een oorlog zou thans kunnen
zeggen aan welken kant het- recht is.
In zijn slotbetoog zeide Ds. Kagenaar: „De
groote kwestie is dat wij dienen te kiezen:
een regeering of God. Naar Christelijke prin
cipes is er ten aanzien van de keuze geen
twijfel mogelijk.
Stanley Jones heeft gezegd: „De wereld is
meer dan ooit gereed voor een geestelijke
ontwapening."
,Jk geloof dat dat waar is."
Spreker eindigde met de vraag of er niet
te veel gesproken wordt van Go-i en te wein':r
gedaan volgens God. „Is dit niet de reden dat
de aanhang der kerken hollende achteruit
gaat? Omdat zij niet voldoende meegaan
met dien drang naar ontwapening?"
KIOSK VAN HET
R.-K. STATIONSWERK.
EEN DER EERSTE IN NEDERLAND.
Op het perron van het station Haarlem der
Nederlandsohe Spoorwegen, ongeveer boven
het viaduct Jansweg. vindt men tegenwoor
dig een houten gebouwtje, dat de kleuren
geel-wit en het wapenschild der St. Martha-
vereemging ter Bescherming van Meisjes
draagt: de nieuwe kio'k van het R.K.
Stationswerk. welke Donderdagmiddag in
tegenwoordigheid van vele belangstellenden
geopend is. De kio*k ls een keurig gebouwtje,
•n den stijl van het station ontworpen door
den architect N'.c. J. N ij man te Heemstede.
Het Interieur in roodbruin met grijs maakt
een rustigen indruk, er is een bank. waar zij,
die van de abri gebruik maken, kunnen rus
ten. er zijn opbergkasten en er :s waschge-
legenheid. Een vriendelijk huisje, waarin het
Statlonswork uitstekend tot zijn reoht ral
komen. De stationsinspectrice. die voor Haar
lem het mooie werk om jonge meisjes te
behoeden voor de gevaren eener onbekende
groote stad op zich genomen heeft. mej. E.
Vorstman, zai er prettig kunnen werken. De
post zal worden waargenomen, zoolang het
station geopend is. en indien dit wegens
buitenlandsche verbindingen noodig zou
mogen blijken, ook des nachts. Deze stations
kiosk. gesticht op initiatief van de Interna
tionale Meisjesbescherming, afdeeling Haar.
lem is eer. der eerste van dezen aard in
Nederland. Zij staat onder toezicht van de
Dekan.ven Jeugdraad, waarvan directeur is
pater H-ntzen en geestelijk adviseur kapelaan
J. Leesberg.
De mwijdingstoespraken zijn gehouden in
eer. der wachtkamers van he station. Daar
waren behalve de bestuursleden van ce
Martha vereeniging o.a aanwezig als ge-
noodigden de hecren W. J. B. van Liemt. lid
van den gemeenteraad. P J van Kessel,
voorzitter van de Sint Vincentiusvereeniging
mr. P. E. Barbas, secretaris van den Armen
raad. Swarl, inspecteur van de recherche.
Kapelaan Leesberg heeft een rede ge
houden. waarin hij in het bijzonder de mede
werking roemde van den stationschef den
heer Feenstra. weike helaas op denzelfden dag
van de opening ten grave werd gedragen.
Tot mejuffrouw Vorstman zeide de geeste
lijk adviseur dat het stationswerk in wereld-
sche beteekenis ondankbaar is. doch het -i
dit ze.ker niet in hoogeren zin. Den arohiteet
bracht spr. hulde.
Mevrouw Bierens de Haan heeft eenige
woorden gesproken* namens de Vereenigir.g
tot Behartiging van de Belangen van Jonge
Meisjes, van welker afdeeling zij presidente
is.
De plaatsvervangend stationschef, de heer
Van Riet hield een korte toespraak waarin
hij de medewerking van de Spoorwegen m
het onderhoud van het gebouwtje toezeg
de.
Schwester Primavesi sprak eenige geluk-
wenschen uit namens de vereeniging van
R.K. Dultsche meisjes te Haarlem en ten
slotte heeft kapelaan Leesberg hulue ge
bracht aan mevrouw H. Wiegantvan der
Hart. de penningmeesteresse der Martha-
vereeniging voor haar bemoeiingen
Het gezelschap heeft daarna het gebouwtje
bezichtigd.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN
G. E. v. R„ het loopen over verboden grond
10 subs. 10 d. h. F. G. W.. H. de J L. J. A.
overtreding der Loterij wet, ieder f 25. subs.
10 d. hechtenis voor elke boete. J. W K. het
kippen in een andersmans tuin laten loopen.
12 subs. 12 dagen hechtenis. J. A. v. Z..
overtreding der Drankwet 30 subs. 3 dn sen
hechtenis. A. M. C. A. de V. idem '20 subs.
2(i dagen hechtenis. J. W. v. d. S„ overtreding
der Veiligheidswet 'een trapgat niet vol
doende beschermd hebben 25 subs. 25 da
gen hechtenis.
A v. H overtreding der Motor- en RiJ-
wielwc t(" 15 subs. 15 dagen hechtenis. P. A.
C. G. M B. idem 8 sub-v 8 dagen hechtenis.
H. J. B. het te Haarlem een vier tuig niet be
hoorlijk beveiligd hebben tegen het wegne
men 2 subs. 2 dagen hechtenis. J. S. G
overtreding van het Motor- en Rijwielregle
ment 2 subs. 2 dagen hechtenis C. de V.
overtreding der Arbeidswet i 3 subs. 3 dagen
hechtenis. C. de V„ idem 3 subs. 3 dagen
hechtenis. C. A. W overtreding der Motor
en Rijwielwet 8 subs. 8 dagen hechtenis.
B. K„ overtreding der Arbeidswet 5 subs. 5
dazen hechtenis. A. H„ idem f 20 subs. 20 d.
h. O H. v. W idem f 10 subs. 10 d. h
B. idem f 15 subs. 15 dagen hechtenis;
J.H. de W. idem f 15 subs. 15 dagen hech
tenis. J B v. d. S. het als bestuurder van een
motorrijtuig daarmede zoodanig rijden, dat
de vrijheid en de veiligheid van het verkeer
op den openbaren weg wordt in gevaar ge
bracht f 40 subs. 40 dagen hechtenis; J. S.
B v. d B. overtreding Motor- en Rijwielwet
7 dagen hechtenis.
T O N. E. V. O
Op Woensdag 21 Januari a.s. zal door
TO.N.EV.O. opgevoerd worden .De roof der
Sabijnsche maagden", blijspel in 4 bedrijven
door Frans en Paul von Schoen than Dit stuk
werd jaren geleden al eens met succes door
bovengenoemde vereeniging opgevoerd.
Op Woensdag 11 Maart zal opgevoerd wor
den: ..De Armen van geest" door Henri van
Wermeskerken. Dit stuk zou oorspronkelijk
gespeeld worden op 21 Januari.
AGENDA
VRIJDAG 16 JANUARI
Stadsschouwburg. Wllsonsp'.ein„De man
die beslag legt" door de Kon. Ver. „Hei Ne-
derlandsch Tooneel". 8 uur
Palace; „Drie met één benzinepomp Op
het toonee'.The Puposy's. 8.15 uur.
Luxor Theater: ..De Poort van het Ge'.uk"
en Twee roode rozenOp het tooneel: Ge; tl
en Charlie, de koningen der lucht. 3 15 uur.
Rembrandt Theater: Dertig Paramount -
sterren: een cocktail van humor, gra le.
fantasie en levensblijheid Op het tooneel;
Jongleur Livorno 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 17 JANUARI
Gebouw Protestantenbond: Letterkundige
avond voor de Volksuniversiteit. 8 uur.
Stadsschouwburg: Amsterdamsch Tooneel
met „De medaille van een oude vrouw" 8 uur
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
Teyler's Museum. Spaarne 16 Geopend op
werkdagen van U—3 uur. behalve 's Maan
dags. toegang vrij.