OP SCHOOL.
BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnixstraat 20.
SNEEUWKLOKJE. 'k Vond het
prettig v/eer eens wat van je te hoo
ien. 't Is echter een wonder, dat ik
je briefkaart gekregen heb. Er stond
heelemaal geen adres op. Wat een
knappe tante Pos, hè. Heb je zoo
veel huiswerk? Je schuilnaam zal ik
voor je bewaren. Je hebt misschien
wel uit een briefje gemerkt, dat er al
om gevraagd werd. Natuurlijk reken
ik op je tegen St. Nicolaas.
WILLEM v. d. L. Het Jonge-
lingsverband heeft wel den storm der
tijden weerstaan. Ben je ook wel eens
in de andere Buitenhuizen geweest?
Ga je met Paschen nog naar de Sil-
lem-Hoeve? Dank voor je foto. Je
staat er goed op. Maak je de Provin
ciale vergadering mee?
VERPLEEGSTERTJE. Je briefje
was de vorige week te laat. Ben je in
je schik met je raadselprijs? Hebben
jullie Zondag weer zoo fijn gefietst?
Je mag wel met potlood blijven
schrijven, omdat je zoo netjes schrijft
Ben je nu van school? Heb je al een
betrekking?
NEVADA. Jullie waren er al heel
vlug bij. Hoe waren de rapporten?
Genieten jullie nu maar fijn van de
vacantie. Zijn er al vogeltjes in den
bloempot gekomen? Heb je ook cro-
cusjes ln den tuin? Wie zorgt er voor
't aquarium op school? Leven de sa
lamanders nog? Wat een vechtjassen
zijn dat!
DE KLEINE ORGELIST. Je
raadsels zijn goed.
TAMBOER. Fijn, hè, dat je va
cantie hebt. Als 't nu alle dagen maar
mooi weer ls, dan kan ons Tamboer-
tje heerlijk van buiten-zijn genieten.
Ben je blij met Je raadselprijs?
KAPSTERTJE. Ik ben nog lang
niet jarig. Natuurlijk mag je ook aan
de Ruil-Rubriek meedoen. Deze rull-
aanvraag kan ik niet plaatsen, om
dat je geen adres opgaf. Dat is een
leuk kiekje met je vriendin.
W. L. Heb jij de mooie dagen
van Maart geteld? Waren 't er 7? 30
Mei lijkt me een geschikte datum
voor de sluiting van O. B. Alle boe
ken van de Canncheuveltjesseric zijn
aan te bevelen. Jij hebt wel van de
concerten genoten. Heb je nog va-
cantiepl&nnen?
DE KLEINE ORGELIST. Hoe
gaat 't er mee? Is de griep voorbij?
Gelukkig, dat moeder en zus weer
beter zijn. Je hebt nu de Paaschva-
cantle om weer eens flink op dreef
te komen.
WILLIE B. Je bent welkom. Ja,
Ik herinner me zus nog wel. Heb je
ook griep? 't Doet me genoegen, dat
de Rubriek zoo'n prettige afwisseling
voor je is.
ELFENKONINGIN. Hartelijk
dank voor de keurige eierwarmertje.
Ik zal het in de Paaschvacantie da
gelijks gebruiken.
RANGEERDERTJE. Je was wel
erg laat met je wedstrijd werk. Maar
't heeft toch mee mogen rekenen.
Ben je nu aan de groote machine
bezig? Of moet eerst de stad weer
worden opgebouwd. Geniet je verder
heerlijk van de vacantie?
TEEKENAAJRSTER. Ik vond het
prettig ook weer eens wat van jou te
hooren. De examentijd begint nu te
naderen, hè? Die vrije tusschentijd
lijkt me anders wel fijn. Als straks
de schooldeuren achter je dichtvallen
geloof ik toch zeker, dat je het even
tjes jammer zult vinden Je hebt
reuze-toekomstplannen. Ik hoop, dat
ze in vervulling mogen gaan.
BLONDINE. Dat is zeker altijd
een gezellig uurtje, als moeder voor
leest. Hoe gaat 't er mee? Ik hoop
toch niet. dat je griep hebt gekregen.
WINNETOU. Wat een aardig
Schoolfeest hebben jullie gevierd. Wat
voor films waren er? Logeer je nu-
Sn Lonneker? Je moet me toch eens
schrijven, of de Paaschvuren weer
ontstoken zijn. ik wensch je een fijne
vacantie.
ROODKAPJE. Nog wel gefelici
teerd met den verjaardag van je zus.
Je zus. Je raadsels zijn goed.
POESENMOEDERTJE. Je raad
sels zijn goed. Nog hartelijk gelukge-
wenscht met Je verjaardag. Heb je
een prettig dagje gehad? Hoe gaat 't
met broer? Ik hoop zoo, dat hij voor
uitgaat en dat jullie allen prettige
Paaschdagen mogen hebben.
ROZENKNOPJE cn DE KLEINE
[VOETBALLER. Ook jullie beiden
wcnsch ik heerlijke Paaschdagen toe.
ZWARTKIJKERTJEJe raadsels
zijn goed. t Kan best zijn, dat de ver
gissing aan mij lag. Maar ik kan 't
niet meer uitzoeken.
JUFFERTJE WEETGRAAG. Ik
hoop ook voor jullie, dat de heele
Paaschvacantie 't zonnetje vroolijk
schijnen zal. Wat grappig, dat ze op
die Amsterdamsche school nog op de
lei schrijven. Hoe zag je rapport er
uit?
VADERS JONGEN. Nu stond je
naam duidelijk onder je werk. Je
mag toch meeloten om een raadsel
prijs. Ja hoor, als jij mij schrijft,
krijg je ook antwoord terug.
ADMIRAAL DE RUYTER. Ston
den er geen viertjes op je rapport?
Je trekt alle dagen met je vlieger
erop uit.
HET ZONNETJE. Ja, 'k heb je
langen tijd gemist. Feest vieren en
ziek-zijn eischt allebei veel tijd. Het
eerste is wel zoo plezierig als het
tweede. Wat heerlijk, dat toen moe
der ziek was, jij moeders zonnetje
kon zijn. 't Was wel jammer voor je,
dat je niet naar het schoolfeest bent
g2weest. Prettig kind, dat je toch over
uent gegaan. Is alle leed nu weer ge
leden? Je raadsels zijn goed.
PRINS MAURITS. Wel jammer
voor je, dat de vogels niet in het
hokje willen komen. Hangt 't soms
wat dicht bij huis? Hoe was 't con
cert Woensdagavond? Flink zoo, dat
je al je kaarten verkocht hebt.
DIRK Hl. Pech voor je, dat die
wedstrijd niet door ging. Is 't nu
Donderdag geweest? Maken je sala
manders het nog goed?
FRANCIS VERE. Je raadsel is
goed. Je oplossing was wel laat,
maar gelukkig nog niet te laat.
VLIEGENIERTJE. Spelen jullie
in de vacantie weer tegen een club?
Wanneer ga je nu naar 't kamp?
HONDENVRIENDINNETJE. Jij
hebt maar heerlijk feest gevierd. En
wat zijn jullie fijn getracteerd. Heb
je ook nog iets van 't goochelen
kunnen afkijken? Heb je zelf ook
een foto gekocht?
KLAPROOSJE. Dus jij blijft in
de Paaschvacantie gezellig bij moe
der thuis. Vingerhoedskhiid zal het
zeker heel prettig vinden, als je
haar eens komt bezoeken.
JUFFERTJE LEESGRAAG.
Weet je al wie je mee neemt op de
kaarten? Ik wensch je allen heel
veel plezier.
BALSEMIENTJE. Zingen en
feestvieren past heel goed bij elkaar.
Die verkleedpartij vond je zeker het
heerlijkste van alles, 's Was prettig,
dat je op je rapport niet achteruit
was gegaan. Je raadsel is goed,
maar wel moeilijk.
WILLEM IV. Wederzijds ge
noeglijke Paaschdagen toege-
wenscht.
ZANGERESJE. Je hebt maar
een prachtig rapport gehad. Een
zangeresje moet alleen meer dan
een zes voor zingen hebben. Wan
neer ga je van school af? Je raad
sels zijn goed.
MAANDROOSJE. Nu ls het met
je leeftijd in orde. Moet je in de va
cantie ook bij den dokter komen?
Ik hoop, dat je steeds meer vooruit
gaat. Je raadsel is goed.
ELFENKONINGIN. 't Is niets
erg, dat je niet alle raadsels gevon
den hebt. Ben je ook met een mooi
rapport thuis gekomen? De laatste
schooldagen werd er zeker niet veel
gewerkt. In deze Rubriek kun je de
namen van de raadselprijswinnaars
lezen. Je mag meeloten.
ROZENKONINGIN. Voortaan
maar goed voor je krantje zorgen,
't Is zoo jammer, als Je niet mee
kunt doen aan den wedstrijd. Hoe
is 't nu met zusje? Wat was dat een
treurige verjaardag voor moeder. Ik
kan me begrijpen, dat je dolblij was,
toen die kleine schat weer opknapte.
DE KLEINE SPORTMAN.
"t Gaat best met je raadsels.
KERSTROOSJE. 'k Wil met ge
noegen in je Poëzie-album schrij
ven. 't Doet me plezier dat Langs
een Omweg naar je zin is. Wat
heerlijk dat vader juist in de va
cantie jarig is. Dan mag je 's avonds
zeker een uurtje langer opblijven.
CROCUSJE. Geniet Jij ook fijn
van je vacantie? En wat prettig, dat
je met zoo'n mooi rapport thuis
kwam. In deze Rubriek staat de uit
slag van den Maart-wedstrijd.
BEP H. Jammer, dat je weinig
succes heeft gehad met je ruil-
aanvraag. Je mag ook zelf raadsels
insturen. Dan mag je de oplossing
later ook weer inzenden, t' Doet me
plezier, dat Vingerhoedskruid weer
flink kan stappen. Ik geloof wel,
dat je veel mooier kunt schrijven.
Komt je neef in de Paaschvacantie
weer over?
WIJNANDA. Hartelijk gefelici
teerd met je 9den verjaardag. En
wat treft dat mooi, dat je nu juist
een raadselprijs krijgt. Wat heb je
al zoo gekregen? Hebben de vrien
dinnen prettig bij je gespeeld?
SNEEUWWITJE. Ga jij met de
dwergen in 't bosch spelen? Wat
ben je ook een knap Sneeuwwitje
op school. Na de vacantie gaat het
mooie vulpotlood zeker mee naar
school. Zoo'n zelfverdiend potlood
schrijft dubbel goed.
GOUDPRINSESJE Gefeliciteerd
met je overgang. Wel zielig voor dat
meisje dat ze bleef zitten. Wat heb
je een schitterend rapport. Kreeg
Gljs een dag later vacantie dan jij?
DE KLEINE VIOLIST. Jij hebt
je vacantie ook wel verdiend. Nu
maar hopen op een Lentezonnetje,
dan kunnen we heerlijk van de Na
tuur genieten. Feliciteer Frits van
me met zijn behaald diploma. Pret
tig, dat jouw rapport ook in stij
gende richting is. Alleen genoeglijke
Paaschdagen toegewenscht.
ZINNIA. Waar had jij het zoo
druk mee? De volgende week krijg
ik zeker een extra grooten brief.
GRASPIEPER. Heb jij ook al
prettige vacantiedagen achter den
rug? Was je kip van suikergoed? En
had ze chocolade-eieren gelegd?
Prettig voor je, dat je fiets wordt
opgeknapt.
ZILVERDISTEL. Natuurlijk mag
je ook wel een briefje sturen zonder
raadsels. Ik vind 't heel lief van je,
dat je moeder zoo flink hebt gehol
pen, toen ze ziek was.
ZWARTKOPJE. Wil je onder
losse velletjes altijd je naam zetten?
Zoo half op school jarig te zijn, is
toch ook wel leuk. Hoe is 't nu met
Nachtvlindertje? Vervelend voor
haar, dat ze haar vacantiedagen be
gint met in bed te blijven. Wandel
jij maar veel met Hetty,
HUNKERHARTJE. Gelukkig
dat het ziekzijn maar weer voorbij
is. Ben je nog naar school geweest?
Ik begrijp niet, dat een meisje het
woord verveling kent. Juist leuk, dat
jullie voor school een baby-uitzet
gaan maken. Is 't lichtblauwe
hemdje af gekomen?
JUFFERTJE REKENGRAAG.
't Was ook geen gemakkelijk spreek
woord. Je raadsels zijn goed. Je
had een. best rapport.
GOUDEN REGEN. Je hebt voor
dit keer nog mee mogen loten,
maar nu nooit meer je naam verge
ten. En je schrijft nog al zoo mooi
duidelijk.
WILLEM VAN ORANJE. Dat
was een prachtig cijfer voor je
proefwerk. Na de vacantie zal de
klas wel weer voltallig wezen. Moet
Je in de vacantie nog een match
spelen?
MEIDOORNTJE. Je raadsel is
goed.
APPELBLOESEM. 'k Vind het
verhaal nu niet zoo heel geschikt
voor onze rubriek. Er zaten zoo
vreesclijk veel taalfouten in. Hoe
gaat t' nu met je vriendinnetje. Wat
naar, dat haar moeder ook zoo
ziek is.
PRESIDEN TKRUGER. Heb je
ook nog een boek voor de vacantie
genomen? Hoe gaat 't nu met broer
tje? Wanneer is moeder jarig? Heer
lijk, Jongen, dat moeder weer ge
zond Ls.
DIRK in. Jammer voor je. dat
die match verleden weck niet door
ging. Heb je Donderdag nog ge
speeld tegen school 18?
VIOOLTJE. Ja, ik heb het boek
ook gelezen. De volgende week hoop
ik den nieuwen wedstrijd uit te
schrijven. Nu niet meer ziek wor
den. Hoe zag je rapport er uit?
PRINSES STERREMUUR. Was
je som wel onderteekend? Ik heb je
maar laten meeloten. Ik wensch jou
ook een heel prettige vacantie toe.
METSELAARTJE. Je inzending
heb ik ontvangen. Je hebt meegeloot
om een prijs.
SCHAATSENRIJDSTERTJE Ja.
ik dacht dat jij weggereden was,
omdat er toch geen ijs kwam. N.i
kan ik me begrijpen dat je vol
spanning op den uitslag zit te
wachten. Ik zal je geduld niet lang
op de proef stellen. Wat een klein
klasje krijgen jullie straks. Wanneer
Ls de ouder-avond? Ken Je je rol al?
Hoe is 't met vader? Doet de wond
nog pijn?
DE LOOZE VOS. Ben je nu ook
weer een gezonde vos? Je hebt mee
geloot om een raadselprijs. Je mag
Je briefje best zonder envelop zen
den. Wat is dat Zaterdag een leulc
avondje geweest,
EEN NAAMLOOZE vraagt: welke
kleuren de regenboog heeft. Rood,
oranje, geel, groen, blauw, indigo en
violet. En nu vraag ik: wie ben je?
BLOEMENFEE. Ik <lacht wel,
dat moeder dolblij zou zijn met die
mooie cadeaux. De divan is zeker
zoo'n beetje van allemaal. Heb je
voor moeder ook al eens rijstekoek
jes gebakken? Leuk, dat de zusjes
ook een versje voor moeder hebben
opgezegd. Jouw verjaardag begint
nu ook op te schieten. Veel genoe
gen in 't Brongebouw. Je raadsels
zijn goed.
PRINSES JULIANA. Wat heb je
veel bedeltjes. Je moet in de vacan
tie maar dikwijls met de zusjes gaan
wandelen. We kunnen in onze om
geving zulke prachtwandelingen
maken.
ADMIRAAL DE RUYTER. Dat
was al weer prettig, dat moeder te
vreden was over je rapport. Vlieger
Je nog veel?
MIDDELMOOTJE. 'k Heb je
leeftijd er nog maar bij geZet. Maar
nu niet meer vergeten, 't Is toch wel
heel prettig om in de vacantie jarig-
te zijn. Je moet me later maar eens
schrijven of je wenschen vervuld
zijn geworden. Wat had je ook een
mooi rapport. Help moeder nu maar
flink aan de schoonmaak. Trientje
mag ook Rubriekertje worden.
WATERROTJE. Den volgenden
keer heb je me zeker veel meer te
vertellen. Heb je 't naar je zin? Je
rapport was schitterend. Dat maakt
je vacantie zeker dubbel prettig.
DIRECTEURTJE. Zoo, kom jij
daar ook* weer eens aanzetten. Een
bof je, dat 't heele gezin griepvrij is
gebleven. Een beetje minder wind
en een beetje meer zon zou ons wel
passen in de vacantie, hè?
ZANGERTJE. 'k Heb jouw leef
tijd er ook nog maar bij gezet. Maar
nu niet meer vergeten. De som was
goed. Heb je al weer eens gewandeld
met Greetje en Loekie? Moeder
heeft gelijk: als je Je best hebt ge
daan, dan maar verder niet gezucht
over een leelijk cijfertje. Bep H.
mag ook Rubriekertje worden.
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Haarlem, 4 April 1931
Marnixstraat 20.
ONZE BIBLIOTHEEK
Ruiltijd: Zaterdags 13 uur n.m.,
Klein Heiligland 66.
Inleggeld: 12 cent (incl. catalogus
en opbergmap).
Leenprljs: 3 ets. per week en per
deel. Seizoenkaarten voor 30 boeken
a 75 ets.
Schriftelijke opgave en inlichtingen
Groote Houtstraat 155z.
In den regel ben Ik Donderdags na
8 uur daar te spreken.
DE SCHOONMAAK
Ik doe nogmaals een beroep op al
len, die met de schoonmaak oude
jongens en meisjesboeken opruimen.
Gaarne wil ik ze voor o. B. overne
men, desgewenscht tegen een geringe
vergoeding. Brieven; Groote Hout
straat 155z.
PREMIES VOOR DEELNEMERS
Voor het aanbrengen van DRIE
nieuwe deelnemers wordt een kaart
toegekend voor 1 maand „vrij-lezen".
Iedere nieuwe deelnemer, die een
tiental volmaakt (daaronder gelden
ook de uitgevallen nummers) mag
een keus doen uit een map postpapier
of een vulpotlood.
LIJST VAN NIEUWE BOEKEN
239. Weggeloopen, Adona.
240. Piets groote reis, Mr. J. v. Sche-
vichaven.
241. De stad van karton. A. C. C. de
Vletter.
DEELNEMERSLIJST
Ingeschreven op 7 Maart 1931:
40. Johannes Wiclenga, Saenre-
damstraat 56r.
(De overige deelnemers in de vol
gende rubrieken.)
W. LASSCHUIT,
Gr. Houtstraat 155z.
I 0100 Oi O rT (I
i 3 ini
i P re n 5- 3- I o P
BIJVOEGSEL
ZATERD AC 4 APRIL 1931
No. 223
AAN ALLEN!
Zondag is 't Paschen. En ik wou
met jullie in gedachten gaan naar
den Achterhoek in Overijsel en wel
naar 't plaatsje Ootmarsum. 't ls een
oud stadje, dicht bij de Duitschc
grens. Er zijn vele oude huizen- De
straatjes zijn net kronkelende linten.
Het groote kerkplein is omringd van
hooge Iepen, die je doen denken aan
trouwe wachters.
Paaschfeest is daar tevens Lente
feest. 't Is een blij volksfeest met
heel oude gebruiken. Zaterdagavond
begint 't aL Dan trekt men naar 't
Hezinghe, een mooi groot dennen
bosch. De dennen worden gekapt en
op de boerenwagens gestapeld. Ster
ke paarden voeren de vracht door
Ootmarsum. Vroolijk loopt dc jeugd
er achter en zoo trekt de stoet naai
de Paaschweide. Daar worden de
houtblokken tot een brandstapel op
gehoopt en morgen zal er een schit
terend paaschvuur ontstoken wor
den.
's Zondagsmorgens vroeg wordt er
op de markt door een mannenkoor
een Paaschlied gezongen, 't Is een
middeneeuwsch lied, dat 10 couplet
ten telt en in zeer plechtige melodie
is getoonzet. Na het eerste lied volgt
een soort jubelzang, die twintig cou
pletten heeft. De mannen trekken nu
zingende door de straten, 't Spreekt
vanzelf, dat de lieve jeugd hen volgt.
Later keeren ze op 't marktplein te
rug en gaan dan allen ter kerke.
's Middags wordt er weer gezongen.
Daarna trekt jong en oud naar de
Paaschweide. Daar staan verschil
lende kraampjes met zoetigheden,
eieren en fruit. Daar vermaakt zich
de jeugd met eierentikken, noten
werpen of sinaasappelen rollen. In
den namiddag trekt men naar 't s'-ad-
je terug. Bij 't begin van de hoofd
straat geven allen elkaar de hand en
al zingende hun Paaschliederen
trekt deze keten de gansche stad door
Dit noemt men in 't Overijseisch:
vlöggelen, of in 't Hollandsch ver
taald vleugelen.
Vele huizen zijn geopend en de
keten gaat de voordeur in en de ach
terdeur uit. Vooral boerderijen en
herbergen krijgen een dergelijk be
zoek. Is men zoo straat in, straat uit
geweest, dan keert men weer op het
marktplein terug. Weer klinken de
Paaschliederen. De ouders tillen twee
maal hun kinderen in de hoogte. Dat
is het einde van het vlöggelen. Maar
niet het einde van dc Paaschfecst-
vierlng.
's Avonds, als de duisternis is ge
vallen, worden de Paaschvuren ont
stoken. Honderden menschen van
heinde en ver staan er bij. Als dan
de vlammen oplaaien en 't vuur
vroolijk knettert, klinken daar op
nieuw de Paaschzangen. Altijd maar
weer: Alleluja. Zooals ik jull!e reeds
verteld heb, slikken de Overijselaars
de h in. Op alle heuvels in den om
trek branden nog de Paaschvuren. Op
de heuvels van Losser, Denekamp,
Weerselo. Ook in Duitschland bij
Bentheim en Nordhorn. 't Is een fan
tastisch gezicht die rossige lucht, die
stijgende vlammen, 't Stemt een
mensch vroolijk cn blij dat gejubel
van menschen, die in de rechte
Paasch stemming zijn.
W. B.—Z.
De kinderen zitten in de klas.
De juffrouw staat er voor.
Allemaal goed opgelet,
We gaan beginnen hoor!
Coco, klein negerkindje, gauw,
Zeg juffrouw dit eens na,
En als 't zonder haperen gaat,
Geeft juffrouw chocola.
- Maakt Beertje grapjes, zeg je?
Foei Beer, wat slecht is' dat!
Ga in den hoek staan stoutet;
i Ja zeker, vlug eens wat!
Fidel, waarom zit jij niet recht?
En kijk Je Juf niet aan?
Kom, hierheen kijken, domme
hond,
Ofin d enhoek gaan staan.
Juffrouw Mientje komt te hulp.
Fidel moet luisteren! Kom!
Als jij niet leert, jou kleine hond,
Dan blijf je altijd dom.
Dan word je nooit 'n knap, gToot
dier,
Als Bello, van Oom Jan.
Dan blijf je altijd dom en klein,
Wat denk Je daar nu van?
KNIPPERDOLLETJE
door
31)
W. B.Z.
HOOFDSTUK XI
Een nieuw leven.
„Wat, tranen?" vroeg vrouw VerLs,
terwijl ze een glas dampende melk
voor haar logée neer zette.
,,'t Is niet van verdriet," zei vrouw
Dijkstra. ..'t Is.'t is, omdat ik me
zoo gelukkig voel."
„Nu dan is 't goed," antwoordde
vrouw Veris. Ze trok 't gordijn wat
op. om de zon flink te laten binnen
komen. 't Was een heel andere vrouw
Dijkstra, dan toen ze een paar weken
gelden uit den auto strompelde.
Goede voeding, frisschc lucht en
zeer zeker ook een liefdevolle verzor
ging hadden al wonderen verricht. De
oogen van vrouw Veris, die volgens
Mies zoo mooi stralen konden, keken
even blij als die van 't vrouwtje te
genover haar. Was 't niet heerlijk,
dat dit afgetobde moedertje weer
sterk en flink werd? En nu was deze
dag zoo vroolijk begonnen door een
brief van Dijkstra, dien de post al om
8 uur bracht. Het kleintje was her
steld en mocht uit 't Ziekenhuis. Dat
was natuurlijk een heerlijke bood
schap, maar wie zou voor hem zor
gen? De buurvrouw deed al zoo veel
cn mevrouw Vermeer deed al zooveel.
Dijkstra was blij door tusschenkomst
van meneer Vermeer een aardige
betrekking op een fabriek gekregen
te hebben.
Wat moet dat nou?" had vrouw
Dijkstra hardop gezegd.
Met vrouw VerLs werd alles open
lijk behandeld, zooal.s men spreekt
met een goede vriendin.
„Daar weet ik wel wat op," zei
vrouw Veris dadelijk. „De kleine jon
gen moet hier naar toe komen."
„Hier naar toe?" vroeg vrouw Dijk
stra op blijden toon.
„Natuurlijk, waarom niet? Er is
plaats genoeg. En waar kan een kind
beter zijn dan bij zijn moeder, 't zal
voor u zelf ook een prettig tijdver
drijf zijn."
„Maar 't geeft meer drukte."
„Wat meer drukte? 't Brengt hier
leven in de brouwerij. Mijn man is
dol op dat kleine goed cn ik niet min
der."
„Mag ik dat naar huls schrijven?*"
..Natuurlijk, 'k Zal pen en inkt en
papier hier zoo dadelijk klaar zetten.
Maar eerst een beker warme melk."
Toen vrouw Veris met de melk te
rugkwam, had ze de tranen gezien.
Als je leven altijd zoo moeilijk is ge
weest en er komt opeens zooveel zon
en zegen, dan wordt het je vanzelf
vreemd om 't hart. Dien dag werd de
brief naar Haarlem verzonden. Op
raad van Veris had vrouw Dijkstra
gevraagd, of haar man Zondag den
kleinen jongen zelf niet kon bren
gen, Misschien wou buurvrouw voor
een dagje wel op de anderen passen.
Vrouw Dijkstra had 't niet gemerkt
dat VerLs nog een brief verzond. Of
eigenlijk was 't maar een heel kort
briefje. Er stond alleen ln:
Waarde vriend Dijkstra,
Uw vrouw maakt het best. We heb
ben met haar afgesproken, dat de
kleine jongen maar .spoedig bij zijn
moeder moet komen. Nu dacht ik a.s.
Zaterdag in 't middaguur met mijn
Fordje te komen. En dan moet de
heele familie Dijkstra van klein tot
groot maar meerijden. Veel makke
schapen ln een hok. Zondagavond
breng ik U allen wel thuis. Jongens,
wat zal dat een verrassing voor onze
logé zijn. Als 't goed is, hoeft er gceu
bericht terug.
Uw vriend Veris.
Vrouw Veris had gauw dit planne
tje beraamd. Haar man had wel even
bezwaar gemaakt tegen de slaapgele
genheden. Waar moesten die kinde
ren slapen?
,,'t Is toch Zomerdag. Hooi ls er
genoeg cn dekens ook. Dat jonge volk
zal denken, dat ze aan 't kampeeren
zijn."
Als de vrouw alle bezwaren uit den
weg ruimde, dan gaf de boer het
graag over. Terwijl vrouw Veris dien
middag met vrouw Dijkstra kleert;es
zat te maken voor het kleintje, begon
ze telkens een oud vergeten school
liedje te zingen. Dan gebeurde 't wel,
dat vrouw Dijkstra meezong. Haar
stemmen klonken blijde over 't erf
en de arbeiders, die op 't land werk
ten, zeiden tegen elkaar; „Wat een
vroolijkhcid."
„Ja, onze vrouw kan ermee voort."
In den namiddag klapte 't hek en
vrouw Veris zei lachend: „Wedden
dat 't mevrouw van de Schelf Ls."
„Hoe weet u dat?" vroeg vrouw
Dijkstra.
„Omdat ze altijd even praat met
onzen hond."
Ja. 't was mevrouw van de Schelf,
de grootmoeder van Mies.
Vrouw Dijkstra had mevrouw al
eens meer ontmoet. Toen tante Jet
haar met VerLs uit Haarlem kwam
halen, had mevrouw bij den ingang
van de Schelf gestaan en ze had
tante Greet een mooie bouquet rozen
aangeboden. Die arme tante Greet
had moeten lachen tot de tranen
overhaar wangen liepen, 't Was im
mers net, of ze een heel deftige dame
was. wie 'n bouquet geoffreerd werd.
Den volgenden dag waren tante
Jet en haar moeder wezen kennis
maken. Toen was alles nog zoo
vreemd voor vrouw Dijkstra. Ze
moest maar telkens denken aan wat
ze had achtergelaten. En ze voelde
zich zoo zwak. Maar dat bezoek van
die belde dames vergat ze nooit.
Vooral die lieve oude grootmoeder,
die alles zoo kon begrijpen en die
toch telkens weer lichtpunten ont
dekte.
„Wat Is u vooruit gegaan!" was 't
eerste wat ze zei. En toen begon ze
dadelijk te vragen naar de kinderen
en naar Dijkstra. Nu kwam tante
Greet op haar praatstoel. De brief
van dezen morgen werd ln geuren en
kleuren behandeld. Mevrouw van do
Schelf deelde er zoo geheel in mee.
(Wordt vervolgd.),