Uit dein Strijd teöeii de Misdaad DE DEURWAARDER EN DE SOVJET. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 14 APRIL 1931 TWEEDE BLAD door A. HEEROMA, Oud-Commissaris van Politie te Amsterdam. Meen niet, <lat ik mijn vriend, den deur waarder, gevolgd ben naar het paradijs der communisten; hij zoomin als ik zouden ons daar thuis gevoelen. Als ik het wil hebben over den sovjet bedoel ik niet het verplette rend Russisch mechanisme, maar een uiterst zwakke nabootsing er van, welker verhou ding is als die van den Jumbo, in dolle vaart en vernietigend wat hem in den weg komt, voort, ijlend, tot het speelgoedlocomotief je, door het kind aan een touwtje voortgetrok ken. Maar voor dat kind is het een echte lo comotief, in zijn verbeelding tot groote din gen in staat en het jongetje bouwt zich pa pieren huisjes en laat ze door zijn machine in elkaar rijden, geloovende, dat ook een echt huis onder den druk zou bezwijken. Zoo bestond er in Amsterdam een sovjet en deze meende te moeten doen wat des sovjets is: omverwerping van het gezag. Mijn vriend de deurwaarder was als de bescheiden vertegenwoordiger van het gezag er mee belast, een juffrouw, die aan de ver zoeken en aanmaningen, om haar woning ontruimd ter beschikking van den eigenaar te stellen, niet had voldaan, uit de woning te zetten, wat hij natuurlijk niet op zijn eigen houtje deed, maar ingevolge een rech terlijk bevel, dat weer was uitgevaardigd op De woede van de juffrouw. verzoek van den eigenaar. Als er van on recht sprake was, lag dit dus bij den huis eigenaar, desnoods bij den kantonrechter, maar in geen geval bij den deurwaarder. Niettemin keerde de woede van de juffrouw zich tegep dezen ambtenaar en bij haar rijp te het plan hem te beletten het vonnis ten uitvoer te leggen. Ze gevoelde evenwel geen lust dit alleen te doen en daarom riep zij de hulp in van den sovjet. Deze had al eeni- ge malen het bewijs geleverd niet voor niets te zijn opgericht en zich het beschikkings recht over leegstaande woningen toegeëigend zoodat, wanneer iemand een woning zocht, de sovjet eenvoudig decreteerde: „die of die kan je betrekken", waarop de deur werd opengemaakt en de goederen van den wo ningzoeker werden binnengedragen, zoodat de eigenaar tot zijn ontsteltenis moest be merken, dat zijn recht op de woning met één streek was weggeveegd. In zijn verbou wereerdheid liep hij naar de politie, die dan met een tweede veeg de sovjetrechten weer deed verdwijnen, zoodat de meubelen weer op straat terecht kwamen. Niettemin ont moedigde dit den sovjet geenszins en- toen de juffrouw aan dit bestuurslichaam had medegedeeld, dat zij haar domicilie niet wenschte te verlaten, doch dat zij vreesde, dat haar goede wil alleen onvoldoende zou blijken om haar daar te houden, werd haar aanstonds hulp toegezegd. Nu had zich enkele dagen tevoren een der gelijk geval voorgedaan en toen de deurwaar der daar met zijn helpers verscheen, had hij zooveel brutale monden tegenover zich ge kregen, dat zijn helpers het geraden vonden er tusschenuit te trekken; de deurwaarder,niet van plan zelf af te hijschen, maakte ook rechtsomkeerd en de politie volgde den deur waarder, zoodat de sovjet meester van het terrein bleef Men zal dit misschien vreemd vinden van de politie, maar men vergete niet, dat zij er niet is om de uitzetting te doen, maar alleen om den deurwaarder in huis te bren gen en te beschermen; waar hier geen deur waarder meer was, viel er niets te bescher men. De sovjet vatte dezen terugtocht echter op als een teeken van bangheid, hetgeen het zelfrespect niet weinig verhoogde. Toen dus mijn vriend (niet de man van de vorige uitzetting) de juffrouw in de frissche lucht moest brengen, dacht men in het sovjet, kamp niet anders of het zou weer een sma delijke aftocht worden en vol goeden moed verzamelden zich een aantal mannen bij de juffrouw, die ergens twee hoog woonde in de buurt van Kattenburg, een stadswijk, waar van de bevolking een zekere reputatie geniet op het gebied van oproertjes, zoodat daar meermalen de kogels door de straten hebben gefloten. Mijn vriend wks een klein maar een moedig man, die meende, dat, als je deurwaarder was, je regen en zonneschijn met dezelfde kalmte moest accepteeren en die dan ook te kennen gaf niet van plan te zijn het von nis onuitgevoerd te laten, hetgeen een zeer juiste opvatting van zijn taak aanduidde; ieder weet toch, dat een stuk papier, al staat daar „In naam des Konings" boven- en de naam van den kantonrechter onderaan, niet in staat is iemand uit de woning te verwijde ren, maar dat dit door stevige armen moet gebeuren. De deurwaarder requireerde stevige armen en ook „de sterke arm", waarmee de politie wordt bedoeld en zoo ging hij, toege rust met al die armen naar de woning der juffrouw. De straatdeur was open en scheen tot een bezoek uit te noodigen, maar niet zoodra bevonden wij ons onder aan de trap en tuurden we naar boven in het donkere gat, of het bleek, dat een ongewone ont vangst ons wachtte, want daar in de hoogte ontketende zich een helsch lawaai, niet on gelijk aan dat, t welk men bij de jaarwis seling in Amsterdam kan vernemen, als de menschen op hun veranda's komen om met potdeksels te kleppen en op ketels te slaan, onder begeleiding van geloei dat met trechters en dergelijke instrumenten wordt voortge bracht. Ik meen, dat dit nog een overblijfsel is uit den heidenschen tijd en dat bij primi tieve volken in Afrika *en dergelijke geze gende landen iets dergelijks nog in gebruik is om booze geesten op de vlucht te jagen. Dat kwam hier wonderwel uit, want het lijdt geen twijfel of wij werden beschouwd als de booze geesten en men verwachtte, dat wij ons evenals die zouden laten intimideeren. Geweldig beukte men met stokken op emmers en blikken, dit was de tam-tam; daartus- schen klonk een dof gerommel als van ap- plaudisseerende voeten op een hollen bodem, een schrille fluittoon snerpte er tusschendoor en boven alles uit hoorde men grove dreigen de mannenstemmen, die dooreen brulden en bulkten en waaruit dreiging sprak tegen ieder die het zou wagen de trap te bestijgen. Hoeie! Hoeie! en dan duidelijker: Moordenaars! Schurken! De deurwaarder requireerde „de sterke arm" De Sovjet Ik keek den deurwaarder aan en overtuigde mij er van of zijn helperss nog niet de vlucht hadden genomen, maar zij waren er nog, ofschoon ik vrees, dat hun aanwezigheid al leen hierdoor viel te verklaren, dat de schrik hun in de beenen was geslagen, hetgeen hun verhinderde weg te loopen. Ik zeg, ik keek den deurwaarder aan, lachte ietwat spottend toen ik zei: „ga uw gang maar, deurwaar der!" Hij glimlachte terug en zei niets, ver wachtte, dat ik voor zou gaan, maar ik was er niet om voor te gaan, alleen maar om de deur te openen en die was open. Ik wenkte beleefd: „na u" en hij antwoordde: „ga u maar voor", zoodat wij ons wederkeerig in vriendelijkheid en welwillendheid uitputten, zonder dat dit meer succes had dan het ge loei daarboven tot een orkaan aanzwol on der het oorverdoovend ratelen van de tam tam. Men begreep daarboven de aarzeling en voorzag reeds den aftocht. Doch in dat op zicht zag men verkeerd; wij waren niet ge komen om onverrichterzake huistoe te gaan, maar dat wij niet zonder meer de trap op stormden, laat zich ook wel eenigszins ver klaren omdat een of ander projectiel ons wel eens kon noodzaken de trap nog harder af te stormen, wellicht zonder dat onze voe ten daarbij dienst behoefden te doen. Ik besloot als parlementariër op te tre den en gebruik makende van een oogenblik stilte riep ik naar boven in de trapholte naar de onzichtbare juffrouw, die ik daar ergens boven veronderstelde, als een tweede Kenau de verdedigers aanvurende: „Juffrouw, ik ben de commissaris van po litie en bij mij is de deurwaarder, die toe gang tot uw woning wil hebben; ik waar schuw u ernstig geen geweld te plegen!" „Ha!" gilde een vrouwenstem van twee hoog, „laat hem maar boven komen", en toen zeer amicaal: (de deurwaarder heette van zijn voornaam Barend) „Kom maar bo ven, Barendje, dan krijg je een koppie koffie met een koekie! Hoor Je, Barendje? Met een koe-oe-oe-kie!" Op dat koekie werd in het bijzonder de aandacht gevestigd en het mannenkoor stemde in, zooals in de kerk het Amen wordt gezegd: „ja, kom maar boven", waarna de muziek de intochtsmarsch inzette. Barendje was geen liefhebben van zoetigheid en speciaal vreesde hij het aangeprezen koekje niet goed te kunnen verteren, waar om hij bleef waar hij was. De Juffrouw her haalde de uitnoodiging, dringender en niet vrij van ironie: „Waarom kom je nou niet, Barendje? Ik wacht al zoo lang op je. Je koffie staat klaar met je koekie!" „Wat moe ten we doen?" informeerde mijn vriend en ik liet mijn spot varen. We hadden daar nu lang genoeg staan sabbelen en één van bei den: naar boven of terug; dit laatste lag niet op onze weg, dus we moesten naar bo ven. Nu wachtte ik eigenlijk op eenige ge welddaad, want dat getier was nog geen re den om zelf geweld te gebruiken en ik wilde wel weten, wat men daar boven zou doen, als we de trap opgingen, terwijl ik er niet veel voor voelde, dat een van ons een deuk in zijn schedel zou krijgen. Ik wendde een be storming voor, beklom met het noodige geweld een paar treden, maar daar kwam meteen al een emmer de trap af en hiermee Daar kwam een emmer de trap af. waren de vijandelijkheden geopend. Terwijl meer voorwerpen den emmer volgden en het krijgsgeschreeuw daarboven zijn hoogtepunt bereikte loste ik een paar revolverschoten en toen veranderde de situatie als bij too- verslag; de muziek zweeg, het geschreeuw verstomde, maar daar volgde een getrappel van vlugge voeten, die zich naar drie hoog spoedden en toen naar den zolder, waar een venster gelegenheid gaf aan de vluchtende strijders om het dak te bereiken. We zonden ter aanmoediging nog een paar kogels het trapgat in, die toch geen kwaad konden doen en bestegen zonder tegenstand te ont moeten de trappen tot wij voor de deur van de juffrouw belandden. De deur was wel op slot, maar dat was geen. bezwaar en de pret zat er wat in bij de dienders, die de kracht van hun rug en beenspieren beproefden, waartegen het paneel het moest afleggen en we drongen op een minder gebruikelijke wijze de kamer binnen, in welker midden de juf frouw stond met een kachelhaakje in de hand, alsof ze wilde zeggen: .Slechts over mijn lijk gaat men verder". Maar dit was slechts een beau geste, want zij verroerde geen vin en de' deurwaarder kon beginnen met het werk waarvoor hij gekomen was, wat niet veel tijd vorderde, omdat de juffrouw zoowat het eenige overgebleven meubelstuk was. Omdat zij alzoo niet meer op visite was ingericht, zal dit wel de reden zijn, dat Ba rendje zijn beloofde koffie niet heeft gekre gen, wat weer bewijst, dat men op beloften niet te zeer moet rekenen. Voor den Polifierechter. De noodlottige schoonmaaktijd. Hoe verheugt het mij, al mijn rasgenooten, die thans gebogen zullen gaan onder den last van zorg en ontbering, welke de schoonmaak- duivel hun op de schouders legt, een hart onder den riem te kunnen steken, hun een wapen in de hand te kunnen drukken in hun, maar naar ik vreeze, wanhopigen strijd. Nu toch kunnen zij hun wederhelft onder het oog brengen, hoe de schoonmaak naar de gevan genis kan leiden, want zou de kasteleines, wie twee pakken zeemleeren lappen in den schoot vielen, in de verleiding geraakt zijn met kwistige hand hiervan uit te deelen. als zij niet aan de schoonmaak ware geweest? En, wat nog erger was, zou zij bulten den schoonmaaktijd haar hoofd zoo kwijt zijn ge raakt, dat toen de rechercheur haar vroeg of zij er nog meer had dan het pakje, 't welk zij hem overreikte, zij met geen mogelijkheid kon bedenken, dat nog een partijtje vellen was achtergebleven? Rechter, wees edelmoedig tegen een vrouw in schoonmaaktijd en denk u er in wat dit voor haar moet zijn in den tijd, dat spons en leeren lap hoogtij vieren, te kunnen graaien in stapels van die onontbeerlijke artikelen. Wat den goeden man, die daar uit de diep te oprees, hetgeen beteekende, dat hij in voorarrest zat, had bewogen, om juist die lappen in 't voorbijgaan mee te nemen, be greep niemand en hij zelf 't allerminst; als je geen huis hebt, heb je geen ruiten en geen schoonmaak, dus alleen op grond daarvan had hij vrijgesproken moeten worden, temeer waar zijn verklaring, dat hij een borrel op had gehad, alleszins aannemelijk was, maar hij had ze niet aan den kastelein moeten geven om nog meer borrels te krijgen. Nu zat hij al veertien dagen in 't Huis van Bewaring, waar hij de lappen mooi had kun nen benutten om in zijn vrijen tijd en dien heb je daar de ramen te zeemen. De ver dediger vond, dat het voor den man. die niets anders op z'n kerfstok had dan deser tie in z'n jonge jaren, hetgeen deze pleiter hem, gezien de mobilisatieervaringen, eenigs zins als een eer aanrekende, nu mooi genoeg was, maar de rechter vond beter, dat hij de maand maar vol maakte, wat in het Huls van Bewaring kon geschieden, zoodat de man nu tenminste voor dien tijd een vaste woon plaats heeft met al de voordeelen aan 't Huls van Bewaring verbonden De juffrouw behoeft haar schoonmaak niet te gaan onderbreken door hem gezelschap te houden, want zij kwam er met 50 boete af, een bedrag waarvoor zij, zonder verder lastig gevallen te worden, een heele schoonmaak- inventaris had kunnen koopen. Gebroken harten en gebroken deuren. Het huwelijk tusschen beklaagde en getui ge had niets anders opgeleverd dan vier kin deren en een hoop ellende, waarom een scheiding van tafel en bed was gevolgd. Wie echter zou meenen, dat de ellende daarmee zou eindigen vergist zich. Ja, de man van zijn kant vond 't nog zoo kwaad niet van tafel en bed gescheiden te zijn, want nu zou hij al zijn geld voor zich behouden, zoodat hij met de ellende ook de vier kinderen ver gat, maar hij had buiten den waard, in casu den advocaat der vrouw gerekend, want die ging beslag leggen op z'n heele trakte ment, wat voor den man een nieuwe zee van ellende beteekende. Hier kon het punctum staan, want het vervolg is omgeven door een wolk van mysterie. De vrouw zegt, dat hij aan haar huis was gekomen, de deur had stukgetrapt en dat zij we leven in de stad van Kenau Hasselaar haar man een pan met heet water over het toch reeds verhitte hoofd had uitgestort. Getuigen, aan wier on partijdigheid door den man ernstig werd ge twijfeld, waren pertinent in hun herkenning van den man als den dader, maar deze hield vol, dat hij geen schuld had aan de gebroken deur en naar het scheen ook niet aan 't ge broken hart en dat hem geen stortbad was toegediend. De justitie was even in twijfel, maar omdat de man tegen de politie had ge zegd, dat hij geen heet-waterbad had ont vangen, zich daarbij beroepende op het ont breken van brandvlekken, terwijl de politie heelemaal niet van heet water maar slechts van water had gesproken, bleef alleen de twijfel aan 's mans waarheidsliefde bestaan en werd de gebroken deur met 30 boete ge repareerd. De verzoeningsworst. Men kent het verhaal van den man, die drie wenschen mocht doen en zich een worst wenschte; z'n vrouw, woedend over deze be scheidenheid, wenschte dat-ie aan z'n neus hing en toen bleef voor derde wensch alleen de vrijmaking over, zoodat het resultaat van alles toch nog een worst was. En zoo waren er in IJmuiden een paar jochies, die aan den slager om worst vroegen; een hunner kreeg een pak slaag en toen kwam de vader en vroeg, om dit ongedaan te maken, een worst, zoodat ook hier het resultaat een worst was. Helaas leven we niet meer in den tijd, dat met wenschen alleen de zaak klaar is, want je krijgt vaak iets, wat je niet wenscht op den koop toe en zoo verging het den slager, die heden nog ongevraagd 200 boete had te incasseeren, terwijl de vader van 't jochie nog een standje kreeg vanwege de worst. Nou, 't klein, scharminkelig jongetje was geen partuur voor een slager en 't is te be grijpen, dat toen een man zag, dat hij het kind, zij 't met kousevoeten, schopte, die man den slager toevoegde: „Dat moet je mij doen". De slager was niet de beroerdste, als je hem wat vroeg, als 't maar geen worst was, want hij voldeed meteen aan de uitnoodiging en gaf den reclamant een pats op de wang, die twee dagen later nog gevoeld werd. Het schijnt, dat men er in IJmuiden begeerig naar is door slagers afgetuigd te worden, want een juffrouw had ook daarom gevraagd, hetgeen tot haar en slagers geluk deze niet gehoord heeft, zeker omdat hij over z'n ze nuwen heen was, zooals hij zei. Hij kon zich trouwens niet vereenigen met al wat er gezegd werd. luisterde met alle aan dacht naar de opsomming zijner wandaden om dan de verwachting te slaken: „Nou, dat hebben ze mooi in mekaar gezet. Hij mat de juffrouw van het hoedje tot de lakschoenen alsof zij een vreemd voorwerp was geweest en niet een dorpsgenoote, vroeg aan den rechter of je iemand geen klap mocht geven als hij er om vroeg en of je maar moest wachten tot je er zelf een kreeg, waarop kans had be staan, en motiveerde zijn voetwerk met de bewering, dat de jongen, toen deze geen worst kreeg, zijn zaak in discrediet had ge bracht door te zeggen, dat hij stinkend rot- vlecsch verkocht, hetgeen alweer met het verlangen naar worst niet is overeen te brengen, 't Mocht alles niet baten; het kind dat in z'n schraalheid aan een jong lam deed renken, had het rechterlijk hart bewogen en de slager mocht nog blij zijn, dat de rechter de 14 dagen, die de officier eischte, in boete omzette. VEREENIGING TEGEN HET MISHANDELEN VAN DIEREN. JAARLIJKSCHE ALGEMEENE VERGADERING. De Vereeniging tegen het Mishandelen van Dieren, voor Haarlem en Omstreken, hield Maandagavond in restaurant Brlnkmann haar jaarlijksche algemeene vergadering onder leiding van den voorzitter, mr. J. A. P. C. ten Bokkel, In zijn openingswoord sprak de voorzitter een waarschuwend woord tegen het secta- risme dat allengs op het gebied der dieren bescherming is opgetreden. Oorspronkelijk bestond alleen de Neder- landsche Vereeniging tot bescherming van Dieren, maar later zijn er allerlei andere organisaties bijgekomen. Het gevolg is. dat de oudste vereeniging de grootste moe:*< heeft iets van de over heid gedaan te krijgen, omdat deze uit al die organisaties geen wijs meer kan worden. Spreker raadde de leden aan bij eventueele wenschen of grieven zich tot het bestuur te wenden en niet de vereeniging te verlaten om zich bij een ander lichaam aan te slui ten of een nieuwe organisatie te stichtten. Na deze rede, las de secretaris het jaar verslag voor, waaruit bleek, dat het leden tal bij het begin van het nieuwe vereeni- gingsjaar 600 bedroeg en dus stationnair is gebleven. In de bestuursvacatures werden de perio diek aftredende leden mevr. de wed. G. D. PasteurZuyderhoff en mevr. A. del Baere- Jiskoot opnieuw gekozen, evenals Jhr. mr. Th. M. van Asch van Wijck, mr. A. H. J. Merens en de heer S. Crommelin als leden der commissie, bedoeld in art. 5 van het huis houdelijk reglement. Bij de rondvraag stelden versche'.denen der aanwezigen vragen, welke door den voorzitte: werden beantwoord. Enkele opmerkingen gaven het bestuur aanleiding een nader on derzoek in te stellen. ONVOORZICHTIGHEID RIET EEN REVOLVER. Zondagmiddag is aan de Heldams'uis te Vleuten de 25-jarige N. Veldman bij het overhandigen van een revolver aan zijn vriend door een kogel, welke nog in den loop aanwezig was, getroffen. De man werd zwaar gewond naar de Rijksklinieken te Utrecht vervoerd. De toestand van den pa tient is thans naar omstandigheden redelijk wel. De politie heeft een onderzoek naar het gebeurde ingesteld. INGEZONDEN MEDF.DEELINGEN a 60 Cts. per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS Barteljorisstraat 16 Telefoon 10756 VAMPYR STOFZUIGERS f105.- EEN NIEUWE SCHEEPVAART LIJN. FRUITVERVOER NAAR ENGELAND. Onder den naam Holland Britain Line zal Salomons' Shipping en Forwarding Ofrice Woensdag een dienst openen van Rotterdam op Londen met dagelijksche afvaarten, uit gezonderd Vrijdag en Zondags. Het Hbld. verneemt, dat deze lijn waarin motorschepen van 650 a 850 t. draagvermo gen zullen varen, haar basis voornamelijk vindt in het vervoer van groenten en fruit. De onderneming, die geen deel uitmaakt van de conference, heeft vervoerovereenkom- sten gesloten met exporteurs in het West- land, te Rotterdam en elders. DE PREDIKANTSVACATURE PROF. DR. A. II. DE IIARTOG TE AMSTERDAM. In de Maandagavond gehouden vergade ring van he kiescollege der Nederlandsch Hervormde gemeente te Amsterdam is in de predikantsvacature-Prof. Dr. A. H. de Har- tog bij tweede stemming gekozen Ds. J. J. C. Karres te Apeldoorn. „PREEKEN OP BEROEP". Te Amsterdam is Maandagavond de ver gadering gehouden van de Algemeene Ne- derlandsche Doopsgezinde Predlkantenver- eeniglng Ds. J. M. Leendertz te Haarlem heeft een inleiding gehouden waarin hij be toogde, dat het „preeken op beroep" schade doet aan de Godsvereering en dat bfj een in tensiever broederschapsleven, waarbij ge meenten en predikanten telkens in godsdien stige aanraking met elkander komen, het preeken op beroep kan vervallen. Hij bepleitte een andere methode van ken nismaking. Verschillende sprekers gaven volgens het Hbld. nog blijk van hun gevoelen, waarbij bleek, dat velen hst preeken op beroep, een „noodzakelijk kwaad" vonden. Algemeen was men van gevoelen, dat de gemeenten het preeken op beroep nimmer verplicht mogen stellen. De vergadering besloot deze zaak aan de landdagcommissie over te geven. ARBEIDSWETOVERTREDINGEN EN „DE SUIKER". MAG ER GEDEMONSTREERD WORDEN OP ZONDAG? Naar het Hbld. verneemt, heeft 1.1. Zondag een controleur van de arbeids-lnspcctie, op de tentoonstelling „De Suiker" te Amster dam feiten genoteerd, die tot vervolging we gens overtreding van de Arbeidswet kunnen lelden. Geconstateerd werd namelijk, dat eenige standhouders in hunne berrljven-in- werking op Zondag productieven arbeid lie ten verrichten door personeel, o.a. ook door vrouwen en meisjes, zonder in het bezit te zijn van een vergunning door de bevoegde autoriteit. Op de waarschuwing van den controleur hebben eenige standhouders dezen arbeid laten staken en de fabricage stop gezet. Eén of meer van hen schijnen zich echter op principieel standpunt te hebben gesteld en bleef (bleven) door-arbeiden. Het blad verneemt nader, dat voor den aanvang der tentoonstelling aan het waar nemend districtshoofd der arbeids-inspectle in werking ook op Zondag te laten door vergunning is gevraagd, om alle bedrijven gaan. Deze vergunning is geweigerd, zooala dat te Amsterdam ten opzichte van tentoon stellingen steeds geschiedt. De heer Chr. Schreuder, voorzitter van het tentoonstelllngs-comité, zal over deze quaes- tie een conferentie hebben met den hoofd inspecteur van den arbeid, den heer J. J. van Male. Op het oogenblik is dus nog niet te zeggen, of er wellicht een regeling zal worden getroffen voor de belde volgende Zondagen, die nog in den tentoonstelllngs- tijd vallen, en evenmin staat nog vast, of de Zondag opgenomen gegevens tot een straf proces zullen leiden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Dr.H.NANKING'S HAEMOFERRIN I Bloedvonrr.eno versterkingsmiddel. >i i f 2.60 p.H flesch. ƒ1.60 p XA flesch 4 AGENDA DINSDAG 14 APRIL Stadsschouwburg: Gem, Volksvoorstelling van „Oud Heidelberg", 8 uur. Rest. Brinkmann: Alg. verg. N. V. Haarlem- sche Sodafabriek. 3.30 uur. Palace: „Wien, du Stadt der Licder". Tooneel: The Damurs. 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „De blikscmtreLn" en „De geheimzinnige Cisko-Kld". Tooneel: 2 Aca- thans. 8.15 uur. LIsse: Raadsvergadering, 2,"0 uur nam. WOENSDAG 15 APRIL Prinsenhof (Statenzaal): Raad verga r'-ig 1.30 uur ram. Groote Houtstraat 93: Al""-~een' v r ad - ring van aandeelhouders. N. V. Lour: s C s- tcr. 12 uur v.m. Ged. Oude Gracht 79: Openbare Bijbelle zing. 8 uur. Concertgebouw: Demons!ratle Ver. Haarl. Installateurs. 25 en 811 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. AVOND- EN NACHTDIENST APOTHEKEN Schoterbosch-Apotheek, Rijksstraatweg 19- tel. 12711. P. Th. A. van Rijn, KI. Houtweg 15; tel. 10539. Firma C. G. Loomeyer en Zn., Zijlweg 34: tel. 12485.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5