STADSNIEUWS HAARLEM'S DACBLAD DINSDAC 21 APRIL 1931 rSGEZONTlKN' MEDEDEIXINGEN a 60 Cts. per regeL FEDERATIE HAARLEM DER S. D. A. P. DE KOMENDE STATENVERKIEZINGEN. Voor de leden van de Federatie Haarlem der SDA.P. traden Maandagavond in de kleine gemeentelijke Concertzaal als sprekers op de heeren A. W. Michels, lid van Ged. Staten en M. A. Reinalda, lid der Prov. sta ten, met het onderwerp: „De komende Sta tenverkiezingen." Eerste spreker was de heer Reinalda, die zelde een gemoedelijk woord te zullen spreken in verband met de niet groote op komst. Deze verkiezing voor de Prov. Staten, aldus spr., is voor de arbeidersbeweging van evenveel belang als elke andere verkiezing. Prov. Staten toch kiezen Ged. Staten en dit college kan door zijn controle op gemeente raadsbesluiten, waarmede geld gemoeid is en op de gemeentebegrootlngen, een rem zijn voor alles wat de arbeidersbelangen kan be vorderen. Thans zijn 24 van de 77 leden der Staten van Noord-Holland leden der S.D.A.P. Zou dit aantal verminderen, dan zouden de ar beiders daarvan dadelijk den terugslag on dervinden. En dan kiezen de Prov. Staten de leden van de in de oogen der S.D A P. niet nood zakelijke, maar nu eenmaal bestaande Eerste Kamer. Op het gebied van de Waterstaatswetgeving vervullen de Prov. Staten een belangrijke rol. De soc.-democratische leden zijn de stuw kracht, geweest voor een groote uitbreiding van de wegen in de provincie te water en te land. Deze wegen beteekenen de ontsluiting van groote tuinbouwgebieden, waarvan de producten tot nog toe op zeer oneconomische wijze worden vervoerd. Komen er goede waterwegen en landwegen dan kunnen die producten op betere en goedkoopero wijze komen tot de arbeidersbevolking der groote steden. De heer De Miranda heeft dit in de Staten onlangs duidelijk uiteengezet tegen over den heer Asscher. Aan die betere land en waterwegen knoopte De Miranda het groote Amsterdamsche Markthallenplan vast. Er zijn thans toch producten die 5 cent kos ten op de veiling en waarvoor de arbeiders vrouwen ruim 30 centen betalen. Op het ge bied van wegenaanleg willen de soc.-demo craten steeds voortgaande uitbreiding van provinciale bemoeiing. Ook op onderwijsterrein wil de S.D.A.P. voortschrijding- der provinciale bemoeiing, speciaal wat betreft het Nijverheids- en vak onderwijs op het platteland. (In do steden is dat beter). Op dit terrein kan de provincie door verstrekkende maatregelen pioniers arbeid verrichten. Versclül tusschen de ste den en het platteland bestaat ook nog in andere opzichten. Men denke aan het onder wijs aan zwakzinnigen en nazorg voor oudere zwakzinnigen; arbeiderswoningbouw (tegen woordig wordt daarbij rekening gehouden, door hot werken van de gewestelijke com missie voor uitbreidingsplannen, met de be scherming van natuurschoon, dat ook van zooveel belang is voor de arbeidersklasse). Meermalen treden soc. democraten in de Staten op als pleitbezorgers voor het behoud van oude gebouwen en voor het geven van provincialen steun aan bestrijding der werk loosheid. Vervolgens deed spr. een aanval op Mr. Bomans, die onlangs in een verkiezingsrede heeft gezegd, dat het met de financiën van de provincie niet goed gaat, maar toen door de Staten groote sommen werden toegestaan voor wegenaanleg en sociale maatregelen met geen woord do.artegen heeft geprotesteerd. Mr. Bomans wil nu den ..bezuiniger" uit hangen, in deze verkiezingsdagen, maar aan hem zij gezegd, dat de soc. democraten, als het van hen afhangt, nog veel meer geld door de provincie zullen doen uitgeven. „Rood is duur!" Hieran was het woord aan den heer Michels. Spr. vestigde de aandacht op den stijgen den invloed der soc. democraten in de Staten, waardoor de provincie op velerlei gebied thans veel meer doet dan vroeger. Een flinke sociaal-democratische fractie beteekent stuw kracht op sociaal terrein in de Provinciale Staten. Behandeld werd vervolgens de gezondheids zorg in de provincie. De provincie begon daaraan in 1920, toen de soc. dem. fractie 19 leden telde en één ver tegenwoordiger had in Ged. Staten. En thans is voor 1931 een half millioen uitgetrokken voor gezondheidszorg in de provincie ln den vorm van het verlcenen vnn subsidies aan particuliere lichamen, die zich met gezond heidszorg bezighouden. Deze steun heeft al bewerkt dat tegenwoordig veel meer t.b.c.- lijders naar sanatoria worden uitgezonden dan vroeger in Noord-Holland. Hetzelfde is gebeurd op het gebied van de wijkverpleging. Op elke plaats in Noord-Holland is nu ten- FEUILLETON. Een ongeluk in de Andes. Naar het Engelsch van MORICE GERARD. (Nadruk verboden). 2) Even bleven de oogen van het kind gericht op hot knappe, schrandere gezicht van den advocaat en do fijne trokken van zijn metge zel. Toen bloosde ze en wondde het hoofd af. Haar begeleider bracht haar naar de ta fel, die voor hen was gorosorvoerd, vlak naast die, waaraan John en Sir Miles gezeten wa ren. Het meisje had don rug naar dc belde mannen, wier belangstelling in haar aan trekkelijk persoontje was opgewekt, gekeerd. Af en toe hoorden zij het zilveren getinkel van haar lach: het kind scheen met volle teugen van al het heerlijk nieuws te genie ten! Dc stoornis had de belde vrienden van hun onderwerp afgebracht en Sir Miles en dc ad vocaat praatten verder niet over Andrew Sylvester. Toen zij afscheid namen op de stoep van het restaurant, wenschte John zijn vriend met een hartelijken handdruk goede reis en een behouden thuiskomst. Maar even later op zijn kamer gekomen, vond de advo caat een brief over een belangrijk proces, waarin hij zich direct verdiepte en vergat Sir Miles en het gevaar, dat deze met zijn slecht,-befaamden geleider liep. HIJ hoorde niets van Sir Miles, terwijl deze in do binnenlanden van Zuid-Amerika zat, de jonge baronet was niet gewoon zijn vrien den levenstcckcncn tc zenden, wanneer hij op zijn zwerftochten was en dc gelegenheid minste één wijkverpleegster. Het zou goed zijn als nu ook begonnen karT worden met geneeskundig schooltoezicht. Daarvoor zullen districten moeten worden gevormd. Op het platteland is men helaas nog niet voldoende van het nut van genoemd toezicht door drongen. Aan dit onderwerp is verwant de krankzin nigenverpleging, waartoe de provincie wette lijk verplicht is. Noord-Holland beschikt nu over 3 gestichten: maar 1400 patiënten moe ten nog plaats vinden bij particulieren. Spr. geeft dc voorkeur aan de verpleging in eigen gestichten van de provincie boven die in par ticuliere inrichtingen. De verpleging in de Noord-Hollar.dsche ge stichten is niet duur, zooals dezer dagen door anti-rev. tegenstanders van bverheldsexploi- tatle Is beweerd, al mócht die verpleging ge rust duur zijn, want zij is beter. Het Prov. Waterleidingbedrijf brengt het water overal in de provincie, óók in die stre ken. waar particulieren het nooit zouden hebben gebracht. De soc. dem. fractie ln de Staten vestigt elk jaar de aandacht op het wenschelijke van verlaging der tarieven. Ook deze spr. behandelde nog de rede van Mr. Bomans. Als de heer Bomans werkelijk gemeend heeft wat hij zeide over de geldver- kwistlng van de Staten, dan begrijpt spr. niet dat. hij nog de financiën van de provin cie wil blijven beheeren! Spr. eindigde met een beroep op de kiezers, te zorgen dat de soc. dem. fractie versterkt ln de Staten terugkeert. De voorzitter, de heer D. J. A. Westerveld. sloot de bijeenkomst met een woord van dank aan de sprekers. ZUIGELINGENZORG. Aan het twee en twintigste Jaarverslag van de vereenlging Zuigelingenzorg over 1930, ont- leenen wij: Gedurende 1930 werden 625 627) zuigelin gen ingeschreven. Van de gedurende 1929 ingeschreven zuigelingen bezochten nog 341 (349) de bureaux in 1930. Dus een totaal van 966. (976). De verdeeling over de verschillende bureaux was als volgt: Jacobijnestraat 293 (267), Amsterdamstraat 127 (128), Scendaplein 206 (232). De vermindering van het aantal ingeschre ven zuigelingen in het Noorden van de stad moet zeker worden toegeschreven aan de slechte hulsvesting van het daar ter plaatse gevestigde bureau. De groote uitbreiding van dat gedeelte van Haarlem zou een grootere toeloop doen verwachten. Het is dus te hopen dat, wanneer in den loop van 1931 't nieuwe bureau in de Mr. Gerlingstraat geopend zal zijn, van onze hulp in ruimere mate gebruik gemaakt zal worden. Van de ingeschreven zuigelingen waren af komstig uit: Haarlem 608, Velsen 6, Bloemendaal 7, Be verwijk 1, Haarlemmerliede 3 en Haarlem mermeer 1. Het aantal huisbezoeken door de dames Keus en Serné afgelegd, bedroeg 7217 (6690). Van de gelegenheid om in de melkkeuken voedsel ten behoeve van zuigelingen toe te bereiden werd gedurende 1930 geen gebxaxik gemaakt. Aan 20 (16) moeders werd 1 Liter melk of 1 Liter pap gedurende verschillend langen tijd verstrekt. Het totaal bedroeg 784 (910) Liter. Evenals het vorige jaar werden de spreek uren gehouden door de artsen Mevrouw J. van GilseVan West, Dr. T. Haibertsma, Mevr. A. M. HazevoetRenout en Dr. A. Jonker, terwijl Mevr. Dijkstra verschillende keeren hulp verleende. De 2 moedercursussen werden door 50 moeders bezocht. De gemeente Haarlem verleende voor 1931 een subsidie van f 5900, de gemeente Bloe mendaal f 25. De Commissie voor KInderhygiëne van de N.-H. Vereenlging „Het Witte Kruis" ver leende een bijdrage van f 1348.18. De Inkomsten van de bureaux bedroegen f 1977.80 (f 2063.90). Het aantal donateurs bedraagt 20 (20), het aantal leden 194 (199); het aantal begunsti gers 39 (42). Het Stichtingsfonds bedraagt f 1197.19. De tusschen haakjes geplaatste cijfers zijn die over het jaar 1929. DE GEMEENTEN EN HET RAPPORT- RUTGERS. De Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten heeft naar de Msb. meldt, inge steld een commissie aan welke is verzocht haar van advies te dienen over het onlangs verschenen Verslag van de Staatscommissie- Rutgers inzake herziening van de Lagcr- onderwijswet 1920. Voorzitter dezer commissie is de heer J. v.d. Melen, burgemeester van Renkum. daartoe ontbrak ook meestal. Het eenige wat de advocaat ontvangen had, was een briefkaart, waarin Sir Miles hem zijn aan komst aan de overzijde van den Oceaan meldde. Op een avond echter, een jaar ongeveer na hun gemeenschappelijk diner in de „Prince af Wales", nam John Harkbutt de courant op en zijn oog viel op een bericht, dat direct zijn geheele aandacht, had. „Naar wij vernemen is Sir Miles Calilston, de bekende sportman en ontdekkingsreizi ger. tijdens zijn expeditie ln Zuid-Amerika, ernstig ziek «worden. Er schijnt een onge luk te hebbexrplaats gehad, waarbij Sir Miles gevaarlijke verwondingen heeft opgcloopen en zijn reisgenoot, de heer Andrew Sylvester, naar men mag aannemen, het leven hoeft gelaten. Nadere bijzonderheden ontbreken. Ofschoon aan de Juistheid van het bericht uiet hoeft te worden getwijfeld". „Gelukkig dat het Andrew is geweest en niet Miles", zuchtte John Harkbutt opge lucht, toen hij klaar was met lezen. „Maar ik zou wel eens willen weten wat zich daar in de Andes heeft afgespeeld HOOFDSTUK II. Dc algcmeene Opinie. „Het plaatst ons allemaal voor een moei lijk probleem", zei Lady Winstanley tegen haar vriendin mevrouw Winton, de vrouw van dsn dorpsdokter. „Het zou ons voor een nog veel grooter probleem plaatsen", antwoordde deze. „wan neer er ook een mevrouw Austin was. Maar Je was ook wel erg happig om de „Grange" te verhuren. Allee, voegde de sproekster er langs-den-ueus weg aan toe. DE VROUWENGROEPEN IN DEN VRIJHEIDSBOND. Maandagmiddag hebben de Vrouwengroe pen in de Liberale Staatspartij „De Vrijheids bond" een openbare vergadering belegd in het gebouw Zang en Vriendschap aan de Jansstraat. Nadat mevr. C. S. de Veer-Blok Wybrandi, presidente der afd. Haarlem een openings woord tot de zeer talrijke aanwezigen had gericht en mej. H. Waller Zeper, door mevr. Petrl-van Huizen begeleid het Vrijheidsbond lied gezongen had (ook na de pauze verleen den dezen hun zeer gewaardeerde muzikale medewerking) trad mevr. M. Boissevain- Pijnappel, lid der Provinciale Staten als spreekster op over: Vrijheid, Vrouwen en Volksgezondheid, Onze vrijheid, waar onze voor/aderen hun leven voor gelaten hebben, wordt ernstig be dreigd. Voortdurend verbiedt men, nu eens dit, dan dat. En het verkeerde er van is, dat de eene partij een verbieder van iets toejuicht, als het aan de andere partij geschiedt, maar het onrechtvaardig oordeelt, zoodra het ver bod haar zelf betreft. Spr. staafde dit met enkele voorbeelden, als een Avrovlaggetje op 'n fiets, het insigne van een gebroken geweer In knoopsgat, het plaatsen van reclameborden met verkie- zlngscandidaten enz. De getrouwde vrouw mag niet werken, vindt rechts. Zij hoort thuis bij haar kinde ren en huishouding. Maar, zegt spr. er zijn jongeren die een vak geleerd hebben, en de zulken mogen in hun huwelijk met dat vak, als ze er van houden, wel doorgaan. En als de man niet genoeg verdient, v/aarom zou de vrouw dan niet wat mogen bijdragen door eigen werk? Bijv. er mochten geen gehuwde onderwij zeressen zijn. Dit is nu zoo veranderd, dat elke gemeente dit zelf moet uitmaken. Een ander voorbeeld: de vrouw kreeg geen werk- looslieidsuitkeering, waartegen is geprotes teerd. Het is gewijzigd in dier voege, dat er uitzonderingen toegestaan mogen worden. Spr. waarschuwt de vrouwen tegen de mentaliteit van rechts en toch zijn er al naar rechts gezwenkt, uit angst voor rood. Maar ook rood is verkeerd. Want deze partij doet alleen Iets voor zichzelf. In verband met de functie van de Provin ciale Staten, nl. het kiezen der leden van de Eerste Kamer, drong mevr. Boissevain met klem aan op het komen der vrouwen ter stembus. Over het werk der Provinciale Staten ten aanzien van de Volksgezondheid zeide spr. dat zij groote subsidies schenken aan sana toria, inrichtingen, vooral voor de kinderen. Want gezonde kinderen zijn de grondslag van de toekomstige bevolking. Zij spoorde de aanwezigen aan zooveel mogelijk leden en dus stemmen te werven, om een groot aan tal afgevaardigden van den Vrijheidsbond in de Staten te krijgen. Hierop sprak mr. A. S. Miedema, lid der Provinciale Staten, die als onderwerp geko zen had: De belangrijkheid van de taak der Frovinciale Staten. Uitvoerig belichtte spr. de beteekenis der woorden: Vrede, Vrijheid en Verantwoorde lijkheid. De liberalen wenschen vx-ijheid, over al, zoowel in den arbeid, als daarna bij de ontspanning. Zij willen een vrede, die bindt, en een verantwoordelijkheid die staalt. Het is merkwaardig zei spr., als men de socialistische propagandaverslagen leest, te zien, dat de socialisten alleen de scheppers der sociale maatregelen zijn geweest. Niets is minder waar. Ook door de liberalen zijn die maatregelen tot stand gekomen. Ze zijn ontstaan door samenwerking. De verantwoordelijkheid der werkzaamhe den rust op de Provinciale Staten. Maar er is één ding, dat door de Gedeputeerden ver richt wordt, zonder daarvoor verantwoorde lijk te zijn aan de Provinciale Staten, en dat is het toezicht op de gemeentefinanciën. Konden ze vroeger in openbare zitting ter aflegging van rekenschap voor de Prov. Sta ten geroepen worden, thans kan dat niet meer, en geschiedt het toezicht dus binnens kamers. Dit is onjuist. Een andere verantwoordelijkheid, tegen over de provinciale nooden. bijv. ten opzichte van de tuinbouwcrisis, hebben de liberalen anders opgevat dan de overigen. Zij wilden helpen en tevens de diepere oorzaken weg nemen opdat die crises zich niet nog vaker zouden kunnen.herhalen. De meerderheid der Statenleden was hier echter tegen. Vervolgens sprak mr. Miedema na de werk verschaffing in verband met het werkloos heidsvraagstuk aangeroerd te hebben, over de provinciale bedrijven (waarvan hij het ziekenhuisbedrljf x*eeds genoemd had) ril. de waterleiding en electricitelt. Deze bedrijven zijn met beleid gevoerd tot eer en voordeel der provincie. Maar niet mag uit het oog worden verloren, dat het monopolies zijn. „Natuurlijk! Hot huis heeft lang genoeg leeg gestaan en de huur vormt, een belang rijk deel van de opbrengst van het land goed". „En toen bleek dat hij goed was voor het geld, heb ik verder niet nauwkeurig naar dien meneer Austin en zijn verleden ge ïnformeerd?" „Och", antwoordde Lady Winstanley schou derophaler.d. „je kunt in den tegenwoordi- gen tijd niet zoo precies kijken als je wel graag zou willen Het was einde Juni. Lady Winstanley hield een van haar gewone middagthee's op Win stanley Manor, een prachtig oud kasteel in Devonshire. Buiten was een viertal van de gasten aan het croquet spelen; aan den eenep kant van het veld Generaal Lord Dalston en een dikke onelegante dame van een jaar of veertig, mevrouw Darly; aan de andere zijde dokter Winton en May, de dochter van den gene raal. Lord Dalston en May waren het twee tal geweest, dat dien avond, nu twee jaar geleden, de eetzaal van de „Prince of Wales" waren binnengekomen, toen Sir Miles en John Markbutt daar hun afscheidsdiner had den gehad voor het vertrek naar Zuid-Ame rika van eerstgenoemde. Het meisje was nog even mooi als toen, maar rijper en daar door nog veel bekoorlijker. Lady Winstanley en mevrouw Winton za ten in gemakkelijke stoelen voor de geopen de terrasdeux*en van den salon, Thea, 't eeni ge, zevenjarige kind. en het evenbeeld van de mooie vrouw des huizes, stond naast haar moeder. De meesteres van Winstanley Manor was acht on twintig en sinds vijf jaar weduwe en niemand begreep waarom ze nog steeds geen opvolger had geaccepteerd voor den overle den Sir Charles, die door oen jachtongeluk Men moet zorgen dat goede kwaliteit, goed koop wordt geleverd. Over de vrijheid zei hij. in aansluiting met wat mevr. Boissevain reeds gezegd had. dat hierbij waakzaamheid noodig is. De vrijheid is al zooveel besnoeid; men denke bijv. aan de gedwongen winkelsluiting, de eigendoms beperking (door woningwet e.d.), de radio dictatuur, plaatselijke keuze. De vrijheid is een dierbaar goed. Laten we trachten haar te behouden. Waak voor de vrijheid. Ook hij wekte de kiezers op, om de liberale vrijheidsgedachte, die in de Provinciale Sta ten leeft, daar te behouden en zoo mogelijk te versterken. WONINGBOUW. Dezer dagen hield de Coöp. Woningvereeni= ging voor Gemeentepersoneel haar jaarlijk- sche vergadering. Na afhandeling van eenige huishoudelijke zaken werden de jaarversla gen van den secretaris en penningmeester met algemeene stemmen goedgekeurd. Eij het punt verkiezing bestuur, werd de voorzitter W. C. van Kampen bij acclamatie herkozen. De 2e secretaris de heer J. Langerhuizen, wenschte door omstandigheden niet meer voor die functie in aanmerking te komen. In zijn plaats werd gekozen, de heer F. Leeuwen kamp. Aan den heer Langerhuizen werd dank gebracht voor het belangrijke werk voor de vereenlging verricht. Bij de bespreking over den stand van den bouw der 29 woningen aan den Spaarndammerweg, welke woningen zuilen bevatten kamer en suite, 4 slaapka mers en badkamertje, werd door de vergade ring instemming betuigd voor het initiatief door het bestuur ten aanzien van den bouw dezer betere woningen genomen. Machtiging werd aan het bestuur verleend tot aankoop in erfpacht van een strook grond, grenzende aan de in aanbouw zijnde perceelen ter grootte van ongeveer 2000 Meter. Hierop zullen 33 boven- en beneden woningen wor den gebouwd. Plannen daarvoor zijn reeds in voorbereiding. Nog kwam aan de orde het onderhoud der woningen van het com plex aan de Zomerkade. Zeer zuinig moet met het jaarlijksche bedrag wat aan onderhoud kan worden besteed worden huisgehouden, om algeheel schilderen der woningen over eenigen tijd mogelijk te maken. DE KENNEMER JEUGD HERBERG. STEUN DRINGEND NOODIG. Men schrijft ong: Zooals reeds onlangs werd medegedeeld, zal de nieuwe jeugdherberg voor Haarlem en om streken worden ingericht in de voormalige R.K. school aan de Jan Gijzenvaart. Voor het beheer en de exploitatie van deze jeugdher berg is in het leven geroepen de Stichting „De Kennemer Jeugdherberg", die in nauw verband met de Kennemer vereeniging voor Jeugdherbergen staat, omdat het Stichtings reglement de bepaling bevat dat drie der bestuursleden van de Stichting gekozen wor den door en uit het bestuur der Kennemer vereeniging voor Jeugdherbergen. Het bestuur der Stichting wordt thans ge vormd door: Ir. J. E. de Vries, voorz., A. van Nierop, sec.r., J. C. Slagter, Arch. B.N.A., pen ningmeester, Mevr. Ir. M. Waardenburg Lindeyer, K. Brants, Hoofdinspecteur L. O., Dr. W. E. Merens, T. K. Roosjen en Rego Veth. In verband met de vorming van deze Stich ting besloot de Kennemer vereeniging voor jeugdherbergen in haar vergadering van 11 April j.l. tot wijziging van haar Statuten en huishoudelijk reglement. O.m. komt in liet laatste thans de bepaling voor, dat 80% van het batig saldo der Kennemer vereeniging voor Jeugdherbergen aan het Stichtings bestuur zal worden overgedragen. Het laat zich begrijpen, dat voor de inrich ting van deze Jeugdherberg nog een flink bedrag noodig zal zijn. Wel bestaat er een herbergfonds, en hebben enkele particulie ren en organisaties reeds belangrijke bedra gen toegezegd, maar volgens de bsgrooting van het bestuur zal nog een bedrag van ca. 5000 bijeengebracht moeten worden. Het is van belang, dat dit spoedig gebeurt, daar het bestuur de Jeugdherberg nog dezen zomer, uitexiijk 1 Juli a.s., zou willen openen. Dit laatste niet om financieele redenen alleen, maar ook omdat zich bijna dagelijks bij den herbergleider „trekkers" aanmelden, die op een bepaalden datum in de Jeugdherberg zouden willen overnachten, en die nu teleur gesteld moeten worden. Zoo moest men deze week nog aan een groep van 24 Deensche Padvindsters melden, dat de jeugdherberg nog niet gereed is. Men kan op velerlei wij zen aan de inrichting van de Jeugdherberg medehelpen. Ijverige propagandisten zullen dezer dagen hun kennissenkring een lijst aanbieden, waarop men voor een bedrag kan inteekenen. Aan scholen en jeugd-organi- saties zal worden gevraagd, het bedrag be- noodigd voor een bed, te willen bijeenbren gen (een bed met toebehooren kost ca. Fl. 36). De naam van de schenkende school of orga nisatie wordt dan op het betreffende bed aangebracht, zoodat later de bezoekers uit allerlei streken kunnen zien, wat de Haar- lemsche jeugd voor de jeugd van ons geheele om het leven was gekomen. Alice was door haar ouders letterlijk tot het huwelijk met Sir Charles geprest, terwille van geld en positie, toen ze nog niet veel meer dan een kind was. Ze was een volmaakte schoonheid, met hoogblond haar waarover een gouden gloed lag, diepblauwe oogen onder lange wimpers en een huid zoo donzig en zacht als een perzik. „Is meneer Austin zoo'n slechte man?" vroeg Thea met kinderlijke openhartigheid. „Wel neen liefje! Waarom denk je dat? Tenminste we weten niets van hem, geen kwaad en geen goed". „Maar waarom mag u hem dan niet, mam mie?" „Ik heb niet gezegd dat ik hem niet mag, Thea. Ik ken hem niet. En we hadden op de „Grange" liever iemand gehad, dien we wèl kenden; dat is alles". Het kind zweeg, maar haar gezicht verried duidelijk dat ze door het antwoord van haar moeder niet voldaan was. Een hulsknecht trad binnen om de thee tafel in orde te. maken, even later tinkelde een zilveren bel en de gasten kwamen van het croquetveld en de tennisbaan door de openslaande deuren naar den salon. Lady Winstanley schonk thee uit een gedreven zilveren trekpot: Lord Dalston stond naast haar, vol bewondering neerblik kend op zijn schoone gastvrouw. Toen al haar bezoekers van thee waren voorzien, wendde zij zich tot den generaal: „Mevrouw Winston en Ik hadden het juist over den nieuwen bewoner van de „Grange". „Hebt u al nadere bijzonderheden omtrent hem gehoord?" „Neen. Niets anders dan dat mijn advoca ten schreven, dat de informaties uitstekend waren en dat hij een huurder is om in eere te houden. Hij was onmiddellijk bereid om land, ja zelfs van het buitenland gedaan heeft. Een teekening van de toekomstige inrich ting van het gebouw met een beschrijving zal binnenkort worden gepubliceerd. Het blijkt steeds meer, dat ook in ons land een stad heeft te zorgen, op Jeugdherberg- gebied een goeden naam te krijgen en te be houden. Haarlem, de bloemenstad, die door zoo veel vreemdelingen gezocht wordt, mag daarbij niet achtex-blijven. Het gebouw staat klaar, in een heerlijke omgeving en toch dicht bij de stad. de trek kers en de onderwijzers „op schoolreis" met hun kinderen, verlangen er naar,, daar ont spanning en rust te vinden na hun tochten door Haarlem en omgeving. Het bestuur der Stichting wil bemiddelend optreden, door Haarlem en de jeugdige reislustigen bijeen te brengenhet wachten is nog slechts op onze stadgenocten, die toch wel zullen inzien, dat hier een mooi, nuttig werk wordt ver richt. MIDDENSTAND EN POLITIEK. REDE L. DE GROOT. Maandagavond sprak voor de vereeniging van Jonge Liberalen in Café-restaurant Brink mann de heer L. de Groot, wethouder van Rotterdam, over Middenstand en Politxek. De heer Maas opende de bijeenkomst. De heer De Groot zeide, dat de midden stand zich voor groote moeilijkheden ge- plaats ziet, en dat dit voor een groot deel de schuld is der middenstanders zelf. „Ik denk er bijvoorbeeld aan, dat vele middenstanders slechts thuis chicaneeren en dat de zonen van middenstanders in een ander vak gaan, dan dat wat vader uitoefende". Soreker verklaarde dit verschijnsel op ver schillende manieren en noemde als één der eerste belemmerende factoren, het feit dat groote groepen zich afwenden vaxx den mid denstand. tot wien zij feitelijk qua origine en stand behooren. Abraham Kuiper heeft gezegd, dat een maatschappij met slechts twee uitersten, (democraat en daartegenover de vertegen woordiger van het kapitaal) kantelen moet. De eenige groep die het evenwicht kan doen handhaven is de middenstand. Deze middenstand moet het zich zelf waar maken, dat hij noodzakelijk is in het staats- bestel. Spreker behandelde voorts de vraag: Wat is een middenstander?, en zette vervolgens uiteen dat de middenstander een bron van welvaart kan zijn voor de stad zijner in woning. In een volgend punt van de rede, werd het zich mengen van de overheid in verscheidene belangen, waarin zij niet vertegenwoordigd diende te zijn, behandeld. De heer De Groot memoreerde, dat men 30 jaar geleden het particulier initiatief nog een kans gaf een taak te vervullen in de uitvoering van de sociale wetgeving (ongevallenwet). Spreker besprak daarna de verplichte win kelsluiting. De arbeidswet 1919 is fout en heeft den arbeid tot een vloek gemaakt. Het is den wetgever nooit te vergeven dat hij heeft ge generaliseerd. Allengs groeit het verzet echter. Er is een groot aantal arbeiders dat 8 uur arbeid te kort vindt. De overheid heeft de beunhazerij sterk in de hand gewerkt. Er wordt na werktijd clandestien goed- kooper dan normaal is, gearbeid. Men heeft ook een winkelsluitingswet uitgevaardigd. In de middenstandsorganisaties is deze zaak uitentreure behandeld. De eene groep is er altijd voor, de andere vlak tegen geweest. Men heeft de gemeentebesturen ln de uit voering van de wet wel eenige vrijheid ge laten, een latere aanvulling op de wet be paalde, dat er vast één vrije middag per week moest zijn. Hier maakte men dezelfde fout als in 1919. Men generaliseerde. Men zag de enorme verschillen over het hoofd. Spreker maakte dit duidelijk met een reeks voorbeel den en vergelijkingen. De heer De Groot zeide onder anderen, dat de winkelier de vrijheid moet hebben het risico aan het uitvoeren van zijn bedrijf ver bonden, zoo klein mogelijk te maken.Wanneer zooals in Haarlem is geschiedde raad de verplichting oplegt het winkelpersoneel een vrijexx middag te garandeeren, dan dient de overheid niet het algemeen belang, maar de belangen van een groep. Een van de groote fouten van den midden stand is geweest, dat hij zich niet heeft ge realiseerd, dat het in zijn macht lag grooten invloed uit te oefenen op de tot stand koming van de gezaghebbende lichamen. De tweede fout die gemaakt werd, moet op rekening van de overheid geschoven worden, die vergat dat er een middenstand was. Vervolgens hekelde de heer De Groot de politieke verdeeldheid die voor een deel schuld is aan de winkelsluitingswet, en lichtte met voorbeelden toe, waartoe ver deeldheid leiden moet. De heer De Gx*oot hield tenslotte een plei dooi voor de partij van het evenwicht, de libex-ale staatspartij „De Vrijheidsbond", het aangewezen gx-oepsverband van den middeix- stand. uit eigen beurs voor alle reparaties te zor gen: geen kleinigheid bij dat groote oude landhuis met al zijn bijgebouwerx! Hij heeft bovendien ongevraagd een jaar huur vooruit op mijn bankrekening gestort. „Dan bent u bepaald te benijden, Lady Winstanley. Ik wilde dat ik een paar van zulke huurders had. De mijnen schijnen te meenen, dat ze me een groot plezier doen door minstens een jaar huur achter te zijn!" „Bent u van plan hem een bezoek te bren gen?" „Als hij mijn huurder was. zou ik dat zeker doen. Maar in uw geval zou ik zeggen, wacht af, of hij iemand is om mee om te gaan". .Mevrouw Winton zei, dat dokter hem zal gaan opzoeken". „Dat kan gemakkelijk; die staat door zijn ambt boven de partijen". Opeens mengde de kleine Thea zich in het gesprek. „Mammie denkt ,dat meneer Austin een slecht man is", flapte ze uit. ,Maar kind", riep haar moeder verschrikt" zooiets mag je volstrekt niet zeggen. Je weet heel goed, dat ik niet gezegd heb, dat me neer Austin een slecht man is", „Neen maar u dacht het, mammie, hield het slimme meisje vol. Later herinnerde Lady Winstanley zich de niet al te welwillen de meening over Miles Austin, die haar doch tertje haar toedichtte. En Thea sloeg met haar kinderlijke intuïtie de plank niet zoo ver mis. Lady Winstanley en haar vrienden koesterden een vaag wantrouwen tegen den nieuwen bewoner van de „Grange" van wiens herkomst en verleden ze niets wisten, die scheen te baden in het geld en die zoo plot seling uit de lucht was komen vallen (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 6