Uit dein Strijd tegen de Misdaad VAN KOOPEN EN BETALEN. Gesprek met Lord Cecil over ontwapening. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG TWEEDE BLAD 3 MAART 1931 dooi A. HEEROMA, Oud-Commissaris van Politie te Amsterdam. n mijn vorige artikel onder hetzelfde hoofd heb ik een derde categorie van koopers onvermeld gelaten, aangezien ik hun een afzonderlijke bespreking waardig keurde; deze lieden toch hebben zoodanige beginselen, dat deze een aparte behandeling ten volle waard zijn; ik bedoel hen, die in principe hebben aangenomen om Iilet te betalen wat zij koopen, een principe, dat ongetwijfeld de aandacht verdient vooral in deze tijden van malaise en dat indien het gehandhaafd kan worden, begrijpelijkerwijs tot welstand moet leiden. Deze koopers worden met den naam van flesschentrekkers aangeduid. In een mijner vorige artikelen bekende ik mijn onkunde over den oorsprong van het woord aapjeskoetsier, waarop een vriende'ij- ke lezeres mij schreef, dat de eerste van die koetsiers gekleed waren in grijze jas en vuur rood vest en vooral dat vest deed denken aan de aapjes, die op kennissen hun kunsten vertoonden; het publiek vond daarin aanlei ding de koetsiers aapjes te noemen. Deze ver klaring lijkt mij alleszins aannemelijk en ik dank bedoelde lezeres voor deze mededeeling. Nu moet ik ten opzichte van het woord flesschentrekker alweer mijn onkunde be'ij- den wat betreft den oorsprong van dat woord enik zeg het Vondel na: Ik bid u onderwijs mijn botheid. Maar al is mij het verband tusschen koo pen en niet betalen eenerzijds en het trekken aan een flesch anderzijds niet recht duide lijk zoo kan ik mij er toch wel op beroemen, dat de dragers van dien naam en hunne prak tijken mij zeer goed bekend zijn. Koopen en niet betalen is op zichzelf geen kunst Als lk bij mijn slager aanloop en zeg: „geef me een pond biefstuk, maar ik betaal het niet", dan snijdt de goede man direct een biefstuk af, die minstens zes ons weegt, g'imlacht en doet de deur nog voor me open als ik met het gevraagde vertrek; simple comme bonjour, maar de veronderstelling is niet gewaagd, dat hij bij gelegenheid zich zal herinneren, dat hij mij de biefstuk heeft ge geven en verwacht, dat ik hem het vleesch zal betalen en eerlijk gezegd zou ik het ook doen. In mijn vorig art kei vermeldde ik hoe slagers soms handelen, als een klant zijn ver plichtingen niet nakomt. Men zal dus vragen: „kan men het dan zoo aanleggen, dat er over betaling niet meer ge rept wordt?" en niet onmogelijk is 't. dat dit voor velen perspectieven zou openen. Ik begin met te zeggen, dat 't zoo niet gaat. Wis en zeker worden zij gemaand, ja alle mid delen, die den schuldeischer rechtens ten dienste staan, worden zelfs aangewend, maar meestal tevergeefs. Ik heb verschillende soorten van flesschen trekkers gekend, die men gerust oplichters kan noemen, maar die het zoo wisten ln te kleeden, dat zij strafrechtelijk niet voor op lichting vervo'gd konden worden, want het gevang, daar hebben ze het niet op begre pen. Zoo was er een dame met een fatsoenlij ken naam, die met dien naam en haar def tige, bedaagde moeder intrek nam in een eerste rangs hotel, waar zij zoodanige voor name allures aannamen, dat ze met veel strijkages werden bediend. De jonge dame ging winkelen, vroeg en kreeg kostbare bon ten, hoeden en mantels op zicht gestuurd in dat voorname hotel en men wachtte er niet op antwoord. Dat-de dames zulke kostbare artikelen kochten, verhoogde haar crediet in het hotel en een week, of twee desnoods, kon den ze daar blijven, zonder dat de rekening gepresenteerd werd. Op een goeden dag ver scheen voor het hotel een rijtuig; de dames stapten in en hadden meer omvang dan an ders; ze gaven op bevélenden toon en luid genoeg dat de portier het kon hooren een adres op van een deftige Amsterdamsche fa milie, waar ze dus blijkbaar een visite wilden maken; de portier boog met ontzag en open de het portier voor de dames, die hem voor die beleefdheid volstrekt niet dankten, want ze hadden toch niet anders verwacht, 't Wa ren bepaald afstammelingen van „Malbroek" want: Et on ne les reverra plus Onderweg werd opeens van gedachten ver anderd; de dames stapten uit op den Dam, betaalden den koetsier niet. betaalden den koetsier niet, want die kon zijn geld aan het hotel halen zulke deftige lieden halen op straat geen oortemonnaie voor den dag, niet waar? en de koetsier nam dat voor go?de munt op. De dames begaven zich naar het station en omdat ze geen kans zagen op de pof te reizen kochten ze een kaartje naar Utrecht of Amhem en namen daa" weer haar Intrek in een groot hotel, zorgen een koffer bij zich te hebben, beplakt met de nooöige adressen van buiten- landsche hotels, welke kaffer zoolang aan het Station in depót had gestaan en waar nu de overtollige kleeding die ze eenigszins van de slanke lijn had doen afwijken, in werd gestopt. Wanneer het haar gelukt was in Amster dam bij een juwelier een broche, armband horloge of in allen gevalle iets van beleen- bare waarde te bemachtigen, zoo werd langs den weg van verpanding wat geld verkre gen en konden zij ook niet eens een paar dagen betalen, wat, soms noodig was, want hier en daar moest het crediet een klein steunsel vinden. Op deze wijze reisden de da mes het land af, maar zij werden door de politie gesignaleerd ,n moest zich tenslotte op een bureau met minder comfort tevreden stellen can zij gewoon waren. Denk nu niet, dat zij dit in gelatenheid droegen, denkende dat het zoover moest komen. O. neen, ze voerden ook daar denzelfden hoogen toon. gaven voor. dat zij overal onder haar eigen naam hadden gelogeerd en gekocht, berie pen zich op deftige relaties, wilden telefo- neeren met een advocaat en zouden zich bij den minister beklagen. Al hadden ze op het oogenblik geen geld. dat wilde niets zeg gen; ze konden geld krijgen en ze gingen tenslotte vrij uit, omdat ze net precies langs het artikel van het strafwetboek waren ge scharreld. Ik weet niet of deze geschiedenis bekend was geworden aan een meisje dat ook wel in groote hotels intrek had gehad, maar dan meer speciaal gekleed in een zwart japonnetje en een wit mutsje, 't Is mogelijk dat het kind had gedroomd van rijkdom of dat ze had gelezen van laaggeborenen, die 't rad van Fortuin hadden weten te grijpen en zoo naar boven waren geslin gerd, hoe 't zij, dat meisj e meldde zich ook op een dag aan een voornaam hotel en bestelde logies op den naam van freule Die of Die: ze kreeg t. De zeer deftige, in alle ta len sprekende en alle muntsoorten sprekende eri alle muntsoorten ken nende portier, vond wel niet, dat zij be- aekleedi in een antwoordde aan de zwart japonnetje voorstelling die hij en een wit mutsje zich in 't algemeen van freules gevormd had, ofschoon hij niet de meening was toegedaan, die wij kleine jongens, vroeger hadden, dat een vorstelijk of adellijk persoon steeds een kroon moest dragen, maar omdat hij nu eenmaal niet een bepaald denkbeeld had. dat de mlni- mum-eischen voor een freule omvatte, zoo liet hij deze freule voor wat ze was en deze smaakte het genot van een goed diner en een luxueuze slaapkamer. Niettemin had de portier de voorzichtigheid om den gérant zijn twijfel aan het freuleschap kenbaar te maken en deze achtte het niet ongepast om met de noodige excuses den volgenden dag de rekening aan te bieden, waarmee de droom van Grietje eindigde en zij een on derdak kreeg op het bureau. Grietje toch had de grens overschreden en de valsche naam werd haar noodlottig. Neen, dan wist mijn vriend Klaassen het beter: die noemde zich Klaassen en ofschoon Jan Klaassen hem volkomen gekarakteriseerd zou hebben, noemde hij zich zoo niet, maar Willem Klaassen conform zijn geboorteacte. Ook deed hij zich niet voor als baron of zoo iets; hij was Klaassen, het eenvoudige boer tje met de zijden pet en het plattelands accent. Niet grooter of voornamer willende schijnen dan hij was, stapte hij een maga zijn van piano's en dergelijke binnen, waar op dat oogenblik toevallig de patroon afwezig was en hij door diens vrouw werd te woord gestaan. Hij kwam eens kijken naar een orgel tje, niet te duur, maar goed. Mevrouw leidde hem langs de verschillende orgels, noemde de prijzen, prees de kwaliteit en ons boertje vond er ten slotte een, waarvan de prijs zijn draagkracht niet te boven ging. Of hij het eens mocht bespelen? Dat mocht natuurlijk en vriend Klaassen zette zich voor het in strument, zette de registers open en weldra klonk plechtig een psalm door den winkel- „Dat is een goeie, juffrouw" en Klaassen bleef even in gedachten zitten. „Kan u zin gen, juffrouw, want dan kan je nog beter hooren, hoe het klinkt". Mevrouw toonde zich bereid om haar vocale kunst ten beste te geven en Klaassen speel de: ,Dat 's Heeren zegen op u daal", waarbij de dame weder keer ig de zegen voor Klaassen afsmeekte. Onze vriend knikte goedkeurend, zette de pet, die hij vóór het orgel-pel had afgezet, weer op en verklaarde plechtig: „dat orgel neem ik". Mevrouw glimlachte en wachtte tot Klaassen haar den overeengekomen prijs zou betalen, maar Klaassen stond daar in ge dachten verdiept en maakte geen aanstalten om het geld uit den zak te halen. Eindelijk scheen hij het met zichzelf eens te zijn ge worden. want hij knikte goedkeurend en mompelde tegen zich zelf: „Ja. Klaasren, zoo zullen we doen", en meteen deelde hij zijn besluit aan de dame mee. „Kijk es, ik was niet an huis gegaan om direct een orgel te koo pen. maar zoo zie je: als je 't niet van plan bent doe je 't juist.. Nou treft het. dat ik m*n wagen hier heb en kan ik t mooi meenemen: dat spaart een boel korten, maar lk wou 't dan graag de volgende week komen betalen". De dame keek eenlgszlns teleurgesteld. INGEZONDEN MEDEDEELING EX a 60 Cts. per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS Bartel jorisstraat 16 Telefoon 10756 VAMPYR STOFZUIGERS f 105. Kijk es, juffrouw, je kent me niet. maar ik ken hier in de buurt een deftig heer en als die me borg wil wezen, kan ik het dan mee nemen?" „Ja, als m'n man nu maar thuis was ,Dat is erg jammer juffrouw, want die zal dien heer bepaald kennen." ..Nou, als hij thuis is, zal hij 't vast doen". Klaassen ging weg en kwam na tien minu ten terug met een welgedaan, goedgekleed heer, die zijn naam noemde en dadelijk het woord nam: „Kijk eens, mevrouw, voor Iemand anders zou ik het nooit doen. maar onze goeie Klaassen ken ik al zoo lang. daarvoor sta ik borg voor tien orgels als *t moet". De juffrouw weifelde nog even. maar toen Klaassen aanstalten scheen te maken om te vertrekken, stemde ze toe; Klaassen teekende een behoorlijke schuldbekentenis en vertrok met zijn vriend, die de koning der flesschen trekkers was. Niet lang daarna verscheen Klaassen met een paar kruiers, die het orgel op een hand kar laadden om het te brengen naar de plaats waar Klaassen zijn paard en wagen had èestald. Dit nu bleek wel een zeer eigen aardige stalling te zijn, want buiten op het. huis stond ,,Bank van Leening" en paard en wagen waren er zeker ook beleend, want Klaassen kwam er te voet uit om in een nabije kroeg nog een klein financieel onder houd met den deftigen heer te hebben. De politie bemoeide zich met het geval en ik deed alle moeite om Klaassen binnen het hekje van oplichting te krijgen, maar de Justitie hield het hekje gesloten en Klaassen zette zijn reis door het land voort, tot. hij ten slotte te Arnhem wat al te veel smoesjes maakte om wat jachtgeweren te bemachtigen behalve van muziek hield hij ook dolveel van sport en die jachtgeweren gingen ver keerd af, zoodat ze Klaassen het Huis van Bewaring inschoten. De deftige heer treurde hierover niet. want hij had meer kennissen en met hen dreef hij een engroszaak in boter en kaas. annex meu belen. machinerieën, lingerie en wat dies meer zij. een soort toko dus. doch een waar >A tevergeefs naar het gekochte kon zoeken. Hij erkende, desgevraagd, altijd z'n schuld, beloofde steeds te betalen, maar betaalde nooit en beslag leggen op z'n inboedel ging ook niet, want hij was buiten gemeenschap van goederen getrouwd en alles behoorde aan z'n vrouw. Nu had je in Amsterdam het bureau Unitas, dat de onhebbelijke aardigheid uithaalde om een blad uit te geven met de namen van kooplieden on wie de aandacht werd geves tigd en blijkbaar niet met de bedoeling om die heeren in de gunst van het publiek aan te bevelen: dit- maakte het zaken doen moei lijk voor den deftigen heer, die zijn bezinning verloor, zoodat ik op een keer van de Justitie het verzoek kreeg den heer aan 't bureau te halen. Nu was die heer er blijkbaar niet op Inge richt politie te ontvangen, want ik kreeg be let, maar aaneezien ik de machtspreuk „Sesam open U" kon toepassen was dat belet voor mij geen beletsel. Ik moet evenwel erkennen, dat onze heer gelijk had, toen hij meende mij niet- te kun nen ontvangen, want hij bevond zich in een gesloten kart. die eeen ruimte voor twee per sonen bood, waarom ,ik hem maar meenam naar mijn apartementên. waar meer ruimte was. Onze vriend is in de gevangenis ge storven. R.K. MIDDENSTANDS VEREENIGING. Er wordt een ledenvergadering gehouden op Donderdag, in Café-Restaurant Brinkmann. De agenda vermeldt o.a.: Verkiezing van een bestuurslid, dat de functie van len penninmeester zal vervul len. De in de laatste led en vergadering, be noemde heer J. C. W. de Paus, heeft deze benoeming niet aangenomen. Het dagelijksch bestuur is erin geslaagd be reid te vinden den heer E. W. Walop, dir. van het Bijkantoor Haarlem der Ned. Mid- denstandsbank. Verder de quaestie van het Werktijdenbe sluit. Het bestuur schrijft: ..De vrije halve dag voor het Winkelper soneel en in verband daarmede de vraag of onze drie Middenstandsorganisaties een Col lectief Contract zullen afsluiten met de Perso- neelsvereenigingen, waarin voor nu en in de toekomst in ieder geval voor alle Winkel zaken, zonder uitzondering, dwingend zal worden voorgeschreven het geregeld geven aan zijn personeel, van een vrijen middag en nooit een vrijen morgen. Deze aangelegen heid is van zóó groot belang, dat de leiding de verantwoordelijkheid niet*op zich durft te nemen. Zij staat erop de uitspraak der winkeliers te vernemen". JUBILEUM T. F. M. ROBEERST. De heer T. F. M. Robeerst. thans wagen voerder-conducteur bij de N.Z.HTM. op de stadslijnen, herdenkt Zaterdag as. den dag. dat hij vóór 25 jaren in dienst trad bij de voormalige paardentram. Toen in Mei 1913 de paardentram door de elcctrische tram werd vervangen, ging de jubilaris over. Het zal den heer Robeerst. die een bekende persoonlijkheid op de tram is, bij zijn Jubi leum niet aan belangstelling ontbreken. INSTITUUT VOOR ARBEIDERS ONTWIKKELING. Donderdagavond 5 Maart spreekt in de „Centrale" Ingenieur Gratema over „Bouw kunst". Zondag 8 Maart spreekt de schrijver S. Goudsmit over eigen werk. KINDERVOEDING. De Vereeniging „Kindervoeding" reikte in de afgeloopen week uit in hare afdeelingen: Zoetestraat: Maandag 176 porties, Dins dag 157, Woensdag 154, Donderdag 147, Vrij dag 165, Zaterdag 134. Gen. Cronjéstraat: Maandag 86 porties, Dinsdag 114. Woensdag 101, Donderdag 101, Vrijdag 108, Zaterdag 88. NIEUWE SCHOOI- Het gemeentebestuur heeft uitnoodigingen verzonden voor de officieele opening cp Za terdag 7 Maart te 2 12 uur namiddags, van het nieuwe gebouw der School no. 42 (hoofd de heer W. G. F. Sant)aan de Wilgenstraat. Door Dr. E. v. Raalte. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cu. per regel. RHEUMAT1EK, •lie andere middelen vlecht verdragen. Togal hielp wi •pit. i-chio».jicht. griep, hoofd-, kiea-1 ar andere middelen rizenuwpijn wordlvoluen»flOOO genees- A V bestreden door Togaltab'.etten. Togal I J JB A4 I en kan dus worden ingenomen door hen «•a baat brachten. Verkrijgbaar bij Apoth. en Drog a f 0.80 Lord Cecil. Eindelijk. Meer dan tien jaar nadat de Volkenbond aan den arbeid is getogen, is men het in Genève eens kunnen worden over den datum, waarop de ontwapenings conferentie zal bijeenkomen. Na jaren van zoeken, dan in deze. dan in gene richting is men tenminste zoover, dat er een ontwerp conventie ter tafel ligt, die als grondslag voor de conferentiebesprekingen, welke den 2en Februari 1932 zullen aanvangen, dienst zal moeten doen. Het zijn zeker niet de slechtste vrienden van den Volkenbond, die met eenogen bangen twijfel het oogenblik zien aanbreken, waarop bedoelde besprekingen zullen beginnen. JuLst zij toch beseffen maar al te goed. hoe be denkelijk het wel zou wezen, indien de ont wapeningsconferentie op een mislukking mocht- uitloopen. In een gesprek, dat ik onlangs mot Lord Cecil mocht hebben stak deze zulks allerminst onder stoelen of banken. Hij begon met onmiddellijk te zeggen, dat het heelemaal niet zoo zeker is, of men met een gerust hart de dingen die nu gaan gebeuren kam atwach» ten. „Wanneer ge me vraagt of ik met pessi mistische dan wel met optimistische verwach tingen ten opzichte van de kansen der ont wapeningsconferentie vervuld ben, dan moet mijn antwoord luiden: het een noch het an der. Tot pessimisme zou ongetwijfeld aanleiding kunnen geven, de wetenschap dat er zoo vele moeilijkheden te overwinnen vallen, wil de wereld voor ernstige teleurstellingen op het gebied der ontwapening bespaard blijven, maaj tot optimisme kan misschien strekken de overweging, dat het tenslotte mogelijk is tenminste in mijn oogen om de Re geeringen gewoonweg te dwingen wegen te bewandelen, die tot een suecesryk einde der conferentie zullen leiden. Die mogelijkheid zie ik namelijk in de kracht, welke de publieke opinie vermag te ontwikkelen. Aan haar is het nu om een dusdanigen aandrang alom uit te oefenen, dat tenslotte alle Gr» vernemen ten het hunne zullen doen, opdat er tastbare en be teekenis hebbende resultaten bereikt zullen worden. Ik zie in de internatlonale openbare meening mits zij met energie geleid worde, het middel om in dezen den onontbeerlijken Stoot te geven". .Daar Lord Cecil sprak van tastbare resul taten, vroeg ik hem, of hij hieronder ook reeds een overeenkomst verstond, diie alleen beperking van bewapening ln het leven zou roepen. „Neen", zoo gaf hij onomwonden te kennen, „dat acht ik niet voldoende: de te besluiten conventie zal wel degelijk ver. mindering van bewapening dienen te verwe zenlijken". In den loop van het onderhoud, kwam het op een door Duitschland vooral scherp be er! tiseerd artikel van de ontwerp-conventie. met name het voorgestelde art. 53. waarin staat, dat de conventie geen inbreuk maakt op de bepalingen van vroegere verdragen, waardoor bepaalde staten onder de hooge vedragsluitende partyen beperking hunner bewapening aanvaard hebben en aldus jegens elkander hun respectievelijke rechten en plichten te dien aanzien hebben vastgesteld. Heb tweede lid van dat artikel laat dan verder de met name te noemen hooge ver dragsluitende partijen, te weten de landen welke die tractaten geteefkend heb ben, verklaren, dat de door de huidige con ventie aan hun bewapening gestelde gren zen door hen aanvaard worden ter vervul, ling van de in de vorige alinea bedoelde be palingen. waarvan, wat hun aangaat, de handhaving een essentieele voorwaarde is voor het in acht nemen der huidige conventie. Nu had men ter gelegenheid van pas te Brussel gehouden besprekingen ln de Unie van Volkenbondsvereenigineen opnieuw kun nen hooren. hoezeer de Duitschers tegen dat artikel bezwaar koesterden. Cecil had er zich eenigermate met een Jantje van Leiden af gemaakt met behulp van een interpretatie, die het artikel in kwestie een totaal onschul dig karakter moest geven. Toen ik hem nu nader vroeg, of hij niet inzag, dat inder daad dat art. 53 een leelijke sta-in-den^weg kon zUn. begon hy met te zeggen, dat het van de Duitschers niet juist was er een bevestiging in te zien van wat hun te Ver sailles was opgelegd. „Er staat Immers", al dus Cecil, „dat deze conventie geen inbreuk maakt op zekere vroegere verdragsbe palingen. Welnu, eeen inbreuk maken op. is toch nog niet hetzelfde als 't uitdrukkelijk ten tweeden male bezeeelen van bepaalde tr.oc taa' s voorsch ri f tenMen moet hierin al leen zien de in het volkenrecht toch zeer gebruikelijke .saving clausule". Dat het- ar. Ukel aldus tot stand kwam, lag trouwens vooral aan het verlangen van de Amerikanen, die er tuk op waren, aangezien zij vas'ge legd wilden hebben, dat de conventie geen inbreuk zou maken op de vlootovereonkoms- tcn van Washington en Londen Toen in dertijd bij de laatste behandeling van het ontwerp-conventie te Genève. van Duitschen kant een ernstig voorbehoud met betrekking tot dit artikel werd gemaakt, heb ik direct al niet begrepen, waarom de Duitschers dit zoo zwaar moesten opnemen en ik heb de door hen ingenomen houding aan ook ter stond Jammer gevonden". Of Cecil in de toekomst bereid zal wezen wellicht mede te werken tot het wegnemen van dezen steen des aanstoots? Het ii moge lijk, schoon dienaangaande thans nog niets met zekerheid te voorspellen valt. Dat hij het een plicht van de leden van den Volkenbond acht. om tot Intemat'onale :ntwapen'ng over te gaan. waar in 1919. bij het opleggen der ontwapenm?3voorschrif ten aan de overwonnenen zulks in het voor» uitzicht was gesteld, liet hij ook nu weer zon der omwegen tot uiting komen. „Ik zie dit", aldus zeidc hy, „als een absoluut vaststaan de verplichting. Daaraan valt volgens ml} niet te tornen". Gy hebt in den aanvang van ons ge sprek gezinspeeld op wat thans de publiek# opinie moet doen. zyt gy ook van meening, dat het opperen van concrete denkbeelden ter verbetering van het ontwerp-conventie een goed en nuttig werk zou zyn? „Ongetwyfeld. Van ganscher harte zal lk elke poging om aldus praktischen op- bouwenden arbeid te verrichten, toejuichen. Intusschen zal daarnaast dringend noodig wezen, dat de publieke opinie ln het alge meen zulk een stuwkracht ten gunste van een slagen der ontwapeningsconferentie zal ontwikkelen, dat de Regeeringen, ook die, welke anders misschien niet zoo hard zouden loopen. het gevoel zullen krijgen, dat zij haar uiterste best hebben te doen. By heel de actie met het oog op de conferentie, dient men er zich vooral ter dege rekenschap van te geven, dat hier geldt het ..nu of nooit". Men heeft slechts de keuze tusschen een s'.ag» van de ontwapeningsconferentie aan den eencn. en aan den anderen kant de niet bedenkelijk genoeg te achten eonscqxienties van een echec. Ik geloof, dat den «menschen niet voldoende kan worden voorgehouden, dat zulk een echec met een internationalen ramp gelijk zou staan. Wie zich daarvan rekenschap geeft, zal moeten inzien, dat het plicht is over de heele wereld een grootschc actie te ontplooien, ter bevordering van een succes vol verloop der conferentie". Dat het in elk geval bij Cecil niet ont breekt aan den eerlijken en onvermoeiden wil om zulk een actie met alle kracht die in hom ls. te steunen, toont hy voortdurend. Mij viel het ook op. hoe flegma by dezen Brit. nu hU het had over een onderwerp, dat hem zoo na aan het hart ligt als de inter nationale ontwapening, verre te zoeken was. Uit heel zyn houding, uit zyn stem. zyn ge baren en ook uit den vurlgen blik van ziin oogen sprak een heilig geestdriftig willen. Mogen hy en gelijkgezinde kampioenen voor de ontwapeningsgedachte er ln slagen de bergen te verzetten, die de wereld thans nog het uitzicht ontnemen op het land van be lofte, op het tot stand komen van een waard ehebbende ontwapeningsconventie. KINDERKOOR „INTER NOS". Haarlem's Kinderkoor „Inter Nas", af dee ling Haarlem-Noord en Ha a riem-Centrum, dirigent de heer Jan Booda, zal evenals twee en drie Jaar ge'eden weer deelnemen aan het Nationaal Zangconcours te Zandvoort, uitgeschreven door de Mannenzanpvereeni- ging „Onderling Hulpbetoon". Het kinderkoor zal uitkomen in de afdeellng Uitmuntend heid op 17 Mei a.s. Het verplichte koorwerk luidt „Voorjaarslied" van Wterts. terwyi als vrij nummer is gekozen „Zingeling" van H. J. den Hertog. Zooals by vorige concoursen, zal de middag van den concoursdag verder op prettige wyze in Zandvoort worden door"a- bracht. JUBILEUM n. LODEWÏXK. Maandag herdacht de heer H. Lodewyk, brie* venbesteller hier ter stede en tevens voorzit ter van de afdeellng Haarlem van den Clirlsteiyken Bond van P. T. T. personeel, den dag, waarop hy voor 25 jaar in functie trad. Ter gelegenheid van dit feit heeft de di recteur van het Post- en Telegraafkantoor, de heer J H. II. P'naff in tegenwoordigheid van den Referendaris en mede namens do administratie den jubilaris in zyn woning op waardeereide wijze toegesproken en hem gecomplimenteerd. Spreker schetste den ju bilaris in zijn toespraak als een man van veel plichtsbesef en noemde hem een goed ambtenaar. Bovendien ondervond de heer Lodewljk veel belangstelling van de zijde zyner colle ga's. De plaatseiyke afdeeling van den Christeiyken Bond bood hem een klok aan, terwyi er voorts verschillende bloemstuk ken waren Ingekomen o.a. een van den Na- tlonalen Bond „Het Mobilisatiekruis", waar van de Jubilaris eenigen tyd bestuurslid ls geweest. NEDERLANDSCII TOERISTEN VERBOND „NATURA* Bovengenoemde vereeniging heeft Zater dagavond in het gebouw van den Haarlem sehen Kegelbond haar 2e jaarfeest gevierd. Het bestuur had het goede idee gehad, de komische jazz-band „The Prince Bond" van IJmulden en het bekende duo KLaaro cn Floor uit Rotterdam te engageeren. Als in leiding werd eerst door de jazzband een vroolijke marsch uitgevoerd, waarna Klnaro en Floor het tooneel betraden. ZU wisten heel spoedig de aanwezigen ln vrooiyke stemming te brengen. Dat de heer Floor ook een uitstekend pianist is bewees zijn piano spel in de ouverture „Willem Teil". Ook had het bestuur de medewerking verkregen ran de vereeniging „Turnlust" onder leiding van den heer Verkes. Door de damcsifcleellng werden onder planobegeleiding eenige num mers ln de zaal uitgevoerd, terwyi de hee ren cenlge nummers aan den rekstok ten beste gaven, waarvoor beide afdeelingen veel applaus oogstten. De avond werd met een gezellig bal besloten. ACENDA DINSDAG 3 MAART Gem. Concertzaal: Haarlem schó Bach ver eeniging Zevende Concert onder leiding van dr. W, Mengelberg. 8 uur Stadsschouwburg: N V. Het Schouwtooneel. „De familie Stastok". 8 uur. Remonstrantenhuis: VeTcenlging „Karmo- nia" Lezing door den heer 't Ho:n, 8 uur. Gebouw de Nyverheld: N V. ..De Onderne ming". Aandeelhoudersvergadering. 8 30 u Palace: „Sous les toits de Parts". Tooneel: Dela-Joet-Lorand. 8.15 uur. Luxor Theater: „De veroordeelde uit Stam- boui" en ..De dwaze maagd". Tooneel Maupte de Vries. 8.15 uur. Rembrandt Theater: „Als Ik koning was". Tooneel; Henry Rosen. 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 4 MAART Gem. Concertgebouw: Ledenconcert H. O. V. 8.15 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags, toegang vrij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5