MEVROUW EN HAAR KOETSIER. BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeiing moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN. Marnixstraat 20. KNIPPERDOLLETJE. Je raad sels zijn goed. NEVADA. Hoe is t met de ver kouden menschen? Zoo'n hoest en nies-orkest is juist ni:t ontroerend. Wanneer is Johan jarig? Wat staat er al zoo op zijn verlanglijst? Zijn jullie weer met nieuwen moed be gonnen? DE KLEINE ORGELIST. Harte lijk dank voor die mooie foto van Lelden? Er is toch veel bezienswaar digs in dat oude stadje. Heb Je er prettig gelogeerd? WILLEM V. ORANJE. 't Doet me genoegen, dat de prijs naar je zin is. De vacantie is naturlijk veel te gauw voor Je voorbij gegaan. Wat heerlijk, dat je zusje vooruit gaat. Ze leest nu zeker heel wat af. Hoe gaat 't met de beenwonden? Moet ze nog steeds blijven liggen? Hoe is de match afgeloopen? Je moet vast meedoen met den April-wedstrijd. Wat ben je fijn gauw jarig Wat is je lievelingswensch? W. v. d. L. Het N. J. V. heeft wel den storm der tijden weerstaan. De voorzitter heeft werkelijk pionniers- werk verricht. Ga Je van den zomer nog naar de Ernst Slllem-Hoeve? Ben je ook wel eens naar een kamp geweest? Ga je naar den Nationalen Bondsdag? NELIE B. Je bent hartelijk welkom. Schrijf me nu eens. waar je nog graag mee geholpen wou worden. Ken Jo ook andere Rubrie- kcrtjes? ZINNIA. Ik denk. dat je de raadsels deze week wel gemakkelijk zult vinden. Hoeveel producten heb je al gevonden? Malle meid, dat Jij zoo blij was, dat de vacantie weer om was. Je bent zeker een heel erg knapperd je op school. ZILVERDISTEL. O. domme Zil verdistel om je mooien naam te ver geten. Zoo zie je al weer, dat haas tige spoed zelden goed is. Hoe gaat 't nu met moeder. Ik hoop to^h zoo, dat er spoedig een verandering ten goede Intreedt. VERPLEEGSTERTJE. Prettig, dat het boek naar Je zin ls. Jullls hebben een flink sommetje opge haald met den bloemetjesverkoop. Heb je al meer producten gevon den? Hoe bevalt je de nieuwe be trekking? Is 't in de Groote Hout straat? Je raadsels zijn goed. DE LOOZE VOS. Gelukklg.dat je weer gezond naar school kon gaan. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Wat heb Je veel gekre gen. De nieuwe flets rijdt zeker extra fijn. GOUDVISCH. .Je raadsels zijn goed. Nu niet meer je naam verge ten onder je werk. Je hebt maar een fijne vacantie gehad. Ik vind Arnhem zoo stijf niet. Woont je tante in Oostcrbeek? Wat kun Je daar heerlijk wandelen, hè? Heer lijk, dat je er over een poosje ker sen gaat eten. PREKKEBEEN. In 't Rijks museum ben je zoo gauw niet uit gekeken. Alleen ln de schilderlien- zalen kun Je wel een middag door brengen. Ik merkte wel uit je schrij ven. dat je goed uit je oogen ge keken hebt. BLOEMENFEE. Wat was dat een heerlijke avond. Die padvindertjes hadden hun medaljes met eere ver diend. Die zus van Je plaagt zeker graag. Maar daar moet Je tegen kunnen. Heb je je boek al uit? Je behoeft geen verhaaltje bij 't wed- strijdwerk te maken. Alleen 't pro duct en de plaats. Dus er ls ni-t veel werk aan. Je raadsel ls goed. KATUIL. Dat was een best rapport. Daar waren ze thuLs zeker wel tevreden over. Je raadsels zijn goed. ZANGERESJE. Hoe gaat 't er nu mee? Kun je al weer zingen? Je raadsel is goed. 'k Hoop, dat Je na de vacantie weer naar school hebt kunnen gaan. SUN Hl AM mag haar schuilnaam houden, k Vind het een prachtlgeu naam. OLD SHATTERHAND. Hoe gaat *t nu met mijn Indianen opper hoofd? Wie gaat er nu in de va cantie ziek worden? Hebben de poe ders geholpen? Je kent toch h"t rijmpje; Bitter in den mond, maakt het hart gezond? Je strikvraag Is goed. SNEEUWWITJE. 't Is ook fijn vacantieweertje geweest. Ik denk, dat jij wel weer graag naar duin wilt. Is 't niet? CROCUSJE. 't Gaat met het raadsels-oplossen best. De eene week vallen ze wel eens gemakkelijker uit dan de andere week. 5 is meer dan voldoende. Bevalt het je al weer op school? Jij hebt met de zusjes maar heerlijk van de mooie vacantieda- gen genoten. WIPNEUSJE. Hoe was het Dinsdagavond? Ik hoop, dat je Ruil- aanvraag weer succes heeft. Jullie leeren elkaar al ruilende meteen beter kennen. En dat is ook aardig. Je raadsel is goed. Alba. J- bent een kranige timmer man om zelf een trekkar te kunnen maken. Je vriendje vond het na tuurlijk fijn, dat hij er ook eens in mocht zitten. Ais 't zonnetje nu maar een beetje vroolijker wil schij nen. kun je met.Je kar er weer op uittrekken. HET ZONNETJE. Ik geloof, dat Jij heelemaai beter zult worden, als 't zonnetje eens heerlijk schijnen gaat. Hoe is 't er nu mee? Mag je weer naar school? Juffertje Weet graag heeft de roodvonk. Ik hoop, dat Ik gauw eens hoor hoe 't met haar gaat. ELFENKONINGIN. Je raadsels zijn goed. LELIE. Ben je weer gewend op school? Heb Je een prettige plaats gekregen? En zit je naast een ge- zellllge buurvrouw? BALSEMXENTJE. Prettig, dat je weer gezond bent. 't Was zeker wel gezellig, dat je op den divan mocht liggen. Heb je Je Hille-Album haast vol? Hoor Je nog wel eens wat van dat meisje uit Enschedé? 't Zou leuk voor Je wezen, als je nu eens bij haar logeeren kon. BLONDINE. Je bent zeker nu wel weer heelemaai gewend op school. Zit Je heel alleen in een bank? Dan Ls er ook geen verleiding om eens een babbeltje te maken. Zit Crocus in Je buurt? DRUIVENTROSJE. Doe Lelle tje van Dalen mijn groeten terug. ROODKAPJE. Je raadsels zijn goed. Ben je Woensdag dadelijk ln je nieuwe boek gaan lezen? POESENMOEDERTJE. Hoe was je rapport? Viel 't mee? Je raadsels zijn goed. VLIEGENIERTJE. Als 't weer zoo buiig is. lijkt 't wel of de zomer nog zoo ver Ls. Maar je zult eens zien,, wanneer Aprilletje goed ge mutst Ls, welk fijn weertje we weer krijgen. En dan komen de kamp plannen. KERSTROOSJE. Wanneer je Jezelf voor domoor scheldt, ben Je al op weg om weer verstandig te wor den. Na 5 uur mag Je ook nog wel de raadsels brengen. Je kunt je al bum Woensdag wel tegelijk met je raadsels afgeven. Dat was nog eens een druk dagje voor moeder, toen vader jarig was. Heb je flink mee geholpen? Wat ben Je nu zelf gauw Jarig. DE LEEUW. Nu niet meer ziek worden, Leeuwtje. Heb Je deze week nog huisarrest? WIJNANDA. 'k Ben blij, dat je zoo in je schik bent met je prijs. Heb je 't boek al uitgelezen? Er wa ren meer Rubriekcrtjes die do raad- seLs dezen keer zoo moeilijk vonden. KLAPROOSJE. Ben je aan den wedstrijd begonnen? Gemakkelijk Ls hij niet. Heb Je al eens met Vingerhoedskruid gefietst? Je raad- sc! is goed. Spreekwoorden zijn al tijd goed. OPPESOM. Je hebt zeker ook mooie wandelingen om Amersfoort gemaakt, 't Borstbeeld van Olden- barneveldt staat vlak bij 't station, hè' Waar staat zijn huis? PRINSES JULIANA. 'k Geloof, dat JU de vorige week wel een naamlooze was. Maar nu stond je naam er duidelijk onder. Je hebt ln de vacantie ook maar heerlijk van 't mooie weer genoten, 't Speet je zeker wel een beetje toen de vacan tie voorbij was. VIOOLTJE. Je versje vond ik heel aardig. Daarom zal ik het meteen plaatsen. Je vulpotlood is zeker alle dagen in gebruik? Wat heb Jij veel vriendinnetjes. Ik dacht dat de knikkertijd al voorbij was. Daar bij Jullie in de buurt kun je fijn verstoppertje spelen. DIRK III. De vacantie is jou ook voel te gauw roorbij gegaan, hè! Wat heb Je in Je tuintje gedaan? Hartelijk gefeliciteerd met jé ver jaardag. Is 't een fijne dag voor je geweest? PRESIDENT KRUGER Hoe is 't met de Ruyter? Hoe kwam hij zoo op die hooivork te vallen? Wat zal hij veel pijn gehad hebben! Wan neer is vader jarig? 'k Ben blij, dat je nog eenige jaartjes Rubriekertje blijft. Je raadsel is goed, maar waar blijft de oplossing? BORDUURSTERTJE. Zet de votgende week je nieuwen schuil naam maar onder je werk. Hoe gaat 't met moeder? Wie is die Wil lie D., waar je over schrijft? Wil ze Rubriekertje worden? JUFFERTJE LEESGRAAG. Heb je Donderdagavond veel plezier ge had? Nu verlang je zeker weer naat den 20sten. Je raadsel is goed. DE KLEINE SPORTMAN. 'k Ben er heelemaai niet boos om als je eens een weekje overslaat. Wan neer ben je jarig? Wat reusachtig zou dat zijn, als je een nieuwe fiets kreeg. Ja, dan word je wel een ech te sportman. ROZENKONINGIN 'k Begrijp best, dat de raadsels erbij inschoten toen je uit logeeren was. Heb je het naar je zin gehad? Waar was je? De kleine Sportman was zeker blij, toen je weer thuis was. W. L. April is net een verwend kindje. De temperatuur loopt van 't vriespunt naar 't kookpunt. Een ruwe April kan toch niet veel kwaad doen. Alleen de zaak een beetje stremmen. Houd je niet van sport? Wandelen is een soort sport en mLs- schien wel de gezondste. Gaat het practljkwerk naar je zin? 'k Hoop dat je de boekenkast krijgen zult. Kijk anders eens op een verkooping. BABBELKOUSJE. Met zulke mooie, zonnige dagen moest de va cantie wel meevallen. Je zag er ze ker als een gezond babbelkousje uit, toen Je weer naar school ging. Je raadsel ls goed. GRASPIEPER. Nog hartelijk ge feliciteerd met je verjaardag. Jij bent 't heertje zeker met je mooie pakje.Mag je 't ook aan naar school? Wat leuk, dat je zooveel geluk hebt gehad met je ruil-aanvraag. Wat doe je nu met die Hille-bonnen? Heb je al iets gevonden van den April-wedstrijd. Ik heb al 3 goede inzendingen. DE KLEINE VIOLIST. Zijn jul lie werkelijk zonder een zuchtje be gonnen? Na zoo'n fijne vacantie Ls 't wel een beetje moeilijk. Jullie waren er met den April wedstrijd gauw bij en wat nog prettiger is. je hebt het werk goed volbracht. Het was een uitzoekertje, hé? ELFENKONINGIN. Zondag avond lijkt me een geschikte avond om te schrijven. Als je een vasten avond daarvoor houdt, vergeet je 't ook niet. Dat was een mooie vi"de ling langs den Zeeweg naar Zand- voort. 'k Heb het ook wel eons ge daan. Voor pootje baden moet het nog een 20 graden warmer wezen, 't Ls wel heel jammer dat er in onze mooie duinen zooveel- is afgezet. VADERS JONGEN. Prettig, dat je zoo in je schik bent met je prijs. Nu is 't meedoen weer zoo veel leu ker. Dat begrijp ik best. Wat heb je al veel boeken. Hoe heet het boek dat je van grootmoeder gekregen hebt? Als je veel van lezen houdt, behoef Je je ook nooit te vervelen. Haarlem, 17 April 1931, W. BLOMBERG—ZEEMAN Marnixstraat 20 WAT ONZE BELANG STELLING WEKT. Een haan met een houten been. Die kon men eenige jaren ge'.eden vinden bij een koetsier in Kent (En geland). Het dier had zijn poot danig bezeerd in een rattenklem en omdat het al ettelijke prijzen in hanenge vechten gewonnen had. wilde de eigenaar het beest graag in 't leven houden. De gebroken poot werd af gezet en vervangen door een hou ten, die voorzien werd van een spoor. Met deze houten poot heeft onze kampvechter nog menige prijs be haald- Een goede gewoonte. Van den beroemden Romeinschen redenaar Cicero wordt verteld, dat hij de ge woonte had, om ais hij driftig was, alvorens te spreken tot twintig te tellen. Vanwaar komt hét Fransche woord florin?De gouden munten die in Flo rence geslagen werden, kregen in Italië den naam van ..Florin", De Franscihen maakten er .Florin" van en in ons land kregen ze den naam, naar het metaal, waaruit ze beston den „gulden". Vrij van toL Lodewijk de Heilige, koning van Frankrijk (12361270) gaf den goochelaars vrijdom van tot aan de stadspoorten, mits zij voor den tolgaarder een liedje zongen en him aap, als ze die bij zich hadden, een paar kunstjes lieten maken. Niet snugger. Een heer stuurde zijn knecht den tuin in om op den zon newijzer te zien, hoe laat het was. Hij kon er echter niet goed mee over weg en nam toen den zonnewijzer' maar mee naar binnen, dan kon zUn heer zelf zien hoe laat het was. Een tand van 10 voet lengte. Die vond indertijd een Itallaansoho arbeider, bij het graven van grint in een tunnel 25 voet onder de opper vlakte; de tand was afkomstig van het een of ander voorwereldlijk dier. Een slimme hond. In Londen ls een groote gaarkeuken, waar bezoe kers kosteloos een maal eten kunnen! krijgen. Ieder binnenkomende trekt aan een bel en onmiddellijk daaTO>p komt met de lleft een bord eten naar beneden. Een hond had dit zeker ook gezien, want op een keer, liep hij do zaal binnen, nam het touw van da bel tusschen de tanden en waohtta daarna tot het bord met eten kwam, dat hij spoedig verbrberde. Reeds eenige malen had de vreemde gast zich op deze manier van een goed maal voorzien, voor men het merkte. Men deed toen in 't vervolg maar als of de gaarkeuken ook voor hem be stemd was en hU bleef dus een ge trouwe gast. Een uitgekomen voorspelling. Gustaaf Adolf, koning van Zweden* zag eens een zoon van een der be dienden uit het raam vallen. De Jon gen bleef een oogenblik stil liggen, doch toen hij den koning zag, stond hij plotsedling op en deed of er nleta gebeurd was. „Die Jongen zal het ver brengen," zei de koning. 20 Jaar later was de Jongen de beroemde Generaal Bauer uit het Zweedse he leger. Dc grootste broodeters. Dat wa ren voor den grooten wereldoorlog do Zwitsers, die per hoofd per jaar 287 K.G. gebruikten. De Franschen braeti ten het tot 258 K G. en de Nederlan ders maar tot 212 KG. Wie had dat gedacht? De uit vinder van 't schaakspel mocht van zijn vorst een belooning kiezen zoo kostbaar ais hij wilde. Hij koos 1 graankorrel op 't eerste 2 op 2de, 4 op het 3e, 8 op het 4e, telkens 2 x zoo veel. De vorst dacht dat hij er voor een koopje afkwam, maar toen men. aan 't rekenen ging, bleek, dat de u t- vinder 18.446.744073.709.551.615 graan, korrels had gevraagd of 18 trillioen, 446.744 billloen 73.708 milUoen en 551.615 korrels. Met al dezo korrels zou men de aarde ter dikte van 9 m M. kunnen bedekken. Een zonderlinge brief- Uit een der Londensche brievenbussen, die van zeer wijde openingen voorzien zijn, werd onlangs al een heel zon derlinge brief te voorschijn gehaald n.l. een appel; ln de schil waren adres en brief gesneden. Een merkwaardige klok. Te Sonderhausen in Duitschland be vindt zich een klok geheel uit been deren vervaardigd. Het voetstuk, waarop de klok rust, is gemaakt van paarden- en runderbeenderen. Dé wijzerplaat is gemaakt van afgesle pen kaakbeen. Het binnenwerk en ook de scharnieren zijn gemaakt van beenderen. De kurkeik. Deze boom levert ln zijn 20ste Jaar eerst kurk, maar dce eerste oogst is van s'echte kwaliteit. Eerst de 3e ooest levert een bruik baar handelsartikel. Hij ievert slechts om de 10 tot 12 jaar kurk. Boomcn van 150 jaar zijn geen zeldzaamheid De eerste oogst weegt ongeveer 5 K.G. een boom in volV n wasdom le vert een oogst van 100 tot 150 K.G. Van het hout brandt men houtskool; de vruchten bezigt men als varkens voeder. BIJVOEGSEL No. 225 AAN ALLEN! Op een onzer mooie Aprildagen heb ik een prachtige wandeling ge maakt op de terreinen van de Am- sterdamsche waterleiding. Wat was 't een vreugde om daar 't ontwakend lenteleven gade te slaan. Alom bloeide het geel-goude speenkruid. De duinviooltjes bekenden kleur en de berken, populieren en wilgen 11e-. ten ons hun bengelende katjes zien. Wat hoorde je er veel vogels zin gen. Op 't lage land liepen de kievi ten tusschen de koeien. Ze waren lang niet zoo bang als de fazanten die met angstige schreeuwgeluidjes boven onze hoofden vlogen, 't Is verboden bloemen te plukken. An ders had ik zeker een bos speen kruid mee naar huis genomen. Jul lie weten toch wel, hoe speenkruid er uit ziet. En je zult 't toch niet verwarren met boterbloemen. Boter bloemen zie Je pas in Mei en Juni. Speenkruid noemen ze op 't platte land ook wel Aprilsterren, De goud gele bloempjes van 't speenkruid zijn ook veel puntiger dan de bo terbloempjes. Wanneer je ze plukt, denk er dan aan, dat ze veel wa ter vragenDoe niet, zooals ik dik wijls kinderen zag doen, eerst han denvol plukken en dan later bij den weg neergooien. Verlept liggen ze daar dan, terwijl ze zoo'n schoon heid aan 't landschap geven. Wat waren er ook veel kikvor- schen en padjes, ja. we konden zelfs een hagedis te pakken krijgen, die toen we hem de vrijheid hergaven net deed, of hij dood was. In de buurt van Vogelenzang zag ik al mooie paarse hyaclntenvclden. De narcissen bloeiden al volop. Onze trekvogels zijn nu wel alle weerge keerd en we konden ook wel mer ken, dat vele druk bezig waren aan den nestbouw. De spechten waren aan 't hakken, de witte spaanders lagen op 't mos. Lijsters, duiven, vin ken, spreeuwen en meezen tjilpten, floten en zongen zoo blij, dat je zelf wel mee wou doen. De koekoek hoor de ik nog niet, maar toch is hij er weer. Ook de zwaluw heeft zijn nestje weer klaar gemaakt dicht bij de menschen. Als jullie nu, vóór de school begint, nog eens een mooie wandeling maken, let dan vooral ook op de boomen. Het ontplooien der rimpelige, verfrommelde blaadjes is een natuurwonder op zichzelf Wat zijn die kleine zacht behaarde blaad jes mooi. Wat voelen ze fluwcellg aan. Let vooral op de kastanjes. Het dikke winterjasje, dat wel geheel van vette pek gemaakt scheen, wordt overbodig. Als uit een toover- doosje ontwikkelen zich de bladen. April is een vlugge toovenares. Een enkel malsch regentje, een dag van zon, een Zuidenwindje en er gebeu ren wonderen. Dan vraag Je: waar komen ze opeens, de vogeLs en bloe men vandaan? In bosschen en op weilanden groeit het en bloeit het, dat het een lust ls. Die eerste frisch- held Ls Juist zoo buitengewoon mooi. Wat vroeg begonnen Ls, zooals b.v. het speenkruid, is ook haastig door leefd. Over enkele weken is 't uitge bloeid. Misschien houden we daarom zooveel van 't speenkruid, omdat 't ons zoo gul en zoo stralend de Lente verkondigt, omdat 't werkelijk een sterretje is van April. W. B.—Z. Het rijtuig staat voor, Mevrouw stapt ln. Naar Stad, koetsier, wat snel! In orde Mevrouw, zegt de koetsier De weg die kent hü weL 't Is eerst rechtuit, tot bij den hoek, Dan links, dan rechts weer om, Dan over de brug, het water langs. Hort, zet wat aan Piet, kom! Piet ls het beste paard van stal, Een schimmel met fleren stap. Hij draaft den langen, langen weg, Met klepperend hoefgeklap. Wacht, hier moet lk zijn koetsier, Houdt even stil, houdt op! Direct Mevrouw, zegt de koetsier, Ho Piet, ho Braaf; ho, stop! Mevrouw stijgt uit, met hEiar Marie, Haar zoete poppe-schat. Straks moet ik door, mijnheer koetsier, Visites en nog wat. Ik zal wel wachten hoor Mevrouw, Maar lang blijft Piet niet staan, Maakt u wat voort, als 't U belieft, Dan kunnen we verder gaan. BIJ HET HASEL-BOSCH. (Slot.) Vermoeid van den zwaren strijd gingen de drie opperhoofden weer bij elkaar in de ruime wigwam zitten van Vlugge-Otter. Zij waren allen zeer ingenomen en tevreden met het welslagen van de overval. Wat gaan we nu doen? vroeg Vlugge Otter belangstellend. Wedrennen? vroeg Vliegend Hert. Hij kon het hardst loopen van hun drieën. Jasses nee, zei snel Vlugge Otter, die van te voren wist, dat hij het verliezen moest. Roovertje, zei Gestreepte Panter. Hebben we pas gedaan, vonden de twee andere opperhoofden. Roo vertje en Indiaantje lijkt heel erg op elkaar. Daar hadden ze gelijk in. Scheepje, riep opeens Gestreepte Panter. Dat Ls goed! De veeren, de boog, de touwtjes werden weggenomen en de drie op perhoofden waren in de lucht ver dwenen, en daar stonden Jan van Alst, Freek Berenstein en Wouter Hoogczand. Ik ben de stuurman, zei Jan en hij hield de liniaal als een kijker voor zijn llnker-oog, om zich vast te oefenen in het ver vooruitzien. Ik ben de kapitein, zei Freek, en hield de lange pijp ln zijn mond. Ik ben jullie matroos, zei Wou ter, en lk moet in de mast klimmen. Kijk dit ls het schip, en Wouter toekende met een afgebroken tak de plattegrond van een vaartuig op de vochtige grond onder de Beukeboo- men. HIJ liep wel twintig stappen om de bakboord-zijde te trekken en wel twee voor de scherpe boeg. toen na tuurlijk nog de stuurboord-zijde en de platte achtersteven. Hij had het zoo gedaan, dat een nog Jonge, maar sterke boom in het midden ongeveer van het schip was komen te staan. Dat was de groote mast van het fre gat. Géén stoomschip! Op het achterschip stond ook nog een struik en dat beschouwde Freek als de brug. Ilij ging er vlak achter staan en bracht de vlakke hand Juist even boven zijn oogen om over de wijde strakke zee uit te zien. Dade lijk stond Jan met zijn verrekijker naast hem. Ziet U wat bijzonders kapitein, vroeg hij, terwijl hij beleefd aan zijn stuurmans-pet tikte. Geef je kijker es, zei dc kapitein en zocht door het instrument de ba ren af. Kijk jij es even Stuurman, zie Je daarginds links van dat eilandje niet de vuurtoren van Kaap de Goede Hoop? Neem mij niet kwalijk Kapitein, zei de Stuurman beleefd, maar lk ge loof dat het de golf van Biskaye ls. Zoo, zei de Kapitein, dan Ls er rauw weer op komst. Wat denk jij Stuurman? De stuurman knikte veel- beteekenend en voegde er aan toe: Nou. en wat voor een storm Kapi tein! Kijk es, dc lucht daar is hee lemaai zwart, en hij wees naar de donkere boomkruinen boven hen. De Kapitein zette zijn handen voor den mond en schreeuwde: Zei len reeven! Vlug klom de matroos in de mast en begon de zeilen te reevcn. Opgewonden keek de Stuurman door zijn kijker en zocht de heelc zee in den omtrek af. Matroos! riep de kapitein, kom dadelijk uit de mast en neem het roer. Gehoorzaam en vlug kwam de ma troos naar beneden cn begon aan het groote stuurwiel te draalen. 'n Beetje links aanhouden, zei barsch de kapitein. Stuurman, laat dadelijk de stormlatten aan brengen. Direct schreeuwde de stuur man van de brug naar beneden! Stormlatten aanbrengen! Toen kwam de storm. De kapitein, stuurman en matroos slingerden op hun beenen. De bevelen van den ka pitein waren bijna niet te verstaan, hoe hard hij ook schreeuwde. Tel kens riep de Stuurman: Wat zegt U, Kapitein? En de Matroos gilde er tusschen door: help Kapitein, het wiel slaat me bijna uit de handen! Natuur lijk kwam de Kapitein dadelijk te hulp en met heel veel moeite, waar de Stuurman ook nog bij moest hel pen, kregen zij het prachtige schip weer in de koers. Nog driemaal moest de matroos met dat gevaarlijke noodweer de mast in. - Dappere kerel, zei de kapitein te gen den stuurman. Verschrikkelijk dapper, kapitein, zei de stuurman ook. Dat vond de matroos wat prettig en hij waagde zijn leven opnieuw. Eindelijk was de storm bedaard en was de woedende zee weer ka!m ge worden. Het schip gleed met volle zeilen door het effen water. Toen kwam ze op een re^de en daar zouden ze wijn Inladen en amandelen De stuurman stond voor op de plecht en keek waar het anker vallen moest. De kapitein stond op zijn brug en zou de stuurman waarschuwen, wanneer hij het kon laten zakken. De matroos stond klaar om op het eerste bevel van den stuurman, het zware zee-anker in het waier te la ten plonzen. - Stuurman! riep de gezagvoer der, laat je anker maar vallen! Goed kapitein! Nog even zocht de stuurman een goed plaatsje uit en riep toen tegen de matroos, die klaar stond; Laat vallen! De matroos gooide een stang los en daar viel met een geweldigen plons het anker ln Zee. Jongens, riep opeens de kapitein, lk geloof dat de torenklok daar \ljf uur slaat, en vol schrik nam hij zijn pijp van den grond en zette het op een loopen. Dc stuurman met zijn kijker en dc matroos met zijn boog kwamen achter hem aan. Eindelijk konden zij zien hoe laat het was op de klok van het postkantoor waar ze langs moesten. Halfvljf! - Gelukkig, niet te laat tenminste en zij begonnen wat langzamer te gaan. Leuk gespeeld, hè? vroeg Jan. Fijn, zeiden als uit een mond Freek en Wouter. - Zeg. weet Je. die nieuwe Jonden die bij ons ln de klas gekomen ls, d'.e zijn vader is dood. Kort geleden ge storven. In Indle geloof lk, zei op eens Wouter tegen zijn vrienden. Hij woont alleen met zijn moeder op de Boschlaan. Toch wel verdrietig hè. om zoo geen vader meer to heb ben. Ik geloof dat hij daarom zoo stil en alleen is altijd. Vraag hem of hij Zaterdagmid dag bij het Hazelbosch komt, zei Jan vlug. 'n Reuze uitvinding, riep Freek. Afgesproken, zei Wouter. Dc drie vrienden gingen met een hartelijken groet uit elkaar, leder naar zijn eigen woning toe. Zaterdags deed de vreemde Jongen voor het eerst mee en werd de vier de ln het klaverblad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 19