STATEN-GENERAAL. DE WIERINGERMEER, HET ONBEKENDE LAND IN HET NOORDEN. HAARLEM'S DAGBLAD TWEEDE WOENSDAG 29 APRIL 1931 BLAD Cultuurarbeid in eersten aanleg. De landarbeid geen object voor werkverschaffing. Sagen van den Zuiderzeebodem. Sluis I staat nu nog afgeteekend in het landschap als een hooge ijzeren damwand en de hooge beenen van een heistelling. Zij is dertig meter lang en zeven breed, een niet zeer groote sluis. Men is er bezig aan de eerste steenen huizen, dubbele arbeiderswoningen en een nieuw postkantoor. De beheerster van de cantine van den volks bond tegen Drankmisbruik is tegelijk de tele foonjuffrouw van Wieringermeer en de eerste en eenige abonné. Doch zij heeft t merkwaar dig druk, tal van lieden schijnen met de Zuiderzee te willen spreken, de heer Minder- houd wordt van Alkmaar uit aan de telefoon geroepen. Wie zou meenen, dat hij tenminste midden in de Wieringermeer rust zou hebben, heeft het mis. Sterke drank wordt in de cantine van den Volksbond natuurlijk niet verschaft, zoodat de Wieringermeer in dubbelen zin drooggelegd gebied is. Dit valt zonder voorbehoud toe te juichen, want er werken in den polder lieden die zoo ver van huis zijn, Brabanders en Zeeuwen, dat het hun slechts mogelijk is om eens in de acht weken in hun gezin terug te keeren en waartoe zou het leiden indien in de eenzaam heid de drank een toevlucht werd? Als werkverschaffing dient men de Wie ringermeer niet te beschouwen. Br waren ge schoolde krachten noodig, en dezen heeft men betrokken uit de boerenzoons en boeren arbeiders. Niet uit grondwerkers, de echte polderjongens vindt men er niet. Het in cul tuur brengen eischt zooveel begrip, dat men slechts landarbeiders kan gebruiken. De boerenzoons zullen de eerste gegadigden zijn voor de nieuwe boerderijen, door het Rijk te bouwen. Er is een weldadige ruimheid rondom Sluis I, die eindelijk weer gebroken wordt door eenige accenten in het gezichtsveld. Rechts schuiven ver de zeilen voorbij van schepen op het Amstelmeer. Links ligt „de Terp", een kunstmatige heuvel, waaromheen 't hoofddorp van de Wieringermeer gebouwd zal worden. De Terp wordt het centrum van den polder, geografisch en cultureel. En in tijden van eventueele overstrooming een toevluchts oord. Een derde dorp is ontworpen bij Sluis Hl. Administratief vormt de Wieringermeer thans nog geen geheel. Het gebied is voorloo- pig ingedeeld bij de aangrenzende gemeen ten Medemblik. Wieringen en Barsingerhorn, een grensuitbreiding, waartegen zich geen enkele stem verheven heeft. Doch waar schijnlijk zal de Wieringermeer in de toe komst één gemeente vormen, zooals het ook met de Haarlemmermeer geschied is en men zal de gelegenheid te baat nemen om van den polder in elk opzicht een bestuurseen- heid te maken: één polder, één waterschap. Hoe gemakkelijk is het den wetgever dezen •keer gemaakt! Voorbij Sluis I vonden wij de Wieringer meer in den oorspronkelijksten vorm. Wij hadden nog maar wat verder door te drin gen, om met de allereerste wijze van bewer king, onmiddellijk volgende op de droogma king kennis te maken. Benzine, werkkracht en vernuft! Op een drassig stuk grond werkte Van Dijk's „Helios" greppelploeg. De machine is een Nederlandsch patent, geëxploiteerd in samenwerking met de Engelsche fabriek Maclaren. Zij heeft de conceptie van een groote ploeg, met een geweldig kouter. Zij wordt voortbewogen door een locomobiel, die haar aan een stalen kabel optrekt. Aan beide zijden van het te begreppelen veld, is zoo'n locomobiel geplaatst. Zij trekken de ploeg heen en weer als een slee over de glimmend vette klei. Zestig centimeter diep snijdt het kouter door den grond en er ontstaat een groppel, zoo recht en zoo keurig afgewerkt, als het met de hand maar mogelijk zou zijn. De besparing is twee derde van de arbeids kracht en bij groote greppels bijna de helft. Hoe gecompliceerd dit werk met zoo zware machines op zoo drassigen grond is, blijkt uit de manoeuvres, die noodig zijn, alleen om een locomobiel enkele meters te verplaatsen. De locomobiel staat en rijdt op holle brsede ijzeren rails en om deze te verleggen is een Fordson in dienst, die met korte ruk- en draaibewegingen (zoo kort, dat hij bijna om zijn as kan ronddraaien), over de kluiten klei en door de poelen hobbelt, waar gen menschenvoet in wegzakt. Het moerassige van den grond openbaart zich af en toe op minder aangename wijze, wanneer wij ongeveer tot de knie er in weg zakken. Men moet er eenigszins op gekleed zijn en wanneer men er niet op gekleed is: Welnu, kalm laten opdrogen, klei laat zich droog heel makkelijk afborstelen. En men maakt nu eenmaal geen ontdekkingsreizen zonder de euvelen er van te ondervinden. Meer dan een uur loopen nu al van Sluis I. vinden wij de „Ruston Bucyrus" „dragliner", de slootengraafmachine. Zij vertoont veel overeenkomst met de zelfgrij- pers, die zand lossen uit zolderschuiten. Zij graaft met gulzige happen, slechts enkele ar beiders zijn sr noodig om de taluds van de gegraven sloot wat bij te werken. De machine is in bedrijf bij de Holland- sche Aannemingsmaatschappij, die in dit deel van den polder werkt. De dragliner aan den arbeid. Arbeiders werken het talud van de kavelsloot bij. Een andere aannemer is Rudolf Sack, Leipzig welke ons de vernuftigste machine uit den geheelen polder demonstreert. Ten behoeve van een vlotte ontwatering wordt het geheele gebied gedraineerd. Als oppers hooi liggen de roode steenen buisjes opgetast in den polder. Zij worden in den grond gebracht en zul len het water afvoeren naar de slooten, die het op hun beurt naar de kanalen leiden. De machine van Rud. Sack brengt -.en stalen buis is den grond, welke buis tegelij kertijd boven den grond uit een stalen band geproduceerd wordt en over een lengte van 125 Meter 1,18 M. diep door den grond wordt getrokken, te beginnen bij een slootkant. Op verbluffende wijze is een inrichting aange bracht, waardoor voorkomen wordt, dat de oneffenheden in het terrein, waarover de trekmachine loopt, invloed hebben op de ho rizontale ligging van de buis. De stalen buis is geperforeerd en na enkele minuten begint zij reeds water te geven. De vraag is slechts of deze geteerde stalen buizen duurzaam tegen vocht bestand zullen zijn. Tenslotte bezichtigden wij het Rad van Avontuur. Het „Rad van Avontuur" is een graafma chine van de Hollandsche Aannemings maatschappij welke machine blijkbaar geen anderen naam heeft dan deze, haar door uc arbeiders gegeven. Deze eigenaardige machinale slootendelver heeft zich met zijn geheele lichaam op het werk geworpen. Als een mol schuift hij, op de enorme rupswielen voort over de baan, waar in hij een sloot zal trekken, achter zich het draaiende graafwiel, dat averechts op de rich ting van voortbeweging staat. Het wiel werpt de kluiten klei, die het opdelft ver- weg, hoog door de lucht, zoodat de machine in werking een allervreemdsten indruk maakt. Het is niet geraden om haar aan de zijde waar zij klei spuwt op minder dan 25 meter te naderen. Wij zouden trouwens, hoe interessant het ook is, geen enkelen leek willen aanraden, om de Wieringermeer zonder deskundig ge leide te bezoeken. Men zou er licht kunnen verdwalen. Het Rad van Avontuur werkt sneller dnn de drag-liner, het heeft echter het nadeel, dat er slechts cirkelvormige slooten mee te graven zijn, die in afmeting gebonden zijn aan den straal van het graafwiel. De terugweg leidde over een met water be dekten grond, hier en daar groen door' den aanslag van wier en zeeplanten. Het verhaal werd gedaan van het officieel bezoek van een hoogen ambtenaar, in statige ambtsklee- ding met een uitzondelijk stijven hoed. Deze ambtenaar nam niet de noodige voorzichtig heid in acht en zakte weg tot aan zijn armen in de weeke klei Wij vonden een ouden kogel, die herinne ringen opriep aan den slag op de Zuiderzee in 1573. -<v '>M3 l{ -r ...tf.'Va. ËjSfe '•'r.tjfc.-j 'V. "-MM INGEZONDEN MEDEDFELINGEN a till Cts. per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS Barteljorisstr. 16 - Tel. No. 10756 Alle merken Stofzuigers Er lag ook een groene scherf, en wij con cludeerden. dat die van een urn geweest moet zijn. Er deden geschiedenissen de ronde van het vrouwtje van Stavoren, van Koning Radboud. Zoo ontstaan de eerste sagen van de Wieringermeer Midden in de moerassige wijdheid van 20.000 bunder hadden wij een aardige ont moeting: ir. S. Smeding, lid van de directie van den Wieringernieerpolder. Hij met ir. Mesu en ir. Alph. Roebroek vormen het drie manschap. dat voorloopig het beheer zal voe ren over Nederland's twaalfde provincie. Zij zijn respectievelijk belast met de landbouw kundige afdeeling, de cultuurtechnische af- deeling en de sociaal-economische afdee ling. Hun is terzijde gesteld de heer C. L. de Bruyn. als secretaris der directie, de heer A. Minderhoud als inspecteur, eenige adjunct inspecteurs en verder eenig personeel, dat ten kantore van den dienst te Alkmaar werkzaam is. Hoogst belangrijk werk is het, dat dit drie manschap is opgedragen en bij het kijkje er op, dat ons dank zij de welwillendheid van ir. Mesu was toegestaan, hebben wij kunnen constateeren. hoe de arbeid in den eersten Zuiderzeepolder geleid wordt met groote toe wijding en met groote liefde voor dit nieuwe stuk van Nederland. Het onbekende land in het Noorden. Terra incognita. Waarvoor het geluk nog open ligt. K. Pk. Van Dijk's Helios Greppelploeg trekt de greppel kaarsrecht. Op deze foto komt de onafzienbaarheid van 't arbeidsveld goed uit. REGELING KINDERMEIFEEST. Alle kinderen die deelnemen aan het kin derfeest aoor het 1 Mei-comité van de S.D. A.P. en den H.B.B. georganiseerd, komen in groepen naar de Gem. Concertzaal. De groepen verzamelen zich om kwart over twaalf Jan Gijzenvaart, om half één Soenda- plein, Leidscheplein en Nagtzaamplein, om kwart voor één Klokhuisplein, en trekken onder geleide naar de concertzaal. ORANJEBOND „PRINSES JULIANA". Voor de leden en genoodigden van den Oranjebond „Prinses Juliana" was Dinsdag avond in het gebouw „Bloemhof" een fees telijke bijeenkomst belegd, die heel druk be zocht was. Er was in de groote zaal bijna geen plaatsje onbezet, toen de voorzitter, de heer J. H. van Engelen, het feest opende met een welkomstrede. Hij sprak zijn blijdschap over de groote opkomst uit. „De leden had den zelf het verlangen naar dezen feest avond kenbaar gemaakt", zei spreker, „en zij hebben het bestuur niet beschaamd gemaakt waardoor het harde werken van het bestuur beloond is, want het organiseeren van zulk een feestavond kost niet alleen veel geld, maar ook veel tijd". De heer Van Engelen eindigde zijn rede met de aanwezigen uit te noodigen, staande een paar coupletten van het Wilhelmus te zingen, aan welk verzoek met geestdrift vol daan werd. Daarna werd met de afwerking van het programma begonnen. De heer Kees Klaare trad als conférencier op en deed dit op zeer geestige wijze, zooals we dit trouwens van- hem en zijn collega gewend zijn. Ook hij be gon met een openingswoord en beloofde, dat het een avond van vroolijkheid, jolijt en ge zelligheid zou worden. Daarom hadden zij het Vlaamsche Duettistenpaar „Duo Capro" uitgenoodigd, hier dezen avond op te treden. Ook deze twee wisten een uiterst vroolijke sfeer te scheppen, niet het minst door hun voordracht: „Waarom zullen wij trouwen saam?" Maar ook hun andere liederen vielen zeer in den smaak. De heeren Kees Klaare en Flora hadden eveneens veel succes met hun gesproken en gezongen woord. Veel indruk maakte hun lied op de werkloosheid. Verder werd medewerking verleend door de Jazz-Band „The Jolly Band". Vooral dit laatste gezelschap hield er den ganschen avond de goede stemming in. Het feest werd met een gezellig bal onder leiding van de dansleeraren Gebrs. Kwekke- boom gesloten. AUTO TE WATER GEREDEN. In den nacht van Maandag op Dinsdag is in de Brouwersstraat te Meppel een auto met vier personen te water gereden. Met groote moeite konden de inzittenden, twee heeren en twee dames worden gered. AGENDA. Heden: WOENSDAG 29 APRIL Stadsschouwburg, Wilsonsplein. N.V. Ver. Rotterdamsch-Hofstad Tooneel; „En als de Ster bleef stille staan," 8 uur. Remonstrantenhuis, Wilhelminastraat Openbare voordracht over de Soefi-beweging door Miss Lloyd, uit Londen, 8.15 uur. Kerk Ged. Oude Gracht: Fryske Bijbelle zing, 8 uur. Gem. Concertgebouw: R.K. Oratoriumver- eeniging. „Der Messias". 8.30 uur. Palace: „Leutnant warst du einst bei den Husaren". Tooneel: Frindt Bros. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Het geheim van Ravens- berg" en „Een wanhoopsdaad". Tooneel: Ko- sacken-Ensemble Russj. 2.30 en 8.15 uur. DONDERDAG 30 APRIL Gem. Concertgebouw: H. O -V. Beethoven Cyclus. 8.15 uur. Ged. Raamgracht 75. N.V. Vereenigde Haar- lemsche Bedrijven Jan Muller en Aar. van der Lande. Aandeelhoudersverg. 2 uur. Groote Kerk: Orgelbespeling 34 uur. Bioscoopvoorstellingen. Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags, toegang vrij. Heemstede: Raadsvergadering 8 uur. AVOND- EN NACHTDIENSTEN APOTHEKEN Duym en Keur, Keizerstraat 6. tel. 10378. Firma H. Remmers en Zoon. Kruisstraat 6, tel. 10354. TWEEDE KAMER 28 April. Dc interpellatic-Kortenhorst over de practische handels politiek van de naaste toe komst. Wetten op komst betreffende de economische voorlichting en dc dumping. Een interpellatie, welke weinig kon opleveren. De Kamer is weer bijeen. De voorzitter schijnt van plan te zijn ln één week door te zitten tot het groote zomer - recès. Nu werk is er genoeg voorloopig. Wij krijgen b.v. de Drankwet. En wij krijgen dat deelde de regeering mede vanmiddag ook het wetsontwerp betreffende de econo mische voorlichting nog te behandelen voor het zomerrecès. Ook dc wet op de vorm van godslastering? Bovendien komt er nog een interpellatie- Wijnkoop. Vanmiddag werd deze aangevraagd en ér is geen reden te bedenken, waarom zij zou worden geweigerd. De heer Wijnkoop wenscht vragen te stellen over het weren van de Tribune uit de Openbare Leeszalen en uit den Spoorwegboekhandel. Vandaag was de middag gewijd aan de be handeling van de interpellatie-Kortenhorst over: „het standpunt der regeering t. a. v. het niet in werking treden der Handelscon ventie en van de te verwachten wijzigingen in de internationale economische politiek en omtrent de gevolgen daarvan voor de Neder- landsche belangen". De heer v. d. Waerden poogde bij de rege ling van werkzaamheden de behandeling dezer interpellatie uitte stellen. Hfj had daarvoor zeer goede gronden. Immers op internationaal economisch gebied is in de laatste maanden alles omgewoeld. Op het gebied der handels betrekkingen verschijnt er velerlei nieuws, dat eerst tot ontwikkeling moet komen wil er voor ons land een houding tegenover be paald worden. De heer Colijn heeft dat alles, toen de interpellatie gehouden werd, nog eens de revue doen passeeren- Het voornaam ste noemen we: de Duitsch-Oostenrijksche tolunie (die dr. Colijn, wat men er ook van zeggen moge. de verdienste toekent, dat het in den economischen stilstand, veroorzaakt door het verwerpen der conventie-Colijn, weer deining heeft gebracht), de rede van Dr. Benesj voor luttel dagen, de schade, die aan het meest-beunstigings-princiep kan wor den toegebracht door handelsverdragen van de tolunie-karakter en ten slotte dient afge wacht te worden welke houding Frankrijk zal aannemen. Dr. v. d. Waerden nu achtte het beter, om dien staat van wording, waardoor ook de regeering in haar antwoord zou ge handicapt worden, de interpellatie thans niet te behandelen. De voorzitter bracht daartegen een argu ment in, waarvoor Dr. v. d. Waerden week. De regeering n.l. had reeds verklaard de in terpellatie te willen beantwoorden. M.a.w. het ging niet aan, de regeering te zeggen, dat zij niet antwoordden kon, nu zij aanwezig was om te antwoorden. En toch heeft de loop der discussies de juistheid van het inzicht van Dr. v. d. Waer- den's profetie, dat er niets te antwoorden viel. Zoowel de heer Colijn als de heeren Vliegen, Oud en Lovink hebben het onder streept: de interpellatie was niet ter juister tijd gehouden. De regeering de heer Beelaerts van Blok land heeft wel heel duidelijk onderstreept, dat hij namens de rgeering sprak, de geheele regeering heeft de vragen van den heer Kortenhorst sober beantwoord. Wel heeft Dr. Kortenhorst die vragen ingeleid met beschou wingen, maar de regeering is daar niet op ingegaan. Begrijpelijk. Hier wekte het ver schil van standpunt Dr. Kortenhorst wilde er eens over praten, hoe alles zou kunnen worden wilde verschillende gevallen onder het oog zien, de regeering' hield zich aan de feiten, wilde zich binden aan uitspraken over din gen, die zich wellicht heel anders zullen op lossen, dan nu vermoed wordt. De regeering heeft tot taak de ontwikkeling der dingen belangstellend gade te slaan; hooghoudend wat in het internationaal samenleven de volken tot elkaar kan brengen. Een houding, die gebillijkt werd door de heeren Colijn, Oud en Vliegen. De heer Kortenhorst vroeg allereerst of de mislukking der handelsconventde-Colijn mede te wijten geweest is aan het feit, dat door de gewijzigde inzichten en omstandigheden sinds de totstandkoming, het gunstige mo ment voor het in werking treden van de conventie verstreken was? Neen antwoordt minister Beelaerts, die in het geheel niet inging op de beschouwin gen van Dr. Kortenhorst, doch alleen de vra gen onder de loupe nam neen „er is nim mer een gunstig moment geweest". Ook vroeg Dr. Kortenhorst: „Draagt de te late ratificatie van de conventie door de Ne- derlandsche Regeering mede aan deze mis lukking schuld? Neen antwoordde op nieuw Jlir. Beelaerts die mislukking is niet door de late Nederlandsche ratificatie beïnvloed, maar was veeleer te wijten aan de onzekere houding van groote landen als Frankrijk. Dr. Kortenhorst's tweede vraag luidde: „Is de Regeering voornemens om, na beëin diging van den termijn, waarvoor de con ventie 1 2 In- en Uitvoerverboden is geslo ten. Nederland nog langer aan deze conven tie te binden? De minister antwoordde: Ja. De volgende vragen werden belangrijker. Ook om het regeeringsantwoord. hetwelk toonde, dat de regeering diligent blijft op enkele belangrijke punten. De derde vraag luidde: „Zal het niet-in- werking treden der Handelsconventie naar het oordeel der Regeering een remmenden invloed uitoefenen op het tot stand komen en doorwerken van de regionale overeen komsten. waarbij Nederland betrokken is. nl. die met België en de Scandinavische lan den eenerzïjds en van bilaterale overeen komsten als die met Duitschland ander zijds?" En: „Is de regeering van plan de aangevangen besprekingen voort te zetten?" De regeering kan niets ontdekken van een vermeenden invloed. Zij zal de besprekingen met Scandinavië en België voortzetten. Even zeer ook de besprekingen met Duitschland. De regeering heeft in tweeden termijn niet geantwoord op een vraag van Dr. Colijn. die meende, dat de reeds aangevangen onder handelingen met Duitschland wel eens zou den vertraagd kunnen worden in haren voortgang na de inleidende discussie, door de Duitsch-Oostenrijksche tolunie. Welk standpunt de regeering innam tegen over die nieuwe tolunie vroeg dan Dr. Kortenhorst. De minister beantwoordde die vraag economisch.' niet juridisch, niet poli tiek natuurlijk. En hij gaf het antwoord, dat wij onlangs in ons artikel over de Tolunie de den spreken, het antwoord, dat veel nadeden: niet verwacht behoeven te worden, dat er zelfs van eenig voordeel kan gesproken wor den. wanneer de tolunie de economische ver steviging van afzetgebieden zou kunnen be werken. Ook de vijfde vraag was belangrijk. Maar toch ook weer een duidelijk, welomschreven antwoord kan de regeering niet geven: do feiten staan niet vast over de ontwikkeling der dingen. Deze vraag luidde: „Acht de regeering door het sluiten v.irt tollinies tusschen protectionistische landen, waarbij Nederland niet betrokken is. het ge vaar aanwezig, dat de voordeden der meest- begunstiging ons land zullen ontgaan on dat de export van Nederlandsche producten nog sterker, dan reeds het geval was, zal worden belemmerd? Hier zijn gevaren. En zouden zij doorwer ken zoo zeide zoowel de bewindsman ais Dr. Colijn dan zou wel degelijk de mees— begunstigingsclausule aan alle kanten op nieuw moeten worden bezien. Maar zülko tolunies zijn er nog niet in den vorm. dat van onze politiek der hooghouding van het meestbegunstigingsrecht thans moet worden, afgestapt. Dr. Colijn drong nog eens aan up he;, voortgaan met het hooghouden van dat recht. De zesde vraag de lieer Kortenhorst had er tien! luidde: „Ligt het in het voor nemen der regeering om met de landen, wier handelspolitiek min of meer met de Neder landsche overeenkomt, nauwere economische aansluiting te zoeken, teneinde gezamenlijk den nieuwen internationalen toestand onder het oog te zien en vervolgens, om onder alle omstandigheden gevrijwaard te zijn tegen de nadeellgc gevolgen, die eventueel wijziging der handelspolitiek in die landen voor de Ne derlandsche belangen zou meebrengen?" Het eerste gedeelte was reeds beantwoord. Wat het tweede betreft, stelde Jhr. Beelaerts de zeer gerechtvaardigde vraag of het über haupt mogelijk was, ons land „in alle om standigheden" te vrijwaren tegen nadeelige gevolgen van handelspolitieke wijzigingen elders? Op een volgende vraag antwoordde de mi nister van Buitenlandsche Zaken, dat de re geering bereid is. het standpunt ingang to doen vinden, dat concessies door landen met een protectionistische handelspolitiek ana landen met een tegenovergestelde handels politiek verleend, niet krachtens de mcestbo- gunstiging ten deel behoeven te vallen aan andere landen? Voort heeft dc regeering ondersteund door Dr. Colijn betoogd van preferentieel© rechten niet te willen weten. Een onderhan delingstarief is in studie maakte de regee ring zich opnieuw van de R.K. aandrang af. Maar Dr. Colijn «ondersteund door Dr. Lo vink) bezwoer bijna de regeering en Dr. Kor tenhorst daartoe toch niet te komen, omdat zijn ervaring hem zeide, dat daarvan enkel en alleen nadeclen zouden te wachten zijn, wijl aanleiding gevend tot onontwarbare puzzles. Voorts deelde de regeering mede dat een wetsontwerp betr. de nieuwe ordening van de economische voorlichting het departement van Arbeid. N. en H. heeft verlaten en dat een anti-dumpingswetgeving in verren staat van voorbereiding was. Summa Summarum dus: een Interpellatie, welke beter had kunnen uitgesteld worden! De Kamer luid uiteraard niet veel aanlei ding tot tusschenkomst.. Zij maakte slechts fragmentarische opmerkingen. Het voor naamste hebben we reeds weergegeven. Dc heer Oud waarschuwde, ook met antl-dum- pingsmaatregelen voorzichtig te zijn, vooral voorzichtig in den afvoer van producten, die door het dumpende land als dumping werden aangemerkt. INTIMUS. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank té Haarlem zijn op 28 April 1931 in staat van faillissement verklaard: 1. J. Kit, koopman in cacaoafvalprodue- ten wonende te Koog aan de Zaan, Zuid einde 57. Curator Mr. A. Beets wonende tc Haarlem. 2. J. Brethouwer, stucadoor, wonende te Wijk aan Zee en Duin, Cornelis Matenveg 5. Curator Mr. J. A. B. Sanders wonende te Beverwijk. Opgeheven werden de faillissementen we gens gebrek aan actief van: 1. W. Biesheuvel wonende tc Haarlemmer meer. Curator Mr. L. J. Venhulzen wonende to Heemstede. 2. IT. G. Both, wonende te Hillegom. Mr. F. J. Gerritsen wonende te Haarlem. 3. A. van der Corput wonende tc IJmuI- den-Oost. Curator Mr. A. van der Flier wonende to IJmuiden. Geëindigd zijn de faillissementen door hef verbindend worden der uitdeeling.slijst van: 1. J. P. Faure wonende tc Haarlem. Curator Mr. J. Deenik wonende te Haarlem. 2. M. A. Gedaan, wonende te Haarlemmer meer. Curator Mr. Jhr. L. U. Rengers Hora Slc- cama wonende te Haarlem. 3. L. A. Schoorl. lid der firma Hulsbosch en Schoorl. wonende te Haarlcmmcrllede. Curator Mr. L. Ali Cohen wonende te Haarlem. 4. Fa. Hulsbosch en Schoorl gevestigd te Haarlemmerliede. Curator Mr. L. Ali Cohen wonende te Haarlem. 5. G. Th. Steentjes wonende te Haarlem. Curator Mr. A. A. Huizinga wonende te Haarlem. FINANCIEELE BERICHTEN. DIVIDEND VER. NED. RUBBERFABRIEKEN 3 PCT. In het jaarverslag der Vereenigde Neder* landsche Rubberfabrieken te Heveadorp <Gld.> wordt voorgesteld een dividend uit te keeren van 3 pet. Het winstsaldo bedraagt f 100.195. DIVIDEND AMSTERDAMSCHE BALLAS^- MAATSCHAPPIJ 10 PCT. Volgens het jaarverslag van de Amsterdam» sche Ballast Mij. was het afgeloopen jaar voor deze vennootschap niet ongunstig. De totale aannemingssom va ncie onder handen zijnde werken bedraagt op het oogenblik ruim f 7.000.000. De netto -winst heeft bedragen, na af schrijving van f 333.558 (150.000) op materiaal elevator-installaties en gebouwen en na re serveering van t 150.000 op onderhanden zijnde werken en deelneming in andere on dernemingen f 335.064 '205.773'. waaruit aan aandeelhouders een dividend zal worden uit gekeerd van 10 pet. (vg. 14 petj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5