H.D. VERTELLINGEN VOOR DE FORENSEN. Het Genootschap van den Octopus. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAC 26 FEBRUARI 1931 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). door WILLY VAN DER TAK. Fooien Dc kleine, ietwat gebochelde kellner met het bleeke gezicht en den scherpen neus wierp tersluiks een blik uit de breede lage ramen op het heen en weer schietende be weeg van voorljijstappende mannen en vrou wenfiguren in de straat, en terwijl hij met een zwaai blad en leege glazen van een vrij gekomen tafeltje afschoof en de hooge, kwasi zilveren vaas met een enkele narcis er in in het midden zette, keek hij tersluiks op de klok Elf uur. Monsieur le Comte was laat. Monsieur le Comte was in dat kleine res taurant aan de altijd drukke straat een be kende, en zeer gewaardeerde figuur. Hij gaf er het cachet aan van zijn ouden adel; en de romantiek van zijn veelbewogen leven, dat nu langzaam en vredig naar zijn einde kab belde in een tweetal armoedige kamers, die hij voor weinig geld en veel goede woorden ergens in één van de faubourgs had gehuurd, leverde stof tot veel fluisterende, met steel- sche blikken en beamende knikjes gekruide gesprekken van den eigenaar en zijn kellners met zijn eeuwig wisselenden, eeuwig komen den en gaanden stroom van cliënten. „Ah oui, monsieur le comte zat hier bijna iederen morgen. Een enkelen keer sloeg hij over en aan het eind van de maand werd hij dik wijls in een paar dagen niet gezien. Hij scheen maar zeer weinig geld te hebben Neen. hij was in het minst niet spraakzaam, wisselde om precies te zijn iederen morgen een paar woorden met Pierre, die hem altijd bediende, en zat de rest van den tijd zwijgend het raam uit te staren. Een wonderlijk man. Maar een gentilhomme!" en met precieus gebaar van zijn lange vingers knipte Mon sieur Lacrose. eigenaar van het kleine restau rant in de Rue de Greuelle, een gat van bewondering in de lucht, en spoedde zich naar achteren om een oogje in het zeil te houden bij het afladen van zijn nieuwe zen ding wijn. Monsieur le Comte was in dat kleine res taurant waarlijk een zeer geliefde figuur. Pierre zwenkte met het blad op zijn ééne uit gestrekte arm tusschen de tafeltjes door, en voelde opeens een schokje van vreugde langs zijn rug gaan, toen achter hem de tochtdeur open zeefde, en hij, omkijkend over zijn schouder, de lange magere gestalte van mon sieur le Comte naar zijn vaste tafeltje bij het raam zag stappen. Hij zag er niet goed uit, vond Pierre. Oud en moe. De koude wind buiten had den rechten, fijnen neus rood ge blazen en de gelige, ingevallen wangen geel gelaten; de zwarte kringen rond zijn oogen leken breeder en zwarter dan ooit. En Pierre haastte zich naar de eenzame figuur bij het raam, hielp hem haastig bij het uittrekken van de kale, zwarte winterjas, en boog zich bijna moederlijk over het tafeltje heen. „Monsieur le Comte wenscht koffie?" En terwijl hij wegliep om zelf een wakend oogje te houden op het bereiden van de kof fie van mansieur le Comte, waarvoor hij zich bijna verantwoordelijker voelde dan voor de opvoeding van zijn drie snaterende kleine kinderen thuis, liep hij tersluiks langs den winterjas, die hij net had helpen uittrekken. Daar binnen in één van de zakken rinkelde iets zacht en zilverig. Een glimlach .vloog over Pierre's gezicht en iets dat bijna een warme gloed leek, kleurde even het bleeke geel van zijn gezicht. Daar in die jaszak zaten nu hij had het van dag tot dag precies nage teld achttien losse zacht tinkelende franc stukken. Fooien van Monsieur le Comte voor Pierre, den kellner, hem overhandigd met het aristocratisch nonchalante schuifgebaar van de lange magere vingers, dat hij zich zelf met zijn oogen dicht precies zou kunnen voorstellen. Eens in de week, soms tweemaal, een franc fooi voor Pierre, den kellner, die hem be diende. Maar Pierre wilde geen fooien van monsieur le Comte, dien hij adoreerde en die het geld heelemaal niet missen kon, en iederen franc had hij, twee minuten, nadat hij hem met een nederig knikje en een dis creet bedankje in ontvangst genomen had, in den zak van dc overjas van monsieur le Comte ia ten glijden, als die met zijn stramme bewegingen zijn armen in zijn mouwen boog. Achttien francs zaten er in. Hij streek zacht tegen de jas, toen hij het kopje koffie met een sierlijke zwaai voor monsieur le Comte op tafel zette. De francstukken dansten zacht. Monsieur le vicomte staarde mismoedig het raam uit. En terwijl hij aan den anderen kant van het zaaltje tegen het buffet geleund stond, met zijn linkerbeen over zijn andere gesla gen en zijn servet ineenrollend en weer af draaiend tusschen zijn beide onbewuste han den, keek Pierre naar de stille figuur bij het raam, die hij zoo was gaan lief hebben. Het uur, waarop de kans bestond, dat monsieur le comte langs de ramen zou stappen en door de draaiende tochtdeur zichzelf en zijn fijn- besneden gezicht en de afgetrokken hooghar tigheid van zijn gebaren binnen de lawaaiige, roerige drukte van het restaurant dragen zou, was het uur van den dag, waar Pierre naar uitkeek, op hoopte, op leefde. Het uur, dat hij zich den ganschen dag verder her inneren kon, terwijl hij zich reppend op haastige voeten, onderdanig buigend, gedien stig en voorkomend glimlachend bestellingen in ontvangst nam, glazen en koppen kunstig balanceerend aandroeg, leege borden en scho teltjes afredderde, en bemorste tafatjes schoon maakte met één zwaai van zijn ser vet. Het uur, dat in Pierre's weinig roman tische kleine kellnersziel was als een zachte glimlach, die een klein beetje straalde en verlichtte naar alle kanten en die aan iede ren dag zijn beteekenis gaf. Het uur. waarop monsieur le vicomte kwam. en aan altijd het zelfde tafeltje zat. en naar buiten keek met bijna altijd dezelfde gelaten glimlach om zijn mond, en Pierre wenkte om zijn kopje kof fie. En Pierre glimlachte, want de figuur aan den overkant wendde zich half naar hem om, zoodat een lichtflits over het zilvergrijze haar schoof, en maakte een wenkend gebaar naar hem. Monsieur le comte wilde betalen! Pierre snelde haastig tusschen de tafeltjes door naar hem toe. Maar monsieur le comte wilde wel betalen, maar en hij keek Pierre niet aan, terwijl hij het hem te breedvoerig-en met afgewende oogen uitlegde hij had zijn geld vergeten. Hij had net tot zijn schrik ontdekt, dat hij het waarschijnlijk thuis had laten liggen, en Pierre zou hem een groot genoegen doen, als hij tot den volgenden dag wilde wachten. De oude dag begon hem parten te spelen, zei hij met een schertsenden glimlach naar Pierre, die zwijgend en zonder te durven opkijken voor hem stond. In Pierre's hart was het koud. Monsieur le comte, zijn monsieur le comte, die liegen moest, omdat hij geen geld had om zijn kopje koffie te betalen! Zwijgend knikte hij, en zwijgend strekte hij zijn hand uit naar de zwarte, kaal wordende winterjas van den ouden comte. In de jas rinkelde iets, zilverig, zacht. Zijn francstuk ken! Hij schudde eens. Het rinkelde luider. Monsieur le comte had zich half verrast om gedraaid. Over Pierre's wangen vloog een gloed. „Ik geloof, monsieur", zei hij aarzelend, „ik geloof datu had het waarschijnlijk per ongeluk in deze jaszak De oude comte boog zijn onthutste gezicht zoo diep over de jas heen. dat Pierre het niet meer zien kon Toen hief hij het op, verbaasd, verbluft „Ja, Pierre, maarNee, maar dat is nietToen herstelde hij zich. „Eh bien, Pierre, hoeveel krijg je? En hier dat is voor jou". En met het nonchalante schuifge baar schoven de lange magere vingers een blinkend zilveren francstuk op het tafeltje. „Voila, e'est pour vous". Pierre heeft hem nog. Hij ligt tusschen de eerste tand van zijn jongste jongen en een lok van het haar van zijn oudste meisje, dat stierf, toen ze vijf was. in een doosje in zijn kast. De franc van monsieur le vicomte. Monsieur le vicomte, die al drje jaar dood is, maar die tot drie weken voor zijn dood iede ren morgen bij Pierre zijn koffie bestelde. „DE DELFT". De jury voor het bal-masqué van de Haar- lemsche Zwemvereeniging ,De Delft" is samengesteld uit de heeren: J. Josseaud, J. van Eden en H. Tuninga. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN ft 60 Ct«. per regel. CONTANT OF TERMIJNBETALING zonder rente of andere kosten Karpetten, Gordijnen, Bedstellen, enz. Balatum a f 1,09 per el MEUBELFABRIEK A. F. DE BOER Haarlem Koninginneweg 18 (filiaal) geen winkel Prima kwaliteit. Buitengewoon lage prijzen LANGS DE STRAAT. Het Kijkspel. Er zijn talrijke straat-artisten; violisten, harmonicaspelers, schilders, snelteekenaars. Ze doen dikwijls niet onder voor hun colle ga's, die „binnenhuis" artist zijn geworden, omdat het lot hen gunstig was. En ze zijn zeker moediger en wijzer dan de thuiszittende, werklooze altisten, die als miskend genie pre- fereeren den hongerdood te sterven. Onder straat-artisten schuilt dikwijls wer kelijk talent. En als we er weer een ontdekken zijn we nieuwsgierig wat hij zal presteeren. Zoo ontdekte ik in een zomer op een van onze waddeneilanden een „artist". Bij aan komst op het smalle piertje zag ik hem al in ae verte staan. Het was een échte, met zwarten baard en flambard. Hij had een boek in zijn hand waarin hij scheen te teekenen. En naast hem stond iets. ja wat was dat? Het leek wel een klein model poppenkast. Toen ik dichter bij kwam werd ik er niet veel wijzer uit. En gesjouw met koffers, be groetingen. en zoo voor beletten mij het nader te onderzoeken. Dien avond een heerlijken zomeravond was er bal-masqué in het paviljoen van de eiland-badplaats. De artist was er ook, maar hij bleef buiten op het terras, keek dooi de ramen naar binnen. Hij droeg nu een hoogen hoed. Zonderlinge dracht voor een zomeravond aan zee. Of was dit zijn maske- radetooi?. Hij krabbelde weer wat in een schetsboek. „Een teekenaar", vertelde men. „Hij maakt portretten en probeert diet te verkoopen. Maar ,".e lijken nooit. Hij heeft ook een kijk spel". O, ja. de poppenkast! En de hooge hoed? Wel, die zette hij zoo nu en dan eens op in zijn qualiteit van speleigenaar. Hij was direc teur van het spel; daar hoort ouder gewoonte een hooge hoed bij. Terzijde van het terras, op een duinpaadje, zag ik de poppenkast weer staan. Een klein meisje, waarschijnlijk het dochtertje, stond er naast. Ik wou toch wel eens kijken. Het entree kostte blijkbaar niets, want het meisje liet me er kalm naar toe gaan. Ik keekOch. wat een teleurstelling! Het was een soort poppenkamer. maar dan een heel leelijke. Hei-blauwe kartonnen meu beltjes, Ik draaide me om om terug te gaan. „Jiüffrouw, voor het kijkspel", zei het meisje. Ik vond het zelfs geen halfje waard, en wou doorloopen. Maar vinnig zei ze: ,,Je moet betalen, je hebt er immers naar gekeken". De man kwam ook toegeloopen; hij zag er dreigend uit met dien zwarten baard. Een kijkspel en ik had er naar gekeken. Ja, ik was moreel verplichtVlug stopte ik het meisje wat in haar hand. Binnen werd ik lachend opgewacht. Ja, men kende dat bij ondervinding. Overval, op de meest onverwachte oogenblikken en op elk uur van den dag, kon men tegenover het kijkspel komen te staan. En aangezien een mensch nu eenmaal gewend is te kijken, was je dan al meteen den „artist" wat ver schuldigd. Had je naar zijn kijkspel gekeken of niet. Je had van zijn kunst genoten en je betaalde er niet voor? Dat was gewoon iemand bestelen. BEP OTTEN. (Reeds in een deel van een vorige oplaag opgenomen) DAMMEN. PERSOONLIJKE KAMPIOENSCHAPPEN. HAARLEM EN OMSTREKEN. Dinsdagavond werden de afgebroken en uitgestelde partijen van bovengenoemde wedstrijden voortgezet. De uitslagen luiden als volgt: Hoofdklasse: P. G. van Engelen remise met F. A. Berkemeier; J. van Looij wint van W. Stróo; F. A. Berkemeier wint van Clir. F. Visse. lste klasse: K. Leibbrand wint van T. Kerkman; J. v. d. Giessen remise met L. Koetsier; Joh. Fabel Jr., wint van J. van Berkum; J. P. van Eijk wint van T. Kerk man. De partij K. LeibbrandH. Greeirw werd afgebroken. 2de klasse: W. van Pelt wint van H. Berg huis; II. van Luneneburg Jr. wint van W. J. A. Matla; W. van Pelt remise met J. Balk. De partij J. H. ReedijkJ. Balk werd afge broken. Derde klasse: Jac. Fr. van Garderen wint van J. Groen; Th. Wesselman wint van H. C. Stappers; A. Kiel wint van H. G. J. Andries- sen. De partij Th. WerdlerC. Dikkeboom werd afgebroken. Het buiten wonen in vroeger eeuwen en nu. De voordeelen van de nieuwe belasting-heffing voor forensen, De omgeving van Haarlem heeft altijd veel aantrekkelijks gehad voor Amsterdammers. In de gouden eeuw betrokken verscheidene rijke kooplieden uit de AmsteLstad mooie buitens in de streek tusschen Beverwijk en Lisse. Voor de reis moest gébruik gemaakt worden van de postkoets, zoodat natuurlijk alleen de machtige heeren zich de weelde konden veroorloven van het buiten wonen. Niet zelden hadden die kooplieden behalve hun landgoed in ons lustoord in dien tijd was deze streek veel rijker aan natuurschoon dan tegenwoordig nog een patriciërswo ning in de hoofdstad. Zij behoefden dus niet eiken dag heen en weer te trekken, 's Winters bleven zij geheel in Amsterdam wonen, maar 's zomers wer den op het kantoor of de beurs alleen de dringendste zaken afgedaan, om zooveel mo gelijk te kunnen genieten van het heerlijke buitenleven. Maar zulke voorrechten genoten slechts enkele honderdtallen. De menschen die el- ken dag op hun post moesten zijn. waren gedwongen om in Amsterdam te wonen. De moderniseering van de verkeersmidde len heeft de stroom Amsterdammers die hier kwamen wonen sterk doen toenemen. De trein en de tram brengen de menschen nu even gauw, soms nog gauwer, uit het Amsterdamsche handelscentrum, naar hun landhuisje in onze omgeving, dan naar een der Amsterdamsche buitenwijken. In 16 mi nuten brengt de electrische trein den Am sterdammer in Haarlem! Verder bestaan er vrij goede verbindingen dank zij de electri- ficeering van de spoorlijn, met Heemstede, Bennebroek, Vogelenzang, Bloemendaal, Sant poort en Velsen. Over de verbinding met Zandvoort bestaan klachten, maar er is toe gezegd, dat de nieuwe zomerdienstregeling verbetering zal brengen. De electrische tram vervoert ook heel wat abonnés die in Amsterdam werken en in Haarlem, Halfweg en Heemstede wonen. De tram doet er wel langer over dan de trein, maar velen wonen, dichter bij de tram, ter wijl bovendien de tram meer in het centrum van Amsterdam komt. Bovendien zijn voor de forensen „snel trams" ingevoerd, om al thans e enigszins aan de concurrentie van den trein wat. rijtijd be treft, het hoofd te kunnen bieden. Er zijn natuurlijk nadeelen verbonden aan het forens-zijn. De man moet er het heen- en-weer trekken voor over hebben, om vrouw en kinderen eiken dag van het heerlijke bui tenleven te laten genieten. Bovendien geniet hij er 's avonds van en Zaterdagsmiddags en Zondags! De vrije huizen met tuin in onze stad en omgeving zijn veel genoegelijker ter bewoning dan de étage-woningen en huur kazernes in Amsterdam. Geen wonder dus dat het aantal Amsterdammers dat naar buiten trekt geregeld grooter wordt. De om geving van Haarlem strijdt in deze met het Gooi om de gunst. Vooral in den laatsten tijd gata de balans sterk overhellen ten gun ste van het Westen. Dit komt omdat de trein verbinding met Haarlem gunstiger is dan met vele steden in het Gooi. Eenigen tijd ge leden heeft de Haarlemsche wethouder van openbare werken en volkshuisvesting Mr. J. Gerritsz er in den raad de aandacht op ge- gevestigd. dat zich den laatsten tijd zeer veel Amsterdammers te Haarlem vestigen. Hij merkte daarbij op, dat het over het algemeen, middenstanders zijn. die voor de gemeente- financiën meer inbrengen dan zij kosten. Nadat de wethouder dit medegedeeld heeft is de stroom Amsterdammers blijven vloeien. Wij hebben onlangs een beschouwing in dit blad gegeven over de vraag „of Haarlem ver-Amsterdamd wordt?" Wij hebben toen, nadat het Bureau voor den Burgerlijken Stand en de Bevolking voor ons een statis tiek gemaakt had, uitgerekend, dat zich per jaar ruim 2000 Amsterdammers meer te Haarlem vestigden, dan Haarlemmers te Am sterdam. Dus ruim350 gezinnen! Voorheen was het een nadeel van het fo rens-zijn, dat men meer belasting betalen moest. De gemeente waar men woonde eisch- te 2 3 van de belasting die men als gewoon inwoners aan de gemeentekas zou moeten betalen en de gemeente waar men werkte kwam ook om 2,'3. Feitelijk betaalde de' fo rens dus 1/3 belasting meer dan een inge zetene die werk en woning in één gemeente had. Nu de wet op de nieuwe financieele ver houding tusschen rijk en gemeenten 1 Mei a.s in werking treedt, is de forensen-belas ting vervallen. Wij hebben door onze belasting-medewer kers laten uitrekenen hoeveel een Haar lemmer die in Amsterdam werkt na 1 Mei per jaar aan de gemeente Haarlem moet be talen en daarnaast hoeveel hij vroeger per jaar aan Haarlem en Amsterdam tezamen betaalde. FORENSEN EN DE BELASTING. Dat de wetswijziging waarbij de forensen belasting is afgeschaft en een nieuwe ge meentebelasting (de gemeentefondsbelas ting) is tot stand gekomen, vooral voor de forensen van beteekenis is, blijkt uit onder staand overzicht. De cijfers betreffen alleen de gemeente belasting); niet dus de rijksinkomstenbelas ting, op welke belasting thans geen gemeen- te-opcenten meer mogen worden geheven en die daardoor dus voortaan in alle gemeen ten gelijk is. Voor het beantwoorden van de vraag in welke gemeente de minste belasting moet worden betaald, komen voortaan ter verge lijking alleen in aanmerking de personeele belasting- en de gemeentefondsbelasting met de daarop door de gemeente geheven opcen ten, benevens de gemeente opcenten op de vermogensbelasting. Vergelijkend overzicht betreffende de ge meentebelasting volgens de oude en de nieu we regeling. Inkomen (Gehuwd persoon met 2 niinderj. kinderen 1500.— 2000 2500.— 3000. 4000. 5000.— 6000.— 7000.— 8000.— 9000.— 10.000.— 15.000.— 20.000.— 25.000.— 30.000.— 35.000.— 40.000.— 45.000.— 50.000.— 60.000.— 70.000. 80.000.— 90.000 100.000.— GEMEENTE HAARLEM. 'I* gem. op centen en gem. ink. belast. 10.67 21.50 36.83 53.50 86-83 122.17 158.83 195.50 234.67 275.50 316.33 539.67 795.33 1084.33 1406.67 1762.33 2155.17 2589.33 3065.17 4103.50 5225.17 6430.17 7646.17 8871.17 Forensen belasting te Amsterdam 12.— 32.— 52.— 72. 113.6 157.60 205.20 254.80 306.80 362.40 422.— 768.80 1128.80 1488.80 1848.80 2208.80 2568.80 2928.80 3288.80 4008.80 4728.80 5448.80 6168.80 Totaal 22.67 53.50 88.83 125.50 200.43 279.77 364.03 450.30 541.47 637.90 738.33 1308.47 1924.13 2573.13 3255.47 3971.13 4723.97 5518.13 6353.97 8112.30 9953.97 11878.97 13814.97 15759.97 Getn. Fonds belasting 193112 13.70 25.38 47.85 70.08 115.44 171. 232.54 294.88 367.20 446.60 523.60 1001.52 1488.24 1977.60 2457.60 2937.60 3417.60 3897.60 4377.60 5337.60 6297.60 7257.60 8217.60 9177.60 Vermindering 857 28.12 40.98 55.42 84.99 108.77 131.49 155.42 174.27 19150 214.73 306.95 435.89 595.53 797.87 1033.53 1306.37 1620.53 197657 2774.70 3656.37 462157 5597.37 6582.37 FEUILLETON. Uit het Engelsch van FERGUS HUME. (Nadruk verboden.) 21) Nu Perris zoowel het parfum ais het schrift herkende en bovendien wist dat Dick op kamers woonde in het West-End, in de buurt van Earl Street, was het hem al spoedig dui delijk wat hem te doen stond. Hij wachtte tot het donker was en Stuurde Dick* die wel bij zijn moeder zou zijn een kort, drin gend briefje of nog dien zelfden avond op Horn Hall te komen. Hij vertelde mevrouw Cargoe en Laura, dat Hurker de meening was toegedaan, dat Sir Gregory een bezoek aan een van zijn vrienden bracht en binnen enkele dagen wel weer thuis zou komen. De dames waren hier door een beetje gerustgesteld en besloten Arden's uitnoodiging om dien avond naar den schouwburg te gaan, toch maar aan te nemen. Nauwelijks waren zij uitgegaan, of Dick verscheen. Hij drukte Perris hartelijk de hand. stak een sigaret op en liet zich be- hagelijk in een fauteuil vallen. „En Perris" begon hij luchtig, „wat is er aan de hand, kerel?" „Ik wilde je eens onder vier oogen spre ken". antwoordde Perris bedaard. „Zoo? Ga je gang hoor! Waarmee kan ik je van dienst zijn?" „Waarom heb je Sir Gregory op den hoes van Earl Street, opgewacht, en waar heb je hem heengebracht?" vroeg Perris. die beslo ten iud om njuur niet dc deur in huis ic vallen. Dick liet verschrikt zijn sigaret uit zijn vingers glijden en werd doodsbleek. „Wat ehwat bedoel je?" stotterde hij. „Precies wat ik zeg. Je wilt zeker wel zoo vriendelijk zijn om mijn vraag te beant woorden, nietwaar?" „Natuurlijk." Drum had zich spoedig her steld en rookte onder het spreken zijn siga ret op. „Als je mij alleen maar wilt vertellen, hoe je er bij komt om mij zoo iets te vra gen." „Sir Gregory is plotseling verdwenen en zooals je begrijpt willen mevrouw Cargoe en juffrouw Horn graag weten wat er met hem gebeurd is." .Hoe kan ik dat weten?" „Omdat jij hem opgewacht hebt". .Hoe kom je daarbij?" vroeg Drum nieuwsgierig, maar tegelijkertijd voorzich tig. Perris haalde den bewusten brief te voor schijn. „Dat is jouw schrift, je woont op kamers in de buurt van Earl Street en deze brief ruikt naar het parfum, die jij ge bruikt." „Dat schijnt grooten indtruk op je te heb ben gemaakt, merkte Dick spottend op „Zal ik je eens wat zeggen, meneer Richard Drum", verklaarde Perris kalm maar na drukkelijk: „Je bent ean groote schurk! Mar garet heeft mij verteld ..Margaret is altijd onbillijk tegenover mij", viel Dick hem geprikkeld in de rede, „Nu iemand, die vervalschingen Drum sprong woedend op. „Dat is jaren geleden gebeurd en ik zie niet- in, waarom je oude koeien uit de sloot gaat halen. Als je soms van plan bent om daarop dooT te gaan, dan ga ik weg." En hij stond op en liep naar de deur. >rAls je deze deur uitgaat", waarschuwde Perris, „dan zal ik je onmiddellijk laten ar resteeren op grond van het feit, dat je de hand hebt gehad in de verdwijning van Sir Gregory Horn", Drum bleef besluiteloos bij de deur staan. „Als je dat deed, dan zou je moeder's hart breken", zei hij norsch. ,Daar zorg jij zelf wel voor", was het snij dende antwoord. „En het zou heel wat beter zijn. dat jij nu achter slot en grendel werd gezet, dan dat daarmee gewacht wordt tot je een nieuwe misdaad hebt begaan." „Ik bega geen misdaden". „Zoo? En die octopus op dezen brief dan, meneer Drum?" „Ik begrijp heusch niet wat je bedoelt," stotterde Dick doodsbleek. .Pardon, dat doe je wel. Ga zitten en vertel mij precies, hoe het komt, dat jij lid bent van het El Nuestro genootschap?" Drum bleef Perris een oogenblik stijf van schrik aanstaren. .Hoe ehhoe weet jij dat!" stotterde hij. „Dat doet er niet toe. Of wou jij soms ont kennen dat. die octopus het embleem is van het El Nuestro genootschap en dat jij daar lid van bent?" „Denk jij soms, dat dat parfum daar iets mee te maken heeft?" vroeg Drum zenuw achtig. om het antwoord op Perris vraag te ontwijken. „Ja. dat denk ik inderdaad," zei Perris scherp, terwijl hij den ander strak aankeek. „Voor ik je bij mevrouw Drum ontmoette, had ik dat parfum nog nooit geroken. Dat verhaal, dat die flesch in de koffer gebro ken is, was een leugen. Iedereen kan zien. dat het pak. dat je aan had spiksplinternieuw was. En na dien avond heb Je er wel voor gezorgd geen pak meer aan te trekken, dat naar dat. parfum rook. Ik veronderstel, dat je andere cos- tuuxns geen dienst doen als herkenningstee- ken voor de mede-leden van het genoot schap" „Je denkt dus, dat de leden elkander her kennen aan den reuk van dat, parfum?" „Juist! Wat heb je nog meer te zeggen?" Dick bleef nog steeds besluiteloos bij de deur staan. „Ik heb niets meer te zeggen", antwoord de hij. „Niet? Dan zal ik je laten arresteeren." „Waarom? Ik heb niets op mijn geweten." „Jawel. Het El Nuestro Genootschap heeft je opgedragen Sir Gregory in een val te lok ken. J ij weet waar hij op het oogenblik is". „Ik weet niets". „Vertel dat aan de politie". En Perris stak zijn hand uit om op den belknop te druk ken. ,Howacht even", schreeuwde Dick. Hij zweeg weer en er kwam 'n boosaardige glimlach op zijn gezicht. „Ik zal je alles ver tellen", zei hij toen. Perris trok zijn hand terug van den bel knop en wenkte Drum voor zijn schrijf bureau te gaan zitten. .Dat is verstandig van je", merkte hij koel op. „Ja, ik bén verstandig", glimlachte Drum. „Veel verstandiger nog dan jij denkt. Neen dank je, ik zal niet gaan zitten, want ik ga onmiddellijk heen," „Je zult deze kamer niet verlaten voordat Sir Gregory in veiligheid is." Dick haalde de schouders op. ,Dan zul je mij hier moeten laten tot mor genavond." „Je weet dus waar hij is?" „Ja". „Je bent lid van het El Nuestro Genoot schap?" „Ja". „En dat parfum is een herkenningsteeken voor de leden van het genootschap?" Drum knikte. „Weet jij, wie dien moord gepleegd heeft?" „Neen." „Ik geloof toch van wél. Jij was immers degeen die Giles en ik in het kreupelhout zagen?" .Misschien wel en misschien niet" ant woordde Drum schouderophalend. „Kijk eens hier Perris, ik geef toe dat je mij te glad bent af geweest en ik zie wel, dat ik groote kans loop om gearresteerd te worden. Ont moet mij morgenavond tegen half 9 voor Fenchurch Street Station en zorg ervoor, dat er in Pitsea om half tien een auto voor ons gereed staat." „Waarom?" vroeg Perris wantrouwend. „Om je te helpen Sir Gregory te bevrij den uit de handen van het El Nuestro Ge nootschap. Hoogstwaarschijnlijk zal het een wilde jacht worden, want verschillende le den van het genootschap hebben een auto, Het is een heel waagstuk, maar toch zal ik doen wat ik beloof. Zorg. dat je vroeg ge noeg aan Fenchurch Street Station bent voor den trein van 8.41 en laat verder alles maar aan mij over." „En -welke waarborg heb ik, dat jij je aan die afspraak zult houden?" Drum aarzelde een oogenblik, haalde toen een stuk papier uit zijn zak en overhandigde dat aan Perris. Het was een chèque ten be drage van vijfhonderd pond sterling, door „Deze chèque heb ik van Horn gekregen Sir Gregory geteekend. onder voorwaarde, dat ik hem zou helpen ontsnappen. Daar ik in groote geldverlegen heid zit, kun je wel besrijpen, dat ik de kans om die chèque te verzilveren niet graag zou laten voorbijgaan". Perris dacht een oogenblik na en stak toen kalm de chèque in zijn portefeuille. „Afgesproken", zei hij. „Dit houdt ik als onderpand, wij ontmoeten elkaar dus voor het Fenchurch Street station. Ik zal zorgen dat er een auto klaar staat." „En denk eraan", waarschuwde Drum, „als je de politie er In haalt, breng je het le ven van Sir Gregory in gevaar." ,Maar hoe verklaar je .Morgenavond zal Sir Gregory je alles verklaren", viel Drum hem in de rede, tot zoolang moet je geduld hebben." En haastig verliet hij de kamer. (.Wordt vervolgd).,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6