UIT DE OMSTREKEN HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAC 12 MAART 1931 INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 C<s. per regel. IJMUIDEN DE PUF-VISSCHERIJ. EEN ENQUêTE OMTRENT PUF.VERBOD OF AFZETGEBIED. In „Toenadering" het orgaan van den Ned. Bond van Christelijke Fabrieks- en Trans portarbeiders lezen wij om. het volgende: Ieder, die bij het visschery bedrijf betrokken Is. v,c<t dat er al heel val geschreven gesproken ls over den vischstand en hoe de ze v?rbeterd o' beschermd kan en moet wor den. Dat dit vraagstuk waard ls van alle kanten bekeken te worden, stemt leder da delijk toe. Dat er wat gedaan most worden, vindt geen tegenspraak. Over de maatrege len zelf zijn er nog ulteenloopende gedach ten. De een verwacht het van oen verbod, om visch die niet vOor de consumptie geschikt is niet aan te mogen voeren, Door anderen wordt dat. zooal niet geheel en al ontkend, dan toch sterk in twijfel getrokken of een dergelijk verbod wel het goweaschte resul taat zal opleveren, terwijl ze in ieder geval ontkennen, dat eeh voordeel van zulk een verbod opweegt tegen de schade, die berok kend zal worden aan de vlsschers en in dustrieën, die deze kleine visch tot vlsch- meel verwerken, of ze wel aanwenden tot eenden voer. Niot dat ook van die zijde ontkend wordt, dat maatregelen dienen genomen te worden tot verbetering van den vischstand, maar zij meencn. dat de gev.xagen kleine visch voor meer dan 90 pet. toch dood zijn en van de overige 10 pet. slechts een klein percentage tot verdere ontwikkeling zal komen. Zij meenen dan ook dat er een zekere plaats of meerdere plaatsen afgezet moeten worden voor z.g. broedplaatsen, waar niet ge- vlscht mag worden. Deze plaatsen zouden dan behoorlijk aangegeven dienen te wor den, maar er zou tevens toezicht op uitge oefend moeten worden. 't Zou dus een internationale regeling dienen te worden, terwijl ook het toezicht zou behooren verdeeld te worden. We men gen ons niet in het verschil van inzicht. Toch meenden we meer de aandacht te moeten vestigen op hetgeen er leeft onder de belanghebbenden zelf. We weten het, er wordt ook onder hen veel gesproken over dit onderwerp, maar veel verder dan in een zeer beperkten kring komt het niet. Wel zijn er enkelen, die naar de pen grijpen om hunne gedachten kenbaar te maken in een of an der blad maar dat zlj-n toch heel enkele uit zonderingen. Daarom willen we de gelegen heid openen, om door beantwoording van een reeks vragen een juister Inzicht te krij gen in hoe men er onder de visschers over denkt. Deze vragen zijn de volgende: Acht u maatregelen tot verbetering van den vischstand noodzakelijk? Acht u daarvoor een verbod voor den aan voer van puf bevorderlijk? Meent u, dat een gedeeltelijk aamvoerver- bo-J C-0I5 van beteeksnls zou zijn? Indien u vraag 3 bevestigend beantwoordt, op welke, \vijze zou een dergelijk verbod om schreven kunnen worden? Wat is uw oordeel: weegt het voordeel van zulk ee'h verbod op tegen de nadeelen, die zulk een verbod met zich medebrengt voor vi. schers en industrieën? Acht u het uitvoerbaar, om bepaalde plaat- set} voor broedplaatsen, waar niet gevischt, mag worden, aan te wijzen? Zoo ja, hoe op welke wijze had u zich dat ineedacht? Waar had u zich die plaatsen ingedacht en waarom? Hoe groot moeten die z.g. broedplaatsen zijn? Zijn aan dergelijke maatregelen geen be- ZTw -n verbonden, naar uw oordeel? Zijt ge van oordeel, dat beide maatregelen niet gemist kunnen worden? Zou de intensieve bevissching ook niet na- deellg zijn? Zou hier verbetering bevorderd kunnen worden door het bepalen van maaswijdte? Ir de bevissching met het z.g. Fraacche pa tent volgens uw oordeel ook nadeelig? Zou naar uw oordeel het ongestoord door- visschen op eiken dag van de week ook het zijne er toe bijdragen, dat de vischstand achteruit gaat? Zou' het niet visschen op één bepaalden dag ln de week er toe mMe kunnen werken, ver- bcrinaren te bevorderen? Wat acht ge nog in 't belang om over dit vraa^ripk mede te deelen. wat niet onder de gestelde vragen gerangrchlkt kan worden? ACCORDEONVERFVNTOING „IJMUIDENS ROEM". Bovengenoemde vereeniglng gaf met me dewerking van de familie Hofmann een uit voering in de schouwburgzaal „Thalia", die geheel gevuld was. „IJmuiden's Roem" is onder haar óveri gen directeur den heer Paap flink vooruit gegaan. De so'o, uitgevoerd door den jon geheer D. Wyker, gaf veel goeds en hij mocht een dankbaar applaus verwerven. Ook het optreden van de familie Hofmann had veel succes. Tot s'ot de traditioneele verloting en een gezellig bal. VRIJZ.-DFM. KÏF.SVF.RFFNIGING ..IJMUIDEN-VELSEN". Bovengenoemde kiesvereeniglng zal op 25 Maart as. in hotel Augusta een ledenverga dering houden waar, als een der punten op de agenda zal komen: stel'en van Candida - ten a-s. gemeenteraadsverkiezing. TOONEELVEREEXIGING „VRIENDEN KRING". Deze tooneelvereeniging gaf in de ..Nieu we Willem Barcndsz" een soirée. De humorist Wljker van Velsen-Noord had met zijn verschillende nummers veel succes en bracht de goede stemming er al heel spoedig in. Tusschen de voordrachten zorgde een flink orkest voor goede dansmu ziek. SANTPOORT blijdschap, Genotzucht en 't Vrijzinnig Christendom". Deze lezing is voor iedereen gratis toegankelijk. „DE KARAKTERVORMING VAN T KIND'. Over bovengenoemd onderwerp hield Dr. J. M. Rombouts. geneesheer aan het Provinciaal Ziekenhuis ghteravond een lezing voor een vrij talrijk gehoor. Dr. Rombouts wees in 't bijzonder op de waarde van de opvoeding bij de karaktervorming. Voor de geboorte, aldus de spreker, vertoeft het kind ln een omgeving, waarin het volledig beschermd is, en waarin het voor niets bezorgd behoeft te zijn. Na de geboorte beleeft een mensch een dergelijken toestand nooit meer. Dan gaat alles niet meer van zelf. Zelfs een pasgeboren kind moet dan om bepaalde wenschen bevredigd te zien een zekere activiteit ontwikkelen. Wil het bijv. z'n gevoel van honger verdrijven, dan geeft het dat te kennen door geluidjes, zulgbewe- gingen, onrustig zijn, enz. Voor de rest is het afhankelijk van zijn omgeving. De eene ver zorgster van het kind zal het bijv. laten schreeuwen, terwijl de andere het te allen tijde voedsel zal geven- Aan dit laatste gaat de kleine wennen en zal hij, nu hij gazicn heeft, dat schreeuwen succes heeft, dit schreeuwen herhalen. Een kind van een paar dagen heeft dus al ervaring opgedaan. Het weet, dat het over een toovermiddel be schikt, dat welwillende machten in actie brengt. Van die machten gaat het kind hoe langer hoe meer profiteeren, zoodat het ten slotte zijn omgeving gaat tlranniseeren. Die neiging om hulpmiddelen te gebruiken ten einde zijn zin te krijgen, zooals men dat als kind deed, blijft den memch ook op later leeftijd bij. Spr. denkt hierbij aan huilen, leelijk kijken, flauw vallen enz. De houding van de opvoeders is dus voor de karakter vorming zeer belangrijk, 't Is voor de ouders wel gemakkelijk te spreken van erfelijkheid, maar ze dienen veel meer aan hun eigen houding te denken. Hebben zij het kind ver knoeid, dan zitten niet alleen zij, maar ook het kind met de „gebakken peren". Het kind zelf ervaring laten opdoen is van grooten invloed op de vorming van het ka rakter. Alle moeilijkheden voor het kind uit den weg ruimen of ze voorkomen leidt tot slappe karakters- Tenslotte zeide Dr. Rom bouts nog. dat wij dag in dag uit, dikwijls zonder dat wij het zelf weten, bezig zijn het karakter van het kind in goede of slechte banen te lelden. Hierna was er gelegenheid tot vragen stellen, waarvan door een drietal aanwezigen werd gebruik gemaakt. De heer C. G. Dekker dankte den spreker voor zijn mooie en leerzame rede. BEVERWIJK DE SLECHTE TU'NBOUW- UITKOMSTEN. DE „VRIJE VEILING" BOEKTE EEN TEKORT In het kerkgebouw der Ned. Herv. Gem. al hier hoopt Ds Dorgelo uit Naar den op 17 dezer des avonds acht uur voor de Ver. van yrijz. Hervormden te spreken over ..Levens- In de veilingzaal van de Tuindersvereenl- ging „Kennemerland" hield de Coöp. Ve'ling- en Aankoopvereenlging „Vrije Groenten- en Fruitveiling" W. A„ haar jaarvergadering, die o.m. werd bijgewoond door den heer W. Balk, rijkstuinbouwconsulent te Alkmaar. In zijn openingswoord memoreerde de voorzitter, de heer D- Kruythof, de slechte uitkomsten van het tuinbouwbedrijf ln het jaar 1930. Een da'ing van de groentsnnrij- zen, als in dit jaar werd genoteerd, is nim mer voorgekomen. Dit werd vcor een deel ook veroorzaakt, door het feit. dat het aanbad de vraag verre overtref. De vervoerko't n alsmede de geheven hooge Invoerrechten voor de Hollandsche tuinbouwproducten door andere landen, werkten al evenzeer de l?ge noteer in gen in de hand. Verder noemde de voorzitter als factor van beteeken is in' de minder gunstige resultaten de inkrimping van de groenteteelt als gevolg van de wijzi ging die vele tuinders in hun cultuur bren gen, doordat zij zich gingen toeleggen op de bloembollenteelt-. De aardbeienoogst kon al evenmin gunstig genoemd worden. Spr. gewaagde voorts met voldoening van de oprichting eener federa tie van bloembollenveilingen in Noord-Hol land en van de tegemoetkomende houding der gemeenteraden en boerenleenbanken in zake het verstrekken van tulnderscredieten, al zal men nog dienen af te wachten of deze van provinciewege getroffen maatregel In derdaad aan de bedoeling zal beantwoorden. Hierna werd overgegaan tot behandeling der Balans en der Verlies- en Winstrekening. De omzetcijfers voor 1930 waren: aan groenten f 151.922 en aan aardbeien f 137.032. totaal f 288.954 tegen f 491.171. In 1929. Het tekort cp de exp'oftatierekentog b°droog f 4277.75, terwijl in 1929 een overschot Vel te boeken van f 5814. Het verschil van belde ja ren. groot f 10.091.75 brengt wel zeer dulde ijk de ongunstige resultaten onder de aandacht. De balans sloot in acief en passief op een bedrag van f 59.49157. Teneinde het tekort te dekken besloot de vergadering de veilingprovisie voor groenten met één procent te verhoogen, waardoor het veilingspercentage op 7 pet. werd gebracht. By een eventueele gunstige exoloi at'e in het. jaar 1931 zal dit surplus echter zco mo gelijk aan de leden-inbrengers worden ge restitueerd. Het bestuur ontving macht'ging om be halve voor spinazie, zoo noodig ook voor an dere producten minimumprijzen vast te stellen. Bij de bestuursverkiezing werden de hoe ren Brocze. Joor, Muyen en Van den Outenaar herkozen. Aan het slot der vergadering sprak de Rijkstuinbouwconsulent de vergadering toe en merkte daarbij o.m. op. dat de alom heer- schende werkloosheid op de prijzen der pro ducten grooten nadeeligen invloed uitoefent. De consulent deelde mede. dat de provinc'a'e velUngsorganlsatle voornemens is, cm met de veilingsbesturen te confereeren over de vaststelling van minimumprijzen voor meer» dere producten. Ten onrechte beschu'd gt men de tuinders als prijsopdrljvers. Niets is ech ter minder waar. want dikwijs wordt ze fs de kostprijs van het product niet gedekt. Wri kan door den minimumprijs de a'vil van de markt worden geweerd, terwijl anderzijds het goede product beschermd wordt. Tenslotte sprak de heer Balk den wensch uit. dat de veilingorganisaties kracht'gen steun zullen verleenen aan de pogingen, die worden aangewend, om voor Kennemerland oen aardbeiensoort te kweeken. die aan grootc eischen voldoet ter vervanging van de „Jacunda". FOTOGRAFISCH ATELIER „RlCHE" Gr. Houtstr. 169 I Moderne Dames- T.i. 13472 Hitrita I en Heerenportretten. DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN. Naar wij vernemen hebben B. en W. de stemming voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad vatsgesteld op Woensdag 24 Juni. BEVOLKING. Blijkens de voorlooplge uitslag van de 11de volkstelling was het aantal inwoners dezer gemeente op 1 Januari jj. 5111 man nen. 4848 vrouwen, totaal 9957. Beverwijk is dus nog altijd niet tot 10.000 zielen uitgebreid. De verwachting, dat het aantal raadszetels dit jaar met twee zou moeten worden ver meerderd gaat dus niet in vervulling. Het aantal leden van den gemeenteraad blijft voor Beverwijk bepaald op 13. Ter vergelijking diene. dat de gemeente bij de vorige volkstelling op 1 Januari 1921 een zielental had van 7721. VELSEN DE NIEUWE NIJVERHEIDS SCHOOL AAN DE BRINIOSTRAAT EERSTE STEENLEGCING. Woensdagmiddag is ln deze gemeente de „eerste" steen gelegd van de nieuwe Nijver heidsschool aan de Briniostraat. De plechtig heid werd o.a. bijgewoond door de meeste be stuursleden van de Vereeniglng voor Nijver heidsonderwijs, waarbij de heeren D. Bais Jzn., voorzitter, C. Luchslnger, vice-voorzitter, J. D. B. Olie. secretaris, ir. M. A. Ingen Housz, J. C. Dunnebier (tevens wethouder van Openbare Werken). K. H. Tusenius en J. E. Sluiters (gedelegeerden der gem. Velsen volgens de N.O. wet). De heer Tusenius, wethouder van Onderwijs, vertegenwoordigde tevens het gemeentebestuur. Voorts was aanwezig de heer H. J. Zeeman, directeur der Nijverheidsschool. Namens genoemde vereeniging voerde de heer Bals allereerst het woord. Spreker her innerde eraan, hoe op 19 Juli 1916 de eerste officieele vergadering plaats had, waarop de oprichting van een vereeniglng voor Nijver heidsonderwijs besproken werd. Daarbij waren tegenwoordig de heeren ir. W. Polder man. ir Christiaanse, toentertijd ingenieur bij Rijkswaterstaat, de heer Olie, directeur der Plaatwellerij te IJmuiden en de heer Frans Netscher te Santpoort. Spreker bracht een woord van hartelijken dank aan deze men- schen. die pionierswerk hebben verricht. Den 23sl en Februari 1917 werd het bestuur samen gesteld en de heer Netscher tot voorzitter gekozen. In enkele woorden schetste spreker vervolgens de geschiedenis, die. aan 'dé 'op richting van het eerste schoolgebouw vooraf ging- 16 April 1919 werd de school, waarvan de heer Zeeman inmiddels tot directeur benoemd was, officieel geopend. Zij begon met 55 leerlingen, namelijk 48 metaalbewerkers en timmerlieden. Het aantal nam evenwel steeds toe, zoodat het stichten van een nieuw gebouw noodzake lijk werd. Dit is dan tenslotte geschied door de aannemers Brink en Rablus te Leeuwarden volgens ontwerp van den architect A. Baart, eveneens uit Leeuwarden. Hun bracht spreker een woord van hulde voor hun uitnemend werd. Ook memoreerde spreker de groote medewerking ondervonden van de heeren Tusenius en Dunnebier, resp. wethouder van Onderwijs en Openbare Werken en van het raadslid J. E. Sluyters. Tevens deelde hij mede. dat het leerplan met het vak „schilderen" zal worden uitgebreid. In 1930 telde de dagschool 180 leerlingen, bestaande uit 65 machinewerkers. 45 tim merlieden. 49 leerlingen ln de electrotechniek en 21 in de autotechniek, terwijl de avond school 196 leerlingen bevatte- Het totaal aan tal leerlingen bedroeg in het afgeloopen jaar dus 376. „Wij zijn er van overtuigd", aldus de heer Bals. „dat de directeur en leeraren van dag en avondschool het hunne er toe bijdragen, dat deze school zal worden niet alleen een mooi naar de eischen ingericht gebouw, maar een school, waarvan wij hopen, dat de Jongens later getuigen: ..Daar heb Ik mijn eerste vak onderwijs genoten met goeden uitslag". Hierna verrichtte de kleine Dick van Leeuwen, kleinzoon van den heer Bais rn zoon van dr. L. van Leeuwen, de plechtig- De heer Baart las vervolgens de oorkonde voor. welke daarna tezamen met eenige dag bladen waarin het bericht van dc eerste steenlegging voorkomt, alsmede de verschil lende munten beneden de gulden, eveneens Ingemetseld werd. Tenslotte deelde de heer Bais mede, dat op dezen dag besloten was tot stichting van een Dick van Leeuwenfonds" genoemd naar den kleinen eerste steenlegger. Uit dit fonds, groot f 600.—, zal jaarlijks een boekwerk be kostigd worden, dat aan den besten leerling als prijs zal worden uitgereikt. Het fonds kan door eventueele bijdragen van anderen uit gebreid worden. Dick van Leeuwen ontving als een aandenken aan deze bijzonderen dag van den secretaris der vereeniging een geschenk. De arbeiders, die bij het aanleggen van de fundeering van het gebouw hebben mede gewerkt. zullen as. Zaterdag een rijksdaalder extra uitgekeerd krijgen. LETTEREN EN KUNST HEEMSTEDE GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Snoek®, Voorweg 46, een motorhandschoen: Kelder. Geweerstraat 41. een paardeland- dek; A- Rot. Voorweg, een glacé dameshand schoen: L. Grllmans, Jan v. d. Bergstraat 2. een RK. Kerkboekje: Schretlen, Heerenweg 11. een rijwielbelastingmerk: A. Behage. Lindenlaan 3. een étui met schrijfbehoeften; Frederiks', Glipperweg 92. een kistje met krul- denierswareri. Bankastraat 77. een dames- portemonnaie met inhoud: Humting. Berken laan 24, een blauwe studentenmuts. TONEVO. DE ARMEN VAN GEEST. Henri van Wermeskerken ls niet de auteur voor de fijne nuance. Hij houdt er van ln zijn tooneelstukken het meest pure blank tegenover het donkerste zwart te plaatsen en schroomt niet voor grove middelen om tot zijn theatrale effecten te komen. Zijn spel van het land „De Armen van Geest" geeft er wel het sterkste bewijs van. De -.armen van geest" zijn in dit drama een voudige. streng geloovige lieden, een meester knecht. op een boomkweekerij en zijn vrouw die onder de zwaarste slagen, welke hun tref fen, onwankelbaar blijven in hun Geloof en die, ook als hun het dierbaarste ontvalt, hun Schepper blijven loven. Eén oogenblik, wan neer den ouden man het zwaarste ongeluk treft en hem zijn laatst overgebleven kind wordt ontnomen, balt hij de vuisten ten Hemel en zegt hij een woord, dat op Gods lastering lijkt-, maar dadelijk daarop vouwt hij zijn handen en hooren wij hem zeggen: „de" naam des Heeren zij geloofd!" Het voorbeeld van Job heeft den heer Van WermeskeTken ook blijkens den tekst bij het schrijven van zijn stuk blijkbaar voor oogen gezweefd. Maar was het nu noodig om tegenover dezen eenvoudigen. geloovfgen man zulke zwarte schapen te plaatsen als de boomkweeker Hoogendijk en dominee Brui ning? Het ergste is den schrijver in de teekening van deze schurken en phariseeërs blijkbaar niet slim genoeg geweest! De boomkweeker is de meest vuige, gemeene patroon, dien men zich denken kan, hij is van een hard vochtigheid die volkomen zou passen bij een slavenhandelaar uit „De Negerhut van Oom Tom"! En wat te zeggen van de caricatuur van een dominee, die wij in dit stuk te zien krijgen. In de schildering van deze „ge veinsden" overschrijdt van Wermeskerken toch werkelijk alle grenzen! Het is alles van een zoo grove opzettelijkheid, en getuigt van een zoo verouderden smaak, dat men zich verbaasd afvraagt, hoe het mogelijk is, dat een auteur, die door zijn beroep toch midden in het leven staat, in dezen tijd nog een zoo ouderwetsch, melo-dramatlsch stuk kan schrijven. En vraag ik mij bij het zien van dit drama ook af heeft de heer van Wermes kerken wel het ware begrip van zulke recht zinnige, ge'oovlge lieden als deze Schippers en zijn vrouw Hilletje zijn? Is het denkbaar, dat een zóó streng geloovig. orthodox man stovenzetter in de kerk Zondags met 'n bascule op de kermis zal staan om geld te ver dienen? Maar van Wermeskerken had die kermis noodig voor zijn theatraal effect bij den dood van den zoon, een sterfscène zóó gerekt, als ik nog zelden op het tooneel zag! Ook' in dat laatste bedrijf dachten wij telkens aan stukken van 50 jaar geleden! Over de keuze van dit „spel van het land" door Tonevo kan ik onmogelijk enthousiast zijn! Vermoede"ijk heeft de heer Pollé het gekozen, omdat „De armen van Geest" ge legenheid biedt tot spel. Van die gelegen heid hebben deze dilettanten dankbaar ge bruik gemaakt. Vooral in de hoofdrollen was het stuk goed bezet, zoodat een opvoe ring werd verkregen, die het stuk althans ln dP'9 hoofdroten recht deed. Pollé zelf speelde Schippers, den ouden meesterknecht, en hij deed dit heel verdien stelijk. In' het' begin had hy zooals trou wens de heele omgeving moeite om „er in" te komen, maar bij het voort-chrijden der handeling, nam de rol hem ook mee, en wist Pollé van dezen ouden werkman iets werke lijk goeds te-maken. Uitstekend was hij bij voorbeeld in het tweede bedrijf, toen hij bij zijn patroon om werk kwam vragen en de eenigen. die hij in dat met overtuiging ge speeld tooneel koud liet, waren zeker wel de patroon en de dominee! E11 bewonderd heb lk Pollé, hoe hij de groote smart van den ouden vader in III met sobere middelen wist uit te beelden, zonder melo-dramatlsch te worden. Dat was voor een liefhebber een staaltje van kranig spel! Ook het slot, waarom mij heel dit stuk geschreven schilnt kwam, dank zij Pollé, volkomen tot' zijn recht! Een gelukwensch is het voor Tonevo waard, dat de heer Van Elten na zoo veel jaren rust weer eens zijn medewerking heeft verleend! Hij toonde nog niets van zijn oude speelkracht verloren te hebben vooral toen de r'ol hem na I meer gelegenheid tot spel bood. Van Elten is nog altijd de acteur, die het tooneel weet te vullen en in het derde be drijf, toen hij geheel op dreef was, speelde hij met die prettige, rustige zekerheid en dien natuurlijken toon, welke wij nog van vroeger van hem kennen! Van Elten en Pollé hebben tezamen deze voorstelling gedragen! Zeer goed steunde mevrouw Pollé. die als de oude Hilletje haar talent van een nieuwe zijde liet zien, hen daarbij, zy was wat te jong gegrimeerd, maar in haar spel gaf zy dit arme rechtschapen vrouwtje met juiste accenten weer- Mevrouw Hoogendyk trof door haar beschaafde uitspraak, goede dictie en natuuriyk spel! En ook Daan speelde ziin lang niet gemakkelilke rol heel verdienstelijk. Marie. Frans. Aaltje en dominee Bruining moesten het in speelkracht by de anderen afleggen. De rol van den dominee hjkt my moeilijk te redden en ik kan ook niet zeggen, dat het den dilettant, die dezen predikant speelde, gelukte. Marie en Frans gingen blik baar gebukt onder de moeiiyke omstandig heden waaronder zy verkeerden. Het spel van Marie was wel wat al te kleurloos en mat en Frans onnoodlg styf en onhandig. Ook van de rol van Aaltje zou meer te maken zyn ge weest. Maar als geheel heeft de voorstelling by het publiek wel voldaan, althans na het tweede bedryf toen er dramatisch wat meer handeling in kwam en de spelers zich dus beter konden geven. Aan bet slot was sr zelfs een krachtig applaus, dat zeker wel het meest bestemd was voor den heer en me vrouw Pollé. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Vijfde Kamermuziekavond van de Afd. Haarlem der M. f. B. d. T. veroverd. En het spel der pianiste sloot -zich by het zijne waardig aan en muntte vooral door het lichte en elegante van het toucher uit. De eerste helft van het programma was aan echte kamermuziek gewyd: samenspel van twee gelijkwaardige partyen. Zelfs staat by Beethovens Handel-Variaties in belang rijkheid de klavierparty boven die van de violoncel. Daarmee is nog niet gezegd dat dit variatiewerk als geheel zeer belangrijk ge noemd mag worden. In vergelijking met het geen Beethoven in latere levensjaren op dit gebied wrocht, b.v. voor plano da variatie^ in de sonates op. 109 en 111 en" die op een thema van Diabelli. voor strUkinstrumenten in de kwartetten op. 127 en 131. openbaringen van ongeëvenaarde rykdom, diepte en veele- zydlgheld, zinken de variaties cp het thema uit Judas Maccabeüs vrijwel in het niet. En Indien er een paar minder waren, zou dat evenmin een groot artistiek deficit beteekenen als wanneer Mendelssohn ln zijn Sonate op. 58 eenige bekorting ln de structuur of wat min der zestiende figuren in de pianopartij had aangebracht. Deze sonate kan men. evenals Mendelssohn's trio's tot de „brillapte" kamer muziek rekenen, die vooral door figurenryke klavierpariyen uitmunt. Overigens is de sonate een frlsc'a stuk, vol „fuoco"; in het Allegro vivace zit gang. op de manier van de Itaüaanschc symphonic; het Allegretto bevat ook geestige momenten; Adagio en Finale zijn wat arm aan interes sante gedachten. De brillante vertolking dei- beide partners, slechts even verstoord door een fout van den bladomslager, deed ons door de lengte vergeten. Zelfs had in enkele gedeel ten van het eerste Allegro wat meer rust de spanning kunnen verhoogen. De tweede programmahelft was meer solistisch en behalve de Sonate van Sammav- tlni en een compositie van Cassado zelf uit arrangementen samengesteld; een piano- werkje van Rich S.rauss, vioolstukken van Rimsky—Korsakow en Sgambati. De „Vol du Bourdon" verwierf weer buitengewoon succes, evenals teen Milstein het stuk speelde: ook de andere nummers werden met onovertref bare gratie en volmaakt Instrumentaal .mees terschap vertolkt. Toegiften konden niet uitblijven; behalve van de plano- werd nu ook van de orgel- litteratuur geleend: eerst een vrije bewerking van Paderewski's beroemde Menuet, daarna Casals' arrangement van hot Adagio uit de Orgeitoccata in C maj van Bach. Hot was jammer dat deze avond alweer, evenals de vorige, samenviel met een be» langrijk concert der H.O.V. Ik hoop op deze kwestie nog eens terug te komen. K. DE JONG. Gasper Cassado, ae phencmenale cellist, wiens fluweelen toon en feillooze techniek we een paar jaren geleden zoowel op een Bach- concert als op een Toonkunstavcnd leerden kennen en bewonderen, sloot me: de pianiste Giulietta Von Mendelssohn-Gordtg'.aiil voor dit jaar ce reeks der Kamermuziek a vond en den Stadsschouwburg. Het weerzien, he' weerhooren vooral, zal allen die hem destijds hoorden zeker welkom geweest zyn. zyn verrukkelijke spelkwaütelten, de prachtige, op alle snaren geëgaliseerde toon van zyn Stradivarius-cello, zijn boeiende voordracht, die by alle temperament steeds gracieus en gemakkelijk blijft, hebben de zinnen en harten der hoorders weer stormenderhand denzelfden blijden bijval, H. O. V. LEDENCONCERT. Solist; Ferdinand Helmann. De uitvoering van het Lohengrin-Vorspicl wierp haar schaduwen vooruit.. De gespan nenheid waarin deze muziek werd gehouden anticipeerde op het Beethovsnconcsrt. waarin de violist Ferdinand Helmann de solist was. Ik heb de overtuiging dat met deze Wagner- vertolking Van Belnum zyn musici evenzeer verraste als hy het ons deed. Da muziek kan maat voor maat, no'engetrouw worden weergegeven en desnoods kan de hoorder nog worden ingelicht door een verklarend woord. Aan cllt alles heeft hy niets, zoo daar niet is de persoonlijkheid van den leider, infiusn- ceerond hef, aanvoelen zij nor musici. De in gewijde voelt dit van meet af aam- is voort*?, re ld óp 'watgaat gebeuren en beleeit. het 'hoogtepunt als zielservaring-. Dé-leek,luistert verwonderd, en is van meening dat hij dezen avond by zender ontvankelijk is voor muziek. Hier nu is de oorzaak die van de vertolkingen van Wagner, Beethoven en Schumann den spon tanen bijval bracht van den- verrukten luisteraar, die wel gaarne cp nog andere wyze zyn dank had gebracht, maar toch in..'de scn'aneïteit v.an hei staands applaudisseeren bevrediging vindt. In die byvalsuitingen. door leven wy nog eenmaal zeer geconcentreerd onze gevoelens, en by een beknopt werk als de Lohengrin-inleidlng is dat weer-beleven sterker dan ooit. 't Mag nog vermeld zijn, dat ook technisch (sommigen luisteren nooit anders dan tech nisch) de vertolking subliem was; die „som migen" "zullen misschien de slotmaten, die a in hoogere sferen, niet geheel zonder.vlekjes hebben gevonden. Zy zullen ook zijn gevallen over de sporadische onzuiverheden in het Beethovenfinale. De musicus (ik bedoel: de muzikaal begaafde) hoort die dingen ook wel, maar neemt ze in zyn blijheid op den koop toe. En dan mogen wy zonder voorbe houd zeggen, dat de weergave van dit Beet- hovenconcert hem van buitengewone waarde is geworden. Ferdinand Helmann in beste conditie; orkest en leider vol overgave, waar het gold. het schoonste der vioolconcerten te geven; de hoorder voorbeschikt om daar van de schoonheid ten volle te onderdaan. Ferdinand Helmann is een kunstenaar, naar wien men gedwongen is, gespannen te luisteren. Het is eigenaardig: bij hem luister 'k aanvankeiyk op de eerste plaats, omdat zijn prachtig gaaf vioolspel respect afdwingt. 'Zoo gaat het my eveneens bij Albert Spalding). Maar zijn persooniykheïd weet bij voortdu ring den kring nauwer toe te halen, al blijft in onze bewondering de vereering voor het fraaie vioolspel dommeeren. In het Larghetto echter stond Helmann's zon op volle mid daghoogte. en zond in het slotrondo zyn ver warmende stralen recht in de harten der luisteraars. Het flonkerend schitterwerk dei- cadens wekte terecht bewondering ook al om dat deze ..Elnlage" heel logisch uit het cou plet-thema ontspruit en er weer zeer vloeiend In overgaat. Van de cadens in 't eerste deel kan ik dit niet zeggen: ln dit opzicht bevalt me daar Joachim's cadens beter. Voor het zeer prachtige vioalspel op die plaatsen bren gen wy echter aan Ferdinand Helmann alle hulde- By herhaling kwam hy voor de groote ge negenheid die het publiek hem betoonde, dank brengen. De eminente wyze, waarop Van Beinuni en de zijnen hem secondeerden, verzuimde hy daarbij niet, in 't juiste licht te stellen. Na de pauze ging Schumann's syraphonie ..met de Romanze". Mijn bedenkingen tegen deze symphonic, aan de piano ..ontvangen" en later geïnstrumenteerd, verloren in de enthousiaste en welklinkende reproductie veel van haar kracht, al kan de beste vertolking niet heenzetten over plaatsen, waar Schu mann, zoo hem de geestesspanning verslapt, Immer ln Mendelssohn-faselei vervalt. Overi gens zal de hoorder zich niet blindstaren op het hooge opus-getal 120. maar evengoed weten als ik. dat de symphonie is geschreven ln den tijd dat Schumann in 't volle bezit was :yner scheppende kracht. Als no. 4 bekend. Is zy ln waarheid no. 2 en werd ook onder dit rangnummer voor 't eerst in hel Gewand- haus uitgevoerd. De uitvoering stond, op gelijke hoogte als die der beide voorgaande werken en wekte G. J, KALT,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 10