STADSNIEUWS
HAARLEM'S DACBLAD
DINSDAC 21 APRIL 1931
rSGEZONTlKN' MEDEDEIXINGEN
a 60 Cts. per regeL
FEDERATIE HAARLEM DER
S. D. A. P.
DE KOMENDE STATENVERKIEZINGEN.
Voor de leden van de Federatie Haarlem
der SDA.P. traden Maandagavond in de
kleine gemeentelijke Concertzaal als sprekers
op de heeren A. W. Michels, lid van Ged.
Staten en M. A. Reinalda, lid der Prov. sta
ten, met het onderwerp: „De komende Sta
tenverkiezingen."
Eerste spreker was de heer Reinalda,
die zelde een gemoedelijk woord te zullen
spreken in verband met de niet groote op
komst. Deze verkiezing voor de Prov. Staten,
aldus spr., is voor de arbeidersbeweging van
evenveel belang als elke andere verkiezing.
Prov. Staten toch kiezen Ged. Staten en dit
college kan door zijn controle op gemeente
raadsbesluiten, waarmede geld gemoeid is en
op de gemeentebegrootlngen, een rem zijn
voor alles wat de arbeidersbelangen kan be
vorderen.
Thans zijn 24 van de 77 leden der Staten
van Noord-Holland leden der S.D.A.P. Zou
dit aantal verminderen, dan zouden de ar
beiders daarvan dadelijk den terugslag on
dervinden.
En dan kiezen de Prov. Staten de leden
van de in de oogen der S.D A P. niet nood
zakelijke, maar nu eenmaal bestaande
Eerste Kamer.
Op het gebied van de Waterstaatswetgeving
vervullen de Prov. Staten een belangrijke rol.
De soc.-democratische leden zijn de stuw
kracht, geweest voor een groote uitbreiding
van de wegen in de provincie te water en te
land. Deze wegen beteekenen de ontsluiting
van groote tuinbouwgebieden, waarvan de
producten tot nog toe op zeer oneconomische
wijze worden vervoerd. Komen er goede
waterwegen en landwegen dan kunnen die
producten op betere en goedkoopero wijze
komen tot de arbeidersbevolking der groote
steden. De heer De Miranda heeft dit in de
Staten onlangs duidelijk uiteengezet tegen
over den heer Asscher. Aan die betere land
en waterwegen knoopte De Miranda het
groote Amsterdamsche Markthallenplan vast.
Er zijn thans toch producten die 5 cent kos
ten op de veiling en waarvoor de arbeiders
vrouwen ruim 30 centen betalen. Op het ge
bied van wegenaanleg willen de soc.-demo
craten steeds voortgaande uitbreiding van
provinciale bemoeiing.
Ook op onderwijsterrein wil de S.D.A.P.
voortschrijding- der provinciale bemoeiing,
speciaal wat betreft het Nijverheids- en vak
onderwijs op het platteland. (In do steden is
dat beter). Op dit terrein kan de provincie
door verstrekkende maatregelen pioniers
arbeid verrichten. Versclül tusschen de ste
den en het platteland bestaat ook nog in
andere opzichten. Men denke aan het onder
wijs aan zwakzinnigen en nazorg voor oudere
zwakzinnigen; arbeiderswoningbouw (tegen
woordig wordt daarbij rekening gehouden,
door hot werken van de gewestelijke com
missie voor uitbreidingsplannen, met de be
scherming van natuurschoon, dat ook van
zooveel belang is voor de arbeidersklasse).
Meermalen treden soc. democraten in de
Staten op als pleitbezorgers voor het behoud
van oude gebouwen en voor het geven van
provincialen steun aan bestrijding der werk
loosheid.
Vervolgens deed spr. een aanval op Mr.
Bomans, die onlangs in een verkiezingsrede
heeft gezegd, dat het met de financiën van
de provincie niet goed gaat, maar toen door
de Staten groote sommen werden toegestaan
voor wegenaanleg en sociale maatregelen met
geen woord do.artegen heeft geprotesteerd.
Mr. Bomans wil nu den ..bezuiniger" uit
hangen, in deze verkiezingsdagen, maar aan
hem zij gezegd, dat de soc. democraten, als
het van hen afhangt, nog veel meer geld door
de provincie zullen doen uitgeven. „Rood is
duur!"
Hieran was het woord aan den heer
Michels.
Spr. vestigde de aandacht op den stijgen
den invloed der soc. democraten in de Staten,
waardoor de provincie op velerlei gebied
thans veel meer doet dan vroeger. Een flinke
sociaal-democratische fractie beteekent stuw
kracht op sociaal terrein in de Provinciale
Staten.
Behandeld werd vervolgens de gezondheids
zorg in de provincie.
De provincie begon daaraan in 1920, toen
de soc. dem. fractie 19 leden telde en één ver
tegenwoordiger had in Ged. Staten. En thans
is voor 1931 een half millioen uitgetrokken
voor gezondheidszorg in de provincie ln den
vorm van het verlcenen vnn subsidies aan
particuliere lichamen, die zich met gezond
heidszorg bezighouden. Deze steun heeft al
bewerkt dat tegenwoordig veel meer t.b.c.-
lijders naar sanatoria worden uitgezonden
dan vroeger in Noord-Holland. Hetzelfde is
gebeurd op het gebied van de wijkverpleging.
Op elke plaats in Noord-Holland is nu ten-
FEUILLETON.
Een ongeluk in de Andes.
Naar het Engelsch van
MORICE GERARD.
(Nadruk verboden).
2)
Even bleven de oogen van het kind gericht
op hot knappe, schrandere gezicht van den
advocaat en do fijne trokken van zijn metge
zel. Toen bloosde ze en wondde het hoofd
af. Haar begeleider bracht haar naar de ta
fel, die voor hen was gorosorvoerd, vlak naast
die, waaraan John en Sir Miles gezeten wa
ren. Het meisje had don rug naar dc belde
mannen, wier belangstelling in haar aan
trekkelijk persoontje was opgewekt, gekeerd.
Af en toe hoorden zij het zilveren getinkel
van haar lach: het kind scheen met volle
teugen van al het heerlijk nieuws te genie
ten!
Dc stoornis had de belde vrienden van hun
onderwerp afgebracht en Sir Miles en dc ad
vocaat praatten verder niet over Andrew
Sylvester. Toen zij afscheid namen op de
stoep van het restaurant, wenschte John zijn
vriend met een hartelijken handdruk goede
reis en een behouden thuiskomst. Maar even
later op zijn kamer gekomen, vond de advo
caat een brief over een belangrijk proces,
waarin hij zich direct verdiepte en vergat
Sir Miles en het gevaar, dat deze met zijn
slecht,-befaamden geleider liep.
HIJ hoorde niets van Sir Miles, terwijl deze
in do binnenlanden van Zuid-Amerika zat,
de jonge baronet was niet gewoon zijn vrien
den levenstcckcncn tc zenden, wanneer hij
op zijn zwerftochten was en dc gelegenheid
minste één wijkverpleegster. Het zou goed
zijn als nu ook begonnen karT worden met
geneeskundig schooltoezicht. Daarvoor zullen
districten moeten worden gevormd. Op het
platteland is men helaas nog niet voldoende
van het nut van genoemd toezicht door
drongen.
Aan dit onderwerp is verwant de krankzin
nigenverpleging, waartoe de provincie wette
lijk verplicht is. Noord-Holland beschikt nu
over 3 gestichten: maar 1400 patiënten moe
ten nog plaats vinden bij particulieren. Spr.
geeft dc voorkeur aan de verpleging in eigen
gestichten van de provincie boven die in par
ticuliere inrichtingen.
De verpleging in de Noord-Hollar.dsche ge
stichten is niet duur, zooals dezer dagen door
anti-rev. tegenstanders van bverheldsexploi-
tatle Is beweerd, al mócht die verpleging ge
rust duur zijn, want zij is beter.
Het Prov. Waterleidingbedrijf brengt het
water overal in de provincie, óók in die stre
ken. waar particulieren het nooit zouden
hebben gebracht. De soc. dem. fractie ln de
Staten vestigt elk jaar de aandacht op het
wenschelijke van verlaging der tarieven.
Ook deze spr. behandelde nog de rede van
Mr. Bomans. Als de heer Bomans werkelijk
gemeend heeft wat hij zeide over de geldver-
kwistlng van de Staten, dan begrijpt spr.
niet dat. hij nog de financiën van de provin
cie wil blijven beheeren!
Spr. eindigde met een beroep op de kiezers,
te zorgen dat de soc. dem. fractie versterkt
ln de Staten terugkeert.
De voorzitter, de heer D. J. A. Westerveld.
sloot de bijeenkomst met een woord van dank
aan de sprekers.
ZUIGELINGENZORG.
Aan het twee en twintigste Jaarverslag van
de vereenlging Zuigelingenzorg over 1930, ont-
leenen wij:
Gedurende 1930 werden 625 627) zuigelin
gen ingeschreven. Van de gedurende 1929
ingeschreven zuigelingen bezochten nog 341
(349) de bureaux in 1930. Dus een totaal van
966. (976). De verdeeling over de verschillende
bureaux was als volgt:
Jacobijnestraat 293 (267), Amsterdamstraat
127 (128), Scendaplein 206 (232).
De vermindering van het aantal ingeschre
ven zuigelingen in het Noorden van de stad
moet zeker worden toegeschreven aan de
slechte hulsvesting van het daar ter plaatse
gevestigde bureau. De groote uitbreiding van
dat gedeelte van Haarlem zou een grootere
toeloop doen verwachten. Het is dus te hopen
dat, wanneer in den loop van 1931 't nieuwe
bureau in de Mr. Gerlingstraat geopend zal
zijn, van onze hulp in ruimere mate gebruik
gemaakt zal worden.
Van de ingeschreven zuigelingen waren af
komstig uit:
Haarlem 608, Velsen 6, Bloemendaal 7, Be
verwijk 1, Haarlemmerliede 3 en Haarlem
mermeer 1.
Het aantal huisbezoeken door de dames
Keus en Serné afgelegd, bedroeg 7217 (6690).
Van de gelegenheid om in de melkkeuken
voedsel ten behoeve van zuigelingen toe te
bereiden werd gedurende 1930 geen gebxaxik
gemaakt.
Aan 20 (16) moeders werd 1 Liter melk of
1 Liter pap gedurende verschillend langen tijd
verstrekt. Het totaal bedroeg 784 (910) Liter.
Evenals het vorige jaar werden de spreek
uren gehouden door de artsen Mevrouw J.
van GilseVan West, Dr. T. Haibertsma,
Mevr. A. M. HazevoetRenout en Dr. A.
Jonker, terwijl Mevr. Dijkstra verschillende
keeren hulp verleende.
De 2 moedercursussen werden door 50
moeders bezocht.
De gemeente Haarlem verleende voor 1931
een subsidie van f 5900, de gemeente Bloe
mendaal f 25.
De Commissie voor KInderhygiëne van de
N.-H. Vereenlging „Het Witte Kruis" ver
leende een bijdrage van f 1348.18.
De Inkomsten van de bureaux bedroegen
f 1977.80 (f 2063.90).
Het aantal donateurs bedraagt 20 (20), het
aantal leden 194 (199); het aantal begunsti
gers 39 (42). Het Stichtingsfonds bedraagt
f 1197.19.
De tusschen haakjes geplaatste cijfers zijn
die over het jaar 1929.
DE GEMEENTEN EN HET RAPPORT-
RUTGERS.
De Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten heeft naar de Msb. meldt, inge
steld een commissie aan welke is verzocht
haar van advies te dienen over het onlangs
verschenen Verslag van de Staatscommissie-
Rutgers inzake herziening van de Lagcr-
onderwijswet 1920.
Voorzitter dezer commissie is de heer J.
v.d. Melen, burgemeester van Renkum.
daartoe ontbrak ook meestal. Het eenige
wat de advocaat ontvangen had, was een
briefkaart, waarin Sir Miles hem zijn aan
komst aan de overzijde van den Oceaan
meldde.
Op een avond echter, een jaar ongeveer
na hun gemeenschappelijk diner in de
„Prince af Wales", nam John Harkbutt de
courant op en zijn oog viel op een bericht,
dat direct zijn geheele aandacht, had.
„Naar wij vernemen is Sir Miles Calilston,
de bekende sportman en ontdekkingsreizi
ger. tijdens zijn expeditie ln Zuid-Amerika,
ernstig ziek «worden. Er schijnt een onge
luk te hebbexrplaats gehad, waarbij Sir Miles
gevaarlijke verwondingen heeft opgcloopen
en zijn reisgenoot, de heer Andrew Sylvester,
naar men mag aannemen, het leven hoeft
gelaten. Nadere bijzonderheden ontbreken.
Ofschoon aan de Juistheid van het bericht
uiet hoeft te worden getwijfeld".
„Gelukkig dat het Andrew is geweest en
niet Miles", zuchtte John Harkbutt opge
lucht, toen hij klaar was met lezen.
„Maar ik zou wel eens willen weten wat
zich daar in de Andes heeft afgespeeld
HOOFDSTUK II.
Dc algcmeene Opinie.
„Het plaatst ons allemaal voor een moei
lijk probleem", zei Lady Winstanley tegen
haar vriendin mevrouw Winton, de vrouw
van dsn dorpsdokter.
„Het zou ons voor een nog veel grooter
probleem plaatsen", antwoordde deze. „wan
neer er ook een mevrouw Austin was. Maar
Je was ook wel erg happig om de „Grange"
te verhuren. Allee, voegde de sproekster er
langs-den-ueus weg aan toe.
DE VROUWENGROEPEN IN
DEN VRIJHEIDSBOND.
Maandagmiddag hebben de Vrouwengroe
pen in de Liberale Staatspartij „De Vrijheids
bond" een openbare vergadering belegd in
het gebouw Zang en Vriendschap aan de
Jansstraat.
Nadat mevr. C. S. de Veer-Blok Wybrandi,
presidente der afd. Haarlem een openings
woord tot de zeer talrijke aanwezigen had
gericht en mej. H. Waller Zeper, door mevr.
Petrl-van Huizen begeleid het Vrijheidsbond
lied gezongen had (ook na de pauze verleen
den dezen hun zeer gewaardeerde muzikale
medewerking) trad mevr. M. Boissevain-
Pijnappel, lid der Provinciale Staten als
spreekster op over: Vrijheid, Vrouwen en
Volksgezondheid,
Onze vrijheid, waar onze voor/aderen hun
leven voor gelaten hebben, wordt ernstig be
dreigd.
Voortdurend verbiedt men, nu eens dit,
dan dat. En het verkeerde er van is, dat de
eene partij een verbieder van iets toejuicht,
als het aan de andere partij geschiedt, maar
het onrechtvaardig oordeelt, zoodra het ver
bod haar zelf betreft.
Spr. staafde dit met enkele voorbeelden,
als een Avrovlaggetje op 'n fiets, het insigne
van een gebroken geweer In knoopsgat, het
plaatsen van reclameborden met verkie-
zlngscandidaten enz.
De getrouwde vrouw mag niet werken,
vindt rechts. Zij hoort thuis bij haar kinde
ren en huishouding. Maar, zegt spr. er zijn
jongeren die een vak geleerd hebben, en de
zulken mogen in hun huwelijk met dat vak,
als ze er van houden, wel doorgaan. En als
de man niet genoeg verdient, v/aarom zou
de vrouw dan niet wat mogen bijdragen door
eigen werk?
Bijv. er mochten geen gehuwde onderwij
zeressen zijn. Dit is nu zoo veranderd, dat
elke gemeente dit zelf moet uitmaken. Een
ander voorbeeld: de vrouw kreeg geen werk-
looslieidsuitkeering, waartegen is geprotes
teerd. Het is gewijzigd in dier voege, dat er
uitzonderingen toegestaan mogen worden.
Spr. waarschuwt de vrouwen tegen de
mentaliteit van rechts en toch zijn er al
naar rechts gezwenkt, uit angst voor rood.
Maar ook rood is verkeerd. Want deze partij
doet alleen Iets voor zichzelf.
In verband met de functie van de Provin
ciale Staten, nl. het kiezen der leden van de
Eerste Kamer, drong mevr. Boissevain met
klem aan op het komen der vrouwen ter
stembus.
Over het werk der Provinciale Staten ten
aanzien van de Volksgezondheid zeide spr.
dat zij groote subsidies schenken aan sana
toria, inrichtingen, vooral voor de kinderen.
Want gezonde kinderen zijn de grondslag
van de toekomstige bevolking. Zij spoorde de
aanwezigen aan zooveel mogelijk leden en
dus stemmen te werven, om een groot aan
tal afgevaardigden van den Vrijheidsbond in
de Staten te krijgen.
Hierop sprak mr. A. S. Miedema, lid der
Provinciale Staten, die als onderwerp geko
zen had: De belangrijkheid van de taak der
Frovinciale Staten.
Uitvoerig belichtte spr. de beteekenis der
woorden: Vrede, Vrijheid en Verantwoorde
lijkheid. De liberalen wenschen vx-ijheid, over
al, zoowel in den arbeid, als daarna bij de
ontspanning. Zij willen een vrede, die bindt,
en een verantwoordelijkheid die staalt.
Het is merkwaardig zei spr., als men de
socialistische propagandaverslagen leest, te
zien, dat de socialisten alleen de scheppers
der sociale maatregelen zijn geweest. Niets
is minder waar. Ook door de liberalen zijn
die maatregelen tot stand gekomen. Ze zijn
ontstaan door samenwerking.
De verantwoordelijkheid der werkzaamhe
den rust op de Provinciale Staten. Maar er
is één ding, dat door de Gedeputeerden ver
richt wordt, zonder daarvoor verantwoorde
lijk te zijn aan de Provinciale Staten, en
dat is het toezicht op de gemeentefinanciën.
Konden ze vroeger in openbare zitting ter
aflegging van rekenschap voor de Prov. Sta
ten geroepen worden, thans kan dat niet
meer, en geschiedt het toezicht dus binnens
kamers. Dit is onjuist.
Een andere verantwoordelijkheid, tegen
over de provinciale nooden. bijv. ten opzichte
van de tuinbouwcrisis, hebben de liberalen
anders opgevat dan de overigen. Zij wilden
helpen en tevens de diepere oorzaken weg
nemen opdat die crises zich niet nog vaker
zouden kunnen.herhalen.
De meerderheid der Statenleden was hier
echter tegen.
Vervolgens sprak mr. Miedema na de werk
verschaffing in verband met het werkloos
heidsvraagstuk aangeroerd te hebben, over
de provinciale bedrijven (waarvan hij het
ziekenhuisbedrljf x*eeds genoemd had) ril. de
waterleiding en electricitelt. Deze bedrijven
zijn met beleid gevoerd tot eer en voordeel
der provincie. Maar niet mag uit het oog
worden verloren, dat het monopolies zijn.
„Natuurlijk! Hot huis heeft lang genoeg
leeg gestaan en de huur vormt, een belang
rijk deel van de opbrengst van het land
goed".
„En toen bleek dat hij goed was voor het
geld, heb ik verder niet nauwkeurig naar
dien meneer Austin en zijn verleden ge
ïnformeerd?"
„Och", antwoordde Lady Winstanley schou
derophaler.d. „je kunt in den tegenwoordi-
gen tijd niet zoo precies kijken als je wel
graag zou willen
Het was einde Juni. Lady Winstanley hield
een van haar gewone middagthee's op Win
stanley Manor, een prachtig oud kasteel in
Devonshire.
Buiten was een viertal van de gasten aan
het croquet spelen; aan den eenep kant van
het veld Generaal Lord Dalston en een dikke
onelegante dame van een jaar of veertig,
mevrouw Darly; aan de andere zijde dokter
Winton en May, de dochter van den gene
raal. Lord Dalston en May waren het twee
tal geweest, dat dien avond, nu twee jaar
geleden, de eetzaal van de „Prince of Wales"
waren binnengekomen, toen Sir Miles en
John Markbutt daar hun afscheidsdiner had
den gehad voor het vertrek naar Zuid-Ame
rika van eerstgenoemde. Het meisje was nog
even mooi als toen, maar rijper en daar
door nog veel bekoorlijker.
Lady Winstanley en mevrouw Winton za
ten in gemakkelijke stoelen voor de geopen
de terrasdeux*en van den salon, Thea, 't eeni
ge, zevenjarige kind. en het evenbeeld van
de mooie vrouw des huizes, stond naast haar
moeder.
De meesteres van Winstanley Manor was
acht on twintig en sinds vijf jaar weduwe en
niemand begreep waarom ze nog steeds geen
opvolger had geaccepteerd voor den overle
den Sir Charles, die door oen jachtongeluk
Men moet zorgen dat goede kwaliteit, goed
koop wordt geleverd.
Over de vrijheid zei hij. in aansluiting met
wat mevr. Boissevain reeds gezegd had. dat
hierbij waakzaamheid noodig is. De vrijheid
is al zooveel besnoeid; men denke bijv. aan
de gedwongen winkelsluiting, de eigendoms
beperking (door woningwet e.d.), de radio
dictatuur, plaatselijke keuze. De vrijheid is
een dierbaar goed. Laten we trachten haar
te behouden. Waak voor de vrijheid.
Ook hij wekte de kiezers op, om de liberale
vrijheidsgedachte, die in de Provinciale Sta
ten leeft, daar te behouden en zoo mogelijk
te versterken.
WONINGBOUW.
Dezer dagen hield de Coöp. Woningvereeni=
ging voor Gemeentepersoneel haar jaarlijk-
sche vergadering. Na afhandeling van eenige
huishoudelijke zaken werden de jaarversla
gen van den secretaris en penningmeester met
algemeene stemmen goedgekeurd. Eij het
punt verkiezing bestuur, werd de voorzitter
W. C. van Kampen bij acclamatie herkozen.
De 2e secretaris de heer J. Langerhuizen,
wenschte door omstandigheden niet meer
voor die functie in aanmerking te komen. In
zijn plaats werd gekozen, de heer F. Leeuwen
kamp. Aan den heer Langerhuizen werd dank
gebracht voor het belangrijke werk voor de
vereenlging verricht. Bij de bespreking over
den stand van den bouw der 29 woningen
aan den Spaarndammerweg, welke woningen
zuilen bevatten kamer en suite, 4 slaapka
mers en badkamertje, werd door de vergade
ring instemming betuigd voor het initiatief
door het bestuur ten aanzien van den bouw
dezer betere woningen genomen.
Machtiging werd aan het bestuur verleend
tot aankoop in erfpacht van een strook grond,
grenzende aan de in aanbouw zijnde perceelen
ter grootte van ongeveer 2000 Meter. Hierop
zullen 33 boven- en beneden woningen wor
den gebouwd. Plannen daarvoor zijn reeds
in voorbereiding. Nog kwam aan de orde
het onderhoud der woningen van het com
plex aan de Zomerkade. Zeer zuinig moet met
het jaarlijksche bedrag wat aan onderhoud
kan worden besteed worden huisgehouden,
om algeheel schilderen der woningen over
eenigen tijd mogelijk te maken.
DE KENNEMER JEUGD
HERBERG.
STEUN DRINGEND NOODIG.
Men schrijft ong:
Zooals reeds onlangs werd medegedeeld, zal
de nieuwe jeugdherberg voor Haarlem en om
streken worden ingericht in de voormalige
R.K. school aan de Jan Gijzenvaart. Voor het
beheer en de exploitatie van deze jeugdher
berg is in het leven geroepen de Stichting
„De Kennemer Jeugdherberg", die in nauw
verband met de Kennemer vereeniging voor
Jeugdherbergen staat, omdat het Stichtings
reglement de bepaling bevat dat drie der
bestuursleden van de Stichting gekozen wor
den door en uit het bestuur der Kennemer
vereeniging voor Jeugdherbergen.
Het bestuur der Stichting wordt thans ge
vormd door: Ir. J. E. de Vries, voorz., A. van
Nierop, sec.r., J. C. Slagter, Arch. B.N.A., pen
ningmeester, Mevr. Ir. M. Waardenburg
Lindeyer, K. Brants, Hoofdinspecteur L. O.,
Dr. W. E. Merens, T. K. Roosjen en Rego Veth.
In verband met de vorming van deze Stich
ting besloot de Kennemer vereeniging voor
jeugdherbergen in haar vergadering van 11
April j.l. tot wijziging van haar Statuten en
huishoudelijk reglement. O.m. komt in liet
laatste thans de bepaling voor, dat 80% van
het batig saldo der Kennemer vereeniging
voor Jeugdherbergen aan het Stichtings
bestuur zal worden overgedragen.
Het laat zich begrijpen, dat voor de inrich
ting van deze Jeugdherberg nog een flink
bedrag noodig zal zijn. Wel bestaat er een
herbergfonds, en hebben enkele particulie
ren en organisaties reeds belangrijke bedra
gen toegezegd, maar volgens de bsgrooting
van het bestuur zal nog een bedrag van ca.
5000 bijeengebracht moeten worden. Het is
van belang, dat dit spoedig gebeurt, daar het
bestuur de Jeugdherberg nog dezen zomer,
uitexiijk 1 Juli a.s., zou willen openen. Dit
laatste niet om financieele redenen alleen,
maar ook omdat zich bijna dagelijks bij den
herbergleider „trekkers" aanmelden, die op
een bepaalden datum in de Jeugdherberg
zouden willen overnachten, en die nu teleur
gesteld moeten worden. Zoo moest men deze
week nog aan een groep van 24 Deensche
Padvindsters melden, dat de jeugdherberg
nog niet gereed is. Men kan op velerlei wij
zen aan de inrichting van de Jeugdherberg
medehelpen. Ijverige propagandisten zullen
dezer dagen hun kennissenkring een lijst
aanbieden, waarop men voor een bedrag kan
inteekenen. Aan scholen en jeugd-organi-
saties zal worden gevraagd, het bedrag be-
noodigd voor een bed, te willen bijeenbren
gen (een bed met toebehooren kost ca. Fl. 36).
De naam van de schenkende school of orga
nisatie wordt dan op het betreffende bed
aangebracht, zoodat later de bezoekers uit
allerlei streken kunnen zien, wat de Haar-
lemsche jeugd voor de jeugd van ons geheele
om het leven was gekomen. Alice was door
haar ouders letterlijk tot het huwelijk met
Sir Charles geprest, terwille van geld en
positie, toen ze nog niet veel meer dan een
kind was. Ze was een volmaakte schoonheid,
met hoogblond haar waarover een gouden
gloed lag, diepblauwe oogen onder lange
wimpers en een huid zoo donzig en zacht als
een perzik.
„Is meneer Austin zoo'n slechte man?"
vroeg Thea met kinderlijke openhartigheid.
„Wel neen liefje! Waarom denk je dat?
Tenminste we weten niets van hem, geen
kwaad en geen goed".
„Maar waarom mag u hem dan niet, mam
mie?"
„Ik heb niet gezegd dat ik hem niet mag,
Thea. Ik ken hem niet. En we hadden op de
„Grange" liever iemand gehad, dien we wèl
kenden; dat is alles".
Het kind zweeg, maar haar gezicht verried
duidelijk dat ze door het antwoord van haar
moeder niet voldaan was.
Een hulsknecht trad binnen om de thee
tafel in orde te. maken, even later tinkelde
een zilveren bel en de gasten kwamen van
het croquetveld en de tennisbaan door de
openslaande deuren naar den salon.
Lady Winstanley schonk thee uit een
gedreven zilveren trekpot: Lord Dalston
stond naast haar, vol bewondering neerblik
kend op zijn schoone gastvrouw.
Toen al haar bezoekers van thee waren
voorzien, wendde zij zich tot den generaal:
„Mevrouw Winston en Ik hadden het juist
over den nieuwen bewoner van de „Grange".
„Hebt u al nadere bijzonderheden omtrent
hem gehoord?"
„Neen. Niets anders dan dat mijn advoca
ten schreven, dat de informaties uitstekend
waren en dat hij een huurder is om in eere
te houden. Hij was onmiddellijk bereid om
land, ja zelfs van het buitenland gedaan
heeft.
Een teekening van de toekomstige inrich
ting van het gebouw met een beschrijving zal
binnenkort worden gepubliceerd.
Het blijkt steeds meer, dat ook in ons land
een stad heeft te zorgen, op Jeugdherberg-
gebied een goeden naam te krijgen en te be
houden. Haarlem, de bloemenstad, die door
zoo veel vreemdelingen gezocht wordt, mag
daarbij niet achtex-blijven.
Het gebouw staat klaar, in een heerlijke
omgeving en toch dicht bij de stad. de trek
kers en de onderwijzers „op schoolreis" met
hun kinderen, verlangen er naar,, daar ont
spanning en rust te vinden na hun tochten
door Haarlem en omgeving. Het bestuur der
Stichting wil bemiddelend optreden, door
Haarlem en de jeugdige reislustigen bijeen te
brengenhet wachten is nog slechts op
onze stadgenocten, die toch wel zullen inzien,
dat hier een mooi, nuttig werk wordt ver
richt.
MIDDENSTAND EN POLITIEK.
REDE L. DE GROOT.
Maandagavond sprak voor de vereeniging
van Jonge Liberalen in Café-restaurant Brink
mann de heer L. de Groot, wethouder van
Rotterdam, over Middenstand en Politxek.
De heer Maas opende de bijeenkomst.
De heer De Groot zeide, dat de midden
stand zich voor groote moeilijkheden ge-
plaats ziet, en dat dit voor een groot deel de
schuld is der middenstanders zelf. „Ik denk
er bijvoorbeeld aan, dat vele middenstanders
slechts thuis chicaneeren en dat de zonen van
middenstanders in een ander vak gaan, dan
dat wat vader uitoefende".
Soreker verklaarde dit verschijnsel op ver
schillende manieren en noemde als één der
eerste belemmerende factoren, het feit dat
groote groepen zich afwenden vaxx den mid
denstand. tot wien zij feitelijk qua origine
en stand behooren.
Abraham Kuiper heeft gezegd, dat een
maatschappij met slechts twee uitersten,
(democraat en daartegenover de vertegen
woordiger van het kapitaal) kantelen moet.
De eenige groep die het evenwicht kan doen
handhaven is de middenstand.
Deze middenstand moet het zich zelf waar
maken, dat hij noodzakelijk is in het staats-
bestel.
Spreker behandelde voorts de vraag: Wat
is een middenstander?, en zette vervolgens
uiteen dat de middenstander een bron van
welvaart kan zijn voor de stad zijner in
woning.
In een volgend punt van de rede, werd het
zich mengen van de overheid in verscheidene
belangen, waarin zij niet vertegenwoordigd
diende te zijn, behandeld. De heer De Groot
memoreerde, dat men 30 jaar geleden het
particulier initiatief nog een kans gaf een
taak te vervullen in de uitvoering van de
sociale wetgeving (ongevallenwet).
Spreker besprak daarna de verplichte win
kelsluiting. De arbeidswet 1919 is fout en heeft
den arbeid tot een vloek gemaakt. Het is den
wetgever nooit te vergeven dat hij heeft ge
generaliseerd. Allengs groeit het verzet echter.
Er is een groot aantal arbeiders dat 8 uur
arbeid te kort vindt. De overheid heeft de
beunhazerij sterk in de hand gewerkt. Er
wordt na werktijd clandestien goed-
kooper dan normaal is, gearbeid. Men heeft
ook een winkelsluitingswet uitgevaardigd.
In de middenstandsorganisaties is deze zaak
uitentreure behandeld. De eene groep is er
altijd voor, de andere vlak tegen geweest.
Men heeft de gemeentebesturen ln de uit
voering van de wet wel eenige vrijheid ge
laten, een latere aanvulling op de wet be
paalde, dat er vast één vrije middag per
week moest zijn. Hier maakte men dezelfde
fout als in 1919. Men generaliseerde. Men zag
de enorme verschillen over het hoofd. Spreker
maakte dit duidelijk met een reeks voorbeel
den en vergelijkingen.
De heer De Groot zeide onder anderen, dat
de winkelier de vrijheid moet hebben het
risico aan het uitvoeren van zijn bedrijf ver
bonden, zoo klein mogelijk te maken.Wanneer
zooals in Haarlem is geschiedde raad de
verplichting oplegt het winkelpersoneel een
vrijexx middag te garandeeren, dan dient de
overheid niet het algemeen belang, maar de
belangen van een groep.
Een van de groote fouten van den midden
stand is geweest, dat hij zich niet heeft ge
realiseerd, dat het in zijn macht lag grooten
invloed uit te oefenen op de tot stand koming
van de gezaghebbende lichamen.
De tweede fout die gemaakt werd, moet op
rekening van de overheid geschoven worden,
die vergat dat er een middenstand was.
Vervolgens hekelde de heer De Groot de
politieke verdeeldheid die voor een deel
schuld is aan de winkelsluitingswet, en
lichtte met voorbeelden toe, waartoe ver
deeldheid leiden moet.
De heer De Gx*oot hield tenslotte een plei
dooi voor de partij van het evenwicht, de
libex-ale staatspartij „De Vrijheidsbond", het
aangewezen gx-oepsverband van den middeix-
stand.
uit eigen beurs voor alle reparaties te zor
gen: geen kleinigheid bij dat groote oude
landhuis met al zijn bijgebouwerx! Hij heeft
bovendien ongevraagd een jaar huur vooruit
op mijn bankrekening gestort.
„Dan bent u bepaald te benijden, Lady
Winstanley. Ik wilde dat ik een paar van
zulke huurders had. De mijnen schijnen te
meenen, dat ze me een groot plezier doen
door minstens een jaar huur achter te zijn!"
„Bent u van plan hem een bezoek te bren
gen?"
„Als hij mijn huurder was. zou ik dat zeker
doen. Maar in uw geval zou ik zeggen, wacht
af, of hij iemand is om mee om te gaan".
.Mevrouw Winton zei, dat dokter hem zal
gaan opzoeken".
„Dat kan gemakkelijk; die staat door zijn
ambt boven de partijen".
Opeens mengde de kleine Thea zich in het
gesprek.
„Mammie denkt ,dat meneer Austin een
slecht man is", flapte ze uit.
,Maar kind", riep haar moeder verschrikt"
zooiets mag je volstrekt niet zeggen. Je weet
heel goed, dat ik niet gezegd heb, dat me
neer Austin een slecht man is",
„Neen maar u dacht het, mammie, hield
het slimme meisje vol. Later herinnerde
Lady Winstanley zich de niet al te welwillen
de meening over Miles Austin, die haar doch
tertje haar toedichtte. En Thea sloeg met
haar kinderlijke intuïtie de plank niet zoo
ver mis. Lady Winstanley en haar vrienden
koesterden een vaag wantrouwen tegen den
nieuwen bewoner van de „Grange" van wiens
herkomst en verleden ze niets wisten, die
scheen te baden in het geld en die zoo plot
seling uit de lucht was komen vallen
(Wordt vervolgd).