FEM1NA SCHOONHEID. Haarlem's Dagblad Donderdag 7 Mei 1931 IBB, Mary zit met haar geschiedenisboek tegen over me en ze heeft dolle pret. Ze heeft ontdekt, dat ik „mijn jaartallen"' voor het grootste deel vergeten ben en het stemt haar vroolijk, dat ze zoo veel meer weet. „Wat was er van 17021713?" Geen idee. ,.De Soaansche Successie-oorlog". „O, ja". Ja, „o, ja" kan je achteraf makkelijk zeggen. Mary schudt bedenkelijk het hoofd, geniet ondertusschen. „1648?". Dat weet ik! „Vrede van Munster". Ja, een beetje weet ik er nog wel van. Bij voorbeeld, dat 1672 het rampjaar was redeloos, radeloos en reddeloos dat in 843 het verdrag van Verdun werd gesloten, waarbij een zekere Karei de Kale er erg kaal afkwam. Ik herinner me niet één jaartal van de Engelsche oorlogen maar toevallig weet ik heel positief, dat Bonifacius in 754 te Dokkum vermoord werd. En dan natuurlijk 1600 de slag bij Nieuwpoort. Mary weet van geen ophouden. Ze vraagt maar en vraagt en ik zwijg meestal. Oorlo gen en opstanden en beeldenstormen het houdt niet op. En Mary zou wel graag de algemeene geschiedenis er ook bij halen, om te zien wat ik daarvan wist, van de Perzische en Punische oorlogen af tot de wereld oorlog toe. Maar zoover laat ik het niet ko men. Ik heb genoeg van het wroeten in de geschiedenis der menschheid. De geschiedenis der menschheid. Daar staat ze in jaartallen in een boekje. En de kinderen leeren haar uit het hoofd. Ze dreu nen het op en vader en moeder zijn heel tevreden als ze alles goed weten. Ze kennen him les, ze zijn weer wat wijzer geworden. Ze raken thuis in de geschiedenis. Maar wat voor een geschiedenis! Oorlogen, samen zweringen, terechtstellingen, moorden en nog eens oorlogen, samenzweringen enz. Het houdt niet op. Het geschiedenisboek is wer kelijk het vreeselijkste boek ter wereld en toch laten we het in handen van de kinde ren, ze moeten er zelfs in studeeren. Zeg eens tegen een kind. dat het geschie denisboek vreeselijk is het zal u uitlachen Het vindt alles zoo gewoon. Het is al lang vertrouwd met den gruwelijken moord op de gebroeders de Witt, met de bloedige gevech ten waarbij duizenden om het leven kwamen. Het zijn voor hem alleen maar feiten, die hij kennen moet om een goed cijfer voor ge schiedenis te krijgen. Maar ik geloof toch niet, dat dit eenzijdig geschiedenisonderwijs hem veel eerbied voor de menschheid kan inboezemen. Vechten, moordenen zoo af en toe zie je dan eens als terloops vermeld, dat er ook wel kunstenaars waren. Vondel, bijvoorbeeld, die veroordeeld werd om zijn „Palamedes", en nog meer van die perso nages, die bij elkaar kwamen op het Muider- slot. En sommige vorsten en graven waren heel mild en goed. Ja, en af en toe komt er ook wel eens een hoofdstuk „Zeden en ge bruiken". Daarin kim je lezen over kleeren en meubelen, over eenvoud of opschik. En dan maar weer verder: oorlog, vrede, weer oorlog. 1600, 1700 welke oorlog was er toen? Het is de taak van de school ons feiten te leeren. En wat dat betreft zullen de geschie denisboekjes wel prachtig in orde zijn. Maar toen ik Mary's geschiedenisboek in handen kreeg, bekroop me toch even de lust om te zeggen: „Och kind, al die jaartallen, al die feiten, wat komen ze er op aan". Maar ik zei het niet gelukkig niet, want Mary's antwoord zou ongetwijfeld geweest zijn: „Ja, dat zeg je nu maar. omdat je er zoo weinig van af weet". Want daar zou het heusch wel een beetje op geleken hebben. Maar het was wat anders. Het was de ge dachte, dat ik dit als de geschiedenis der menschheid moest accepteeren, dit en niet de duizendvoudige vreugde en angst, liefde en wanhoop die eeuwen en eeuwen door mil- lioenen menschenharten is getrokken, die naast veel rampzaligs, ook zooveel groot heid, schoonheid bracht. Die geschiedenis der menschheid, we leeren haar niet op school. Het zal misschien ook wel nooit een onderwerp worden, dat klassikaal behandeld kan worden. Het is iets, dat we ieder voor ons zelf moeten voelen. De groote geschie denis van den mensch, door de eeuwen heen. Misschien kunnen ouders er hun kinderen iets van doen begrijpen BEP OTTEN. MODERNE SIERADEN. De sieraden nemen een groote plaats in en beheerschen thans grootendeels de mode. Evenals de japonnen, doen zij sterk den ken aan de dracht onzer voorouders. Zware gouden en zilveren ketens doen denken aan de edelvrouwen uit de middeleeuwen en de gordels van hetzelfde metaal geven het aspect van galei-slaven uit vroegere tijdper ken. Nieuwe sieraden ter voltooiing van het vrouwelijk toilet worden ons iederen dag gebracht. De ontwerpers gaan steeds door te zoeken naar vervolmaking en 't eene kost bare sieraad overtreft het andere weer in schoonheid. Ja, sommige zijn zeer kostbaar, andere even mooi en zeker zoo decoratief, zijn min der prijzig, daar ze met imitatie-diamanten of -edelsteenen zijn bezet. Veel couturiers ontwerpen nieuwe sieraden, daar ze van meening zijn, dat ze met het toilet één geheel moeten vormen. De colliers en armbanden van geslepen kristal en ko raal, gedragen bij een wit costuum en koraal- rooden mantel, zooals ik ze veelvuldig mocht bewonderen op een der laatste modeshows, doen veel opgang. Zware armbanden, bestaande uit een groot middenstuk van geslepen kornalijn, geflan keerd door kleinere steenen van jade of ge slepen kristal, worden veel gedragen, hoewel ze weinig practisch zijn, daar ze veel te groo: en te pompeus zijn. Over het algemeen doen de moderne siera den meer aan die van de wilde volksstammen van Afrika denken aan aan die van een be schaafden Europeeschen staat! T.TT.T/Vj Van Honden en Menschen. U heeft zeker ook wel gelezen van het „concours d'élégance", dat tijdens de honden tentoonstelling op den vorigen Zondag in het R.AJ.-gebouw te Amsterdam is gehou den. En zoo lezen we dan in de Tel. over „dame met hond"; wie de eerste prijs heeft weggedragen, hoe hierbij een schoone studie in wit en grijs voor de jury verscheen, en hoe dan nog de verdere prijswinsters gekleed waren want daarop kwam het. zoo opper vlakkig beschouwd, meer aan, dan op de hond. Nu moet het mij eerlijk van het hart. dat ik dit allemaal een zoet en weeïg gedoe vindt. Honden keuringen prachtig: er zijn prachtstukken van honden en wanneer de dieren gekeurd worden om hun houding, hun kop, hun staart, en allerlei andere schoon heden, hun door moeder natuur meegegeven, dan is het te begrijpen, dat de eigenaar van het dier in zijn schik is, wanneer z ij n hond. waaraan hij natuurlijk gehecht is, een prijs krijgt toegekend. Dat is een schoonheidswedstrijd, die dan al niet erg belangrijk mag zijn, maar die op het redelooze dier geen indruk achterlaat, zeker niet karakter-bedervend is, en die aan velen aangename uren bezorgt. Daartegenover moet iedere verkiezing van een schoonheids koningin het afleggen: het mag dan al ple zierig en aardig gevonden worden door som migen, het laat wel degelijk een indruk achter, en dat het karakter-bedervend moet werken, kan iedereen begrijpem Een hond mag zich dan al eens woedend maken op een mede-hond, die hem om, voor ons, onnaspeurlijke redenen zeer irriteert, hij zal zich niet speciaal richten tegen den win naar van de gouden eeremedaille met eervol le vermelding, want al dat gedoe laat hem zoo koud als zijn eigen neus. Ook zal hij geen pogingen tot intrigue aanwenden, hij zal hoogstens een listige poging wagen, om de kluif van zijn buurman, die natuurlijk lok kerder lijkt dan die van hem zelf, op slink- sche wijze te bemachtigen. Maar nee, de schoonheid van den hond zelf is niet genoeg, er hoort een mensch bij. en dadelijk raakt het dier op den achtergrond. Op zichzelf is dat zoo onbegrijpelijk niet het dier staat achter bij den mensch, zij het niet in beschaving en gevoel, zooals men weieens ironisch beweert, dan toch in de redelijk heid. En zoo wordt hier de hond verdrongen door een'dame in een mooi toilet, die er zicK op toelegt om In de tint van haar hond haar kleeding te kiezen: de hond is plotseling parade-dier geworden en hij heeft met zijn natuurlijken aanleg niets nieer te maken. Want wat zou de dame moeten doen. ais dc hond plotseling op oen zijner lotgenooten af stoof? Meerennen? Natuurlijk niet, dat ge beurt niet, daarvoor is het dier te goed ge dresseerd. Daarin ligt dan ook m.i. het zoetige: dat een hond even goed in een prachtig rood- met-zwart costuum gestoken zou kunnen worden, omdat zijn begeleidster rood-met- zwart zoo buitengewoon flatteert. De hond doet er niets meer toe, het costuum is de hoofdzaak, niet de wijze waarop het gedra gen wordt en het gezicht van de vrouw, die het draagt. Bij de mededingsters was éen mededinger, nJ. een heer die. als monnik verkleed, zijn beide St. Bernards voor de jury leidde, welke groep natuurlijk zeer opvallend was, maar die geen prijs verwierf. Het mag dan al zijn, dat dit niet elegant was, het toont toch wel aan, dat deze mededingers zuiver voelde, dat het om den hond ging in dit geval cn niet om den mensch. Intusschen opent een dergelijk concours heel nieuwe perspectieven. Wat dunkt u van een concours „Beauty and the Beast" oftewel schoonheid cn het beest? Verrassings- mogelijkheden zijn hierbij legio: elke mede dingster mag haar eigen lievelingsdier mee brengen, het doet er niet toe wat. Het" eene oogenblik wordt het oog der jury vergast op een koppeltje witte muizen aan een rood lint voortgedreven door een elegante verschijning in wit met rood, daarna verschijnt een sna terende gans met een imitatie GanseLiesl als gevolg, een bewonderaarster van Jose phine verschijnt met een pantertje. hoewel het bijpassende costuum hiervoor niet zeer flatteus is, en tenslotte moet de jury bulten, haar werk voortzetten ter bcoordeeling van een trotsch ezeltje en zijn meesteres. Zou Haarlem daarmee nu niet eens de primeur kunnen hebben? Dc Tel. noemt het „Concours d'élégance" in liet R.A.T.-gebouw als een wereldstad-allure van Amsterdam welnu, hier is nu onze kans, om Haarlem ook dit zeer wonderschoone stempel te geven! E. E. J.—P. PATRONEN. Knippatronen van dc genummerde afbeel dingen zijn verkrijgbaar a f 1.75, Riouwstraat 157, Den Haag. S.v.p. maten op tc geven. DE KINDERKAMER Bij de ruimer behuisden hebben de kinde ren bijna allen een kinderkamer en die is te genwoordig meest alleraardigst ingericht. Er zijn zulke gezellige meubeltjes, zulk een vroolijk-gekleurd speelgoed en zooveel an dere aardige voorwerpen van porselein en emaille, die door hun origineele teekening en pakkende kleur-combinatie veel tot de gezel ligheid van het interieur der kinderkamer bijdragen, 't Is een onbeschrijfelijk genot voor een kind, zoo'n eigen domein te hebben, waar het naar hartelust kan spelen, heer lijk zitten, eten of drinken en verrukkelijk knoeien! O, wat een genot, eens heelemaal niet ga degeslagen te worden, niet berispt en niet beknord! Het vaak zoo weinig en met moeite etende kind, kan spelender wijze soms heel wat verorberen, wanneer het in zijn spel op gaat. Het is heel begrijpelijk, dat niet iedere moeder er een speciale kinderkamer op na kan houden, doch is er een kamertje over de hand, ruim het dan minstens als speelruimte in voor uw kleinen, ook al kunt ge het niet inrichten met daarvoor bestemde meubeltjes. En zoo dit niet gaat richt dan hun slaap kamertje er voor in, daar is nog heel wal aardigs van te maken. Met weinig hulpmiddelen maken we het gezellig en den kinderen moeten geleerd worden het zelf netjes te houden. Ze mogen spelen zooveen ze maar willen, maar vóór het naar bed gaan, moeten ze zelf alles opbergen in daarvoor bestemde kast jes of op een daarvoor ingerichte planken ruimte, waarvoor een fleurig, bont gordijntje wordt gehangen. Het is een goed idee ieder kind zijn eigen lade of plank aan te wijzen, want we weten er alles van, de een is wat netter dan de an dere en door wat slordigheid of ruwheid wordt de „nette" partij heel wat leed be zorgd. De kinderen kunnen zelf heel wat leuke dingen voor de kamer maken, zooals aardige vlechtmatjes en zelfgemaakte schilderijtjes. Een fleurige rand kunnen we op het be hang plakken. Die reepen zijn zoo klaar te koopen, maar nog beter is het, ze de kin deren zelf te laten maken. Voor wie aardig teekenen kan is het nateekenen uit een tee- kenboek van leuke voorwerpen of van bees ten een prettig werkje. Het moet natuurlijk netjes gebeuren en de voorwerpen moeten even groot zijn; als de teekeningetjes klaar zijn, begint het eenige werkje met verf of kleurpotlooden. Ze moeten zich zooveel mo gelijk aan de natuurlijke kleuren houden, al mogen deze wel wat feller zijn. Kan het kind niet teekenen en heeft Vader en moeder geen tijd het kind eenige motieven voor te teekenen, dan gaan we een paar mooie voorwerpen uit een pren tenboek of kleurboek overtrekken. We doen dit met behulp van een stuk carbonpapier waaronder een stuk stevig wit papier is ge legd. Langs den omtrek wordt met een hard potlood een lijn getrokken die door het car bon overgebracht wordt op het stuk wit pa pier. Nu hebben we hetzelfde figuur uit ons prenten- of kleurboek op het papier staan en beginnen met het keurig, gelijkmatig te kleuren. Er mag niet over de lijntjes gegaan worden. Zoo kunnen wc tal van figuren ne men en ook dezelfde figuren meermalen herhalen- DE INVLOED VAN KLEUREN We hebben al meermalen geschreven over den invloed die van kleuren op ons uitgaat. Kleuren spreken tot ons hart. De kleuren oefenen dikwijls verschillende effecten op den mensch uit; sommige werken vroolijk, andere neerdrukkend, andere inspireeren ons bij ons werk en weer andere stompen onze gevoelens af, door hun saaiheid en eentonig heid. En zoo ondergaat een ieder van ons den invloed der kleuren en al verschilt het effect misschien een weinig, de hoofdin vloed der kleuren is bij allen dezelfde. Want wie onzer zal ontkennen, dat de kleu ren, die de herleefde natuur in dc lente ons loovert, licht, blij en vroolijk zijn? Waarom oefenen die kleuren op ons aller hart een onweerstaanbaar jeugdigen invloed uit? Ik geef toe, 't zijn niet alleen dc kleuren dei- lente. aie ons bloed vlugger doet stroomen, het zijn ook de geuren en de vormen van jong gewas en bloemenweelde. Maar de kleur geeft aan dit alles leven. Veronderstel, dat heel de lente natuur bestond uit één kleur en wel uit het monotoom grijs of bruin'. Hoe zou ons oog vermoeid en verveeld worden! Zelfs al was heel de natuur in het feestelijk witte kleed van een bruid gestoken, dan nog zou dit ons op den duur vervelen. Nergens afwisseling, alles egaal, dus geen oogen genot, geen ontroering meer door kleur-eom- binaties, welke ons oog plotseling ontdekt. Laten we dankbaar zijn voor den rijkdom van kleuren, dankbaar voor de verscheiden heid die ons hart jong houdt! DE WANDELSCHOEN. Veel wandelschoenen zien we op het oogen blik met breede, platte hak. de voorschoen flink ruim, zoodat we straks in het voorjaar onze wandeling kunnen genieten met het heerlijke gevoel van een gemakkelijk zitten de schoen. Het element: „sport" treedt sterk op den voorgrond in dit genre, omdat wandeler, meer als een sportieve verrichting beschouwd wordt; vandaar ook, dat men allerlei schoen tjes ziet dragen die, wat den yorrn betreft, niet weinig aan tennis- of golfspel doen den ken, maar voor de wandeling volkomen ge schikt zijn. Bijna alle modellen zijn van twee of meer kleuren leer gemaakt, soms ook van peau de suède en leer. Deze verschillende kleuren en materialen worden op de meest fantasti sche manieren verwerkt, hoewel, zooals u op het prentje kunt zien, de grondgedachte van het model precies eender blijft. TWEE MODERNE MIDDAG-TOILETJES. No. 564 is een buitengewoon flatteus mïd- dag-costuum, bestaande uit een witte cashmir-japon met zwart zijden bolero- jasje. De japon heeft een blouse, welke met revers gesloten wordt door een glazen- knoop je. De rok, die aan het lijfje vast zit, geeft den indruk met de blouse één geheel te zijn, daar de knoopjes met de fantasie-knoops gaten op dezelfde manier doorloopen op het heupstuk, dat met een scherpe, puntige bies eindigt. Het ceintuurtje bedekt hier dus de naad. Zeer vernuftig zijn de i-okpanden onder het heupstuk aangebracht. De schuine punt houdt tevens de plooien, die links voor zitten, op hun plaats. De plooien zijn tot even boven de knie doorgestikt en springen dan los, wat met het loopen een zeer bekoorlijk cachet geeft. De bolero is geheel strak en heeft als af werking rondom een breeden rechten bies, die met mooie hoeken op het jasje wordt gezet. De mouw is geheel glad en wordt gesloten met twee knoopjes, dezelfde van de japon. De kraag van de blouse valt over het jasje, waarvan de hals alleen omgeboord is. No. 565 is wat bewerkelijker. Hiervoor heeft men gebloemde voile gebruikt en voor het manteltje de donkere ondertoon van het voile, doch van zware crêpe satin. De japon zelf heeft als eigenaardigheid een heupstuk, be staande uit vier diepe punten, waaronder de panden der rok ruim geplooid zijn bevestigd. Het eenvoudige lijfje heeft een zeer be werkelijke halsversiering van crêpe de chine, in dezelfde tint als de lichte fond der voile, afgezet met zeer smalle plissé's eindigende in een dito jabot. Een smal ceintuurtje, gesloten met een Strik, maakt de japon zeer jeugdig. Nu het manteltje. Zooals u ziet, is het manteltje zeer sterk getailleerd, en is gevoerd met de voile der japon. De voorpanden loopen rond weg, ter wijl het jasje gesloten kan worden met een knoopje, doch over het algemeen wordt het open gedragen, wat ook veel vlugger staat. De hals is gewoon omgezoomd, daar de be werkte kraag der japon er over heen moet vallen. gaan. Maar ook daarvoor hebben we speciale kleeren noodig, een wensch, waaraan volgens onze teekening wel tegemoet is te komen. No. 577 dan, is een sportpakje, speciaal be stemd om mee uit zeilen of spelevaren te gaan. Het bestaat uit een jurk van witte james, afgezet met blauwe banden, en een jasje, een zoogenaamde „blazer" met 6 blanke metalen knoopen, waarvan de bovenste als versiering dienen. De jas heeft smalle revers, een kleine kraag en twee zakjes. De strakke mouw eindigt in een kleine manchet, voorzien van twee knoopen. De japon heeft een geheel glad lijfje, i'ond den hals met „band"-motieven af gewerkt, een ruime geplooide vrij lange rok, aan den zoom eveneens voorzien van vele smalle en een heele breede donkerblauwe band. Sportief, vindt U niet? OM TE ZEILEN. Zoodra het weer zich op zijn best vertoont, gaanvelen er weer over denken om met de motor- of zeilboot meren en rivieren op te ronde kralen te verwerken, het matje op afb. V is geheel uit ovale kralen geregen. Men moet er wel aan denken aardige kleu ren uit te zoeken. Beide modelletjes zijn in de Tijdingzaal van ons blad te zien. HOE MEN DE KLEUTERS BEZIG HOUDT. HOUTEN KRALEN. Dezen keer weer een gezellig werkje voor de kleuters en wel het maken van een kralen servetring en kralen matje. Wij zullen beginnen met den servetring, die uit ovale en ronde kralen of geheel uit ovale kralen wordt verkregen. Twee naalden zon- Bder punt en een stevigen draad heb ben wij nog noodig. Wij rijgen vier kralen a, b, c, d aan (afb. I>. Kraal a d zwart en kraal b en c green. Het mid den van den draad komt in kraal a te liggen en de draad wordt daarna van kraal b door kraal d gehaald. Uit kraal d hangt nu rechts en PP -r- links een draad uir* -i— aan eiken draad wordt een naald ge stoken. Vervolgens neemt mep met den linkerdraad één kraal op en met de rechter twee kralen en in deze tweede kraal kruisen de draden elkaar weer. Wij gaan zoo verder met rijgen, tot de goede lengte voor een ser vetring verkregen is (afb. H). Voor het kra len matje gaan wij op dezelfde ma nier aan het werk. Bij het laatste fi guurtje krui sen wij de draden niet kraal d, maar laten den draad van b naar d door c gaan, zoodat dezen keer de draden elkaar n c kruisen. Het werk wordt omge draaid en afb. m laat zien hoe de eene draad boven en de andere draad onder uit kraal komt. De rech ter draad neemt daarna 3 kralen open in kraal d krui sen de draden elkaar weer. Nu wordt de linkerdraad weer door kraal f gehaald en men gaat op de bekende manier verder tot de gewenschte grootte ver kregen is (afb. IV). Ook voor het matje zijn ovale en ronde kralen te verwerken, het matje op afb. V is geheel uit ovale kralen geregen, der tot'de gewenschte grootte verkregen is (afb. IV). Ook voor het matje zijn ovale en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15