UIT DE OMSTREKEN
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAC 12 MAART 1931
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 C<s. per regel.
IJMUIDEN
DE PUF-VISSCHERIJ.
EEN ENQUêTE OMTRENT PUF.VERBOD OF
AFZETGEBIED.
In „Toenadering" het orgaan van den Ned.
Bond van Christelijke Fabrieks- en Trans
portarbeiders lezen wij om. het volgende:
Ieder, die bij het visschery bedrijf betrokken
Is. v,c<t dat er al heel val geschreven
gesproken ls over den vischstand en hoe de
ze v?rbeterd o' beschermd kan en moet wor
den. Dat dit vraagstuk waard ls van alle
kanten bekeken te worden, stemt leder da
delijk toe. Dat er wat gedaan most worden,
vindt geen tegenspraak. Over de maatrege
len zelf zijn er nog ulteenloopende gedach
ten.
De een verwacht het van oen verbod, om
visch die niet vOor de consumptie geschikt
is niet aan te mogen voeren, Door anderen
wordt dat. zooal niet geheel en al ontkend,
dan toch sterk in twijfel getrokken of een
dergelijk verbod wel het goweaschte resul
taat zal opleveren, terwijl ze in ieder geval
ontkennen, dat eeh voordeel van zulk een
verbod opweegt tegen de schade, die berok
kend zal worden aan de vlsschers en in
dustrieën, die deze kleine visch tot vlsch-
meel verwerken, of ze wel aanwenden tot
eenden voer.
Niot dat ook van die zijde ontkend wordt,
dat maatregelen dienen genomen te worden
tot verbetering van den vischstand, maar zij
meencn. dat de gev.xagen kleine visch voor
meer dan 90 pet. toch dood zijn en van de
overige 10 pet. slechts een klein percentage
tot verdere ontwikkeling zal komen. Zij
meenen dan ook dat er een zekere plaats of
meerdere plaatsen afgezet moeten worden
voor z.g. broedplaatsen, waar niet ge-
vlscht mag worden. Deze plaatsen zouden
dan behoorlijk aangegeven dienen te wor
den, maar er zou tevens toezicht op uitge
oefend moeten worden.
't Zou dus een internationale regeling
dienen te worden, terwijl ook het toezicht
zou behooren verdeeld te worden. We men
gen ons niet in het verschil van inzicht.
Toch meenden we meer de aandacht te
moeten vestigen op hetgeen er leeft onder
de belanghebbenden zelf. We weten het, er
wordt ook onder hen veel gesproken over dit
onderwerp, maar veel verder dan in een zeer
beperkten kring komt het niet. Wel zijn er
enkelen, die naar de pen grijpen om hunne
gedachten kenbaar te maken in een of an
der blad maar dat zlj-n toch heel enkele uit
zonderingen. Daarom willen we de gelegen
heid openen, om door beantwoording van
een reeks vragen een juister Inzicht te krij
gen in hoe men er onder de visschers over
denkt.
Deze vragen zijn de volgende:
Acht u maatregelen tot verbetering van
den vischstand noodzakelijk?
Acht u daarvoor een verbod voor den aan
voer van puf bevorderlijk?
Meent u, dat een gedeeltelijk aamvoerver-
bo-J C-0I5 van beteeksnls zou zijn?
Indien u vraag 3 bevestigend beantwoordt,
op welke, \vijze zou een dergelijk verbod om
schreven kunnen worden?
Wat is uw oordeel: weegt het voordeel van
zulk ee'h verbod op tegen de nadeelen, die
zulk een verbod met zich medebrengt voor
vi. schers en industrieën?
Acht u het uitvoerbaar, om bepaalde plaat-
set} voor broedplaatsen, waar niet gevischt,
mag worden, aan te wijzen?
Zoo ja, hoe op welke wijze had u zich dat
ineedacht?
Waar had u zich die plaatsen ingedacht en
waarom?
Hoe groot moeten die z.g. broedplaatsen
zijn?
Zijn aan dergelijke maatregelen geen be-
ZTw -n verbonden, naar uw oordeel?
Zijt ge van oordeel, dat beide maatregelen
niet gemist kunnen worden?
Zou de intensieve bevissching ook niet na-
deellg zijn?
Zou hier verbetering bevorderd kunnen
worden door het bepalen van maaswijdte?
Ir de bevissching met het z.g. Fraacche pa
tent volgens uw oordeel ook nadeelig?
Zou naar uw oordeel het ongestoord door-
visschen op eiken dag van de week ook het
zijne er toe bijdragen, dat de vischstand
achteruit gaat?
Zou' het niet visschen op één bepaalden dag
ln de week er toe mMe kunnen werken, ver-
bcrinaren te bevorderen?
Wat acht ge nog in 't belang om over dit
vraa^ripk mede te deelen. wat niet onder de
gestelde vragen gerangrchlkt kan worden?
ACCORDEONVERFVNTOING „IJMUIDENS
ROEM".
Bovengenoemde vereeniglng gaf met me
dewerking van de familie Hofmann een uit
voering in de schouwburgzaal „Thalia", die
geheel gevuld was.
„IJmuiden's Roem" is onder haar óveri
gen directeur den heer Paap flink vooruit
gegaan. De so'o, uitgevoerd door den jon
geheer D. Wyker, gaf veel goeds en hij
mocht een dankbaar applaus verwerven.
Ook het optreden van de familie Hofmann
had veel succes.
Tot s'ot de traditioneele verloting en een
gezellig bal.
VRIJZ.-DFM. KÏF.SVF.RFFNIGING
..IJMUIDEN-VELSEN".
Bovengenoemde kiesvereeniglng zal op 25
Maart as. in hotel Augusta een ledenverga
dering houden waar, als een der punten op
de agenda zal komen: stel'en van Candida -
ten a-s. gemeenteraadsverkiezing.
TOONEELVEREEXIGING „VRIENDEN
KRING".
Deze tooneelvereeniging gaf in de ..Nieu
we Willem Barcndsz" een soirée.
De humorist Wljker van Velsen-Noord
had met zijn verschillende nummers veel
succes en bracht de goede stemming er al
heel spoedig in. Tusschen de voordrachten
zorgde een flink orkest voor goede dansmu
ziek.
SANTPOORT
blijdschap, Genotzucht en 't Vrijzinnig
Christendom". Deze lezing is voor iedereen
gratis toegankelijk.
„DE KARAKTERVORMING VAN T KIND'.
Over bovengenoemd onderwerp hield Dr. J.
M. Rombouts. geneesheer aan het Provinciaal
Ziekenhuis ghteravond een lezing voor een
vrij talrijk gehoor. Dr. Rombouts wees in 't
bijzonder op de waarde van de opvoeding bij
de karaktervorming. Voor de geboorte, aldus
de spreker, vertoeft het kind ln een omgeving,
waarin het volledig beschermd is, en waarin
het voor niets bezorgd behoeft te zijn. Na de
geboorte beleeft een mensch een dergelijken
toestand nooit meer. Dan gaat alles niet meer
van zelf. Zelfs een pasgeboren kind moet dan
om bepaalde wenschen bevredigd te zien een
zekere activiteit ontwikkelen. Wil het bijv.
z'n gevoel van honger verdrijven, dan geeft
het dat te kennen door geluidjes, zulgbewe-
gingen, onrustig zijn, enz. Voor de rest is het
afhankelijk van zijn omgeving. De eene ver
zorgster van het kind zal het bijv. laten
schreeuwen, terwijl de andere het te allen
tijde voedsel zal geven- Aan dit laatste gaat
de kleine wennen en zal hij, nu hij gazicn
heeft, dat schreeuwen succes heeft, dit
schreeuwen herhalen. Een kind van een paar
dagen heeft dus al ervaring opgedaan. Het
weet, dat het over een toovermiddel be
schikt, dat welwillende machten in actie
brengt. Van die machten gaat het kind hoe
langer hoe meer profiteeren, zoodat het ten
slotte zijn omgeving gaat tlranniseeren. Die
neiging om hulpmiddelen te gebruiken ten
einde zijn zin te krijgen, zooals men dat als
kind deed, blijft den memch ook op later
leeftijd bij. Spr. denkt hierbij aan huilen,
leelijk kijken, flauw vallen enz. De houding
van de opvoeders is dus voor de karakter
vorming zeer belangrijk, 't Is voor de ouders
wel gemakkelijk te spreken van erfelijkheid,
maar ze dienen veel meer aan hun eigen
houding te denken. Hebben zij het kind ver
knoeid, dan zitten niet alleen zij, maar ook
het kind met de „gebakken peren".
Het kind zelf ervaring laten opdoen is van
grooten invloed op de vorming van het ka
rakter. Alle moeilijkheden voor het kind uit
den weg ruimen of ze voorkomen leidt tot
slappe karakters- Tenslotte zeide Dr. Rom
bouts nog. dat wij dag in dag uit, dikwijls
zonder dat wij het zelf weten, bezig zijn het
karakter van het kind in goede of slechte
banen te lelden.
Hierna was er gelegenheid tot vragen
stellen, waarvan door een drietal aanwezigen
werd gebruik gemaakt.
De heer C. G. Dekker dankte den spreker
voor zijn mooie en leerzame rede.
BEVERWIJK
DE SLECHTE TU'NBOUW-
UITKOMSTEN.
DE „VRIJE VEILING" BOEKTE EEN TEKORT
In het kerkgebouw der Ned. Herv. Gem. al
hier hoopt Ds Dorgelo uit Naar den op 17
dezer des avonds acht uur voor de Ver. van
yrijz. Hervormden te spreken over ..Levens-
In de veilingzaal van de Tuindersvereenl-
ging „Kennemerland" hield de Coöp. Ve'ling-
en Aankoopvereenlging „Vrije Groenten- en
Fruitveiling" W. A„ haar jaarvergadering, die
o.m. werd bijgewoond door den heer W. Balk,
rijkstuinbouwconsulent te Alkmaar.
In zijn openingswoord memoreerde de
voorzitter, de heer D- Kruythof, de slechte
uitkomsten van het tuinbouwbedrijf ln het
jaar 1930. Een da'ing van de groentsnnrij-
zen, als in dit jaar werd genoteerd, is nim
mer voorgekomen. Dit werd vcor een deel ook
veroorzaakt, door het feit. dat het aanbad
de vraag verre overtref. De vervoerko't n
alsmede de geheven hooge Invoerrechten
voor de Hollandsche tuinbouwproducten door
andere landen, werkten al evenzeer de l?ge
noteer in gen in de hand. Verder noemde de
voorzitter als factor van beteeken is in' de
minder gunstige resultaten de inkrimping
van de groenteteelt als gevolg van de wijzi
ging die vele tuinders in hun cultuur bren
gen, doordat zij zich gingen toeleggen op de
bloembollenteelt-.
De aardbeienoogst kon al evenmin gunstig
genoemd worden. Spr. gewaagde voorts met
voldoening van de oprichting eener federa
tie van bloembollenveilingen in Noord-Hol
land en van de tegemoetkomende houding
der gemeenteraden en boerenleenbanken in
zake het verstrekken van tulnderscredieten,
al zal men nog dienen af te wachten of deze
van provinciewege getroffen maatregel In
derdaad aan de bedoeling zal beantwoorden.
Hierna werd overgegaan tot behandeling
der Balans en der Verlies- en Winstrekening.
De omzetcijfers voor 1930 waren: aan
groenten f 151.922 en aan aardbeien f 137.032.
totaal f 288.954 tegen f 491.171. In 1929. Het
tekort cp de exp'oftatierekentog b°droog
f 4277.75, terwijl in 1929 een overschot Vel te
boeken van f 5814. Het verschil van belde ja
ren. groot f 10.091.75 brengt wel zeer dulde ijk
de ongunstige resultaten onder de aandacht.
De balans sloot in acief en passief op een
bedrag van f 59.49157.
Teneinde het tekort te dekken besloot de
vergadering de veilingprovisie voor groenten
met één procent te verhoogen, waardoor het
veilingspercentage op 7 pet. werd gebracht.
By een eventueele gunstige exoloi at'e in
het. jaar 1931 zal dit surplus echter zco mo
gelijk aan de leden-inbrengers worden ge
restitueerd.
Het bestuur ontving macht'ging om be
halve voor spinazie, zoo noodig ook voor an
dere producten minimumprijzen vast te
stellen.
Bij de bestuursverkiezing werden de hoe
ren Brocze. Joor, Muyen en Van den
Outenaar herkozen.
Aan het slot der vergadering sprak de
Rijkstuinbouwconsulent de vergadering toe
en merkte daarbij o.m. op. dat de alom heer-
schende werkloosheid op de prijzen der pro
ducten grooten nadeeligen invloed uitoefent.
De consulent deelde mede. dat de provinc'a'e
velUngsorganlsatle voornemens is, cm met
de veilingsbesturen te confereeren over de
vaststelling van minimumprijzen voor meer»
dere producten. Ten onrechte beschu'd gt men
de tuinders als prijsopdrljvers. Niets is ech
ter minder waar. want dikwijs wordt ze fs
de kostprijs van het product niet gedekt. Wri
kan door den minimumprijs de a'vil van
de markt worden geweerd, terwijl anderzijds
het goede product beschermd wordt.
Tenslotte sprak de heer Balk den wensch
uit. dat de veilingorganisaties kracht'gen
steun zullen verleenen aan de pogingen, die
worden aangewend, om voor Kennemerland
oen aardbeiensoort te kweeken. die aan
grootc eischen voldoet ter vervanging van de
„Jacunda".
FOTOGRAFISCH ATELIER „RlCHE"
Gr. Houtstr. 169 I Moderne Dames-
T.i. 13472 Hitrita I en Heerenportretten.
DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN.
Naar wij vernemen hebben B. en W. de
stemming voor de verkiezing van leden van
den gemeenteraad vatsgesteld op Woensdag
24 Juni.
BEVOLKING.
Blijkens de voorlooplge uitslag van de
11de volkstelling was het aantal inwoners
dezer gemeente op 1 Januari jj. 5111 man
nen. 4848 vrouwen, totaal 9957.
Beverwijk is dus nog altijd niet tot 10.000
zielen uitgebreid.
De verwachting, dat het aantal raadszetels
dit jaar met twee zou moeten worden ver
meerderd gaat dus niet in vervulling. Het
aantal leden van den gemeenteraad blijft
voor Beverwijk bepaald op 13.
Ter vergelijking diene. dat de gemeente bij
de vorige volkstelling op 1 Januari 1921 een
zielental had van 7721.
VELSEN
DE NIEUWE NIJVERHEIDS
SCHOOL AAN DE BRINIOSTRAAT
EERSTE STEENLEGCING.
Woensdagmiddag is ln deze gemeente de
„eerste" steen gelegd van de nieuwe Nijver
heidsschool aan de Briniostraat. De plechtig
heid werd o.a. bijgewoond door de meeste be
stuursleden van de Vereeniglng voor Nijver
heidsonderwijs, waarbij de heeren D. Bais
Jzn., voorzitter, C. Luchslnger, vice-voorzitter,
J. D. B. Olie. secretaris, ir. M. A. Ingen Housz,
J. C. Dunnebier (tevens wethouder van
Openbare Werken). K. H. Tusenius en J. E.
Sluiters (gedelegeerden der gem. Velsen volgens
de N.O. wet). De heer Tusenius, wethouder
van Onderwijs, vertegenwoordigde tevens het
gemeentebestuur. Voorts was aanwezig de heer
H. J. Zeeman, directeur der Nijverheidsschool.
Namens genoemde vereeniging voerde de
heer Bals allereerst het woord. Spreker her
innerde eraan, hoe op 19 Juli 1916 de eerste
officieele vergadering plaats had, waarop de
oprichting van een vereeniglng voor Nijver
heidsonderwijs besproken werd. Daarbij
waren tegenwoordig de heeren ir. W. Polder
man. ir Christiaanse, toentertijd ingenieur
bij Rijkswaterstaat, de heer Olie, directeur
der Plaatwellerij te IJmuiden en de heer Frans
Netscher te Santpoort. Spreker bracht een
woord van hartelijken dank aan deze men-
schen. die pionierswerk hebben verricht. Den
23sl en Februari 1917 werd het bestuur samen
gesteld en de heer Netscher tot voorzitter
gekozen. In enkele woorden schetste spreker
vervolgens de geschiedenis, die. aan 'dé 'op
richting van het eerste schoolgebouw vooraf
ging-
16 April 1919 werd de school, waarvan de
heer Zeeman inmiddels tot directeur benoemd
was, officieel geopend. Zij begon met 55
leerlingen, namelijk 48 metaalbewerkers en
timmerlieden.
Het aantal nam evenwel steeds toe, zoodat
het stichten van een nieuw gebouw noodzake
lijk werd. Dit is dan tenslotte geschied door
de aannemers Brink en Rablus te Leeuwarden
volgens ontwerp van den architect A. Baart,
eveneens uit Leeuwarden. Hun bracht spreker
een woord van hulde voor hun uitnemend
werd. Ook memoreerde spreker de groote
medewerking ondervonden van de heeren
Tusenius en Dunnebier, resp. wethouder van
Onderwijs en Openbare Werken en van het
raadslid J. E. Sluyters. Tevens deelde hij mede.
dat het leerplan met het vak „schilderen"
zal worden uitgebreid.
In 1930 telde de dagschool 180 leerlingen,
bestaande uit 65 machinewerkers. 45 tim
merlieden. 49 leerlingen ln de electrotechniek
en 21 in de autotechniek, terwijl de avond
school 196 leerlingen bevatte- Het totaal aan
tal leerlingen bedroeg in het afgeloopen jaar
dus 376.
„Wij zijn er van overtuigd", aldus de heer
Bals. „dat de directeur en leeraren van dag
en avondschool het hunne er toe bijdragen,
dat deze school zal worden niet alleen een
mooi naar de eischen ingericht gebouw, maar
een school, waarvan wij hopen, dat de Jongens
later getuigen: ..Daar heb Ik mijn eerste vak
onderwijs genoten met goeden uitslag".
Hierna verrichtte de kleine Dick van
Leeuwen, kleinzoon van den heer Bais rn
zoon van dr. L. van Leeuwen, de plechtig-
De heer Baart las vervolgens de oorkonde
voor. welke daarna tezamen met eenige dag
bladen waarin het bericht van dc eerste
steenlegging voorkomt, alsmede de verschil
lende munten beneden de gulden, eveneens
Ingemetseld werd.
Tenslotte deelde de heer Bais mede, dat op
dezen dag besloten was tot stichting van een
Dick van Leeuwenfonds" genoemd naar den
kleinen eerste steenlegger. Uit dit fonds,
groot f 600.—, zal jaarlijks een boekwerk be
kostigd worden, dat aan den besten leerling
als prijs zal worden uitgereikt. Het fonds kan
door eventueele bijdragen van anderen uit
gebreid worden.
Dick van Leeuwen ontving als een
aandenken aan deze bijzonderen dag van
den secretaris der vereeniging een geschenk.
De arbeiders, die bij het aanleggen van de
fundeering van het gebouw hebben mede
gewerkt. zullen as. Zaterdag een rijksdaalder
extra uitgekeerd krijgen.
LETTEREN EN KUNST
HEEMSTEDE
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Snoek®, Voorweg 46, een motorhandschoen:
Kelder. Geweerstraat 41. een paardeland-
dek; A- Rot. Voorweg, een glacé dameshand
schoen: L. Grllmans, Jan v. d. Bergstraat 2.
een RK. Kerkboekje: Schretlen, Heerenweg
11. een rijwielbelastingmerk: A. Behage.
Lindenlaan 3. een étui met schrijfbehoeften;
Frederiks', Glipperweg 92. een kistje met krul-
denierswareri. Bankastraat 77. een dames-
portemonnaie met inhoud: Humting. Berken
laan 24, een blauwe studentenmuts.
TONEVO.
DE ARMEN VAN GEEST.
Henri van Wermeskerken ls niet de auteur
voor de fijne nuance. Hij houdt er van ln
zijn tooneelstukken het meest pure blank
tegenover het donkerste zwart te plaatsen en
schroomt niet voor grove middelen om tot zijn
theatrale effecten te komen. Zijn spel van
het land „De Armen van Geest" geeft er wel
het sterkste bewijs van.
De -.armen van geest" zijn in dit drama een
voudige. streng geloovige lieden, een meester
knecht. op een boomkweekerij en zijn vrouw
die onder de zwaarste slagen, welke hun tref
fen, onwankelbaar blijven in hun Geloof en
die, ook als hun het dierbaarste ontvalt, hun
Schepper blijven loven. Eén oogenblik, wan
neer den ouden man het zwaarste ongeluk
treft en hem zijn laatst overgebleven kind
wordt ontnomen, balt hij de vuisten ten
Hemel en zegt hij een woord, dat op Gods
lastering lijkt-, maar dadelijk daarop vouwt
hij zijn handen en hooren wij hem zeggen:
„de" naam des Heeren zij geloofd!"
Het voorbeeld van Job heeft den heer Van
WermeskeTken ook blijkens den tekst
bij het schrijven van zijn stuk blijkbaar voor
oogen gezweefd. Maar was het nu noodig om
tegenover dezen eenvoudigen. geloovfgen man
zulke zwarte schapen te plaatsen als de
boomkweeker Hoogendijk en dominee Brui
ning?
Het ergste is den schrijver in de teekening
van deze schurken en phariseeërs blijkbaar
niet slim genoeg geweest! De boomkweeker
is de meest vuige, gemeene patroon, dien
men zich denken kan, hij is van een hard
vochtigheid die volkomen zou passen bij een
slavenhandelaar uit „De Negerhut van Oom
Tom"! En wat te zeggen van de caricatuur
van een dominee, die wij in dit stuk te
zien krijgen. In de schildering van deze „ge
veinsden" overschrijdt van Wermeskerken
toch werkelijk alle grenzen! Het is alles van
een zoo grove opzettelijkheid, en getuigt
van een zoo verouderden smaak, dat men
zich verbaasd afvraagt, hoe het mogelijk
is, dat een auteur, die door zijn beroep toch
midden in het leven staat, in dezen tijd
nog een zoo ouderwetsch, melo-dramatlsch
stuk kan schrijven.
En vraag ik mij bij het zien van dit
drama ook af heeft de heer van Wermes
kerken wel het ware begrip van zulke recht
zinnige, ge'oovlge lieden als deze Schippers
en zijn vrouw Hilletje zijn? Is het denkbaar,
dat een zóó streng geloovig. orthodox man
stovenzetter in de kerk Zondags met 'n
bascule op de kermis zal staan om geld te ver
dienen? Maar van Wermeskerken had die
kermis noodig voor zijn theatraal effect bij
den dood van den zoon, een sterfscène zóó
gerekt, als ik nog zelden op het tooneel
zag! Ook' in dat laatste bedrijf dachten wij
telkens aan stukken van 50 jaar geleden!
Over de keuze van dit „spel van het land"
door Tonevo kan ik onmogelijk enthousiast
zijn! Vermoede"ijk heeft de heer Pollé het
gekozen, omdat „De armen van Geest" ge
legenheid biedt tot spel. Van die gelegen
heid hebben deze dilettanten dankbaar ge
bruik gemaakt. Vooral in de hoofdrollen
was het stuk goed bezet, zoodat een opvoe
ring werd verkregen, die het stuk althans
ln dP'9 hoofdroten recht deed.
Pollé zelf speelde Schippers, den ouden
meesterknecht, en hij deed dit heel verdien
stelijk. In' het' begin had hy zooals trou
wens de heele omgeving moeite om „er in"
te komen, maar bij het voort-chrijden der
handeling, nam de rol hem ook mee, en wist
Pollé van dezen ouden werkman iets werke
lijk goeds te-maken. Uitstekend was hij bij
voorbeeld in het tweede bedrijf, toen hij bij
zijn patroon om werk kwam vragen en de
eenigen. die hij in dat met overtuiging ge
speeld tooneel koud liet, waren zeker wel de
patroon en de dominee! E11 bewonderd heb
lk Pollé, hoe hij de groote smart van den
ouden vader in III met sobere middelen wist
uit te beelden, zonder melo-dramatlsch te
worden. Dat was voor een liefhebber een
staaltje van kranig spel! Ook het slot,
waarom mij heel dit stuk geschreven schilnt
kwam, dank zij Pollé, volkomen tot' zijn
recht!
Een gelukwensch is het voor Tonevo waard,
dat de heer Van Elten na zoo veel jaren rust
weer eens zijn medewerking heeft verleend!
Hij toonde nog niets van zijn oude speelkracht
verloren te hebben vooral toen de r'ol
hem na I meer gelegenheid tot spel bood.
Van Elten is nog altijd de acteur, die het
tooneel weet te vullen en in het derde be
drijf, toen hij geheel op dreef was, speelde hij
met die prettige, rustige zekerheid en dien
natuurlijken toon, welke wij nog van vroeger
van hem kennen! Van Elten en Pollé hebben
tezamen deze voorstelling gedragen!
Zeer goed steunde mevrouw Pollé. die als
de oude Hilletje haar talent van een nieuwe
zijde liet zien, hen daarbij, zy was wat te
jong gegrimeerd, maar in haar spel gaf zy
dit arme rechtschapen vrouwtje met juiste
accenten weer- Mevrouw Hoogendyk trof
door haar beschaafde uitspraak, goede dictie
en natuuriyk spel! En ook Daan speelde ziin
lang niet gemakkelilke rol heel verdienstelijk.
Marie. Frans. Aaltje en dominee Bruining
moesten het in speelkracht by de anderen
afleggen. De rol van den dominee hjkt my
moeilijk te redden en ik kan ook niet zeggen,
dat het den dilettant, die dezen predikant
speelde, gelukte. Marie en Frans gingen blik
baar gebukt onder de moeiiyke omstandig
heden waaronder zy verkeerden. Het spel van
Marie was wel wat al te kleurloos en mat en
Frans onnoodlg styf en onhandig. Ook van
de rol van Aaltje zou meer te maken zyn ge
weest. Maar als geheel heeft de voorstelling
by het publiek wel voldaan, althans na het
tweede bedryf toen er dramatisch wat meer
handeling in kwam en de spelers zich dus
beter konden geven. Aan bet slot was sr
zelfs een krachtig applaus, dat zeker wel het
meest bestemd was voor den heer en me
vrouw Pollé.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Vijfde Kamermuziekavond van de
Afd. Haarlem der M. f. B. d. T.
veroverd. En het spel der pianiste sloot -zich
by het zijne waardig aan en muntte vooral
door het lichte en elegante van het toucher
uit.
De eerste helft van het programma was
aan echte kamermuziek gewyd: samenspel
van twee gelijkwaardige partyen. Zelfs staat
by Beethovens Handel-Variaties in belang
rijkheid de klavierparty boven die van de
violoncel. Daarmee is nog niet gezegd dat
dit variatiewerk als geheel zeer belangrijk ge
noemd mag worden. In vergelijking met het
geen Beethoven in latere levensjaren op dit
gebied wrocht, b.v. voor plano da variatie^ in
de sonates op. 109 en 111 en" die op een
thema van Diabelli. voor strUkinstrumenten
in de kwartetten op. 127 en 131. openbaringen
van ongeëvenaarde rykdom, diepte en veele-
zydlgheld, zinken de variaties cp het thema
uit Judas Maccabeüs vrijwel in het niet. En
Indien er een paar minder waren, zou dat
evenmin een groot artistiek deficit beteekenen
als wanneer Mendelssohn ln zijn Sonate op.
58 eenige bekorting ln de structuur of wat min
der zestiende figuren in de pianopartij had
aangebracht. Deze sonate kan men. evenals
Mendelssohn's trio's tot de „brillapte" kamer
muziek rekenen, die vooral door figurenryke
klavierpariyen uitmunt.
Overigens is de sonate een frlsc'a stuk,
vol „fuoco"; in het Allegro vivace zit gang.
op de manier van de Itaüaanschc symphonic;
het Allegretto bevat ook geestige momenten;
Adagio en Finale zijn wat arm aan interes
sante gedachten. De brillante vertolking dei-
beide partners, slechts even verstoord door een
fout van den bladomslager, deed ons door de
lengte vergeten. Zelfs had in enkele gedeel
ten van het eerste Allegro wat meer rust de
spanning kunnen verhoogen.
De tweede programmahelft was meer
solistisch en behalve de Sonate van Sammav-
tlni en een compositie van Cassado zelf uit
arrangementen samengesteld; een piano-
werkje van Rich S.rauss, vioolstukken van
Rimsky—Korsakow en Sgambati. De „Vol du
Bourdon" verwierf weer buitengewoon succes,
evenals teen Milstein het stuk speelde: ook
de andere nummers werden met onovertref
bare gratie en volmaakt Instrumentaal .mees
terschap vertolkt.
Toegiften konden niet uitblijven; behalve
van de plano- werd nu ook van de orgel-
litteratuur geleend: eerst een vrije bewerking
van Paderewski's beroemde Menuet, daarna
Casals' arrangement van hot Adagio uit de
Orgeitoccata in C maj van Bach.
Hot was jammer dat deze avond alweer,
evenals de vorige, samenviel met een be»
langrijk concert der H.O.V. Ik hoop op deze
kwestie nog eens terug te komen.
K. DE JONG.
Gasper Cassado, ae phencmenale cellist,
wiens fluweelen toon en feillooze techniek we
een paar jaren geleden zoowel op een Bach-
concert als op een Toonkunstavcnd leerden
kennen en bewonderen, sloot me: de pianiste
Giulietta Von Mendelssohn-Gordtg'.aiil voor
dit jaar ce reeks der Kamermuziek a vond en
den Stadsschouwburg. Het weerzien, he'
weerhooren vooral, zal allen die hem destijds
hoorden zeker welkom geweest zyn. zyn
verrukkelijke spelkwaütelten, de prachtige,
op alle snaren geëgaliseerde toon van zyn
Stradivarius-cello, zijn boeiende voordracht,
die by alle temperament steeds gracieus en
gemakkelijk blijft, hebben de zinnen en
harten der hoorders weer stormenderhand denzelfden blijden bijval,
H. O. V. LEDENCONCERT.
Solist; Ferdinand Helmann.
De uitvoering van het Lohengrin-Vorspicl
wierp haar schaduwen vooruit.. De gespan
nenheid waarin deze muziek werd gehouden
anticipeerde op het Beethovsnconcsrt. waarin
de violist Ferdinand Helmann de solist was.
Ik heb de overtuiging dat met deze Wagner-
vertolking Van Belnum zyn musici evenzeer
verraste als hy het ons deed. Da muziek
kan maat voor maat, no'engetrouw worden
weergegeven en desnoods kan de hoorder nog
worden ingelicht door een verklarend woord.
Aan cllt alles heeft hy niets, zoo daar niet is
de persoonlijkheid van den leider, infiusn-
ceerond hef, aanvoelen zij nor musici. De in
gewijde voelt dit van meet af aam- is voort*?,
re ld óp 'watgaat gebeuren en beleeit. het
'hoogtepunt als zielservaring-. Dé-leek,luistert
verwonderd, en is van meening dat hij dezen
avond by zender ontvankelijk is voor muziek.
Hier nu is de oorzaak die van de vertolkingen
van Wagner, Beethoven en Schumann den
spon tanen bijval bracht van den- verrukten
luisteraar, die wel gaarne cp nog andere wyze
zyn dank had gebracht, maar toch in..'de
scn'aneïteit v.an hei staands applaudisseeren
bevrediging vindt. In die byvalsuitingen. door
leven wy nog eenmaal zeer geconcentreerd
onze gevoelens, en by een beknopt werk als
de Lohengrin-inleidlng is dat weer-beleven
sterker dan ooit.
't Mag nog vermeld zijn, dat ook technisch
(sommigen luisteren nooit anders dan tech
nisch) de vertolking subliem was; die „som
migen" "zullen misschien de slotmaten, die a
in hoogere sferen, niet geheel zonder.vlekjes
hebben gevonden. Zy zullen ook zijn gevallen
over de sporadische onzuiverheden in het
Beethovenfinale. De musicus (ik bedoel: de
muzikaal begaafde) hoort die dingen ook
wel, maar neemt ze in zyn blijheid op den
koop toe. En dan mogen wy zonder voorbe
houd zeggen, dat de weergave van dit Beet-
hovenconcert hem van buitengewone waarde
is geworden. Ferdinand Helmann in beste
conditie; orkest en leider vol overgave, waar
het gold. het schoonste der vioolconcerten
te geven; de hoorder voorbeschikt om daar
van de schoonheid ten volle te onderdaan.
Ferdinand Helmann is een kunstenaar,
naar wien men gedwongen is, gespannen te
luisteren. Het is eigenaardig: bij hem luister
'k aanvankeiyk op de eerste plaats, omdat zijn
prachtig gaaf vioolspel respect afdwingt. 'Zoo
gaat het my eveneens bij Albert Spalding).
Maar zijn persooniykheïd weet bij voortdu
ring den kring nauwer toe te halen, al blijft
in onze bewondering de vereering voor het
fraaie vioolspel dommeeren. In het Larghetto
echter stond Helmann's zon op volle mid
daghoogte. en zond in het slotrondo zyn ver
warmende stralen recht in de harten der
luisteraars. Het flonkerend schitterwerk dei-
cadens wekte terecht bewondering ook al om
dat deze ..Elnlage" heel logisch uit het cou
plet-thema ontspruit en er weer zeer vloeiend
In overgaat. Van de cadens in 't eerste deel
kan ik dit niet zeggen: ln dit opzicht bevalt
me daar Joachim's cadens beter. Voor het
zeer prachtige vioalspel op die plaatsen bren
gen wy echter aan Ferdinand Helmann alle
hulde-
By herhaling kwam hy voor de groote ge
negenheid die het publiek hem betoonde,
dank brengen. De eminente wyze, waarop
Van Beinuni en de zijnen hem secondeerden,
verzuimde hy daarbij niet, in 't juiste licht
te stellen.
Na de pauze ging Schumann's syraphonie
..met de Romanze". Mijn bedenkingen tegen
deze symphonic, aan de piano ..ontvangen"
en later geïnstrumenteerd, verloren in de
enthousiaste en welklinkende reproductie veel
van haar kracht, al kan de beste vertolking
niet heenzetten over plaatsen, waar Schu
mann, zoo hem de geestesspanning verslapt,
Immer ln Mendelssohn-faselei vervalt. Overi
gens zal de hoorder zich niet blindstaren op
het hooge opus-getal 120. maar evengoed
weten als ik. dat de symphonie is geschreven
ln den tijd dat Schumann in 't volle bezit was
:yner scheppende kracht. Als no. 4 bekend.
Is zy ln waarheid no. 2 en werd ook onder dit
rangnummer voor 't eerst in hel Gewand-
haus uitgevoerd.
De uitvoering stond, op gelijke hoogte als
die der beide voorgaande werken en wekte
G. J, KALT,