Wintersport in Beieren, OUD-HAARLEM. 1 HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAC 22 JANUARI 1931 IERDE BLAD Verkenningstocht „Het Café". et het oog op het feit, -dat in. Oberstdorf alles simpel en een voudig is, hebben de weergoden L ingezien, dat een dergelijke in gewikkelde, voor leek en ingewijde onbegrijpelijke warwinkel van weerstoestan den, zoo als we in Holland hebben, hier vol maakt uit den toon zou vallen, en dies heb ben zij, met een inschikkelijkheid, die zij in ons dierbare vaderland ook wel eens mochten toepassen, den toestand een beetje vereen voudigd en de zaak een beetje overzichtelijker ingericht. Twee dagen geleden regende het hier des middags en een ski-enthousiast kwam uit de •bergen terug met de mededeeling, dat het boven sneeuwde. Toen wisten alle inboorlin gen waar ze aan toe waren en Herr Wagner met den statigen buik en de practische oogen verklaarde ons de heele theorie in een oog wenk. Sneeuw in de bergen, dass heisst heute Nacht Schnee hier, en dan valt met-een de kou in en zijn we weer voor een paar weken klaar. En een uur later sneeuwde het in een dicht gordijn van droge fijne vlokken, en den volgenden dag was het koud, maar de zon scheen niet. „Macht nichts", zei een vol gende inboorling, „er zit nog wat sneeuw, morgen is het nog wat kouder en schijnt de zon". Twee uur later sneeuwde het, en van den volgenden morgen af, is er geen vlokje meer aan den diepblauwen hemel versohe nen en liggen de bergen en het dorp van tien uur 's morgens tot vier uur 's middags te baden in een zomerseh warme zonne schijn. In de schaduw is het onmiddellijk koud, en vannacht heeft het vijftien graden ge- Op den Eisplatz midden in het dorp, waar vanuit een koepeltje de radio in bonte volg orde meesleepende walzen, .daverende tenor solo's en afgezaagde Carmenmuziek ten beste geeft, vlechten beginnelingen in de meest voyante en schitterende costuums en (meesters in de kunst in zakelijke, van aHe overtolligheden ontdane pakken van den vroegen morgen tot laat in den middag hun schoone krullen en bibberige kunstrijpo- ginkjes door elkaar en op de diverse daarvoor .bestemde weiden in de buurt van het dorp stuntelen beginnelingen in de edele skikunst rond op een manieT die werkelijk zielig is om aan te zien. Dat is het wonderlijke van de moeilijke sport, die skiloopen toch heet te zijn, dat het er zoo angstwekkend een voudig uitziet. Stap op een paar ski's en rij weg, de heuvels op, de bergen af, tot waar de sneeuw blank en ongerept ligt en als een met diamanten bezette u koningsmantel schittert en flonkert Kinderen van drie of vier jaar beenen er op rond, of ze met skh-s aan hun voeten ge boren zijn en een speciale inrichting aan hun bedden hebben om ze 's avonds niet uit te hoeven trekken en ik moet eerlijk bekennen, dat ik me op fnijn eerste skipogingen boven mate verheug. Volgens deskundigen pleeg je de eerste lessen meer in de sneeuw dan erop c'.oor te brengen, en komt skiën op heel iets anders neer dan op wandelen met een paar meterlange. schuivende verlengstukken aan je voeten. Morgen beginnen we'waarlijk'! Dat de god der skiloopers onze eerste pogingen zegene Gisteren hebben we onze eerste lange wan deling gemaakt. Dwars door het dorp, over de Mühlbrücke, waaronder het diep blauw groene, volmaakt heldere water van de Tret= lach met een voortdurend geklots en ge- kabbel doorplast en toen langs het smalle be sneeuwde paadje langs de rivier tot het Café Grubên, dat mijlen verder eenzaam en "verlaten tusschen de sneeuwhellingen ligt. Diep beneden ons ruischte de rivier, met groote witte besneeuwde grinteilanden kris kras tussdhen de smalle stroompjes, waarin hij zich in dezen waterloozen tijd verdeeld had. en beneden ons en boven ons ruischten de sparren, die tegen den stellen rivieroever opgroeiden: Links lagen de bergen, stralend wit in de zon, en bij een bocht lag het heele landschap, bergen, blauwe hemel en donkere besneeuwde spa'rren glashelder in het water weerspiegeld. Af en toe kabbelde van den Steenigen bergwand rechts van ons een smal watervalletje naar beneden, onder het kleine houten bruggetje door, waarover het pad liep en verder naar beneden, naar de rivier: twee, drie decimeter lange ijspegels hingen van de uitstekende steunpunten naar beneden en ergens was het water bevroren tot een rechtopstaand stuk ijsmuur ter grootte van een tafelblad. De sneeuw, die den eersten dag op alie dikke en dunne boomtakjes lag. is er grootendeels afgevallen op de breede afgeplatte dennentakken houdt hij nog en de berketakken zien eruit of ze vol zijn geregen met malle dikke ronde dotjes watten; aan een paar takken hangen volmaakte sneeuwguirlandes en slingers ter dikte van een centimeter of zeven. acht. Het volmaaktste sprookjesland, dat je je in kunt denken. Onzen Hollandsche oogen, die niet aan een dergelijke kwistig gebruik van sneeuw gewend zijn. doet het net aan. of de één of andere Kerstman per ongeluk zijn heele voorraad Kerstmiss neeuw boven Oberstdorf en omgeving binnenstebuiten ge draaid heeft, zoodat wij armzalige Noorder lingen er bij inschoten, en maar één avond natte watersneeuw konden krijgen, en bij oogenblikken krijg je werkelijk de neiging om boven in een spar te klimmen en te onderzoeken, of dat nu werkelijk allemaal echt is. Bij wijze van contrast zijn we ove rigens ook al zoover, dat we niet in het minst verwonderd zouden zijn, als op een gegeven oogenblik een vriendelijk waggelend knorrend ijsbeert je tusschen de sparren uit kwam wandelen, en ons tevreden spinnend tegen onze beenen streek, of als een knor rend wild zwijn even zijn slagtanden tegen onze beeldige wollen geruite beenen kwam strijken. Een mensch met een beetje verbeel ding wordt hier een inconsequent wezen, met neigingen naar het fantastische. Dingen, die volgens Bartjes onmogelijk zouden zijn, verwacht Je hier zonder de minste gewetens wroeging. Maar Bartjes was ook een Hol lander. Hier zou hij zeker nooit geboren zijn. En eigenlijk wist hij er ook niets van af. De Mohrweiher, een ijsbaan, die onpraktisch ver buiten het dorp ligt, en dan ook vrijwel alleen door de inboorlingen gebruikt wordt, en het zwembad, dat er nu wonderlijk uit ziet met zijn keurig aangelegde grashei- linkjes en trappen en trapjes onder de sneeuw laten we rechts liggen en stappen verder de kronkels van de rivier langs. Om naar het café Gruben te komen, moeten we ten slotte een smal ijzeren bruggetje over en aan den anderen kant zitten we al dadelijk midden op een uitgestrekte besneeuwde hel= lingsmassa, waar het paadje dwars over loopt. Een jongen op ski's stapt stap voor stap, zijn skies naast elkaar neerzettend, tegen een heuvel op, en zwiert dan opeens met een geweldige vaart naar beneden, dwars over het paadje, de diepte in. Heelemaal aan het andere eind ligt het café, een ge woon boerenhuis met veel daken en afdakjes en een besneeuwd verbindingsdakje, van het huis naar de stallei^-waar dikke ijspegels van af druipen. Be Eisplatz. Een statige waardin, met een fijnbesneden. aristocratisch gezicht en een houding als van de chatelaine van een middeleeuwsch kasteel, die een paar ridderlijke, zwierig getooide gasten ontvangt, gaat ons voor naar een ge lagkamer, die waarschijnlijk tegelijkertijd mooie kamer is, en waar in een alierbedompt- ste atmosfeer een stuk of wat boeren en boerinnen-op-zijn-Zondagsch het is Drie koningen en de bevolking is zuiver Katholiek in een volmaakt onverstaanbaar dialect zitten te kakelen. In minder dan geen tijd hebben we in gedachten een heele roman vastgeknoopt aan de zoo absoluut uit den toon vallende ver schijning van de huisvrouw, In een keurige japon met een zwart satijnen schortje voor. met haar hooghartig gesloten gezicht, die. als ze ons thee. en ongelooflijk lekkere eigen gebakken Kuchen heeft gebracht, bij de rest van het gezelschap gaat zitten met een ge zicht, of ze ver boven het kakelende geklets van de rest staat, en niemand van haar hoeft te verwachten, dat ze een mond open doet. Op de kamer zelf raken we voorloopig ook niet uitgekeken. Viak achter ons troont een geweldige, licht biauw-groene kaohel, waar schijnlijk gemetseld en gepleisterd; heele maal boven op het gevaarte prijkt een won derlijk bouwsel van huizen met een groepje boo men erbij. De heele zoldering ziet groen van een welig groeiende crevelure, die zich uit twee potten, elk in een hoek van de kamer, over het heele plaffcnd verspreidt. De deuren zijn met ingewikkelde figuren in beige en wit beschilderd, en onder het raam tegenover ons staat een prachtige antieke canapé, zooais er bij ons in het Frans Halsmuseum een paar op zolder staan, beladen met kleurige kussens en witte antimacassars. Aan den muur ernaast hangen vlak naast elkaar een koekoeksklok en een wonderlijk iets met een witte uitgesneden wijzerplaat om het hardst te tikken, en er onder en erboven hangt het vol met portretten in ouderwetsche zwarte en vergulde lijstjes. Ergens achter in de kamer gaat een deur INGEZONDEN MEDEDDELINGEN a 60 Cts. per regel. Geen wo Een das verwent Uw hals. Neem Wybert Hel beste slweermiddel tegen verkoudheid en besmetting. open, en een oud mummelbesje, dat zoo uit het sprookje van Hans en Grietje gestapt kon zijn, met een gebogen rug, een scherpe roode, gerimpelde neus, en een omslagdoekje over haar vale, peperkleurige haar, stap: binnen en neemt met een paar venijnig uit- gekraaide woorden onmiddellijk de leiding van het gesprek. Onze chatelaine zit er nog steeds zwijgend, met de handen in den schoo- gevouwen, en een statig recht gehouden rug bij, en als we aanstalten maken om weg ce gaan, begeleidt ze ons minzaam naar de deur en wenscht ons met een hoffelijke hoofd neiging en een hoofdsche handdruk „Auf wieöersehen". Een meer dan wonderlijke ver schijning in dat *eenzame boerenhuis, waar 's winters waarschijnlijk zoo goed als niemand komt dan wat dikke, roode, glimmende boeren en hun even dikke, vroolijke kletsende vrouwen. Als we terugkomen bij Oberstdorf, loopen we al in de schaduw, en de ondergaande zon werpt een rossigen gloed op de dichtstbij zijnde bergen en kleurt de sneeuw op de ver der afgelegene, zacht lila. In het dorp pinke len al een paar lichtjes, en op de ijsbaan speelt nog steeds de radio. Terwijl we dit schreven in de veranda van onze kamer, die op het Zuiden ligt en door de zon tot een warm broeikas je gestoofd was. zagen we over de bergen in de verte de nevel neerzakken, tot de toppen erin verborgen waren, en, gezien de simpele weersvoorspel lingen der Beiers, waagden we ons aan een gokje, en voorspelden schuchter sneeuw. Op het oogenblik zit de heele berg in de nevel en vallen wat spaarzame vlokken. Morgen zal het waarschijnlijk nog een beetje kouder zijn, en schijnt de zon weer uit een onbewolktéfc blauwen hemel, zoodat je overal aan den Zuidkant zonnebaden neemt zooals bij ons zomers in Scheveningen. Het is hier een veelzijdig land. Oberstdorf, Januari 1931. WILLY VAN DER TAK. FEESTAVOND. Zaterdag 24 Januari zal de Neutrale bond van personeel in de voedingsbedrijven, ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan, een feestavond houden in de bovenzaal van Brinkmann, Groote Markt. Deze avond zal opgeluisterd worden door een dubbelmannen-kwartet „Euterpe" en den humorist, goochelaar, buikspreker Louis Meiloc uit Amsterdam. Een orkest onder leiding van den heer van Strien zal dezen avond opluisteren. Na afloop is er bal. RECORD IN DEN BOLLENIÏANDEL Naar Reuter seint, is er aan het Liverpool- street-statipn te Lbfiden in den handel in Nederlandsche tulpenbollen een record ge slagen. Op één morgen werden daar n.l. niet minder dan 864-000 bollen, met een gewicht van 45 ton, verwerkt. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. De eerstvolgende vergaderingen der Kamer worden gehouden op 17 Februari, 31 Maart en 12 Mei 1931. PERSONALIA. De volgende gediplomeerden van de Mid delbare Technische School te Haarlem zijn benoemd in de navolgende betrekkingen; Af deeling Bouwkunde: de heeren B. E. W. van Bennekom als ambtenaar bij den dienst der Stadsontwikkeling en volkshuisvesting te 's Gravenhage; H. J. Versteeg als bouwkundig opzichter bij de Ge meen te-Gasfabriek te Zeist. Afd. Werktuigbouwkunde: de heeren J. C. Bergman, ais teekenaar-constructeur bij Gebrs. Dikkers en Co., Hengelo iO) G. J. Hamer als „Reise-Ingeniör" bij W. M. C. Grootenhuis, Rotterdam; R. G. van Manen, als employé bij de Nederlandsche Koloniale Petroleum Mij. EXAMEN. Bij de door het Centraal Bureau Instituut Pont te 's-Gravenhage afgenomen practijk- examens slaagden o.a.: Voor practijkdiploma machineschrijven: de dames: A. Meijer, R. A. W. Visser, J. M. W. Specht Grijp. W. J. Brust. B. Th. M. Wösten en de heeren H. Bunschoten en W. J. Opten. Voor snelheidsdiploma machineschrijven: mej. Th. J. ten Brink en de heer K. A. Fuchs. Voor kantoorstenograaf Nederlandschme juffrouw Th. J. ten Brink. mej. A. Meijer, mej. E. Perk, mej. J. M. W. Specht Grijp, mej. E. Berlagen. Voor kantoorstenograaf Duitsch 130: mej. P. H. Ruygrok. al'en leerlingen van het Insti tuut Pont te Haarlem. MR. DR D A. P N. KOOLEN 80 JAAR. Woensdag is Mr. Dr. D. A- P. N. Kooien, lid van den Raad van State, oud-voorz. der Tw. Kamer en oud minister van Arbeid. Handel en Nij verheid (3 maanden in 1925 in het kabinet Colijn) 60 jaar geworden. De feestdag werd in intiemen kring gevierd, doch de jarige ontving toch tal van blijken van belang stelling. STEUN AAN NEDERLANDSE FABRTKAAT. Te Rotterdam heeft zich een comité ge vormd van 40 Indmtrleelen onder leiding van ir. J. H. H. Verloop, dat zich ten doel stelt propaganda te maken voor steun aan de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" en haar streven. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. VOORKOMT TANDBFDF.RF en poetst s-morgens en Vavonds met NI VA TANDPASTA 70 cts. per '/i tube. 23 cis p. 'A tube. Wal gespaard bleef. (Nieuwe serie.) VL Onze St. Bavo op de Groote Markt is abso luut het moois e oude bouwwerk in onze stad. Haarlem mag met recht trotsch zyn op deze schitterende er fenis de; vade ren! Het is wel ls waar een samen voegsel van 14e, 15e en 16e eeuwsch. bouwkunst maar in den loop der jaren is het aan een gegroeid to: een monument Allan oaischree. de kerk reed; als een hechte eerezuil van va- derlandsche kunst, die vol majesteit de zich aan zijn breeden voet uitbreidende stede geheel be- heerscht. Bij gebrek aan de oorspronkelijk bescheiden heerscht onzekerheid over de vraag wanneer men de St. Bavo is be ginnen te bouwen. Het is evenwei een vast staand feit, dat voor de stichting der tegen woordige kerk op de Groote Markt toen nog het Sant reeds een kerk gestaan heeft. De bouw dier eerste kerk wordt door eenige historieschrijvers naar de 12e eeuw St. Bavo. Het zuider trancept verschoven, maar eenig bewijs Is daarvoor niet aan te voeren. Toen in 1843 in de 61. Bavo het grafteeken voor F. W. Conrad werd opgesteld, bleek bij het graafwerk, dat nog resten van de fundeering der vorige kerk aanwezig zijn. Ook werden toen veel half vergane doodsbeenderen gevonden ter weerszijden van den middentrans, waaruit afgeleid wordt, dat de vroegex-e kerk veel kleiner geweest Is, want in den ouden tijd werd veelal niet in, maar naast de kerk begraven.- Mevrouw Jo M. Sterck—Proot oppert in haar onlangs verschenen boek ..Haarlem's oudste tijden" de veronderstelling, dat al voor het jaar 1000 op het Sant een kerk ge staan heeft. Haarlem kwam namelijk toen al voor in de blafferden van het Utrecht- sche bisdom, zoodat aan te nemen is, dat er toen al een kerk hier ter plaatse gevonden werd. Dit alleroudste bedehuis zal dan hier, als elders in die eeuwen, geheel uit hout zijn opgetrokken. De geschiedschrijver Beda uit de 8ste eeuw vertelt hoe zulke houten bede huizen hier werden gebouwd. Als eerst de plaats zorgvuldig gekozen was. werd van zware eiken balken een langwerpige recht hoek op den grond uitgelegd en wel zoo. dat de kerk zuiver gericht kwam op de H. Linie, dat is met de hoofdrichting W.O. en de koor zijde naar het Oosten uitgebouwd. Zware eiken palen vormden dan de kerkwanden en droegen het houden zadeldek. dat met stroo was afgedekt, terwijl met pik en teer de reten gedicht werden. Voorzoover vensters van latten, soms met hoorn gesloten, geen licht genoeg doorlieten, werden in de vrij donkere ruimten walmende olielampen opge hangen bij de diensten, die werden aange kondigd door het slaan op loshangende IJze ren platen. Het duister der kerken was t-ooiwens een gering bezwaar toen de kerkboeken nog onbe kend waren en alleen op het koor in he groote perkamenten koorboek behoefde ge lezen te worden. In het ruim der kerk waren banken noch stoelen. Deze ontbraken zelfs neg in he*, midden der 15e eeuw in den Dom te Utrecht. De geloovigen stonden, knielden of zaten op den grond. Versierd waren in die tijden al leen het koor en het altaar De pri^s*er- kleederen en ook het heilige vauiwo k waren van grooten eenvoud. Als de houten kerk ook gewijd was aan 3t. Bavo dan kan die wtfiia* pas hebben plaats gehad na 1 10 zoo vervolgt me vrouw Sterck—Proo'St. Bavo. wiens doop naam Aleweyn of Allow in us luidde, was een Zuid-Nederlandsche ridder uit den Hasp.n- gouw, die als kluizenaar door zijn heilig .even ln Vlaanderen velen had gesticht en de bijzondere patroon der boetvaardigen was. Hij stierf Ut Gent in 653. maar eerst in 1910 werd zijn gebeente daar plechtig ont graven en daarna overgebracht als reliqui naar een schrijn in de Gon.sche hoofdkerk, sinds aan hem toegewijd. De kronieken vermelden voor het eerst een St. Bavokerk te Haarlem in het leven van graaf Florls H, die tot 1122 heeft geregeerd. HU heeft namelijk zijn eenig dochtertje daar onder een marmeren zerk laten begraven. In het archief van de kerk is bovendien een oorkonde, waaruit blijkt, dat de kerk be gunstigd werd door Paus Clemens V, die haar een aflaatbulle schonk, die. met een vidimus bekrachtigd, door den Kerkvorst werd uitgevaardigd te Airgnon op 15 Mei 1309. Het is zeer waarschijnlijk. dat het zeer kleine houten kerkje omstreeks 1100 door een stee nen kerk vervangen is. Maar ook dat moet een gebouw van betrekkelijk kleinen omvang zijn geweest. De stad breidde zich ln de 14e eeuw al vrij sterk uit. Daardoor werd die kerk te klein en werden, omstreeks 1470. plannen gemaakt om een grootere op dezelfde plaats ie bou wen. Niet onmogelijk is. dat bij de vergroo ting eenige gedeelten van net oude kerkge bouw nog behouden zijn. Die oude gedeelten vindt men dan bij het koor. De tegenwoordige kerk zou dan het derde bedehuis zijn, dat op die plaats ge bouwd is. Het Sant was aanvankelijk veel grooter dan de tegenwoordige Markt. Anders had men cr nooit tijdens de regeering van Ko ning Graaf Willem II die groote tournool- spelen kunnen houden, waarvan de historie- boeken gewag maken. De oude kerkgebou wen hebben meer naar den kant van het Spaarne gestaan. Aan dit water concentreer de zich de handel, zoodat ln de omgeving daarvan het dfukte stadsleven werd gevon den. Voor de Heiworm in g was de kerk opgedra gen aan den H. Bavo. die hier zoo stalt Allan vast met grooten luister werd ver eerd, zoodat men er ter zijner eer een zil veren standbeeld had opgericht, ter zwaarte van 2.1 K.G., terwijl het gebeente van den schutsheilige in een zilveren koffer besloten, er als een heilige reliqui. ter vereering der geloovigen, was tentoongesteld, totdat het tijdens den beruchten beeldenstoi-m, die helaas zooveel schoons en kunstschatten deed te loor gaan, naar Keulen werd ge bracht. De St. Bavo kreeg een lengte van ongeveer 115 Meter. Aanvankelijk moet het de be- Het fraaie poortje aan den kant van het Klokhuisplein. doeling geweest zijn om een steenen gewelf boven de geheele kerk ta maken. Tijdens den bouw heeft men daarvan afgezien, alleen de zijbeuken kregen een steenen overwel- vlns, terwijl het middenschip met hout werd overdekt. Alleen over het maken van dit houten gewelf werd twee Jaar gewerkt. In het middenschip vindt men 13 pilaren,, waarvan er 4 zeer zwaar zijn, tot het dragen van den toren. In ons volgend artikel volgen nog nadere bijzonderheden over de kerk en haar ge schiedenis. C. J. VAN T. Een deel van de aanbouwsels der. kerk aan de zijde der Oude Groenmarkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13