NIVEA BINNENLAND Het Genootschap van den Octopus. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 3 FEBRUARI 1931 ONS SPOORBOEKJE. Het mysterie der dienst regeling. ONVERMOEDE PUZZLES. Geen belangwekkender roman dan het Spoorboekje, heelt eens iemand gezegd. Inderdaad, het Spoorboekje, vernuftig als het is van samenstelling, bevat voor den le zer. die er genoegen in vindt om het te bestu- deeron, en hoe dikwijls is dit genoegen een noodzaak tal van geheimenissen, waarin hij echter gemeenlijk wel vermag door te dringen, want tenslotte is het goed lezen van een spoorboekje zoo eenvoudig, dat een kind het kan leeren. Hoe het boekje samengesteld wordt, weten echter slechts wejnigen. De volgende regelen, die daaromtrent wat opheldering geven, zijn het resultaat van een onderhoud met den heer G. F. H. Glasber ger, „afdeellngschef eerste klasse dienstrege ling en samenstelling Reizigerstreinen Zui- dernet" der Nederlandsche Spoorwegen. Zij hopen iets weg te nemen van de dikwijls on rechtvaardige critiek op het kleine en het groote spoorboekje, zooals die thans uitgege ven worden. De oergrond van hat spooihoekje is een grafische voorstelling. Op grafieken wordt elke trein opgeteekend; de trein verschijnt daarop als een lijntje. Het geheel vormt een net, waarop in -horizontale lijnen de stations zijn aangegeven, terwijl verticaal zoo'n gra fiekblad verdeeld Is in' uren, loopende van 0 tot 24, wélke uren weer onderverdeeld zijn in 10 minuten. Zoo is op 22 grafieken het ge- heele spoorwegnet' vermeld, evenals de door de Nederlandsche Spoorwegen geëxploiteer de tramwegen. Met deze grafieken nu werkt de dienstregelingon'twenper; het spoorboekje kijkt hij niet in. Op de grafieken zijn alle personen treinen in zwarte en alle goederen treinen, (losse machines enz., in blauwe lij nen aangegeven. Met behulp van deze gra fieken kan men op elk uur van den dag zien, welke treinen zich in een bepaald baanvak bewegen. Deze grafieken vormen dus bij elkaar een groot formaat spoorboekje. Om te blijven bij de reizigerstreinen zijn deze grafische gegevens in normaal schrift aangebracht op de groote „uithangbiljetten", welke, bevestigd op borden, op elk station zijn te vinden; dit is voor de Spoorwegen een wettelijke verplichting. Begrijpelijk is ook, dat ook deze biljetten niet bepaald geschikt zijn om in den zak mee te dragen: bovendien is het aantal aarisluit-stations op deze groote biljetten beperkt en daarom heeft men sinds vele jaren een gemakkelijker te raad plegen dienstregeling gemaakt, welke alom bekend is als het spoorboekje. Aanvankelijk was dit van geringen onwang. Zoo liet de heer Giesberger ons een miniatuur reisgids zien van den zomerdienst van 1877. Het Iboökje was uitgegeven door J. J. Arend en Zonen te Amsterdam en is 6 1/2 bij 4/12 c.M. (groot. Aansluitingen komen er niet in voor. Als een merkwaardige bijzonderheid merk ten wij op, dat dit boekje voor dat jaar op het baanvak AmsterdamRotterdam. 12 doorgaande treinen vermeldt; op 15 Mei a.s. zullen er niet minder dan 50 in elke rich ting loopen! Het kleine en het groote boekje. Zooals bekend is geven de Nederlandsche Spoorwegen op het oogenblik twee spoor boekjes uit, een dun en een dik oftewel een kleine en een groote uitgave. De kleine uitgave Is op geringe afwijkingen na een af schrift van het „Groot Biljet", dat in 5 af leveringen op de stations hangt. De groote uitgave vermeldt natuurlijk eveneens de dienstregeling van alle treinen, 't verschil is echter dat zij een belangrijk grooter aantal aansluitingsstations vermeldt, terwijl in deze uitgave bovendien de buitenlandsohe verbindingen, verschillende bepalingen be treflende het vervoer van reizigers en baga ge, een tabel van prijzen naar den afstand in het binnenland en de prijzen van de vier groote stations, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht naar de voornaamste plaat sen in het buitenland zijn opgenomen. Met eiken dienst aanvangende op 15 Mei en begin October, afhangende van het ein digen van den zomertijd, verschijnen de nieuwe spoorboekjes. Op 15 Mei. omdat dit de datum is, waarop de treinenloop interna tionaal gewijzigd wordt, in October, omdat dan in Nederland de zomertijd eindigt. De invoering van den zomertijd brengt met zich mede, dat de internationale treinen op Ne- derlandsch gebied één uur later moeten wor den gesteld, om aan de grensstations onmid dellijk aan te sluiten. Dit geldt echter alleen voor de grensovergangen naar Duitschland; in België en Frankrijk geldt de zomertijd, voor zooverre deze landen hunne treinen niet wijzigen, omdat zij niet ovengaan naar een land dat geen zomertijd inrvoert. Er is nl. internationaal overeengekomen, dat de landen, welke zomertijd Invoeren, verplicht zijn de dienstregeling te wijzigen. Behalve de wijzigingen, noodlg voor de invoering van den zomertijd op 15 Mei, worden ook op dien datum uitgevoerd die wijzigingen, welke een gevolg zijn van de besprekingen op de internationale spoorwegconferentie, welke elk jaar in het laatst van October wordt gehou den. Tevens zijn in deze dienstregeling ver werkt de wijzigingen, welke voortvloeien uit de besprekingen met den Spoonwegraad, het lichaam dat ingesteld werd door de regee- rimg om het contact te vormen tuexhen belanghebbenden en de Spoorwegen, alsmede uit rechtstreeksche verzoeken te dien aan zien van de gemeentebesturen, Kamers van Koophandel en particulieren, welke verzoe ken elk voor zich nauwkeurig worden beke ken en waarbij de mogelijkheid van uitvoe ring wordt overwogen. Hierbij staan den dienstregelingontwerper verschillende gege vens, welke hij zich in den loop der jaren als noodzakelijk voor zijn werk heeft versohaft, ten dienste. Zoo beschikt hij over tellingen betreffende reizigersvervoer, welke regelma tig bij hem binnenkomen en die door trein en stationspersoneel verricht worden. Deze gegevens worden weer grafisch op vorenge noemde grafieken vastgelegd. Er zijn op deze wijze gegevens verzameld ten aanzien van de bezettingen der treinen, van in- en uit stappende reizigers en van schoolvervoer, welke gegevens over een aantal jaren loo pen. Zoo wijzen de .schoolgrafieken" duide lijk uit, dat de schooluren in ons land niet genormaliseerd zijn, waardoor het voor den ontwerper zeer moeilijk is om aan de vele belangen ten aanzien van het vei-voer van scholieren tegemoet te komen. Het zelfde geldt voor het arbeidersverkeer, waarvan echter geen grafische voorstellingen bestaan. Er moet geld bij* Dat er, behalve over de dienstregeling, ook verschillende klachten over het spoorboekje binnenkomen, valt, gezien het feit dat deze materie zich verheugen mag in de belangstel ling van duizenden en duizenden, niet te ver wonderen. Een der voornaamste klachten.be treft het opnemen van meer aansluitingen, in hoofdzaak voor de kleine uitgave. Het kleine spoorboekje dankt zijn ontstaan aan den wensch van het publiek, de beschikking te hebben over een klein boekje, dat gemakke lijk in portefeuille of zak kan worden meege dragen. De samenstellers hadden dus als eerste taak, dit boekje zoo klein mogelijk te INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. Bij guur weer, bij winierspori Móór qo U neer builen begoefl, óérsi ii geheel in de huid zonder glen: Niveo dring! jchler Ie (alen. Zij meeld de huid gezond en krachtig, on gooit weerstandsvermogen legen weer en wind. Een roodo en gesprongen huid is bij gobruik •ran Nives onmogelijk. Wrijft ook iederen avond voor hel naar bod gaan gezicht en handen grondig mei Nivoa in. Nivea if niel Ie vervangen, wan! haar bijzondere werking berust op hel gehalte aan huidvorzorgende Eucerit, dal in geen andere huidcreme aanwezig is. Dooien15, 20, 40 en 90 ct Tuben45 en tc cP PEBECO MIJ.. AMSTERDAM-C. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL r Springende handen eo lippen in één nacht beter met den anel verzachtenden AKKER'i ^KLOOSTERBALSEMj bijt niet! maken, met vermelding van de geheele dienstregeling, zoowel van de opoor- als van de tramwegen, welke door de N.S. worden ge ëxploiteerd. Dit had tengevolge, dat men het aantal te vermelden aansluitingen tot het uierste moest beperken, terwijl aan den an deren kant het boekje voor den reiziger goed bruikbaar moest blijven. Wij meenen er aan spraak op te mogen maken aldus de heer Giesberger dat dit aan de samenstellers ook inderdaad is gelukt. Voor het reizen over groote afstanden heeft men toch als regel niet meer dan twee tabellen te raadplegen. Zoo vindt men in het kleine boekje de ver binding Den HaagGroningen zelfs op één tabel (28 b) vermeld; de bewering dat men voor de verbinding Amsterdam-Bentheim 3 tabellen moet raadplegen, komt niet met de waarheid overeen, omdat men deze verbin ding zelfs ook op één tabel (42) vinden kan. Weliswaar kan men van de tuirischenstatlons dezer lijm Benthheim of Groningen niet direct aflezen, doch dl® is bij een kleine uit voering als de onderhavige ten eenenmale onmogelijk. Een mensch kan ook te veel vra gen! De eisch, dat men in het kleine for maat van 168 pagina's, tegen het oude boekje met 320 pagina's, hetzelfde wil vinden als in dit oude formaat, is onmogelijk uit te voe ren. Het groote boekje geeft in dit opzicht alles wat men wenscht. Verder bestaat de klacht dat de Nederlandsche Spoorwegen de spoorboekjes tegen een te hoogen prijs ver- koopen. De waarheid is echter, dat de Spoor wegen op elk boekje geld toeleggen. Verwij zing naar prijzen van voor den oorlog gaat niet op. Voor den oorlog toch werden de boekjes uitgegeven door particuliere druk kers, die er speciaal hun werk van maakten, veel reclame in dezen gids op te nemen. Het oude 15 cents spoorboekje uitgave van Robber bevatte bijv. 160 pagina's adver tenties, welke het mogëlijk maakte, dit boek je voor een dergelijk lage'n prijs beschikbaar te stellen; het huidige boekje heeft slechts enkele pagina's advertenties, waai-van de op brengst niet noemenswaard bijdraagt in de kosten, van het drukken. Bovendien zijn ook de buitenlandsohe uitgaven belangrijk duur der. Klagers over aansluitingen zijn er voorts op gewezen, dat In de spoorboekjes het sy steem der aansluitingen hierop neerkomt, dat indien het aansluitingen betreft, welke het vertrek aangeven, do laatofc vertrekkende trein van het station is opgegeven, welke de aansluiting nog bedient, terwijl bij aanslui tende stations waarbij de aankomst wordt vermeld, de aansluitingsuren zijn opgenomen onder die treinkolom van de tabel, waarmede het laatst de aansluiting nog kan worden ge haald. Op welke wijze wordt nu het spoorboekje vervaardigd? Technische puzzles. In de eerste plaats geschiedt, als reed's ge meld is, de opzet naar het „Groot biljet". De uitbreiding van één trein kan tengevolge hebben dat voor een bepaald vak een geheele pagina meer gebruikt moet worden. Wel trachten de samenstellers door verschuiving en in elkaar werken der kolommen uitbrei ding te voorkomen, doch eenmaal komt het oogenblik dat zulks niet meer kan, zoodat het spoorboekje dus met één bladzijde moet worden uitgebreid. Men kan echter nimmer met één bladzijde uitbreiden, zulk een uit breiding moet steeds in verband met de drukpers en het inbinden uit acht pagina's (een half vel) b&'taan. Zoo is de kleine uit gave van 15 Mei 1930 160 pagina's en die van October 168 pagina's groot. De gemaakte correcties worden door den drukker aangebracht en daarna opnieuw cij fer voor cijfer nagekeken. Deze controle ge schiedt drie maal en de Nederlandsche Spoorwegen zijn er trotsch op, dat fouten in de uitgave slechts bij hooge uitzondering voorkomen! Na de correctie wordt order tot drukken gegeven; de drukker maakt dan zijn vormen vast en gaat over tot het vervaardigen van stypen, hetgeen noodig is, omdat hij de groo te oplage der spoorboekjes niet direct van het zetsel kan worden gedrukt, aangezien dit dan reeds vóór het afdrukken van de totale oplage versleten zou zijn. Zijn de stypen ge reed, dan worden ze op de pers gelegd en be gint feitelijk het lastige werk van het druk ken: het z.g. toestellen. Dit toestellen moet met grooten zorg geschieden, daar het voor het goed leesbaar zijn der spoorboekjes noodzakelijk is, dat een gelijkmatige druk wordt verkregen. Het maken der stypen en het toestellen vordert eenige dagen. Druk ken van het origineele zet:iel zou mede daar om niet te kunnen, wijl men dan de kano zou loopen, dat onder het draaien der persen door zuiging een of meer cijfertjes uit het zetsel zouden worden getrokken, waarvan onvolledigheid -het gevolg zou zijn. De uitge ver van het spoorboekje moet honderd pro cent zekerheid hebben, dat geen cijfer weg valt; dit is ook een der redenen, dat voor het drukken dezer boekjes geen gebruik kan worden gemaakt van de rotatiepers, welke weliswaar het werk belangrijk vlugger zou kunnen afleveren, doch die een contróle, welke ook nog gedurende het drukken op de bladzijden der spoorboekjes wordt gehouden, zou uitsluiten. Thans wordt ongeveer van elke 20.000 druks nauwkeurig nagegaan, of ei- wellicht letters of cijfers gebroken zijn; de snelheid van het rotatiesysteem maakt daar entegen een goede contróle onmogelijk. Tenslotte de kwettie van het papier. Dit is z-g. 40 tot 50 grams papier, dat voor rotatie druk niet geschikt is. Papier, dat voor rotatie druk geschikt is, zou het boekje niet alleen belangrijk dikker, doch ook minder „houd baar" maken. De tijd, welke voor het afdruk ken verelscht wordt, bedraagt voor den klei nen reisgids 16 en voor den grooten 20 dagen. De kleine uitgave moet afgedrukt zijn, vóór met de groote kan worden begonnen. De internationale teekenr. in beide spoor boekjes, welke op gelijke wijze in de buiten landsohe voorkomen tot Invoering dezer fcee-kens werd oo de Europeesohe spoorweg conferentie te Warschau In October 1929 be sloten zijn een afzonderlijke bespreking ten volle waard; wij hopen dit belangrijke onderdeel te zijner tijd in eén ander artikel tot zijn recht te doen komen. DE BELGISCHE NOORDELIJKE VERDEDIGINGSLINIE. INSTEMMING BIJ DEN NEDERLANDSCHEN GENERALEN STAF, O/ex- de Belgische militaire verdedigings werken aan de Nederlandsche grens en de plannen tot uitbreiding daarvan schrijft het Handelsblad van Antwerpen: En thans zou men zich ook vergissen, in dien men zou denken, dat de nieuwe mili taire ontwerpen worden afgekeurd door den Nederlandschen generalen staf, om maar dien te noemen. Het tegenovergestelde is waar. De agitatorische bladen zooals het „Dagblad v. Noord-Bra bant" de „N.R.Ct." en andex-e, die sedert maand,n campagne voeren tegen de nieuwe Belgische militaire ontwer pen, zouden goed doen zich te ibevoegder plaats in te lichten, alvorens een atmosfeer van onrust /tusschen twee buurstaten in het leven te roepen. Zij zijn niet op de hoogte van den toestand. EEN KIND WEGGEGEVEN. DE NIEUWE „VADER" EXPLOITEERDE HET. Een arbeider te Geleen was door zijn vrouw verlaten. Deze had hem hun eenig kind gela ten. De man beschouwde het kind als een last en gaf het,ten geschenke aan een woon wagenbewoner. die reeds vier kindeven had. De politie kreeg er na eenige weken de lucht van, doordat de woonwagenbewoners met het gekregen kind het medelijden van de men- schen trachtten op te wekken. Het kind Is op gespoord en in een gesticht geplaatst. Tegen den vader en den woonwagenbewoner is proces-verbaal opgemaakt. VERGADERING VAN DEN BOND VAN JONGE LIBERALEN. In de te Utrecht gehouden jaarvergade ring van den Bond van Jonge Liberalen is besloten tot toetreding tot de jong Liberale Internationale, en om de volgende inter nationale conferentie van Jonge Liberalen met Pinksteren te 's-Gravenhage te ontvan gen. Tot eereleden zijn benoemd de heeren B. Gob lts en mr. I. E. Drievoet. Mr. M. H. de Boer, wethouder van Utrecht, heeft een rede gehouden over „De sociale taak van een gemeentebestuur in onzen tijd". Met algemeene stemmen werd een aantal resoluties over sociade wetgeving en ontwa pening aangenomen, waarin de bekende li berale principes zijn uitgesproken. AFSCHEID EN INTREDE PROF. DR. A. H. DE HARTOG. Zondagavond heeft prof. dr. A. H. de Har- tog, tot nu toe predikant bij de Ned. Her vormde Gemeente te Amsterdam, die tot hoogleeraar in de wijsbegeerte van den godsdienst en de ethiek aan de Universi teit van Amsterdam benoemd Is, in de Nieu we Kerk afscheid genomen van zijn ge meente. Onder zijn gehoor was o.a. de bur gemeester, de heer W. de Vlugt. Prof. De Hartog zeide nog vele malen voor de ge meente te honen op te mogen treden. Dr. G. Oorthuis sprak den scheidenden predikant namens den kerkeraad en de ge meente toe. Maandag heeft prof. dr. De Hartog het hcogleeraarschap aanvaard met een inaugu- reele rede over „De theologie en haar plaats in het kader der wetenschappen". ERNSTIG VLIEGONGELUK CANADA. IN LETHBRIDGE (Alberta) 2 Febr. Een menigte die deelnam aan een basebal-wed strijd werd door schrik bevangen bij het zien van een vliegtuigongeluk. Een vliegtuig stortte namelijk neer op een aangrenzend terrein en twee personen, welke zich daar bevonden, werden gedood. De wedstrijd wex-d ■terstond afgebroken. HET BAL VAN DE DANS ACADEMIE J. G. MARTIN ZONEN. De bals van de Dansacademie Martin dra gen altijd een bijzonder en eigen karakter, iets, dat misschien het beste gedefinieerd wordt door het simpele, maar veelzeggende woordje „stemming". Dat bleek ook Zaterdagavond weer op het groote dansfeest, dat door de heeren Martin in de Gemeentelijke Concei-tzaal werd ge geven. Daarbij kwam nog, dat men de zaal op origineele wijze versierd had door langs beide muren twee lange slingers van veel kleurige electrische lampjes te hangen, waar- tusschen van afstand tot afstand de letters M Z in stralende lichtkranoen waren aange bracht. Tijdens den dana liet men de lichten af en toe gedeeltelijk uitgaan, zoodat de zaal in een mystiek halfduister werd gezet. Dan gooiden de beide schijnwerpers op het too- neel en de galerij hun kleurige stralenbun dels op de groote schare danslustigen, die onder het voortdurend wisselende schijnsel, een fantastischen aanblik boden. De deelneming aan het festijn was weer overweldigend. Het was daar op het „mid denterrein" van de zaal dan ook een drukte van je welste, maar de leiders, die zich in het brandpunt van het danscentrum gelijk verkeersagenten hadden opgesteld, zorgden voor een uitstekende regeling van het „ver keer". De heerlijke muziek van „The Band", die vooral de tango's met veel „Schwung" uit voerde, droeg niet weinig bij tot het wel slagen van het feest en na afloop van iederen dans, klonk een klaterend applaus uit de zaal op. Het deed werkelijk goed aan dit jazz- ensemble te hooren; dergelijke bands liggen nu eenmaal niet opgeschept en dat is aan een kant maar goed ook. Zoo leert men al thans te waardeeren in de jazz, wat er in te waardeeren valt. Resumeerend een avond van onvergetelijke feestvreugde voor jong en oud. VEREENIGING TOT BESTRIJDING VAN DEN WOEKER. De afdeeling Haarlem van bovengenoemde vereenighig houdt Donderdag 26 Februari in •het gebouw van de Nuts-Spaaribank haar jaarlijksche algemeene vergadering. Op de agenda komt o.m, voor: verkiezing van twee bestuursleden, no.odig geworden door het overlijden van Mr. J.-D. Pasteur en het periodiek aftreden van Mr. A. H. J. Merens. BAL-MASQUé. Het dans-instituut G. J. de Lange zal Za terdagavond 7 Februari een bal-masqué geven in het Gem. Concertgebouw. Er is voor vele attracties, gezorgd. Mooie prijzen zijn uitgeloofd. TOONEELVEREENIGING „HERMAN HEIJERMANS". Bovengenoemde vereeniging houdt Woens dag 11 Februari een ledenvergadering, waar het voorstel besproken zal worden tot aan sluiting bij den Bond van Arbeiderstooneel- vereenigingen. Maandag 9 Februari voert de vereexxigincr op het tooneelspel „Het licht in den nacht" van Inte Onsman. NIEUWS UIT INDIE DE MERAPI 100 M. LAGER GEWORDEN. Aneta seint uit Bandoeng, dat blijkens Donderdag genomen luchtfoto's van den Merapi sinds begin Januari de prop oniver- anderd is gebleven. De groote veranderingen zijn bij de eerste uitbarsting in December ontstaan, toen vermoedelijk ook de tojp 100 M. lager is geworden. Het Cent-raai Merapi-comité heeft tot dusver f 199.194 ontvangen. FEUILLETON. Uit het Engelsoh van FERGUS HUME. (Nadruk verboden.) e 1) De Octopus, het grieeelige zeegedrocht, met ztjn aoht. vangarmen, waarmee het zijn prooi vastzuigt om hem daarna met zijn scherpen, wrecden bek te verbrijzelen, is in dit spannende .verhaal het symbool van een bende, die overal zijn vertakkingen hoeft, die de slachtoffers naar zich toehalen, waarna ze niet meer losgelaten en meedoo- genloos vernietigd worden. HOOFDSTUK I. EÉN HUISTYRAN. „Dwaas! Ezel! Stommeling!" „Neemt u mij niet kwalijk Sir Gregory maar „Ik neem je een heeleboel kwalijk, jou sufferd! Je ruïneert mij met je eeuwige weldadigheid! Ten koste van mij, let wel, ten koste van mij. idiote wereldverbeteraar!" „Ik dacht heusch dat „Wie heeft jou gezegd dat je denken moest? Dat zal ik wel voor je doen. Ik ben hier hoer en meester en 1 k heb te beslis sen wat ik met mijn geld doe, jij halve zwak zinnige! Ba!" De secretaris, mager, lang en bleek, met een gladgeschoi'en gezicht en rustige, grijze oogen, keek den dikken man met het puiper- roode gezicht, die blazend en hijgend in een luien stoel lag, met een onderworpen blik aan. Was hij zelfbewuster in zijn optreden geweest dan zou Sir Gregory hem nooit aangenomen hebben, want dit bekende Parlementslid was een geweldenaar van het ergste soort en de meeste menschen die met hem in aanraking kwamen, waren onder een hoedje te vangen. Michael Perris was in dit opzicht geen uitzondering; hij verdiende een zuur stuk brood bij dezen meester en onderwierp zich zwijgend aan diens onrede lijke uitbarstingen en driftbuien. „Neemt u mij niet kwalijk, Sir Gregory", waagde hij eindelijk op te merken, „maar de vrouw Juffrouw Gleason heet zij kwam heelemaal van Rider's Lane om te ver tellen, dat zij haar huur niet kon betalen. Haar man is ziek en zij heeft amper genoeg om haar kinderen te eten te geven. Ik heb haar niets beloofd, maar alleen gezegd, dat u de zaak zoudt overwegen en dat zij over een dag of drie om antwoord moest ko men." Sir Gregory had weer adem genoeg om in een nieuwe aanval van woede uit te barsten. Met welk recht heb jij haar dat gezegd? Ik heb niets te ovox-wegen; als zij haar huur niet betaalt, gaat zü er uit". „Ze is maar twee weken huur achter, meneer," „Dat is twee weken te veel. Ze betaalt of zc gaat er uit." „Maar ze verhongert haast en .iaat ze verhongeren en haar man erbij. Het kan mij geen steek schelen." „Zij heeft vijf kleine kindei'en, die „Wat heb ik daarmee te maken! Ga naar je kamer en schrijf die brieven. En behoor lijk, denk eraan!" Perris hoog zwijgend, zocht een bundel ge stenografeerde vellen papier bij elkaar en liep naar de deux-. Daar bleef hij staan. „Mag ik u er aan herin-eren, Sir Gregory, dat u vaix avond spreken moet voor de Ver eeniging tot beschaving der Patagoniërs?" „Natuurlijk; natuurlijk! Dacht je dat ik zoo'n vergeetachtige eizel was als jijzelf?", was het beminnelijke antwoord, „Waar is mijn rede? Heb je die klaar?" „U kunt haar onder de presse-papler vin den, meneer." Sir Gi-egory sloeg een paar blaadjes van de redevoering om en keek met zijn varkens oogjes over de getypte regels. „Slapjes", mompelde hij ontevreden. „Ik hoop dat je er goed in hebt laten uitkomen dat het mijn hartewensch is, dat die men sahen daar tot een zeker peil van beschaving zuilen worden gebracht." „Zeker, Sir Gregory,. Ik heb er den na druk op gelegd, dat de inboorlingen op iedere denkbai-e wij 7x2 geholpen dienen te worden." „Dan is het goed. Mijn hart gaat uit naar de aimen en verdrukten." „Daarvan is uw leven wel het bewijs, me neer", merkte Perris met diepen ernst op; xnaar de ironie van zijn gezegde ging. volko men verloren voor het dikhuidige wezen in den stoel. „Ik hoop het; ik hoop het. We moeten el- kaars lasten dragen en de tranen van de lijdenden afwissen voor wij onze eigene drogen. Drommels! Dat is mooi gezegd; dat zal ik vanavond herhalen. Nu" dit met plotselinge verandering in zijn stem. „waarom ga je niet aan Je werk?" „Maar Juffrouw Gleason, meneer?" „Loop naar de weerlicht met je juffrouw Gleason! Verdwijn!" Pei'ris verliet na dit practische bewijs van de menschlievende gevoelens van zijn werkge ver, zoo gauw hij kon het vertrek. Even daarna was hij in zijn kamer terug en lcg:le de vellen papier op zijn schrijftafel. Met een schouderophalen zette hü Sir' Gregory's manier van optreden uit zijn hoofd: de maxi was het niet waard één ernstige gedachte aan hem te verspillen. Maar de secretaris ginig rüet zoo gauw aan het werk als hij eerst van plan was. De zon lokte hem naar de openslaande deuren en hij genoot van het gezicht op het zachte grasveld en het bloeiende struikgewas, waarmee het was om- zo-^.xd, In zijn goedzittend, maar wat afge dragen blauw serge pak stond hij droomerig naar den uitgestrekten tuin te kijken, die vol bloesemgeur was en zich uitstrekte tusschen het groote huis en het park. Hij dacht terug aan een anderen tuin, niet zoo groot als deze, waar hij als kind ge speeld en als jonge man gewandeld had, ver vuld van hoop en idealen. Het was nu tien jaar geleden sedert hij door zijns vaders ver mogen verloren was gegaan, van een zorge- loozen student In Cambridge een armoedige en hongerige werklooze was geworden. Zijn oudex\s waren drie maanden na elkaar ge storven, van verdriet en ellende, en met vijf pond in zijn zak was hij naar Londen geko men. Nu hij aan dien tijd terug dacht, ver wonderde hij er zich over, dat hij daar door- heexx gekomen was. De ver loopen tien jaien schenen een eeuw van zorgen en lijden te zijn geweest. Nu voelde hij zich in vrij kalm water; hij had tenminste een dak bo ven zijn hoofd en dagelij ksch broed. Van alles had hij aangepakt, tot hij tenslotte in de journalistiek beland was en na eenige ja ren hard werken een beetje naam had ge maakt als schrijver over politiek. Door een paar van zijn artikelen was de aandacht van Sir Gregory Horn op hem gevallen en de millionair was slim ge no 2 g geweest om den armoedigen, ondervoeden Jongeman naar waarde te schatten. Een Jaar had Perris nu voor den „za konprins" zooals Sir Gregory zich met zelfgenoegzaamheid gaarne noem de gewerkt en over het algemeen tot, te vredenheid van zijn meester, al was de be irekking geen bijster winstgevende voor een talentvol man van over de dertig. Perris hoofddoel was om te sparen, zoodat hij iets anders kon beginnen als hij een be hoorlijken spaarpot had. En er was nog een andere reden waarom hij -bleef als secre taris van een vooraanstaand politicus kwam hij met vele lieden in aanraking, die hean la ter van nut zouden kunnen zijn. En ten slotte was Margaret er nog. Margaret Drum was een ontwikkeld, vrien delijk eenvoudig meisje van twee-en-twintig rauziekleerares van Laura Horn, de dochter van den millionnair, en hoewel zij heele maal geen romantischen aanleg had, was zij langzamerhand van den kalm-en, voorkomen den secretaris van Sir Gregory gaan hou den. Beiden kenden zij de zorgen des levens, die hen vóór hun tijd oud gemaakt hadden en ze beschouwden hun liefde als een wel verdiende schadeloosstelling voor de geleden ellende. Behalve juffrouw Drum, was er nog een gouvernante, die in het huis woonde; Made moiselle Cibot, een Parijsche die het En- gelsch uiterst gebrekkig sprak; zij was be last met het ond-ei*wijs aan Freddy, den ne genjarigen zoon en erfgenaam van Sir Gregory. Zij had ook heel wat van den heer des huizes te verduren, maar was gelukkiger dan de secretaris, want ze zag hem niet zoo dikwijls als deze. Verder behoorde nvevi-ouw Cargoe, een zuster van Sir Gregory's over leden vrouw, nog tot het gezin. Sir Gregory was wat men noemt een ver moeiend man. Als hij er niet was, ging a'les In huis rustig en kalm zijn gang, maar zoo dra hij verscheen was er one enigheid en on rust. Hij had er een handje van om iedereen tegen zich in het harnas te jagen, oud en jong, de menschen dis bij hem in betrekking waren siddsrden voor hem en mevrouw Car goe, zijn zachtmoedige, oudsrweiisehe schoonzuster, vreesde hom als een donder god. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6