NIVEA
BINNENLAND
Het Genootschap van
den Octopus.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 3 FEBRUARI 1931
ONS SPOORBOEKJE.
Het mysterie der dienst
regeling.
ONVERMOEDE PUZZLES.
Geen belangwekkender roman dan het
Spoorboekje, heelt eens iemand gezegd.
Inderdaad, het Spoorboekje, vernuftig als
het is van samenstelling, bevat voor den le
zer. die er genoegen in vindt om het te bestu-
deeron, en hoe dikwijls is dit genoegen een
noodzaak tal van geheimenissen, waarin
hij echter gemeenlijk wel vermag door te
dringen, want tenslotte is het goed lezen van
een spoorboekje zoo eenvoudig, dat een kind
het kan leeren.
Hoe het boekje samengesteld wordt, weten
echter slechts wejnigen.
De volgende regelen, die daaromtrent wat
opheldering geven, zijn het resultaat van een
onderhoud met den heer G. F. H. Glasber
ger, „afdeellngschef eerste klasse dienstrege
ling en samenstelling Reizigerstreinen Zui-
dernet" der Nederlandsche Spoorwegen. Zij
hopen iets weg te nemen van de dikwijls on
rechtvaardige critiek op het kleine en het
groote spoorboekje, zooals die thans uitgege
ven worden.
De oergrond van hat spooihoekje is een
grafische voorstelling. Op grafieken wordt
elke trein opgeteekend; de trein verschijnt
daarop als een lijntje. Het geheel vormt een
net, waarop in -horizontale lijnen de stations
zijn aangegeven, terwijl verticaal zoo'n gra
fiekblad verdeeld Is in' uren, loopende van 0
tot 24, wélke uren weer onderverdeeld zijn in
10 minuten. Zoo is op 22 grafieken het ge-
heele spoorwegnet' vermeld, evenals de door
de Nederlandsche Spoorwegen geëxploiteer
de tramwegen. Met deze grafieken nu werkt
de dienstregelingon'twenper; het spoorboekje
kijkt hij niet in. Op de grafieken zijn alle
personen treinen in zwarte en alle goederen
treinen, (losse machines enz., in blauwe lij
nen aangegeven. Met behulp van deze gra
fieken kan men op elk uur van den dag zien,
welke treinen zich in een bepaald baanvak
bewegen.
Deze grafieken vormen dus bij elkaar een
groot formaat spoorboekje.
Om te blijven bij de reizigerstreinen zijn
deze grafische gegevens in normaal schrift
aangebracht op de groote „uithangbiljetten",
welke, bevestigd op borden, op elk station
zijn te vinden; dit is voor de Spoorwegen een
wettelijke verplichting. Begrijpelijk is ook,
dat ook deze biljetten niet bepaald geschikt
zijn om in den zak mee te dragen: bovendien
is het aantal aarisluit-stations op deze groote
biljetten beperkt en daarom heeft men
sinds vele jaren een gemakkelijker te raad
plegen dienstregeling gemaakt, welke alom
bekend is als het spoorboekje. Aanvankelijk
was dit van geringen onwang. Zoo liet de
heer Giesberger ons een miniatuur reisgids
zien van den zomerdienst van 1877. Het
Iboökje was uitgegeven door J. J. Arend en
Zonen te Amsterdam en is 6 1/2 bij 4/12 c.M.
(groot. Aansluitingen komen er niet in voor.
Als een merkwaardige bijzonderheid merk
ten wij op, dat dit boekje voor dat jaar op
het baanvak AmsterdamRotterdam. 12
doorgaande treinen vermeldt; op 15 Mei a.s.
zullen er niet minder dan 50 in elke rich
ting loopen!
Het kleine en het groote boekje.
Zooals bekend is geven de Nederlandsche
Spoorwegen op het oogenblik twee spoor
boekjes uit, een dun en een dik oftewel een
kleine en een groote uitgave. De kleine
uitgave Is op geringe afwijkingen na een af
schrift van het „Groot Biljet", dat in 5 af
leveringen op de stations hangt. De groote
uitgave vermeldt natuurlijk eveneens de
dienstregeling van alle treinen, 't verschil is
echter dat zij een belangrijk grooter aantal
aansluitingsstations vermeldt, terwijl in
deze uitgave bovendien de buitenlandsohe
verbindingen, verschillende bepalingen be
treflende het vervoer van reizigers en baga
ge, een tabel van prijzen naar den afstand
in het binnenland en de prijzen van de vier
groote stations, Amsterdam, Rotterdam, Den
Haag en Utrecht naar de voornaamste plaat
sen in het buitenland zijn opgenomen.
Met eiken dienst aanvangende op 15 Mei
en begin October, afhangende van het ein
digen van den zomertijd, verschijnen de
nieuwe spoorboekjes. Op 15 Mei. omdat dit
de datum is, waarop de treinenloop interna
tionaal gewijzigd wordt, in October, omdat
dan in Nederland de zomertijd eindigt. De
invoering van den zomertijd brengt met zich
mede, dat de internationale treinen op Ne-
derlandsch gebied één uur later moeten wor
den gesteld, om aan de grensstations onmid
dellijk aan te sluiten. Dit geldt echter alleen
voor de grensovergangen naar Duitschland;
in België en Frankrijk geldt de zomertijd,
voor zooverre deze landen hunne treinen
niet wijzigen, omdat zij niet ovengaan naar
een land dat geen zomertijd inrvoert. Er is
nl. internationaal overeengekomen, dat de
landen, welke zomertijd Invoeren, verplicht
zijn de dienstregeling te wijzigen. Behalve
de wijzigingen, noodlg voor de invoering
van den zomertijd op 15 Mei, worden ook op
dien datum uitgevoerd die wijzigingen, welke
een gevolg zijn van de besprekingen op de
internationale spoorwegconferentie, welke elk
jaar in het laatst van October wordt gehou
den. Tevens zijn in deze dienstregeling ver
werkt de wijzigingen, welke voortvloeien uit
de besprekingen met den Spoonwegraad, het
lichaam dat ingesteld werd door de regee-
rimg om het contact te vormen tuexhen
belanghebbenden en de Spoorwegen, alsmede
uit rechtstreeksche verzoeken te dien aan
zien van de gemeentebesturen, Kamers van
Koophandel en particulieren, welke verzoe
ken elk voor zich nauwkeurig worden beke
ken en waarbij de mogelijkheid van uitvoe
ring wordt overwogen. Hierbij staan den
dienstregelingontwerper verschillende gege
vens, welke hij zich in den loop der jaren als
noodzakelijk voor zijn werk heeft versohaft,
ten dienste. Zoo beschikt hij over tellingen
betreffende reizigersvervoer, welke regelma
tig bij hem binnenkomen en die door trein
en stationspersoneel verricht worden. Deze
gegevens worden weer grafisch op vorenge
noemde grafieken vastgelegd. Er zijn op deze
wijze gegevens verzameld ten aanzien van
de bezettingen der treinen, van in- en uit
stappende reizigers en van schoolvervoer,
welke gegevens over een aantal jaren loo
pen. Zoo wijzen de .schoolgrafieken" duide
lijk uit, dat de schooluren in ons land niet
genormaliseerd zijn, waardoor het voor den
ontwerper zeer moeilijk is om aan de vele
belangen ten aanzien van het vei-voer van
scholieren tegemoet te komen.
Het zelfde geldt voor het arbeidersverkeer,
waarvan echter geen grafische voorstellingen
bestaan.
Er moet geld bij*
Dat er, behalve over de dienstregeling, ook
verschillende klachten over het spoorboekje
binnenkomen, valt, gezien het feit dat deze
materie zich verheugen mag in de belangstel
ling van duizenden en duizenden, niet te ver
wonderen. Een der voornaamste klachten.be
treft het opnemen van meer aansluitingen, in
hoofdzaak voor de kleine uitgave. Het kleine
spoorboekje dankt zijn ontstaan aan den
wensch van het publiek, de beschikking te
hebben over een klein boekje, dat gemakke
lijk in portefeuille of zak kan worden meege
dragen. De samenstellers hadden dus als
eerste taak, dit boekje zoo klein mogelijk te
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel.
Bij guur weer, bij winierspori
Móór qo U neer builen begoefl, óérsi ii
geheel in de huid zonder glen:
Niveo dring!
jchler Ie (alen. Zij meeld de
huid gezond en krachtig, on gooit weerstandsvermogen legen
weer en wind. Een roodo en gesprongen huid is bij gobruik
•ran Nives onmogelijk.
Wrijft ook iederen avond voor hel naar bod gaan gezicht en
handen grondig mei Nivoa in.
Nivea if niel Ie vervangen, wan! haar bijzondere werking
berust op hel gehalte aan huidvorzorgende Eucerit, dal in
geen andere huidcreme aanwezig is.
Dooien15, 20, 40 en 90 ct Tuben45 en tc cP
PEBECO MIJ.. AMSTERDAM-C.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
r Springende
handen eo lippen
in één nacht beter met
den anel verzachtenden
AKKER'i
^KLOOSTERBALSEMj
bijt niet!
maken, met vermelding van de geheele
dienstregeling, zoowel van de opoor- als van
de tramwegen, welke door de N.S. worden ge
ëxploiteerd. Dit had tengevolge, dat men het
aantal te vermelden aansluitingen tot het
uierste moest beperken, terwijl aan den an
deren kant het boekje voor den reiziger goed
bruikbaar moest blijven. Wij meenen er aan
spraak op te mogen maken aldus de heer
Giesberger dat dit aan de samenstellers
ook inderdaad is gelukt. Voor het reizen over
groote afstanden heeft men toch als regel
niet meer dan twee tabellen te raadplegen.
Zoo vindt men in het kleine boekje de ver
binding Den HaagGroningen zelfs op één
tabel (28 b) vermeld; de bewering dat men
voor de verbinding Amsterdam-Bentheim 3
tabellen moet raadplegen, komt niet met de
waarheid overeen, omdat men deze verbin
ding zelfs ook op één tabel (42) vinden kan.
Weliswaar kan men van de tuirischenstatlons
dezer lijm Benthheim of Groningen niet
direct aflezen, doch dl® is bij een kleine uit
voering als de onderhavige ten eenenmale
onmogelijk. Een mensch kan ook te veel vra
gen! De eisch, dat men in het kleine for
maat van 168 pagina's, tegen het oude boekje
met 320 pagina's, hetzelfde wil vinden als in
dit oude formaat, is onmogelijk uit te voe
ren. Het groote boekje geeft in dit opzicht
alles wat men wenscht. Verder bestaat de
klacht dat de Nederlandsche Spoorwegen de
spoorboekjes tegen een te hoogen prijs ver-
koopen. De waarheid is echter, dat de Spoor
wegen op elk boekje geld toeleggen. Verwij
zing naar prijzen van voor den oorlog gaat
niet op. Voor den oorlog toch werden de
boekjes uitgegeven door particuliere druk
kers, die er speciaal hun werk van maakten,
veel reclame in dezen gids op te nemen. Het
oude 15 cents spoorboekje uitgave van
Robber bevatte bijv. 160 pagina's adver
tenties, welke het mogëlijk maakte, dit boek
je voor een dergelijk lage'n prijs beschikbaar
te stellen; het huidige boekje heeft slechts
enkele pagina's advertenties, waai-van de op
brengst niet noemenswaard bijdraagt in de
kosten, van het drukken. Bovendien zijn ook
de buitenlandsohe uitgaven belangrijk duur
der.
Klagers over aansluitingen zijn er voorts
op gewezen, dat In de spoorboekjes het sy
steem der aansluitingen hierop neerkomt,
dat indien het aansluitingen betreft, welke
het vertrek aangeven, do laatofc vertrekkende
trein van het station is opgegeven, welke de
aansluiting nog bedient, terwijl bij aanslui
tende stations waarbij de aankomst wordt
vermeld, de aansluitingsuren zijn opgenomen
onder die treinkolom van de tabel, waarmede
het laatst de aansluiting nog kan worden ge
haald.
Op welke wijze wordt nu het spoorboekje
vervaardigd?
Technische puzzles.
In de eerste plaats geschiedt, als reed's ge
meld is, de opzet naar het „Groot biljet". De
uitbreiding van één trein kan tengevolge
hebben dat voor een bepaald vak een geheele
pagina meer gebruikt moet worden. Wel
trachten de samenstellers door verschuiving
en in elkaar werken der kolommen uitbrei
ding te voorkomen, doch eenmaal komt het
oogenblik dat zulks niet meer kan, zoodat het
spoorboekje dus met één bladzijde moet
worden uitgebreid. Men kan echter nimmer
met één bladzijde uitbreiden, zulk een uit
breiding moet steeds in verband met de
drukpers en het inbinden uit acht pagina's
(een half vel) b&'taan. Zoo is de kleine uit
gave van 15 Mei 1930 160 pagina's en die van
October 168 pagina's groot.
De gemaakte correcties worden door den
drukker aangebracht en daarna opnieuw cij
fer voor cijfer nagekeken. Deze controle ge
schiedt drie maal en de Nederlandsche
Spoorwegen zijn er trotsch op, dat fouten in
de uitgave slechts bij hooge uitzondering
voorkomen!
Na de correctie wordt order tot drukken
gegeven; de drukker maakt dan zijn vormen
vast en gaat over tot het vervaardigen van
stypen, hetgeen noodig is, omdat hij de groo
te oplage der spoorboekjes niet direct van
het zetsel kan worden gedrukt, aangezien dit
dan reeds vóór het afdrukken van de totale
oplage versleten zou zijn. Zijn de stypen ge
reed, dan worden ze op de pers gelegd en be
gint feitelijk het lastige werk van het druk
ken: het z.g. toestellen. Dit toestellen moet
met grooten zorg geschieden, daar het voor
het goed leesbaar zijn der spoorboekjes
noodzakelijk is, dat een gelijkmatige druk
wordt verkregen. Het maken der stypen en
het toestellen vordert eenige dagen. Druk
ken van het origineele zet:iel zou mede daar
om niet te kunnen, wijl men dan de kano zou
loopen, dat onder het draaien der persen
door zuiging een of meer cijfertjes uit het
zetsel zouden worden getrokken, waarvan
onvolledigheid -het gevolg zou zijn. De uitge
ver van het spoorboekje moet honderd pro
cent zekerheid hebben, dat geen cijfer weg
valt; dit is ook een der redenen, dat voor het
drukken dezer boekjes geen gebruik kan
worden gemaakt van de rotatiepers, welke
weliswaar het werk belangrijk vlugger zou
kunnen afleveren, doch die een contróle,
welke ook nog gedurende het drukken op de
bladzijden der spoorboekjes wordt gehouden,
zou uitsluiten. Thans wordt ongeveer van
elke 20.000 druks nauwkeurig nagegaan, of ei-
wellicht letters of cijfers gebroken zijn; de
snelheid van het rotatiesysteem maakt daar
entegen een goede contróle onmogelijk.
Tenslotte de kwettie van het papier. Dit is
z-g. 40 tot 50 grams papier, dat voor rotatie
druk niet geschikt is. Papier, dat voor rotatie
druk geschikt is, zou het boekje niet alleen
belangrijk dikker, doch ook minder „houd
baar" maken. De tijd, welke voor het afdruk
ken verelscht wordt, bedraagt voor den klei
nen reisgids 16 en voor den grooten 20 dagen.
De kleine uitgave moet afgedrukt zijn, vóór
met de groote kan worden begonnen.
De internationale teekenr. in beide spoor
boekjes, welke op gelijke wijze in de buiten
landsohe voorkomen tot Invoering dezer
fcee-kens werd oo de Europeesohe spoorweg
conferentie te Warschau In October 1929 be
sloten zijn een afzonderlijke bespreking
ten volle waard; wij hopen dit belangrijke
onderdeel te zijner tijd in eén ander artikel
tot zijn recht te doen komen.
DE BELGISCHE NOORDELIJKE
VERDEDIGINGSLINIE.
INSTEMMING BIJ DEN NEDERLANDSCHEN
GENERALEN STAF,
O/ex- de Belgische militaire verdedigings
werken aan de Nederlandsche grens en de
plannen tot uitbreiding daarvan schrijft het
Handelsblad van Antwerpen:
En thans zou men zich ook vergissen, in
dien men zou denken, dat de nieuwe mili
taire ontwerpen worden afgekeurd door den
Nederlandschen generalen staf, om maar
dien te noemen. Het tegenovergestelde is
waar. De agitatorische bladen zooals het
„Dagblad v. Noord-Bra bant" de „N.R.Ct." en
andex-e, die sedert maand,n campagne voeren
tegen de nieuwe Belgische militaire ontwer
pen, zouden goed doen zich te ibevoegder
plaats in te lichten, alvorens een atmosfeer
van onrust /tusschen twee buurstaten in het
leven te roepen. Zij zijn niet op de hoogte
van den toestand.
EEN KIND WEGGEGEVEN.
DE NIEUWE „VADER" EXPLOITEERDE
HET.
Een arbeider te Geleen was door zijn vrouw
verlaten. Deze had hem hun eenig kind gela
ten. De man beschouwde het kind als een
last en gaf het,ten geschenke aan een woon
wagenbewoner. die reeds vier kindeven had.
De politie kreeg er na eenige weken de lucht
van, doordat de woonwagenbewoners met het
gekregen kind het medelijden van de men-
schen trachtten op te wekken. Het kind Is op
gespoord en in een gesticht geplaatst. Tegen
den vader en den woonwagenbewoner is
proces-verbaal opgemaakt.
VERGADERING VAN DEN BOND VAN
JONGE LIBERALEN.
In de te Utrecht gehouden jaarvergade
ring van den Bond van Jonge Liberalen is
besloten tot toetreding tot de jong Liberale
Internationale, en om de volgende inter
nationale conferentie van Jonge Liberalen
met Pinksteren te 's-Gravenhage te ontvan
gen. Tot eereleden zijn benoemd de heeren
B. Gob lts en mr. I. E. Drievoet.
Mr. M. H. de Boer, wethouder van Utrecht,
heeft een rede gehouden over „De sociale
taak van een gemeentebestuur in onzen tijd".
Met algemeene stemmen werd een aantal
resoluties over sociade wetgeving en ontwa
pening aangenomen, waarin de bekende li
berale principes zijn uitgesproken.
AFSCHEID EN INTREDE PROF. DR. A. H.
DE HARTOG.
Zondagavond heeft prof. dr. A. H. de Har-
tog, tot nu toe predikant bij de Ned. Her
vormde Gemeente te Amsterdam, die tot
hoogleeraar in de wijsbegeerte van den
godsdienst en de ethiek aan de Universi
teit van Amsterdam benoemd Is, in de Nieu
we Kerk afscheid genomen van zijn ge
meente. Onder zijn gehoor was o.a. de bur
gemeester, de heer W. de Vlugt. Prof. De
Hartog zeide nog vele malen voor de ge
meente te honen op te mogen treden.
Dr. G. Oorthuis sprak den scheidenden
predikant namens den kerkeraad en de ge
meente toe.
Maandag heeft prof. dr. De Hartog het
hcogleeraarschap aanvaard met een inaugu-
reele rede over „De theologie en haar plaats
in het kader der wetenschappen".
ERNSTIG VLIEGONGELUK
CANADA.
IN
LETHBRIDGE (Alberta) 2 Febr. Een
menigte die deelnam aan een basebal-wed
strijd werd door schrik bevangen bij het zien
van een vliegtuigongeluk. Een vliegtuig
stortte namelijk neer op een aangrenzend
terrein en twee personen, welke zich daar
bevonden, werden gedood. De wedstrijd wex-d
■terstond afgebroken.
HET BAL VAN DE DANS ACADEMIE
J. G. MARTIN ZONEN.
De bals van de Dansacademie Martin dra
gen altijd een bijzonder en eigen karakter,
iets, dat misschien het beste gedefinieerd
wordt door het simpele, maar veelzeggende
woordje „stemming".
Dat bleek ook Zaterdagavond weer op het
groote dansfeest, dat door de heeren Martin
in de Gemeentelijke Concei-tzaal werd ge
geven. Daarbij kwam nog, dat men de zaal
op origineele wijze versierd had door langs
beide muren twee lange slingers van veel
kleurige electrische lampjes te hangen, waar-
tusschen van afstand tot afstand de letters
M Z in stralende lichtkranoen waren aange
bracht. Tijdens den dana liet men de lichten
af en toe gedeeltelijk uitgaan, zoodat de zaal
in een mystiek halfduister werd gezet. Dan
gooiden de beide schijnwerpers op het too-
neel en de galerij hun kleurige stralenbun
dels op de groote schare danslustigen, die
onder het voortdurend wisselende schijnsel,
een fantastischen aanblik boden.
De deelneming aan het festijn was weer
overweldigend. Het was daar op het „mid
denterrein" van de zaal dan ook een drukte
van je welste, maar de leiders, die zich in
het brandpunt van het danscentrum gelijk
verkeersagenten hadden opgesteld, zorgden
voor een uitstekende regeling van het „ver
keer".
De heerlijke muziek van „The Band", die
vooral de tango's met veel „Schwung" uit
voerde, droeg niet weinig bij tot het wel
slagen van het feest en na afloop van iederen
dans, klonk een klaterend applaus uit de zaal
op. Het deed werkelijk goed aan dit jazz-
ensemble te hooren; dergelijke bands liggen
nu eenmaal niet opgeschept en dat is aan
een kant maar goed ook. Zoo leert men al
thans te waardeeren in de jazz, wat er in te
waardeeren valt.
Resumeerend een avond van onvergetelijke
feestvreugde voor jong en oud.
VEREENIGING TOT BESTRIJDING VAN DEN
WOEKER.
De afdeeling Haarlem van bovengenoemde
vereenighig houdt Donderdag 26 Februari in
•het gebouw van de Nuts-Spaaribank haar
jaarlijksche algemeene vergadering.
Op de agenda komt o.m, voor: verkiezing
van twee bestuursleden, no.odig geworden door
het overlijden van Mr. J.-D. Pasteur en het
periodiek aftreden van Mr. A. H. J. Merens.
BAL-MASQUé.
Het dans-instituut G. J. de Lange zal Za
terdagavond 7 Februari een bal-masqué
geven in het Gem. Concertgebouw.
Er is voor vele attracties, gezorgd. Mooie
prijzen zijn uitgeloofd.
TOONEELVEREENIGING
„HERMAN HEIJERMANS".
Bovengenoemde vereeniging houdt Woens
dag 11 Februari een ledenvergadering, waar
het voorstel besproken zal worden tot aan
sluiting bij den Bond van Arbeiderstooneel-
vereenigingen.
Maandag 9 Februari voert de vereexxigincr
op het tooneelspel „Het licht in den nacht"
van Inte Onsman.
NIEUWS UIT INDIE
DE MERAPI 100 M. LAGER GEWORDEN.
Aneta seint uit Bandoeng, dat blijkens
Donderdag genomen luchtfoto's van den
Merapi sinds begin Januari de prop oniver-
anderd is gebleven. De groote veranderingen
zijn bij de eerste uitbarsting in December
ontstaan, toen vermoedelijk ook de tojp 100
M. lager is geworden.
Het Cent-raai Merapi-comité heeft tot
dusver f 199.194 ontvangen.
FEUILLETON.
Uit het Engelsoh van
FERGUS HUME.
(Nadruk verboden.) e
1)
De Octopus, het grieeelige zeegedrocht,
met ztjn aoht. vangarmen, waarmee het zijn
prooi vastzuigt om hem daarna met zijn
scherpen, wrecden bek te verbrijzelen, is in
dit spannende .verhaal het symbool van een
bende, die overal zijn vertakkingen hoeft,
die de slachtoffers naar zich toehalen,
waarna ze niet meer losgelaten en meedoo-
genloos vernietigd worden.
HOOFDSTUK I.
EÉN HUISTYRAN.
„Dwaas! Ezel! Stommeling!"
„Neemt u mij niet kwalijk Sir Gregory
maar
„Ik neem je een heeleboel kwalijk, jou
sufferd! Je ruïneert mij met je eeuwige
weldadigheid! Ten koste van mij, let wel,
ten koste van mij. idiote wereldverbeteraar!"
„Ik dacht heusch dat
„Wie heeft jou gezegd dat je denken
moest? Dat zal ik wel voor je doen. Ik ben
hier hoer en meester en 1 k heb te beslis
sen wat ik met mijn geld doe, jij halve zwak
zinnige! Ba!"
De secretaris, mager, lang en bleek, met
een gladgeschoi'en gezicht en rustige, grijze
oogen, keek den dikken man met het puiper-
roode gezicht, die blazend en hijgend in een
luien stoel lag, met een onderworpen blik
aan. Was hij zelfbewuster in zijn optreden
geweest dan zou Sir Gregory hem nooit
aangenomen hebben, want dit bekende
Parlementslid was een geweldenaar van het
ergste soort en de meeste menschen die met
hem in aanraking kwamen, waren onder een
hoedje te vangen. Michael Perris was in dit
opzicht geen uitzondering; hij verdiende
een zuur stuk brood bij dezen meester en
onderwierp zich zwijgend aan diens onrede
lijke uitbarstingen en driftbuien.
„Neemt u mij niet kwalijk, Sir Gregory",
waagde hij eindelijk op te merken, „maar
de vrouw Juffrouw Gleason heet zij
kwam heelemaal van Rider's Lane om te ver
tellen, dat zij haar huur niet kon betalen.
Haar man is ziek en zij heeft amper genoeg
om haar kinderen te eten te geven. Ik heb
haar niets beloofd, maar alleen gezegd, dat
u de zaak zoudt overwegen en dat zij over
een dag of drie om antwoord moest ko
men."
Sir Gregory had weer adem genoeg om in
een nieuwe aanval van woede uit te barsten.
Met welk recht heb jij haar dat gezegd?
Ik heb niets te ovox-wegen; als zij haar huur
niet betaalt, gaat zü er uit".
„Ze is maar twee weken huur achter,
meneer,"
„Dat is twee weken te veel. Ze betaalt of
zc gaat er uit."
„Maar ze verhongert haast en
.iaat ze verhongeren en haar man erbij.
Het kan mij geen steek schelen."
„Zij heeft vijf kleine kindei'en, die
„Wat heb ik daarmee te maken! Ga naar
je kamer en schrijf die brieven. En behoor
lijk, denk eraan!"
Perris hoog zwijgend, zocht een bundel ge
stenografeerde vellen papier bij elkaar en
liep naar de deux-. Daar bleef hij staan.
„Mag ik u er aan herin-eren, Sir Gregory,
dat u vaix avond spreken moet voor de Ver
eeniging tot beschaving der Patagoniërs?"
„Natuurlijk; natuurlijk! Dacht je dat ik zoo'n
vergeetachtige eizel was als jijzelf?", was het
beminnelijke antwoord, „Waar is mijn rede?
Heb je die klaar?"
„U kunt haar onder de presse-papler vin
den, meneer."
Sir Gi-egory sloeg een paar blaadjes van de
redevoering om en keek met zijn varkens
oogjes over de getypte regels.
„Slapjes", mompelde hij ontevreden. „Ik
hoop dat je er goed in hebt laten uitkomen
dat het mijn hartewensch is, dat die men
sahen daar tot een zeker peil van beschaving
zuilen worden gebracht."
„Zeker, Sir Gregory,. Ik heb er den na
druk op gelegd, dat de inboorlingen op iedere
denkbai-e wij 7x2 geholpen dienen te worden."
„Dan is het goed. Mijn hart gaat uit naar
de aimen en verdrukten."
„Daarvan is uw leven wel het bewijs, me
neer", merkte Perris met diepen ernst op;
xnaar de ironie van zijn gezegde ging. volko
men verloren voor het dikhuidige wezen in
den stoel.
„Ik hoop het; ik hoop het. We moeten el-
kaars lasten dragen en de tranen van de
lijdenden afwissen voor wij onze eigene
drogen. Drommels! Dat is mooi gezegd; dat
zal ik vanavond herhalen. Nu" dit met
plotselinge verandering in zijn stem.
„waarom ga je niet aan Je werk?"
„Maar Juffrouw Gleason, meneer?"
„Loop naar de weerlicht met je juffrouw
Gleason! Verdwijn!"
Pei'ris verliet na dit practische bewijs van de
menschlievende gevoelens van zijn werkge
ver, zoo gauw hij kon het vertrek. Even
daarna was hij in zijn kamer terug en lcg:le
de vellen papier op zijn schrijftafel. Met
een schouderophalen zette hü Sir' Gregory's
manier van optreden uit zijn hoofd: de maxi
was het niet waard één ernstige gedachte
aan hem te verspillen. Maar de secretaris
ginig rüet zoo gauw aan het werk als hij eerst
van plan was. De zon lokte hem naar de
openslaande deuren en hij genoot van het
gezicht op het zachte grasveld en het
bloeiende struikgewas, waarmee het was om-
zo-^.xd, In zijn goedzittend, maar wat afge
dragen blauw serge pak stond hij droomerig
naar den uitgestrekten tuin te kijken, die vol
bloesemgeur was en zich uitstrekte tusschen
het groote huis en het park.
Hij dacht terug aan een anderen tuin, niet
zoo groot als deze, waar hij als kind ge
speeld en als jonge man gewandeld had, ver
vuld van hoop en idealen. Het was nu tien
jaar geleden sedert hij door zijns vaders ver
mogen verloren was gegaan, van een zorge-
loozen student In Cambridge een armoedige
en hongerige werklooze was geworden. Zijn
oudex\s waren drie maanden na elkaar ge
storven, van verdriet en ellende, en met vijf
pond in zijn zak was hij naar Londen geko
men. Nu hij aan dien tijd terug dacht, ver
wonderde hij er zich over, dat hij daar door-
heexx gekomen was. De ver loopen tien jaien
schenen een eeuw van zorgen en lijden te
zijn geweest. Nu voelde hij zich in vrij
kalm water; hij had tenminste een dak bo
ven zijn hoofd en dagelij ksch broed. Van
alles had hij aangepakt, tot hij tenslotte in
de journalistiek beland was en na eenige ja
ren hard werken een beetje naam had ge
maakt als schrijver over politiek. Door een
paar van zijn artikelen was de aandacht van
Sir Gregory Horn op hem gevallen en de
millionair was slim ge no 2 g geweest om den
armoedigen, ondervoeden Jongeman naar
waarde te schatten. Een Jaar had Perris nu
voor den „za konprins" zooals Sir Gregory
zich met zelfgenoegzaamheid gaarne noem
de gewerkt en over het algemeen tot, te
vredenheid van zijn meester, al was de be
irekking geen bijster winstgevende voor een
talentvol man van over de dertig.
Perris hoofddoel was om te sparen, zoodat
hij iets anders kon beginnen als hij een be
hoorlijken spaarpot had. En er was nog een
andere reden waarom hij -bleef als secre
taris van een vooraanstaand politicus kwam
hij met vele lieden in aanraking, die hean la
ter van nut zouden kunnen zijn. En ten
slotte was Margaret er nog.
Margaret Drum was een ontwikkeld, vrien
delijk eenvoudig meisje van twee-en-twintig
rauziekleerares van Laura Horn, de dochter
van den millionnair, en hoewel zij heele
maal geen romantischen aanleg had, was zij
langzamerhand van den kalm-en, voorkomen
den secretaris van Sir Gregory gaan hou
den. Beiden kenden zij de zorgen des levens,
die hen vóór hun tijd oud gemaakt hadden
en ze beschouwden hun liefde als een wel
verdiende schadeloosstelling voor de geleden
ellende.
Behalve juffrouw Drum, was er nog een
gouvernante, die in het huis woonde; Made
moiselle Cibot, een Parijsche die het En-
gelsch uiterst gebrekkig sprak; zij was be
last met het ond-ei*wijs aan Freddy, den ne
genjarigen zoon en erfgenaam van Sir
Gregory. Zij had ook heel wat van den heer
des huizes te verduren, maar was gelukkiger
dan de secretaris, want ze zag hem niet zoo
dikwijls als deze. Verder behoorde nvevi-ouw
Cargoe, een zuster van Sir Gregory's over
leden vrouw, nog tot het gezin.
Sir Gregory was wat men noemt een ver
moeiend man. Als hij er niet was, ging a'les
In huis rustig en kalm zijn gang, maar zoo
dra hij verscheen was er one enigheid en on
rust. Hij had er een handje van om iedereen
tegen zich in het harnas te jagen, oud en
jong, de menschen dis bij hem in betrekking
waren siddsrden voor hem en mevrouw Car
goe, zijn zachtmoedige, oudsrweiisehe
schoonzuster, vreesde hom als een donder
god.
(Wordt vervolgd).