BRIEF UIT INDIë. DE „SUIKER" TENTOONSTELLING IN HET R. A. L GEBOUW. Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING Impressies van de expositie. Naar een nieuwe standplaats. DOOR CONTROLEUR B. B. Ik ben overgeplaatst naar Slak, met op dracht het bestuur over mijn ressort zoo spoedig mogelijk over te geven aan mijn op volger en mijn nieuwe bestemming te vol gen. Het gevolg is. da', ik alweer zoowat met Lngepakten boedel zit, overmorgen van hier vertrek naar Medan om een heeien inventaris te koopen en nog een onderhoud te hebben met den Gouverneur, om de noodige inlich tingen te ontvangen. Zoolang ik nog niet getrouwd ben, zijn die op verplaatsingen nog zoo kwaad niet. Je doet een massa ondervin ding op en ziet zooveel meer van Indie en vooral nu van het mooiste eiland, Sumatra. Uit Medan had ik wel al mooie tochten ge maakt naar Berastagl. het Tobameer enz.. maar het zal nu nog heel wat anders wor< den. Siak ligt veel zuidelijker, tegenover Singa pore. waarover de post komt, zoodat de brieven ook vlug blijven komen. Het veel genoemde vliegveld Pakan Baroe ligt. vlak bij: tk heb dus een luchthaven in de buurt. Het Is een groot ressort, met weer mijn oude soort werk. waarvoor ik enthousiasme heb en B. B.-man ben geworden. Verdere bijzonderheden over Slak schrijf lk wel als ik er zit. Hoewel de gewone route per K.P.M. vla Beugkalis gaat, heb ik het gedaan gekregen dat ik de reis naar het vere Slak. als pionier (want niemand deed het nog vóór mij) over land maak, een meer dan schitterende tocht, dien ik vandaag begon, mpt het gevolg, dat lk op het oogenblik in Balige zit. Maar laat ik nog niet over de komende dagen boomen, dat doe lk in .den loop van de reis. Nu eer&t over mijn bezoek aan Medan. De Gouverneur was erg enthousiast over mijn plan voor de over landreis; hij keek er alleen wat van op. daar het zoo ongewoon was. Dat doet trouwens iedereen als ze er van hooren. Maar het gaat praohtig en is een meer dan schitterende reis die iedereen me benijdt. Dien dag ging lk door naar Berastagl, waar de familie Speenhoff optrad in het Grand Hotel en waar we tot drie uur in den morgen bleven dansen. Den andeiren morgen tufte ik om 11 uur uit Berastagi. Het is de mooiste tocht, die er in Indië bestaat. Eerst de Hoogvlakte, dan langs het magnifieke Tobameer, prachtig bergland en mooie sa wah terrein en. Ik heb geweldig ge noten, vond het alleen jammer dat ik alles alleen moest verwerken. Om 5 uur was ik in Balige, waar ik nu in de PassengTahan zit te schrijven. Het is al laat en ik ben moe van de afgeloopen dagen, waarin van slapen niet veel kwam en veel gebeurde. Als slot heb ik de 250 KIM. Lange mooie, maar zware autori: met nog drie dagen rijden, totaal een 650 K.M., voor de boeg. diepe dalen. Ik nam mijn intrek in het hotel maakte kennis met het plaatselijk B. B. en bracht den avond gezellig door. 's Morgens langs een schitterenden berg weg naar Pakan Baroe. de belangrijkste plaats in mijn nieuwe ressort. Daar trof ik mijn voorganger en na het meemaken van een toevallig plaats hebbende fuif. trokken we samen 's anderen daags naar Goenoeng Sailhan, waar ik het bestuur als w,n. con troleur overnam. Het is een tamelijk verlaten oord, dat echter binnenkort zijn. naam als vaste standplaats verliest, daar ik het defini tief van uit Stak bestuur met een aspirant, die volgende week aankomt. Behalve Slak heb ik er de Kampar Kiri en het vorstendom Pclalawan bijgekregen, alleen ging er een stukje langs de kust af. zoodat ik nu met 26000 vlerk. K.M. en vijf vorsten zit. maar het zal alles wel loslooper. want het is weer een ressort dat me aanstaat. Slak. De eerste Indruk van het land en de omgeving waar ik werken moet is zeer gunstig, alleen bevallen mijn huls en stand plaats me nog niet, maaT dat zal wel gauw verbeteren. Hot is op Siak op feet oogenblik een schandelijk uitgewoonde en verwaarloos de boel. Op de plaats zelf zitten drie Euro- peesche onderwijzers met gezin, een douane ambtenaar, een houtvester en twee mdo ge zinnen. Verder een aardige Hollandsch spre kende Sultan en Sultane. Op Pakan Baroe zit een Hollandsche gemeente o.a. plantages van een 30 zielen. Verder over het reteort ver spreid nog een vijftal Europeanen van diverse pluimage. Dan liggen Bengkalls en Fort dc Koek elk 6 uur hier vandaan, het een met de boot. het ander met de auto te bereiken. Ik ben erg blij dat Lk mijn tuf mee heb ge nomen, al is het wat duur, daar ik nu. in verband met tournees eens uitstapjes naar de mooie Westkust kan maken. En Singapore ligt ook maar 15 uur varens weg. Ik zit er dus bij lang niet zoo oenzaam als vroeger op Borneo. Dat Slak zoo verwaarloosd is, vindt zijn ooi-zaak In het feit. dat het 10 maanden zonder controleur heeft gezeten. Na overneming van het bestuur en kennismaking met de blanke mede bewoners, ben ik des nachts weer vertrokken naar een boschbivak van een kleine 300 gestraften, die met aanlog van een weg bezig zijn. Een soort klein Boven Dlgoel.Erg interessant en leuk werk. dat me te wachten staat. Vandaar met mijn geweste lijk vaartuig Hevea (stoomschip met 8 man bemanning) naar Bengkallis om kennis te maken met den assistent-resident, en allerlei dienstbespreklgen te houden. Het R.AJ.-gebouw herbergt alweer een nieuwe expositie binnen zijn muren. Na de j aarlijksche automobieltentoonstel ling en de Damesbeurs, thans „De Suiker", een internationale „show" van dit product in velerlei vorm. In de officieele catalogisus wordt er de nadruk op gelegd, dat het uitvoerend comité voor alles getracht heeft een vaktentoon stelling in den waren zin des woords te brengen, een duidelijk en volledig overzicht dus van het bedrijf in al zijn vertakkingen. En in dit streven zijn de organisatoren over het geheel zeer goed geslaagd. De meeste exposities van een dergelijken omvang hebben het nadeel, dat zij den be zoeker overweldigen, met het gevolg, dat ge bij uw thuiskomst slechts een reeks verwar de indrukken in uw memorie hebt overge houden. Ook „De Suiker" ontkomt daar in zekeren zin niet aan, maar in ieder geval onderscheidt zij zich van velen harer colle ga's door een logische indeeling en een be wonderenswaardige volledigheid. Daar zijn allereerst de stands, die ons een indruk ge ven van het wezen der suikercultuur, van de „origineéle" riet- en beetwortelsuiker of van de geraffineerde suiker en basterds. Dan heeft mén er de stands (en deze maken het grootste gedeelte van de expositie uit), waar ops de producten der sulkerwerkende indus trieën getoond worden, zooals die der ban ketbakkerij, chocolade-, suikerwerk-, limo nade- en likeurenindustrie, enz. In de derde plaats zijn vertegenwoordigd de nieuwste machinerieën en gereedschappen, welke bij deze verwerking noodig zijn, terwijl tenslotte ook een belangrijk gedeelte van de zaal werd ingeruimd voor de fabricage van verpak kingsmateriaal, emballage, weegtoestellen enz. Wat den bezoeker bij zijn expeditie door het gebouw al dadelijk treft zijn de verschil lende bedrijven-in-functie, waarvan ditmaal veel werk is gemaakt. Zoo heeft de afdeeling Amsterdam van de Nederlandsche Banket bakkersver een iging een stand ingericht, waar ge de geboorte, de ontwikkeling en het uit einde van het taartje kunt bijwonen. Een soortgelijke levensgeschiedenis maakt ge mee van de populaire ijswafel bij de stand van een bekende Amsterdamsche melkinrich ting. Ook een tweetal limonade-industrieën demonstreert op klein bestek het geheele procédé. Het middenpunt der belangstelling vormt evenwel de chocoladefabriek in miniatuur, waar ongeveer 35 employés met het- vervaar digen van de smakelijkste lekkernijen bezig zijn. Van zelf-vervaardlgen kan hier niet gesproken worden. Iedere bewerking wordt door een machine uitgevoerd en het werk van de(n) bediende bestaat soms uit niet veel meer dan in het verschuiven van een stuk chocolade naar een apparaat, dat het bewuste stuk een bepaalden vorm geeft en het daarna door middel van den transport band naar een volgende „halte" vervoert. Een van de weinigen, die aan deze rationa lisatie ontkomt is de man, die te midden van het gemechaniseerde bedrijf, zijn chocolade dierfiguren schept. Hij draait een blad dun papier tot een primitieven trechter, vult deze met chocpladebrei en terwijl hij de pap door het dunne tuitje drukt, weet hij de verras sendste resultaten te bereiken. Is het niet een verademing in het konink rijk van de machine iemand te ontmoeten, die zijn eigen weg volgt en dierfiguren maakt volgens de aloude wijs? Het is merkwaardig, hoeveel zorg de laat ste jaren feesteed wordt aan een hygiënisch produceeren van verpakkingsmateriaal. Be schouwt u eens met aandacht die prachtige machine voor het vervaardigen van papieren zakjes. Het geheele procédé ia één automati sche handeling, waar geen menschenhand, feehalve natuurlijk voor het bedienen der machines, aan te pas komt. Ge volgt het avontuurlijke stukje papier met verbazing op al zijn tochten door de vouw- en snij- apparaten en ziet allengs de vorming van het product tot stand komen. Dat er ook veel aandacht besteed wordt aan het uiterlijk van de emballage, ei-vaart men spoedig bij het bezichtigen van de des betreffende stands. De practijk heeft reeds lang uitgemaakt, dat „het oog ook wat wil" en dat het uiterlijk van een bepaald artikel een stimulans voor den adspirant kooper kan zijn om tot den inkoop over te gaan. De emballagefabrikanten in binnen- en buiten land hebben dit zeer duidelijk ingezien en zoo kan men dan op deze expositie veel aantrekkelijk verpakkingsmateriaal voor chocolade- en suikerwerken aantreffen. De inzending van het proefstation voor de Javasuikerindustrie, filiaal Nederland, toont ons diverse grafieken en statistieken, voor stellende de wereldproductie van suiker, ver bruik van suiker in Nederland, totaal en per hoofd, enz. Men kan er o.m. uit opmaken, dat de Denen de grootste suikerconsumenten zijn met een wekelijksch suikerverbruik van 954 gram per hoofd. De stand bevat voorts een aantal afbeel dingen betreffende de oude en de nieuwe wijze van rietsuikerbereiding, bet suiker- raffineeren in Amsterdam e.d., evenals en kele monsters van Java- en Surinamesuiker. Het buitenland komt behoorlijk voor den dag. Een Engelsebe firma is met haar fameuze toffees overgestoken, een Belgische chocola defabriek is vertegenwoordigd en in het mid den van de zaal heeft de Poolsche regeering een keurig uitgevoerde propagandastand doen oprichten, waar jongedames in natio nale kleederdracht de specifiek Poolsche cho colade- en suikerwerken aanprijzen. De afdeeling Hongarije, die van beschei dener omvang is, is aanwezig met een keur van suikerhoudende wijnen, die door de ken ners onder de bezoekers met welgevallen worden gadegeslagen en „beproefd". Denemarken heeft automaten gezonden. Na'uurlijk! Denemarken is immers het land van den automaat. Een fabriek uit Kopen hagen introduceert apparaten, waaruit men zoo ongeveer een geheele lunch kan halen. De ruitjes aan een zijde van het instrument geven een smakelijk uitzicht oo eieren, broodjes en andere voedingsmiddelen, die men door het inwerpen van een geldstuk en een simpele manipulatie machtig kan wor den. Aan de expositie is tevens verbonden e.en wedstrijd vóór banketbakkers. Een deel van de zaal is als „strijdperk" ingerièht en daar kan men thans fraaie staaltjes banketbak kunst bewonderen. Wij zagen o.a. een schit- ternde imitatie van een hyacinth, die een bloembollenhandelaar jaloersch zou kunnen maken. Nu we het toch over de attracties van de tentoonstelling hebben, willen we nog even de aandacht vestigen op het restaurant, dat op kunstige wijze in een fantastische grot is veranderd en „last not least" op den ver maarden caricaturist Imre Kelemen, die binnen de zestig seconden en voor een luttel bedrag een marquante beeltenis van u ver vaardigt. J. H. V. door KAREL DE JONG. Een overvloed van belangrijke voordrach ten wordt voor de a.s. week aangekqndigd, en het is moeilijk er een keus uit te doén. Het Guarneri-kwartet speelt Zondagnam. voor de A.VJt.O.; we zouden het interessan ter gevonden hebben als het niet het afge zaagde kwartet op. 41 no. 3 van Schumann had gekozen; het vragende hoofdthema, ver want met dat van Beethoven's pianosonate op. 31 no.. 3 wordt eindeloos herhaald, het Scherzo komt niet boven gemopper uit, de Finale werkt irriteerend door het monotome rhythrae met de telkens weerkeerende stui tende syncoop. Laat ons dan liever Maandag het Amar-kwartet te Frankfort beluisteren: Beethoven's op. 127 is in zijn geheel een der schoonste werken uit de geheele zoo rijke kwartetlitteratuur: het eerste Allegro een „unendliche Melodie" vol innigheid, het Scherzo tintelend van geest (Beethoven kon wél een zelfde rhythme doorvoeren zonder vervelend te worden, vergel. het Allegro uit de 7de Symphonie)het thema met de won dervolle variaties een divine openbaring, de finale vol humor als een hommage a Haydn" maar met Beethoven's diepte; een model van volmaakte kwartetpolyphonie, rijk aan de heerlijkste klankcombinaties en eindigend in een verrassende epiloog. Het daarna te spe len strijktrio op. 9 is een werk uit veel vroe- geren tijd: wel 30 jaar liggen tussphen dit en op. 127; maar de klauw van den jongen leeuw is ook in bet jeugdwerk bemerkbaar. Eigenaardig: toen de jonge Beethoven zich tot het schrijven van strijkkwartetten neer zette ontstonden de strijktrio's op 3, 8 (Sere nade) en 9 en het kwintet op. 4. Zijn geest liet zich toen reeds niet dwingen; pas enkele jaren later kwamen de eerste zes strijkkwar tetten als op. 18. Nu ik toch aan de kamermuziek bezig ben wil ik wijzen op het Brahmsconcert van Donderdagavond te Daventry. waar o.a. bet grootsche klavierkwintet op. 34 (ook als So nate voor 2 piano's bewerkt) gespeeld zal worden. De hoorder lette op de sublieme the matische bewerking in het eerste Allegro, waarin vooral de eerste 3 noten van liet hoofdthema, die in allerlei combinaties, om keering en vergrooting voorkomen, een ge wichtige rol spelen. Ook het kwartet van Borodin, in leven medisch hoogleeraar te Petersburg, componist der bekende Steppen- scène voor orkest, verdient onze aandacht; het wordt Woensdag door de N.C.R.V. uitge zonden. Over de opera „La Serva Padrona" van Giavanni Battista Pergolesi (171CL1730) heb ik vroeger al eens geschreven. Nu deze één- acter Zondag door de A.VR.O. wordt uitge voerd wil ik nogmaals wijzen op de histori sche beteekenis van dit werk, dat oorspron kelijk als „intermezzo" (inlasch tusschen de bedrijven eener opera seria") bedoeld was, maar dat de grondslag werd -voor de komi sche speelopera (Opera buffa): dat ln 1733 gecomponeerd, spoedig een triomftocht door de wereld maakte en in Parijs in 1752 tus schen buffonisten en anti-buffonisten den strijd ontketende. Er komen slechts 2 spre kende en één zwijgende persoon in voor. De muziek sprankelt van geest en boeit voort durend. De orkestpartij is alleen voor strijkinstrumenten geschreven. Pergalesi's laatste werk was zijn beroemd „Stabat Mater" voor vrouwenstemmen en strijkorkest; kort na het voltooien daarvan overleed hij, op 26-jarigen leeftijd. Op het terrein der symphonie noemen we de uitvoering van de symphonie in C van Richard Wagner, een werk van den 19-jari- gen toekomstigen schepper van het Muziek drama. De groote hervormer openbaart zich in dit in 1832 voor het eerst te Leipzig uit gevoerde werk nog niet; veeleer sluit hij zich daarin bij Beethoven aan. Het Hoofdthema van het eerste Allegro is verwant met dat van de finale van Beethoven's Vijfde; de latere Wagner blijkt uit enkele eigenaardig heden een trompetsignaal, een dubbelslag. Het Andante is in balladentoon gehouden; ae bolero-achtige rhythmus geeft er een Spaan- sche kleur aan; de romantische inhoud wijst «aar Mendelssohn. Het Scherzo nadert weer meer tot Beethoven's schrijfwijze, de finale eveneens; dit deel bergt bovendien vele ca- nonische imitaties en meer dergelijke voor beelden van strenge kunst, ik kan mil niet herinneren deze symphonie ooit op een Ne- aerlandsch programma gezien te hebben; zij wordt Maandag door Langenberg uitgezon den. De eerste symphonie van Sibelius (Daven try Re. Zondag) is een werk van somberen grondtoon, waarin het natlonaal-Finsche element een rol speelt. Van de Zesde (tragi sche) Symphonie van den als dirigent be roemden Felix Weingartner staan mij geen gegevens ten dienste; zijn eerste drie sym- phonieën schijnen bewijzen van onmisken baar talent te bevatten. Het zal wellicht de moeite loonen met zijn Zesde kennis te maken. De enorme tweede Symphonie van Mahler kan men Maandagavond uit Budapest hoo ren; Har.s Welssbach, die ze verleden jaar ook ln Scheveningen uitvoerde zal haar lel den. Deze „Auferstehungs-symphonie bestaat uit vijf deelan: een lange treurmuziek; een lieflilk Allegretto; een Scherzo dat bewerkt Is uaar Mahler's Lied „die Fischpredigt des hl. Antonius von Padua" en de nietigheid van de dagelij ksche beslommeringen karakteriseert; „Urlicht" voor alt-solo en orkest en de reus achtige finale, waarin ook sopraansolo en gemengd koor optraden en waarin eerst de vernietiging van het aarsche geschilderd wordt; wanneer dan de stem van den „To tenvogel" alleen overgebleven is zet het koor de woorden in: „Auferstehn wirst du, mein Flelsch, nach kurzer Ruh" en groeit de mu ziek gaandeweg tot een grandioze, geweldige slothymne aan. Deze symphonie is wel een der meest direct bevattelijke die Mahler ge schreven heeft Op één symphonisch werk, zij het dan ook een van veel kleineren om vang, wil ik voor ditmaal nog wijzen, ni. op „Les Eolides" van Cesar Franck, een fijn „poème symphonlque", dat door het V.A.R.A.- orkest Zondagochtend gespeeld zal worden. Het is gecomponeerd naar aanleiding van het gelijknamige gedicht van Leconte de l'Isle, dat met de woorden „O brises flottan- tes des cieux" aanvangt. De chromatiek, ken merkend voor Franck's derde (laatste) perio de is in „Les Eolides" zeer sterk vertegen woordigd: reeds het aanvangsthema is chro matisch; de harmoniseering sluit zich daar bij aan. liet programma van het pianorecital dat de N.CJR.V. voor Donderdagnam. aan kondigt is alleen verheugend in zooverre het een van Beethoven's laatste sonates breugt, die nog veel te zelden voorkomen (ik zelf was ln Januari met op. 111 bij de A.V.R.O. voor gegaan); ontstelling wekt dat programma door de smakelooze samenstelling; hoe heeft men lust den inhoud van Beethoven's diep zinnig op. 110 te verzwakken door er Chopin's afgezaagde Ballade en Debussy'6 zoetileve Arafeeske onmiddellijk na te gaan spelen? Tot de zeldzaam uitgevoerde werken be hoort de „Indianische Fantasie" van Busoni voor piano en orkest (Hamburg, Dinsdag avond) waarin een negermqlodie verwerkt is, maar die overigens vrijwel atonaal gehouden is. De solopartij ls natuurlek zeer moeilijk. Mooi kan ik het stuk vooralsnog niet vinden. Voor den Politierechter. Kaninefaten. Ach, hoe verdwijnen een voor een de illu siesder jeugd! Kon je je Batavieren, Kani nefaten en andere voorouders, waarop we prat gaan, anders voorsteilen dan met ge weldige hangsnorren en beestenvellen om het naakte bovenlijf? Ën nu zag jc er twee in de beklaagdenbank, een met een lever kleurige regenjas, zijden sokken en bruine schoenen, de ander in blauw colbertpak, bei den net gekapt en geschoren. Kon je je een Kaninefaat in denken met gepoetste schoe nen en een scheiding in het platgestreken haar? Ik vrees, dat m'n laatste illusie me nog ontnomen zal worden door een taalvor- scher, die zal beweren, dat Kaninefaat niet eens beteekende konijnenvatter. En de heele storm der Kaninefaten, die zich achter de balie verdrong om te hooren hoe hun aloud recht op de konijnen door den modernen rechter, die toch ook dezelfde voorzaten heeft gehad, beoordeeld zou worden, och zij wekte ook geen gedachten aan onze vrije voorvaderen behalve dan, dat ze de vrijheid verkozen boven arbeid in fabriek of werk plaats. De officier had zeker nog Germanenbloed, want hij vond, dat als de Jongens konijnen wilden stroopen, zij dit zelf moesten weten, maar als zij betrapt werden en hier ver dween de Germaan dan moesten zij daar in berusten en niet gaan vechten, terwijl het voor ons jongens de grootste verdienste der voorvaderen was, dat ze bij voorkeur voch ten en uit de vechtlust van de twee gecivi liseerde Kaninefaten blijkt hun afstamming in rechte lijn van de helden onzer Jeugdige verbeelding. Hoe 't zij, de twee jongelieden hadden zich bevonden op een duin terrein van de water leiding, dat mat prikkeldraad was afgeslo ten en waar, volgens een opzichter vijf en zestig borden waren geplaatst, waarop stond vermeld, dat men daar niet mocht loopen en de jongens waren dan ook niet zoo flauw te beweren, dat zij niet wisten,-dat het ver boden terrein was. Alleen hadden zij den opzichter gevraagd, waarom hij er dan was, hetgeen dezen in een moeilijke positie bracht want hij kon dat recht ook. niet bewijzen. Gelukkig naderde een ander opzichter, die veldwachter in naam was en ten bewijze een papier toonde, waarop dit stond vermeld. Had deze nu eenvoudig gezegd: Jongens, de tijd der vrije konljnenvangerij ligt helaas ver achter ons en evenzeer de tijd, dat Je het hemelwater dronk, dat je in je beesten vel opving, nu behoort duin en water aan de instelling, die ze waterleiding heeten en ga mee terug buiten het prikkeldraad en de 65 borden". Had de opzichter dat gezegd, de jongens waren hem gedwee gevolgd, maar hij was sterk door zijn .opzichterij en zijn namaak-veldwachterschap en greep een der konijnenvangers bij de keel, waarop deze op zijn beurt de opzichterlij ke keel beetpakte, met de andere hand een schop zwaaiende. De andere opzichter zag dit alles aan en meende, dat hij, als zijnde geen veldwachter, zijn collega niet ter hulp mocht komen, want dat alleen veldwachters elkaar mogen hel pen, van welke dwaling de rechter hem ge nas, welke genezing echter te laat was ge komen, want de andere konijnendelver had wel assistentie verleend doch aan den ande deren kant, hetgeen hun een vrijen uittocht verzekerde. Helaas zal op de vrijheid beslag worden gelegd, want de rechter, die geen eerbied heeft voor de rechten van Kanine faten, vermoedelijk omdat ze alle andere gewoonten en gebruiken hebben overboord geworpen en niet meer van Franken en Sak- sers zijn te onderscheiden, gaf 3 weken ge vangenisstraf. Op het hooren hiervan ver dween de heele stam van achter de balie. De klop op de dear. Ik hoop niet, dat mevr. Boudier—-Bakker me van plagiaat za.l beschuldigen, want dan roep ik den politierechter zeU tot getuige, dat dit verhaal op waarheid berust, 't Begon met een klop op de deur, 't ein digde met een klap op de wang en dit einde zou het einde gebleven zijn, als het de goede wang was geweest, maar dat was helaas niet het geval. De bezitter van de goeie wang zat rustig thuis onder vaderlijk toezicht, toen de man, bij wien niet eens, maar herhaalde lijk een klop op de deur was gegeven, zonder dat daar een andere oorzaak voor was te vinden dan jongens baldadigheid, zich bij den vader vervoegde om te verzoeken zijn gezag in 't werk te stellen om verder kloppen te voorkomen. De jongen was zeer verbaasd geweest, dat hij de klopper werd genoemd en had aan zijn vader gezegd, dat hij 't niet was. maar een andere jongen, de bezitter van de verkeerde wang. De goede man betoogde ter terechtzitting dat hij het niet voor moge lijk had gehouden, dat een jongen zijn vader !zou beliegen, wat bewijst, dat zyn kinderen onnatuurlijk braaf zijn en omdat het dus bij hem vast stond, dat ae andere jongen de Padang Sldempoean. Ziezoo, ik bsn weer een dag verder op mUn rondrit door Sumatra, want dat is het wat ik maak- Haai de kaart er maar eens bij en volg de route. Aek Kota Batoe staat er niet op maar zeg maar 100 K.M. ten Zuiden van Tandjong Balei dan naar Medan an via Berastagl, Pematang. Siantar, Balige, Padang, Sldempoean, Fort de Kook en dan Oostwaarts naar Pakan Baroe en Siak. Totaal 1100 K.M. Na vertrek uit Balige klim je eerst geweldig langs een slingerenden weg. met telkens schitterende uitzichten op het een 1 ge Toba meer. dan over de woeste hoogvlakte tot Taroetoeag, een prachtig plaatsje, waar ik een collega opzocht, toen weer door en langs den beruchten weg met 1700 bochten naar Siboga. Je krijgt dan plotseling op een punt het ge zicht op den Oceaan en daalt heftig slinge rend den weg af, wel een 1000 M diep. SSboga is een mooi maar warm plaatsje. Vandaar vertrok lk om half drie en was om half zes ln Padang Sedempoean, waar ik logeerde bij een oud-studiegenoot uit Lelden. Fort de Koek. Van Padang Sldempoean langs een minder mooien weg paar Gatanopan en toen weer langs een meer dan mooien weg naar Fort de Koek. waar ik 's avonds zeven uur aankwam. Ik had dien dag zeven uur in de auto gezeten, maar bet was weer overweldigend en ae wegenaanleg ls bewon. derenswaardig. Het is maar klimmen en dalen door en langs ravijnen, hooge toppen en dader was, terwijl die juist het omgekeerde had beweerd, had hem dit verleid de klap op cri deur te doen verkeeren in een klap op de wang. En nu was hij onthutst omdat het de verkeerde wang was. Heeft die ander z'n klap nu nog te goed? vroeg de Officier ondeugend, waarop dc man lachte en zei, dat hij de rekening nu maar als betaald beschouwde. Maar bij de justitie bleef toch nog een postje van f 2.50 staan; hoe eerder dat betaald wordt, hoe beter. De praatvaar en de ongewcnschtc gast. De oude timmerman met den glimmenden schedel had voor deze gelegenheid een extra pruim tabak genomen, getuige de dikke knob bel op zijn rechterwang en hij geleek eenlgs- zins op een herkauwend dier, zoolang hij rustig op z'n bankje zat. Maar die rust week, zoodra hij in de gelegenheid gesteld werd om te vertellen van het drama bij hem thuis en waarin hij een rol had gespeeld; dan kon geen voorzittershamer hem doen zwijgen en hij praatte door getuigenverklaringen en requisitoir heem; hij kende zich het recht toe om een moord in Zijn huls to voorkomen en daaruit te geleiden, wie zich kwalijk gedroeg. En dat zou de schilder gedaan hebben, die was uitge.noodigd tor bespreking van een ftnan- cicele aangelegenheid. De schilder was zich geen kwaad bewust en beweerde, dat hij voortgedreven door vier of zes timmermans- handen met achterlating van pas en hoed bulten was gekomen met een herinnerings- buil op het hoofd, waartegen de zoon des huizes aanvoerde, dat de schilder potten an pannen had stukgegooid en daarom de deur was uitgeduwd, wat nog al hardhandig was gegaan, maar de buil kwam oo rekening van het schot, waartegen de ultere'elde bij het struikelen over een emm»r was gevallen. De rüksve^wachter in Hanrlemmermer be wees. dat hij niet voor niet* de wetenschapoe- Uike speurkunst had b-oe'cnd en 't zou me niet verwonderen als hij bij Van Ledrien Hulsebosch in dc leer was geweest. want hij had, na eerst de verzekering te hebben ont vangen. dat hij de deur niet zou worden uit gegooid. een onderzoek ln de woning Ingesteld on toen geconcludeerd op grond van émail splinters op een stok en een geducht en emmer, dat do timmerlieden zelf den boel hadden stukgeslagen ter rechtvaardiging van Zoo'n prettige bevolking als mijn vroegere Dajaks, is het hier niet. Het zijn hier zoo goed als allemaal Malelers en Mandailingers. n'.et zoo'n openhartig an vlot volk als ik in Borneo gewend was. Tot tournees zal lk voor- looplg nog niet komen, daar er. behalve het veel tijd in beslag nemende reizen naar do kantoorcentra, hier een massa valt op to knappen. Vandaag begon ik mot de passar te verbeteren en de diverse huizen. Met den Sultan kan lk het best vinden, we kunnen goed met elkaar opschieten en dat is voor den dienst gemakkelijk en prettig. Ala personeel heb ik alleen een chauffeur, die tevens als boy fungeert en cru Chinees al» kok. HU kan goed en smakelijk koken, maar geen menu's in elkaar zetten, zoodat je steeds de gekste combinaties krfjgt. Maar hot ls voedzaam en Ohineesch smakelijk, dus wat wjl Je nog meer. De plaats Slak doet me soms toch wat aan Poe toes 8lbau donken, alleen wat. grooter en de blanke bevolking is talrijker. Het ligt- aAn de Slakrivier, die heel veel van de kapoes heeft, ook breed en eentonig, met nogal ver keer. Er komen hier eens ln de week twee Chi- neesche en een KP.M..boot, elk op heen- en terugreis, dus zesmaal ip do week. Het *Un alle zeeschepen van Singapore, die geregeld post meebrengen. Ik heb hier een radio-ont* vangtoestel, zoodat lk eiken dag de vorsohe Aneta-berichten heb, dat ls fUn. Denkelijk krUg ik ook een zendstation. hun uitleiding.. Bovendien vertelde hij, dat de familie van den praatvaar allerbelabborst on dc schilder gunstig bekend stond on dat deed de deur dicht. De oude heer werd echtor vrij gesproken, wat hij eerst niet nam, maar toen de rechter vroeg of hij liever straf had, on derbrak hU zijn redevoering cn zei, dat dit niet het geval was. De zoon kwam er met f 25 af; dc andere zoon, die getuige was ge weest, trachtte er nog een paar gulden voor tUdverzuim uit te kloppen, maar die vlieger ging niet op. BESTRIJDING VAN PLANTEN ZIEKTEN. In den beroemden Londcnschen planten tuin. Kew Gardens, staat een eenvoudig ge bouw, waar buitengewoon belangrijk werk voor de monschhetd wordt gedaan. Hier wor den n.l. de mjcroscoplsch-klclno vijanden be streden die Jaarlijks triUlioenen ponden schade doen aan de oogst in het geheele Brltsche rijk. Het zijn kleine zwammen, waarvan do meeste reusachtig lange wetenschappelijke namen hebben. Eenige er van zijn zóó klein, dat zij slechts met sterk vergrootendo mi- crlscopen kunnen worden waargenomen i Eén zoo'n zwamsoort bracht in één Jaar aan de tarweoogst in Canada een schade toe van meer dan 30 mlllioen pond sterling. Zij planten zich voort door sporen, die zoo licht zijn, dat zU door den wind over groote af standen verspreid worden. De geleerden zUn nu bezig te onderzoe ken hoe groot de afstanden zijn en trachten middelen te vinden om de schadelijke wer king der zwammen tegen te gaan. Rapport hierover komen binnen uit alle deelcn der wereld en vliegtuigen -errict "en zeer nuttig werk. ZU nemen n 1. aan weg zijden van de vliegmachine uitstekende -la zen schijven mee. De schijven worden micros copisch onderzocht om te zien, of er ook sporen op zijn blUvcn kleven. Voortdurend wordt zoo gestreden tegen deze microscopisch kleine vyanden der menschhcld; toch richten zij nog steeds enorme schade aan. ZU kasten Australië minstens 7 millioen pond per jaar en'Nieuw Zeeland meer dan 2 millioen pond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 17