TUBERCULOSE WORDT MET SUCCES BESTREDEN WEDSTRIJD IN HET LIPLEZEN. DE EMMABLOEM HAARLEM'S DAGBLAD TWEEDE DINSDAC BLAD 21 APRIL 1931 Dr. S. J. van Slooten, de medische lei der der T.B.C.-bestrijding te Haarlem, zegt: „misschien gelukt het ons in de toekomst den weerstand der menschen zóó op te voeren, dat T.B.C. even onge vaarlijk wordt als nu verkoudheid". Toen de dichter de Genestet, predikant te Bloemendaal, 75 jaar geleden in „Het haan tje van den toren" beschreef hoe zijn lieve vrouw door de tering van zijn zijde werd weggerukt, klaagde hij over; „die wreede kwaal, Die langzaam moordt als sluipend gif en wis als 't grievend staal". In die weinige woorden vertelt hij' dat in dien tijd tering een hopeloos geval was; een liefderijke verpleging kon het wreede sloopingsproces soms wat vertragen, een vleugje van herstel brengen, maar bijna al tijd was de dood er toch mede gemoeid. Daarom voegde hij er aan toe: ,de arme kunst zocht weer naar 't kruyd, Dat nergens wast op d'aard". Gelukkig, zoo hopeloos staat het met de tuberculose nu niet meer! Integendeel! Dit danken wij aan het zegenrijke werk van de vereeniging tot bestrijding der tuber culose. De naam zegt het zoo juist, er is een strijd tegen deze volksziekte gevoerd. En met succes! Wel is de vijand nog niet overwonnen, maar in vele gevallen is hij toch onschadelijk gemaakt, veel prooi is hem zelfs ontnomen. Nu moet de t.b.c., die vroeger als zij zich openbaarde heerscheres was, zeer dikwijls terugwijken en in den medicus, den hygiënist en de verstandige zieken haar meerderen erkennen! De Haarlemsche vereeniging tot bestrij ding der tuberculose is haar werk 27 jaar geleden begonnen. Aanvankelijk aarze lend, maar later, toen de tegenstand wat overwonnen was en de geldmiddelen ruimer vloeiden meer intensief Het was een geluk kig moment in het vereenlgingsleven, toen (dat is nu 7 jaar geleden) een medicus kon worden aangesteld die uitsluitend tot taak had het consLiltatiebureaü te leiden en de patiënten in de lighal onder zijn controle te nemen. Tot dien tijd had men het met vrij willige krachten moeten stellen, maar dit werk werd te omvangrijk- In dezen werkkring heeft dr. S. J. van Slooten, longspecialist, een levenswerk ge vonden. Toen hij kwam vond hij de lighal aan de Jan Gijzenvaart in Schoten, maar hij rustte niet, voor die was overgebracht naar een geschikter terrein en dat was wel het voornaamste! belangrijk was uitgebreid. De vereeniging heeft nu sinds 1927 op het Brederodeduin aan den Bergweg, achter het Provinciaal Ziekenhuis te Bloemendaal, bijna alles wat zij noodig heeft; in een heerlijke vrije, gezonde omgeving flinke gebouwen en ruime lighallen. Er kunnen opgenomen wor den 10 mannen, 10 vrouwen en 12 kinderen in dag- en nachtverpleging en bovendien nog 20 volwasseen en 12 kinderen alleen in dagverpleging. Er is dus plaats voor 64 pa tiënten. De lijderes die de Genestet naar het haantje van den toren liet staren, ver wachtte beterschap van ..zon en lentegeur". Bij velen bestaat thans nog de opvatting, dat de patiënten het in de lighallen en sana toria uitsluitend van de frissche lucht moe ten hebben, maar die meening is onjuist. De frissche lucht is slechts een onderdeel van de kuur, die er op berekend is den weer stand van het lichaam tegen de tuberkel bacillen te vergrooten. Het is met de t.b.c. namelijk een eigenaar dig geval. De tuberkelbacillen zijn hier zóó algemeen, dat vrijwel niemand daarvan vrij blijft. Op 10-jarigen leeftijd is de helft der kinderen daarmee, al geïnfecteerd. Als de mensch weerstand heeft, hinderen die tuber kelbacillen hem niet. Alleen tls die bacillen in het lichaam de overhand krijgen, kan ge zegd worden dat wij met een t.b.c.-lijder te doen hebben. Het komt er dus op aan er zoo mogelijk voor te zorgen, dat dit nooit gebeurt en als het helaas toch gebeurd is, den weer stand van het lichaam weer zóó te vermeer deren, dat de goede elementen over de kwa de zegevieren. Doordat het lichaam af en toe met tuberkelbacillen geïnfecteerd wordt, maar kans ziet die kleine vijanden te over winnen, krijgt het meer weerstand tegen vol gende aanvallen van tubercel-bacillen. Het zou daarom zeer verkeerd zijn om te trachten elke besmetting van het lichaam met t.b.c. bacillen te voorkomen, want dan zou het lichaam totaal geen weerstand te gen die bacillen krijgen en later bij een eventueele besmetting onder minder goede omstandigheden ongetwijfeld ten onder gaan. In den oorlog heeft men een eigenaardig verschijnsel waargenomen. Aan het Westelijk front verschenen zwarte strijders die uit lan den kwamen waar de t.b.c. onbekend is. De zwarten waren dus nooit te voren met tuber- celbacillen besmet. Het gevolg was, dat zij zelfs bij dé geringste infectie, die Europee- sche soldaten zonder eenige deernis door stonden, door de t.b.c. in den allerergsten vorm werden aangetast. Een t.b.c.-lijder is dus te genezen door den weerstand van zijn lichaam op te voeren. Vooral in het eerste of tweede stadium der ziekte is daarop veel kans. Die weerstand wordt bevorderd door een leven onder de voor den patiënt meest gun stige omstandigheden. Die zijn voor allen: voldoende slapen in frissche kamers, rusten in de lighallen waar de heerlijke onbedorven lucht kan worden ingeademd, doelmatig voedsel gebruiken en een onbezorgd leven, vrij van huiselijke beslommeringen. Maar verder vereischt elke patiënt een bijzondere studie voor den dokter. Natuurlijk wordt voor de opneming een nauwgezet on derzoek ingesteld. In de laatste jaren wordt daarbij veelal gebruik gemaakt van Röntgen foto's. Nu worden jaarlijks wel 400 van zulke foto's gemaakt. Het is nog slechts 6 of 7 jaar geleden, dat alleen in sporadische gevallen van dit belangrijke hulpmiddel bij het onder zoek gebruik gemaakt werd. Eiken dag komt de dokter op het Brede rodeduin voor een algemeenen rondgang. Van alle patiënten krijgt hij den door de zusters opgemaakten temperatuur- en gewichts- staat, die voor hem boekdeelen. spreekt. Als er iets bijzonders is, neemt de dokter de pa tiënt onmiddellijk mee naar zijn onderzoek- kamer Bovendien wordt elke patiënt eens in de maand nog nauwkeurig onderzocht, om voor- of achteruitgang te controleeren. Vele patiënten hebben een bijzondere be handeling noodig, voor den een is „zonnen" (als de natuur-zon achter de wolken schuilt, is er een kunstzon ter vervanging!) goed, voor den ander weer niet. Sommige patiën ten krijgen injecties met tuberculine of an dere preparaten. Als de patiënten aan de beterende hand zijn mogen zij wandelen, maar die loopjes worden op den minuut af bepaald, want zij zijn als een geneesmiddel voor het lichaam, waarvan niet te veel en niet te weinig gege ven mag worden. Door het wandelen gaat het bloed sneller stroomen. Dit bloed passeert ook de aangetaste deelen in het lichaam, waar door tuberculine wordt afgescheiden, die dus elders in het lichaam komt. Daardoor wordt dan bereikt, dat de gezonde deelen van het lichaam meer weerstand krijgen tegen de tubercel-bacillen. Natuurlijk is daarbij uiter ste voorzichtigheid geboden. Het wandelen is dus heel wat meer dan een luchtje happen! Zoo staan de patiënten den geheelen dag onder controle van den dokter en de zusters en juist dat geregelde kuren heeft een gunstige uitwerking. Wij hebben dezer dagen een onderzoek inge steld op het Brederodeduin en daar het leven van allen dag meegemaakt. Ons trof de vre dige rust op dit mooie plekje. De Bergweg is hier en daar wat zanderig, maarmen laat dien met opzet zoo, want daardoor wordt bereikt, dat automobilisten en fietsers hem mijden! De patiënten zijn er gelukkig, verheugen zich in een goede verpleging en vleien zich met hoop op beterschap! Maandenlang gaan de patiënten met elkaar om dit wil zeggen: de mannen met de mannen, de vrouwen met de vrouwen en de kinderen met de kinderen, want die af deelingen zijn streng gescheiden zoodat nauwe banden van vriendschap ontstaan. Men troost elkaar in de harde nood zakelijkheid zoo lang van huis te moeten, door te wijzen op voorgangers die als zwakke stumpers kwamen en weggingen als gezonde menschen, die weer voor hun gezin konden gaan werken! T. B. C.-lijders zijn veelal optimistische zieken. Gelukkig, want dat werkt de genezing in de hand. Het wekt verwondering, dat men er in slaagt de verveling van het Brederodeduin te bannen. Die zou anders gemakkelijk kunnen binnensluipen, want het zijn voor patiënten INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS Barteljorisstraat 16 Telefoon 10756 VAMPYR STOFZUIGERS f105.- die van 's morgens 8 uur tot 's avonds half negen in de lighal moeten vertoeven heele dagen. De zusters doen evenwel al het moge lijke om de verveling buiten het hek te houden. Er zijn conversatie-uurtjes, in het ge bouw is radio, de bibliotheek bevat veel boeken, enz. Zelfs de kinderen vervelen zich niet, hoewel opgemerkt moet worden, dat die tot de lichtste patiënten behooren, die dus mogen wandelen en spelen. Het duin is een groote zandbak! Voor de patiënten zijn de bezoekuren (op Zon- en Woensdag) natuurlijk de vreugde volle afwisseling. De dagpatiënten die eiken morgen en avond per autobus vervoerd worden heb ben natuurlijk meer afleiding, dan de lot- genooten. Het is een mijlpaal in den verpleegtijd als de dokter aan een patiënt een wandeling gaat toestaan. De medepatiënten wenschen hem daarmee geluk, want het is een bewijs, dat zijn beterschap gaat komen. Nog grooter is de vreugde, als de patiënt mag gaan werken. Aan de arbeids-therapie de arbeid te laten medewerken aan het genezingsproces wordt natuurlijk alle aandacht- geschonken. Een patient is over-gelukkig als hij voor zijn vertrek zoover genezen is, dat de dokter hem toestaat het eindexamen te doen; dat is den hoogsten top van het Brederodeduin te beklimmen. Die is zóó hoog, dat ieder met ge zonde longen daaraan genoeg heeft. Natuur lijk brengen niet ailen het tot die kracht prestatie! Dr. van Slooten vertelde ons belangrijke dingen over de t.b.c.-bestrijding. Op onze vraag: „bent u tevreden over de bereikte resultaten?" kregen wij het volgen de antwoord: Wij mogen niet onvoldaan zijn. Door de krach tige propaganda die voor ons werk gemaakt is, werd verkregen, dat vrijwel allen die daar voor in aanmerking kwamen, naar het Con sultatiebureau zijn gekomen. Verleden jaar stonden bij ij voorbeeld 2664 personen onder controle (2.25 pet. der bevolking). Als eern maalmaal de ziekte ontdekt is, kunnen niet alleen maatregelen tot herstel genomen wor den, maar bovendien wordt gezorgd, dat die patiënt geen besmettingsgevaar voor anderen oplevert. Het resultaat is, dat het sterfte cijfer aan tuberculose in den loop der jaren zeer belangrijk gedaald is. pp het „Brederodeduin"links nog een stukje van een der vier lighallen, rechts een deelte van het groote steenen gebou w met eet-, slaap- en conversatiezalen. Een tol die ook verdioijnen moet!. Voor Haarlem zijn alleen de cijfers van 1925 af bekend. Die zijn 1925: 9.9 1926: 10.6 1927: 9.0 1928: 7.3 1929: 8.0 1930: 7.0. 20 jaar geleden was het sterftecijfer aan t.b.c. in Nederland niet minder dan 15.0 Gelukkig zijn zoo vervolgde dr. Van Slooten niet alle personen die onder con trole staan lijdende aan t.b.c. Slechts bij 1040 personen zijn bij het onderzoek positieve resultaten ontdekt. Er zijn niet veel lijders die aan de aandacht van het Consultatie bureau ontgaan, zoodat gerust gezegd kan worden, dat er niet meer dan 1050 t.;b.c.-lijders in onze stad zijn. Het Brederodeduin werpt uitnemende re sultaten af. Verleden jaar werden er 53 pa- tienten verpleegd, daarvan werden er 30 veel verbeterd (lees genezen) en 10 verbeterd ont slagen. Juist voor kinderen is het van zooveel be- teekenis, dat zij dadelijk als de eerste ver schijnselen van t.b.c. zich vertoonen, naar het Brederodeduin gaan. Dan kan vrijwel met 100 pCt. zekerheid een gunstige uitslag gegarandeerd worden. Vandaar dat wij de kinderen van besmettelijke ouders onder con trole houden, om bij de eerste aanwijzingen te kunnen ingrijpen. De volwassenen die op het Brederodeduin opgenomen worden, blijven er door elkaar ongeveer een half jaar. De dag-patiënten, meestal minder ernstige gevallen, hebben ge middeld een kortere verpleging. Evenzoo de kinderen die er voor nacht en dag komen. De kinderen die er alleen voor den dag ko men, blijven er slechts 6 weken. Die korte tijd is meestal voldoende om hen weer een goede dosis gezondheid mede naar huis te geven. Er worden ln het laatste jaar te Haarlem proeven genomen met het middel van prof. Calmette. Wij vaccineeren daarmede kinde ren in de eerste levensdagen als die in een omgeving moeten verkeeren die met t.b.c. besmet is. In 3 jaren zijn nu in ons land ongeveer 300 kinderen daarmede ingeënt. Voorzoover wij over de resultaten kunnen oordeelen, mogen wij tevreden zijn. Wij brengen in de lichaampjes der zuigelingen levende tuberlcel-bacillen, natuurlijk in een verslapen toestand. Daardoor wordt bereikt, dat de kinderen weerstand krijgen tegen tuberkel-bacillen waarmede zij besmet wor den. De resultaten van de 500 kinderen in Nederland zijn zeer gunstig. Het is zeer te betreuren, dat te Lubeca die noodlottige ver gissing gemaakt is, want anders zou het middel vermoedelijk op ruimer schaal kun nen worden toegediend. Wij moeten nu, vol gens aanwijzing van onze regeering, ons be palen tot kinderen die in een besmette om geving verkeeren. Wat verwacht u van de toekomst? zoo vroegen wij. Dr. van Slooten antwoordde: „Ik ver wacht van dit middel van Calmette veel. Wij zijn daarmede vermoedelijk op den goeden weg. Misschien gelukt het ons daardoor om in de toekomst den weerstand der menschen zóó op te voeren, dat t.b.c. even ongevaarlijk wordt als verkoudheid. MisschienVan daar dat de medische wereld met zooveel be langstelling het verdere levenslot der inge ente kinderen volgt". Het geld van het Emma-bloempje, j De t.b.c.-bestrijding in onze stad kost na- tuurlijk veel geld .Een deel daarvan komt uit den verkoop van het Emma-bloempje. Morgen, Woensdag, wordt dit den ingeze tenen weer aangeboden. Wij vleien ons met de hoop. dat door dit artikel bij vernieuwing belangstelling voor de t.b.c.-bestrijding Is ge wekt, die zich uiten zal door miide bijdragen. Anders brengt de collecte te Haarlem 10.000 op. Als elk zijn bijdrage eens verdubbelde nu twee dubbeltjes in plaats van één. twee kwartjes in plaats van één, twee gulden in plaats van éen! zou de vereeniging geen lïnancieele zorgen meer hebben. Dan zouden alle lijders die dat noodig hebben, steeds op genomen kunnen worden. Wij schreven: dë vereeniging heeft op het Brederodeduin „bijna" alles wat noodig is voor een goede verpleging. Dat „bijna" slaat op de werkplaats. Die is absoluut onvoldoen de. In een schuur moet men geen t.b.c.- patienten laten werken.... Een nieuwe steenen werkplaats kost 10.000. Het is een slechte tijd, maar mis schien is er één kapitalist, die niet weet hoe hij 10.000 rentegevc-nd moet beleggen. Als hij die 10.000 belegt in een werkplaats voor de patiënten op het Brederodeduin. zal hij blijven de dankbaarheid als rente oogsten! C. J. VAN T. Records, die niet hoog genoeg kunnen zijn. (Van een onzer redacteuren). Een wedstrijd in het liplezen. Er is eenig gevaar bij van een verkeerden indruk te gaan vestigen, wanneer wij hierover begin nen te schrijven. Men zou ons er van kun nen verdenken een nieuw waanzinnig stre ven naar het verbeteren van records in een of andere lugubere tak van „sport" te pro- pageeren en dit toch is allerminst het geval. Deze wedstrijd, die Zaterdagmiddag te Am sterdam verstreden werd. was eerder een droeve noodzaak dan een uit een gril gebo ren buitensporigheid, veeleer een nuttige en krachtdadige aansporing tot het inspannen van alle krachten ter bereiking van het hoogste en beste, dan een nutteloos verspil len van een uiterste aan energie. Wij zouden het willen noemen het Huis der Stilte, der Stilte, die altijd duurt, dit pand in de Vondelstraat te Amsterdam, waai de wedstrijd werd gehouden. Zij, die getrof fen zijn door het verlies van het kostbare zintuig, het gehoor, hebben er hun plaats van samenkomst gevonden, het is het ver- eenigingsgebouw geworden van de leden der Vereeniging tot bevordering der belangen van slechthoorenden en zoozeer hebben deze er zich aan gehecht, dat zij het genoemd hebben „Ons Eigen Huis". Het is een vriendelijke, warm aangekleede kamer, waar de stille wedstrijd gehouden werd. Er heerschte een weldadige rust, en toch een Kamer der Stilte was het aller minst. Er werd veel en druk gepraat in de pauzen, en voor en na den wedstrijd, want en dit dient men wel in het oog te vatten dit huis is geen doofstommeninstituut. Voor hen, die zonder het gehoor, en dientengevol ge zonder het vermogen om het spreekor gaan aan te wenden, geboren zijn, is de ver eeniging niet opgericht. Zij dient de belan gen van hen, die in vroeger of later levens dagen een gedeelte of het geheele gehoor verloren hebben en die tengevolge daarvan een handicap gekregen hebben in het leven. En het is haar taak om deze handicap, zoo gering mogelijk te maken. Zij tracht dit te doen, door de medewerking in te roepen van hen, die hooren. Maar bovendien hoopt zij haar doel te benaderen, door de activiteit van de slechthoorenden zelf. En dat is een niet geringe factor. Welnu, het liplezen is een belangrijk hulpmiddel, en niets is van grooter belang, dan dat de slechthoorende daarin de grootst mogelijke vaardigheid ver krijgt. Bij den blinde treden het tastgevoel en de Intuïtie voor een groot gedeelte in de plaats voor het verloren zintuig. Bij een doove zal het juist het gezicht moeten zijn, dat hem te hulp komt. Vroeger heeft men hiervan profijt willen trekken door het leeren van gebarentaal aan de dooven. Die methode is verlaten. Het lip lezen is er voor in de plaats gekomen. En dat men in het liplezen een bijzondere vaar digheid kan verkrijgen, dat liet een prachtig hulpmiddel kan zijn, waarlijk, dat hebben de wedstrijden te Amsterdam bewezen. Het was een waar concours, een kleine competitie, en dan een nationale. De leiders van deze wedstrijden, de heer J. Latooy, leeraar aan het Instituut voor Doofstom men te Rotterdam en de dames mej. H. Meu- lenbelt uit Den Haag en mej. C. G. Rijkes uit Amsterdam hebben het land voor het concours verdeeld in twee afdeelingen, een Oostelijke en een Westelijke. In ieder der districten hebben de cursussen in liplezen plaatselijke wedstrijden gehouden, daarna heeft voor de Oostelijke groep de demi-finale plaats gehad te Lunteren, het centrum voor Slechthoorenden, waar het Landhuis voor Slechthoorenden staat. Drie overwinnaars waren uit het strijdperk getreden, en deze kregen zich nu te meten met de winnaars van de demi-finale, welke dezen middag in Amsterdam werd uitgestre den. Een wedstrijd is dit, waarbij, zoo goed als bij eiken anderen de uiterste concentratie wordt gevergd. En natuurlijk van beide par tijen. De merkwaardigheid is alleen hierbij, dat de eene partij eigenlijk min of meer bui ten mededinging is. Zij bestaat uit de leider en de leidsters, wier eer echter ook wel op het spel staat, omdat een dictee, dat vlug neergeschreven wordt, een conversatie, voor al, die vlot tot stand komt, tevens de kunde bewijzen van den leider. En die eer komt hier zeer zeker wel ln de eerste plaats aan den heer Latooy en ook aan de beide dames toe. Het wedstrijdreglement bepaalde, dat een zin tweemaal, hoogstens driemaal uitgesproken zou worden door de leiders, en in de meeste gevallen kwam na de eerste maal of na de eerste herhaling het ant woord al van de andere zijde der groene ta fel. Aan een lange tafel op een^pij zaten de deelnemers ter eene zijde, en'om de beurt vonden zij tegenover zich een der drie leden van de wedstrijdcommissie. Deze begon de conversatie, een gesprek in langzame, dui delijk uitgesproken zinnen, even soms toe gelicht met een enkele gebarende beweging van de hand. Een opsteken van een paar vingers bijvoorbeeld, om een getal aan te duiden. Een beweging met het hoofd, om een gemoedsstemming te vei-tolken. Zooiets als „Och kom" of „Vindt u ook niet". Gestes en mimiek, die men in de gewone conversatie ook onopzettelijk toepast. Welke krant leest u? vraagt de leider, en het prompte antwoord luidt „Het Handels blad". „Leest u het Handelsblad al lang?" „Neeix, ik lees het cjrie maanden". Zoo gaat het gesprek vei'der, tusschen een hooi"ende eenerzij ds, tusschen iemand, die totaal niets meer kaxx hooren aan den an- dei'en kant. Plotseling springt de interviewer op een heel ander ondei'werp over. „Woont u nog in Driebergen?" .Heen, ik woon in Zeist", Een moeilijkheid echter zijn de losse woor den. Zij vormen nog een groote hindernis bij het onderwijs in liplezen. En dan de eigen namen .Men kan het vrijwel onmogelijk noe men om een eigennaam door liplezen ver staanbaar te maken. Maar staan de slechthoorenden hierin zoo veel bij de hoorenden ten achter? Hoeveel malen hebt ge direct den naam verstaan van dengene, die aan u voorgesteld werd? En hoeveel keer wist gij het onmiddellijk op te schrijven, wanneer men u in den vreemde een naam van een straat genoemd had. waar in eexx beroemd museum of een theater moest staan, of wist gc den naam van een hotel zonder fouteix te spellen, nadat het u was aanbevolen, terwijl ge den naam nooit gehoord had? De vergelijking valt niet in het nadeel van het liplezen uit. Tot den wedstrijd behoort tenslotte het dictee, een oefening, waar niet iedereen mee dweept, omdat een conversatie practisch veel meer nut afwerpt. De deelnemers aan den wedstrijd waren voor het meerendeel dames. Moeten wij hier in zien een grooter animo bij de dames voor het liplezen, een grooter geduld, dan bij de heeren, of was het een gevolg van de selec tie door de competitie, en dus een bewijs, dat de vrouwelijke intuïtie haar bij het lip lezen een privilege schenkt? In de finale kwamen vijf deelnemers en' zij. die de drie eerste prijzen hebben verwor ven, mogen daarin wel een heel bijzondere voldoening vinden. Een, die dunkt ons veel en veel grooter kan zijn. dan welke een win naar vaix een gewonen wedstrijd ondervindt. En de vele belangstellenden. niet alleen lotgenooten onder wie zich ook de voor zitter der vereeniging. de heer H. Snijders uit Heemstede bevond, gaveix van hun meevoe len telkens blijk door een hartelijk applaus. En zoo dit al niet gehoord is, dan is het toch' zeker wel verstaan. Op den terugweg in de wachtkamer van' het station trof ons de mededeeling van de Vereeniging tot bevordering der belangen van Slechthoorenden, waarin zij de mede werking van het publiek inroept voor hen, die het wit-roode schildje dragen. En waar in zij verzoekt hen, zoo noodig, niet te hel pen met woorden, doch met gebaren. Na al het voorgaande lijkt dit laatste een tegen strijdigheid, maar och, niet iedereen spreekt zoo geartlculeei'd, dat liplezen mogelijk zou zijn. Doch wanneer de hoorenden tegenover een doove zich de moeite geven om ook wat duidelijk en met geduld te spreken," dan gc- looven wij toch, dat het liplezen kan bij dragen om de maatschappelijke positie van den slechthoorende minder moeilijk te ma ken. Wedstrijden als deze zullen den slecht hoorende dan inderdaad tot steun zijn en. aanmoedigen om met het liplezen voort te gaan. MOTORDIENST. Bij de Schoolcompagnie van den Motor- dienst werden voor de le ploeg 1931, Ingelijfd 153 dienstplichtigen, ter opleiding tot chauf feur, monteur en ordonnans. PERSONALIA, Dinsdag 28 April hoopt onze oud stadge noot de heer K. Ruijs, stations-ambtenaar aaix het station Velsen-IJmuiden-Oost, den dag te herdenken, dat hij vóór 25 jaar in dienst der Nederl. Spoorwegen trad. FEESTAVOND PERSONEEL FABRIEK „UNION". Zaterdag gaf het personeel der Cacao- en Chocoladefabriek „Union" een feestavond ter gelegenheid van het tweejarig bestaan der aan die fabriek bestaande vereeniging „Na arbeid Ontspanning", in het gebouw St.- Bavo. Deze avond was ln alle opzichten een suc ces. Er werd een zeer varicerend programma uitgevoerd en de diverse nummers werden vlot afgewerkt. Vooral het blijspel: „Een knap stel", van J. J. Rentmeester, werd zeer goed gespeeld. Het geheel werd besloten met het gebruikelijk gezellig samenzijn. AGENDA DINSDAG 21 APRIL Gcm. Concertzaal: Orgelconcert. Solisten:' Truus StotijnMolenaar (zang) en Jaap Sto- tijn (hobo). 8 uur. Remonstrantenhuis: Ver. van Spiritisten „Harmonia". Lezing 8 uur. Palace: „Menschen im Kafig. Tooneel: John Olms Comp. 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Haar paradijs" en Vreemde lading". Tooneel: Barthly. 8.15 uur, WOENSDAG 22 APRIL Ged. Oude Gracht 79: Openbare Bijbelle zing. 8 uur. Gebouw „De Nijverheid": N.V. Algemeene Ilollandsche Hypotheek- en Crcdietbank, Verg. aandeelhouders, 8 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags, toegang vrij. AVOND- EN NACHTDIENST APOTHEKEN Firma Grijseels en Van Hees, Lange Vecr- straat 14, tel. 11000. L. Schoor 1, Frans Halsplein 1, tel. 11180. Bosch en Vaart-Apotheek, Boekenrode- straat 13, tel. 13290

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5